IV Nationale Bijeenkomst van Communautaire Milieuwaarnemers in Peru

Vorige week, 22-24 maart, hebben verschillende milieubewakingscomités van GRUFIDES deelgenomen aan “El IV Encuentro Nacional de Vigilantes y Monitores Ambientales Comunitarios” in Ayacucho, samen met comités uit de regio’s La Libertad, Pasco, Junín, Ayacucho, Chosica-Lima, Apurímac, Cusco, Moquegua en Puno.

Het doel was onze capaciteiten te versterken en ervaringen uit te wisselen over watercontrole in door mijnbouwprojecten getroffen gebieden. De delegatie van Cajamarca was verreweg de grootste aanwezige op de bijeenkomst.

Op Wereldwaterdag bezochten we de gemeenschap van Santa Fe in de provincie Cangallo in de bergen van Ayacucho, op ongeveer 4.500 m hoogte. In een krachtig vertoon van hoop en verzet tegen de vernietigende gevolgen van grootschalige mijnbouw voor onze gemeenschappen, brachten regio’s uit heel Peru een offer aan het meer en zongen zij protestliederen.

Rivier die langs de gemeenschap van Sante Fe stroomt, waarbij de comités uit verschillende regio’s verschillende tests uitvoerden om de kwaliteit van het water te controleren. Foto Copyright: CATAPA

Daarna oefenden we verschillende methoden van watercontrole langs een stuk van de rivier die langs de gemeenschap van Santa Fe stroomt. 

Hoewel uit de resultaten bleek dat de rivier schoon is en geschikt voor consumptie, bleek tijdens de bijeenkomst dat het hele gebied Sante Fe in concessie is gegeven aan het mijnbouwbedrijf BHP, zonder medeweten van de lokale gemeenschap. Volgens CooperAction is 27,8% van de hele regio Ayacucho in concessie gegeven aan mijnbouwbedrijven, waaronder minstens 16% van de provincie Cangallo, waar Santa Fe ligt. 

Kaart van mijnbouwconcessies, regio Ayacucho, 2022. Foto Copyright: CooperAction, 2022.

Tijdens de volgende dagen planden we acties voor het komende jaar en bespraken we maatregelen om onze beweging op nationaal en regionaal niveau van Cajamarca te escaleren en te versterken om “Ja tegen Water” en “Nee tegen Mijnbouw” te zeggen.

Ook de huidige politieke crisis werd besproken, met name in verband met de mijnbouw. Volgens Jaime Borda van Red Muqui hebben de eerste 100 dagen van Dina Boluarte een reactivering van de mijnbouwindustrie te zien gegeven, met de dreiging dat verlaten mijnbouwprojecten zoals Conga gereactiveerd zouden kunnen worden. 

In het licht hiervan hebben de aanwezige vertegenwoordigers een gezamenlijke verklaring afgelegd met verschillende eisen, waaronder een veroordeling van de moord op 49 demonstranten door de politie en het leger, de wettelijke erkenning van het werk van de watercontrolecomités, het aftreden van Dina Boluarte, het uitschrijven van nieuwe verkiezingen en het opstarten van het proces voor een nieuwe grondwet met de actieve deelname van inheemse volkeren en sociale organisaties. De volledige verklaring kunt u hier lezen.

Stap voor stap, via initiatieven zoals de comités voor toezicht op het water, leren wij als gemeenschappen die te maken hebben met mijnbouw meer over onze rivieren, en hoe we ze kunnen verzorgen en beschermen. 

Wij zijn waterverdedigers, hoeders van het geschenk dat ons leven geeft. Staatsinstellingen moeten dit respecteren en erkennen, en met ons samenwerken om onze watervoorraden te beschermen voor de komende generaties. 

Geschreven door Connor Cashell, CATAPA Global Engagement Officer Peru en vrijwilliger voor GRUFIDES.

Bibliografie: 

Wereldwaterdag: we moeten ons recht op schoon drinkwater verdedigen

Vertegenwoordigers van de gemeenschap van La Lucma volgen de route van een van hun lokale rivieren. Copyright foto: CATAPA.

Sinds 1993 wordt elk jaar Wereldwaterdag gevierd om mensen bewust te maken van de wereldwijde crisis in de toegang tot water, en om actie te ondernemen om onze rechten te verdedigen.

 Volgens de VN hebben meer dan twee miljard mensen nog steeds geen toegang tot drinkbaar water. De situatie is kritiek in de provincie Cajamarca, een van de regio’s in Peru met het grootste aantal huizen zonder toegang tot schoon water. 42% van de huizen in de stad Cajamarca heeft geen toegang tot water dat geschikt is voor menselijke consumptie.

Een van de drijvende krachten die de mensen in Cajamarca de toegang tot hun grondrecht op water ontzeggen, is de grootschalige mijnbouw. Tussen eind oktober en begin november 2022 kampte volledige stad Cajamarca met ernstige drinkwatertekorten. Volgens verschillende berichten werd dit veroorzaakt door een daling van de watertoevoer uit de Rio Grande-dam, die wordt gecontroleerd door het mijnbouwbedrijf Yanacocha. Gedurende deze periode meldden verschillende burgers en journalisten dat zij sterk vervuild water en dode vissen zagen in het stroomgebied van de Rio Grande-dam.

In deze context werken GRUFIDES en CATAPA sinds 2020 samen aan een reeks projecten met als doel lokale gemeenschappen die getroffen zijn door de mijnbouw de middelen te geven om hun eigen comités op te richten die de kwaliteit van hun rivieren bewaken.

Dit project is essentieel geweest voor het opbouwen van zelfredzaamheid en kennis van lokale gemeenschappen in Cajamarca om het toezicht op hun watervoorziening in eigen hand te nemen en het recht op veilig en gezond drinkwater op te eisen van de lokale autoriteiten. In plaats van laboratoria of regeringsinstanties worden de macht en de kennis rechtstreeks in handen van de plaatselijke gemeenschappen gelegd. Zo kunnen zij zorgen voor hun rivieren en collectieve beslissingen nemen ter verdediging van hun grondgebied.

 

Wie kent hun gebied en rivieren beter dan de gemeenschappen die er al generaties lang wonen?

Bambamarca: inzicht in de opbouw van collectieve kennis en het recht om ‘nee’ te zeggen

Deze comités voor watermonitoring hebben als katalysator gewerkt voor georganiseerd verzet van de gemeenschap tegen verdere mijnbouwontwikkelingen. In maart 2023 bezocht GRUFIDES de gemeenschap van La Lucma in Bambamarca, enkele uren ten noorden van de stad Cajamarca. Tijdens een zeer aangrijpende bijeenkomst deelden vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap hun ervaringen en namen zij deel aan een workshop over watercontrole. Volgens verschillende getuigenissen hebben talrijke mijnbouwprojecten hun rivieren ernstig vervuild, kinderen met kwik vergiftigd en de landbouw, waarvan ze voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn, aangetast.

Als onderdeel van het bezoek verzamelde de groep verschillende monsters langs een stuk van dertig meter van de rivier. Het proces van monstername is zeer gebruiksvriendelijk en eenvoudig in de praktijk. De groep haalt op verschillende punten van de rivier collectief watermonsters op met een net. De grond die op de bodem van het net ligt, wordt vervolgens in een bak gegoten om te analyseren welke benthische macro-ongewervelden (waterdieren zonder ruggengraat die zonder microscoop kunnen worden gezien) aanwezig zijn. De aanwezigheid van bepaalde macro-invertebraten is een belangrijke indicator van de waterkwaliteit: sommige kunnen alleen overleven in zoet, schoon water, of omgekeerd in zeer vervuilde omstandigheden.

Het was vanaf het eerste moment duidelijk dat de rivier extreem vervuild was door de mijnbouwprojecten stroomopwaarts. De rivier was oranje, met een sterke chemische geur. Er waren zelfs geen macro-invertebraten te vinden in de monsters. De rivier blijkt zo vervuild dat niets kan overleven in het water waarvan de hele gemeenschap van Bambamarca afhankelijk is.

Een groep uit de lokale gemeenschap van La Lucma controleert de toestand van hun rivier. Foto copyright CATAPA.

Na het verzamelproces kwam de groep opnieuw bijeen om de resultaten te registreren, hun getuigenissen te delen en collectief een besluit te nemen over hoe het nu verder moet. De vertegenwoordigers ondertekenden een overeenkomst waarin zij verklaarden dat zij de resultaten terug naar de brede gemeenschap zouden overbrengen. Op die manier dringen ze aan op de collectieve organisatie van verschillende comités voor watertoezicht die het recht hebben nee te zeggen tegen verdere aantasting door mijnbouwactiviteiten, en van de plaatselijke autoriteiten eisen dat zij actie ondernemen.

Volgende stappen: Organisatie voor de bescherming van leefgebieden en het recht op proper water.

Ter gelegenheid van Wereldwaterdag zal GRUFIDES een overlegforum organiseren in de stad Cajamarca om een platform te bieden aan waterverdedigers om hun getuigenissen te delen, de watercrisis te analyseren en het recht op veilig en schoon water in Cajamarca op te eisen. 

Van 21 tot 25 maart zullen in Ayacucho ook comités voor watercontrole uit heel Peru bijeenkomen om ervaringen uit te wisselen, methodologieën te vergelijken en de capaciteit te versterken van bewegingen die strijden voor toegang tot schoon water op hun grondgebied. 

 

Bronnen

Instituto Nacional de Estadistica e Informatica, Perú (2020). Perú: Formas de Acceso al Agua y Saneamiento Básico. (Geraadpleegd op: 20 March 2023)

MAS-Cajamarca (2014) Niña recita hermoso poema contra proyecto Conga (Cajamarca) 6 August. (Geraadpleegd op: 20 March 2023)

Stakeholders Sostenibilidad (2022) ‘Cajamarca, la tierra de Pedro Castillo, sufre por falta de agua potable’, 2 November 2022, Stakeholders. (Geraadpleegd op: 20 March 2023).

United Nations (2023) Dia Mundial del Agua, 22 Marzo. (Geraadpleegd op: 20 March 2023).

Art as a Form of Protest – Peru

Art as a Form of Protest – Peru

As all neighboring countries of Peru are stuck or have been stuck in violent protests recently, Peru seems calm. Cajamarca, known for its huge protests to stop the mining project of Conga, seems calm.

Those protests happened only about 7 years ago, in 2011 and 2012, and still have a special taste in everyone’s mouth. Everyone in Cajamarca today has lived them profoundly. Everyone has somehow been part of the cruel protests. But looking at Cajamarca now, it seems like the idea of protesting has died. It seems like people have quietly accepted legal and illegal mining activity in the region. For example, there seems to be no reaction to the new mining project Michiquillay of the company Southern Copper, which they hope to start using in 2022. And there is very little reaction to the contamination of the Valle de Condebamba, where vegetables most Cajamarquinos eat get produced and are severely contaminated with toxic metals.

Why is that? Why do people stay calm? Is it because there are too many protests in Peru? Because they got tired? Because of the number of social conflicts that never get resolved? Because of the 279 people that died defending human rights until 2018 in Peru? Because of the horrible criminalization of protests in Peru in all its forms – both direct attacks as methods like states of emergency? Because of the memory of the horrible protests in 2012?

All very good reasons to not take to the streets anymore. But the truth is – the protests have never really stopped. They have just taken different forms.


Silent protests

Calm, silent protests are happening everywhere. Protesting doesn’t mean aggression. Protesting means showing how things can be different, making people think, for example through art, photo exhibitions, music, whatever you feel like. Protesting can be as silent or as violent as you want it to be. It’s your fight.

So yes, people in Cajamarca – or in Peru – might be tired of protest marches. It’s easy to see that the protest marches for women rights are smaller every year. The three climate change actions we’ve organized this year shrunk every time, and in June, when bull fights came back to Cajamarca after years, we were just a small group screaming outside of the arena holding up cardboards and getting laughed at.

But almost no one came to see the bull fights. The stadium was empty, which made the government cancel the second day of fights. And isn’t that a sign that Cajamarca doesn’t want bull fights anymore? Isn’t just not showing up a form of protest too? Isn’t silent protest, protest too?


Cross boundaries

Protest is what you want it to be. And using art as a form of protest isn’t something new. In fact, it represents the way of protesting in Peru. In the world. And all through history.

It’s said that art as a form of protest or activism was first seen with Dada, an anti-war movement which openly outed critiques to the First World War. Picasso protested with paintings based on for example the Spanish Civil War. The Vietnam War formed a base for many works of art in the sixties, and also gender issues, feminism, immigrant problems, and so on, got addressed through art. And then we haven’t even mentioned Banksy yet with all his work on all kinds of global issues, or the Russian feminist punk-rock band Pussy Riot that dealt with themes as feminism, freedom of speech, LGBT+ rights, etcetera, through their music.

Art is political, and art can be a powerful weapon. Art can make you think about things you hadn’t thought about before. Art can make a political statement, can be some sort of critique on a political or social situation. Art often looks up boundaries, or crosses them.


Art and activism

Also during the awful protests against mining project Conga in 2011 and 2012, art was used. The Plaza de Armas in Cajamarca changed into an art gallery, there were concerts, people were singing and dancing on the street. The Marcha del Agua towards Lima was beautiful with everyone singing together. And that has never stopped. That’s still part of Peru’s – or Cajamarca’s – culture. Art is protest.

As Carlos, founder of an environmental organization in Cajamarca says: “Art has a great impact on people. People get conscious about the environment, and on top of that about the beauty of the art and the people.” Art has an incredibly creative power to move people emotionally, while activism sets a goal, shows us the social or political change we need to see in the world. Art moves a feeling, while activism creates an effect. And in order to make that change, in order to get that effect, we need some sort of stimulation. We need to be moved. Emotionally. Art and activism combined, can lead to many, many things.

On top of that, art used as a form of protest, outside of actual protest marches or political spaces, gets you a surprise effect. It makes people think about serious, maybe political, issues, without them maybe realizing it. It gets in your mind, and slowly, gets you to that effect activism wants to reach.


Changing minds

Murals for example, big paintings on walls, are widely used as a form of protest or activism in Cajamarca and in Peru. In the province of Celendín the streets are full of colourful walls. And also in Cajamarca the city is covered in painted walls, leaving powerful messages. Something we could already see in the beginning of the 20th century in Mexico.

And I have to admit, while painting one of those murals, thinking about the load of work waiting for me on my desk, I did think to myself that I could use my time better. That I could actually do something useful to help the environment, instead of just paint. That I shouldn’t waste my time painting a wall with a message probably no one would read. But was I wrong. All the people passing by that day stopped to check out our message. To see what it was about. And still very often, as I walk passed that wall, I see people talking about the painting. Maybe the mural didn’t gain the change immediately. But it is changing people’s minds, slowly, daily, firmly.

The same happened when we used a beautiful Cajamarcan tradition as a form of activism. On Corpus Christi, the whole Plaza de Armas gets covered in alfombras, or flower carpets. We focused on animal rights and protested against the bull fights with our carpet, whereas some others used it to address gender inequality, for example. And in between the beautiful art works, those pieces of art showing some sort of social or political issue, were the alfombras where most people stood around, discussing what they saw. Not what was actually there, but what they saw, what it meant to them, what they understood the message was. It made people rethink their own actions.


Happiness in protest

And that’s not all. Ecological fairs keep popping out of the ground like mushrooms, focusing on economic alternatives to mining and environmental issues, and that way making passengers-by think about the impact of mining activity without them realizing that’s what it’s about. Wakes are organized to mourn the death of our environment, combined with a beautiful piano concert, to focus on environmental issues in a different way. Theatres are held all through town showing the effects of gender inequality or climate change. Movie nights focusing on social themes are a big thing.

The lyrics to the typical cheerful carnival music of Cajamarca get changed to songs defending human rights and are being sung whenever the opportunity shows.

A few weeks ago a protest action was held at Cerro Quilish. Only about 30 people showed up, hiking to the top of the mountain from where you could look out over Yanacocha. But those 30 people brought up their giant speaker, singing and dancing their way up. And after the talk on top of the mountain, the volume of that same speaker was turned up a bit more.

People opened their bags, uncovering bowls of food, giving everyone a spoonful of whatever they had brought. Sharing. Dancing. Singing. Turning a protest into a beautiful moment together, showing their strength, their traditions, their bond. Showing they are one. Unstoppable. Finding happiness in protest.


Beautiful protests

There’s loads of centers that open their doors for all kind of social movement or activity, for free, supporting artists. There’s a cultural magazine made entirely by volunteers that also hold events every few weeks addressing for example topics as cultural identity, traditions, history. There’s movies or poetry in Quechua to make people rethink their roots and history. There’s dozens of bands in Cajamarca singing about animal rights or human rights or violence against women or any topic you can think of.

Lots of youth organizations take charge and organize fun activities for all ages such as actions on recycling with quiz questions and prices to win. Photo exhibitions focus on what nature should look like and shows the work of different human and environmental right defenders.

Of course, protesting is hard in Peru. And it’s sad that there’s still so much to protest about. But at least we know it will always be here, in its own way. And protesting can be so, so beautiful.

There’s resistance. There’s hope. In all its forms. Don’t underestimate the power of art. And don’t underestimate Cajamarca.

IACHR organiseert zitting over de criminalisering van milieuactivistes in Latijns-Amerika

Op 24 oktober hield de IACHR (Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens) een publieke hoorzitting over “de criminalisering van vrouwelijke milieuactivisten in Latijns-Amerika”. Naast de criminalisering van hun acties krijgen deze onder andere ook te maken met stigmatisering, bedreigingen, (seksueel) geweld en willekeurige arrestaties. De zitting van de IACHR ging door in Montevideo, Uruguay, en is een belangrijke stap voorwaarts om de precaire situatie van activistes in de context van extractieve industrieën in Latijns-Amerika beter op de kaart te zetten.  

Het IACHR is een autonoom juridisch orgaan ter bescherming van de mensenrechten in de 35 lidstaten van de Organisatie van Amerikaanse Staten. De hoorzitting over  vrouwelijke milieuactivistes maakt onderdeel uit van de 165e periode van hoorzittingen waarin de IACHR verschillende sessies organiseert over mensenrechten, landeigendom, burgerveiligheid, de rechtsstaat en democratie.

Deze hoorzittingen zijn belangrijke evenementen waarbij het maatschappelijk middenveld aandacht vraagt voor mensenrechtenschendingen in eigen land of daarbuiten. Zo hopen burgers een positieve verandering teweeg te brengen in de beleidsvorming van hun overheid. Het is niet de eerste keer dat de IACHR de criminalisering van mensenrechtenactivisten of sociaal protest op de agenda zet, wat aantoont dat overheden nog steeds grote stappen moeten ondernemen om deze problematiek aan te pakken.

Criminalisering van sociaal protest

Elke mens heeft het recht om zichzelf uit te drukken, om klachten en eisen kenbaar te maken in de vorm van een sociaal protest. “Geen enkele rechtstaat is perfect en daarom moeten politieke figuren kunnen accepteren dat er altijd manieren gaan zijn waarop burgers hun mening gaan uiten. Een democratische overheid moet net toestaan dat er manifestaties plaatsvinden. Het is bijna nooit de bedoeling van deze manifestaties om een regering volledig ten onder te brengen, ze willen net de regering ondersteunen om haar eigen staatsinstellingen correct te laten functioneren.” Dit schrijft de Peruaanse advocate Mirtha Vásquez.

Toch meldt de IACHR dat de criminalisering van sociaal protest in Latijns-Amerika steeds frequenter wordt waargenomen. Deze criminalisering van mensenrechtenverdedigers houdt in dat zij vaak systematisch onderworpen worden aan willekeurige strafprocedures, wat hen kwetsbaar maakt en waardoor hun activiteiten belemmerd worden. Deze procedures worden opgestart aan de hand van vage en dubbelzinnige beschuldigingen zoals “aanzet tot protest”, “sabotage”, “aanzet tot misdaad” en “aanmoediging van verzet tegenover publieke autoriteiten”.

Er zijn veel gevaarlijke sectoren waarin het riskant is voor milieuactivisten om verzet uit te oefenen, maar volgens de organisatie AWID vormt mijnbouw de meest onveilige context voor activisten, gevolgd door waterkrachtprojecten en dammen, agro-industrie en houtkap. Het hoofd van de Verenigde Naties werkgroep tegen discriminatie tegenover vrouwen, Alda Facio, bevestigde in mei ook dat de kwetsbaarste groep van vrouwelijke mensenrechtenactivisten zich bevindt bij degenen die activiteiten van extractieve industrieën willen verhinderen (en bij degenen die strijden voor reproductieve en seksuele rechten). Weerstand bieden tegen extractieve industrieën betekent ook (inter)nationale bedrijven en globale elites uitdagen, die samenwerken met overheden en soms zelfs met religieuze en ’traditionele’ instellingen. Uit onderzoek van Front Line Defenders blijkt dat 281 mensenrechtenverdedigers wereldwijd vermoord werden in 2016. 49% van het totale aantal waren activisten die het milieu, grondgebied en inheemse rechten verdedigden. Meer dan de helft van de moorden, 143 volgens de bevindingen van FLD, vond plaats in Latijns-Amerika.

Focus op vrouwelijke milieuactivistes

Milieu- en mensenrechtenverdedigers zetten zich onvermoeibaar in voor gelijkheid en gerechtigheid. Helaas krijgen ze vaak te maken met discriminatie, geweld, criminalisering, schendingen van hun burgerrechten en de straffeloosheid van gewapende publieke (politie, leger) of ingehuurde (paramilitairen, doodseskaders) groepen. Alle activisten krijgen grote uitdagingen voorgeschoteld, maar vrouwelijke activistes krijgen daarbij ook nog eens te maken met genderspecifiek geweld en andere risico’s. Terwijl milieuverdedigers dikwijls bestempeld worden als “niet-vaderlandsgezind” of “tegen vooruitgang”, worden vrouwelijke verdedigers daarbij ook nog eens gestigmatiseerd omwille van hun gender en seksualiteit. “Ondanks de groeiende gevaarlijke context, spelen meer en meer vrouwen een belangrijke rol in sociale bewegingen. Ze lopen echter ook een groter risico op seksueel geweld, vooral wanneer ze leven in een gemilitariseerde omgeving. Bovendien hebben hun kinderen ook een grotere kans om bedreigd of aangevallen te worden als een vorm van intimidatie”, zei Marusia Lopez van JASS tijdens hetzelfde VN-event in mei. “Daarnaast worden de rechten die deze vrouwen verdedigen ook niet altijd erkend door de maatschappij en worden ze in sommige landen zelfs beschouwd als misdaden.”

Alejandra Burgos van het Mesoamerican Woman Human Rights Defenders Initiative voegt daaraan toe: “Het gebrek aan toegang tot justitie en de hoge mate van straffeloosheid heeft ook een impact op het leven van activistes in Centraal-Amerika. Uit onderzoek blijkt dat  tussen 2012 en 2016, 60% van de aanvallen tegen activistes bestond uit intimidatie, bedreigingen, waarschuwingen en ultimatums, laster- en stigmatiseringcampagnes, gebruik van geweld, illegale en willekeurige arrestaties, criminalisering en gerechtelijke vervolgingen. Daarbij leven we ook nog eens in een van de regio’s met de meeste feminicides (vrouwenmoorden) ter wereld.”

Vrouwelijke activistes in Latijns-Amerika lijden vaak onder een driedimensionale vorm van discriminatie. Ten eerste worden ze vaak minachtend bekeken omdat ze inheems zijn. Ze hebben dikwijls hun eigen culturele gewoonten, praten een andere taal en geloven in een natuurgodsdienst. Die eigenschappen zorgen er helaas voor dat ze in veel landen als minderwaardig bestempeld worden. Daarnaast heeft de specifieke (gewelddadige) context van het socio-ecologisch conflict waarin ze wonen ook een grote impact op verschillende facetten van hun leven en hebben ze niet altijd de kans om te verhuizen. Tenslotte ondervinden ze ook moeilijkheden omdat ze een voor een vrouwen zijn die willen breken met traditionele rolpatronen. Op die manier bevinden ze zich in een precaire situatie omdat ze ‘hun verplichtingen niet naleven’ en ‘opstandig’ worden. Milieuactivistes die protesteren tegen het economisch extractieve  beleid van Latijns-Amerikaanse regeringen worden vaak slachtoffers van het willekeurige gebruik van het strafsysteem, met als resultaat dat ze geconfronteerd worden met valse beschuldigingen en oneerlijke rechtszaken. Dit zijn criminaliseringstrategieën waartegen ze zich moeilijk kunnen verzetten, door een gebrek aan geld, tijd en contacten.

Een internationale consensus over de definitie van wat een milieu- of mensenrechtenverdediger is, bestaat al. Maar de dubbele kwetsbaarheid van vrouwelijke activistes wordt vaak vergeten. Er bestaan nauwelijks statistieken over het totale aantal activistes die geconfronteerd worden met bedreigingen en gendergerelateerd geweld of die gecriminaliseerd worden. Onderzoekbureaus en internationale organisaties zouden dit thema vanuit een genderperspectief moeten benaderen, zodat er specifieke resoluties en protocollen opgesteld kunnen worden en vrouwelijke milieu- en mensenrechtenverdedigers op hun beurt ook een specifieke bescherming krijgen. Daarom vormt de hoorzitting van de IACHR een belangrijke stap in de goede richting. Ook CATAPA neemt het initiatief om de komende maanden enkele activiteiten te organiseren over de situatie van deze vrouwelijke milieuactivistes.

Hoe kan jij helpen?

Samen met haar partnerorganisaties organiseert CATAPA in januari een ontmoeting met politieke figuren van de Europese Unie om de precaire situatie van vrouwelijke activistes die opereren in een context van extractieve industrieën, meer zichtbaar te maken. Ook tijdens onze academische sprekerstour, waarin lokale leiders een getuigenis brengen over de impact van mijnbouw, in maart zal het onderwerp uitgebreid aan bod komen. Hou onze agenda in het oog of schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte gehouden te worden van onze activiteiten! Meer informatie: www.catapa.be

Bronnen:

Front Line Defenders. (2017). Annual Report on Human Rights Defenders at Risk in 2016. Front Line Defenders. Geraadpleegd hier: https://www.frontlinedefenders.org/en/resource-publication/annual-report-human-rights-defenders-risk-2016

IACHR. (2015). Criminalization of Human Rights Defenders. Geraadpleegd hier: http://www.oas.org/en/iachr/reports/pdfs/criminalization2016.pdf

Inmaculada, Barcia. (2017). Weaving resistance through action: strategies of women human rights defenders confronting extractive industries. Geraadpleegd hier: https://www.awid.org/sites/default/files/atoms/files/eng_weaving_resistance_through_action-web.pdf

Vásquez Chuquilín, Mirtha. (2013). Criminalización de la protesta en Perú. Geraadpleegd hier: http://www.grufides.org/sites/default/files//documentos/publicaciones/Criminalizaci%C3%B3n%20de%20la%20protesta%20en%20Per%C3%BA%20-%20Mirtha%20V%C3%A1squez.pdf

WG Discrimination Against Women: event. (2017). Strengthening protection networks for women human rights defenders to combat discrimination: Challenges and opportunities in the current context. Geraadpleegd hier: http://www.ohchr.org/EN/Issues/Women/WGWomen/Pages/WomenHumanRightsDefendersGender.aspx

Auteur: Eline Andries (Cajamarca, Peru)

De oogst van water in Bolivia gaat door

Het Zuid-Amerikaanse land Bolivia ondervindt de laatste jaren last van droogte. Om te voorzien aan de meest dringende noden aan drinkbaar water, brengt Cosecha de Agua de lokale bevolking, CEPA (Bolivia), CORIDUP (Bolivia), Ingenieurs zonder Grenzen (België), CATAPA (België) en Academics for Development (België) samen.

De rol van Academics for Development is het project te evalueren en mogelijke oplossingen voor de toekomst te ontwikkelen. Het team bestaat uit coach David Villalobos (project management), Emiel Willms (statistiek), Gilles Robijns (elektrisch ingenieur), Jasper Hendrikx (bio-ingenieur), Vicente Burchard-Levine (hydroloog), en Michelle Hernandez (antropologe).

Elke specialist zal zijn expertise gebruiken om bij te dragen aan de algemene evaluatie van het project en, als een team, aan een alles omvattend rapport aan het einde van de zomer/winter (2017). Dat komt overeen met het voltooien van de eerste fase van de implementatie van het project.

 “Cosecha de Agua om de lokale droogte te bestrijden.”

De eerste die aankwam was antropologe Michelle, die de kans had om het project in actie te zien in de gemeenschap van Khochi Pia Kala en Michelle ontmoette alvast enkele van de deelnemers in het project. Ze zal haar observaties en ervaring gebruiken om de lokale percepties te begrijpen, alsook de interacties met het project. Ze zal een sociale analyse maken van het project tot dusver en aanbevelingen doen voor de overige drie fases van het project.

Business manager Emiel gaat op zoek naar de beste en meest efficiënte manier om de materialen voor het project aan te schaffen. Vanaf het moment hij aankwam in Oruro, dook er de interessante vraag op: “Welk soort gootsysteem is het best en het goedkoopst?”. Eerst en vooral onderhandelde hij de prijzen met de verdelers, hij contacteerde de producent rechtstreeks en ontwikkelde een strategie voor een optimale aankoop van de materialen voor de huidige fase. Hij heeft zelfs een korting kunnen vastkrijgen van 7,5%! Als geboren Nederlander is hij gemaakt om de kosten-efficiëntie tot een maximum te doen toenemen.

Gilles de elektrisch ingenieur is de handleiding voor installatie van de tanks verder aan het uitwerken in een poging om het zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken, door het goede voorbeeld te volgen van een lego-handleiding. Dit moet het voor de deelnemers mogelijk maken de installatie volledig zelf uit te voeren, iets wat tot nu toe voor problemen zorgde. Hij zal gauw het terrein om gaan om de installaties te bestuderen en foto’s te maken en deze te integreren in de manual. Hij werkt nauw samen met lokale leiders, eerdere CATAPA vrijwilligers en het personeel van CEPA.

Vicente de waterspecialist brengt het team op de hoogte wat betreft de lokale waterstroming, bodemtypes, en het zoutgehalte van het water. Hij heeft zelfs satelietdata beloofd voor de jaarlijke neerslag van 1999 tot 2015 voor een goede analyse en een correcte voorspelling van de hoeveelheid water die opgevangen kan worden. Dit is essentieel aangezien het team veel aandacht hecht aan waterkwaliteit en andere mogelijke oplossingen voor watervoorziening.

Chemisch specialist Jasper is op missie om de effectiviteit van de wereldwijde chemische industrie te verbeteren. Als teamlid van AfD zal hij beroep doen op zijn training als ingenieur om een wateranalyse plan voor het “Cosecha de Agua”-project op te zetten. Zijn ervaring is de sleutel tot een goede technische analyse van het project en om goede aanbevelingen te doen voor toekomstige programma’s.

“En plezier maken terwijl we ermee bezig zijn!”

Het AFD-team krijgt maar niet genoeg van quinoa en charquekan (gedroogd, gefrituurd lamavlees). Jasper is duidelijk student aan de faculteit van bio-ingenieurswetenschappen aangezien hij zich maar blijft fascineren door de wereld van de aardappelen. We vragen ons serieus af of hij het project koos omwille van de waterproblematiek… of omwille van de enorme variëteiten aan aardappelen.

Ze dompelen zich ook onder in de lokale ontbijtthee: coca bladeren. Men zegt dat het help tegen de hoogteziekte en dat het helpt tegen hoofdpijn. Het medisch gebruik is dus toepasselijk.
Deze week plannen ze enkele bezoeken aan de gemeenschappen, om de deelnemers van het project te bezoeken, en om de lokale context beter te begrijpen. Ze hopen om ook bij hun bezoek wat vers lamsvlees en lokaal geteelde quinoa te kunnen eten, twee van de meest populaire ingrediënten op het platteland.

Aangezien het team werkt op de effecten van mijnbouwvervuiling in de lokale gemeenschappen, hebben ze een duik genomen ín de lokale mijnen: één galerij waarin 400 jaar geleden gewerkt werd en één die nog actief is vandaag. Natuurlijk moesten zij ook hun offer brengen aan “El Tío” van de mijn (de god, Huari) met alcohol, sigaretten, en coca bladeren. Noodzakelijk voor een veilig bezoek aan de mijn.

Het was een interessant bezoek vol verwondering toen ze zich dubbel moesten vouwen om door de 1,2 a 1,4 m hoge tunnels te geraken, volledig bedekt met zwavel. De gids toonde dynamietgaten en aders met geconcentreerd tin, zilver, lood, koper, zink, en arseen.

Het meest tot de verbeelding sprekend was voor hen het zich op de Kori Chaca mijn, op enkele honderden meters van het Uru Urumeer en vlak langs de Desaguadero rivier. r lagen nog steeds hopen erts in de openlucht waarover men vroeger een cyanide-oplossing sproeide om het goud uit te logen. Hoewel de mijn sinds kort gesloten is, blijven de grote, witte evaporatiemeren achter als herinnering, onvermijdelijk verontreinigd met zware metalen.

 “Vier ijverige kerels, één jonge dame, één project”

Het AFD-team is hoogst enthousiast om met CEPA en CATAPA samen te werken en om waar mogelijk bij te staan met een technische, economische en sociale evaluatie van het “ Cosecha de Agua”-project, alsook om aanbevelingen te doen en een betere basis te vormen voor volgende fases en komende projecten.

Auteur: Michele Hernández

Vervuiling in Oruro troef!

In een lange colonne van mini’s (kleine busjes als publiek transport), auto’s, jeeps en 4×4’s vertrekken we rond de middag vanop de plaza van Oruro. De menigte is te groot om te beseffen wie nu precies wie is, maar dat verschillende afgevaardigden van het lokale ministerie van milieu, COMIBOL (de corporatie van mijnbouw in Bolivia), het programma Cuenca Poopo, de pers, onze organisatie CEPA en heel wat campesino’s present zijn, dat is duidelijk.

San José, de stadsmijn

Vijftien minuutjes later, hoog boven de stad in het zuiden, komen we aan op stopplaats 1: de mijn San José. De oorzaak van een recente, grote bezorgdheid in Oruro. Sinds de coöperatieven van de mijn sinds een aantal maanden opnieuw water aan het oppompen zijn om de mijn draaiende te houden, stromen grote hoeveelheden zuur water via open kanalen door de stad naar Lago Uru-Uru, het kleine broertje van Lago Poopó. Het zure water, met een zorgwekkende pH-waarde van 1,5 stroomt in een beekje recht uit de ingang van de mijn, en heeft een geel-groen-bruine kleur.

De mijnbouwers, die eveneens uit de mijn komen, proberen zich een weg te banen tussen de samengetroepte menigte voor de ingang. Op hun voorovergebogen ruggen dragen ze grote zakken puin afkomstig uit de mijn. Ze lijken vooral gefrustreerd door het oponthoud. Verstaanbaar, aangezien hun inkomen direct afhankelijk is van de hoeveelheid erts die ze per dag ontginnen. De ingenieur van programma Cuenca Poopó doet een inleidend woordje, de pH van het water wordt gemeten, de pers en ikzelf nemen de nodige foto’s en voor ik het goed en wel besef sleurt iemand me bij de arm terug naar de mini waarin we gekomen zijn. Er valt vandaag geen tijd te verliezen.

Bovengrondse rioleringen

We passeren het centrum van de stad en draaien daarna af richting het zuiden. De grond wordt droger, de huizen schaarser, de omgeving weidser en de geur indringender. Vreemde geuren zijn nu wel vaker schering en inslag in Oruro, dus ik ben me oorspronkelijk van geen kwaad bewust. Maar als we na een paar 100 meter plots een stofferig pad opdraaien langs een lange stenen afvoerbuis ben ik me al snel bewust waar de geur vandaan komt: het afvalwater van de stad ligt hier gewoon bovengronds. De buis wordt vergezeld van 2 kleine droge kanaaltjes aan beide kanten die tot de nok gevuld zijn met plastiek flessen, oude schoenen, glas en kapot speelgoed… Na 10 minuten houdt de colonne halt. De afvoerbuis gaat hier onverwacht over in een halve buis en kruist een ander vervuild kanaal uit de tegenovergestelde richting. De poel waar we verzamelen is een mengeling van bruin/geel water met een smerige olie-achtige laag, vergezeld van hopen dobberend afval. De geur is immens.

Danig onder de indruk van de geuren, de kleuren en de samenstelling van het water ben ik te geconcentreerd met mijn camera in de weer en mis ik het grootste deel van wat ingenieur Carlos Huayta van programma Cuenca Poopo te vertellen heeft. Tijd voor een reconstructie van zijn speech is er niet, want plek 3 wacht op ons.

Van meren, tot vruchtbare gronden, tot stortplaats

We keren terug en nemen een andere route, langs de spoorwegen, die eruit zien alsof ze al eeuwen niet meer in gebruik zijn. Langs onze kant van de spoorwegen strekt zich een uitgestrekt droog landschap uit, aan de overkant van de spoorwegen zie ik in de lage namiddagzon de glinstering van lago Uru-Uru. We stoppen op een niet nader aangeduide plaats net voor we 2 huisjes langs de spoorweg passeren. Ik vraag me eerst verbouwereerd af waarom we net hier halt houden. Maar als na een aantal minuten het veld zijwaarts inwandelen de grond onder mijn voeten bij elke stap meer en meer begint te kraken, word ik me bewust van de gigantische stortplaats die we opwandelen… En het wordt erger. Vijftig meter verderop in het veld is de dorre grond zelfs niet meer zichtbaar. Overal rondom ons zien we kleren, plastiek, glas, een verloren driewieler, noem maar op.

Dit waren ooit velden voor de veeteelt. En 20 jaar geleden was dit zelfs het Uru-Uru-meer. Klimaatsverandering heeft het meer in de afgelopen decennia naar één kant van de spoorwegen teruggedrongen en de langzame opstapeling van afval heeft uiteindelijk ook het vee weggedreven. In de verste verte zien we alleen afval. Een gigantische vuilnisbelt in een prachtige omgeving.  Na de technische uitleg over de vervuiling op de vorige stopplaatsen, nemen hier voor het eerst de campesinos het woord. Dat ze geen velden meer hebben voor hun vee en dat families uit de dorpen in grote getale wegtrekken op zoek naar een beter leven in steden als Cochabamba en Santa Cruz. En dat de gezondheid van de overgebleven ‘abuelitos’ (gepensioneerden) in gevaar is. Maar niet alleen hun gezondheid. Met de zuiderwind van de maand augustus zal al het afval en het stof van de stortplaats zijn weg terugvinden naar de stad Oruro. Ook de gezondheid van de mensen in de stad wordt dus bedreigd… Verschillende camera’s filmen de emotionele speeches van de bevolking en wat verderop staan enkele mannen verspreid over hun vervuilde terreinen in de verte te staren.

De veelbesproken waterzuiveringsinstallatie

De laatste locatie waar we halt houden ligt nog zo’n 10 minuten verder langs dezelfde spoorwegen. Over een zoute, witte ondergrond lopen we het veld terug in, richting een kanaaltje dat zich loodrecht van de stad tot de oneindige vlakte in de verte lijkt uit te strekken. In de verte dobberen twee eenden in de langzaam ondergaande zon en een aantal flamingo’s vliegen non-stop over en weer naar het meer aan de andere kant van de spoorwegen. Het is een pracht van een landschap, maar bij nader inzien is ook het kanaaltje volledig vervuild. Goor water, een vuile olie-achtige laag erbovenop  en afval langs de randen… Opnieuw nemen de campesino’s het woord en wordt er druk gespeculeerd wie nu precies de schuldige is van alle vervuiling. Organisaties als CORIDUP, die al meer dan 6 jaar strijden voor verbetering, zijn moe dat er nog steeds niets, maar dan ook niets veranderd is, ondanks de torenhoge beloftes van de overheid jaar na jaar.

De autoriteiten die present zijn, alsook de ingenieur van programma Cuenca Poopó proberen de gemoederen te sussen met woorden die wel oprecht lijken te zijn. Dat een schuldige zoeken voor het verleden geen zin heeft, maar dat we –integendeel- nu vooruit moeten. Dat ze hier en nu aanwezig zijn om te helpen. Dat er plannen gemaakt en getekend zijn voor een waterzuiveringsinstallatie. EN een chronogram, volgens dewelke de installatie in november al zou moeten klaar zijn. Heel opmerkelijk waren bovendien de woorden van de directeur van het ministerie van milieu van de municipale overheid … : ‘In het verleden werd altijd het excuus gebruikt: Er is geen geld. Dat is fout en verleden tijd. Er IS geld. Wat ontbreekt zijn concrete projecten. Evo Morales zelf heeft daartoe opgeroepen. Dus we gaan hier mee door. Dat beloven we. De plannen liggen klaar en zijn getekend. Het geld is er. De waterzuiveringsinstallatie komt er. Voortdurende vervuiling is binnenkort verleden tijd.’

Gebrek aan ecologische politiek

Zelf behoorlijk onder de indruk van die beloftes vraag ik aan mijn compagnons van CEPA of zij vertrouwen hebben in die woorden. Het antwoord is bijna lachwekkend. Ze geloven dat de waterzuivering er zal komen, ooit, aangezien vele organisaties de plannen ondertekend hebben en er al te veel media woorden aan vuil hebben gemaakt. Anderzijds, de man aan het woord tijdens de beloftevolle speech, wordt binnen 10 dagen vervangen door een opvolger, die in de verste verte niet aanwezig is. Het is het einde van zijn ambt en hij verdwijnt dus eind mei van het toneel.

Ondanks de plannen is er dus nog grote onduidelijkheid wie in de regering het voortouw zal nemen voor de uitvoering en de opvolging van het project. Bovendien zitten er nog heel wat essentiële gaten in de plannen voor de uitvoering. De argwaan bij CEPA is dus groot.

Bovendien bleef een grote vraag onbeantwoord. De waterzuiveringsinstallatie, -als die er al komt- zou dan wel de zuurtegraad van het water uit de mijn aanpakken, maar heeft helemaal niets te maken met het probleem van de tonnen afval die de gronden vervuilen. Het probleem van de gezondheid en de dreiging dat met de zuiderwind in augustus een groot deel afval terug naar de stad zal worden meegevoerd, werd zorgvuldig in de doofpot gestoken door de grote beloftes over de waterzuiveringsinstallatie.

‘Het ontbreekt in Oruro aan ecologische politiek’, zegt Clemente Paco van CEPA. ‘Zelfs ALS de regering acties zou ondernemen om de gigantische vuilnisbelt op te ruimen, dan storten ze het gewoon op een andere plaats iets verder.’ ‘En het ontbreekt ons, hier in de stad aan milieu-educatie.’ Nu, dat kwam voor mij niet als een verrassing. In mijn eerste weken in Oruro ben ik meermaals tevergeefs op zoek gegaan naar publieke vuilnisbakken in het centrum van de stad om mijn afgekloven watermeloenschillen weg te gooien. Nergens te vinden. Als ik het dan vroeg aan een marktkraampje, kreeg ik meestal te horen dat ik het gewoon op de grond voor het gesloten marktkraam naast hen moest leggen. De dag erna is de schil hoogstwaarschijnlijk weg, want de vuilnismannen- & vrouwen werken hard ’s nachts, maar is dus wellicht gewoon beland net buiten de stad. Wat bovendien niet door de vuilnismannen ’s nachts wordt opgeraapt, belandt met de wind in kanalen en rivieren en komt uiteindelijk ook op dezelfde plek terecht. Triestig.

Pachamama: één grote leugen?

Bij het instappen rakel ik het thema ‘gebrek aan ecologische mentaliteit’ in het vrouwelijk gezelschap in het mini-busje op. Waarom er geen vuilnisbakken in de stad staan, wil ik weten. ‘Oh, die waren er, vroeger, maar de mensen gebruikten ze niet, en ze waren uiteindelijk enkel en alleen goed voor vandalisme, dus heeft de regering ze dan maar weer weggehaald.’ Of hoeveel plastiek er wel niet verspild wordt. Elk stuk fruit dat je op de markt koopt, of elke 3 ronde pistolets krijgen een apart plastieken zakje, dat na 10 minuten wandelen naar huis toch weer wordt weggegooid.

Ik moet onwillekeurig denken aan Pachamama (Moeder Aarde). Aan hoe vaak naar haar verwezen wordt. Hoe Moeder Aarde een wezenlijk deel van de nationale politiek vormt. Aan hoe in 2014 nog de ‘plurinationale autoriteit van Moeder Aarde’ werd opgericht als tak van het ministerie van milieu en water. En aan hoe elke Boliviaan, bij elke speciale gelegenheid een slok bier aan Moeder Aarde schenkt, vooraleer zelf hun glas op te drinken. Het lijkt wel één grote farce. Erger zelfs, een leugen vindt Don Angel, president van Coridup (de coordinatie van getroffen gemeenschappen door mijnbouw in het bekken Poopo): ‘We liegen onze eigen Pachamama voor, en zowel de autoriteiten, maar ook elkeen van ons, verbergen onze verantwoordelijkheden angstvallig achter diezelfde leugens.’ Het zal nog lang duren voor er een echte verandering in mentaliteit komt…

Beleid vs. mentaliteit

We keren terug met de zon laag voor ons. Ik kan het contrast van zoveel vervuiling in zo’n prachtige, rustige omgeving maar moeilijk van mij afzetten. Terwijl ik erover nadenk en door de achterruit staar, zie ik plots in de verte een oude trein langzaam dichterbij komen. Als iedereen de trein in de gaten krijgt, start een nostalgische conversatie over hoe het treinnetwerk in Bolivia vroeger zo uitgebreid was. Staatsbezit en goedkoop. En prachtige ritten, naar alle uithoeken van het land. Sinds Goni, de omstreden president in 2002 en 2003 echter het hele systeem geprivatiseerd heeft, zijn alle companies naar Chili vertrokken. De enige trein die nog rijdt, gaat om de twee dagen van Uyuni naar Oruro. Ook privé-bezit en dus duur. We hebben dus geluk dat we hem zien. Als de trein ons voorbij rijdt,  zien we inderdaad meer lege wagons dan iets anders. De lokale mensen nemen de trein niet meer. Bussen zijn het vervoersmiddel bij uitstek geworden… Nog meer uitlaatgassen, nog meer vervuiling.

Er is veel veranderd in Bolivia, onder verschillende vorige presenten inclusief Goni vooral achteruitgang, met Evo opnieuw wat verbetering en hoop. Maar ondanks een sterk ecologisch beleid op papier sinds 2006, lijkt een echte mentaliteitswijziging nog mijlenver af…

Conga: Inspectie bevestigt waterextractie door Yanacocha

Verslag door Milton Sánchez (Plataforma Interinstitucional Celendina)

Celendín, 26 januari 2015

Honderden Beschermers van de Meren van de provincie Celendín bezochten nogmaals de meren van Conga die bedreigd worden door het mijnbouwbedrijf Yanacocha via haar destructief project Conga. Deze maal verzamelden ze in sector “Huayramachay”, tussen het Perol en het Azul meer. Op deze plek kon men vaststellen dat het mijnbouwbedrijf Yanacocha 3 buisvormige waterputten installeerde die grondwater bevatten. Volgens getuigenissen van de lokale bevolking bevoorraden ongeveer 10 tankwagens zich hier van water om dan te transporteren naar de installaties van Yanacocha voor haar mijnbouwoperaties.

Het installeren van deze waterputten voor grondwater veroorzaakt een verlies van het waterpeil in de bronnen van de gemeenschap Jadibamba, evenals van het waterpeil van de rivier Jadibamba. De gemeenschapsautoriteiten kwamen overeen om een klacht tegen het bedrijf Yanacocha in te dienen alsook tegen de Administratieve Waterautoriteit (AAA) van Cajamarca and Celendín, die toestemming hebben gegeven om dit water te gebruiken voor mijnbouwactiviteiten in plaats van menselijke consumptie en landbouw, zoals de van kracht zijnde wetgeving bepaalt. Ook werd vastgesteld dat in de meren Perol en Azul geen enkele vorm van machines aanwezig was.

De nieuw verkozen autoriteit van de provincie Celendín, Jorge Luis Urquía Sánchez, vergezeld van 5 van zijn ambtenaren, woonde eveneens de vergadering bij. Ook de autoriteiten van de Regionale Overheid van Cajamarca en van het Beheer van Natuurbronnen en Milieu waren uitgenodigd maar konden niet aanwezig zijn.

De Beschermers van de Meren maakten nogmaals gebruik van hun bijeenkomst om hun solidariteit uit te drukken met de strijd van de jongeren van het land en tegen de reeds ingetrokken “Arbeidswet voor jongeren” (gekend als Ley Pulpín), alsook met de verdediging van de Marañon rivier tegenover het overheidsinitiatief om meer dan 20 mega-dammen te bouwen die duizenden hectares productieve valleigrond die voedsel aan verschillende provincies in het noorden van het land -waaronder Celendín- voorziet, onder water zou zetten.

De bijeenkomst kende geen incidenten, hoewel de nationale politie, ten dienst van het mijnbouwbedrijf als veiligheidsdienst, talrijk aanwezig was. Een honderdtal agenten werden in bussen aangevoerd en probeerden op verschillende momenten de inspectie door de Beschermers van de Meren te provoceren en onderbreken.

Auteur: Hanne Cottyn

Kori Chaca in sluitingsfase

Kori Chaca is officieel in zijn fase van sluiting getreden. Deze fase duurt nog zo’n 3-tal jaar en uiteraard rijzen er veel vragen over wat de toekomstplannen zijn omtrent deze site.

Op zich komt deze sluitingsfase niet uit de lucht vallen, het aanvankelijke plan van Inti Raymi was om de goudmijn, die actief werd in 2005, voor 6 jaar te exploiteren. Wat wel een verrassing is, is dat het bedrijf deze fase onaangekondigd startte. Dat het zover is, staat vast want de ‘pit’ – die vermoedelijk meer dan 130m diep is – is reeds tot aan de rand gevuld met water, wat verdere exploitatie onmogelijk maakt. Het water om de pit te vullen haalden ze uit de Desaguadero-rivier, die vlakbij de site loopt. Daarvoor werd een kanaal gegraven van de rivier tot de put. Uiteraard is dit niet zonder gevolgen want verder stroomafwaarts ondervinden enkele comunidades een tekort aan water.

Verontrustend is dat er geen inspectie plaats vond vooraleer de mijnpit gevuld werd, wat wettelijk wel voorgeschreven staat en wat wel gebeurde bij Inti Raymi’s vorige mijnsite Kori Kollo (eveneens dichtbij de stad Oruro). Vermoedelijk is dit een weluitgedachte zet van Inti Raymi want op die manier “wast” de site zich letterlijk schoon. Door het gebruik van zo’n gigantische hoeveelheid water wordt het niet enkel onmogelijk om testen te nemen in de ‘tajo’, ook watermonsters om vervuiling te meten zullen het werkelijke resultaat beïnvloeden.

Intussen voerden CEPA en CORIDUP reeds een inspectie uit, in aanwezigheid van de lokale autoriteiten, die evenmin werden ingelicht over Inti Raymi’s plannen om de put te vullen. Zij mochten enkel inspecties uitvoeren buiten het ‘privéterrein’ (waar de exploitatie en ontginning effectief plaatsvinden) van Inti Raymi. Daar konden ze vaststellen dat de evaporatiemeren (waar het grond- en oppervlaktewater dat in de put komt te staat permanent naartoe gepompt wordt; water met hoge zoutwaarden) 30centimeter boven het toegelaten niveau stond. Aangezien het regenseizoen is, staat het ‘natuurlijk’ water letterlijk tot aan de rand van deze evaporatiemeren. Het feit dat het waterpeil de voorgeschreven norm overschrijdt, wijst op het feit dat er reeds veel zout water uit de evaporatiemeren ontsnapt is en zich vermengde met de natuurlijke waters, met alle gevolgen van dien. Verder laken de bermen van deze evaporatiemeren niet alleen aan een geomembraan (dat infiltratie van dit mijnwater moet verhinderen), ook werden er breuken in deze vastgesteld (die ook op foto’s van bovenaf te zien zijn), wat de infiltratie van het mijnwater met de daarnaast liggende rivier compleet maakt.

Wat de toekomst betreft blijven er nog heel wat vraagtekens. Wat er met de ± 230 actieve mijnwerkers moet gebeuren is verre van duidelijk, allicht zullen zij het werk willen verder zetten. Het officiële discours van Inti Raymi is dat alle mijnactiviteiten zullen gestopt worden (voorlopig gaan ze nog even door me het verder ontginnen van goud uit de reeds bestaande uitloogplatformen). Er gaan echter speculaties de ronde dat er plannen zijn om een nabij liggende berg van zijn goudvoorraad te beroven – een sacrale berg waarop een groot kerkhof gebouwd is – maar momenteel kan daarover nog niets bevestigd worden.

Auteur: Emma Timmerman

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Mijnbouwproject Conga in Cajamarca staat on hold, dat was de boodschap van president Humala na de intensifiëring van het lokale protest in de lente van 2012. Vijf dodelijke slachtoffers, honderden gewonden, juridische vervolging van sociale leiders en manifestanten, militarisering van de regio, …, Conga werd dé emblematische probleemcase van de Peruaanse regering en Newmont Mining. Humala bleek niet in staat het groeiend aantal sociale conflicten in Peru aan te pakken. Bovendien circuleerden de geruchten dat een aantal investeerders van Newmont zich vragen stelden bij het Conga-project, en dan vooral bij het gebrek aan sociaal draagvlak. Daarom besloot men Conga even on hold te zetten, in slaapstand.

Het gewenste effect bleef niet uit. Ook het protest viel stil. Nog steeds hoorde men dezelfde boodschap ‘Conga no va’, maar iets minder luid. Het schrikbewind van Lima hield mensen thuis, men ging niet langer de straat op. Maar in alle stilte gingen de werken in Conga gewoon door. De guardianes de las lagunas, boeren die in of nabij het concessiegebied Conga wonen, maakten melding dat men volop voortbouwde aan de waterreservoirs. Maar deze boodschap blaasde het lokale verzet geen nieuw leven in. Het grote protest bleef uit, in Lima wreef men zich in de handen.

Op zaterdag 25 mei benadrukte president Humala dat er dit jaar niet veel sociale conflicten woeden in het land. “Dankzij het werk van de Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad slaagden we erin om sociale conflicten te deblokkeren. Dit jaar hebben we geen grote conflicten gehad rond mijnbouw.” Hij voegde hieraan toe dat de consultatiewet “een instrument is om te komen tot sociaal aanvaardbare investeringen, en niet om investeringen te blokkeren.” Ten slotte gaf hij aan dat “het Conga-project in volle ontwikkeling is. De bouw van de reservoirs , één van de eisen van onze regering jegens Newmont, geven het nodige vertrouwen aan dit project.” Dit communicatie-offensief kwam niet onverwacht, het recente dipje in de grondstoffenmarkt en de mijnbouwconflicten in Espinar, Cañaris en Cajamarca zorgde voor enige twijfel bij mijnbouwbedrijven.

Op maandag 27 mei verscheen in de krant La República een groot interview met Javier Velarde, general manager van mijnbouwbedrijf Yanacocha. Daarin gaf hij duidelijk aan welke werken in Conga reeds plaatsvonden en wat er gepland staat in de nabije toekomst, o.a. de bouw van een nieuw reservoir ter vervanging van het bergmeer El Perol. “We zullen niet wachten tot de volgende lokale verkiezingen van 2014 om verder te gaan met het Conga-project”, zei hij.

De boodschap van Humala en Velarde kwam hard aan in Cajamarca. Het Conga-project is in volle ontwikkeling, binnenkort starten de werken aan het cultureel en ecologisch belangrijke bergmeer El Perol.  Een groot aantal comuneros, mensen uit lokale gemeenschappen, trokken op 28 mei naar het bergmeer om er een kamp op te slaan. Onderweg werden ze onderschept door de DINOES, een speciale eenheid binnen de Peruaanse nationale politie. Deze worden ingehuurd door mijnbouwbedrijven ter beveiliging van het terrein. Het kwam tot een confrontatie tussen de comuneros en de agenten waarbij meerdere manifestanten zwaargewond raakten. In een perscommuniqué van de Peruaanse politie benadrukte men dat er alleen rubberkogels en traangasgranaten werden gebruikt. Marco Arana, Milton Sánchez en Edy Benavides, belangrijke verzetsleiders tegen het Conga mijnbouwproject, veroordeelden onmiddellijk het buitensporige geweld tegen manifestanten en de samenzwering tussen de Peruaanse staat en de mijnbouwbedrijven.

Wat nu?

Een referendum over het mijnbouwproject zal dan toch niet plaatsvinden. In februari lanceerde het Comando Unitario de la Lucha, de groep van voornaamste verzetsleiders van regio Cajamarca, het idee om een referendum over Conga te organiseren. Zo kon men het gebrek aan sociaal draagvlak voor het project voor eens en altijd vastleggen. Na de aankondiging van het referendum kwamen hevige reacties vanuit de Peruaanse regering en het mijnbouwbedrijf Yanacocha; een referendum zou illegaal zijn en een slecht precedent scheppen.

Daarom organiseert het verzet nieuwe manifestaties. Op 4 juni plant men een actie in Cajamarca tegen het Conga mijnbouwproject. Op 17 juni wil men met verschillende delegaties uit de provincies Hualgayoc en Cajamarca opnieuw naar het bergmeer El Perol trekken. Uit vrees voor repressieve acties van de Peruaanse politie vragen de sociale leiders respect te hebben voor de geplande manifestatie.

De woorden van Humala en de aankondiging van de werken aan het mythische bergmeer El Perol drijven het conflict mogelijk tot een nieuw hoogtepunt. De tijdelijke stopzetting van werken in Conga bleek een halve waarheid; het eerste reservoir is bijna klaar, binnenkort start men met de bouw van het tweede reservoir. Conga staat in de startblokken, de vernietiging van El Perol kan wel eens het point of no return zijn. Dit beseft men ook in Cajamarca. Het verzet spreekt sterke taal  en weigert zich neer te leggen bij de eenzijdige beslissingen van de Peruaanse staat en het Newmont Mining.

Catapa is solidair met de lokale bevolking van Cajamarca. !Conga no va!

Referendum over Conga? Oplossing niet in zicht

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Einde conflict nog niet in zicht

Het conflict woekert ondertussen gewoon door. De zogeheten ‘opschorting’ van de werken in het concessiegebied, om de druk af de ketel te halen en dialoog mogelijk te maken, wordt door vele bronnen nog steeds ontkend. Marco Arana verduidelijkte dat “de werken aan 2 waterreservoiren nog steeds gewoon doorgaan.” Bovendien is het nog steeds muisstil rond de bemiddelingspogingen van geestelijken Garatea en Cabrejos en blijft het aanklachten regenen tegen manifestanten en bewoners van het concessiegebied, waaronder de familie Chaupe. Het betreft een van de weinige families die nog niet zijn vertrokken uit het concessiegebied, wat hen al veel heeft gekost. Deze familie werd reeds meermaals fysiek en psychologisch bedreigd, en werd in oktober 2012 veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijk en een boete van 200 Nieuwe Peruaanse Soles met betrekking tot een landconflict met het mijnbedrijf. (een getuigenis van de bedreigingen jegens deze familie: http://www.youtube.com/watch?v=KL-iw6aNW50).

Het Comando Unitario de lucha de Cajamarca kondigde enkele dagen geleden een 3-daagse actie in het concessiegebied van de Conga-mijn aan. In een persconferentie riep Edy Benavides, verzetsleider uit Bambamarca, de bevolking van regio Cajamarca op massaal af te zakken naar Conga. Aan zijn zijde maakte Marco Arana, leider van politieke partij Tierra y Libertad en ecoligist van het eerste uur, duidelijk dat de actie te Conga geen provocatie is. “De bergmeren behoren immers toe aan de bevolking”, zei hij. “Provoceren is het weigeren van toegang tot de Conga-zone en de installatie van gewapende troepen”, voegde hij eraan toe. In november 2011 liep een manifestatie in het gebied uit de hand toen bewakingsagenten buitensporig geweld gebruikten. Verschillende manifestanten raakten zwaargewond, waaronder 1 lokale verzetsleider die zijn oog verloor.

Het verzet tegen het Conga-project is nu reeds meer dan 18 maanden aan de gang.