Het protest van de Amazone bevolking!
Sinds 9 april is hier in Peru een protestactie bezig van de Amazone bevolking tegen het beleid van Alan Garcia. De inheemse bevolking eist dat enkele recent gestemde wetten worden ingetrokken. Deze wetten maken het nog makkelijker om natuurlijke hulpbronnen zoals hout, mineralen en petroleum te ontginnen. De ‘Indianen’ verwijten Garcia het land en zijn rijkdommen weg te geven aan multinationale bedrijven en uiten een noodkreet voor het behoud van de Amazone.
Toen Nicanor ons een weekje geleden vertelde dat hij op het punt stond naar een vergadering te vertrekken waar de Rondas Campesinas hun steun gingen betuigen aan de protestacties van de inheemse bevolking was onze reactie onmiddelijk: “Mogen we mee?” Zijn antwoord zoals altijd: “Natuurlijk, maar ik vertrek wel binnen een half uurtje.” Hals over kop onze dingen afhandelen, onze helmen gaan halen, even gaan tanken -want we gingen met de moto – en weg… Een plotse beslissing die de rest van onze week grondig zou beïnvloeden.
Onze ontvangst was niet erg hartelijk. De inheemse bevolking staat zeer skeptisch tegen de intrede van buitenlanders. Voor hen staan buitenlanders gelijk aan buitenlandse bedrijven en de roofbouw op de Amazone. Na ons te hebben voorgesteld werden we aanvaard. De sfeer bleef gespannen want per slot van rekening was er een strijd gaande. Op enkele honderden meters zaten een 500 tal ‘Indianen’ bijeen in het colloseum van bagua, ongeduldig te wachten op verdere instructies voor de strijd. In de vergadering vielen soms harde woorden omdat de Rondas graag wilden helpen, maar tijd nodig hadden om zich te organiseren. De inheemse bevolking daarentegen wil actie. Zij zitten hier samen reeds twee weken protestmarsen te doen door de ‘stad’, maar slagen er niet in de aandacht van de overheid te trekken. Ze hebben nood aan een meer radicale actie – het plan is een brug te bezetten die de verbindingsweg is tussen de kust en het regenwoud – maar ze hebben meer volk nodig om de verzamelde militairen, voor de brug, te verschalken. Ze zullen nog even moeten wachten. Nicanor als afgevaardigde van de Rondas hield voet bij stuk. “We hebben minstens 3 weken nodig om iedereen te mobiliseren.” Een emotionele diplomatische speech van mijn allerliefste wist de gemoederen te bedaren en de harten van de Amazone bevolking te winnen. Een warme uitnodiging volgde om de volgende dag het colloseum te bezoeken, foto´s te trekken en interviews af te nemen.
Het bezoek toonde de moeilijke omstandigheden waarin deze mensen nu al twee weken leven. Slechte hygiëne, geen drinkbaar water en te weinig potten om een deftige maaltijd te voorzien voor al de mensen. Deze protestanten geven het weinige geld dat ze hebben uit aan transport, reizen soms dagen, laten vrouw en kinderen achter om hier met hun speer in de hand (symbool van de inheemse bevolking), ver van hun vertrouwde jungle, hun stem te laten horen. Ondanks de erbarmelijke omstandigheden is de sfeer strijdlustig. Met veel kabaal trekken ze elke dag opnieuw door de straten om hun ongenoegen te laten horen. “La vida es un tesoro y vale mas que el oro!” (Het leven is een schat en is veel meer waard dan goud!) – “La selva no se vende, la selva se defiende!” (Het regenwoud verkoopt zich niet, het regenwoud verdedigd zich!) – “Urgent, urgente, neuvo presidente!” (Dringend, dringend, een nieuwe president!) …
Enkele dagen later, na een bezoek van de inheemse bevolking aan Jaén voor de verdere coördinatie met de Rondas Campesinas, werd nog eens gestipuleerd hoe belangrijk de communicatie met de media was. De conclusie was overduidelijk: “Hieraan moest gewerkt worden.” We (als verantwoordelijken voor de internationale communicatie) werden dan ook uitgenodigd om samen met Radio Marañon het Estacion 6 van Petroperú – bezet door de inheemse bevolking – te gaan bezoeken. Het zou een lange dag worden.
Om 8u op de moto want de afspraak was 9u in Bagua. Radio Marañon liet op zich wachten en gaf uiteindelijk verstek. Om 11.30u eindelijk in het busje met twee inheemse leiders voor een rit van 4 uur recht het regenwoud in. Het was lang geleden dat we nog eens in de jungle waren geweest en de pracht van dit “ongerepte” stukje natuur overviel ons weer. Drie keer werden we tegengehouden aan een wegblokkade. Niemand mocht door, het volledige verkeer langs deze weg lag lam als gevolg van het protest. Elke keer doken een honderd tal mensen op met hun speren in de hand om hun ongenoegen te uitten. Elke keer gaven de leiders die ons vergezelden een emotionele speech in hun onverstaanbaar taaltje (Awajun) en werden we warm onthaald. Al bij de eerste blokkade werden we officieel handlangers in hun strijd door de rode strepen die op ons gezicht werden aangebracht. Wij mochten door!
Eindelijk aangekomen aan het station 6 van Petroperú werden we opgewacht door een kleine duizend betogers. Allen verzameld in een dorpje van 10 huizen groot met als enige doel het lamleggen van de installaties, het stoppen van het pompen van ruwe aardolie in hun jungle en het opvoeren van de druk op de overheid. Rondom ons heen enkele huizen, plastieken zeiltjes waaronder mensen kampeerden, het station 6 en bos, bos en nog eens bos. Een optocht werd opgezet en een half uurtje later stonden plots 1000 mensen aan de poorten van Petroperú, gewapend met speren en protestborden. Aan de andere kant een dozijn zwaar bewapende agenten die nerveus aan hun grote mitrailetten begonnen prutsen. Rondom ons regenwoud de dichtst bijgelegen ‘stad’ 4 uur hobbelen van ons verwijderd. Onderhandelingen werden gevraagd. De radicalisering van de strijd vroeg om verandering. De inheemse bevolking was niet meer tevreden met het stoppen met pompen. Station 6 diende nu ook zijn elektriciteit af te zetten en militairen werden niet meer geduld binnen de poorten van het bedrijf.
De inheemse leiders werden onder luid gejoel binnen gelaten, kreten laaiden op – “Ningun paso atras!” (We gaan geen stap achteruit!) – het wachten begon. Rustige momenten werden afgewisseld met hevige emoties. De regen zorgde voor het uitdunnen van de gelederen maar bij de aflossing van de wacht was op 2 minuten iedereen terug paraat. De verse soldaten mochten niet binnen voor de anderen buiten waren. De spanning was te snijden. Aan beide zijden bereiden de troepen zich voor. Zenuwachtig werden blikken gewisseld en naarmate de tijd vorderde nam de spanning toe.
In de tussentijd werden we benaderd door verschillende mensen. Een veiligheidsagent die vast zat achter de wegblokkades met de vraag of we hem niet konden meesmokkelen in ons busje. Ook waren er enkele protestanten. Zij waren vrijwillig aangekomen maar wilden niet langer leven in deze omstandigheden. Ze waren hier nu 2 weken en sliepen op een modderige ondergrond onder een zeiltje. De wet van de solidariteit onder de inheemse bevolking laat echter niet toe dat ze het protest verlaten. Het is een radicaal protest en met tientallen mensen die op verschillende plaatsen de weg versperren is er geen doorkomen aan. Dit bleek ook later toen we doorgingen en onze bus grondig werd onderzocht op vluchtelingen.
Ondertussen doken ook twee zusters op. Zij bleken vast te zitten aan de wegblokkade met 10 kinderen die op weg waren naar Chiclayo en Lima voor chirurgische ingrepen. Ook zij werden de doorgang geweigerd. Radeloos kwamen ze ons hulp vragen. Ik besloot één van de leiders aan te spreken die me garandeerde dat gezondheidsredenen voorang kregen aan het protest.
Retorisch vroeg ik hem ook hoe lang het nog zou duren voor de onderhandelingen zouden zijn afgelopen. Toen hij mij vertelde dat de inheemse leiders binnen 20 minuten buiten gingen komen wist ik niet anders dan te vragen hoe hij dit wist. Kordaat diende hij mij van antwoord: “Ik heb Ajawaska genomen, ik weet dit!” (Ajawaska is een hallucinogeen middel dat gebruikt wordt door de medicijnmannen). 20 minuten later kwamen de leiders naar buiten met het nieuws dat Petroperú ging voldoen aan al hun eisen. De duisternis daalde neer over het gehele dorp. Een overwinning die de strijd ten goede kwam, maar niet alleen Petroperú maar ook het dorpje zonder elektriciteit achter liet.
Ondertussen was nog steeds geen doorgang verleend aan de kinderen en de zusters. In een slotvergadering met alle leiders, ontsprong een heftige discussie over dit onderwerp. De meerderheid was voor de doorgang maar een enkeling duldde geen uitzonderingen. 2 weken leven in moeilijke omstandigheden radicaliseerd de geest. Een emotioneel discours van Marij maakte de zaal even stil. Ze mochten door. Toen we de zuster met gevorderde leeftijd nog even begeleiden naar haar busje bleek dat de protestanten aldaar niet op de hoogte waren. Na weer een discours en de inspectie van de zieke, slapende en hongerige kinderen moest toch nog het jawoord van één van de leiders gekregen worden.
Joel en Zebelio (de twee inheemse leiders die ons vergezelden) begonnen ondertussen een beetje zenuwachtig te worden. Het was nu 23u en we hadden nog een lange weg voor de boeg. Ze konden ons niet helpen want de hiërarchie moet hier gerespecteerd worden. Ze zouden het gezag van de plaatselijke leiders ondermijnen mochten ze boven hun hoofden spreken. We lieten de zusters en kinderen dan ook achter met de belofte dat we elke volgende blokkade van hun komst op de hoogte zouden brengen.
Het regende toen we de terugtocht aanvingen en de hobbelige aarden weg was een zompige slijkboel geworden. Ons busje kreunde piepte en kraakte toen we op een slakkengangetje door de modder ploegden. Het overpeinzen van deze bewogen dag wisselde zich af met gedachten over onze veiligheid op deze strook modder, we dommelden in en schrokken weer wakker. Het was 2u ‘s nachts en ik keek op om te kijken waarom we niet meer bewogen. De hoge toon van een wiel dat tevergeefs grip probeert te krijgen in een modderige ondergrond gaf me het antwoord. Het was midden in de nacht, pikdonker, het goot en we zaten vast. Het onprettige vooruitzicht de nacht door te brengen op de veel te smalle bankjes van de camionet midden in het regenwoud stuwde ons naar buiten. Een half dozijn strategieën en een half uur duwen en trekken en we konden weer verder. Zoals het altijd gaat met een chauffeur, één foutje en het vertrouwen is weg. De aanwijzingen vlogen in het rond. Meer gas geven, je moet hier sneller door. Tot die extra duw op de pedaal zorgde voor algehele paniek. We waren op een stukje weg beland dat aan twee kanten was ingestort. 10 cm scheidde ons aan beide zijden met het einde van onze tocht. Verstand op nul en gas geven.
Nu geheel het idee opgegeven nog een oog dicht te doen zetten we onze weg verder. Een eerste landverschuiving konden we nog net passeren maar de volgende versperde de weg met een muur van twee meter slijk. Met een stijve rug werden we enkele uren later gewekt door de wegenwerkers: “of we hen geen lift konden geven naar hun machines want zij stonden aan de andere kant van de landverschuiving.” Geen probleem. Een dik uur later waren we in Bagua waar onze moto ons opwachte om ons naar huis te brengen.
Weet dat op dit moment het hele Amazonewoud in protest is. De Peruviaanse overheid probeert het af te schilderen als een klein protest, de peruviaanse media bericht er weinig over en de internationale pers neemt dit niet op. Maar we zijn er geweest, we hebben het gezien,… Dit is geen klein protest, het is een noodkreet vanuit het hele Amazone gebied!
Wordt vervolgd…
Thomas en Marij
P.S.: De zusters en kinderen kwamen de volgende dag om 12u aan in Bagua waar ze de bus namen naar Chiclayo.