De Peruaanse dictatuur: leg het volk het zwijgen op
Het is stil in Cajamarca. De stem van het volk is niet langer te horen in de straten, het geluid van getunede mototaxis en motoren van Japanse, Koreaanse en Chinese makelij vullen de stad.
Het Conga-conflict kende in het voorjaar een voorspelbaar verloop. Een blinde zag het noodlot aankomen; eind mei en juni intensifieerde het verzet. Het enige antwoord van de weinig creatieve Peruaanse regering was de installatie van meer troepen. We waren getuige van het eerste politiegeweld in Cajamarca stad, begin juni 2012. Hoe zeer dit ons schokte, hoe snel we dit gewoon werden. Tijdens de maand juni was de sfeer in de stad te snijden; van heinde en verre kwamen demonstranten, hun roep werd luider. Dagen voor de moordpartijen in Celendín en Bambamarca spraken we al over het gevaar van een tweede Bagua. Trieste en profetische woorden. Schaamteloos schoten de zwaar bewapende troepen van Humala 5 burgers neer. Een onderzoek werd aangekondigd om de eigenlijke omstandigheden van ‘deze ongelukkige incidenten’ te onderzoeken. De noodtoestand werd aangekondigd, ‘om het publieke leven te herstellen en de burgers te beschermen’. De eerste noodtoestand werd op 4 juli afgekondigd. Tijdens deze eerste maand werd een dialoog opgestart; twee geestelijken, Miguel Cabrejos en Gastón Garatea, gingen praten met de verschillende partijen.
Op 4 augustus, vanuit het niets en met een simpele vingerknip verlengde men de noodtoestand met een bijkomende maand. Opvallend was de onwetendheid in Cajamarca op 3 augustus; geen ziel wist wanneer de noodtoestand nu eindelijk eindigde, laat staan of men het nog een extra maand ging verlengen. Op zich was dit niet zo verbazend, want wat deze noodtoestand tekent, is de afwezigheid van politie of leger. Het dagelijkse leven gaat door, bij wijlen zie ik minder politie dan in de maanden voor de noodtoestand. Bovendien stoort men zich weinig aan deze maatregel; indien er een nachtklok is, sommigen beweren van wel, anderen van niet, dan negeert die men al te graag. Het is als het ware een ‘light’ versie van de noodtoestand, een normalisering van deze maatregel; de regering gebruikt het te pas, maar eerder te onpas, en de moegeslagen burgers halen hun schouders op.
Op dergelijke momenten voel je het gecentraliseerde Peru aan den lijve. De economische en politieke top beslissen in het grijze Lima, al dan niet in overleg, hoe het verder moet met het land. Na de eigenlijke afkondiging van de extra maand noodtoestand vielen velen uit de lucht; waarom werd de noodtoestand verlengd? Wat is het motief van Humala?
Waar de verantwoording voor de eerste noodtoestand nog enigszins steek hield, is dit bij de tweede versie niet het geval. De enige reden is het onderdrukken van de dissidente stem in de straten van Cajamarca. In een antwoord op deze dictatoriale maatregel verklaarde Marco Arana, één van de verzetsleiders, dat het protest gewoon zal verder gaan in de andere 10 provincies van regio Cajamarca, waar de noodtoestand niet van toepassing is. Daags erop werd een preventieve aanklacht uitgesproken door de regering, wat de lamlegging van elk protest in de andere 10 provincies betekende. Humala slaagt in zijn opzet; het aantal manifestaties werd tot een minimum herleid, kranten verleggen hun focus, Peruaanse arbeiders uit andere windstreken stromen toe om te werken in Minas Conga, … . Het verzet gaat op zoek naar andere strategieën, maar dit blijk niet makkelijk.
En juist ja, de dialoog opgestart door de regering, o.l.v. de twee geestelijken. Gisteren gingen ze praten met de CEO van Newmont Mining. Wanneer we eindelijk resultaat mogen verwachten, en wat het resultaat zal wezen, god knows. Hoop doet leven, en ondertussen werkt men vrolijk door in Minas Conga.
Auteur: David Verstockt