(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa
De Peruaanse president Humala kondigde maandag de noodtoestand af in vier provincies van de noordelijke Andes-regio Cajamarca. Duizenden boeren protesteren er al meer dan tien dagen tegen de komst van één van de grootste goudmijnbouwprojecten ter wereld. De noodtoestand maakt de inzet van het leger tegen de lokale bevolking mogelijk. Dat is reden tot ongerustheid: in 2009 leidde een gelijkaardig conflict in Noord-Peru tot meer dan dertig doden.
De verklaring van de noodtoestand is gebaseerd op artikel 137 van de Peruaanse Grondwet. Door deze uitzonderlijke maatregel worden in de vier provincies bepaalde burgerrechten opgeschort, zoals de rechten op persoonlijke vrijheid en veiligheid, de onschendbaarheid van woonst, en de rechten op vrij verkeer en vergadering. Het leger neemt de controle op de interne orde over. Enkele duizenden militairen zouden ondertussen ter plaatse zijn, om een einde te maken aan de protesten.
Omstreden megaproject
Het Conga-project is met een kapitaal van 4 miljard dollar de grootste mijnbouwinvestering ooit in het land. Het gaat om een uitbreiding van de Yanacocha-mijn, de grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Lima stelt dat Conga noodzakelijk is voor de verdere economische groei van Peru, maar in Cajamarca denken ze daar anders over: 78% van de bevolking is er afhankelijk van de landbouw en de veeteelt. Water is voor hen van het grootste belang.
Ook in de regiohoofdstad Cajamarca, die steeds meer omsloten wordt door de goudmijn in de omliggende bergen, ligt de bevolking wakker van water. De vernietiging van vier bergmeren door het project staat dan ook centraal in het protest, dat gesteund wordt door de regionale overheid.
Het voorbije weekend wierpen onderhandelingen tussen de regering en de aanvoerders van de protesten geen vruchten af. Na de voorlopige stillegging van het project door Yanacocha, besliste president Humala maandag om de noodtoestand uit te roepen in de regio.
De rol van de internationale gemeenschap
Yanacocha, dat voor meer dan de helft eigendom is van het Amerikaanse Newmont Mining en 5% kapitaalsteun krijgt van de Wereldbank, kent een lange geschiedenis van confrontatie met de lokale bevolking. Dat de nieuwe Peruaanse regering de belangen van het bedrijf opnieuw boven die van de lokale gemeenschappen stelt, vraagt om een internationale reactie. De beslissingen rond Conga zijn niet coherent met eerdere beleidsmaatregelen van de president, zoals de goedkeuring van een wet omtrent voorafgaande raadpleging van lokale gemeenschappen.
Het zou bovendien niet de eerste keer zijn in de recente geschiedenis van Peru dat een confrontatie tussen het leger en de lokale bevolking uitmondt in bloedvergieten: onder het bewind van de vorige president Alan García vielen in 2009 nog 33 doden, toen het leger ingreep om een einde te maken aan de protesten van inheemse Amazonegemeenschappen tegen olieontginning. De uitkomst van het conflict rond Conga zal bepalend zijn voor het beleid van de regering-Humala met betrekking tot andere mijnbouwconflicten in het hele land.
De EU is de tweede belangrijkste handelspartner van de Andes-gemeenschap (CAN), waarvan Peru deel uitmaakt. 45% van alle export uit de Andes-gemeenschap naar Europa bestaat uit brandstoffen en mijnbouwproducten. In 2012 ligt een Vrijhandelsakkoord met Peru ter goedkeuring voor in het Europese Parlement. In haar Country Strategy Paper 2007-2013 over Peru, onderstreept de Europese Commissie de nood aan sociale inclusie en cohesie in het land. Als Europa coherentie nastreeft tussen haar handels- en ontwikkelingsbeleid, dan is het haar verantwoordelijkheid om mee op te roepen tot een vreedzame oplossing voor de situatie in Cajamarca, vindt CATAPA: een oplossing die de positie van de lokale bevolking respecteert.
Auteur: Wies Willems