Het milieu-effectenrapport over de gevolgen van het Congaproject werd op 27 oktober 2010 door het ministerie van Energie en Mijnen goedgekeurd. Minera Yanacocha, eigenaar van het project, is een multinationale onderneming. Het investeringskapitaal is afkomstig van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining Corporation (51,35 %), van het Peruaanse Compañía de Minas Buenaventura (43,65 %) en van de International Finance Corporation (5%).
Het Congaproject is gepland in de regio Cajamarca, in de Noordelijke Andes van Peru, tussen 3.700 en 4.262 meter hoog. De projectinfrastructuur zou zo’n 2.000 hectare in beslag nemen. Het gebied wordt door de Peruaanse wet omschreven als ‘fragiel ecosysteem’ en is gespreid over twee provincies; de provincie Celendín en Cajamarca, gelegen in de regio Cajamarca. Goud en koper zijn de te ontginnen ertsen, een open-pit mijn staat gepland. De levensduur van deze mijn wordt geschat op 19 jaar, het zou het bedrijf ongeveer 11,6 miljoen ounces goud (328.854,46 kilo) en 3 miljard pounds koper (1.360.777.110 kilo) opleveren. Conga is bovendien het eerste project van een groter mijnbouwdistrict.
Het project kent veel lokale tegenstand, gevreesd wordt dat het project de watervoorziening van de regio in gedrang zal brengen, zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak. De ontginning van dit gebied heeft immers de verdwijning van vier bergmeren tot gevolg; de meren Perol, Mala, Azul en Chica. Het mijnbedrijf zal dit verlies trachten te compenseren door de bouw van vier waterreservoirs, en hoopt op die manier de watervoorziening van deze voornamelijk agrarische streek te verzekeren. Dit wordt door de oppositie in vraag gesteld, een complex hydrologisch systeem kan volgens hen niet vervangen worden door enkele kunstmatige reservoirs, die op de lange termijn kosten met zich mee zullen brengen. De bergmeren staan immers via boven- en ondergrondse rivieren in contact met elkaar, en zijn essentieel voor de watervoorziening via diverse rivieren en zijrivieren. Men vreest daarenboven dat de komst van het project de habitat van verschillende specifieke planten en dieren zal bedreigen.
De vrees van de lokale bevolking voor de impact van Conga op de regio wordt door de centrale overheid als ongegrond bestempeld. Die beroept zich op het milieueffectenrapport, dat ook als basis diende voor het verlenen van de concessie. Dit rapport wordt echter zowel lokaal als internationaal aangeklaagd omwille van verschillende redenen; de impactstudie werd uitgevoerd in opdracht van Yanacocha zelf, het gebrek aan technische gegevens over het hydrologisch systeem, het rapport focust op korte termijn gevolgen en vergeet de impact op lange termijn, … . Robert Moran, een Amerikaanse hydroloog die onderzoek deed naar het project, concludeert; “Such a technically-inadequate EIA would not be acceptable for permit approval in highly-developed countries.”
Verschillende organisaties, rondas campesinas, frentes de defensa, NGO’s, … hebben zich uitgesproken tegen het project en eisen dat het wordt afgelast. De unilaterale beslissing van de overheid om de concessie te verlenen, wordt door de oppositie gehekeld. Het conflict tussen de lokale bevolking en de centrale overheid is sterk gepolariseerd, het sociaal verzet wordt bovendien gecriminaliseerd. De regio Cajamarca heeft reeds meer dan een decennium te lijden onder de activiteiten van de Yanacochamijn. Ook hier waren de Wereldbank (IFC), de Newmont Mining Corporation en Minas Buenaventura bij betrokken. Het sociaal protest heeft in die zin een lange traditie.
CATAPA & Conga
Conga legt verschillende gebreken van het Peruaanse mijnbouw- en milieubeleid bloot. Daarom is dit een emblematische case; niet alleen op lokale schaal, maar ook nationaal vlak. De evolutie van dit conflict, of het project al dan niet doorgang zal vinden, kan de toekomstige mijnbouwpolitiek van de overheid bepalen. Bijgevolg is het lot van de cajamarquinos inzake Conga, het lot van alle Peruaanse bevolkingsgroepen die zich nabij interessante ertsen bevinden.
CATAPA ondersteunt het lokale verzet tegen Conga. In samenwerking met Grufides, een lokale NGO gehuisvest in de stad Cajamarca, en het PIC, een koepelorganisatie van verzetsorganisaties in de provincie Celendín, ondersteunen we verzetsorganisaties in hun eis om het Conga project af te gelasten. Daarenboven eist de lokale bevolking de installatie van een bindend referendum dat hen moet toelaten mee te beslissen over de verlening van toekomstige concessies. Zowel de regionale overheid als de bewoners van de regio komen ook op voor het recht om te beslissen over hun regionale ontwikkelingsmodel. Duurzame landbouw en de ontwikkeling van ecotoerisme zijn hierin belangrijke pijlers. Deze eisen waren onder meer te horen in de nationale mars voor het water in februari 2012, waar we in samenwerking met Docu Peru een korte documentaire over maakten. Alsook onderhouden we met CATAPA een Engelstalige site over het Conga project, om zo de niet-Spaanstalige wereld te informeren.