De zesde editie van CATAPA’s partneruitwisselingsweek gaat dit najaar door in de Chocó Andino regio (Ecuador). Vanuit eerdere edities geloven we sterk in de meerwaarde en het belang van uitwisseling en ontmoeting voor onze partners. Samenkomsten zoals deze zijn een van de essentiële manieren om te bereiken dat gemeenschappen tegen 2030 manieren hebben om mijnbouw te stoppen (een van de strategische uitkomsten van CATAPA)
Tijdens de uitwisselingsweek van 2023 richten we ons op het recht om ‘nee’ te zeggen in de Andes-regio.
Het delen van kennis en strategieën over het voorkomen van mijnbouwprojecten en over het omgaan met de gevolgen van de aanwezigheid van mijnbouwbedrijven op hun land, versterkt de deelnemers. Ze vertrekken met een bredere geopolitieke kijk, nieuwe ideeën en mogelijke acties voor hun verzet en voor hun blijvende aanwezigheid in hun regio, gedeelde solidariteit voor de strijd tegen mijnbouw in de Andesregio en hernieuwde energie en inspiratie om hun strijd voort te zetten.
Jij kan ons en onze partners helpen om deze bijeenkomst mogelijk te maken.
Maak het verschil voor onze partners!
Om de transportkosten, het werk van onze gastorganisatie en de accommodatie en maaltijden te kunnen betalen, zijn donaties nodig. We zijn dankbaar voor elke mogelijke financiële steun.
Jij kan met je gift het verschil maken. Stort op bankrekening BE49 9795 2861 7871 met als onderwerp ‘RTSN GATHERING ’23.
Als je in België doneert, zijn giften vanaf € 40 fiscaal aftrekbaar.
Het verliezen van de strijd tegen de mijnbouw zou betekenen… Gedwongen migratie, dood, het zou de bergen binnenstebuiten keren. Het zou het verdwijnen van de voorouderlijke verbale cultuur betekenen. Het zou veel mensen in een heel slecht scenario brengen, mensen zullen vechten voor hun overleving, voor waar ze wonen. Het zou… het zou het verlies van de Magdalena rivier betekenen, het zou het verlies van de Gualí rivier betekenen, het zou het verlies van endemische soorten betekenen – de kikker, de orchidee. Mensen zouden met niets achterblijven. De mensen, de dieren, het bos… Het zou verliezen betekenen… verliezen… alles verliezen. Alles verliezen.
– Osiris Ocampo, Falán
Het begon allemaal zo’n 400 jaar geleden, toen de Spanjaarden waardevolle metalen ontdekten in de bergen van wat nu Falán is, een Colombiaans dorp met zo’n 8.000 tal inwoners. Ze openden er mijnen met als doel zoveel mogelijk goud te exporteren naar Europa. Deze mijnen werden honderden jaren geëxploiteerd door het koloniale bewind, waarna ze van 1890-1920 nog door de Engelsen werden beheerd. De impact op de lokale gemeenschap en ecologie waren gelijk aan wat algemeen bekend is van mijnbouw: vervuiling, sociale disruptie en armoede. Er is (jammer genoeg) nog meer goud te bespeuren op Falán’s grondgebied. Drie multinationals exploreren er momenteel in de hoop er weldra met hun ontginningsprojecten te kunnen starten. Deze keer via openpitmijnbouw, een vorm van extractie met veel meer sociale en ecologische impact dan de eerdere ondergrondse mijnbouwprojecten door de Spanjaarden en de Engelsen. Maar het verzet is sterk. Als het aan de milieuactivisten in Falán ligt, gaan deze projecten niet door en stopt de kolonisering van Falán nu meteen.
De Verloren Stad, herinnering aan de Spaanse kolonisatie
Wie al gehoord heeft van het dorpje Falán, gelegen in het noorden van provincie Tolima, Colombia, kent waarschijnlijk ook hun Ciudad Perdida, ofwel de Verloren Stad. Dat is de toeristische trekpleister van het dorp waar je te voet, te ziplijn of al muurklimmend een prachtig stukje natuur kan ontdekken. Zeker het bezoeken waard!
Al heeft de plek een duister verleden. Je kan er ruïnes bezoeken van de Santa Ana goud- en zilvermijnen en het naastgelegen dorp, die beide het levenslicht zagen in tijden van Spaanse kolonisatie in de 17de eeuw. Het grondgebied werd voorheen bevolkt door inheemse gemeenschappen, die door de komst van de Spanjaarden verdreven werden van hun territorium of ingeschakeld in de mijnen. De mijnen waren het rechtstreekse eigendom van de koning van Spanje, die opriep tot uitvoering van de projecten en met open armen het ontgonnen goud en zilver ontving. In Falán daarentegen werd zowel de inheemse gemeenschap als een prachtig stuk natuur van de kaart geveegd. Dit was de start van een koloniale periode die ook vandaag nog voortduurt.
Het dorp Santa Ana (nu Falán) werd gesticht, bewoond door Spaanse mijnbouwwerkers, en over velen decennia werden kilometerslange tunnels gegraven in de bergen op zoek naar hoge concentraties van goud en zilver.
Recessie na Engelse mijnen
Na de onafhankelijkheidsoorlog werden de mijnen ter concessie gegeven aan Britse bedrijven en opnieuw decennialang geëxploiteerd, tot de jaren 20 van vorige eeuw. Op verschillende plekken in Falán en Frías (een gemeentelijk district verbonden aan Falán) worden oude mijnen opnieuw in werking gesteld en nieuwe geopend. Kilometers nieuwe tunnels worden gegraven in de bergen om er aan ondergrondse mijnbouw te doen.
De inwoners van Falán en Frías houden geen goede herinneringen over aan deze periode. De verhalen die terugkomen gaan onder andere over dode ‘quebradas’, dat zijn kloven tussen twee bergen waar een waterbron doorloopt. Door vervuiling en waterverbruik van de Britse mijnen 100 jaar geleden is vandaag de dag op die plekken nog steeds amper dierlijk leven te bespeuren.
Maar ook het verhaal van economische recessie en sociale problematieken als gevolg komt steeds terug. Nadat de bedrijven besloten te stoppen met ontginnen wegens niet meer winstgevend genoeg, ging het volledige dorp door een moeilijke periode. Na 40 jaar van ontginning waren de inwoners erg afhankelijk geraakt van de mijnbouw en daarom ging een plotse sluiting samen met recessie en sociale disruptie. Een tijdelijke economische groei en jobopportuniteiten in de regio werd snel omgeruild voor een lange periode van armoede en economisch herstel. Dat zijn de verhalen die nog steeds de ronde gaan in het dorp, waar de overgrote meerderheid van de inwoners nu terug afhankelijk is van landbouw. Dat is een iets stabielere vorm van inkomen, maar de regio kampt nog steeds met een hoge armoedegraad.
Vanwege deze sterke landbouwgeschiedenis zien de inwoners van Falán en Frías zichzelf bovendien niet als mijnbouwers – de mijnen waren immers altijd koloniaal en werden beheerd door bezetters. Net zoals de koloniale periode 400 jaar eerder bracht de exploitatie van buitenlandse mijnbouwbedrijven heel wat teweeg in Falán. Het ontgonnen goud werd opnieuw geëxporteerd naar het buitenland terwijl ze in Colombia met de impact achter bleven. Sprekende gelijkenissen met de Spaanse kolonisatie 400 jaar eerder.
Een neoliberale koers
Meer recent isook het Colombiaanse economische beleid en specifiek de veranderingen in het beleid rond landgebruik tekenend voor het bestaan en welzijn van boeren op het platteland vandaag. Historisch gezien is het overgrote deel van de Colombiaanse populatie campesinos, plattenlandsbewoners die leven van landbouw, veeteelt, visserij, of artisanale mijnbouw, die gesetteld zijn op afgelegen en vaak moeilijk te bereiken plekken in relatief autonome gemeenschappen. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw focust het Colombiaanse economische beleid op het ‘effectiever’ vormgeven van de economie door families van boeren van hun land te verdrijven zodat grote industriële boerderijen en (meer recentelijk) monoculturen hun plaats kunnen innemen. De geschiedenis van dit economische beleid is bloedig. Vele campesinos werden verdreven of vermoord zodat hun land beschikbaar zou worden. Daarnaast was dit economische beleid één van de oorzaken van de langdurige burgeroorlog, en veel campesinos waren slachtoffer van het geweld tussen de guerrillas en de staat. Velen werden onteigend van hun land en hun leven in het platteland.
In de jaren 90 en 2000 werd onder druk van internationale organisaties zoals de World Bank en het International Monetary Fund de Colombiaanse economie (en de mijnbouwsector) geneoliberalizeerd. Bedrijven werden geprivatiseerd, regelgeving verzwakt, en de sector werd opengesteld voor de internationale vrijemarkteconomie. Net zoals in de rest van Zuid-Amerika, en veel andere ‘arme’ of ‘onderontwikkelde’ landen, werd extractie voortaan gedaan door multinationale bedrijven uit ‘rijke’ landen. Zij strijken verreweg het grootste deel van de winst op, betalen weinig belasting aan de Colombiaanse staat (wat zou moeten leiden tot ‘development’), terwijl de lokale bevolking slechts achterblijft met de immense ecologische, sociale en economische impact, zonder zeggenschap in hun eigen toekomst. Het internationale neoliberale beleid, en consequentieel de aankomst van multinationale mijnbouwbedrijven, is een volgend hoofdstuk in de lange geschiedenis van imperialisme dat boeren onteigend van hun land, en hun economische middelen, gezondheid, rust, en leven verwoest.
Kolonisatie anno 2023
Het verhaal is nog niet voorbij. Opnieuw is er interesse vanuit andere landen in het grondgebied. Drie multinationals kregen vergunningen om 36.000 hectare te exploreren voor kostbare metalen. Dit keer met het doel om van start te gaan met openpitmijnbouw, een vorm van extractie die vele malen disruptiever is voor de wijde regio dan de ondergrondse tunnelmijnbouw die voorheen plaatsvond in Falán. Dat omdat in dit soort mijnbouw, zoals de naam insinueert, de gehele berg, inclusief ecosysteem, wordt getransformeerd tot een ‘pit’ – een groot levenloos gat daar waar voorheen leven was. Daarnaast is er zeer veel water nodig, wordt er gebruikt gemaakt van een grote hoeveelheid gevaarlijke chemische stoffen en wordt er veel toxisch afval gecreëerd.
Terechte zorgen dus bij de inwoners van Falán. Alleen al de exploratie roept bezorgdheden op, want hiervoor worden in de wijde omgeving gaten in de grond geboord van 200 meter diep, wat de ondergrondse waterstromen beïnvloedt en het leven op het land verstoord. In Líbano, een dorpje zo’n 25km zuidwest van Falán, waren velen boeren gedwongen te vertrekken nadat de opening van de mijn leidde tot waterschaarste. Voor een gemeenschap die voor een groot deel afhankelijk is van landbouw zijn water en gezonde grond steeds terugkomende bezorgdheden. Trotse boeren spreken over hoe vruchtbaar de grond is in deze regio, en hoeveel toekomst er is voor bijvoorbeeld biologische landbouw van cacao, koffie, guanabana, maís, yuca, avocado, … De lijst is oneindig. Voor velen is het boer zijn niet alleen een beroep, maar een identiteit en een manier van leven. Wat wordt bedreigd door de mijnbouwexploratie zijn niet alleen hun inkomsten, maar de manier van leven die ze hebben opgebouwd in en met hun land. Wat wordt bedreigd is hun thuis, en wie ze zijn.
Ook uiten ze zorgen om de biodiversiteit. In de omgeving van Falán zitten speciale diersoorten die enkel in die streek voorkomen, onder andere enkele vogelsoorten en ook de ‘rana morada’ ofwel paarse kikker. Het verlies van deze soorten, en zo ook eventueel soorten die nog niet ontdekt zijn, is eveneens een drijfveer voor protest. Al deze redenen komen samen. De zorgen om water en gezonde grond die nodig zijn voor hun productie, het ontwikkelen van een economische afhankelijkheid, de verstoring van de biodiversiteit, en de verwoesting van hun prachtige leefgebied, worden samengevat in de woorden van Osiris Ocampo uit Falán. “Ik denk dat de belangrijkste reden [voor verzet] liefde is. De liefde voor het territorio”.
Een verdeeld volk
Niet iedereen in Falán maakt zich echter zorgen. Kleinschalige landbouwpraktijken brengen niet veel op in Colombia, de prijzen van groenten en fruit liggen laag terwijl met het telen ervan zwaar werk gepaard gaat. Boeren worden daarnaast hoog belast en krijgen geen steun van de overheid. Deze factor, samen met de hoge armoedegraad, zorgt ervoor dat velen uitkijken naar de nieuwe jobopportuniteiten die de bedrijven hen beloven.
In vereda Cabandia (een vereda is een een arrondissement binnen een gemeente) staan milieuactivisten Damaris en Nicolas bijvoorbeeld moederziel alleen in hun strijd tegen de naderende projecten. Zij wijten de steun van hun buren aan geslaagde omkopingspraktijken van de bedrijven enerzijds, maar ook aan het lage educatieniveau en gebrek aan toegang tot informatie over de impact van mijnbouw. Hun vereda ligt het verst af van de dorpskern waar de lokale school gelegen is. Veel kinderen gaan daarom niet naar school en de educatiegraad in het algemeen is er erg laag.
Andere vereda’s, zoals vereda Santa Filimena, kozen er dan weer met z’n allen voor om de mijnbouw niet te steunen. Geen enkele familie geeft er toestemming aan de bedrijven om op hun grond gaten te boren en gezamenlijk spraken ze af om niet te gaan werken voor de mijnbouwbedrijven, die ook al voor de exploratiefase verschillende inwoners rekruteren.
Propaganda in de boekentas
De propagandamachine draait echter op volle toeren. De mijnbouwbedrijven in Falán gaan ver in het overtuigen van de bevolking van hun projecten. Multinational Mirandagold is de koploper in Falán betreffende omkopingstrategieën. Boeren kregen er al machetes, voedsel en geld kado. Het bedrijf doneerde ook een ambulance aan het lokale ziekenhuis. Ze creëerden zelfs een speciaal spel voor de kinderen in Falán op de dag van Halloween, waarmee ze tablets konden winnen. Het bedrijf sponsort festivals, kerstverlichting en leuke activiteiten. Andere kinderen kregen via de school speelgoed mee met het bedrijfslogo in hun boekentas. En aan de mensen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het behoud van het Cuidad Perdida reservaat werd een hele boodschappenkar aangeboden met allerlei goederen zoals voedsel en sterke alcohol. Inclusief uitnodigingen voor bijeenkomsten met de verantwoordelijken voor de mijnbouwprojecten. Zij lieten zich echter niet omkopen en sloegen het aanbod af. Een bedrijf dat zoveel moeite doet om de bevolking te overtuigen lijkt wel iets duisters te verbergen… Lees hier meer over strategieën die mijnbouwbedrijven hanteren om hun projecten door te dringen.
Verzet en alternatieven
Maar de Falánezen laten zich niet doen! Gesteund door het Colectivo Ambiental Falán y Frías en het regionale Comité Ambiental en Defensa de la Vida worden met regelmaat protestacties georganiseerd. Dit ondanks intimidatie en bedreigingen. Meerderen kregen al intimiderende bezoekjes van medewerkers van de multitinationals en één van hen werd zelfs met de dood bedreigd door de lokale politie na aanvang van een protestactie. Maar ook dat houdt hen niet tegen. Bij de activisten klinkt het eenduidig: we willen de geschiedenis van Falán niet opnieuw herhalen.
Ze hebben een heel ander soort Falán voor ogen. Een Falán waar de enige vorm van mijnbouw te bezichtigen is in de vorm van koloniale ruïnes in de Cuidad Perdida. Waar het ecotoerisme floreert en de landbouw opnieuw gewaardeerd wordt.
Wat nu?
Hoe moet het nu verder? De volgende gemeenteraadsverkiezingen kunnen wel eens van belang zijn. Enkel één kandidaat, Miguel Rubio, is uitgesproken tegen de mijnbouwprojecten. Via zijn eigen sociale media kanalen voert hij al jaren protest tegen de opkomende plannen en sensibiliseert hij over de impact van mijnbouw. De verkiezingen in oktober zullen dus beslissend zijn.
Waar Falán momenteel nood aan heeft volgens Luis Barreto Jimenez van het lokale milieucomite is samen te vatten in drie woorden: organisatie, educatie en campagne. ‘We moeten de losstaande milieuactivisten organiseren/uniseren en via gestroomlijnde campagnes correcte informatie over de impact van mijnbouw Falán en Frías insturen, om zo de propagandamachines van de bedrijven tegen te gaan.’
Daar wordt momenteel hard aan gewerkt! Samen met Catapa worden er bijvoorbeeld fondsen ingezameld om hiermee projectmatig aan de slag te gaan. De strijd is nog niet gestreden!
Dit artikel is het resultaat van een onderzoeksproject uitgevoerd door vrijwilligers van CATAPA’s study- en lobbywerkgroep in samenwerking met Colectivo Ambiental Falán y Frías en Willo Molenaar, antropoloog.
Wil jij ook een bijdrage leveren?
Ben je ontroerd door wat je leest en vraag je je af hoe je kunt bijdragen aan deze strijd? Een heel concreet ding dat je vandaag kunt doen is een donatie doen om de Right To Say No Andes bijeenkomst mogelijk te maken!
Deze bijeenkomst is de zesde editie van de partneruitwisselingsweek van CATAPA in het najaar van 2023 in Ecuador: Dit is een week waarin kennis, concrete praktische vaardigheden en strategieën worden gedeeld tussen getroffen gemeenschappen over het voorkomen van mijnbouwprojecten en over het omgaan met de gevolgen van de aanwezigheid van mijnbouwbedrijven op hun land. De bijeenkomst versterkt gemeenschappen in hun lokale strijd en dwingt banden en allianties die zorgen voor een verenigde strijd voor de bescherming van hun recht om nee te zeggen tegen mijnbouw in de Andes-regio.
Afgelopen vrijdag vond de 14e Marcha Carnaval plaats in Ibagué. Het was een feest, maar tegelijkertijd een manifestatie voor de verdediging van het leven, het water en andere natuurlijke rijkdommen. Onze partnerorganisatie ‘Comité Ambiental en Defensa de la Vida’ mobiliseert samen met andere milieucollectieven jaar na jaar tienduizenden mensen om hun vreedzame verzet tegen de vernietiging en vervuiling van hun leefgebied te tonen.
De milieumarsen in Ibagué staan bekend als de grootste in Colombia. Het begon in 2007, toen bekend werd dat in Cajamarca de grootste goudmijn van de provincie geopend zou worden: de La Colosa mijn, een project van multinational AngloGold. Dankzij het sterke verzet van de lokale bevolking werd het mijnbouwproject gelukkig afgeblazen. Maar dezelfde multinational gaat door met het uitvoeren van andere extractieprojecten in de regio, vaak vermomd onder andere bedrijfsnamen vanwege hun slechte reputatie. Dat is de reden waarom overal in de mars ‘Quita la mascara’ of ‘Verwijder het masker’ te zien was, de slogan van de onlangs gelanceerde campagne ‘AngloGold Nos Toca’ (AngloGold raakt ons).
De campagne werd deze maand gelanceerd door het netwerk van personen getroffen door AngloGold (la Red de Personas Afectadas por AngloGold) om het onethische en gewelddadige gedrag van de multinational aan de kaak te stellen en te ontmaskeren en om te eisen dat ze het Colombiaanse grondgebied verlaten. In een webserie met de naam ‘Historias Quebradas’ onthullen ze de wanpraktijken en geheimdoenerij van AngloGold in Colombia. Met ‘Fuera AngloGold’ of ‘Weg met AngloGold’ maakten de manifestanten afgelopen vrijdag regelmatig duidelijk dat het bedrijf niet langer welkom is op hun grondgebied.
Met muziek, kunst, parades en kostuums toonden studenten, vakbonden, collectieven en allerlei politieke en sociale organisaties uit de hele regio Tolima hun verzet tegen mijnbouw en fracking in hun regio. Ze manifesteerden en vochten voor hun recht om ‘nee’ te zeggen tegen destructieve projecten en verenigden iedereen die gelooft dat water belangrijker is dan goud.
CATAPA verwelkomde eind februari 2023 activistes Danila Andagoya (Red de Jóvenes del Chocó Andino) en Nathalia Bonilla (Acción Ecológica) onder het motto: het recht om ‘nee’ te zeggen van Ecuador tot België. Beide activisten strijden in het district Quito tegen mijnbouwprojecten in hun woongebied en tegen de schadelijke gevolgen van multinationale mijnbouwbedrijven voor hun gemeenschappen en het milieu. Twee weken lang deelden Danila en Nathalia hun ervaringen over de strijd tegen mijnbouw.
Zowel Danila, Nathalia als Vlaamse activisten focusten ook op de oplossingen: het recht om ‘ja’ te zeggen. Hoe kunnen we onze maatschappij bewegen naar een toekomst zonder mijnbouw en ongeremde economische groei.
Tientallen Catapistas waren betrokken bij het organiseren van verschillende evenementen om het jaarlijkse gastsprekersbezoek tot een succes te maken.
Samen met Gent Fair Trade verwelkomden we Danila en Nathalia tijdens een kick-off-evenement. Daar kwamen vele geïnteresseerde Catapistas bijleren over Danila en Nathalia’s werk door met hen in gesprek te gaan.
Het weekend daarop bereiden Nathalia en Danila de aankomende evenementen en vergadering voor met een aantal Catapistas. Daarnaast leerden ze meer bij over de Gentse cultuur en architectuur. Het weekend werd afgesloten met een internationaal activistendialoog bij de Pandemisten in het Vredeshuis.
Op maandag 27 februari vergaderden we met leden van de EEB (European Environmental Bureau) en de internationale Right To Say No-coalitie. Daarna volgde een ontmoeting met de VN-rapporteur voor de bescherming van milieuverdedigers, Michael Forst. Een zeer relevante bijeenkomst waarin Danila en Nathalia persoonlijk konden vertellen over de realiteit waarin milieuverdedigers in Ecuador leven.
Daarna volgde een netwerkevenement met de Global Right To Say No-coalitie, waar verdedigers en activisten uit verschillende gebieden zich verenigden. De dag werd afgesloten met het evenement Putting Rights First in the Green Transition – Due Diligence, Environmental Justice and the Right to Say No, dat werd gehouden in het Europees Parlement. Tijdens dit evenement konden activisten uit Ecuador, Brazilië, Zweden, Indonesië en Chili aan Europarlementariërs de gevolgen en impact van de extractieve industrieën op de rechten, het land en het milieu van inheemse volkeren wereldwijd toelichten.
De week werd voortgezet met verschillende evenementen in Brussel, Gent en Antwerpen, en een dialoogtafel met tal van organisaties die deel uitmaken van het Platform België en Latijns-Amerika en de Caraïben, dat wordt gecoördineerd door 11.11.11.
Om de samenhang tussen de strijd van de Belgische en de Ecuadoraanse gemeenschappen aan te tonen, organiseerden we het evenement: Van Ecuador tot Gent: naar een wereld zonder mijnbouw. Op die vrijdagavond leerden vele Gentenaars hoe we ons kunnen organiseren om samen te werken aan een wereld waar mijnbouw niet meer nodig is.
We kiezen samen voor een maatschappelijke beweging: weg met ongeremde economische groei en de grondstoffenkoorts die daarmee samenhangt. We zeggen ‘ja’ tegen een andere samenleving, samen met heel wat andere lokale activisten zoals de sprekers op dit evenement van de Transformisten, de degrowth-beweging en ecofeministisch activist en gemeenschapsbouwer Philsan Osman.
Op uitnodiging van les DoMineurs bezochten een aantal Captapistas, Danila en Nathalia Plombières, in een regio vol mijnbouwgeschiedenis. De gevolgen daarvan voor het gebied zijn nog steeds zichtbaar, daarnaast doemen er opnieuw plannen op voor nieuwe mijnen. Daar verzetten les DoMineurs zich tegen.
Ter ere van de internationale strijddag voor de rechten van vrouwen organiseerden we een rondetafelgesprek met Danila en Nathalia, samen met de Guatemalteekse activiste Susana López. Tijdens dit gesprek deelden vrouwelijke kameraden uit Ecuador en Guatemala hun ervaringen met betrekking tot hun recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouwprojecten, maar ook de persoonlijke en professionele situaties waarin het systeem ‘nee’ tegen hen zegt. Situaties van discriminatie en seksisme waartegen we moeten blijven vechten om ze te veranderen.
Het laatste publieke evenement was in Brugge samen met het Masereelfonds. De vele geïnteresseerden konden van Danila leren hoe je deel kunt uitmaken van een beweging die “ja” zegt tegen degrowth en je gemeenschap zelf organiseren en “nee” tegen mijnbouw.
Op 8 maart bezochten we BOS+ en wisselde Danila haar kennis over bosbescherming uit met een aantal medewerkers van BOS+. Daarnaast was er een rondleiding door het Aelmoeseneiebos (Gontrode), waar Danila kennismaakte met bosbeheer in de Belgische context en haar ervaringen deelde over hoe de gemeenschappen het bos van Chocó beschermen.
Later die dag namen een aantal Catapistas deel aan de mars voor de internationale strijddag voor de rechten van vrouwen. Danila vertegenwoordigde in het bijzonder de vrouwen die hun grondgebied verdedigen.
CATAPA is dankbaar voor de energie en kennis die Nathalia en Danila hebben gedeeld tijdens de vele evenementen die werden georganiseerd. Deze twee weken zijn ook mogelijk gemaakt dankzij de deelname van talrijke Catapistas en organisaties die hebben samengewerkt om de impact van deze campagne te vergroten. Dankzij hen zullen alsmaar meer Vlaamse burgers samen kiezen voor het recht om ‘nee’ te zeggen én het daarbijhorende recht om ‘ja’ te zeggen.
Danila: ons werk in België was een heel mooie ervaring, waarin ik voor verschillende doelgroepen het werk kon delen dat ik samen met mijn organisatie “Red de Jóvenes del Chocó Andino” in ons gebied realiseer. Het verhaal van het verzet van mijn gemeenschap die al meer dan 30 jaar wordt bedreigd door het extractivisme en mijn eigen ervaring met het leven en werken in dit gebied dat ik als mijn thuis beschouw.
Het waren weken vol activiteiten waarin ik de gelegenheid had om prachtige mensen te ontmoeten die vanuit hun verschillende plaatsen en posities strijden tegen het extractivisme, de aantasting van de natuur en de vernietiging van datgene wat bestaat in de bedreigde gebieden. Strijden voor een alternatief.
Voor mij was het belangrijk om bekend te maken wat we in mijn gemeenschap meemaken, omdat we vaak het gevoel hebben dat er niet naar ons wordt geluisterd, dat we alleen staan in de verdediging van onze gebieden en dat we zo ver verwijderd zijn van andere werkelijkheden. Onder het mom van een groene transitie willen ze ons van onze gebieden wegvagen om al onze natuurlijke rijkdommen, die wij elke dag beschermen, weg te nemen. Het was belangrijk om de steun van andere mensen te voelen, om te voelen dat ze aandachtig naar ons luisteren en zich zorgen maken over wat er met ons gebeurt en om banden te smeden en om samen te werken. Dit geeft ons troost en kracht om door te gaan.
Ik ben CATAPA en alle mensen die heel hard hebben gewerkt om dit mogelijk te maken, heel dankbaar dat zij ons kennis hebben laten maken met plaatsen met veel (vaak inspirerende) geschiedenis, cultuur en bossen. Maar ik ben vooral dankbaar dat zij ons thuis hebben laten voelen. Ik feliciteer hen ook voor het aanbrengen van de echte stemmen van de gebieden die bedreigd worden door het extractivisme. Van deze ervaring neem ik zeer aangename herinneringen mee, vriendschappen, kennis en de hoop dat we werken aan een betere planeet voor onze toekomstige generaties.
Voor mij was de “Speaker Tour” een zeer positieve ervaring, waarbij ik de gelegenheid heb gehad een deel van de Belgische samenleving bewust te maken over de gevolgen die mijnbouw heeft op inheemse volkeren en vrouwen, boeren en Afro-Ecuadorianen. Ik zou ook de nadruk willen leggen op het lobbywerk dat in het Europees Parlement is verricht, aangezien de discussie over due diligence voor Europese bedrijven positieve effecten zou kunnen hebben in Latijns-Amerikaanse landen.
Anderzijds zijn ook het debat en het standpunt over het recht om ‘nee’ te zeggen uiterst belangrijk, omdat dit het recht omvat op vrije en geïnformeerde voorafgaande raadpleging en respect voor de beslissing van de volkeren om destructieve winningsactiviteiten te weigeren die natuur, ecosystemen en samenlevingen op hun grondgebied zouden vernietigen.
Het recht om ‘nee’ te zeggen tegen extractivisme (voor mineralen, maar ook olie of agro-industrie) betekent tegelijkertijd een ‘ja’ voor het leven dat al bestaat, voor hun eigen economieën, voor lokale manieren om goed te leven, voor voedselsoevereiniteit, voor hun eigen culturen waar voorouderlijke wijsheid bestaat die nog onbekend is voor westerse samenlevingen.
Op vrijdag 24 februari kwamen CATAPA-vrijwilligers samen om Ecuadoriaanse activistes Nathalia Bonilla en Danila Andagoya te verwelkomen. Tijdens een gezellige en inspirerende avond in Gent ontdekten de Catapistas de verhalen van Danila en Nathalia over hun strijd tegen mijnbouw rond de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito. Danila en Nathalia strijden, elk op hun manier, elke dag voor het recht om ‘nee’ te zeggen.
Hun verzet tegen mijnbouwprojecten in hun gemeenschap en binnen hun organisaties lijkt misschien ver van ons bed, maar dat is het niet. De ongeremde consumptie van onder andere elektronica, de groene transitie, individuele elektrische mobiliteit: onze bewuste en onbewuste keuzes als samenleving hebben wereldwijd gevolgen.
Catapistas geloven dat wij ook het recht hebben om ‘nee’ te zeggen tegen ongeremde economische groei en ons huidig economisch model. Het recht om nee te zeggen is altijd verboden aan een ‘ja’. We zeggen, samen met heel wat andere bewegingen en burgers, ‘ja’ tegen een andere manier om onze samenleving te organiseren.
Wat kunnen Gentse en Vlaamse activisten leren van een strijd tegen mijnbouw in Quito, Ecuador? Daar kwamen we op zondag 26 februari achter bij de Pandemisten in het Vredeshuis. Tijdens deze interactieve workshop brainstormden we over ons werk als actvisiten en het belang van actievoeren, deelden we technieken en good practices en vonden we inspiratie in elkaars drijfveren en doorzettingsvermorgen.
Nathalia en Danila deelden hun verhaal over de strijd in Quito, waar ze er in geslaagd zijn om de overheid te verplichten een referendum te organiseren over mijnbouw in de regio. Hun mobilisatie, organisatie en werk van lange adem bracht vele verhalen naar boven van activisten hier in Belgie, en hun voorbereidingen voor acties en campagnes.
Wat specifiek naar boven kwam, van de Europese activisten (er waren ook mensen van Duitsland, Slowakije en Turkije) was dat veerkrachtigheid gemeenschap, feest en levensgenot vergt. Een strijd kan je enkel aangaan als je elkaar steunt, en humor en uitgelatenheid zijn van tijd tot tijd nodig om niet de hoop te verliezen in wat vaak een David versus Goliath strijd is.
Elk van ons had een eigen achtergrond, insteek en verhaal. Een zeer diverse groep om mee in gesprek te gaan, maar één ding was toch duidelijk: activisme, voor een betere, eerlijkere, groenere, gelijkere wereld is een werk van lange adem en ene strijd die we allen delen. Onze verhalen vertellen, wat goed ging, wat fout ging, hoe het beter kan, en hoe je altijd inspiratie en hoop vindt om voort te gaan – dat is wat we die avond vonden met elkaar. Van Gent naar Quito, en terug.
Op donderdag 2 maart vond een gespreksavond plaats in de Campus Boekentoren van de UGent. Geïnteresseerde Gentenaars en studenten kwamen er luisteren naar Nathalia Bonilla van Acción Ecológica, een organisatie in Ecuador die betrokken is in de Quito Sin Mineria campagne.
Nathalia bracht de boodschap dat het recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouwprojecten een recht is om ‘ja’ te zeggen tegen het leven en de natuur. Het is belangrijk om gemeenschappen te beschermen tegen extractivisme, omdat dit hen vaak ongezonder, armer en met minder hulpbronnen achterlaat.
Onze honger naar grondstoffen wordt gevoed door onze levensstijl en ons geloof dat een groene transitie nog steeds meer consumptie kan verdragen. Dit drijft de expansie van mijnbouwprojecten, waarvan de kosten vaak worden gedragen door degenen die er geen vruchten van plukken. Meer doen met minder en weten wat genoeg is, wordt daarom een sleutelonderwerp in de weg naar een rechtvaardige transitie. Hergebruik, delen, repareren en circulariteit spelen hierin een grote rol, zowel bij dagelijkse elektronica als mobiliteit.
Er kwamen veel interessante vragen uit de zaal: Hoe hebben jullie een referendum voor elkaar gekregen? Hoeveel mensen hebben jullie gemobiliseerd? Het engagement, de gedrevenheid en het doorzettingsvermogen van onze Ecuadoriaanse activist inspireerde menig luisterend oor.
Onze strijden staan niet los van elkaar: wat in Ecuador gebeurt, heeft een impact op ons, en omgekeerd. Nu de EU de deur op een kier zet voor grootschalige mijnbouwprojecten in Europa, is het des te belangrijker om deze globale strijd voor rechtvaardigheid te versterken en te verbinden. Te leren, te delen, en te leren delen. Een strijd voor een wereld zonder extractivisme.
Door Xander, begin maart kersvers stagair die volop kennismaakt met CATAPA
Op dinsdagavond 7 maart was ik op de gespreksavond met Danila in Brugge, georganiseerd door CATAPA in samenwerking met De Snuffel en het Masereelfonds. Het Masereelfonds (vernoemd naar kunstenaar Frans Masereel) is een progressief cultuurfonds dat vanuit een kritische hoek naar de huidige samenleving kijkt.
Het was de eerste keer dat ik een evenement van CATAPA kon bijwonen en ik vond de setting zeer geslaagd. Het publiek zat tussen verschillende kunstwerken en beelden waardoor de verhalen van Hanne en Danila een extra dimensie kregen.
Het was de eerste keer dat ik de schrijnende verhalen van Danila live heb gehoord. Ik had haar verhaal al gelezen maar het eens horen met haar eigen woorden en ervaringen voelde toch anders, het was veel pakkender en aangrijpender op deze manier. Vaak zijn de gevolgen van mijnbouw een ‘ver-van-mijn-bed-show’ vind ik, maar door de manier waarop Danila haar verhaal bracht, vol passie en ingetogenheid, voelde het alsof je er ook zelf bij bent geweest. Op deze manier ontstond er bij mij ook een extra motivatie om haar (maar ook andere bewegingen) te helpen en te ondersteunen tegen dit onrecht.
Vorige week, 22-24 maart, hebben verschillende milieubewakingscomités van GRUFIDES deelgenomen aan “El IV Encuentro Nacional de Vigilantes y Monitores Ambientales Comunitarios” in Ayacucho, samen met comités uit de regio’s La Libertad, Pasco, Junín, Ayacucho, Chosica-Lima, Apurímac, Cusco, Moquegua en Puno.
Het doel was onze capaciteiten te versterken en ervaringen uit te wisselen over watercontrole in door mijnbouwprojecten getroffen gebieden. De delegatie van Cajamarca was verreweg de grootste aanwezige op de bijeenkomst.
Op Wereldwaterdag bezochten we de gemeenschap van Santa Fe in de provincie Cangallo in de bergen van Ayacucho, op ongeveer 4.500 m hoogte. In een krachtig vertoon van hoop en verzet tegen de vernietigende gevolgen van grootschalige mijnbouw voor onze gemeenschappen, brachten regio’s uit heel Peru een offer aan het meer en zongen zij protestliederen.
Rivier die langs de gemeenschap van Sante Fe stroomt, waarbij de comités uit verschillende regio’s verschillende tests uitvoerden om de kwaliteit van het water te controleren. Foto Copyright: CATAPA
Daarna oefenden we verschillende methoden van watercontrole langs een stuk van de rivier die langs de gemeenschap van Santa Fe stroomt.
Kaart van mijnbouwconcessies, regio Ayacucho, 2022. Foto Copyright: CooperAction, 2022.
Tijdens de volgende dagen planden we acties voor het komende jaar en bespraken we maatregelen om onze beweging op nationaal en regionaal niveau van Cajamarca te escaleren en te versterken om “Ja tegen Water” en “Nee tegen Mijnbouw” te zeggen.
Ook de huidige politieke crisis werd besproken, met name in verband met de mijnbouw. Volgens Jaime Borda van Red Muqui hebben de eerste 100 dagen van Dina Boluarte een reactivering van de mijnbouwindustrie te zien gegeven, met de dreiging dat verlaten mijnbouwprojecten zoals Conga gereactiveerd zouden kunnen worden.
In het licht hiervan hebben de aanwezige vertegenwoordigers een gezamenlijke verklaring afgelegd met verschillende eisen, waaronder een veroordeling van de moord op 49 demonstranten door de politie en het leger, de wettelijke erkenning van het werk van de watercontrolecomités, het aftreden van Dina Boluarte, het uitschrijven van nieuwe verkiezingen en het opstarten van het proces voor een nieuwe grondwet met de actieve deelname van inheemse volkeren en sociale organisaties. De volledige verklaring kunt u hier lezen.
Stap voor stap, via initiatieven zoals de comités voor toezicht op het water, leren wij als gemeenschappen die te maken hebben met mijnbouw meer over onze rivieren, en hoe we ze kunnen verzorgen en beschermen.
Wij zijn waterverdedigers, hoeders van het geschenk dat ons leven geeft. Staatsinstellingen moeten dit respecteren en erkennen, en met ons samenwerken om onze watervoorraden te beschermen voor de komende generaties.
Geschreven door Connor Cashell, CATAPA Global Engagement Officer Peru en vrijwilliger voor GRUFIDES.
Sinds 1993 wordt elk jaar Wereldwaterdag gevierd om mensen bewust te maken van de wereldwijde crisis in de toegang tot water, en om actie te ondernemen om onze rechten te verdedigen.
Volgens de VN hebben meer dan twee miljard mensen nog steeds geen toegang tot drinkbaar water. De situatie is kritiek in de provincie Cajamarca, een van de regio’s in Peru met het grootste aantal huizen zonder toegang tot schoon water. 42% van de huizen in de stad Cajamarca heeft geen toegang tot water dat geschikt is voor menselijke consumptie.
Een van de drijvende krachten die de mensen in Cajamarca de toegang tot hun grondrecht op water ontzeggen, is de grootschalige mijnbouw. Tussen eind oktober en begin november 2022 kampte volledige stad Cajamarca met ernstige drinkwatertekorten. Volgens verschillende berichten werd dit veroorzaakt door een daling van de watertoevoer uit de Rio Grande-dam, die wordt gecontroleerd door het mijnbouwbedrijf Yanacocha. Gedurende deze periode meldden verschillende burgers en journalisten dat zij sterk vervuild water en dode vissen zagen in het stroomgebied van de Rio Grande-dam.
In deze context werken GRUFIDES en CATAPA sinds 2020 samen aan een reeks projecten met als doel lokale gemeenschappen die getroffen zijn door de mijnbouw de middelen te geven om hun eigen comités op te richten die de kwaliteit van hun rivieren bewaken.
Dit project is essentieel geweest voor het opbouwen van zelfredzaamheid en kennis van lokale gemeenschappen in Cajamarca om het toezicht op hun watervoorziening in eigen hand te nemen en het recht op veilig en gezond drinkwater op te eisen van de lokale autoriteiten. In plaats van laboratoria of regeringsinstanties worden de macht en de kennis rechtstreeks in handen van de plaatselijke gemeenschappen gelegd. Zo kunnen zij zorgen voor hun rivieren en collectieve beslissingen nemen ter verdediging van hun grondgebied.
Wie kent hun gebied en rivieren beter dan de gemeenschappen die er al generaties lang wonen?
Bambamarca: inzicht in de opbouw van collectieve kennis en het recht om ‘nee’ te zeggen
Deze comités voor watermonitoring hebben als katalysator gewerkt voor georganiseerd verzet van de gemeenschap tegen verdere mijnbouwontwikkelingen. In maart 2023 bezocht GRUFIDES de gemeenschap van La Lucma in Bambamarca, enkele uren ten noorden van de stad Cajamarca. Tijdens een zeer aangrijpende bijeenkomst deelden vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap hun ervaringen en namen zij deel aan een workshop over watercontrole. Volgens verschillende getuigenissen hebben talrijke mijnbouwprojecten hun rivieren ernstig vervuild, kinderen met kwik vergiftigd en de landbouw, waarvan ze voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn, aangetast.
Als onderdeel van het bezoek verzamelde de groep verschillende monsters langs een stuk van dertig meter van de rivier. Het proces van monstername is zeer gebruiksvriendelijk en eenvoudig in de praktijk. De groep haalt op verschillende punten van de rivier collectief watermonsters op met een net. De grond die op de bodem van het net ligt, wordt vervolgens in een bak gegoten om te analyseren welke benthische macro-ongewervelden (waterdieren zonder ruggengraat die zonder microscoop kunnen worden gezien) aanwezig zijn. De aanwezigheid van bepaalde macro-invertebraten is een belangrijke indicator van de waterkwaliteit: sommige kunnen alleen overleven in zoet, schoon water, of omgekeerd in zeer vervuilde omstandigheden.
Het was vanaf het eerste moment duidelijk dat de rivier extreem vervuild was door de mijnbouwprojecten stroomopwaarts. De rivier was oranje, met een sterke chemische geur. Er waren zelfs geen macro-invertebraten te vinden in de monsters. De rivier blijkt zo vervuild dat niets kan overleven in het water waarvan de hele gemeenschap van Bambamarca afhankelijk is.
Na het verzamelproces kwam de groep opnieuw bijeen om de resultaten te registreren, hun getuigenissen te delen en collectief een besluit te nemen over hoe het nu verder moet. De vertegenwoordigers ondertekenden een overeenkomst waarin zij verklaarden dat zij de resultaten terug naar de brede gemeenschap zouden overbrengen. Op die manier dringen ze aan op de collectieve organisatie van verschillende comités voor watertoezicht die het recht hebben nee te zeggen tegen verdere aantasting door mijnbouwactiviteiten, en van de plaatselijke autoriteiten eisen dat zij actie ondernemen.
Volgende stappen: Organisatie voor de bescherming van leefgebieden en het recht op proper water.
Ter gelegenheid van Wereldwaterdag zal GRUFIDES een overlegforum organiseren in de stad Cajamarca om een platform te bieden aan waterverdedigers om hun getuigenissen te delen, de watercrisis te analyseren en het recht op veilig en schoon water in Cajamarca op te eisen.
Van 21 tot 25 maart zullen in Ayacucho ook comités voor watercontrole uit heel Peru bijeenkomen om ervaringen uit te wisselen, methodologieën te vergelijken en de capaciteit te versterken van bewegingen die strijden voor toegang tot schoon water op hun grondgebied.
“Quito sin mineria” werd in maart 2022 gelanceerd door een groep organisaties, collectieven en mensen uit de gemeenschappen in het noordwesten van Quito die het Metropolitan District van Quito (MDQ) willen verdedigen tegen mijnbouw. Met de campagne willen ze genoeg handtekeningen verzamelen (en laten valideren door de overheid) om de inwoners van het noordwesten van Quito zelf te laten beslissen of ze al dan niet akkoord gaan met mijnbouw in het biosfeerreservaat Chocó Andino in Ecuador. Hoewel raadpleging van het publiek een grondwettelijk recht is in het land, is de campagne een grote onderneming, vooral gezien Ecuadors favoriete mijnbouwklimaat en de voortdurende schendingen tegen milieu- en mensenrechtenactivisten.
De Chocó Andino: een van de meest biodiverse plaatsen ter wereld
¹Wat is de Chocó Andino en waarom is het zo belangrijk om te beschermen? De Chocó Andino ligt in het noorden van Ecuador, in de provincie Pichincha, ten noordwesten van de hoofdstad Quito. Het is een van de laatst overgebleven bossen in Quito, in 2018 [1] door UNESCO aangewezen als biosfeerreservaat. Biosfeerreservaten zijn locaties waar beschermde kerngebieden worden gecombineerd met zones waar duurzame ontwikkeling wordt gestimuleerd. Deze sites zijn geweldige ruimtes voor ‘het begrijpen en beheren van veranderingen en interacties tussen sociale en ecologische systemen, inclusief conflictpreventie en beheer van biodiversiteit’[2].
Foto van de door mijnbouw bedreigde regio. Krediet: Antonella Calle Avilés
De regio Chocó Andino is door de UNESCO aangewezen omdat het een zeer bijzonder gebied is, dat het vochtige laagland van de Chocó – Darien (dat zich uitstrekt van Panama tot het westen van Ecuador) en het noordelijke Andesgebergte omvat[3]. Met een oppervlakte van 286.805 hectare vertegenwoordigt de Chocó Andino 83 % van het hoofdstedelijk district Quito en vormt het de longen van de Ecuadoriaanse hoofdstad en de omliggende gebieden. De bossen verwijderen jaarlijks minstens 266.000 ton koolstof uit de atmosfeer, wat bijdraagt tot de vermindering van de opwarming van de aarde[4].
Het is een gebied van mondiaal belang voor zijn biodiversiteit, die negen beschermde bossen, vier gebieden voor behoud en duurzaam gebruik, de ecologische corridor voor de Andesbeer[5] en meer dan 35 natuurreservaten omvat. Er leven naar schatting 150 soorten zoogdieren (waarvan 21% met uitsterven bedreigd is), 90 soorten reptielen (waarvan 57% met uitsterven bedreigd is), 120 soorten amfibieën (waarvan 51% in de toekomst zou kunnen uitsterven), 640 soorten vogels (waarvan 20% eveneens met uitsterven bedreigd is) en meer dan 3.000 soorten planten (die 12% van alle planten in Ecuador vertegenwoordigen, waarvan meer dan 80% zou kunnen verdwijnen)[6].
Foto van de door mijnbouw bedreigde regio. Krediet: Antonella Calle Avilés
De regio telt meer dan 21.000 inwoners en omvat de parochies Calacalí, Nono, Nanegal, Nanegalito, Gualea en Pacto, die samen de Mancomunidad del Chocó Andino vormen, alsmede de kantons San Miguel de los Bancos en Pedro Vicente Maldonado[7]. Chocó Andino omvat ook zeer belangrijk cultureel erfgoed, vooral van de inheemse Yumbo-, KituKara- en Inca-volkeren. In het gebied zijn minstens 528 archeologische sites gevonden[8].
De Chocó Andino bedreigd
Ondanks de unieke kenmerken van het gebied en het vitale belang ervan, wordt het gebied bedreigd. Momenteel zijn er 12 mijnbouwconcessies voor metaalwinning verleend, die 17 863 hectare beslaan, en zijn er nog 6 concessies in behandeling, die 9 899 hectare omvatten binnen het biosfeerreservaat van de Chocó Andino[9]. De ontwikkeling van mijnbouwactiviteiten in gevoelige gebieden als de Chocó Andino kan zeer ernstige sociale en milieueffecten hebben die de biodiversiteit en het gebied permanent kunnen aantasten[10].
Dit is reeds gebleken in gebieden van vergelijkbare ecologische betekenis in Ecuador, bijvoorbeeld in de Cordillera del Condor (gelegen in de provincie Zamora Chinchipe). In 2012 ondertekende de Ecuadoraanse staat een contract voor grootschalige mijnbouw met EcuaCorriente SA, dat de exploratie en ontginning van koper mogelijk maakte in een van Ecuador’s andere megadiverse en kwetsbare ecosystemen[11]. Milieuorganisaties en critici hebben jarenlang hun bezorgdheid geuit over de talrijke sociale en milieugevolgen van het mijnbouwproject Condor Mirador[12]. Sinds 2014 zijn meer dan 30 families van hun land verdreven en de dreiging van uitzetting achtervolgt families tot op de dag van vandaag[13]. Belangrijke milieuproblemen zijn de verwerking van residuen, watervervuiling en ontbossing van de biodiverse berggebieden van de Cordillera del Condor[14]. Een studie van Dr. Steven H. Emerman bracht bijvoorbeeld de milieurisico’s van een van de tailings dammen aan het licht[15]. De helling en de hoogte van de dam (met zijn 260 meter de hoogste ter wereld) zullen volgens hem onvermijdelijk leiden tot een ecologische en sociale ramp, aangezien de dam niet bestand is tegen aardbevingen of overstromingen, die in deze regio van Ecuador vaak voorkomen[16].
In de Chocó Andino bestaan echter, net als in andere regio’s in Ecuador, verschillende economische alternatieven die de noodzaak van mijnbouw zouden kunnen vervangen. Het Chocó Andino-gebied staat bekend om zijn biologische landbouw: in de Chocó Andino worden meer dan 450 biologische producten geproduceerd, waarvan er verschillende naar het buitenland worden geëxporteerd: koffie, chocolade, melk, fruit en panela[17]. Een andere bron van inkomsten en levensonderhoud is het agro-ecologisch toerisme, met 72 toeristische attracties in het gebied. Vijfentwintig daarvan zijn culturele attracties en 47 zijn natuurgebieden[18].
Foto: Mobilisatie voor het referendum. Krediet: Antonella Calle Avilés
Naar een Consulta Popular in Quito
De campagne “Quito sin mineria” verzet zich tegen mijnbouwprojecten in het hoofdstedelijk district Quito en de regio Chocó Andino. Maar eerst en vooral willen de initiatiefnemers van de campagne dat de bevolking van het noordwesten van Quito zelf, via een openbare referendum, kan beslissen of zij al dan niet akkoord gaat met mijnbouw in de regio.
De “consulta popular” of het referendum is een van de mechanismen waarin de Ecuadoraanse grondwet voorziet (artikel 104) om zowel het recht op inspraak in zaken van openbaar belang als het recht om geraadpleegd te worden te waarborgen. Dit kan zowel door burgers als door de president en de gedecentraliseerde autonome regeringen worden aangevraagd en het resultaat ervan is “verplicht en onmiddellijk uitvoerbaar”[19].
De organisaties, collectieven en mensen achter de campagne Quito Sin Minería vinden het belangrijk om hun stem te laten horen in kwesties die hun leven en hun toekomst beïnvloeden. Volgens Acción Ecológia, de belangrijkste milieuorganisatie van Ecuador, “is de rol van de staat er een van medeplichtigheid en nalatigheid bij de vernietiging van alternatieve leefsystemen voor de ontwikkeling van de mijnbouw”[20]. De campagne ziet een referendum dan ook als “de enige effectieve procedure die zij nog hebben om te proberen de mijnbouw op hun grondgebied te stoppen”[21], aangezien zij de vernietiging van een van de meest biodiverse gebieden van het land niet zullen toestaan[22].
De alliantie “Quito Sin Mineria” heeft op 12 januari 2022 vier vragen ter goedkeuring aan het Grondwettelijk Hof voorgelegd. Het Grondwettelijke Hof heeft de vragen op 4 mei 2022 goedgekeurd. De vragen in het referendum zijn de volgende:
“Stemt u in met het verbod op grootschalige metaalwinning binnen het Metropolitaan Subsysteem van Natuurlijke Beschermde Gebieden van het Metropolitaan District Quito; en, binnen het Gebied van Ecologisch, Cultureel en Duurzaam Productief Belang, gevormd door het grondgebied van de parochies Nono, Calacalí, Nanegal, Nanegalito, Gualea en Pacto, die samen het Gemenebest van de Andes Chocó vormen?”. Deze vraag wordt nog drie keer herhaald voor de niveaus van ambachtelijke, kleinschalige en middelgrote metaalwinning.
Collectie van handtekeningen in uitvoering
Foto: Het verzamelen van handtekeningen voor het referendum. Krediet: Antonella Calle Avilés
De inwoners van de zes gemeenschappen zijn nu begonnen met het verzamelen van handtekeningen in het hele grootstedelijke district Quito. Er is tien procent van de kieslijst (2 miljoen kiezers) nodig en dat betekent dat ze ongeveer 200.000 handtekeningen moeten verzamelen. “Maar omdat er altijd handtekeningen zullen worden geweigerd, om welke reden dan ook, is het doel om er ongeveer 400.000 te verzamelen”, zegt Ivonne Ramos van Acción Ecológica[24].
Het verzamelen van handtekeningen is echter een enorme onderneming. Bij verschillende gelegenheden is al gemeld dat gemeenteambtenaren het inzamelen van handtekeningen in de openbare ruimte verhinderen. De gemeenteambtenaren stonden hen niet toe de inzamelplaatsen in te richten en hebben hen zelfs uit de openbare ruimte gezet. Dit alles terwijl degenen die de handtekeningen verzamelen slechts hun (grondwettelijke) recht uitoefenen om openbare referendum te vragen[25].
Beperkingen van de Consulta Popular
Zoals hierboven vermeld, zijn in het biosfeerreservaat Chocó Andino reeds 12 concessies voor metaalwinning verleend en zijn er nog 6 in behandeling[26]. De consulta popular zal deze concessies niet kunnen tegenhouden. Indien de inwoners van het hoofdstedelijk district Quito echter voor het mijnbouwverbod in Quito stemmen, zou dit ten minste toekomstige concessies tegenhouden.
De campagne “Quito sin minería” in de context
Vanaf het begin van zijn presidentschap was het duidelijk dat het economisch beleid van de regering van president Guillermo Lasso gebaseerd zou zijn op extractivisme. Het doel van zijn beleid is de export van mijnbouw te vergroten en Ecuador aantrekkelijker te maken voor buitenlandse investeerders. “Het economisch beleid van Ecuadors regering, gebaseerd op de verdieping van een neoliberaal, privatiserend, open-minded, extractivistisch model, dat enorme privileges verleent aan grote bedrijven via vrijhandelsovereenkomsten en verdragen ter bescherming van investeringen, kan alleen worden bereikt door geweld tegen gemeenschappen, volkeren en de natuur“, schrijft Acción Ecológica[27].
Foto: Quito Sin Minería (Pacto)
President Lasso gelooft sterk in mijnbouw als een van de belangrijkste activiteiten voor de economie van Ecuador en benadrukt dat “Ecuador de banen die door duurzame mijnbouw worden gegenereerd en de economische middelen voor programma’s zoals dat tegen chronische ondervoeding van kinderen (CCD) of solidariteitsobligaties voor degenen die ze het meest nodig hebben, fundamenteel nodig heeft“[28].
Het idee dat mijnbouw gemeenschappen uit de armoede zal halen en banen zal scheppen is echter een mythe. De grootschalige mijnbouw vertegenwoordigt slechts 1,65% van het bruto binnenlands product en biedt werk aan slechts 0,12% van de economisch actieve bevolking, terwijl zij tienduizenden banen in de landbouw of het toerisme vernietigt; De mijnbouwsector betaalt nauwelijks belastingen, maar richt ernstige schade aan in gemeenschapsgebieden[29]. Uit officiële cijfers blijkt dat de totale inkomsten uit alle mijnbouwprojecten niet meer dan 0,8% van het geld dat de staat binnenkomt, zouden bedragen. Anderzijds is het geld dat de mijnbouw oplevert zeer volatiel omdat het afhankelijk is van de internationale prijzen. Bovendien concentreert de mijnbouw de rijkdom in de handen van enkelen[30].
Mijnbouw levert wel banen op, maar heel weinig en van zeer slechte kwaliteit. In 2019 zei de toenmalige minister van energie dat de megamijnbouw 32 duizend banen zal opleveren, dit is geen groot aantal. Toerisme levert bijvoorbeeld 12 keer meer banen op. Voor de bouwfase van de mijn genereert de mijnbouw banen van slechte kwaliteit, tijdelijk, lange werktijden en minimale betalingen, zonder rekening te houden met de effecten die de mijn genereert op de gezondheid van de werknemers[31].
De Ecuadoraanse regering beweert ook alleen “duurzame mijnbouw” te steunen, d.w.z. mijnbouw die milieuvriendelijk en economisch gunstig is voor het land. Er bestaat echter niet zoiets als “verantwoorde” of “duurzame” mijnbouw omdat de veroorzaakte vervuiling onvermijdelijk is. Zelfs met het gebruik van de meest geavanceerde technologie is vervuiling nog steeds een van de grootste problemen in de mijnbouw[32].
Criminalisering van milieuactivisten
In Ecuador worden dagelijks mensenrechten, collectieve rechten en natuurrechten geschonden. Dagelijks gaan mijnbouwbedrijven door met het verwoesten van natuurgebieden, het vervuilen van rivieren, het beroven van gemeenschappen van hun bestaansbronnen en hun voorouderlijk grondgebied[33]. Mensenrechtenactivisten die zich inzetten voor de bescherming van het milieu worden steeds vaker het doelwit en hebben bescherming nodig. Begin dit jaar verleende de Nationale Vergadering van Ecuador amnestie aan meer dan 260 milieu-, sociale, inheemse en mensenrechtenleiders in het land. Hoewel dit besluit door mensenrechtenorganisaties werd toegejuicht, zou het verlenen van amnestie niet nodig zijn geweest als de staat zijn verplichtingen was nagekomen om de rechten van zijn burgers en het werk van mensenrechten-, collectieve en natuur, en milieu-activistente beschermen en te waarborgen. Bovendien hekelen de activisten dat de criminalisering desondanks voortduurt[34]. Sinds het besluit van de Nationale Vergadering zijn er meer dan 100 nieuwe criminaliseringen geweest van activisten in de gebieden waar extractieve activiteiten (zoals mijnbouw) plaatsvinden. Dit is ook het geval in de regio Chocó Andino, waar degenen die opkomen voor de rechten van de natuur en hun gemeenschappen nog steeds geïntimideerd, bedreigd, lastiggevallen en vervolgd worden. Reeds 32 verdedigers zijn gecriminaliseerd.
De campagne Quito sin Mineria: hoe nu verder?
Zodra de periode voor het verzamelen van handtekeningen voorbij is, moet de Nationale Kiesraad (CNE) de handtekeningen valideren. Als de drempel wordt gehaald, moet de instantie een datum voor het referendum vaststellen en de middelen voor de stemdag garanderen[35]. De handtekeningen zijn nodig om deze consulta populaire op te nemen in de tussentijdse verkiezingen in 2023. Zo kunnen de inwoners hopelijk hun recht op openbare raadpleging uitoefenen en het hoofdstedelijk district Quito en de Chocó Andino definitief vrijwaren van mijnbouw.
U kunt de campagne steunen door hun netwerken te volgen en hun inhoud te delen om hun strijd meer zichtbaarheid te geven:
This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Check out more info about all this here. More Info
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.