Mijnbouw in Ecuador, een oud en een nieuw verhaal (SIED III)
Na afloop van het seminarie in Cajamarca trokken we met de Catapista’s en Zuid-deelnemers naar Zamora, een provincie in het uiterste zuiden van Ecuador.
Waarom Zamora, Ecuador?
Vooreerst omdat de provincie grenst aan Peru, en op die manier ook een impact heeft in Peru. In deze provincie zijnnamelijk heel wat kleine, illegale mijnbouwbedrijfjes te vinden die reeds decennia de waterkwaliteit en -kwantiteit van de streek, o.a. rivieren die naar Peru vloeien, aantasten. Bovendien staat het eerste grootschalige mijnbouwproject in het Zuiden van Ecuador in deze provincie gepland. Het project Mirador hoopt in het kanton El Pangui koper boven te halen; het staat nu reeds vast dat dit een gecontesteerde en emblematische case wordt.
Vijf deelnemers van ons seminarie in Cajamarca zijn afkomstig van de provincie Zamora. Vier van hen zijn van inheemse origine (Shuar). Zij zullen de eerste slachtoffers zijn van de negatieve effecten van het mijnbouwproject. Gedurende het seminarie in Cajamarca vertelden ze reeds over hun (geplande) verzet. Deze week bood ons de kans de realiteit van naderbij te bekijken.
Een laatste reden waarom we voor Zamora hebben gekozen, is het driedaagse binationale forum dat handelt over de mijnbouwproblematiek in Peru en Ecuador. Dit forum werd georganiseerd door Acción Ecológica, Fepnash, ISF, Redex, Inredh en EntrePueblos. Net zoals SIED beoogde men een uitwisseling van ervaring en kennis, en de versterking van de samenwerking tussen de Zuid-organisaties. Het leek ons opportuun dit event bij te wonen, het bood de Catapista’s de kans kennis te maken met heel wat belangrijke NGO’s uit Peru en Ecuador.
Het mijnbouwproject Mirador
Het stadje Zamora, dat zich beter als een dorp kan laten omschrijven, begeeft zich momenteel in het oog van de mijnbouworkaan die Ecuador bereikt heeft. Nu de regio al enkele decennia lang gebukt gaat onder de invloed van artisanale goudmijnbouw, stellen nu ook multinationale ondernemingen hun intrede veilig. Het megaproject ‘Mirador’ zal zich tegoed doen aan de kopervoorraden die de regio rijk is.
- Enkele gegevens over het project:
Reeds enkele jaren bereidt Ecuador zich voor op de komst van grootschalige mijnbouwprojecten, met name door de geleidelijke aanpassingen van het juridische kader. Het project Mirador is momenteel het enige grootschalige mijnbouwproject dat werd goedgekeurd; het speelt als het ware een voortrekkersrol voor andere projecten.
Het project is in handen van het Chinese China Railway Construction Corporation en de Tongling Nonferrous Metals groep, dat het in 2010 van het Canadese Corriente Resources overkocht.
Het wordt een open pit-mijn (volgens de MER op zijn minst 250 meter diep en 1,2 km breed) met een levensduur van 17 jaar. De productie wordt geschat op 208.800 ton koper per jaar, 535.000 ounces goud gedurende het hele project.
De MER wordt door verschillende experten in twijfel getrokken; voornaamste criticus is Canadees William Sacher die het rapport als onvolledig en fout bestempelt.
- Het project houdt meerdere risico’s in:
Het project staat gepland in de Cordillera del Condór; een bijzonder rijk, maar fragiel ecosysteem gelegen in het grensgebied tussen Ecuador en Peru. Deze streek, overgangsgebied tussen Andes en Amazone (wordt ook omschreven als tropische Andes), herbergt bijzonder veel endemische soorten; het is één van de meest biodiverse streken in de wereld. Dit is vooral te wijten aan de 16 verschillende ecosystemen die men hier kon onderscheiden. Het project staat gelijk aan de verwoesting van talloze ecosystemen en de verdwijning van specifieke fauna en flora.
5 van de belangrijkste rivieren uit deze regio ontspringen in deze zone. De watervoorziening, op kwalitatief en op kwantitatief vlak, van de provincie Zamora en het Noorden van Peru wordt bedreigd.
De geteisterde inheemse bevolking van deze regio, de Shuar (Ecuador) en de Awajún (Peru), werden gedurende de voorbije decennia verjaagd en trokken zich terug, dieper in de Cordillera. Het project staat gepland in het kanton El Pangui, waar momenteel de grootste gemeenschappen Shuar zich hebben gevestigd. Bijgevolg bedreigt het project het voortbestaan van de Shuar-cultuur. Deze minderheid erkent dit gevaar en is de voornaamste tegenstander tegen dit project.
Artisanaal?
Tijdens deze week maakten we ook kennis met een ander facet van de gehele mijnbouwproblematiek; de zogenaamde ‘artisanale mijnbouw’. Zamora Chinchipe is een provincie waar vele gelukzoekers reeds eeuwen op zoek zijn naar het El Dorado. We trokken na een gesprek met de prefecto van de provincie naar China Pintza, een dorp vlak aan de Ecuadoriaanse-Peruaanse grens waar goudzoekers van de provincie hun geluk opzoeken.
Het was een trieste realiteit die we mochten aanschouwen. Werkomstandigheden die alle normen negeren; mannen die kwik verbranden zonder mondmasker, open vaten met resten cyanide, … . De president van de mijnbouwersvereniging die ons gidste verdedigde zijn sector echter met hand en tand. Ook toen we hem wezen op de grote berg mijnafval die zonder enige bescherming naast het dorp lag, vervuild met heel wat zware metalen. Bij de minste regenval lopen de met zandzakken geconstrueerde dijken ongetwijfeld over, rampzalig voor de lagergelegen dorpen. Maar ook hier herhaalde de man steeds dezelfde dogma’s; “de overheid is tegens ons”, “er zijn geen alternatieven”, “er is geen vervuiling, de overheid gebruikt dit excuus om grootschalige mijnbouwprojecten in te plannen”, … . Hij benadrukte steeds de economische realiteit, iets wat volgens hem primeert op onze ernstige bezorgdheden voor gezondheid en milieu. Het viel echter op dat dit een spookdorp is. Alle inwoners zijn economische migranten die hopen dat ene duur stukje grond te vinden. Het is een kleine gemeenschap in een bijzonder vruchtbare streek, die hun ogen sluiten voor alle mogelijke alternatieven en zich liever vasthouden aan een klein sprankeltje hoop.
Transnationale mijnbouwconflicten
De nabijheid van de Peruaanse grens viel op. Dergelijke mijnbouwdorpjes hebben ongetwijfeld een negatieve invloed op Peruaans grondgebied. En het zal hier niet bij blijven. Waar er in 2005 amper concessies in grensgebieden waren te bespeuren, het is immers verboden op minder dan 40 km van de grens een project te implementeren, is dit in 2012 niet langer het geval. De gehele grensstreek ligt bezaaid met concessies. De noodzaak aan een binationaal beleidsplan omtrent deze problematiek is overduidelijk, maar ook een samenwerking tussen verzetsorganisaties in Zuid-Ecuador en Noord-Peru is noodzakelijk. Deze samenwerking staat nog in zijn kinderschoenen, dit maakte het forum in Zamora ons duidelijk. Dit forum kan echter een begin betekenen. Net zoals het internationale seminarie dat we organiseerden in Cajamarca. We kozen ervoor om voor de eerste maal een Ecuadoriaanse delegatie uit Zuid-Ecuador uit te nodigen. En wel juist om deze reden, om deze jonge Zuid-Zuid samenwerking te stimuleren. José Arcentales, deelnemer van SIED III en woonachtig in El Pangui, vatte het tijdens het binationaal forum in Zamora goed samen: “wat ik zag in Cajamarca, mogen we hier niet laten gebeuren.”
door David Verstockt