De Andes, die van Venezuela tot Vuurland over het Zuidamerikaanse continent waakt, kent ter hoogte van Huancabamba een depressie, waarbij haar dak tot op zo´n 3500 meter hoogte zakt. Deze grensregio tussen Peru en Ecuador kenmerkt zich door een uniek ecosysteem en een enorme biodiversiteit. Hier, bij het samenkomen van de Atlantische en Pacifische luchtstromen, tussen de nevelwouden en de páramos, wordt de watercyclus als het ware gesloten, en geeft de Pacha Mama – Moeder Aarde – geboorte aan de belangrijkste rivieren van de door droogte geplaagde Peruaanse kust. Aan de andere kant van haar heuvelrug ontspringen de bergriviertjes die honderden kilometers verder de Amazone vormen. Río Blanco, gelegen tussen twee natuurreservaten, is er één van.
Aan de oevers van de Río Blanco voert Minera Majaz SA, dochteronderneming van het Engelse Monterrico Metals plc, sedert 2003 exploratiewerken uit met het oog op de constructie van een gigantische open kopermijn. Het zou, volgens het bedrijf, gaan om één van de grootste niet ontgonnen koperreserves ter wereld.
Sociale rust
Het Río Blanco-mijnbouwproject heeft de regio grondig beroerd. Gevreesd wordt dat de koperontginning enorme milieuschade zal teweeg brengen. De lokale ecosystemen, en verschillende met uitsterven bedreigde diersoorten als de brilbeer en de andestapir, zouden in gevaar komen. Daarnaast betekent de koperontginning een bedreiging voor de subsistentielandbouw en –veeteelt in de regio, alsook voor de certificatie van de ecologische koffie- en fruitteelt voor export.
Sinds Minera Majaz enkele jaren terug de boerengemeenschappen Yanta (Ayabaca) en Segunda y Cajas (Huancabamba), waarbinnen de mijnconcessie zich bevindt, benaderde, en daarbij frauduleus poogde de wettelijk vereiste toestemming voor exploratie te bemachtigen, zijn de reacties niet uitgebleven. Tweemaal, in 2004 en 2005, marcheerden de gemeenschappen dagenlang naar het mijnbouwkamp in protest. Bij repressie zijn inmiddels twee dodelijke slachtoffers gevallen. Tientallen boeren werden verwond en bij hun arrestatie gefolterd. Door het bedrijf ingehuurde onruststokers hebben informatiebijeenkomsten over de mogelijke impact van de kopermijn brutaal verstoord. Verschillende milieu-activisten werden met de dood bedreigd of waren slachtoffers van een aanslag op hun leven. Río Blanco heeft de sociale rust niet bevorderd.
Na de bloedige protesten van juli 2005 verenigden de lokale sociale organisaties en enkele gemeentelijke overheden zich in het Front voor de Duurzame Ontwikkeling van de Noordgrens van Peru. De dialoog met het Ministerie voor Energie en Mijnbouw die ze opzetten was echter bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Het gebrek aan transparentie en de medepichtigheid van de centrale overheid laten weinig aan de verbeelding over: Río Blanco moet er komen. Toledo, voormalig president van Peru, verklaarde het mijnproject ‘van nationaal belang’, om aldus het grondwettelijk verbod op dergelijke buitenlandse investeringen in grensgebied te omzeilen.
Consultatie
Moegetergd besloten de boerengemeenschappen zelf initiatief te nemen. Via hun gemeentes riep men de bevolking van Ayabaca, Carmen de la Frontera en Pacaipampa op tot een consulta – volksraadpleging – over de wenselijkheid van de constructie – een eufemisme in deze industrie – van de mijn. ‘
Hoewel dergelijke consultas niet bindend zijn, kunnen ze voldoende sociale druk genereren om het mijnbouwproject af te blazen. Zulks was het geval in Tambogrande enkele jaren geleden, waar ruim 98 procent van de uitgebrachte stemmen tegen de geplande mijnbouw in het stadscentrum was. De overheid moest toen een administratieve onregelmatigheid inroepen om zonder gezichtsverlies het Canadese Manhattan Minerals naar huis te kunnen sturen. Op een dergelijk effect hoopt de organisatie van dit nieuw referendum.
De Peruaanse regering, eveneens een les rijker na Tambogrande, zette alle middelen in om de consulta een halt toe te roepen. Daarbij werd maar al te graag verwarring gecreëerd tussen het niet bindend karakter ervan, en de vermeende illegaliteit. Men startte een ware media-oorlog tegen de consulta.
Opvallend genoeg riep de regering, enkele dagen voor de consulta, zelf op tot dialoog, uitsluitend gericht op het uitschakelen van elk verzet tegen de mijnbouwplannen in de regio, zoals de premier zelfs openlijk toegaf. Zijn partij, APRA, steunde vijf jaar terug nog de consulta van Tambogrande. Toen zat APRA echter in de oppositie… Van APRA’s beloften om een extra belasting te heffen op de woekerwinsten van de mijnbedrijven is ook niets gekomen. ‘Campagne voeren is één ding Eén, iets helemaal anders is regering zijn,’ aldus president García onlangs over zijn valse beloften. Daarmee is alles gezegd.
Democratisch deficit
Het sociaal conflict rond de Río Blanco is typerend voor de mijnbouw in Peru, dat over een enorme voorraad en diversiteit aan natuurlijke rijkdommen beschikt. De eenzijdige afhankelijkheid van extractieve industrieën – inclusief petroleum en gas – voor buitenlandse deviezen, gekoppeld aan de voorliefde voor macroeconomische indicatoren, waarbij economische groei zonder meer met ‘ontwikkeling’ en armoedebestrijding wordt verbonden, en de neoliberale wetgeving gebaseerd op de grondwet van ex-dictator Fujimori, hebben een nationale dynamiek gecreëerd waarbij het aantrekken van buitenlands kapitaal centraal staat.
Een verwaarloosbare milieuwetgeving, die geen enkele controle garandeert wegens het ontbreken van een autonome milieu-autoriteit, heeft voor ecologische rampen als Cerro de Pasco, Ilo en La Oroya gezorgd. Nog nooit werd een mijnbouwproject afgekeurd op basis van de verplichte milieu-impactstudie. Het Ministerie voor Energie en Mijnbouw promoot tegelijkertijd investeringen in mijnbouw, is verantwoordelijk voor het goedkeuren van mijnprojecten, controleert de bestaande projecten én bepaalt de spelregels tussen de bedrijven en de door de mijnbouw aangetaste gemeenschappen. La Oroya heeft de eer tot de tien meest vervuilde steden ter wereld te behoren.
De technische haalbaarheid van de mijnbouw geldt als enig criterium, waarbij de sociale aanvaarding door de boerengemeenschappen niet telt. De vervuiling als gevolg van de mijnbouw wordt daarentegen wel grotendeels door die arme Andesbevolking gedragen, die hiermee hun landbouw en veeteelt, voornaamste bron van inkomen, bedreigd zien. Daarenboven heeft de kapitalistische logica geen oog voor het cultureel belang van hun territorium. De relatie met deze gemeenschappen illustreert perfect het democratisch deficit van de Peruaanse Staat, sedert haar ontstaan gedomineerd door de blanke (en creoolse) elite en doorheen haar geschiedenis het plurinationaal karakter van haar bevolking miskennend.
Ondanks het officiële discours rond descentralisering blijft Peru grotendeels de belangen van de economische elite in Lima vertegenwoordigen. In dit spanningsveld tussen centralisme en lokale autonomie situeert zich het conflict rond Río Blanco. Lokale belangen moeten wijken voor nationale (en transnationale) prioriteiten die slechts een minderheid vertegenwoordigen. Democratie wordt herleid tot vijfjaarlijks stemgedrag met een hoge populistische factor, waarbij de politiek zich beperkt tot vulgair cliëntelisme en geen essentiële thema’s aankaart zoals de ontwikkelingsstrategieën van het land.
Precies daar wringt nu de schoen. De definiëring van de ontwikkelingsmodellen wordt niet als politiek beschouwd. Geheel in de lijn van Fukuyama wordt een neoliberale politiek – want we hebben het wel degelijk over politiek, zoniet over beschavingsmodellen – als enig model omarmd. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de enorme culturele, geografische, economische, klimatologische, biologische en ecologische diversiteit van Peru. Het mag niet verbazen dat de inheemse Andesvolkeren deze staat als de continuïteit van het kolonialisme beschouwen…
Kaarten
Op 16 september sprak de bevolking van Ayabaca, Carmen de la Frontera en Pacaipampa zich uit over ‘Río Blanco’. Ruim 57 procent van de bevolking nam deel aan de consulta, ondanks de lastercampagne van de regering, de mijnbouwsector en de boulevardpers. Ruim 98 procent van de uitgebrachte stemmen was tegen de mijnbouw.
Met deze resultaten gewapend hernemen de gemeenschappen het onderhandelingsproces. De regering blijft wanhopig de consulta bagatelliseren, en bereikt daarmee net het omgekeerde: niemand zal nog ontkennen dat de kaarten nu anders liggen. Blijft echter het risico dat het mijnbouwproject, met of zonder populaire steun, gewoon doorgaat. Internationale druk op de Peruaanse regering zal daarom van essentieel belang zijn.
bron: https://indymedia.be/nl/node/24191
Auteur: Lieven Pype