De Standaard: De keerzijde van de gouden medaille

BRUSSEL – Het moeten de groenste Olympische Spelen ooit worden. Maar critici klagen de sponsordeals aan met milieuzondaars als Dow Chemical, BPen Rio Tinto. ‘Er hangt bloed aan de medailles.’

Londen haalde de Olympische Spelen binnen dankzij de belofte om de groenste olympiade ooit te organiseren. De website van Londen 2012 pakt er groot mee uit. Dit worden de eerste ‘echt duurzame’ Spelen met een streng gereguleerde CO{-2}-uitstoot en volledig recycleerbare afvalverwerking. De kers op de taart is een nagelnieuw olympisch park, ‘het grootste nieuwe stadspark in Europa in 150 jaar.’

Lees het volledige artikel op de site van De Standaard hier

Stel jezelf de stoute vraag: “Waar komt mijn goud vandaan?”

Kan je de afkomst van goud traceren? Is de goudketen transparant? Kan ik weten uit welke mijn en welk werelddeel het goud van mijn armband precies vandaan komt? Bestaat er een meer sociaal en ecologisch alternatief bij bedrijven? GOUD:EERLIJK? Ging op zoek naar een antwoord op deze vragen bij meer dan 20 Britse en Amerikaanse juweliers, campagnevoerders en industrie.

Van gouderts tot sieraad van de consument

Goud blijft terugkomen als het materiaal bij uitstek in de nochtans trendgevoelige juwelenindustrie. Het is dan ook het eenvoudigst bewerkbare metaal en ideaal voor juwelen. De goudontginningsindustrie is echter één van de meest vervuilende industrieën ter wereld met een enorme impact op de fauna en flora in het Zuiden.

Dit goud legt een zeer lange en complexe weg af voor het bij de eindconsument terecht komt. De oorsprong achterhalen blijkt een hele opgave doordat de complexiteit van de volledige keten de transparantie fnuikt. En dit zowel voor nieuw ontgonnen goud als voor gerecycleerd goud.

De ontgonnen goudertsen ondergaan bij de goudmijn zelf een eerste zuivering. Daarna worden ze naar raffinaderijen gestuurd. Het zijn voornamelijk Aziatische bedrijven die goud zuiveren en in goudstaven gieten. Via de fingerprintingtechniek kan de oorsprong van het goud tot in dit stuk van de keten achterhaald worden. Goud wordt echter van overal toegevoerd naar de raffinaderijen. Hierbij gaat de aandacht enkel naar de hoeveelheid en de leverancier van het goud, niet naar de herkomst. Later wordt al dit goud, zowel nieuw ontgonnen als gerecycleerd, samengesmolten tot goudstaven, waardoor tracering via fingerprinting onmogelijk wordt. The London Bullion Market Association, die instaat voor de kwaliteit van het geleverde goud door de raffinaderijen, zou hier ook zijn steentje aan kunnen bijdragen. Momenteel zijn er bijvoorbeeld nog geen strenge ethische standaarden verbonden aan het lidmaatschap van deze koepelorganisatie.

Naast raffinaderijen zijn ook investeringsbanken een belangrijke blinde vlek in de goudketen. Investeringsbanken kopen en verkopen goud, en noteren, net als de raffinaderijen, enkel de kwaliteit en de leveranciers, niet de herkomst.

Recyclage als alternatief?

In het onderzoek werd ook gekeken om recyclage van goud als alternatief naar voor te schuiven voor nieuw ontgonnen goud. Uit het onderzoek blijkt dat tot 1998 125 000 ton goud ontgonnen is, 15% hiervan zou verloren gegaan zijn. De resterende 106 000 ton is verdeeld over banken (34000 ton) en particulieren (72 000 ton). Door zijn schaars, kostbaar en gegeerd karakter haalt men sinds jaar en dag al een hoge recyclagegraad. Het goud dat beschikbaar is voor recyclage wordt met een efficiëntie van ongeveer 96% gerecycleerd, het optimaliseren van dit proces zou dus maar een klein effect hebben. Dit samen met het feit dat recyclage niets verandert aan de huidige ontginningsomstandigheden, zorgt er voor dat dit geen totaaloplossing voor de goudmijnbouwproblematiek in het Zuiden.

Momenteel wordt goud uit recyclage in raffinaderijen hersmolten samen met nieuw ontgonnen goud. Wil men 100% de garantie dat het aangekochte goud volledig uit oud goud bestaat, dan moet er een onafhankelijk recyclagetraject bestaan waarbij geen vermenging met nieuw ontgonnen goud plaatsvindt. Chaos Jewellery maakt zich sterk enkel met gerecycleerd goud te werken, hier is echter geen externe controle op.

Certificering als oplossing?

Een certificeringsprogramma en een duidelijk traceerbaarheidssysteem voor goud is noodzakelijk om duurzaamheid te garanderen. Hiervoor is de opzet van een betrouwbare Chain of Custody (CoC) en certificatie, gekoppeld aan externe onafhankelijke audits, nodig. Eens je een geloofwaardig certificaat hebt opgebouwd, heb je de mogelijkheid om een volledige markt te beïnvloeden. Dit bewijst bijvoorbeeld De Fairtrade-organisatie Max Havelaar, die vandaag zo’n 1,5 miljoen families positief beïnvloedt met zijn label.

Wanneer je vandaag opzoek gaat naar gecertificeerd goud, stuit je slechts op enkele organisaties. Zo vind je het Fairtrade/Fairmined goud van ARM/FLO in Groot Brittannië en Solidaridad in Nederland die zich bezighouden met het certificeren van kleinschalige, artisanale goudontginners. Het is niet verwonderlijk dat deze organisaties zich focussen op kleinschalige mijnbouw, mits deze 90% van de werknemers in de goudontginningssector tewerkstelt, en het Fairtrade label zich in de eerste plaats focust op de arbeidsomstandigheden en de gevolgen voor de mens. Het overgrote merendeel van al de goudontginning gebeurt echter door grootschalige mijnbouw. Daarom is het dus van belang dat er ook hiervoor certificeringssystemen worden ontwikkeld. Vanuit de conventionele sector, trachten de derde partij certificatiesystemen van IRMA en RJC hier een antwoord op te bieden via hun CoC. Binnen de industrie wordt hier veel belang aan gehecht.

Onder andere vanuit de “No Dirty Gold” – campaign van Earthworks kunnen ze echter op heel wat kritiek rekenen. Deze stellen zich ernstige vragen bij de objectiviteit, eerlijkheid en transparantie van het systeem. De audits worden ingehuurd door een bedrijf, we kunnen hier dus moeilijk van een onafhankelijke partij spreken. Deze opmerking werd ook gemaakt door Brilliant Earth, de grootste aanbieder in conflictvrije diamanten. Ook zou RJC bij het opmaken van zijn certificatievoorwaarden, te weinig rekening gehouden hebben met de inspraak van de gemeenschappen in de omgeving van de mijnen, alsook met de emigratie van de lokale bevolking en de impact hiervan.

Greg Valerio van CRED JEWELLERY, stelt “ Een vrijwillig CoC-aanbieden is niet genoeg vragen van je leden. Eigenlijk vraagt RJC enkel nakoming van de wetgeving van zijn leden.”

Grote bedrijven zijn lastige klanten

Grotere bedrijven blijken moeilijker bereikbaar en minder toegankelijk te zijn voor dit initiatief.

De informatie die fabrikanten, retailers en ontwerpers op hun website aanbieden is beperkt en als er al informatie terug te vinden is, is die vaak zeer vaag. Ook jaarrapporten blijken schaars bedeeld met informatie over milieuvriendelijk of sociaal verantwoord goud.

Milieurapporten en Global Reporting Initaitive- rapporten, de wereldwijde standaard op het vlak van duurzaamheidsrapportage, zijn amper terug te vinden. Aan een mail vragende naar de mogelijkheid van een meer sociaal en verantwoord alternatief en de afkomst van het gebruikte goud en tegen welke omstandigheden het ontgonnen werd, werd vaak geen gevolg gegeven. Volgens F. Hinds, één van Groot-Brittanië meest genomineerde juweliers, blijft de instroom van alternatieve juwelenontwerpen naar de groothandel beperkt omdat alternatieve materialen vaak niet voldoen aan de leveringsvoorwaarden van de groothandels.

Men kan zich dus de vraag stellen of de juwelenindustrie niet enkel meegaat in grote publieke campagnes om niet constant verantwoording te moeten afleggen en zo vanuit de schijnwerpers te kunnen blijven opereren.

Groeiende interesse en gevoeligheid

Uit het onderzoek blijkt dat de stromingen van toonaangevende ontwerpers zeer gevoelig zijn voor trends, visies, andere kunstdisciplines of de tijdsgeest. Ook laten bedrijven weten geïnteresseerd te zijn in een meer sociale en ecologische manier van goudontginning en een transparantere manier van ondernemen daar hun publieksimago op het spel staat.

Het Fairtrade/Fairmined goud van ARM/FLO wordt reeds als zeer positief onthaald en biedt, volgens de ondervraagde juweliers en bedrijven, een waardig alternatief voor de consument. Dit initiatief uit de niet-conventionele sector zet extra druk op koepelorganisaties zoals RJC om duurzaamheid op de agenda te plaatsen.

Om de inlevering van oude juwelen door consumenten te vergroten zijn er heel wat maatregelen nodig. Sensibilisatie vanuit de industrie, de overheid en NGO’s is essentieel. Nieuwe trends en initiatieven zoals “green wedding” en het ruilen van oude juwelen tegen nieuwe kunnen de populariteit van gerecycleerd goud in juwelen ook verhogen. Uit dit onderzoek blijkt ook dat zolang de vraag van de markt naar 100% gerecycleerd goud niet substantieel stijgt, er niet veel zal bewegen vanuit de industrie.

Een perfect werkend certificatiesysteem uitbouwen vraagt, zeker in de complexe keten van de goudindustrie, tijd. Overheid, stakeholders, bedrijven, retailers, lokale bevolking…en consumenten moeten samenwerken wil men succes behalen. De NGO wereld kijkt met argusogen toe wat de industriële reuzen doen, en zal op tijd en stond zijn mening duidelijk maken. Het blijft afwachten hoe, en of, deze evolutie zich zal voorzetten. In België kijken we alvast uit naar het eerste gecertificeerde goud op de markt.

Auteurs:  D.Jacobus, C. Christiaens, J. Janssens en S. Berlo

CATAPA in Peru: het Congaproject

Het milieu-effectenrapport over de gevolgen van het Congaproject werd op 27 oktober 2010 door het ministerie van Energie en Mijnen goedgekeurd. Minera Yanacocha, eigenaar van het project, is een multinationale onderneming. Het investeringskapitaal is afkomstig van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining Corporation (51,35 %), van het Peruaanse Compañía de Minas Buenaventura (43,65 %) en van de International Finance Corporation (5%).

Het Congaproject is gepland in de regio Cajamarca, in de Noordelijke Andes van Peru, tussen 3.700 en 4.262 meter hoog. De projectinfrastructuur zou zo’n 2.000 hectare in beslag nemen. Het gebied wordt door de Peruaanse wet omschreven als ‘fragiel ecosysteem’ en is gespreid over twee provincies; de provincie Celendín en Cajamarca, gelegen in de regio Cajamarca. Goud en koper zijn de te ontginnen ertsen, een open-pit mijn staat gepland. De levensduur van deze mijn wordt geschat op 19 jaar, het zou het bedrijf ongeveer 11,6 miljoen ounces goud (328.854,46 kilo) en 3 miljard pounds koper (1.360.777.110 kilo) opleveren. Conga is bovendien het eerste project van een groter mijnbouwdistrict.

Het project kent veel lokale tegenstand, gevreesd wordt dat het project de watervoorziening van de regio in gedrang zal brengen, zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak. De ontginning van dit gebied heeft immers de verdwijning van vier bergmeren tot gevolg; de meren Perol, Mala, Azul en Chica. Het mijnbedrijf zal dit verlies trachten te compenseren door de bouw van vier waterreservoirs, en hoopt op die manier de watervoorziening van deze voornamelijk agrarische streek te verzekeren. Dit wordt door de oppositie in vraag gesteld, een complex hydrologisch systeem kan volgens hen niet vervangen worden door enkele kunstmatige reservoirs, die op de lange termijn kosten met zich mee zullen brengen. De bergmeren staan immers via boven- en ondergrondse rivieren in contact met elkaar, en zijn essentieel voor de watervoorziening via diverse rivieren en zijrivieren. Men vreest daarenboven dat de komst van het project de habitat van verschillende specifieke planten en dieren zal bedreigen.

De vrees van de lokale bevolking voor de impact van Conga op de regio wordt door de centrale overheid als ongegrond bestempeld. Die beroept zich op het milieueffectenrapport, dat ook als basis diende voor het verlenen van de concessie. Dit rapport wordt echter zowel lokaal als internationaal aangeklaagd omwille van verschillende redenen; de impactstudie werd uitgevoerd in opdracht van Yanacocha zelf, het gebrek aan technische gegevens over het hydrologisch systeem, het rapport focust op korte termijn gevolgen en vergeet de impact op lange termijn, … . Robert Moran, een Amerikaanse hydroloog die onderzoek deed naar het project, concludeert; “Such a technically-inadequate EIA would not be acceptable for permit approval in highly-developed countries.”
Verschillende organisaties, rondas campesinas, frentes de defensa, NGO’s, … hebben zich uitgesproken tegen het project en eisen dat het wordt afgelast. De unilaterale beslissing van de overheid om de concessie te verlenen, wordt door de oppositie gehekeld. Het conflict tussen de lokale bevolking en de centrale overheid is sterk gepolariseerd, het sociaal verzet wordt bovendien gecriminaliseerd. De regio Cajamarca heeft reeds meer dan een decennium te lijden onder de activiteiten van de Yanacochamijn. Ook hier waren de Wereldbank (IFC), de Newmont Mining Corporation en Minas Buenaventura bij betrokken. Het sociaal protest heeft in die zin een lange traditie.

CATAPA & Conga

Conga legt verschillende gebreken van het Peruaanse mijnbouw- en milieubeleid bloot. Daarom is dit een emblematische case; niet alleen op lokale schaal, maar ook nationaal vlak. De evolutie van dit conflict, of het project al dan niet doorgang zal vinden, kan de toekomstige mijnbouwpolitiek van de overheid bepalen. Bijgevolg is het lot van de cajamarquinos inzake Conga, het lot van alle Peruaanse bevolkingsgroepen die zich nabij interessante ertsen bevinden.

CATAPA ondersteunt het lokale verzet tegen Conga. In samenwerking met Grufides, een lokale NGO gehuisvest in de stad Cajamarca, en het PIC, een koepelorganisatie van verzetsorganisaties in de provincie Celendín, ondersteunen we verzetsorganisaties in hun eis om het Conga project af te gelasten. Daarenboven eist de lokale bevolking de installatie van een bindend referendum dat hen moet toelaten mee te beslissen over de verlening van toekomstige concessies. Zowel de regionale overheid als de bewoners van de regio komen ook op voor het recht om te beslissen over hun regionale ontwikkelingsmodel. Duurzame landbouw en de ontwikkeling van ecotoerisme zijn hierin belangrijke pijlers. Deze eisen waren onder meer te horen in de nationale mars voor het water in februari 2012, waar we in samenwerking met Docu Peru een korte documentaire over maakten. Alsook onderhouden we met CATAPA een Engelstalige site over het Conga project, om zo de niet-Spaanstalige wereld te informeren.