Máxima wint Goldman Environmental Prize, Yanacocha blijft slapende reus

Máxima na de ceremonie in Cajamarca, samen met haar dochter Isidora, kleinzoon Max Salvador, en met haar zoon Daniel. Allen trots op haar.

Zes genomineerden namen de Goldman Prize 2016 in ontvangst, voor hun verdienstelijke strijd ter bescherming en behoud van het milieu, vaak ten koste van hun persoonlijke veiligheid. Máxima is één van hen. Hiermee behaalde ze de maximale erkenning voor de verdediging van haar rechten, op mondiaal niveau. Ze zong haar verhaal en droeg de award op aan de 5 compañeros van Celendín en Bambamarca, die het leven lieten in 2012 tijdens de aanhoudende protesten tegen project Conga, en aan allen die blijvend verzet bieden in Cajamarca.

Erkenning lokale overheden Cajamarca

Op vijf mei vond in Cajamarca een ceremonie plaats om Máxima te feliciteren met deze internationale erkenning. Lokale politici steunden haar bij deze gelegenheid volop. Sergio Sanchez Ibánez, regionaal gouverneur voor Natuurlijke Hulpbronnen en Milieubeleid, wijst erop dat Máxima een belangrijk symbool is voor de sociale mobilisatie in Cajamarca. ‘Máxima geeft een stem aan landbouwers die zich in dezelfde situatie bevinden.’ De Chaupes zijn immers niet de enige die zich in een gelijkaardige situatie bevinden, waarbij een mijnbouwbedrijf gronden wil opkopen.

Doorgaans worden landbouwers slecht geïnformeerd en voert een mijnbouwbedrijf al snel de druk op om hun gronden op te kopen, aan schandalig lage prijzen. Wat Máxima’s verhaal zo internationaal bekend heeft gemaakt, is dat zij zich niet laat ompraten of omkopen, maar is blijven vasthouden aan haar rechten.

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’, en dat is knap. Op die manier is Máxima een voorbeeld, aldus Sergio Sanchez: ‘alle campesinos zouden dit moeten doen, hun legitieme rechten claimen, zich verdedigen met de nodige informatie ter hand”. Hij deed een oproep aan voortdurende solidariteit met de familie: “Wij hebben een Máxima nodig, met de volle steun van de provincie Cajamarca, want de legale aanklachten en misbruiken zullen hier niet ophouden.’

‘In Cajamarca kennen wij al langer het conflict tussen kapitaal en arbeider en hier manifesteert dit conflict zich tussen kapitaal en de samenleving’, zo becommentarieerde Porfirio Medida Vásquez, gouverneur van Cajamarca. ‘De komst van buitenlands kapitaal heeft verschillende relaties gevormd met de lokale bevolking, gebaseerd op mercantilisme, op favoritisme.’

De komst van mijnbouwbedrijf Yanacocha in de jaren ‘90 heeft echter geen rijkdom voor de samenleving meegebracht, zo sprak hij, integendeel, de provincie is enkel armer geworden, de armste van het land.

‘De juiste weg is naar een samenleving waar het kapitaal zal dienen voor de samenleving, en niet waar de samenleving marionet is van het transnationaal kapitaal’. Verder sprak hij zich lovend uit over de “dagdagelijkse titanenstrijd van Máxima” en over de breedgedragen strijd tegen project Conga: ‘De Goldman prijs toont dat de strijd, niet alleen van Máxima maar die van heel Cajamarca, correct en juist is’.

Máxima deed een bescheiden maar krachtige speech: ‘De strijd is niet voor de ene of voor de andere persoon, maar voor de hele gemeenschap’. ‘Ik bevestig mijn verzet, maar ik doe dit niet voor persoonlijk voordeel, maar denkende aan ons, aan de hele gemeenschap en denkende aan de toekomst van onze kinderen. Ik vraag jullie, compañeros, enkel om zich bewust te zijn, en om verder te blijven strijden. Het meest waardevolle dat wij bezitten en moeten beschermen is onze Moeder Aarde, onze wateren. Als er geen land meer overblijft, en geen water, welk leven hebben wij dan nog? We moeten denken aan de toekomst van onze kinderen, en welk voorbeeld we hen willen nalaten.’

Reactie Yanacocha en aandeelhouders

Newmont Mining, met 51,35% de grootste aandeelhouder van mijnbouwbedrijf Yanacocha, publiceerde zijn jaarrapport enkele dagen voor de prijsuitreiking. Daarin staat dat “gezien het huidige sociale en politieke klimaat, het Bedrijf niet anticipeert om Conga in de nabije toekomst te kunnen ontwikkelen”. Ze geven verder aan dat hun licenties, om operaties en constructiewerken uit te voeren, vervallen zijn en er onzekerheid bestaat over de vernieuwing van deze licenties. Meer nog, Conga zou van hun lijst van Reserves zijn geschrapt.

Newmont publiceerde echter niet toevallig zijn jaarrapport net voor de Goldman-uitreiking; op 20 april immers, twee dagen na de prijsuitreiking, hield Newmont zijn jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in Denver. Gezien de rechtstreekse aanklachten van Máxima aan Newmont moesten zij wel, al zij het tijdelijk, hun staart intrekken.

Roque Benavides, CEO van Buenaventura, die 43% van project Conga vertegenwoordigen, verklaart dat Conga momenteel economisch niet haalbaar is, wegens de lage internationale prijzen voor mineralen. ‘Conga heeft hogere prijzen nodig voor koper en goud dan de actuele prijzen’. Ook hij haalde de sociale protesten aan, ‘waardoor het project sociaal gezien niet levensvatbaar is momenteel’. Conga werd stilgelegd door de regering in 2012 en tot op heden, na aanhoudende sociale protesten waarbij 5 doden vielen.

De verklaringen van beide aandeelhouders zeggen echter niets definitiefs, alles blijft bij “mogelijks” en “voorlopig”. Niets staat hen in de weg om het project opnieuw te lanceren wanneer de aandacht voor het conflict weer gaat liggen. Yanacocha blijft een slapende reus.

Yanacocha, wolf in schapenvacht

Ondanks de berichten van Newmont en Buenaventura, blijft de aanwezigheid van Yanacocha in de zone onveranderd. Nog steeds wordt de familie Chaupe permanent gesurveilleerd. Alle openbare voertuigen worden van binnen en van buiten gecontroleerd aan de wegblokkades, en “vreemden” worden niet doorgelaten, die moeten uitstappen. Op die manier wordt de toegang tot het huis voor bezoekers, vrienden en journalisten ontzegd.

In de nacht van 24 april meldde Jaime Chaupe, de echtgenoot van Máxima, die op dat moment alleen in het huis verbleef, het weerklinken van geweerschoten vlakbij het huis. In gedachten houdend hoe het voor Berta Cáceres gevaren is, die vorig jaar de Goldman Award in ontvangst nam en begin maart werd doodgeschoten in haar eigen bed, moeten we deze bedreigingen zeer ernstig nemen.

De Goldman prijs is een prachtige erkenning voor de jarenlange strijd van Máxima, haar familie, en allen uit Celendín, Bambamarca en Cajamarca die zich verzetten tegen Conga. We moeten echter alert blijven, de strijd tegen project Conga is nog niet (definitief) voorbij.

door Emma Timmerman

Mijnbouw en conflicten in Peru: Middenveld steevast doelwit van regering en bedrijfswereld

Parallel met de enorme expansie in de mijnbouwsector in Peru, blijven oude en nieuwe sociale conflicten de kop opsteken. Zoals de Ombudsman aangeeft, zijn die conflicten veelal gerelateerd aan mijnbouwprojecten. Ondanks het kristalhelder verband tussen extractieve operaties en conflictsituaties, blijven zowel regering als bedrijven dezelfde aanpak toepassen. Voor buitenlandse investeringen moeten alle obstakels wijken. Het Peruaanse economische model is immers gestoeld op buitenlandse investeringen, en dan voornamelijk in de extractieve industrie. Alles wat deze investeringen kan bedreigen, zoals kritische stemmen vanuit de lokale bevolking, is een doelwit van de regering en bedrijven.

Waar sociale organisaties hun rol opnemen in het verdedigen van lokale en vaak kwetsbare groepen, krijgen ze vaak de schuld van de conflicten in de schoenen geschoven. In plaats van de dialoog aan te gaan, wijzen de centrale overheid en de bedrijfswereld al te makkelijk naar regionale en nationale organisaties die met financiële hulp uit de Europese ontwikkelingssamenwerking lokale gemeenschappen en hun leiders zouden aanzetten tot (gewelddadig) verzet.

In het verkondigen van die valse boodschap -‘het middenveld heeft het gedaan!’- wordt handig gebruik gemaakt van gedrukte media, radiostations en televisiekanalen die gewillig enige kritische analyse achterwege laten.

In 2012 ontspon zich een mediaoorlog tegen sociale organisaties en internationale Ngo’s en solidariteitsbewegingen die steun boden aan de bevolking in het noordelijke departement Cajamarca die zich massaal tegen het mega-mijnbouwproject ‘Conga’ uitspraken. Het Conga-project is een uitbreiding van de goudmijn Yanacocha, de grootste van Latijns-Amerika en met een lange geschiedenis van vervuiling en mensenrechtenschendingen. Het antwoord van de regering was eenvoudig: repressie en criminalisering. Het resultaat: gewonden, trauma’s en vijf burgerdoden. De media hielp in het rechtvaardigen van de harde aanpak door protest af te wijzen als eco-terrorisme, gefinancierd door radicale Europese organisaties.

Dit scenario herhaalt zich momenteel in het Zuiden van het land. In Valle del Tambo, in het departement Arequipa, wil Southern Copper met Mexicaans kapitaal het grootschalig mijnproject Tía Maria opstarten. De grotendeels agrarische bevolking ziet echter haar toegang tot water bedreigd. Net zoals in Cajamarca vragen ze overheden om in landbouw in plaats van extractivisme te investeren. Een staking werd aangekondigd die ondertussen al 29 dagen duurt, zonder enige constructieve respons vanwege de overheid of het bedrijf.

Met een falende dialoog tussen beide partijen lijkt een 2e Conga in de maak. Het politiegeweld tegen de betogers, de regering ’s onvoorwaardelijke steun voor het bedrijf en de delegitimering en zelfs opsluiting van sociale leiders hebben alle vertrouwen in de overheid bij de lokale bevolking weggenomen.

De Ngo’s van hun kant zonden vorige week een commissie (CNDDHHCooperacción en Red Muqui) naar de regio om te luisteren naar de noden en bekommernissen van de lokale bevolking. Tegelijkertijd klonk vanuit de bedrijfswereld dat “de mensen die actie ondernemen in Tía María dezelfde zijn als in Cajamarca. Dit is een beweging tegen het land.” Ieder verzet tegen dergelijke grootschalige projecten wordt afgeschilderd als een politiek spel van enkele ‘eco-radicalen’ die de vooruitgang van het land willen remmen.

 Dit discours werd vlot opgepikt door de nieuwe eerste minister Cateriano, die het heeft over “politieke manipulatie door Ngo’s”, die ondanks hun caritatieve doelstelling, “hun financiering gebruiken om investeringen te blokkeren.” ‘Journalisten’ zoals Santillana en Esquinarila werken met veel nattevingerwerk zelfs een uitgebreide ‘axis of evil’ uit en betrekken daarbij gerespecteerde internationale spelers zoals MISEREOR. De link naar politieke strekkingen, zeker in de pre-electorale klimaat (in 2016 zijn er presidentiële verkiezingen in Peru), is nooit veraf.

Ook in Cajamarca blijven dezelfde complottheorieën goed verkopen in bepaalde kranten. Recent werd ongegrond geïnsinueerd dat Peruviaans bezoek in België in het kader van de academische week, georganiseerd door CATAPA in samenwerking met verschillende onderwijs- en sociale instellingen, in werkelijkheid een politieke campagne zou zijn in functie van “militant ecologisch radicalisme”.

Het Peruaanse middenveld, dat zich moeizaam maar met veel ijver opnieuw wist te organiseren na de destructieve impact van het Fujimori regime, krijgt het nog steeds heel hard te verduren. In een nationale context waarin haar rol in conflictpreventie en –bemiddeling meer dan nodig is, wordt internationale solidariteit ter ondersteuning van dat middenveld meer dan nodig!

Peru: mijnbouwbedrijf Yanacocha volhardt in haar agressie tegen de familie Chaupe

Latijns-Amerika’s grootste goudontginner verloor in december een rechtszaak over een terrein bij de meren van Conga, waar het bedrijf uitbreidingsplannen heeft. Desondanks gaan de bedreigingen van het bedrijf tegen de familie die het terrein bezit onverminderd door.

Deze ochtend (3 februari 2015) kreeg de advocate van de familie, Mirtha Vásquez, een wanhopige telefoon van Máxima Acuña de Chaupe, een eenvoudige boerin en symbool van het verzet tegen Yanacocha en het Conga project. Voor de tweede maal sinds het recente vonnis in het voordeel van de familie Chaupe, drong de veiligheidsdienst van Yanacocha, vergezeld van de DINOES (special forces), haar eigendom binnen. Er waren een tweehonderdtal politieagenten aanwezig en er werd in de lucht geschoten, maar fysiek geweld bleef uit. Wel werden de funderingen van een huis dat de familie er bouwt, vernietigd. De bouwwerken betekenden een grote investering voor de boerenfamilie, maar werden nu letterlijk voor hun ogen met de grond gelijk gemaakt.

Het stuk grond in kwestie belet Yanacocha haar mega-project “Conga” uit te voeren wat de vernietiging van dit brongebied in de hooglanden zou betekenen. Naar aanleiding van die grond leed Yanacocha op 17 december 2014 voor de eerste maal een juridische nederlaag. Na een proces van vier jaar besloot de rechtbank van Cajamarca dat Yanacocha’s aanspraak op het terrein “Tragadero Grande” ongegrond was. Het terrein is eigendom van de familie Chaupe, die reeds jaren gewelddadig bedreigd wordt door Yanacocha, haar privé veiligheidspersoneel, de Peruaanse politie en de DINOES. Ondanks het recente vonnis, blijft het bedrijf  de familie Chaupe beschuldigen van grondtoe-eigening.

Yanacocha verklaart in een persmededeling dat de bouwwerken in een zone buiten de eigendom van de familie gebeuren en dat het om een vreedzame ‘daad van eigendomsverdediging’ gaat. Het bedrijf klaagt dat ze onderwerp is van een lastercampagne en dat zijzelf het werkelijke slachtoffer van grondroof is.

Mirtha Vasquez, advocate van de familie, weerlegt het discours van Yanacocha. Het gaat wel degelijk om Tragadero Grande, het terrein dat door het laatste vonnis toegekend wordt aan de familie Chaupe. De invasie in dit terrein met 200 agenten en de vernieling van de bouwwerken kan dus ook niet bestempeld worden als ‘eigendomsverdediging’ noch als vreedzaam. “Ze [Yanacocha] verloren de rechtszaak. Máxima bezit dit terrein. (…) dit is een intimiderende en onrechtmatige daad in een poging de familie weg te krijgen. Gezien ze hen niet op legale wijze eruit kregen, willen ze hen op illegale manier wegkrijgen,” verklaart de advocate.

Conga: Inspectie bevestigt waterextractie door Yanacocha

Verslag door Milton Sánchez (Plataforma Interinstitucional Celendina)

Celendín, 26 januari 2015

Honderden Beschermers van de Meren van de provincie Celendín bezochten nogmaals de meren van Conga die bedreigd worden door het mijnbouwbedrijf Yanacocha via haar destructief project Conga. Deze maal verzamelden ze in sector “Huayramachay”, tussen het Perol en het Azul meer. Op deze plek kon men vaststellen dat het mijnbouwbedrijf Yanacocha 3 buisvormige waterputten installeerde die grondwater bevatten. Volgens getuigenissen van de lokale bevolking bevoorraden ongeveer 10 tankwagens zich hier van water om dan te transporteren naar de installaties van Yanacocha voor haar mijnbouwoperaties.

Het installeren van deze waterputten voor grondwater veroorzaakt een verlies van het waterpeil in de bronnen van de gemeenschap Jadibamba, evenals van het waterpeil van de rivier Jadibamba. De gemeenschapsautoriteiten kwamen overeen om een klacht tegen het bedrijf Yanacocha in te dienen alsook tegen de Administratieve Waterautoriteit (AAA) van Cajamarca and Celendín, die toestemming hebben gegeven om dit water te gebruiken voor mijnbouwactiviteiten in plaats van menselijke consumptie en landbouw, zoals de van kracht zijnde wetgeving bepaalt. Ook werd vastgesteld dat in de meren Perol en Azul geen enkele vorm van machines aanwezig was.

De nieuw verkozen autoriteit van de provincie Celendín, Jorge Luis Urquía Sánchez, vergezeld van 5 van zijn ambtenaren, woonde eveneens de vergadering bij. Ook de autoriteiten van de Regionale Overheid van Cajamarca en van het Beheer van Natuurbronnen en Milieu waren uitgenodigd maar konden niet aanwezig zijn.

De Beschermers van de Meren maakten nogmaals gebruik van hun bijeenkomst om hun solidariteit uit te drukken met de strijd van de jongeren van het land en tegen de reeds ingetrokken “Arbeidswet voor jongeren” (gekend als Ley Pulpín), alsook met de verdediging van de Marañon rivier tegenover het overheidsinitiatief om meer dan 20 mega-dammen te bouwen die duizenden hectares productieve valleigrond die voedsel aan verschillende provincies in het noorden van het land -waaronder Celendín- voorziet, onder water zou zetten.

De bijeenkomst kende geen incidenten, hoewel de nationale politie, ten dienst van het mijnbouwbedrijf als veiligheidsdienst, talrijk aanwezig was. Een honderdtal agenten werden in bussen aangevoerd en probeerden op verschillende momenten de inspectie door de Beschermers van de Meren te provoceren en onderbreken.

Auteur: Hanne Cottyn

Internationale oproep tegen criminalisering protest Conga

Meer dan 50 organisaties wereldwijd hebben een verklaring ondertekend tegen de criminalisering van het protest tegen het mijnbouwproject Conga.

Het project, in handen van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining, beoogt de exploitatie van goud- en koperreservers in het departement Cajamarca (Peru). Deze geplande uitbreiding van de huidige Yanacocha goudmijn, momenteel de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, leidde tot massale protesten van de lokale bevolking. Gevreesd wordt dat de waterhuishouding van de regio zal worden aangetast, met bijzonder zware gevolgen voor landbouwactiviteiten van deze rurale regio.

Conga is een zaak van staatsbelang. Het project heeft een waarde van maar liefst 4,8 miljard USD. Voor de Peruaanse staat is het massale verzet een doorn in het oog. Het protest ontstond in november 2011 en intensifieerde het jaar nadien. In juli 2012, na een maandenlange regionale staking, werden 5 manifestanten doodgeschoten tijdens een protestactie in Celendín en Bambamarca. Het protest te Cajamarca is nog steeds aan de gang; Conga werd een symboolcase voor de meer dan 200 sociale conflicten in Peru.

De jarenlange criminalisering van het protest tegen Conga is problematisch. Vijf doden en honderden gewonden, arbitraire aanhoudingen en juridische vervolgingen van sociale leiders, de militarisering van de regio, …, de criminalisering van het Congaprotest omvat zowat alle mogelijke strategieën.

Deze week vond de Algemene Vergadering van mijnbouwreus Newmont Mining plaats. Een mooie gelegenheid om het bedrijf nog eens ter verantwoording te roepen. Newmont staat wereldwijd gekend om zijn gebrek aan lokaal overleg en draagvlak bij de implementering van mijnbouwprojecten. De struisvogelpolitiek van dit bedrijf laat zich duidelijk zien in Cajamarca. Men ontloopt alle verantwoordelijkheid en weigert de roep van de lokale bevolking te aanhoren.

Met deze verklaring roepen we de Peruaanse staat en mijnbouwbedrijf Newmont Mining op om niet langer blind te blijven voor de onrust te Cajamarca en de lokale bevolking te raadplegen. We verwerpen iedere criminalisering van het sociaal protest en eisen rechtvaardigheid voor al het geleden onrecht.

Auteur:

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Mijnbouwproject Conga in Cajamarca staat on hold, dat was de boodschap van president Humala na de intensifiëring van het lokale protest in de lente van 2012. Vijf dodelijke slachtoffers, honderden gewonden, juridische vervolging van sociale leiders en manifestanten, militarisering van de regio, …, Conga werd dé emblematische probleemcase van de Peruaanse regering en Newmont Mining. Humala bleek niet in staat het groeiend aantal sociale conflicten in Peru aan te pakken. Bovendien circuleerden de geruchten dat een aantal investeerders van Newmont zich vragen stelden bij het Conga-project, en dan vooral bij het gebrek aan sociaal draagvlak. Daarom besloot men Conga even on hold te zetten, in slaapstand.

Het gewenste effect bleef niet uit. Ook het protest viel stil. Nog steeds hoorde men dezelfde boodschap ‘Conga no va’, maar iets minder luid. Het schrikbewind van Lima hield mensen thuis, men ging niet langer de straat op. Maar in alle stilte gingen de werken in Conga gewoon door. De guardianes de las lagunas, boeren die in of nabij het concessiegebied Conga wonen, maakten melding dat men volop voortbouwde aan de waterreservoirs. Maar deze boodschap blaasde het lokale verzet geen nieuw leven in. Het grote protest bleef uit, in Lima wreef men zich in de handen.

Op zaterdag 25 mei benadrukte president Humala dat er dit jaar niet veel sociale conflicten woeden in het land. “Dankzij het werk van de Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad slaagden we erin om sociale conflicten te deblokkeren. Dit jaar hebben we geen grote conflicten gehad rond mijnbouw.” Hij voegde hieraan toe dat de consultatiewet “een instrument is om te komen tot sociaal aanvaardbare investeringen, en niet om investeringen te blokkeren.” Ten slotte gaf hij aan dat “het Conga-project in volle ontwikkeling is. De bouw van de reservoirs , één van de eisen van onze regering jegens Newmont, geven het nodige vertrouwen aan dit project.” Dit communicatie-offensief kwam niet onverwacht, het recente dipje in de grondstoffenmarkt en de mijnbouwconflicten in Espinar, Cañaris en Cajamarca zorgde voor enige twijfel bij mijnbouwbedrijven.

Op maandag 27 mei verscheen in de krant La República een groot interview met Javier Velarde, general manager van mijnbouwbedrijf Yanacocha. Daarin gaf hij duidelijk aan welke werken in Conga reeds plaatsvonden en wat er gepland staat in de nabije toekomst, o.a. de bouw van een nieuw reservoir ter vervanging van het bergmeer El Perol. “We zullen niet wachten tot de volgende lokale verkiezingen van 2014 om verder te gaan met het Conga-project”, zei hij.

De boodschap van Humala en Velarde kwam hard aan in Cajamarca. Het Conga-project is in volle ontwikkeling, binnenkort starten de werken aan het cultureel en ecologisch belangrijke bergmeer El Perol.  Een groot aantal comuneros, mensen uit lokale gemeenschappen, trokken op 28 mei naar het bergmeer om er een kamp op te slaan. Onderweg werden ze onderschept door de DINOES, een speciale eenheid binnen de Peruaanse nationale politie. Deze worden ingehuurd door mijnbouwbedrijven ter beveiliging van het terrein. Het kwam tot een confrontatie tussen de comuneros en de agenten waarbij meerdere manifestanten zwaargewond raakten. In een perscommuniqué van de Peruaanse politie benadrukte men dat er alleen rubberkogels en traangasgranaten werden gebruikt. Marco Arana, Milton Sánchez en Edy Benavides, belangrijke verzetsleiders tegen het Conga mijnbouwproject, veroordeelden onmiddellijk het buitensporige geweld tegen manifestanten en de samenzwering tussen de Peruaanse staat en de mijnbouwbedrijven.

Wat nu?

Een referendum over het mijnbouwproject zal dan toch niet plaatsvinden. In februari lanceerde het Comando Unitario de la Lucha, de groep van voornaamste verzetsleiders van regio Cajamarca, het idee om een referendum over Conga te organiseren. Zo kon men het gebrek aan sociaal draagvlak voor het project voor eens en altijd vastleggen. Na de aankondiging van het referendum kwamen hevige reacties vanuit de Peruaanse regering en het mijnbouwbedrijf Yanacocha; een referendum zou illegaal zijn en een slecht precedent scheppen.

Daarom organiseert het verzet nieuwe manifestaties. Op 4 juni plant men een actie in Cajamarca tegen het Conga mijnbouwproject. Op 17 juni wil men met verschillende delegaties uit de provincies Hualgayoc en Cajamarca opnieuw naar het bergmeer El Perol trekken. Uit vrees voor repressieve acties van de Peruaanse politie vragen de sociale leiders respect te hebben voor de geplande manifestatie.

De woorden van Humala en de aankondiging van de werken aan het mythische bergmeer El Perol drijven het conflict mogelijk tot een nieuw hoogtepunt. De tijdelijke stopzetting van werken in Conga bleek een halve waarheid; het eerste reservoir is bijna klaar, binnenkort start men met de bouw van het tweede reservoir. Conga staat in de startblokken, de vernietiging van El Perol kan wel eens het point of no return zijn. Dit beseft men ook in Cajamarca. Het verzet spreekt sterke taal  en weigert zich neer te leggen bij de eenzijdige beslissingen van de Peruaanse staat en het Newmont Mining.

Catapa is solidair met de lokale bevolking van Cajamarca. !Conga no va!

NGO’s vragen Deutsche Bank niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren, tijdens hun jaarlijkse shareholdersbijeenkomst

CATAPA, FAIRFIN, Urgewald en Facing Finance zakken 23 mei af naar Frankfurt om te speechen tijdens de shareholdersmeeting. Tijdens deze speech wordt Deutsche bank gevraagd niet meer in onverantwoorde multinationals als Newmont Mining Corporation te investeren. Deutsche bank claimt namelijk in tal van speeches en berichten niet in onverantwoorde projecten te investeren. Niets is echter minder waar.

Deutsche Bank verleent financiële steun aan Newmont Mining Corporation, eigenaar van mijnbouwproject CONGA, Peru. De Yanacocha mijn in de regio Cajamarca, Noord-Peru, is voor 51% in handen van Newmont Mining Corporation. Het nieuwe CONGAproject van Newmont Mining Corporation betreft een uitbreiding van de huidige Yanacochamijn, een project van meer dan 19 jaar. Deze mijnbouwactiviteiten veroorzaken grote schade aan lokale gemeenschappen en ecosystemen. Goudextractie verreist enorme hoeveelheden water en gebeurt door middel van het gebruik van toxische chemicaliën zoals cyanide. Tijdens het ontginningsproces komen een heel aantal zware metalen zoals lood, arseen, koper,.. aan de oppervlakte. Deze komen in het ecosysteem terecht en veroorzaken onder andere zure drainage. De mijnbouwactiviteiten van Newmont Mining Corporation vernietigen de waterbronnen van lokale gemeenschappen. De Yanacochamijn gebruikte reeds de hele waterreserve uit het gelijknamige meer. Met de uitbreiding van het CONGAproject dreigen nog minimaal 4 meren te verdwijnen. Meer dan 74.000 lokale bewoners en de 24.000 inwoners van de stad Cajamarca worden hierdoor bedreigd daar ze afhankelijk zijn van de deze watervoorraden voor hun koken, wassen, vee, gewassen,… De CONGAmijn bevindt zich ook naast de bron van de RIO GRANDE, de hoofdrivier van de regio. Deze rivier mondt uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Nu al worden er verhoogde concentraties van zware metalen en kwik terug gevonden in de vispopulatie, en deze komen op zo uiteindelijk in de voedselketen terecht.

De impact van open pit mijnbouwprojecten als CONGA is zo intens dat dit mijnbouwtype zelfs verboden werd door de nationale wet van Costa Rica in 2010. Ook het Europese Parlement aanvaardde op 5 mei 2010 een resolutie over het verbod van het gebruik van cyanide in grootschalige mijnbouw. De Europese Commissie raadt aan geen steun te verlenen aan projecten die Cyanide gebruiken binnen én buiten de EU.

Josef Ackermann, Chairman van de Management Board van Deutsche Bank, claimde in zijn speech in Frankfurt am Main op 20 maart 2012 dat hij sociale verantwoordelijkheid als een integraal deel van de Deutsche Bank ziet. Gezien deze beweringen stelt CATAPA dan ook de vraag aan Deutsche Bank om de financiële geldstromen richting Newmont Mining Corporation te blokkeren om hen te dwingen te opereren in overeenstemmingen met richtlijnen betreffende mensenrechten en onafhankelijke milieustandaarden.

CATAPA biedt hen ook een alternatief. Enkel projecten die focussen op de ontwikkeling en toepassing van recyclagebevorderende technologieën in plaats van nieuwe primaire extracties, zullen grondstoffenzekerheid opleveren. Gezien het feit dat de reeds ontgonnen goudvoorraad drie keer hoger ligt dan de onontgonnen goudvoorraad en 1 ton elektronisch afval gemiddeld honderd keer meer goud bevat dan één ton nieuw ontgonnen erts, is dit de enige optie voor de toekomst.

PERSBERICHT DEUTSCHE BANK – CATAPA

Foto: Lien Merre

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

De Peruaanse regering zal de milieueffectenstudie van het project Minas Conga laten doorlichten door internationale experts. Dat liet de nieuwe premier Oscar Valdés weten bij zijn aantreden op 11 december. Gisteren nodigde hij vertegenwoordigers van Cajamarca uit in Lima om tot een akkoord te komen over de terms of reference. Maar de regionale president en de burgemeesters uit de directe invloedssfeer van het project kwamen niet opdagen. Zij willen dat het project geannuleerd wordt.

Milieueffectenstudie

Het project Minas Conga, een uitbreiding van Yanacocha, krijgt in oktober 2010 groen licht van het ministerie van energie en mijnbouw. In juli 2011 maakt Newmont Mining, de hoofdaandeelhouder van Yanacocha, bekend dat de financiering rond is. Sindsdien volgen de protestacties elkaar in snel tempo op.

Het begint met een protestmars, een wegblokkade en een boerenbijeenkomst aan de door het project bedreigde bergmeren in oktober van dit jaar. Naar aanleiding van die acties komen de ministers van landbouw, mijnbouw en milieu persoonlijk polshoogte nemen in Cajamarca. Ze beloven dat het ministerie van milieu de goedgekeurde milieueffectenstudie kritisch zal herevalueren.

Paro regional

Op 9 november volgt een 24-urenprotest tegen het mijnbouwproject. Wegen worden geblokkeerd, studenten bezetten de universiteit en meer dan 10.000 mensen komen op straat. Een paro regional van onbepaalde duur wordt aangezegd voor 24 november, als de regering het project tegen dan niet onleefbaar heeft verklaard. Uit schrik voor beschadigingen, schort Yanacocha de werken aan Conga op. Op 23 november reist de minister van binnenlandse zaken naar Cajamarca om aan te dringen op een annulatie van de staking. Tevergeefs, de regionale autoriteiten vinden dat president Humala zelf naar Cajamarca moet komen.

Op 24 november gaat de staking van start. De bevolking van Cajamarca komt massaal op straat. Scholen en winkels sluiten de deuren, de belangrijkste wegen worden geblokkeerd en een paar duizend mensen trekt de bergen in om er te waken over vier meren die door het project bedreigd worden. Intussen heeft het ministerie van milieu haar kritische doorlichting gemaakt. Het resultaat is een nota die de bezorgdheden van de manifestanten grotendeels bevestigt en het protest verder aanvuurt.

Dialoog

Na zes dagen staking, laat Yanacocha weten dat het op vraag van de regering, en in de hoop de rust en de sociale vrede te herstellen, de activiteiten van het Conga project opschort. Woordvoerders van de protestbeweging reageren laconiek: niets nieuws onder de zon, de facto liggen de werken toch al een paar weken stil. Wat ze willen, is een resolutie waarin de regering de onleefbaarheid van Conga afkondigt. Toch versoepelen ze de protestmaatregelen om ruimte te maken voor dialoog. Bussen en vrachtwagens worden geleidelijk weer doorgelaten.

Op 4 december, anderhalve week na de start van de staking, zakt een commissie onder leiding van premier Salomón Lerner naar Cajamarca af om er te spreken met de leiders van de protestbeweging.

Tegelijk worden honderden agenten en militairen naar de regio gestuurd. De regering wil een einde maken aan de staking. Als de leiders vierentwintig uur de tijd vragen om hun basis te consulteren, speelt ze het spel hard. Tekenen ze niet nog diezelfde dag wat voorligt, dan wordt de noodtoestand afgekondigd.

Noodtoestand

Zo geschiedt. Rond 10 uur kondigt president Ollanta Humala op televisie de noodtoestand af in vier provincies van de regio Cajamarca. De noodtoestand is een uitzonderingsregime waarbij bepaalde grondwettelijke rechten zoals de onschendbaarheid van de woonst en de vrijheid van vergadering, kunnen worden opgeheven. Als de president dat wil, kan het leger de controle over de interne orde overnemen. Volgens de Peruaanse grondwet is de noodtoestand enkel van toepassing in het geval van de verstoring van de vrede of de interne orde, catastrofe of ernstige omstandigheden die het leven van de natie aantasten. Maar om geweldloos protest te breken, maakt Ollanta Humala graag een uitzondering. De leiders en autoriteiten roepen de bevolking op om naar huis te gaan, kalm te blijven en hun protest op creatieve manier te blijven uiten. Er worden protestliederen uitgedeeld en overal in de stad verschijnen zelfgemaakte affiches en Peruaanse vlaggen.

De dag nadien keurt de regionale raad van Cajamarca unaniem een ordonnantie goed die het project Conga onleefbaar verklaart. Grondwetspecialisten in Lima haasten zich om te onderstrepen dat dit buiten haar bevoegdheden valt. Het ministerie van economie en financiën blokkeert de bankrekeningen van de regionale regering van Cajamarca om ongeoorloofd gebruik van publieke middelen te vermijden.

Dinsdag 6 december neemt een aantal regionale leiders uit Cajamarca deel aan een bijeenkomst in het parlement in Lima, georganiseerd door de Commissie voor Inheemse Volkeren. Als ze buiten komen, worden Wilfredo Saavedro en Milton Sánchez samen met vier andere personen gearresteerd en meer dan tien uur lang vastgehouden in de Dirección contra el Terrorismo (DIRCOTE). Motief en opdrachtgever voor de arrestatie zijn onduidelijk. Bij hun vrijlating kort voor middernacht laten ze weten klacht te zullen neerleggen tegen de politie, wegens willekeurige vrijheidsberoving.

Herschikking regering

Binnen de regering moeten de meningsverschillen over de aanpak van de Conga-crisis intussen zijn gegroeid, want op 10 december dient premier Salomon Lerner bij Humala zijn ontslag in. Een dag later wordt de minister van binnenlandse zaken, Oscar Valdés, een ex-militair, ingezworen als eerste minister. Het kabinet wordt grondig herschikt en de meeste centrum-linkse ministers verdwijnen uit de regering. Sommige politieke commentatoren zien in de episode een ruk naar rechts en vrezen dat Humala zich steunend op het leger zal ontpoppen tot een autoritaire heerser. Anderen vinden dat de president de ’toets van Conga’ met glans heeft doorstaan, door te breken met de ‘linkse vrienden’ die hem steunden tijdens de verkiezingscampagne en de buitenlandse investeringen veilig te stellen.

In zijn eerste verklaring als premier zegt Valdés dat de regering de milieu-effectenstudie van Conga zal laten doorlichten door internationale experts. Dat is op zich een goede zaak. Op 16 december wordt de noodtoestand opgeheven. Maar pogingen om de dialoog te hervatten, lopen sindsdien vast. De posities staan dan ook diametraal tegenover elkaar. “Conga no va” luidt het in Cajamarca. Voor de regering is het “Conga va sí o sí”. Hoogstens kan de uitvoering hier en daar wat bijgeschaafd worden. Bijkomend probleem is dat de autoritaire stijl van Valdés op weinig waardering kan rekenen bij de leiders van de protesten. Zo wil hij enkel spreken met verkozen vertegenwoordigers van Cajamarca. Daarmee sluit hij belangrijke actoren, zoals de provinciale frentes de defensa uit van het proces. De premier is niet in staat tot luisteren, luidt het verdict van Gregorio Santos, regionaal president van Cajamarca, die de bijeenkomst van gisteren aan zich voorbij liet gaan.

Auteur: Jonas Hulsens

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

De Peruaanse president Humala kondigde maandag de noodtoestand af in vier provincies van de noordelijke Andes-regio Cajamarca. Duizenden boeren protesteren er al meer dan tien dagen tegen de komst van één van de grootste goudmijnbouwprojecten ter wereld. De noodtoestand maakt de inzet van het leger tegen de lokale bevolking mogelijk. Dat is reden tot ongerustheid: in 2009 leidde een gelijkaardig conflict in Noord-Peru tot meer dan dertig doden.

De verklaring van de noodtoestand is gebaseerd op artikel 137 van de Peruaanse Grondwet. Door deze uitzonderlijke maatregel worden in de vier provincies bepaalde burgerrechten opgeschort, zoals de rechten op persoonlijke vrijheid en veiligheid, de onschendbaarheid van woonst, en de rechten op vrij verkeer en vergadering. Het leger neemt de controle op de interne orde over. Enkele duizenden militairen zouden ondertussen ter plaatse zijn, om een einde te maken aan de protesten.

Omstreden megaproject

Het Conga-project is met een kapitaal van 4 miljard dollar de grootste mijnbouwinvestering ooit in het land. Het gaat om een uitbreiding van de Yanacocha-mijn, de grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Lima stelt dat Conga noodzakelijk is voor de verdere economische groei van Peru, maar in Cajamarca denken ze daar anders over: 78% van de bevolking is er afhankelijk van de landbouw en de veeteelt. Water is voor hen van het grootste belang.

Ook in de regiohoofdstad Cajamarca, die steeds meer omsloten wordt door de goudmijn in de omliggende bergen, ligt de bevolking wakker van water. De vernietiging van vier bergmeren door het project staat dan ook centraal in het protest, dat gesteund wordt door de regionale overheid.

Het voorbije weekend wierpen onderhandelingen tussen de regering en de aanvoerders van de protesten geen vruchten af. Na de voorlopige stillegging van het project door Yanacocha, besliste president Humala maandag om de noodtoestand uit te roepen in de regio.

De rol van de internationale gemeenschap

Yanacocha, dat voor meer dan de helft eigendom is van het Amerikaanse Newmont Mining en 5% kapitaalsteun krijgt van de Wereldbank, kent een lange geschiedenis van confrontatie met de lokale bevolking. Dat de nieuwe Peruaanse regering de belangen van het bedrijf opnieuw boven die van de lokale gemeenschappen stelt, vraagt om een internationale reactie. De beslissingen rond Conga zijn niet coherent met eerdere beleidsmaatregelen van de president, zoals de goedkeuring van een wet omtrent voorafgaande raadpleging van lokale gemeenschappen.

Het zou bovendien niet de eerste keer zijn in de recente geschiedenis van Peru dat een confrontatie tussen het leger en de lokale bevolking uitmondt in bloedvergieten: onder het bewind van de vorige president Alan García vielen in 2009 nog 33 doden, toen het leger ingreep om een einde te maken aan de protesten van inheemse Amazonegemeenschappen tegen olieontginning. De uitkomst van het conflict rond Conga zal bepalend zijn voor het beleid van de regering-Humala met betrekking tot andere mijnbouwconflicten in het hele land.

De EU is de tweede belangrijkste handelspartner van de Andes-gemeenschap (CAN), waarvan Peru deel uitmaakt. 45% van alle export uit de Andes-gemeenschap naar Europa bestaat uit brandstoffen en mijnbouwproducten. In 2012 ligt een Vrijhandelsakkoord met Peru ter goedkeuring voor in het Europese Parlement. In haar Country Strategy Paper 2007-2013 over Peru, onderstreept de Europese Commissie de nood aan sociale inclusie en cohesie in het land. Als Europa coherentie nastreeft tussen haar handels- en ontwikkelingsbeleid, dan is het haar verantwoordelijkheid om mee op te roepen tot een vreedzame oplossing voor de situatie in Cajamarca, vindt CATAPA: een oplossing die de positie van de lokale bevolking respecteert.

Auteur: Wies Willems

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Duizenden inwoners van de regio Cajamarca, Noord-Peru, voeren al meer dan een week lang een protestactie van onbepaalde duur tegen het grootschalige goudproject Minas Conga. Als reactie op het protest liet het bedrijf Yanacocha woensdag weten dat het haar exploratieactiviteiten opschort, “in de hoop dat de sociale rust weerkeert”.

“We zullen de grootste inspanningen leveren voor een verantwoorde mijnbouw”, luidt het in de persmededeling. “We engageren ons om samen te werken, opdat op zo kort mogelijke termijn de voorwaarden vervuld worden voor een transparante en respectvolle relatie tussen staat, bedrijf en civiele samenleving, die ten goede komt aan Cajamarca en het hele land.”

Protest onverminderd

Het communiqué van het bedrijf heeft echter weinig indruk gemaakt in Cajamarca. De leiders van de sociale bewegingen die het protest aanvoeren, lieten verstaan dat ze zullen doorgaan met hun acties tot de regering het project definitief annuleert. Inzet van het conflict is de watervoorziening van de Andes-regio, waar 78% van de bevolking van landbouw en veeteelt leeft. Vier bergmeren zouden vernietigd worden. Minas Conga is een uitbreiding van de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, uitgebaat door hetzelfde bedrijf- een joint venture van het Amerikaanse Newmont Mining, het Peruaanse Buenaventura en de Wereldbank. Die laatste heeft via de International Finance Corporation (IFC) een aandeel van 5% in de mijn. Het gaat met 3 miljard dollar om de grootste mijnbouwinvestering ooit in Peru. Bij confrontaties tussen de boerengemeenschappen en politie zouden al twintig mensen gewond zijn geraakt. De boerenbewegingen krijgen steun vanuit verschillende lagen van de stedelijke bevolking van Cajamarca.

Regering aan zet

Het Conga-project plaatst mijnbouw opnieuw centraal in het nationale politieke debat. Binnen de regering-Humala lopen de interne spanningen op. Volgens het Ministerie van Milieu vertoont het milieueffectenrapport van Minas Conga ernstige tekortkomingen. Daarmee haalt Milieu scherp uit naar het Ministerie voor Energie en Mijnbouw, dat in Peru bevoegd is voor de analyse en goedkeuring van milieueffectenrapporten. Het Ministerie voor Milieu publiceerde zelf een rapport, waarin het stelt dat Conga “het brongebied van het waterbekken drastisch en onomkeerbaar zal aantasten”. Vice-minister voor Milieu José de Echave nam ondertussen ontslag. Volgens hem is het sociale protest tegen Yanacocha “een aanwijzing dat het bedrijf het verkeerd aanpakt”. Hij voegde eraan toe dat “in de toekomst water een steeds belangrijkere rol zal spelen in de sociale conflicten rond mijnbouw in Peru”.

CATAPA blijft de case op de voet volgen. Hou onze website en facebookpagina in de gaten.

Auteur: Wies Willems