Is uw gsm goud waard?

Voor je een nieuwe smartphone in handen krijgt, hebben veel onderdelen van het toestel al een lange weg afgelegd. De productie van één gsm vereist maar liefst 200 producenten en er is 75 kilogram grondstoffen (zoals aardolie, koper, goud, zilver, tantalium, kwik en lood) voor nodig. Die grondstoffen komen van over de hele wereld, maar worden vooral ontgonnen in landen in het Zuiden. Het goud komt bijvoorbeeld uit Peru, het tantalium uit de Democratische Republiek Congo en de aardolie uit de Golf van Mexico.
Lees HIER de nieuwe MO*paper van GOUD:EERLIJK? – Is uw GSM goud waard?

NGO’s vragen DB niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren

NGO’s vragen DB niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren

CATAPA, FAIRFIN, Urgewald en Facing Finance zakken 23 mei af naar Frankfurt om te speechen tijdens de shareholdersmeeting. Tijdens deze speech wordt Deutsche bank gevraagd niet meer in onverantwoorde multinationals als Newmont Mining Corporation te investeren. Deutsche bank claimt namelijk in tal van speeches en berichten niet in onverantwoorde projecten te investeren. Niets is echter minder waar.

Deutsche Bank verleent financiële steun aan Newmont Mining Corporation, eigenaar van mijnbouwproject CONGA, Peru. De Yanacocha mijn in de regio Cajamarca, Noord-Peru, is voor 51% in handen van Newmont Mining Corporation. Het nieuwe CONGAproject van Newmont Mining Corporation betreft een uitbreiding van de huidige Yanacochamijn, een project van meer dan 19 jaar. Deze mijnbouwactiviteiten veroorzaken grote schade aan lokale gemeenschappen en ecosystemen. Goudextractie verreist enorme hoeveelheden water en gebeurt door middel van het gebruik van toxische chemicaliën zoals cyanide. Tijdens het ontginningsproces komen een heel aantal zware metalen zoals lood, arseen, koper,.. aan de oppervlakte. Deze komen in het ecosysteem terecht en veroorzaken onder andere zure drainage. De mijnbouwactiviteiten van Newmont Mining Corporation vernietigen de waterbronnen van lokale gemeenschappen. De Yanacochamijn gebruikte reeds de hele waterreserve uit het gelijknamige meer. Met de uitbreiding van het CONGAproject dreigen nog minimaal 4 meren te verdwijnen. Meer dan 74.000 lokale bewoners en de 24.000 inwoners van de stad Cajamarca worden hierdoor bedreigd daar ze afhankelijk zijn van de deze watervoorraden voor hun koken, wassen, vee, gewassen,… De CONGAmijn bevindt zich ook naast de bron van de RIO GRANDE, de hoofdrivier van de regio. Deze rivier mondt uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Nu al worden er verhoogde concentraties van zware metalen en kwik terug gevonden in de vispopulatie, en deze komen op zo uiteindelijk in de voedselketen terecht.

De impact van open pit mijnbouwprojecten als CONGA is zo intens dat dit mijnbouwtype zelfs verboden werd door de nationale wet van Costa Rica in 2010. Ook het Europese Parlement aanvaardde op 5 mei 2010 een resolutie over het verbod van het gebruik van cyanide in grootschalige mijnbouw. De Europese Commissie raadt aan geen steun te verlenen aan projecten die Cyanide gebruiken binnen én buiten de EU.

Josef Ackermann, Chairman van de Management Board van Deutsche Bank, claimde in zijn speech in Frankfurt am Main op 20 maart 2012 dat hij sociale verantwoordelijkheid als een integraal deel van de Deutsche Bank ziet. Gezien deze beweringen stelt CATAPA dan ook de vraag aan Deutsche Bank om de financiële geldstromen richting Newmont Mining Corporation te blokkeren om hen te dwingen te opereren in overeenstemmingen met richtlijnen betreffende mensenrechten en onafhankelijke milieustandaarden.

CATAPA biedt hen ook een alternatief. Enkel projecten die focussen op de ontwikkeling en toepassing van recyclagebevorderende technologieën in plaats van nieuwe primaire extracties, zullen grondstoffenzekerheid opleveren. Gezien het feit dat de reeds ontgonnen goudvoorraad drie keer hoger ligt dan de onontgonnen goudvoorraad en 1 ton elektronisch afval gemiddeld honderd keer meer goud bevat dan één ton nieuw ontgonnen erts, is dit de enige optie voor de toekomst.

door Inge Boudewijn

NGO’s vragen Deutsche Bank niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren, tijdens hun jaarlijkse shareholdersbijeenkomst

CATAPA, FAIRFIN, Urgewald en Facing Finance zakken 23 mei af naar Frankfurt om te speechen tijdens de shareholdersmeeting. Tijdens deze speech wordt Deutsche bank gevraagd niet meer in onverantwoorde multinationals als Newmont Mining Corporation te investeren. Deutsche bank claimt namelijk in tal van speeches en berichten niet in onverantwoorde projecten te investeren. Niets is echter minder waar.

Deutsche Bank verleent financiële steun aan Newmont Mining Corporation, eigenaar van mijnbouwproject CONGA, Peru. De Yanacocha mijn in de regio Cajamarca, Noord-Peru, is voor 51% in handen van Newmont Mining Corporation. Het nieuwe CONGAproject van Newmont Mining Corporation betreft een uitbreiding van de huidige Yanacochamijn, een project van meer dan 19 jaar. Deze mijnbouwactiviteiten veroorzaken grote schade aan lokale gemeenschappen en ecosystemen. Goudextractie verreist enorme hoeveelheden water en gebeurt door middel van het gebruik van toxische chemicaliën zoals cyanide. Tijdens het ontginningsproces komen een heel aantal zware metalen zoals lood, arseen, koper,.. aan de oppervlakte. Deze komen in het ecosysteem terecht en veroorzaken onder andere zure drainage. De mijnbouwactiviteiten van Newmont Mining Corporation vernietigen de waterbronnen van lokale gemeenschappen. De Yanacochamijn gebruikte reeds de hele waterreserve uit het gelijknamige meer. Met de uitbreiding van het CONGAproject dreigen nog minimaal 4 meren te verdwijnen. Meer dan 74.000 lokale bewoners en de 24.000 inwoners van de stad Cajamarca worden hierdoor bedreigd daar ze afhankelijk zijn van de deze watervoorraden voor hun koken, wassen, vee, gewassen,… De CONGAmijn bevindt zich ook naast de bron van de RIO GRANDE, de hoofdrivier van de regio. Deze rivier mondt uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Nu al worden er verhoogde concentraties van zware metalen en kwik terug gevonden in de vispopulatie, en deze komen op zo uiteindelijk in de voedselketen terecht.

De impact van open pit mijnbouwprojecten als CONGA is zo intens dat dit mijnbouwtype zelfs verboden werd door de nationale wet van Costa Rica in 2010. Ook het Europese Parlement aanvaardde op 5 mei 2010 een resolutie over het verbod van het gebruik van cyanide in grootschalige mijnbouw. De Europese Commissie raadt aan geen steun te verlenen aan projecten die Cyanide gebruiken binnen én buiten de EU.

Josef Ackermann, Chairman van de Management Board van Deutsche Bank, claimde in zijn speech in Frankfurt am Main op 20 maart 2012 dat hij sociale verantwoordelijkheid als een integraal deel van de Deutsche Bank ziet. Gezien deze beweringen stelt CATAPA dan ook de vraag aan Deutsche Bank om de financiële geldstromen richting Newmont Mining Corporation te blokkeren om hen te dwingen te opereren in overeenstemmingen met richtlijnen betreffende mensenrechten en onafhankelijke milieustandaarden.

CATAPA biedt hen ook een alternatief. Enkel projecten die focussen op de ontwikkeling en toepassing van recyclagebevorderende technologieën in plaats van nieuwe primaire extracties, zullen grondstoffenzekerheid opleveren. Gezien het feit dat de reeds ontgonnen goudvoorraad drie keer hoger ligt dan de onontgonnen goudvoorraad en 1 ton elektronisch afval gemiddeld honderd keer meer goud bevat dan één ton nieuw ontgonnen erts, is dit de enige optie voor de toekomst.

PERSBERICHT DEUTSCHE BANK – CATAPA

Foto: Lien Merre

EU-akkoord over transparantie in grondstoffenhandel zal corruptie helpen tegengaan.

Vijftien jaar lang hebben organisaties als Publish What You Pay en Global Witness campagne gevoerd voor verhoogde transparantie op het gebied van betalingen rond grondstoffenextractie. Op 9 april 2013 was het dan zover: de Europese Unie kwam overeen om nieuwe regels te gaan stellen aan bedrijven die bezig zijn met mijnbouw en/of extractie van olie, gas of hout. Deze nieuwe regels zullen inhouden dat dit soort bedrijven vanaf nu details moeten publiceren over betalingen die zij maken aan de overheden van de landen waar extractie plaatsvindt. Op deze manier wordt gegarandeerd dat iedereen toegang kan hebben tot deze gegevens: het is daarmee en sterk wapen tegen corruptie, een bekend probleem in de internationale grondstoffenhandel.

Waarom?

Jaarlijks betalen grote multinationals vele miljarden euro’s aan overheden in ruil voor de mogelijkheid om grondstoffen uit het land te extraheren. De lokale bevolking ziet hier vaak weinig tot niets van terug: het geld dat naar de regio waar de extractie plaatsvindt zou moeten stromen, blijft vaak steken op hogere niveaus, door corruptie of wanbeheer.

Een voorbeeld hiervan zien we in Peru. In de regio Cajamarca ligt de op een na grootste goudmijn ter wereld: de Yanacocha mijn. Cajamarca is echter de op een na armste regio van Peru, en heeft in de bijna twintig jaar dat de Yanacocha mijn bestaat nauwelijks ontwikkeling gekend. We zien hier ook heel duidelijk dat van de belasting die de eigenaren van Yanacocha (Newmont Mining, Buenaventura en de Wereldbank) aan de Peruaanse staat moeten betalen niet terugvloeien naar Cajamarca, maar op hogere niveaus blijft hangen. Op deze manier ziet de regio dus geen enkele voordelen van de mijnbouw. Het gebruik van giftige stoffen als cyanide en kwik in de mijnbouw maakt het grond- en rivierwater ondrinkbaar, en onbruikbaar voor landbouw. Vissen verdwijnen uit de rivieren, en veel mensen zijn hun land kwijtgeraakt. Ondenkbaar voor een gemeenschap die leeft van landbouw en visserij, en voor hun levensbehoeften sterk afhankelijk is van schoon rivierwater.

Het nieuwe akkoord van de Europese Unie gaat onder andere plaatselijke bevolking helpen om meer druk uit te kunnen oefenen op de overheid: met de hulp van de documentatie over transacties zullen ze nu kunnen aantonen waar ze recht op hebben. Bedrijven en overheden kunnen ter verantwoording geroepen worden als duidelijk wordt dat er niet genoeg geld terugvloeit naar de lokale bevolking. Op dit moment worden mensen in gebieden waar grondstoffenextractie plaatsvindt vaak alleen opgezadeld met de nadelen, zonder enige voordelen van de grondstoffenextractie in hun regio te ondervinden. Het nieuwe akkoord zal hen meer macht geven over hun eigen omstandigheden en de situatie in hun leefomgeving.

Voor de consument in het Noorden biedt de verhoogde transparantie een mogelijkheid om bewuster te gaan investeren. Er kan nu immers veel makkelijker en duidelijker nagetrokken worden in wat voor praktijken grote bedrijven precies investeren.

De mogelijkheid om meer voordelen van extractie te krijgen, zoals meer geld dat naar de regio zal vloeien, is een eerste stap naar verhoogde erkenning van de rechten van de plaatselijke bevolking. Het biedt echter nog geen oplossingen voor de grote sociale en ecologische gevolgen die industrieën zoals mijnbouw vaak met zich meebrengen echter niet weg.

Wat houdt het in?

Het nieuwe akkoord zal gelden voor alle grote, private mijn-, olie-, gas- en bosbouwfirma’s die in de EU geregistreerd staan. Het Europese Parlement en de Europese Raad zijn overeengekomen dat deze verplicht zullen worden hun transacties met overheden boven 100.000 euro te publiceren. Dit geldt voor alle belastingen die het bedrijf betaalt aan de overheid: belastingen over het inkomen, de productie, winst, royalty’s en licentiekosten. Belangrijk aan deze wet is dat het per investering en per natuurlijke hulpbron gaat: zo kan de plaatselijke bevolking dus heel specifiek natrekken wat er speelt rond de extracties in hun eigen gebied.

Hoe precies vermeden gaat worden dat bedrijven bijvoorbeeld twee transacties van 50.000 euro gaan maken, of verschillende van 99.999 euro is nog niet geheel duidelijk: hier wordt in feite niet over gerept. Het is mogelijk dat omdat het vooral over geheven belastingen zal gaan hier niet zo mee te sjoemelen valt: de hoeveelheid te betalen belasting wordt ten slotte vastgesteld op basis van procenten en dergelijke.

Enkele bedrijven riepen om de mogelijkheid om transacties in bepaalde landen uit te sluiten van het nieuwe akkoord, op de grond dat het in sommige landen verboden is om betalingen aan de overheid internationaal bloot te leggen. De EU heeft dit voorstel echter afgewezen, omdat de bewijzen hiervoor niet overtuigend genoeg werden bevonden. Dit laat zien dat de EU met dit akkoord een serieuze stap tegen corruptie wil nemen, en de nood aan verhoogde transparantie van grote multinationals ernstig neemt.

Hoe gaat het verder?

Het akkoord komt overeen met de Dodd Frank act die in 2010 inging in de Verenigde Staten, die van alle in de VS geregistreerde olie-, gas- en mijnbouwbedrijven eist dat ze hun betalingen boven 100.000 Amerikaanse dollar aan alle landen en voor ieder project officieel registreren. De Dodd Frank act komt echter ook nog wel eens onder vuur te liggen. De Act houdt namelijk ook in dat ingevoerde grondstoffen niet meer uit conflictgebieden mogen komen. Het is echter nog niet mogelijk om de grondstoffen te traceren en er bestaat ook nog geen mechanisme om aan te tonen dat ze uit een conflictvrij gebied komen.

Desalnietemin heeft Britse premier Cameron heeft aangekondigd dat het verspreiden van dergelijke wetten buiten de EU en de VS een van de belangrijkste onderwerpen wordt op de G8 top dit jaar. Publish What You Pay spreekt de hoop uit dat hiermee ook Canada en Australië, alsmede de opkomende “BRIC” landen, zullen gaan overwegen om dergelijke wetten te implementeren.

Het akkoord moet nog officieel goedgekeurd worden door alle EU lidstaten en het Europese parlement. Dit wordt naar verwachting afgerond in juni dit jaar.

11.11.11, koepel van de Vlaamse Noord-Zuid beweging, noemt de wet “een belangrijke eerste stap naar transparantie.” Bij GOUD:EERLIJK? sluiten we ons graag bij dit standpunt aan!

Bronnen:

Global Witness: EU agrees landmark anti-corruption law for global resource companies

Hall, Marc: EU seals deal to boost transparency of oil, gas and logging firms

Publish What You Pay: European Union reaches deal on historic oil and mining transparency law

11.11.11: Europees akkoord over transparantie 

Mogelijke klacht tegen Peruaanse staat wegens mensenrechtenschendingen (CONGA)

Op 11 maart 2013 werd een klacht ingediend bij het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens betreffende mensenrechtenschendingen tijdens sociale protesten in Peru. Een Peruaanse delegatie advocaten, waaronder Mirtha Vásquez van NGO Grufides, gaf tijdens een hoorzitting uitleg bij de klacht. Het is onduidelijk of de commissie, die deel uitmaakt van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), deze klacht zal overwegen.

Tijdens de uiteenzetting werd verwezen naar de 24 burgers die tijdens het ambtstermijn van president Ollanta Humala het leven lieten tengevolge van buitensporig politiegeweld tijdens sociale protesten, alsook naar de 649 gewonden.  Men klaagt de “privatisering” van de Peruaanse Nationale Politie aan, verwijzend naar de groeiende samenwerking tussen de Peruaanse Politie en mijnbouwbedrijven. De Peruaanse wet maakt het immers mogelijk dat mijnbouwbedrijven agenten kunnen inhuren voor private doeleinden, zoals bijvoorbeeld de beveiliging van concessiegebieden. Bij wet mogen deze agenten gebruik maken van hun politie-uniform en wapens. Hierdoor krijgt men een verstrengeling van het publieke met het private, en geeft men een duidelijk signaal aan de bevolking en de multinationals. De Peruaanse staat wil de buitenlandse investeringen beschermen en verdedigen, men wil m.a.w. de extractieve piste aanhouden.

Men klaagt ook het buitensporig gebruik van de noodtoestand aan. De Peruaanse staat verklaart te pas en te onpas de noodtoestand in gebieden met sociale conflicten; men verwijst hierbij naar Espinar en Cajamarca (Conga). De noodtoestand gaf de staat de mogelijkheid om “willekeurige aanhoudingen te verrichten, mensenrechtenverdedigers en journalisten te folteren; er was een systematische misbruik van macht.” Men verwees ook naar verschillende Peruaanse wetten die de criminalisering van het sociaal protest toelaten; zoals de wet op het gebruik van wapens door agenten. Vooral tijdens het ambtstermijn van president García werd een juridisch kader ontwikkelt dat de criminalisering van sociaal protest toeliet. Presidenten Toledo en Humala, huidig president van Peru, hebben dit kader tijdens hun ambtstermijn uitgebreid en versterkt.

Deze klacht zou het Conga-project mogelijk verder kunnen verlammen. Het project staat momenteel ‘on hold’ na de hevige protesten in Cajamarca in het voorjaar van 2012. Dit wordt door de lokale bevolking nog steeds ontkend, meerdere bronnen bevestigen activiteiten in het Conga-concessiegebied. Eind 2012 zei minister van Energie en Mijnbouw, Jorge Merino, dat het project zeker zou doorgaan.

Vandaag, op Wereldwaterdag, komen lokale en boerenorganisaties samen in Cajamarca onder dezelfde boodschap van verzet tegen het Conga-project. In Lima staan acties van solidariteit met de bevolking van Cajamarca gepland.

Auteur: David Verstockt

Referendum over Conga? Oplossing niet in zicht

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Einde conflict nog niet in zicht

Het conflict woekert ondertussen gewoon door. De zogeheten ‘opschorting’ van de werken in het concessiegebied, om de druk af de ketel te halen en dialoog mogelijk te maken, wordt door vele bronnen nog steeds ontkend. Marco Arana verduidelijkte dat “de werken aan 2 waterreservoiren nog steeds gewoon doorgaan.” Bovendien is het nog steeds muisstil rond de bemiddelingspogingen van geestelijken Garatea en Cabrejos en blijft het aanklachten regenen tegen manifestanten en bewoners van het concessiegebied, waaronder de familie Chaupe. Het betreft een van de weinige families die nog niet zijn vertrokken uit het concessiegebied, wat hen al veel heeft gekost. Deze familie werd reeds meermaals fysiek en psychologisch bedreigd, en werd in oktober 2012 veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijk en een boete van 200 Nieuwe Peruaanse Soles met betrekking tot een landconflict met het mijnbedrijf. (een getuigenis van de bedreigingen jegens deze familie: http://www.youtube.com/watch?v=KL-iw6aNW50).

Het Comando Unitario de lucha de Cajamarca kondigde enkele dagen geleden een 3-daagse actie in het concessiegebied van de Conga-mijn aan. In een persconferentie riep Edy Benavides, verzetsleider uit Bambamarca, de bevolking van regio Cajamarca op massaal af te zakken naar Conga. Aan zijn zijde maakte Marco Arana, leider van politieke partij Tierra y Libertad en ecoligist van het eerste uur, duidelijk dat de actie te Conga geen provocatie is. “De bergmeren behoren immers toe aan de bevolking”, zei hij. “Provoceren is het weigeren van toegang tot de Conga-zone en de installatie van gewapende troepen”, voegde hij eraan toe. In november 2011 liep een manifestatie in het gebied uit de hand toen bewakingsagenten buitensporig geweld gebruikten. Verschillende manifestanten raakten zwaargewond, waaronder 1 lokale verzetsleider die zijn oog verloor.

Het verzet tegen het Conga-project is nu reeds meer dan 18 maanden aan de gang.

Río Blanco: Oproep tot een duurzame ontwikkeling zonder mijnbouw

Het conflict rond het geplande mijnbouwproject Rio Blanco in het Noorden van Peru (de centrale casus van de internationale ‘no-go zones’-campagne uit 2010), kwam in de schaduw te staan van de conflicten in Cajamarca (Conga) en Cañaris.  Desondanks blijven de geruchten dat het bedrijf zijn activiteiten terug zal hervatten, voor ongerustheid zorgen in de regio.

Op 9 februari nam het  “Frente por el Desarrollo Sostenible de la Frontera Norte del Perú (FDSFNP)”, dat de autoriteiten, comunidades, rondas campesinas en sociale organisaties van de provincies Ayavaca en Huancabamba (Piura) en San Ignacio en Jaén (Cajamarca) vertegenwoordigt, zelf het initiatief om de dialoog op te nemen met de regionale afdeling van  het “Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad (ODNS)” in Piura. Dit laatstgenoemde overheidsorgaan werd in augustus 2012 opgericht om de dialoog tussen regering en burgers te bevorderen en preventief op te treden inzake sociale conflicten.

Het Frente stapte naar de regionale afdeling van ODNS om een dialoog op te starten, en een escalatie van het conflict, zoals in Cañaris, te vermijden.  Sinds het begin van het conflict tussen het bedrijf en de lokale gemeenschappen in 2003, vielen er al 7 doden, en vele gewonden.

In de bijeenkomst benadrukte het Frente dat ze de legitieme gesprekspartners zijn. En niet de parallelle organisaties, die met steun van het mijnbouwbedrijf, ten onrechte naar voor worden geschoven als gesprekspartners. Via de parallelle organen en andere activiteiten van het bedrijf in de regio, tracht men valselijk, het vereiste ‘sociale draagvlak’ voor het project aan te tonen en verdeeldheid te zaaien binnen de gemeenschappen.
Daarnaast werd er in de ontmoeting nogmaals aandacht gevraagd voor de mogelijke gevolgen van mijnbouw in de paramos en nevelwouden in de bergen van Piura. Het aantal verleende concessies blijft stelstelmatig stijgen in dit ecologisch waardevolle gebied.  Er werden vraagtekens geplaatst bij de bredere plannen om van deze biodiverse regio, in het brongebied van de Amazone, een groot mijnbouwdistrict te maken.  De exploitatie van deze gebieden zullen dramatische gevolgen hebben voor de  natuurlijke rijkdom, de watervoorziening van de regio’s en het dagelijkse leven van de bevolking.

De representanten riepen  het ONDS op om rekening te houden met de talrijk uitgevoerde technische en wetenschappelijke studies rond de sociale en ecologische impact van Rio Blanco, die de huidige mijnbouwplannen in het gebied afraden.  Daarnaast herinnerde het Frente er nogmaals aan dat het bedrijf nog steeds illegaal opereert op de communale gronden en aldus geen recht hebben tot exploitatie. De  volksraadpleging op 16 de september 2007 indachtig, waarbij  toekomstige mijnbouwactiviteiten door 95% van de bevolking werd verworpen. Het ONDS nam een afschrift met de alle argumenten tegen het project in ontvangst, en vroeg de ondersteunende documenten op.

Een voorstel tot duurzame ontwikkeling

De representanten van het Frente gaven een duidelijke boodschap mee. Ze beklemtoonden niet tegen ontwikkeling te zijn. En pleitten voor dialoog én ontwikkeling. Echter, voor een ander soort ontwikkeling die duurzaam is en die een goed en vreedzaam samenleven voor iedereen mogelijk kan maken.  Men nodigde de competente overheidsdiensten uit om samen met de regionale overheden, lokale overheden, comunidades en rondas campesinas, aan tafel te gaan zitten. Om na te denken rond een duurzaam ontwikkelingsplan.  Om duurzame projecten uit te werken en te implementeren, die samen kunnen deel uitmaken van een ontwikkeling, die niet gestoeld is op extractivisme.

Auteur: Kim Claes

Goud:Eerlijk? lanceert unieke collectie gouden juwelen uit e-waste!

Daar stonden ze dan, Francesco en zijn vrouw. Hij gouden tanden en een kar vol met oude computers. Zij, tijgerprint en veel glitters. Pas geleden hebben ze ontdekt dat er waardevolle materialen in oude gsm’s en computers zitten en dat je deze dus beter kunt ophalen dan dat je ze weggooit.

Daar stonden ze dan, Francesco en zijn vrouw. Hij gouden tanden en een kar vol met oude computers. Zij, tijgerprint en veel glitters. Pas geleden hebben ze ontdekt dat er waardevolle materialen in oude gsm’s en computers zitten en dat je deze dus beter kunt ophalen dan dat je ze weggooit. Voor Francesco en zijn vrouw zitten daar verder geen idealen achter, of er nu wel of niet nieuw goud ontgonnen moet worden en wat voor een ecologische en sociale impact dat heeft, maakt hen niet zoveel uit. Franceso wil voornamelijk zijn collectie gouden tanden uitbreiden en zijn vrouw zeurt ook al maanden over een nieuwe gouden ketting. Op de Korenmarkt proberen de ijzermarchand en zijn vrouw hun kar met E-waste aan een marktkoopman te verkopen. Maar hebben ze de waardevolle materialen nu wel of niet uit de oude computers gehaald? En hoe zit het met die levende mobiele telefoon? Valt daar nog iets uit te halen?

Met koude handen en bevroren tenen stond het ‘Goud:Eerlijk?’-team gisteren op de Korenmarkt om de nieuwe GSMinzamelbox onder de aandacht te brengen. Het aantal mensen op aarde telt op dit moment 7 miljard, in 2012 werden er per kwartaal ongeveer 400 miljoen mobieltjes verkocht en het totaal aantal mobieltjes dat in gebruik is wordt geschat op 6 miljard. Sinds de uitvinding van de mobiele telefoon, zijn er dus al miljarden telefoons over de toonbank gegaan met als resultaat dat bijna iedereen nog wel een oude gsm thuis in de schuif heeft liggen. Aangezien je met 200 oude mobieltjes al genoeg materiaal hebt voor één gouden ring, kun je natuurlijk je mobieltje doorverkopen aan de ijzermarchands of de slimme verkoper van E-waste juwelen, maar nog beter.. je kunt je oude mobieltje droppen in één van de GSMinzamelboxen die ‘Goud:Eerlijk?’ door de stad heeft neergezet! Zo weet je zeker dat je oude mobieltje een eerlijk en transparant einde krijgt en dat de waardevolle materialen gereclyceerd worden, zodat er niet steeds opnieuw goud ontgonnen moet worden. Voor 1 gram goud wordt namelijk bijvoorbeeld 2300 liter water gebruikt, blijft er 2272kg aan mijnafval achter en wordt er 0,3 gram van het zeer giftige kwik gebruikt. Reclyreren is dus beter voor mens en milieu!

Kom je ook om kennis te maken met de levende gsm, de ijzermarchand en zijn vrouw en de marktkoopman? Wil je meer weten over onze campagne of kom je je oude gsm droppen in onze GSMinzamelbox? Volgende week woensdag 30 januari staan we tussen 13u-17u weer op de Korenmarkt!

Voor meer foto’s zie de Facebook pagina van ‘Goud:Eerlijk?’

Milieurapport Kori Kollo goudmijn (Oruro, Bolivia): Prangende vragen en teleurstellende antwoorden

De stad Oruro (Bolivia) is al een mijnbouwstad sinds haar ontstaan in 1606. Dat laat zijn sporen na. Aan het begin van de 21ste eeuw zijn de recentste sporen afkomstig van de Amerikaanse multinational Newmont Mining die er tot 2009 aandeelhouder was van 2 open pit mijnen. In één van die mijnen, de Kori Kollo mijn, op 45km van de stad Oruro, werd goud ontgonnen tussen 1982 en 2003. Als respons op de jarenlange druk van de lokale plattelandsgemeenschappen, werd in 2009 een milieu-audit aangevat. Een primeur in Bolivia! Het gaat om de eerste audit op een mijn in sluitingsfase en dus een cruciaal precedent voor alle mijnen die in de toekomst gesloten zouden worden. Ook in het kader van het huidige proces om de mijnbouwwetgeving te herschrijven kan deze audit een belangrijke rol spelen.

Na heel wat vertragingen en tussentijdse kritische doorlichtingen door de lokale partners van CATAPA (CEPA en CORIDUP), werd begin september van dit jaar het onderzoek naar de graad, de oorzaken en ecologische (water, bodem, flora en fauna), medische, socio-economische en culturele gevolgen van vervuiling in de regio rond de mijn eindelijk afgerond. De hoop te worden beloond voor het lange wachten bleek ijdel. De vragen die zich al die jaren hebben opgestapeld blijven onbeantwoord; de resultaten van het eindrapport roepen zelfs nog meer vragen op.

Het eindrapport werd onder de loep genomen door CEPA en CORIDUP en hun internationale partners, waaronder Catapa, alsook door de lokale stads- en plattelandsbevolking en ingenieurs van de universiteit van Oruro. Al snel bleek dat de kwaliteit van het rapport ondermaats was, de analyse oppervlakkig en de conclusies teleurstellend, want grotendeels onbruikbaar. “Een zwakke thesis” zoals een ingenieur van de universiteit van Oruro het verwoordde; “onaanvaardbaar” zoals de meeste plattelandsbewoners het stellen. Om te vermijden dat alle ettelijke dollars die dit onderzoek heeft gekost tot niets hebben gediend en de getroffen gemeenschappen in de kou zouden blijven staan, gaat CORIDUP over tot het mobiliseren van haar mensen. In eerste plaats eisen ze een antwoord van de regering, die tot nu toe de lippen opvallend stijf op elkaar houdt. Daarnaast is het -eindelijk- tijd geworden dat de gemeenschappen in de regio van Kori Kollo -overigens een internationaal beschermd gebied voor watervogels- hun recht op compensatie kunnen laten gelden. Door de exploitatie van de mijn (waar o.a. uiterst giftige cyanide aan te pas komt) zagen zij hun uitzichten op “vooruitgang” allesbehalve zagen stijgen. Integendeel, ze kregen vooral extra zorgen door de vergiftiging van hun vee en de vervuiling van de omgeving en van het water in het bijzonder.

Samen met CEPA, CORIDUP en hun lokale, nationale en internationale partners schraagt CATAPA zich achter de getroffen bevolking en ondersteunt hun eis op een officiële verklaring vanuit de betrokken ministeries en president Morales en op een uitgewerkt en duurzaam regionaal programma dat effectief bijdraagt tot het remediëren  van de ecologische en socio-economische impact van jarenlange grootschalige mijnbouw en het aanreiken van alternatieven voor een duurzame toekomst.

Meer Spaanstalige verslaggeving over de milieu-audit en de resultaten van het eindrapport vind je terug in de Chiwanku, het nieuwsbuletin van CEPA:

CHIWANKU – No. 766: “EL SILENCIO TAMBIEN ES COMPLICIDAD” (06-11-12)

http://www.cepaoruro.org/index.php?option=com_content&view=article&id=97…

CHIWANKU – No. 765: “Manifiesto VI Congreso de líderes ambientales” (28-10-2012)

http://www.cepaoruro.org/index.php?option=com_content&view=article&id=97…

CHIWANKU – No. 758: Desilusión y decepción de las comunidades después de conocer los resultados de la  Auditoría Ambiental al proyecto “Kori Kollo””

http://www.cepaoruro.org/index.php?option=com_content&view=article&id=95…

Engelstalige verslaggeving vind je terug op:

OOKSA NEWS, Bolivian Environmentalists Warn of Double Water Loss From Mining” (24-10-2012)

http://www.ooskanews.com/daily-water-briefing/bolivian-environmentalists…

Een engelse vertaling van de Chiwanku no. 766 kan je hieronder lezen (vertaald door Chenoa Stock, UMAVIDA, U.S.A.):

SILENCE IS ALSO COMPLICITY 

On September 7th, 2012, the Auditing Company, PCA Auditing Engineers, presented the ‘report’ of the environmental audit’s third phase, carried out on the Mining Company, Inti Raymi, and its Kori Kollo mining operation, belonging to the transnational company, Newmont.

It is without doubt, the first experience of an Environmental Audit of a mining project whose open pit mining operation was carried out for approximately 25 years, principally exploiting gold and other minerals which are inherent, in a gold mining deposit. The technology used in this mining operation was that with a base of cyanide leaching, a highly toxic (poisonous) chemical component. We are speaking of one of the biggest mining operations that Oruro has had in the  last 50 years and whose investment, if we can consider it an investment, would have been approximately $350 million.

However, the communities affected by the mining united through CORIDUP, saying that they would like to leave aside, for the moment, the supposed benefits that were granted for work sources to a determined contingent that was not precisely for workers from Oruro. We also would like to set aside the issue of royalties for Oruro. We do not know how many benefits were received from this mining operation for Oruro and the country. (Who knows how much gold they took from Oruro?) It does not exist in our knowledge an institution and/or a grassroot organization who knows with certainty how many benefits the above mentioned Oruro mining project received. The certain thing is that when the mining company arrived our communities there were POOR; now that it has gone, the communities remain there, and remain poor. We live in a determined state, which has instances and responsible authorities who should have explained and clarified to Oruro these issues and those of other mining operations.

Nevertheless, that which does interest us is that for these past 20-25 years our lands do not produce as before (the salinity consumes us) and our waters are no longer fresh or apt for animal, or worse, human consumption. So the fight, which we undertook 10 years ago, to have an Environmental Audit is aimed to clarify and know that which has happened with the nature that surrounds us, that which has happened with our lands, or the habítat, which involves the integral life of all the basin of the Uru-Uru and Poopó Lakes.

Here we have to say if the issue does or does not have importance for Oruro. One fact that is not in discussion is that of the affected communities. It is a question of life or death – of life or migration.

As we said in the beginning, the report was sent September 7th, 2012. That is to say, it is sufficient time for our parlimentarians to say “This is my mouth” (Spanish phrase, meaning “I should use my voice”.) That is, to confront the Environmental Audit problems with total responsibility by making it technically comprehensible and also making the affected communities and the entirety of Oruro understand that if that which was carried out by the auditing company was or was not an Environmental Audit. It should be clearly established that the principal duty of a parlimentarian is to oversee and investigate.

Since the date of the report, CORIDUP has been supporting that the Environmental Audit was not the audit for which we had hoped. NOBODY IS TELLING US WHAT HAS HAPPENED WITH THE USE OF THOUSANDS AND THOUSANDS OF TONS OF CYANIDE in the Kori Kollo mining operation in the many years of its mining exploitation. Except for some, the involved municipalities are quiet despite the fact that Law 2028 establishes their responsibilities and despite the fact that they had the above mentioned report in their power the following day of its presentation.

On one hand, only the Environmental Commission of the Oruro State Legislative Assembly had demonstrated at least some will to clarify this issue. It was not done sufficiently, but at least they understood that the problem should be debated by all Oruro sectors. Where will the silence lead us?

Certainly the issue is eminently technical. So we turned to the Technical University of Oruro (UTO), who also received the above mentioned report with the hope that they could guide the institutionality of Oruro on these issues so excruciating and urgent.

Our Palimentarian has had in his power the “Environmental Audit Report” for a lot of time now and has only kept silent. The University, a dedicated entity to science, having the best opportunity to scientifically demonstrate if there was contamination or not, has also kept silent. Many ‘environmentalists’ of Oruro, who know that on September 7th the ‘report’ was sent, have also kept silent. And like this, in Oruro, it seems that silence is like complicity.

Clemente Paco Huanca
Departamental Coordinator – LIDEMA – CEPA

Auteur: Hanne Cottyn

Goudmijnbouw zal Griekenland niet uit de crisis helpen

De Griekse regio Chalkidiki kampt de laatste jaren met protesten van de Griekse bevolking, maar afgelopen maanden werden deze steeds heviger. Dit tegen de opkomst van een enorm goudmijnbouwproject dat zich dreigt te vestigen in een Grieks natuurgebied, gelgenen in het noordoosten van het schiereiland Chalkidiki. De overheid geeft dit gebied (van ongeveer 317 km²) in “bruikleen” aan het private exploitatiebedrijf ‘Hellas Gold’, een dochteronderneming van ‘European Goldfields’. En dat is dan weer een dochteronderneming van het Canadese ‘El dorado’. Deze wil er een grootschalig goudmijnbouwproject opstarten. Goudmijnbouw heeft nefaste gevolgen voor de omliggende fauna en flora: waterschaarste, zware metalen en andere toxische stoffen die in het milieu terecht komen, grondwateraantasting, … Omwonenden, eigenaars van de toeristische accomodatie, milieuactivisten en wetenschappers verzetten zich heftig tegen de plannen, maar de overheid dult deze tegenspraak niet. Opstanden en betogingen worden repressief onderdrukt door de politie.
De plannen voor deze goudmijnen in Griekenland zijn al bijna een decennia in de omloop. Maar pas iets meer dan een jaar geleden kreeg het mijnbouwbedrijf Hellas Gold de toestemming van de minister van Milieu om twee goudmijnen (het Skouries project en het Olympias project) te bouwen in het noorden van het land. Er zou een open-pit mijn komen in Skouries, terwijl het Olympias-project het opknappen van een oude ondergrondse mijn omvat. Naast enkele metalen bijproducten zoals zilver en lood, wil het bedrijf tegen 2015 ongeveer 1000 kilogram goud ontginnen (1 kilogram goud is meer als 20 000 euro waard). Ondertussen zijn ze al gestart met onder meer het kappen van bomen. Protestacties blijven. Zo hebben inwoners van Chalkidiki onlangs (in juli 2012) een rechtszaak gewonnen van Hellas Gold. Dezen trokken de legaliteit van de beslissing van het Ministerie van Milieu in vraag, waardoor het project weer gedeeltelijk uitgesteld werd. Hellas Gold is bovendien reeds eigenaar van een mijnbouwproject in Griekenland, in de stad Stratoni, dat al sinds 2005 in werking is. Er wordt lood, zilver en zink geproduceerd in ondergrondse mijnen gelegen onder de stad. Tegenstanders beweren dat ook hier het bedrijf in strijd is met de voorwaarden en verplichtingen. Het maakt bijvoorbeeld gebruik van explosieven in plaats van machinaal graven, waardoor er scheuren zijn waargenomen in verschillende gebouwen van de stad erboven. Deze bewoners hebben het bedrijf ook aangeklaagd, maar de beschuldigingen werden enkele jaren geleden al afgewezen.

De rechtsgetinte regering van premier Antonis Samaras spant samen met het mijnbouwbedrijf om eventuele tegenstanders in te tomen. Griekenland heeft de inkomsten uit deze mijn namelijk ‘nodig’ om Europese mandaten te halen, om ervoor te zorgen dat er terug economische stabiliteit komt en ze zo uit de financiële crisis te geraken. De weg naar die economische stabiliteit gebeurt echter niet democratisch. Er wordt niet gedebatteerd in het parlement over deze mijn en er is al evenmin consensus over. Het debat, of beter verwoord ‘de strijd’, wordt wel gevoerd op straat. Vreedzaam protest wordt hardhandig neergeslagen door de politie.

De protesten escaleren. Getuigen van een betoging op 21 oktober in het Skouries woud vertellen hoe vredelievende betogers in elkaar geslagen en uitgescholden werden door de politie, zonder zelf enige aanleiding daartoe te geven. Traangas en geweld werden ruimschoots gebruikt en enkele van de ongeveer 2500 betogers belandden met verwondingen in het ziekenhuis. Er zijn bovendien al vijftien betogers voor de rechtbank gedaagd voor verzet tegen de staat. Dit is hoogst opmerkelijk aangezien tot nu toe niemand hiervan ooit beschuldigd is geweest sinds het bestaan van de Griekse dictatuur, volgens sommige bronnen.

Het project wordt veelbelovend voorgesteld door de overheid: de staatsschuld aflossen en werkgelegenheid voor de lokale bevolking creëren. Deze kleine voordelen wegen voor de lokale bevolking echter niet op tegen de enorme nadelen. Eén van de mooiste natuurgebieden van Griekenland dreigt vernietigd te zullen worden door deze mijnbouwactiviteiten. Giftig mijnafval, dat cyanide en kwik bevat, zal de omliggende bossen en rivieren vervuilen, zware metalen zoals lood en arseen, de zee. Ook de lucht zal verontreinigd worden door gevaarlijke stoffen en deze zullen terug op aarde komen door zure regen. Bovendien werd de bevolking niet geconsulteerd over deze projecten.

De lokale bevolking heeft daarom een campagne opgericht om de mijnbouwprojecten te verhinderen: “Save the homeland of Aristotle and the gateway to the Holy Mountain”. De bekende filosoof Aristoteles werd namelijk geboren in deze streek en ook de berg Athos. De Heilige Berg is gelegen in de toekomstige goudmijnbouwwerf. Het gebied is tot nu toe gespaard gebleven van de invloeden van de beschaving, momenteel wordt het zelfs enkel bewoond door monniken. De campagne roept mensen over heel de wereld op om hun stem te laten horen. Dit kan, door de online petitie te tekenen!

Auteurs: Truike Geerts en Charlotte Christiaens