Update: de bedreigingen gericht aan de familie van Don Wilder blijven doorgaan…

Eerder deelden we reeds het bedroevende nieuws dat Johan Ferney Aguilar González op 3 september werd vermoord. Daags nadat zijn vader, don Wilder Antonio Aguilar Rodríguez, een aanklacht indiende tegen de Canadese multinational Mirandagold voor het uiten van bedreigen gericht aan hemzelf en zijn familie. Wilder is de sociale leider van Vereda Santa Filomena, een gemeenschap binnen het dorp Falan in Colombia, dat zich verzet tegen mijnbouw in hun leefomgeving en momenteel via legale procedures de exploratieve werken van de multinational op hun grondgebied tracht tegen te houden. 

Tot nu toe werd er nog niemand beschuldigd voor de moord. Het onderzoek is nog volop aan de gang, maar voor de inwoners van Santa Filomena is het duidelijk wie hierachter zit. In een interview met Luis Carlos Barrero, vrijwilliger bij onze partnerorganisatie Comité Ambiental en Defensa de la Vida de Tolima, vertelt Wilder over de impact van de moord op zijn familie en zijn gemeenschap. Die is natuurlijk groot. Zijn familie is verscheurd door het verdriet en er heerst veel angst in de gemeenschap en ver daarbuiten. Maar ondanks alles blijft Wilder doorgaan met de strijd voor een betere toekomst van zijn gemeenschap. Bekijk hieronder het interview. 

Interview Wilder

Alsof dit allemaal nog niet genoeg was, kreeg Wilder opnieuw met serieuze bedreigingen te maken. Zijn familie wordt nog steeds niet met rust gelaten. De Colombiaanse overheid onderneemt duidelijk niet voldoende om milieu- en mensenrechtenverdedigers te beschermen. Samen met onze partners eisen we van de nationale autoriteiten en van president Petro om dringende maatregelen te nemen voor de bescherming van het leven van Wilder en zijn familie.

In Falan is, net als andere delen van het land, het verdedigen van de eigen leefomgeving een activiteit met hoog risico geworden. Mensen kunnen hun huizen amper verlaten en voelen zich continue onveilig. Het recht op leven en het verdedigen van de eigen leefomgeving tegen bedreigen van buitenaf zijn echter mensenrechten.

De Colombiaanse staat heeft de plicht om deze vrijheden van alle Colombianen te beschermen. Lees hier de aanklacht van onze partners en hun eis voor rechtvaardigheid na de nieuwe bedreigingen: Comunicado a la opinión pública (in het Spaans).

Het recht om 'nee' te zeggen

We steunen gemeenschappen hun recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouw en het maatschappelijke systeem dat mijnbouw noodzakelijk maakt. In de Andesregio én hier!

10 Manieren Waarop CATAPA het Opnam Tegen de Mijnbouwindustrie in 2020

10 Manieren Waarop CATAPA het Opnam
Tegen de
Mijnbouwindusrie in
2020

Omwille van de Covid-19-pandemie is het wereldwijd een moeilijk jaar geweest, niet in het minst voor gemeenschappen die het hoofd moeten bieden aan mijnbouwprojecten die de situatie waarin we ons nu bevinden proberen uit te buiten.

Ondanks deze nieuwe uitdagingen zijn hier 10 manieren waarop CATAPA de mijnbouwindustrie in 2020 heeft aangepakt:

1. Ontmaskering van de uitbuiting van Boliviaanse mijnwerkers in Europese toeleveringsketens

In 2020 publiceerde CATAPA een onderzoeksartikel waarin aan het licht kwam hoe het zeldzame metaal indium onbetaald via de toeleveringsketen van Boliviaanse mijnen in handen komt van de Europese industrie. Dit was een vervolg op het eerste onderzoek naar polymetaalmijnbouw in Bolivia eerder in 2020, waarin de gevolgen van mijnbouw in de regio Oruro werden beoordeeld. Het onderzoek bracht de lokale en regionale actoren in de Boliviaanse toeleveringsketen in kaart, om beter te begrijpen hoe “Making ICT Fair” er in een Boliviaanse context uit zou kunnen zien.

 

2. Steun aan de #WhoIsKillingThem-campagne

Colombia is wereldwijd de gevaarlijkste regio voor mensen die opkomen voor het milieu. Daarom lanceerden CATAPA-activisten onder leiding van de werkgroep CATAPA Colombia de campagne #WhoIsKillingThem om mensen bewust te maken van de gevolgen van mijnbouw en het toenemende aantal milieu- en sociale activisten dat in Colombia wordt vermoord.

 

3. Empowerment van Water Guardians in Peru

Het project “Guardianxs del Agua” omvatte een opleiding in watercontrole voor 5 plaatselijke “watercomités”, waarvan de zoetwaterbronnen bedreigd worden door huidige en potentiële mijnbouwprojecten in Cajarmarca, Peru.  De reeks workshops en trainingen verschaften de “Beschermers van het Water” de vaardigheden om tekenen van vervuiling beter te identificeren en de kwaliteit en kwantiteit van de lokale watervoorraden te documenteren.

Een campagne in de sociale media, “Guardianxs del Agua” genaamd, vestigde de aandacht op het werk van de comités voor watertoezicht en het belang van de bescherming van deze laatste bronnen van schoon water. De campagne vestigde ook de nationale aandacht op een nieuw wetsvoorstel dat de milieucomités zou beschermen. Het project en de campagne werden afgesloten met de publicatie van een korte documentaire Guardianxs del Agua.

4. Organisatie van een internationale webinarreeks over duurzame en verantwoorde toeleveringsketens voor elektronica

In 2017 bundelden elf Europese partners hun krachten om het project “Make ICT Fair – Reforming manufacture and minerals supply chains through policy, finance and public procurement” op te zetten. Georganiseerd door CATAPA, trok de Make ICT Fair internationale webinarreeks honderden deelnemers uit meerdere continenten met als doel het leven van arbeiders en lokale gemeenschappen die worden beïnvloed langs de ICT-toeleveringsketen te verbeteren door middel van onderzoek, capaciteitsopbouw en campagnevoering. 

5. Aanpassing van mijnbouwactivisme tijdens een pandemie

CATAPA’s grootste jaarlijkse evenement, de Open Min(e)d Speakers Tour, omvatte gastsprekers uit Hongkong, Ecuador en Colombia, net voordat alles op online werd gezet door het begin van de pandemie. In het kader van het 2020 changemaker-traject voltooiden 30 changemakers ons programma rond Extractivism, Degrowth en Buen Vivir met verschillende trainingen, onder meer over hoe je impactvolle sociale mediacampagnes voert.

In samenwerking met universiteiten gaven Catapistas lezingen aan studenten over onderwerpen als conflicten over hulpbronnen en mensenrechtenschendingen in Latijns-Amerika. Elk jaar begeleidt CATAPA verschillende studenten die hun scriptie schrijven over mijnbouwgerelateerde kwesties & ICT-aankopen en “Thesis 4 Bolivia” bood afgestudeerden en onderzoekers een ruimte om hun ervaringen met onderzoek in het buitenland te delen. 

2020 bood ook nieuwe kansen: CATAPA verdiepte zich in de wereld van de diepzeemijnbouw met een webinar en de oprichting van een actiegroep. Toen de eerste golf was weggeëbd, werden er covidveilige Summer’s End Sessions georganiseerd, zodat de Catapista’s de bewegingsstrategie voor 2021 verder konden uitbouwen en ontwikkelen.

CATAPA organiseerde Doculatino en Cinema Peru, een online reeks filmvertoningen die de verhalen belichtten van de gemeenschappen die werden getroffen door de winningsindustrieën. In Bar Circular konden honderden mensen online ICT-workshops volgen over digitale gezondheid, reparatie en hoe je de levensduur van je digitale apparaten kunt verlengen. 

6. De groene mijnbouwagenda van de Europese Commissie aan de kaak stellen

CATAPA heeft zich aangesloten bij meer dan 230 maatschappelijke organisaties, gemeenschapsplatforms en academici in een open brief om de Europese Commissie op te roepen om dringend haar plannen te heroverwegen om een nieuwe greep naar hulpbronnen te doen, zowel in de EU als in het wereldwijde Zuiden.

In plaats van het uitbreiden en repatriëren van mijnbouwvernietiging die gemeenschappen, biodiversiteit en de planetaire levensondersteunende systemen zal bedreigen – riepen we op tot:

  1. Absolute vermindering van het gebruik van en de vraag naar hulpbronnen in Europa
  2. Erkenning en respect voor het recht van gemeenschappen om nee te zeggen tegen mijnbouw.
  3. Handhaving van de bestaande EU-milieuwetgeving en respect voor beschermde gebieden
  4. Beëindiging van de uitbuiting van naties in het Zuiden en eerbiediging van de mensenrechten
  5. Bescherming van “nieuwe grenzen” – zoals de diepzee – tegen mijnbouw.

7. De bekendheid van “El Tingo” vergroten

De gemeenschap van El Tingo is één van de meest door mijnbouw getroffen gemeenschappen in Cajamarca (Peru), aangezien ze tussen twee mijnbouwprojecten is gelegen. Ondanks het feit dat mijnbouwbedrijven Gold Fields en Coimolache sociale akkoorden ondertekenden met de gemeenschap, brachten de mijnbouwprojecten de gemeenschap watervervuiling, verlies van landbouw en vee, vernietiging van eigendommen, zware metalen in het bloed van de gemeenschapsleden en loze beloften van werk in de mijnen.

In 2020 besloot de gemeenschap van El Tingo zich uit te spreken. Dit project resulteerde in de krachtige documentaire ‘El Tingo: una comunidad bajo dos proyectos mineros‘ en is tot op heden meer dan 22.000 keer bekeken.

8. Het veiligstellen van een erkende sociaal-culturele status

We hebben de status van sociaal-culturele organisatie veiliggesteld, waardoor we vanaf 2021 meer betaalde medewerkers kunnen aannemen en meer spannende projecten en initiatieven kunnen financieren. Dit was echt belangrijk om structurele financiering veilig te stellen, vooral in de huidige economische context – zodat we kunnen blijven vechten voor een sociaal en ecologisch rechtvaardige planeet.

9. Proefproject voor toezicht door werknemers op de mijnbouwindustrie

CATAPA is in 2020 een nieuw partnerschap aangegaan voor de uitbreiding van door werknemers aangestuurde monitoring van mijnbouwactiviteiten in drie continenten. CATAPA ondersteunde de organisatie van monitoringtrainingen met Electronics Watch en CISEP om een begin te maken met het leggen van de lokale fundamenten die nodig zijn om te beginnen met de monitoring van Boliviaanse tinmijnen. Het einddoel van door arbeiders gestuurde monitoring van deze mijnen zal een belangrijke stap zijn in de transparantie van deze wereldwijde toeleveringsketens.

10. Overheids- en privé-instanties aanmoedigen om hun ICT op te schonen

De verbanden tussen mijnbouw en ICT-producten zijn duidelijk. De gemiddelde smartphone bevat 60 verschillende elementen, waaronder veel metalen. Zonder de winning van metalen zouden veel van de technologieën die in kantoren in heel België worden gebruikt, niet bestaan. Dit jaar heeft het project Fair ICT Vlaanderen een leernetwerk opgezet met 30 grote afnemers van ICT-hardware en 6 pilootorganisaties in Vlaanderen actief ondersteund om hun aankoopbeleid duurzamer te maken. De eerste Fair ICT Award werd uitgereikt aan de KU Leuven. Zij werden erkend voor hun engagement voor ‘Human Rights Due Diligence’ en de verlenging van de levensduur van hun ICT-apparatuur. Op die manier houden ze de ICT-industrie verantwoordelijk en dragen ze bij tot minder (over)consumptie en mijnbouw.

Als je wilt deelnemen aan CATAPA’s activisme en meer te weten wilt komen over wat we in petto hebben voor 2021, kun je hier contact met ons opnemen om je aan te melden voor e-mailupdates – en als je het je kunt veroorloven, doneer dan hier om onze inspanningen om mijnbouw te stoppen te ondersteunen.

Goede voornemens voor het nieuwe jaar in Colombia

Goede voornemens voor het nieuwe jaar in Colombia

De jaarbalansen en goede voornemens zo typisch aan deze tijd van het jaar, ontbreken ook hier niet. Partnerorganisatie Cosajuca bereidde zich tijdens een driedaagse AV grondig voor op een veelbelovend en uitdagend jaar. De recent ontstane Nationale Milieubeweging krijgt eveneens een steeds duidelijker zicht op haar concrete werking en acties. Maar ook de mijnbouwsector en regering formuleren hun voornemens: ze willen van 2018 een topjaar maken voor de Colombiaanse extractieve sector. Hieronder een korte update over wat onze partnerorganisaties in Colombia bezighoudt. 

Sancocho al Parque

Het vorige artikel begon met de uitspraken van Cajamarcaans burgemeester Pedro Marin, die stelde dat de uittocht van Anglo Gold Ashanti, ten gevolge van de volksraadpleging eind maart 2017, een grote economische crisis veroorzaakte, waardoor de Cajamarcaanse bevolking honger lijdt. Laat me dit artikel beginnen met een duidelijk antwoord hierop van de Milieu- en Boerenraad van Cajamarca. Op 21 november organiseerden we de eerste editie van Sancocho al Parque. Beschouw het als een reuze-volkskeuken in het centrale park van deze gemeente. Om de boeren-identiteit van Cajamarca nogmaals in de verf te zetten, en om duidelijk te stellen dat het Cajamarca niet ontbreekt aan eten noch aan solidariteit, werden meer dan 2500 borden Sancocho (= traditionele maaltijdsoep) uitgedeeld! Muziek, gedichten en speeches vergezelden deze vrolijke en voedende viering van de historische beslissing van dit dorp.

Landbouw

En een historische beslissing was het: niet elke dag beslist een gehele gemeenschap om hun leefomgeving ook voor toekomstige generaties gezond en leefbaar te houden, ook al moeten ze daarvoor snel en gemakkelijk geld links laten liggen. En laat dat laatste nu net hetgeen zijn dat de kleinschalige landbouw hier niet kan aanbieden. Anders dan in België, laat deze bergstreek nagenoeg geen mechanisatie van de landbouw toe, waardoor het productieproces zwaar en arbeidsintensief is. Bovendien wordt de familiale landbouw, ondanks haar levensnoodzakelijke bijdrage aan de maatschappij, sterk ondergewaardeerd, zowel politiek als commercieel. Vanuit politieke hoek wordt impliciet de boodschap gegeven dat de familiale landbouw enkel in de weg staat van échte ontwikkeling: de exportgerichte agro-industriële en extractieve megaprojecten. Vanuit commercieel oogpunt zien de meeste Cajamarcaanse boeren wekelijks hun oogst de gemeente verlaten in een camion van de onderling goed georganiseerde tussenhandelaars, die tegelijk een disproportioneel aandeel van de winst meenemen. Wat voor de boer overblijft wordt grotendeels geherinvesteerd in het land en in de kostelijke chemische landbouwproducten. De beslissing om mijnbouw uit ecologische overwegingen te verbieden, heeft heel wat producenten wakker geschud met betrekking tot de ecologische impact van de bestrijdings- en bemestingsmiddelen die intensief ingezet worden. De geschetste politieke en commerciële context echter, samen met de vooralsnog beperkte vraag in Colombia naar biologische producten, beperken echter de bewegingsruimte van de boeren om te experimenteren met andere teeltvormen. Gelukkig zijn er wel degelijk verschillende elementen te melden die de transitie naar een eerlijkere en properdere landbouw de wind in de zeilen brengt.

Orrocacha

Met Anglo Gold Ashanti als gezamenlijke tegenstander, bracht de volksraadpleging de Cajamarcaanse Milieu- en Boerenraad en de Latijns-Amerikaanse restaurantketen “Crepes y Waffles” bij elkaar. Dit monde uit een samenwerking op lange termijn die inzet op de promotie van de arracha, een pastinaak-achtige groente waarvoor Cajamarca gekend is. Crepes en Waffles koopt rechtstreeks af van een groep Cajamarcaanse boeren aan een stabiele en eerlijke prijs, en verwerkt de groente in enkele schotels die op verschillende plaatsen in het land aangeboden worden. Bovendien is deze samenwerking gericht op het onderzoeken en toepassen van meer ecologische teeltvormen van deze groente.

Om deze nieuwe samenwerking in te huldigen, werd een grote tentoonstelling georganiseerd in Bogota: Orro Vital van Pedro Ruiz. Met deze expo gaat deze internationaal geroemd Colombiaans schilder in heel Colombia op zoek naar wat in de verschillende territoria als de waarlijke plaatselijke rijkdom wordt beschouwd, m.a.w. naar wat het échte goud is. Voor deze gelegenheid voegde Pedro Ruiz een extra – Cajamarcaans – luik toe: de Orrocacha. Niet enkel reisde een Cajamarcaanse boerendelegatie naar Bogota om tijdens de vernissage het woord te nemen, maar ook de expositie kwam naar Cajamarca, een primeur voor het dorp.

Nationale tegenwerking tegen milieubewegingen …

Hoewel Cajamarca erin slaagde om een volksraadpleging rond mijnbouw te organiseren, en erin slaagde om zichtbaarheid te creëren rond haar eigen voorstellen en initiatieven i.f.v. een duurzame lokale ontwikkeling, staan vele andere gemeentes in Colombia nog niet zo ver. En terwijl in heel Colombia milieubewegingen inzetten op de bescherming van de ecosystemen tegen de amper gecontroleerde proliferatie van mijnbouwprojecten, zet de regering een frontale aanval in op de twee belangrijkste grondwettelijke mechanismen waar deze bewegingen gebruik van maken: de volksraadpleging, en het gemeentelijk besluit.
In een vorig artikel vermeldde ik reeds dat de overheid besliste om geen volksraadplegingen meer te financieren. Ondertussen zijn er reeds 5 volksraadplegingen, die alle voorbereidende procedures en grondwettelijke controles doorlopen hebben, maar die on hold staan vanwege deze weigering tot financiering. Eén van deze gemeentes, Cordoba, sloeg er echter reeds in om via juridische weg haar recht op democratische inspraak op te eisen. Het departementale gerechtshof droeg het Ministerie van Financiën in haar uitspraak op om de volksraadpleging in Cordoba te financieren, die op 21 januari 2018 zal plaatsvinden. Dit is dus voorlopig de enige geplande mijnbouwgerelateerde volksraadpleging in Colombia.

Een ander beslissingsmechanisme dat onder vuur ligt, is het gemeentelijk besluit. Aan de hand hiervan kunnen gemeentes beslissen om hun territorium van mijnbouw te vrijwaren, iets wat in meer dat 20 gemeentes over heel Colombia ondernomen werd. De afgelopen twee maanden zijn er echter verschillende van deze besluiten – waaronder dat van Ibagué – onuitvoerbaar verklaard door de departementale gerechtshoven. Voor deze herroeping baseren de gerechtshoven zich echter expliciet op een artikel van de mijnbouwwet (dat stelt dat gemeentes niet de bevoegdheid hebben om mijnbouw op tijdelijke of permanente wijze te verbieden op hun grondgebied) dat in 2016 door het grondwettelijk hof geschrapt werd uit de mijnbouwwet wegens niet strokend met de principes van lokale autonomie die in de grondwet van 1991 ingeschreven werden. Gezien de gebrekkige onderbouwing van deze uitspraken, worden voorbereidingen getroffen om een herziening te eisen door de raad van state.

… en nationale verweving van milieubewegingen

Tegenover deze nationaal gecoördineerde acties om de locomotora minera éénzijdig op te leggen door een overheid die duidelijk onder druk wordt gezet en bijgestaan wordt door de transnationale mijnbouwindustrie, is een sterke nationale en internationale samenwerking noodzakelijk. Naast de blijvende inzet op internationale zichtbaarheid rond het La Colosa-project in Cajamarca en rond de mijnbouwproblematiek in Colombia in het algemeen (zo nam een integrante van partnerorganisatie Cosajuca deel aan de manifestatie tegen het Mining and Money-seminarie in Londen, georganiseerd door Yes to Life, No to Mining), versterkt de beweging zich op nationaal niveau binnen de Movimiento Nacional Ambiental (Nationale Milieubeweging). Dit platform, dat meer dan 70 milieubewegingen van over heel Colombia, alsook verschillende nationale en internationale NGO’s bij elkaar brengt, zag het daglicht zo’n vijf maanden geleden. De tweede bijéénkomst gaf direct aanleiding tot een aantal gecoördineerde acties, gericht op de meest dringende geschouwde thematieken. Een grote schrijfactie werd georganiseerd, gericht aan het grondwettelijk hof, in verband met de beslissing die het hof binnenkort zal nemen over de legitimiteit van de volksraadpleging die afgelopen jaar in Cumaral gehouden werd. Meer dan 100 Colombiaanse organisaties en 14 internationale organisaties schaarden zich achter deze actie! Ook werd een nationale betoging georganiseerd in Bogota voor de deuren van de ANLA, het Nationale Milieulicentie-Agentschap. Daarnaast zal de druk opgevoerd worden om mijnbouw en democratische participatie belangrijke thema’s te maken van de politieke debatten, naar aanleiding van de naderende verkiezingen.

En de goede voornemens van Cosajuca …

Partnerorganisatie Cosajuca zal een centrale rol blijven spelen in dit proces van nationale articulatie! De afgelopen maanden werden verschillende projecten goedgekeurd, die de werking van het collectief op verschillende niveaus en thema’s het komende jaar verzekeren. Middels een project dat via FOS (Zweeds-Noors ontwikkelingsfonds) uitgevoerd wordt, worden de pijlen gericht op vier grote doelstellingen: het eisen van de implementatie van de volksraadpleging, het inzetten op de articulatie van 5 regionale milieubewegingen, het beïnvloeden van de aankomende wetswijzigingen inzake mijnbouw en democratische participatie, alsook de versterking van de lokale economie in Cajamarca. Via een andere werklijn wordt er ingezet op het zichtbaar maken van de sterke rol die de vrouw speelt in de ecologische strijd in Cajamarca. Ook nemen we vanaf januari het werk rond de gemeenschappelijk beheerde waterbronnen terug op, gericht op het verankeren van het recht op zuiver en voldoende water, en op de organisatieve versterking van de boerengemeenschappen.

Duidelijke doelen voor ogen, en de capaciteiten en middelen bij de hand om er volledig voor te gaan. Goed om zo het nieuwe jaar in te gaan!

Cajamarca Colombia na de Consulta Popular

Zeven maanden gleden ondertussen voorbij sinds de volksraadpleging in Cajamarca. Het nagenoeg unanieme, maar vooral bindende resultaat hiervan, is het permanente verbod op mijnbouw in de gemeente. Ook drie maanden zijn er reeds verstreken sinds m’n aankomst in dit in de Westelijke Andesketen verscholen paradijs. Het wordt dus tijd dat ik jullie één en ander laat weten over de gang van zaken in Cajamarca. Onvermijdelijk zal er ook een deeltje nationaal verhaal zijn, want deze Tolimeense gemeente wordt niet enkel beïnvloed door de nationale politiek, maar blijft erin slaan om zelf ook de nationale overheid voor grote uitdagingen te stellen!

De terugkeer naar een normaliteit

Ondanks de uitspraken van burgemeester Pedro Pablo Marin eind juni, dat Cajamarca in een zware economische crisis beland is die ervoor zorgt dat de bevolking honger lijdt, en dat de Cajamarcuunse bevolking haar landbouwroeping reeds verzaakt had en inwisselde voor een mijnbouwcultuur, wisselde Cajamarca de woelige, polariserende periode van de volksraadpleging opnieuw in voor haar vertrouwde ritme: De doordeweekse kalmte in het dorp, die onderbroken wordt door de overrompeling van boeren die in het weekend de straten van Cajamarca opvrolijken, en wiens oogst naar alle kanten van het land vertrekt. De verhoogde levenskost – effect van het mijnbouwproject – begint op sommige vlakken terug te dalen, en de heropstart van twee grootschalige openbare werken stelt een verhoogde tewerkstelling in het vooruitzicht. Bovendien is de ideologische kloof tussen de mineros en de ambientalistas niet meer zo gapend als die zich een half jaar geleden voordeed. Een klein maar veelzeggend voorbeeld van deze tendens: Vorige week trokken we naar La Ciudadela (een plattelandswijk) om er samen met de gemeenschap een kwaliteitscontrole van het bronwater uit te voeren, gekoppeld aan een film- en discussieavond. Twee jongeren die voorheen in de mijn werkten, en die zich een half jaar geleden nog sterk afzetten tegen de boodschap en strijd van de ambientalistas, overwonnen de antagonistische spanning en namen actief en geïnteresseerd deel aan de activiteiten waarvoor partnerorganisatie COSAJUCA de gemeenschap had uitgenodigd. Ondanks een blijvende verdeeldheid, is de verlammende sociale polarisering – die de bereidheid om met elkaar in gesprek te gaan verhindert – getaand.

“Hé, dat was wel mijn mijn!”

Hoewel Anglo Gold Ashanti – die op 26 maart haar investeringen in de tien jaar aanslepende exploratiefase in rook zag opgaan – zich terugtrok en voorlopig relatief stil houdt, zijn er nog heel wat andere actoren die belang hadden bij het La Colosa-project, belangen die zich bijvoorbeeld uitten in politieke frustratie op lokaal, regionaal en nationaal niveau.

Op lokaal niveau stopt de burgemeester zijn ongenoegen met het resultaat, en dus met de milieubeweging , niet onder stoelen of banken, ook al spreekt hij zichzelf hierbij herhaaldelijk tegen. Publiekelijk stelt hij dat de beslissing van het volk een rechtstreeks gevolg is van hun onvermogen goede beslissingen te nemen, en dat de milieubeweging een verborgen politieke agenda wilt doordrukken die niets met milieu te maken heeft, “want welke inspanning hebben ze reeds gedaan om bijvoorbeeld een waterbron te beschermen tegen vervuiling?”. Als onze partnerorganisatie dan een half jaar intensief rond het thema van de bescherming van water werkt, vindt de burgemeester het nodig om de presidenten van alle 43 vereda’s (kleinste administratieve territoriale eenheden) van Cajamarca bijéén te roepen om onze partnerorganisatie te stigmatiseren als hangjongeren, leeglopers en opstokers, om te zeggen dat ze niet over de legitimiteit beschikken om rond waterbescherming te werken, of met andere woorden: dat een gemeenschap niet capabel noch bevoegd is haar eigen problemen op te lossen. Maatschappelijk middenveld? Nooit van gehoord …
Ondanks zijn eigen openlijke kritiek, dringt Pedro Marin er tijdens dergelijke vergadering op aan bij de gemeenschapsleiders om geen openlijk standpunt tegen de mijnbouw in te nemen, zeker niet tijdens zichtbare evenementen zoals de jaarlijkse feesten van afgelopen weekend. Eén visie (zijn visie) is meer dan genoeg. Gelukkig worden dergelijke aanmaningen door menig gemeenschapsleider niet in dank afgenomen.

Vanwaar zijn ongenoegen? De partijen die z’n kandidatuur steunden zijn de partijen die de krijtlijnen van het huidige roof-mijnbouwbeleid uittekenden. Bovendien vond de volksraadpleging twee weken na z’n aanstelling als burgemeester plaats, waarmee hij z’n beleidsplan van meet af aan in de vuilbak kon kegelen. En daarmee ook z’n vooruitzicht op een bergje extra zakgeld. Maar het was zijn berg of het was Andesberg. Me dunkt dat Cajamarca de juiste beslissing maakte.

Onrust in de stuurcabine van de mijnbouwlocomotief

Cajamarca was de vierde gemeente die een ontginningsgerelateerde volksraadpleging organiseerde, waarna er nog vijf plaatsvonden. Hoewel dit verbod op extractieve activiteiten in 9 van de 1122 gemeentes in Colombia een peulenschil lijkt ten opzichte van de 8.866 toegekende mijnbouwconcessies, verspreid over 30 van de 32 departementen, zijn de bestuurders van de mijnbouwlocomotief (zoals president Santos één van de hoofdaders van zijn economisch beleid doopte) onmiskenbaar misnoegd. Niet zozeer over de stem van deze gemeenschappen, maar wel over het feit dat beleid gebaseerd wordt op die stem. Bovendien voelen ze de hete adem in hun nek van de grote mijnbouwbedrijven die onder Uribe en Santos op een voorkeursbehandeling konden rekenen, maar nu hun belangen bedreigd zien.

Zo zijn er de discursieve aanvallen in de nationale media. Publiekelijk wordt de legaliteit van dergelijke mechanismen ontkent door o.a. de directeur van het agentschap ter verdediging van de staat, en door de minister van mijnbouw, terwijl dergelijk beslissingen met betrekking tot mijnbouw stevig en ondubbelzinnig verankerd liggen in artikel 33 van wet 136 (1994), in de wetten 134 (1994) en 1757 (2015), en in uitspraak T-445 (2016) van het grondwettelijk hof. Woorden als “chaos”, “wanorde” en “lichtzinnigheid” worden herhaaldelijk gebruikt om deze volksraadplegingen te beschrijven, waar in het geval van Cajamarca bijvoorbeeld drie jaar van voorbereiding en openbare en inclusieve debatten met alle actoren aan vooraf gingen.
Ook besliste het ministerie van mijnbouw om naar Cajamarca te komen met een workshop gewijd aan het oppoetsen van het imago van de mijnbouw, en met een enquête die de houding van de rurale bevolking t.o.v mijnbouw in kaart wilt brengen, en dit ná de volksraadpleging!

Verontrustender dan deze ongefundeerde uitspraken en dan de verdwaalde vertegenwoordigers van het mijnbouwministerie, zijn enkele administratieve beslissingen en wetswijzigingen die recentelijk doorgevoerd werden. Zo besliste de ANLA (Nationale Autoriteit voor Milieuvergunningen) op 4 augustus om haar gespecialiseerde mijnbouwwerkgroep op te doeken, zonder een andere entiteit te creëren die de verantwoordelijkheid draagt voor het bestuderen, controleren en toekennen van milieuvergunningen voor extractieve projecten. Dat ANLA met minder mensen hetzelfde werk wilt gaan doen m.b.t. zulk een omvangrijke en polemische sector als de mijnbouw in Colombia, baart grote zorgen.
Een ander geval is het decreet 883 van mei 2017 dat via de fast-track-procedure (verkorte wetgevende procedure i.f.v. de implementering van het vredesakkoord) tot stand kwam. Dit decreet stelt dat mijnbouw- en petroleumbedrijven hun belastingen mogen betalen in de vorm van het bouwen van sociale infrastructuur (hospitalen, scholen, aquaducten, …). Dit zorgt voor een economische chantage, waarbij lokale overheden – die vaak geen andere kanalen vinden om dergelijke noodzakelijke infrastructuur te bouwen – gedwongen worden om de extractieve activiteiten te aanvaarden.
Ten slotte is er nog het “Proyecto de Ley Estatuaria de Participacion Ciudadana”, een wetsvoorstel ingediend door senator Roy Barreras, waarmee de regering wil voorkomen dat er in de toekomst nog volksraadplegingen over extractieve projecten kunnen beslissen. Dit wetsvoorstel stelt enerzijds enkele bijkomende obstakels voor de realisering van volksraadplegingen, en wilt de raadpleging op burgerinitiatief (zoals het geval was in Cajamarca) onmogelijk maken. Aangezien deze wetten niet met terugwerkende kracht gelden, zou dit de situatie in de 9 gemeentes waar reeds een volksraadpleging gehouden werd niet beïnvloeden. Wel betekent dit een hangend zwaard boven het hoofd voor de mijnbouwgerelateerd volksraadplegingen die in vele tientallen gemeentes doorheen het land in de stellingen staan. Om tijd te winnen heeft de regering er niet beter op gevonden om te zeggen dat er geen budget meer is om deze mechanismen van burgerparticipatie te financieren. Sinds 18 oktober – de dag van deze beslissing – zijn er reeds twee volksraadplegingen (1 in Meta, 1 in Santander) afgelast! Tenzij de bevolking en het gemeentebestuur er zelf in slaan om het nodige budget te vergaren, zullen er naar alle waarschijnlijkheid geen volksraadplegingen meer plaatsvinden in 2017. Ik had liever beter nieuws gebracht.

Comités Ambientales on wheels & wings

Om de bevochten verworvenheden en de milieubewegingen die zich in heel Colombia aan het versterken zijn te verdedigen, wisten Cosajuca en het Comité Ambiental en Defensa de la Vida (beiden partnerorganisaties van CATAPA) hun boodschap haarscherp over te brengen in verschillende nationale en internationale politieke en juridische debatten.
Op nationaal niveau wisten vertegenwoordigers van beide organisaties, bijgestaan door Cajamarcuunse boeren, tot driemaal toe het woord te richten tot ministers, congresleden, en de bevolking in het algemeen. Op 26 september vond het debate de control politico plaats in het congres met als centraal thema de volksraadplegingen, een debat waar onze partnerorganisaties via congresleden Ivan Cepeda, Alberto Castilla en Alirio Uribe op aandrongen. Ook op 23 oktober nam een delegatie deel aan twee publieke hoorzittingen in het congres: één m.b.t. de hervorming van de mijnbouwcode, en één m.b.t. burgerparticipatie. Telkens werden de boodschappen en eisen duidelijk naar voor gebracht. Stop de stigmatisering van de milieubeweging, als waren het guerrilleros of milieu-jihadisten zoals geopperd wordt. Stop de desinformatie m.b.t. de sociale en ecologische impact van industriële mijnbouw! Deze milieustrijd, gebaseerd op pacifistische principes en op de grondwet, en dus niet op geweld en dwang, zou in deze transitieperiode naar vrede niet enkel gerespecteerd maar ook geapprecieerd moeten worden door de regering! Niet alle mijnbouw is slecht, maar het rode CV van een bedrijf als Anglo Gold Ashanti moet in overweging genomen worden, en de ecosystemische waarde en culturele landbouwroeping van Cajamarca maken dit een uiterst ongeschikte plaats voor mijnbouw. De mijnbouwtitels in Cajamarca moeten vernietigd worden, want … La Colosa NO VA!

Ook op internationaal niveau is de Tolimeense beweging hoorbaar. Zo nam een vertegenwoordigster van het Comité Ambiental y Campesina de Cajamarca vorige week deel aan een bijeenkomst van het Corte Interamericana de Derechos Humanos in Uruguay. Doel? De Colosa-case bekendmaken bij de functionarissen van dit gerechtshof, ter voorbereiding van de mogelijke toekomstige nood om een juridisch proces op te starten voor het CIDH tegen de Colombiaanse staat, in geval van een terugkeer van “el Anglo”.
Vorige maand nam een delegatie van het Comité Ambiental van Ibagué deel aan een bijeenkomst van het Comité van Economische, Sociale en Culturele Rechten van de VN, bijééngeroepen om de inspanningen van de Colombiaanse overheid m.b.t. deze rechten te evalueren. De interventie en het ingediende rapport van het Tolimeense Comité misten hun effect niet: in het verslag dat dit VN-comité formuleerde naar de Colombiaanse regering toe, eisen de VN het onverminderde respect voor en de volledige implementatie van de volksraadplegingen!

En last but not least: Jhonatan, activist van Cosajuca, vertegenwoordigde dit collectief de afgelopen twee weken op z’n lobbyreis doorheen half-Europa. Zo vrolijkte hij onder andere het Europees Parlement met z’n doelgerichte aanwezigheid, en nam hij het woord in één van de VN-vergaderingen ter voorbereiding van het bindend verdrag over bedrijven en mensenrechten. Van de hele resem activiteiten die in België plaatsvonden met hem weten jullie – als het goed zit – een stuk meer dan als ik.

Cajamarca se respeta, carajo!

En ter afsluiting: wat gebeurt er – naast het naarstige werk van Cosajuca met de boerengemeenschappen – op vlak van mobilisatie in Cajamarca? Vorig weekend vonden de jaarlijkse dorpsfeesten plaats, die sinds 5 jaar opgefleurd worden met de carrao, een optocht van jeeps, overvloedig verkleed met alle groenten, fruit en andere producten die de boeren hier weten te telen. Ondanks de inspanning van de burgemeester om het milieucomité van Cajamarca geen aanwezigheid te gunnen, en ondanks zijn druk op andere gemeenschapsleiders om het mijnbouwthema onaangeraakt te laten tijdens dit door velen gevierde evenement, bleken zijn pogingen vruchtloos. Niet vruchtloos: de jeep van het milieucomité! Deze werd bovendien omringd door een kleurrijke optocht, wiens boodschap niet onopgemerkt bleef voor de bijna voltallige Cajamarcaanse bevolking:

La comida se respete Carajo, SI SI SI
La arracacha se respete Carajo, SI SI SI
La consulta se respete carajo, SI SI SI
Cajamarca no se vende carajo, NO NO NO

Dat we nog veel meer in petto hebben mag absoluut verondersteld worden, maar laten we dat houden voor een volgend bericht.

Ons echte ‘Dorado’ is water: lokale gemeenschappen versterken verzet tegen mijnbouw in Colombia

Ons echte ‘Dorado’ is water: lokale gemeenschappen versterken verzet tegen mijnbouw in Colombia

Terwijl de overheid, finaciële pers, economische analysten het lof uitroepen over Colombia als de ideale plaats voor nieuwe mijnbouwinvesteringen, versterken lokale organisaties en gemeenschappen hun verzet tegen grootschalige mijnbouwprojecten.

Mijnbouw in Colombia: een ‘nieuw’ investeringsklimaat?

Sinds het aan de slag ging in augustus van vorig jaar, heeft de regering van Colombiaanse president Juan M. Santos, mijnbouw uitgeroepen als één van z’n voornaamste ‘motoren voor ontwikkeling’.

Hoewel Colombia reeds jaren z’n natuurlijke rijkdommen uitbuit, via oliewinning in verschillende regios en de grootschalige koolmijn ‘el Cerejon’ in de regio van ‘La Guajira’, heeft het land tot hiertoe nog geen grootschalige, actieve mijnbouwprojecten waar men aan metaalontginning doet. Aangezien de prijzen van verschillende metalen, en goud in het bijzonder de laatste jaren in de hoogte geschoten zijn, tonen internationale mijnbouwbedrijven een hernieuwde interesse voor de ontginning van deze grondstoffen in Colombia.

Terzelfdertijd roepen finaciële pers en economische analysten het lof uit over Colombia als de ideale plaats voor mijnbouwinvesteringen, waarbij ze volledig de mantra van de regering overnemen die beweert dat het decenia-oude interne conflict nu volledig onder controle is en de veiligheidssituatie zo verbeterd is, dat het zorgt voor een ideaal klimaat voor buitenlandse investeringen. Locale organizaties en internationale mensenrechten organisaties betwijfelen dit en beweren dat de onwapening van paramilitaire groepen tussen 2003 en 2005 niet geheel sucessvol was en hieruit zelfs nieuwe gewapende groepen ontstonden, die nu stilaan meer terrein winnen. Ondertussen blijven mensenrechten in Colombia een grote zorg: de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten behield het land op z’n zwarte lijst voor 2010, en vermeldde in z’n rapport een aantal specifieke gevallen waar ‘staats actoren’ medeplichtig bevonden werden aan buitengerechtelijke executies. Het Colombiaanse conflict vormt nog steeds een complexe en gevaarlijke context voor buitenlandse mijnbouw bedrijven, zeker gezien het feit dat sommige multinationals zich durven laten verleiden tot afspraken met gewapende groepen om zo hun belangen te verzekeren.

Mijnbouwbedrijven en mensenrechtenschending: nu ook in Colombia?

Desondanks hebben internationale mijnbouw bedrijven hun zinnen gezet op Colombia’s goud, in zoverre zelfs dat het doet herinneren aan het ongrijpbare ‘El Dorado’, een mythe die ook de Spaanse ‘conquistadores’ in de ban had toen ze voor het eerst op het continent aankwamen.
Canadees mijnbouwbedrijf Goldcorp, dat zichzelf de ‘ snelst groeiende, laagste-prijs goud producent’ noemt, liet recentelijk weten dat dat het op zoek was naar goud mijnprojecten in Colombia die het zou kunnen ontwikkelen. Dergelijke uitspraken kunnen zorgwekkend zijn voor lokale gemeenschappen gezien de reputatie die het bedrijf heeft in andere Latijns Amerikaanse landen zoals Guatemala, waar de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten moest tussenkomen ter bescherming van bewoners die hun protest uitten tegen het Marlin goudmijn project van Goldcorp.
Anglo Gold Ashanti, het derde grootste goud mijnbedrijf in de wereld, heeft reeds jaren aanwezigheid in Colombia met z’n ‘La Colosa’ goudmijnproject in de regio van Tolima, wat voorlopig nog steeds in exploratie-fase is. Lokale gemeenschappen bedreigd door een mogelijke volgende exploitatie-fase, hebben een sterk verzet uitgebouwd rond het argument dat het gebruik van cyanide voor het de ontginning van goud hun traditionele landbouw in de regio in gevaar zou brengen, ook wel de ‘brood mand’ van Colombia genoemd. Onlangs stelden ze voor om een lokaal referendum te houden in oktober, zodat de bewoners zelf konden beslissen of het project naar een exploitatie fase zou mogen overgaan of niet. Hun bezorgdheid over de mogelijke milieu impact van het ‘La Colosa’  project is meer dan gerechtvaardigd, aangezien Anglo Gold Ashanti recentelijk de Public Eye ‘prijs’ werd toegekend aan het meest onverantwoordelijk bedrijf voor z’n milieuvervuilend goudmijn project in Ghana.

Groeiende golf van protest

Lokale groepen over heel het land, ongerust over de nakende komst van grootschalige mijnbouw bedrijven, hebben zich in verschillende regios van het land georganiseerd. In Marmato, de regio Caldas, weigeren klein schalige mijnbouwers het mijnbouw bedrijf Medoro toegang, uit vrees dat deze hen hun traditionele levensvoorziening zal ontnemen. Om hun stem kracht bij te zetten plannen ze een betoging in Bogotá in de komende weken.

Dergelijke groeperingen en organisaties, van diverse aard en oorsprong kwamen begin april samen in Bogotá, allen deel uitmakend van het ‘Colombiaanse netwerk tegen grootschalige transnationale mijnbouw’’ (RECLAME). Tijdens de twee-daagse bijeenkomst, analyzeerden zij de huidige nationale context ivm grootschalige mijnbouw, bekeken hun eerste jaar samenwerking als netwerk, en maakten plannen voor toekomstige acties. De hoogdringendheid tot actie was overduidelijk en verschillende voorstellen kwamen naar boven, waaronder een nationale campagne voor de verdediging van hun territorium, water bronnen en voedsel soevereiniteit.
In hun eindverklaring noemde RECLAME als voornaamste objectieven het versterken van regionale, nationale en internationale coördinatie, en het plannen van een derde nationale bijeenkomst in de loop van ditzelfde jaar, gezien de ernst van de bedreigingen die lokale gemeenschappen confronteren.

‘Ons echte ‘Dorado’ is Water’

Verschillende aanwezigen vonden moed en inspiratie in een kleine, maar belangrijke overwinning die afgelopen maart in het departement Santander werd behaald. Daar zag het Canadese ‘junior’ mijnbedrijf Greystar Resources zich genoodzaakt om z’n aanvraag tot milieu vergunning in te trekken, nadat een massieve protest beweging duizende mensen op straat bracht tegen het ‘Angostura’ goudmijn project, voorzien in de bergregio genaamd  ‘Santurbán’. Hoewel het later terugkwam op z’n initiële uitspraak en zei een aangepaste aanvraag te zullen indienen, hadden de publieke opinie en verschillende overheidsfunctionarissen reeds duidelijk gemaakt dat dergelijk mijnbouw project niet vatbaar was in het hooggebergte, genaamd ‘páramos’. Een belangrijke argument dat de tegenstanders aanhielden was de mogelijke vervuiling van hun watervoorziening, terwijl ze zuiver water meer waard achtten dan al goud dat de mijn zou ontginnen, hetgeen werd verwoord in een eenvoudige slogan:’ Ons echte ‘Dorado’ is Water’.
Met dergelijke precedent als voorbeeld van sucessvol verzet tegen groot-schalige mijnbouw, kunnen andere mijnbouw bedrijven die hun oog hebben laten vallen op het zogenaamde ‘Dorado’ van Colombia maar beter de bezorgdheid van lokale gemeenschappen in acht nemen, om te voorkomen dat ze in dezelfde, niet benijdenswaardige situatie terecht zouden komen als Greystar.

door Gert Steenssens / EsperanzaProxima.net

Colombia: Netwerk tegen Grootschalige Mijnbouw ziet het levenslicht

Colombia: Netwerk tegen Grootschalige Mijnbouw ziet het levenslicht

Zo’n 30-tal organisaties van over heel Colombia kwamen vorige weekend samen om zich over een prangend nationaal probleem te buigen: dat van de grootschalige mijnbouw.

Een problematiek die ook in Colombia steeds meer lokale gemeenschappen voor grote problemen stelt: milieuvervuiling, maar eveneens het verlies van landrechten, voedselveiligheid en cultuur, tot zelfs de gewelddadige verdrijving door paramilitairen groeperingen, al dan niet met actieve hulp van het leger.

Recentelijk nog, werd een huis van een inheemse familie platgebombardeerd door een helikopter van het leger, officieel omdat er guerrillero’s in de buurt zouden geweest zijn, terwijl het moeilijk als toevallig kan gezien worden dat diezelfde gemeenschap nog maar recentelijk was teruggekeerd na eerder al eens verdreven te zijn vermoedelijk om plaats te maken voor een mijnbedrijf dat in de regio wil opstarten (1).

Dergelijke gebeurtenissen geven een verontrustende trend aan die zich niet enkel in Colombia voordoet: die van de ‘militarisatie’ van gebieden waar multinationals hun oog laten vallen hebben op de natuurlijke rijkdommen (2), zoals in dit specifiek geval van de Muriel Mining Corporation in de regio van Chocó (3).

Dergelijke megaprojecten bedreigen niet alleen het voortbestaan van inheemse gemeenschappen, maar ook het levensonderhoud van lokale boeren die in de toekomst mogelijks door milieuvervuiling niet langer aan landbouw zullen kunnen doen. Misschien paradoxaal genoeg, bedreigt dit ook het voortbestaan van kleinschalige mijnbouwers in dezelfde regio: Meestal zijn dat lokale arbeiders die reeds lange tijd, soms zelfs generaties lang, een stukje grond hebben uitgebaat met behulp van kleinschalige en artisanale mijnbouwtechnieken, en die zich plots geconfronteerd zien met een internationaal bedrijf dat beweert de eigendomsrechten over hun land te bezitten of een concessie te hebben om er een open-pit mijn te beginnen.
Onafhankelijk van hun redenen, elk van hen hebben enorm te lijden bij de komst van dergelijke grootschalige mijnbouwprojecten.

Twee dagen discussiëren kostte het om een consensus te bereiken tussen de verschillende aanwezigen en organisaties, die elk hun eigen standpunt hadden tegenover mijnbouw: dat ging van ‘neen, mijnbouw nooit’, over ‘neen, als het over grootschalige mijnbouw gaat’ tot ‘nee tegen grootschalige mijnbouw door multinationale bedrijven’ (4).

Maar uiteindelijk kwam het akkoord er dan toch, mede omdat eenieder zich meer dan bewust was van de hoogdringendheid om op nationaal niveau een front te vormen dat de problematiek van dergelijke megaprojecten op de nationale agenda kan zetten.

Die noodzaak werd andermaal duidelijk wanneer één van de deelnemende organisaties het trieste nieuws moest brengen dat in de loop van de bijeenkomst twee van haar leden in de provincie Bolivar, vermoedelijk door paramilitairen, waren vermoord (5).

Het weekend werd uiteindelijk het best samengevat door de woordvoerdster van de Nationale Organisatie voor Inheemse volkeren van Colombia (ONIC) wanneer ze zei: ‘Vorig jaar was het jaar van de vergaderingen, dit jaar dat van de actie.’

Welkom, ‘Netwerk Colombia tegen Grootschalige Mijnbouw’, wij hopen nog veel van u te mogen horen.

(1) http://justiciaypazcolombia.com/Indigenas-heridos-por-bombardeos & http://contagioradio.com/otra-mirada/193-en-grave-estado-de-salud-indige…

(2) http://justiciaypazcolombia.com/Remilitarizacion-de-Resguardos-de

(3) oftewel: ‘nationalisatie’ als oplossing voor de mijnbouwproblematiek. Moet gezegd dat die laatsten eens bij de buren in Ecuador moeten gaan horen of daardoor alle milieu- en andere problemen op magische wijze opgelost zijn.

(4) http://www.censat.org/dadamail/mail.cgi/archive/prensa/20100215120611/

Auteur: G. Steenss