De bewakers van de lagunas – Conga

De bewakers van de lagunas – Conga

Het Conga-project ligt tot ten minste eind 2013 stil. Deze beslissing werd de Peruaanse regering opgedrongen na het eindeloze verzet in Cajamarca; het gebrek aan sociaal draagvlak dwong Newmont Mining zijn Conga-project ‘on hold’ te zetten. Maar de lokale bevolking heeft echter zijn twijfels. Er zijn geruchten dat er ’s nachts nog steeds in sneltempo gewerkt wordt aan de reservoiren die men ter vervanging van de bergmeren bouwt. Bovendien beseft men dat deze ‘stillegging’ niet het einde betekent van het Conga-project. Het is een vaak geziene strategie van menig mijnbouwmultinational in Peru die te veel weerstand ervaart van de lokale bevolking; leg het project stil en wacht totdat de storm is gaan liggen, uiteindelijk zal men het wel moe worden.

Sinds 15 oktober bezetten een kleine honderdtal moedige boeren een heuvel nabij Laguna Azul ; één van de bergmeren die met het Conga-project zal verdwijnen. Het is als het ware een laatste redmiddel, een symbolische actie. Een soort van zit-actie, maar niet zonder risico’s. Het gehele gebied is immers privaat bezit van Minas Conga, deze terreinen zijn niet langer gemeengoed. Bijgevolg schenden ze met hun aanwezigheid de wet en riskeren ze, zoals vele van hun kompanen, juridische vervolging. Nu Minas Conga het recht op vruchtgebruik van deze oude mystieke bergen heeft gekocht, worden zijn oude bewoners illegaal en door het bedrijf geviseerd.

Ons bezoek aan dit geïmproviseerde tentenkamp verliep bijzonder hartelijk. Bij aankomst werden we uitvoerig bedankt voor onze aanwezigheid, bij wijlen werd het gênant en vermeden we verdere complimenten. De harde, gure weersomstandigheden maakt het verzet van deze boeren zowaar nog heldhaftiger. De snijdende wind en regenval tekenen het gezicht van iedereen hier aanwezig, bij nachte duikt de temperatuur diep onder de nul. Het romantische karakter van deze actie krijgt al snel een grauwig randje.

Eén van de aanwezigen wijst prompt richting een bouwwerf die we nabij Laguna Azul kunnen waarnemen. “Daar zijn ze een reservoir aan het bouwen. Dit zal een 20, 30 jaar meegaan, maar zal daarna onderhoudswerk vereisen. Wie zal dit betalen? Waarom zouden we onze eeuwenoude bergmeren vervangen door iets kunstmatig?” Het is inderdaad een vreemd zicht, vlak aan het bergmeer, dat plaats zal moeten ruimen voor het onderliggende goud, komt een reservoir te liggen. Het is opvallend hoe zeer dit uitzicht verschilt met enkele maanden terug. Toen was ik hier ook, maar het reservoir niet.

De bezetting van deze basis gebeurt volgens een rotatieschema. Iedere vier dagen lost een nieuwe groep de andere af, op die manier vindt iedereen de tijd om te gaan werken, om even te recupereren van deze harde omstandigheden. De solidariteit is bijzonder groot, van heinde en verre wordt rijst, bakolie, groenten, plastic folie, … aangevoerd, zonder dit alles zijn de bewakers van de lagunas verloren.

Het was wederom een aangename vaststelling hoe kameraadschappelijk dit vredevol verzet tegen het Conga-project wel is, hoe vastberaden en bescheiden deze mensen wel zijn. Men is overtuigd dat men de strijd, tegen deze reus Newmont, kan winnen. Er is immers geen alternatief.

Hier een kort filmpje, een indruk: http://www.youtube.com/watch?v=spqhNSMFT7M&feature=plcp 

 

De Peruaanse dictatuur: leg het volk het zwijgen op

De Peruaanse dictatuur: leg het volk het zwijgen op

Het is stil in Cajamarca. De stem van het volk is niet langer te horen in de straten, het geluid van getunede mototaxis en motoren van Japanse, Koreaanse en Chinese makelij vullen de stad.

Het Conga-conflict kende in het voorjaar een voorspelbaar verloop. Een blinde zag het noodlot aankomen; eind mei en juni intensifieerde het verzet. Het enige antwoord van de weinig creatieve Peruaanse regering was de installatie van meer troepen. We waren getuige van het eerste politiegeweld in Cajamarca stad, begin juni 2012. Hoe zeer dit ons schokte, hoe snel we dit gewoon werden. Tijdens de maand juni was de sfeer in de stad te snijden; van heinde en verre kwamen demonstranten, hun roep werd luider. Dagen voor de moordpartijen in Celendín en Bambamarca spraken we al over het gevaar van een tweede Bagua. Trieste en profetische woorden. Schaamteloos schoten de zwaar bewapende troepen van Humala 5 burgers neer. Een onderzoek werd aangekondigd om de eigenlijke omstandigheden van ‘deze ongelukkige incidenten’ te onderzoeken. De noodtoestand werd aangekondigd, ‘om het publieke leven te herstellen en de burgers te beschermen’. De eerste noodtoestand werd op 4 juli afgekondigd. Tijdens deze eerste maand werd een dialoog opgestart; twee geestelijken, Miguel Cabrejos en Gastón Garatea, gingen praten met de verschillende partijen.

Op 4 augustus, vanuit het niets en met een simpele vingerknip verlengde men de noodtoestand met een bijkomende maand. Opvallend was de onwetendheid in Cajamarca op 3 augustus; geen ziel wist wanneer de noodtoestand nu eindelijk eindigde, laat staan of men het nog een extra maand ging verlengen. Op zich was dit niet zo verbazend, want wat deze noodtoestand tekent, is de afwezigheid van politie of leger. Het dagelijkse leven gaat door, bij wijlen zie ik minder politie dan in de maanden voor de noodtoestand. Bovendien stoort men zich weinig aan deze maatregel; indien er een nachtklok is, sommigen beweren van wel, anderen van niet, dan negeert die men al te graag. Het is als het ware een ‘light’ versie van de noodtoestand, een normalisering van deze maatregel; de regering gebruikt het te pas, maar eerder te onpas, en de moegeslagen burgers halen hun schouders op.

Op dergelijke momenten voel je het gecentraliseerde Peru aan den lijve. De economische en politieke top beslissen in het grijze Lima, al dan niet in overleg, hoe het verder moet met het land. Na de eigenlijke afkondiging van de extra maand noodtoestand vielen velen uit de lucht; waarom werd de noodtoestand verlengd? Wat is het motief van Humala?

Waar de verantwoording voor de eerste noodtoestand nog enigszins steek hield, is dit bij de tweede versie niet het geval. De enige reden is het onderdrukken van de dissidente stem in de straten van Cajamarca. In een antwoord op deze dictatoriale maatregel verklaarde Marco Arana, één van de verzetsleiders, dat het protest gewoon zal verder gaan in de andere 10 provincies van regio Cajamarca, waar de noodtoestand niet van toepassing is. Daags erop werd een preventieve aanklacht uitgesproken door de regering, wat de lamlegging van elk protest in de andere 10 provincies betekende. Humala slaagt in zijn opzet; het aantal manifestaties werd tot een minimum herleid, kranten verleggen hun focus, Peruaanse arbeiders uit andere windstreken stromen toe om te werken in Minas Conga, … . Het verzet gaat op zoek naar andere strategieën, maar dit blijk niet makkelijk.

En juist ja, de dialoog opgestart door de regering, o.l.v. de twee geestelijken. Gisteren gingen ze praten met de CEO van Newmont Mining. Wanneer we eindelijk resultaat mogen verwachten, en wat het resultaat zal wezen, god knows. Hoop doet leven, en ondertussen werkt men vrolijk door in Minas Conga.

Auteur: David Verstockt

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

De Peruaanse regering zal de milieueffectenstudie van het project Minas Conga laten doorlichten door internationale experts. Dat liet de nieuwe premier Oscar Valdés weten bij zijn aantreden op 11 december. Gisteren nodigde hij vertegenwoordigers van Cajamarca uit in Lima om tot een akkoord te komen over de terms of reference. Maar de regionale president en de burgemeesters uit de directe invloedssfeer van het project kwamen niet opdagen. Zij willen dat het project geannuleerd wordt.

Milieueffectenstudie

Het project Minas Conga, een uitbreiding van Yanacocha, krijgt in oktober 2010 groen licht van het ministerie van energie en mijnbouw. In juli 2011 maakt Newmont Mining, de hoofdaandeelhouder van Yanacocha, bekend dat de financiering rond is. Sindsdien volgen de protestacties elkaar in snel tempo op.

Het begint met een protestmars, een wegblokkade en een boerenbijeenkomst aan de door het project bedreigde bergmeren in oktober van dit jaar. Naar aanleiding van die acties komen de ministers van landbouw, mijnbouw en milieu persoonlijk polshoogte nemen in Cajamarca. Ze beloven dat het ministerie van milieu de goedgekeurde milieueffectenstudie kritisch zal herevalueren.

Paro regional

Op 9 november volgt een 24-urenprotest tegen het mijnbouwproject. Wegen worden geblokkeerd, studenten bezetten de universiteit en meer dan 10.000 mensen komen op straat. Een paro regional van onbepaalde duur wordt aangezegd voor 24 november, als de regering het project tegen dan niet onleefbaar heeft verklaard. Uit schrik voor beschadigingen, schort Yanacocha de werken aan Conga op. Op 23 november reist de minister van binnenlandse zaken naar Cajamarca om aan te dringen op een annulatie van de staking. Tevergeefs, de regionale autoriteiten vinden dat president Humala zelf naar Cajamarca moet komen.

Op 24 november gaat de staking van start. De bevolking van Cajamarca komt massaal op straat. Scholen en winkels sluiten de deuren, de belangrijkste wegen worden geblokkeerd en een paar duizend mensen trekt de bergen in om er te waken over vier meren die door het project bedreigd worden. Intussen heeft het ministerie van milieu haar kritische doorlichting gemaakt. Het resultaat is een nota die de bezorgdheden van de manifestanten grotendeels bevestigt en het protest verder aanvuurt.

Dialoog

Na zes dagen staking, laat Yanacocha weten dat het op vraag van de regering, en in de hoop de rust en de sociale vrede te herstellen, de activiteiten van het Conga project opschort. Woordvoerders van de protestbeweging reageren laconiek: niets nieuws onder de zon, de facto liggen de werken toch al een paar weken stil. Wat ze willen, is een resolutie waarin de regering de onleefbaarheid van Conga afkondigt. Toch versoepelen ze de protestmaatregelen om ruimte te maken voor dialoog. Bussen en vrachtwagens worden geleidelijk weer doorgelaten.

Op 4 december, anderhalve week na de start van de staking, zakt een commissie onder leiding van premier Salomón Lerner naar Cajamarca af om er te spreken met de leiders van de protestbeweging.

Tegelijk worden honderden agenten en militairen naar de regio gestuurd. De regering wil een einde maken aan de staking. Als de leiders vierentwintig uur de tijd vragen om hun basis te consulteren, speelt ze het spel hard. Tekenen ze niet nog diezelfde dag wat voorligt, dan wordt de noodtoestand afgekondigd.

Noodtoestand

Zo geschiedt. Rond 10 uur kondigt president Ollanta Humala op televisie de noodtoestand af in vier provincies van de regio Cajamarca. De noodtoestand is een uitzonderingsregime waarbij bepaalde grondwettelijke rechten zoals de onschendbaarheid van de woonst en de vrijheid van vergadering, kunnen worden opgeheven. Als de president dat wil, kan het leger de controle over de interne orde overnemen. Volgens de Peruaanse grondwet is de noodtoestand enkel van toepassing in het geval van de verstoring van de vrede of de interne orde, catastrofe of ernstige omstandigheden die het leven van de natie aantasten. Maar om geweldloos protest te breken, maakt Ollanta Humala graag een uitzondering. De leiders en autoriteiten roepen de bevolking op om naar huis te gaan, kalm te blijven en hun protest op creatieve manier te blijven uiten. Er worden protestliederen uitgedeeld en overal in de stad verschijnen zelfgemaakte affiches en Peruaanse vlaggen.

De dag nadien keurt de regionale raad van Cajamarca unaniem een ordonnantie goed die het project Conga onleefbaar verklaart. Grondwetspecialisten in Lima haasten zich om te onderstrepen dat dit buiten haar bevoegdheden valt. Het ministerie van economie en financiën blokkeert de bankrekeningen van de regionale regering van Cajamarca om ongeoorloofd gebruik van publieke middelen te vermijden.

Dinsdag 6 december neemt een aantal regionale leiders uit Cajamarca deel aan een bijeenkomst in het parlement in Lima, georganiseerd door de Commissie voor Inheemse Volkeren. Als ze buiten komen, worden Wilfredo Saavedro en Milton Sánchez samen met vier andere personen gearresteerd en meer dan tien uur lang vastgehouden in de Dirección contra el Terrorismo (DIRCOTE). Motief en opdrachtgever voor de arrestatie zijn onduidelijk. Bij hun vrijlating kort voor middernacht laten ze weten klacht te zullen neerleggen tegen de politie, wegens willekeurige vrijheidsberoving.

Herschikking regering

Binnen de regering moeten de meningsverschillen over de aanpak van de Conga-crisis intussen zijn gegroeid, want op 10 december dient premier Salomon Lerner bij Humala zijn ontslag in. Een dag later wordt de minister van binnenlandse zaken, Oscar Valdés, een ex-militair, ingezworen als eerste minister. Het kabinet wordt grondig herschikt en de meeste centrum-linkse ministers verdwijnen uit de regering. Sommige politieke commentatoren zien in de episode een ruk naar rechts en vrezen dat Humala zich steunend op het leger zal ontpoppen tot een autoritaire heerser. Anderen vinden dat de president de ’toets van Conga’ met glans heeft doorstaan, door te breken met de ‘linkse vrienden’ die hem steunden tijdens de verkiezingscampagne en de buitenlandse investeringen veilig te stellen.

In zijn eerste verklaring als premier zegt Valdés dat de regering de milieu-effectenstudie van Conga zal laten doorlichten door internationale experts. Dat is op zich een goede zaak. Op 16 december wordt de noodtoestand opgeheven. Maar pogingen om de dialoog te hervatten, lopen sindsdien vast. De posities staan dan ook diametraal tegenover elkaar. “Conga no va” luidt het in Cajamarca. Voor de regering is het “Conga va sí o sí”. Hoogstens kan de uitvoering hier en daar wat bijgeschaafd worden. Bijkomend probleem is dat de autoritaire stijl van Valdés op weinig waardering kan rekenen bij de leiders van de protesten. Zo wil hij enkel spreken met verkozen vertegenwoordigers van Cajamarca. Daarmee sluit hij belangrijke actoren, zoals de provinciale frentes de defensa uit van het proces. De premier is niet in staat tot luisteren, luidt het verdict van Gregorio Santos, regionaal president van Cajamarca, die de bijeenkomst van gisteren aan zich voorbij liet gaan.

Auteur: Jonas Hulsens

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

De Peruaanse president Humala kondigde maandag de noodtoestand af in vier provincies van de noordelijke Andes-regio Cajamarca. Duizenden boeren protesteren er al meer dan tien dagen tegen de komst van één van de grootste goudmijnbouwprojecten ter wereld. De noodtoestand maakt de inzet van het leger tegen de lokale bevolking mogelijk. Dat is reden tot ongerustheid: in 2009 leidde een gelijkaardig conflict in Noord-Peru tot meer dan dertig doden.

De verklaring van de noodtoestand is gebaseerd op artikel 137 van de Peruaanse Grondwet. Door deze uitzonderlijke maatregel worden in de vier provincies bepaalde burgerrechten opgeschort, zoals de rechten op persoonlijke vrijheid en veiligheid, de onschendbaarheid van woonst, en de rechten op vrij verkeer en vergadering. Het leger neemt de controle op de interne orde over. Enkele duizenden militairen zouden ondertussen ter plaatse zijn, om een einde te maken aan de protesten.

Omstreden megaproject

Het Conga-project is met een kapitaal van 4 miljard dollar de grootste mijnbouwinvestering ooit in het land. Het gaat om een uitbreiding van de Yanacocha-mijn, de grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Lima stelt dat Conga noodzakelijk is voor de verdere economische groei van Peru, maar in Cajamarca denken ze daar anders over: 78% van de bevolking is er afhankelijk van de landbouw en de veeteelt. Water is voor hen van het grootste belang.

Ook in de regiohoofdstad Cajamarca, die steeds meer omsloten wordt door de goudmijn in de omliggende bergen, ligt de bevolking wakker van water. De vernietiging van vier bergmeren door het project staat dan ook centraal in het protest, dat gesteund wordt door de regionale overheid.

Het voorbije weekend wierpen onderhandelingen tussen de regering en de aanvoerders van de protesten geen vruchten af. Na de voorlopige stillegging van het project door Yanacocha, besliste president Humala maandag om de noodtoestand uit te roepen in de regio.

De rol van de internationale gemeenschap

Yanacocha, dat voor meer dan de helft eigendom is van het Amerikaanse Newmont Mining en 5% kapitaalsteun krijgt van de Wereldbank, kent een lange geschiedenis van confrontatie met de lokale bevolking. Dat de nieuwe Peruaanse regering de belangen van het bedrijf opnieuw boven die van de lokale gemeenschappen stelt, vraagt om een internationale reactie. De beslissingen rond Conga zijn niet coherent met eerdere beleidsmaatregelen van de president, zoals de goedkeuring van een wet omtrent voorafgaande raadpleging van lokale gemeenschappen.

Het zou bovendien niet de eerste keer zijn in de recente geschiedenis van Peru dat een confrontatie tussen het leger en de lokale bevolking uitmondt in bloedvergieten: onder het bewind van de vorige president Alan García vielen in 2009 nog 33 doden, toen het leger ingreep om een einde te maken aan de protesten van inheemse Amazonegemeenschappen tegen olieontginning. De uitkomst van het conflict rond Conga zal bepalend zijn voor het beleid van de regering-Humala met betrekking tot andere mijnbouwconflicten in het hele land.

De EU is de tweede belangrijkste handelspartner van de Andes-gemeenschap (CAN), waarvan Peru deel uitmaakt. 45% van alle export uit de Andes-gemeenschap naar Europa bestaat uit brandstoffen en mijnbouwproducten. In 2012 ligt een Vrijhandelsakkoord met Peru ter goedkeuring voor in het Europese Parlement. In haar Country Strategy Paper 2007-2013 over Peru, onderstreept de Europese Commissie de nood aan sociale inclusie en cohesie in het land. Als Europa coherentie nastreeft tussen haar handels- en ontwikkelingsbeleid, dan is het haar verantwoordelijkheid om mee op te roepen tot een vreedzame oplossing voor de situatie in Cajamarca, vindt CATAPA: een oplossing die de positie van de lokale bevolking respecteert.

Auteur: Wies Willems

Mijnbouwprotest wakkert aan in Peru

Mijnbouwprotest wakkert aan in Peru

Vorige week vonden in drie verschillende Peruaanse regio’s hevige protesten met betrekking tot mijnbouwprojecten plaats. Het was de eerste golf van mijnbouwprotesten sinds Ollanta Humala in juli 2011 aan de macht kwam. Hoewel de nieuwe president een recordaantal milieuconflicten erfde van zijn voorganger Alan García, was het de voorbije maanden relatief rustig. In de aanloop naar de verkiezingen wierp Humala zich immers vooral op als verdediger van water, landbouw en veeteelt tegen de oprukkende mijnbouw.1 Zijn verkiezingsoverwinning was dan ook een verademing voor de getroffen gemeenschappen. Maar met de eerste honderd dagen van Humala’s ambtstermijn, lijken ook de wittebroodsweken achter de rug.

Andahuaylas

In Andahuaylas, in de regio Apurímac, legden manifestanten op 3 november het openbaar leven plat voor onbepaalde duur. Ze eisten de stopzetting van alle mijnbouwactiviteiten in de provincie. Het protest werd geleid door de Junta de Usuarios de Riego de la provincia de Andahuaylas (JUDRA). Op 10 november begaven de ministers van landbouw en mijnbouw samen met een viceminister van milieu zich ter plaatse om te onderhandelen met de manifestanten. Na wat strubbelingen, werd de dag nadien uiteindelijk een akkoord bereikt. De leiders van de JUDRA stemden in met een bestand van 15 dagen, waarin de ministers de vraag van de manifestanten – een decreto supremo dat alle concessies annuleert en de sluiting van twee verwerkingsinstallaties oplegt – zullen voorleggen aan de voltallige ministerraad. Als er op 26 november geen decreet ligt dat de provincies Andahuaylas en Chincheros mijnbouwvrije zone verklaart, zullen de acties worden hervat, klonk het strijdvaardig bij de JUDRA.

Minas Conga

In de regio Cajamarca, Noord-Peru, ging op 9 november een 24-uren blokkade van start uit protest tegen het mijnbouwproject Minas Conga. Dat is een uitbreidingsproject van Yanacocha, de op één na grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Inwoners van de omliggende dorpen blokkeerden de weg tussen Cajamarca-Bambamarca en de invalswegen van Cajamarca. Een groep studenten bezette de universiteit. De dag daarop kwamen 13.000 mensen op straat in Cajamarca en Celendín. Winkels en markten bleven gesloten. De manifestanten eisen dat het Conga-project geschrapt wordt, omdat het vier bergmeren zal omvormen tot open mijnkraters en afvalbekkens. Ze kondigden een blokkade van onbepaalde duur aan vanaf 24 november. “We zullen het water verdedigen met onze eigen levens, want zelfs hebben we meer geld, zonder water zijn we niets”, verklaarde een boerenleider aan de krant La República.

Ancash

Ook in de Áncash-regio werd gemanifesteerd. Hier eist bevolking meer voordelen, de naleving van gemaakte afspraken en een oplossing voor milieuproblemen. In de provincie Huari riepen de burgemeesters van 32 gemeenschappen op tot een 48-uren staking tegen de mijnen Antamina en Huallanca. Die laatste is eigendom van het Belgische bedrijf Nyrstar. Ze willen dat de bedrijven meer werk maken van openbare werken, sociale investeringen, en sociale inclusie. Van 9 tot 11 november blokkeerden ze de weg Chavín de Huántar-San Marcos. In de provincie Reucay blokkeerden inwoners van Catác de weg Ticapampa-Catác-Conococha. Zij vroegen dat hun district tot de invloedssfeer van Antamina wordt gerekend, zodat ze aanspraak kunnen maken op het geld van de canon minero.2 Op 11 november reisden de ministers van binnenlandse zaken en mijnbouw en energie naar Catác om te onderhandelen. Ze kwamen overeen binnen de 15 dagen een rondetafel te organiseren in het regeringspaleis, om in aanwezigheid van Ollanta Humala zelf naar definitieve oplossingen te zoeken.

Trendbreuk?

Tijdens de jaren ’90 heeft de dictatuur van Alberto Fujimori met geweld een neoliberaal beleid opgelegd. De mijnbouw kreeg een voorkeursbehandeling. Buitenlandse investeerders werden aangetrokken met onder meer belastingsvoordelen, vlotte concessies en lakse milieuwetgeving. Sinds de terugkeer naar de democratie in 2000 is dit model niet noemenswaardig veranderd. Ollanta Humala heeft echter een trendbreuk met het verleden beloofd. Na 100 dagen van relatieve rust wordt de regering uitgedaagd haar nieuwe beleidslijnen uit te tekenen.

Op het vlak van nieuwe concessies werd een eerste stap genomen met de afkondiging van de wet op raadpleging van inheemse volkeren op 6 september 2011. Dat is een nieuwe wet die de voorafgaande raadpleging van inheemse volkeren bij de toekenning van concessies moet verzekeren. Het maatschappelijk middenveld ijverde al jaren voor zo’n wet.

Een andere eis vanuit het middenveld is een onafhankelijke evaluatie van de milieu-impactanalyse (EIA) van de bedrijven. Tot nu toe gebeurt die evaluatie door het ministerie van mijnbouw en energie, dat tegelijk belast is met de promotie van mijnbouwinvesteringen. Naar aanleiding van de protesten van vorige week gaf premier Salomon Lerner in de pers toe dat het Ministerie van Mijnbouw en Energie daardoor ‘in enkele gevallen’ rechter en partij tegelijk is. Hij zei dat de EIAs in de toekomst ook zullen worden geëvalueerd door het ministerie van milieu.

Voor bestaande mijnen en concessies veranderen die innovaties echter weinig. Van de 128 miljoen hectaren van het Peruaanse grondgebied is maar liefst 22,6 miljoen (17%) in concessie gegeven. Alleen al de jongste twee jaren werden door de vorige regering nog 6,5 miljoen hectare concessies toegekend, zonder voorafgaande raadpleging van de bevolking en zonder onafhankelijke evaluatie van de EIAs. Een deel van die concessies, zoals die van het Conga-project en het project Río Tabaconas in Cajamarca, worden regelrecht in vraag gesteld door de bevolking. De EIA van Minas Conga, goedgekeurd door het ministerie van mijnbouw in oktober 2010, zal in elk geval wél geherevalueerd worden door het ministerie van milieu. Maar het blijft afwachten of de regering ook daadwerkelijk zal ingrijpen in bestaande concessies.

1 Op het internet circuleert een opname van een verkiezingstoespraak van Humala in Bambamarca-Hualgayoc, één van de vier provincies in de invloedssfeer van het Conga-project . “Wat is belangrijker? Water of Goud?” vraagt de toekomstige president retorisch aan het publiek. “Ik engageer me om de wil van Bambamarca en Hualgayoc met betrekking tot de mijnbouw te respecteren” gaat het even later in crescendo.

De canon minero is het deel van de taksen die de mijnbouwbedrijven betalen aan de centrale overheid, dat wordt verdeeld onder de regionale en lokale overheden.

Auteur: Jonas Hulsens