Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis 

Vandaag sluit CATAPA zich aan bij meer dan 180 gemeenschappen, organisaties en academici die de EU oproepen om af te zien van haar plannen om destructieve mijnbouw uit te breiden als onderdeel van de Europese ‘Green Deal’ en ‘Green Recovery’ plannen.

In 2019 publiceerde de Europese Commissie haar Europese ‘Green Deal’, een actieplan waarin het klimaat- en milieubeleid en de initiatieven voor de komende jaren worden geschetst.

Ondanks lovenswaardige intenties dragen deze plannen het schadelijke en onlogische idee uit van ‘green growth’  en gaan ze uit van ‘business-as-usual’ verbruik van energie en materialen in de EU.

Europa’s Green Deal plannen, in hun huidige vorm, zullen leiden tot een dramatische toename van de vraag naar mineralen en metalen. De Europese Commissie reageert daarop door middel van een groot aantal nieuwe mijnbouwprojecten – zowel binnen als buiten de EU.

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

De keuze om mijnbouw in te zetten om de Green Deal uit te voeren, is een reden tot grote bezorgdheid voor alle burgers in de hele wereld.

Mijnbouwbedrijven hebben een sociale en ecologische impact in elk werelddeel. Zo is de sector verantwoordelijk voor grootschalige mensenrechtenschendingen, conflicten met en binnen de getroffen gemeenschappen en de uitbuiting van arbeidskrachten en de toename van sociaaleconomische ongelijkheid. De sector draagt ook in aanzienlijke mate bij tot de klimaatverandering, het wereldwijde verlies aan biodiversiteit en de waterschaarste.

De stijgende vraag naar grondstoffen en de plannen van de EU om daaraan te voldoen via nieuwe mijnbouwprojecten zullen die problemen doen verergeren. Door de mijnbouw getroffen gemeenschappen in Europa en hun bondgenoten in het maatschappelijk middenveld verzetten zich tegen de voortdurende expansie van de mijnbouwindustrie en stellen het dominante verhaal van onbeperkte groei en het beleid dat dit in stand houdt ter discussie.

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Die verklaring schetst een maatschappelijke analyse van de huidige plannen van de EU en stelt voor hoe de EU de structurele problemen kan aanpakken die aan de basis liggen van het eindeloze mijnbouwbeleid en het tij kan keren naar een meer rechtvaardige en duurzame toekomst.

Deze aanbevelingen houden onder meer in dat het van cruciaal belang is dat de EU en de lidstaten het recht van gemeenschappen op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming, met inbegrip van het recht om “nee” te zeggen, in de wet verankeren, en dat zij dringend maatregelen nemen om de vraag naar – en het verbruik van – grondstoffen in Europa absoluut te doen dalen.

We moeten dringend onze energie-, transport- en economische systemen overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, maar als we vertrouwen op de uitbreiding van de mijnbouw om te voldoen aan de materiële behoeften van de overgang naar hernieuwbare energiebronnen, zullen we het onrecht, de vernietiging en de gevaarlijke veronderstellingen die de klimaatcrisis in de eerste plaats hebben veroorzaakt, opnieuw in de hand werken.

Met andere woorden, we kunnen deze problematiek niet oplossen met dezelfde denkwijze die ze in de eerste plaats veroorzaakt heeft.

We zijn solidair met bondgenoten in het Noorden en Zuiden en roepen samen op tot:

  • het recht om nee te zeggen voor alle gemeenschappen die met mijnbouw worden geconfronteerd en de eerbiediging van het recht van inheemse volkeren op FPIC;

 

  • het vastleggen in de wetgeving en verwezenlijken van bindende doelstellingen door de EU om de overconsumptie van materialen te verminderen in overeenstemming met de grenzen van de planeet en haar mondiale eerlijke aandeel;

 

  • het centraal stellen van rechtvaardige groeistrategieën en niet “green growth” of “decoupling”, in de klimaatmaatregelen van de EU;

 

  • het stopzetten van EU-subsidies voor mijnbouw en ondemocratische industriële allianties…;

 

  • het behandelen van mineralen en metalen als gemeenschappelijke, publieke goederen;

 

  • De invoering van maatregelen om mijnafvalverplichtingen te verhelpen en zo ervoor te zorgen dat alle mijnterreinen naar behoren worden hersteld, zodat ze gemeenschappen en hun omgeving niet verder kunnen verontreinigen en schade toebrengen;

 

  • De garantie dat de vraag van de EU naar grondstoffen geen impact heeft op gemeenschappen en ecosystemen in het Zuiden en dat er rechtsmiddelen beschikbaar zijn wanneer er zich toch schendingen voordoen…

 

Lees onze gezamenlijke verklaring voor meer informatie, getekend door meer dan 180 gemeenschappen, organisaties en academici:

‘Het aanmoedigen van destructieve mijnbouw: ‘Het maatschappelijk middenveld van de EU hekelt EU-grondstoffenplannen in de Europese Green Deal’ – Geschreven door de Yes To Life No To Mining Europese Werkgroep.

#SOSCOLOMBIA

Wat is er aan het gebeuren in Colombia?

NIEUWS:

Wat is er aan het gebeuren in Colombia?

#SOSCOLOMBIA

05.05.2021

 

Sinds 28 april 2021 is er in Colombia een nationale staking gaande tegen het fiscaal beleid. De regering besliste om midden een pandemie de korf van basisvoedingsmiddelen te belasten, ondanks het feit dat de werkloosheid gestegen is met 14%. 

#soscolombia

Officiële cijfers geven aan dat er in maart 2020 2.969.000 werklozen waren en volgens het nationaal departement voor de statistiek zijn dat er 3.437.000 in maart van 2021.

De bevoegde minister die deze belastinghervorming voorstelde is betrokken geweest in miljoenenschandalen van corruptie in Colombia en na vijf dagen ononderbroken staking trad hij af. Niettegenstaande deze schandalen werd hij benoemd als kandidaat-voorzitter voor de CAF, de Ontwikkelingsbank van Latijns Amerika.

#SOSCOLOMBIA

Ten gevolge van de druk vanuit de bevolking nam ook Juan Alberto Londoño ontslag als vice-minister van financiën. Desondanks werd hij onmiddellijk aangesteld als de nieuwe minister voor handel in Colombia.

De regering heeft de terugtrekking aangekondigd van het document dat deze belastinghervorming voorstelt, maar tot op heden staat het nog steeds op de agenda van het Colombiaans Congres dat het zou goedkeuren, ingediend als Hoogdringend Verzoek. 

De Colombiaanse regering en veiligheidstroepen werden veroordeeld door zowel de Europese Unie als de Verenigde Naties omwille van de voortdurende schendingen van de mensenrechten tegen betogers, sociale bewegingen en de civiele samenleving die op straat gingen in protest tegen het belastingsbeleid. 

El Tingo

El Tingo

Mijnafval heeft watervervuiling en bodemverontreiniging veroorzaakt waardoor het lokale ecosysteem van el Tingo ingrijpend is aangetast.

Auteur – Giacomo Perna

Tijdens een van hun bezoeken aan de bevolking van Macondo stelden Melquíades en zijn zigeuners het achtste wereldwonder voor van de wijze alchemisten uit Macedonië: een magneet. Met dit werktuig wou José Arcadio Buendía al het goud opgraven uit de aarde door de staven door het dorp te sleuren. Als dit idee uit het boek ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Márquez echt gewerkt had, zou de wereld bespaard zijn gebleven van eeuwen aan mijnbouwvervuiling. Had de uitvinding gewerkt, dan zagen de levens van de El Tingo gemeenschap er vandaag de dag misschien wel beter uit.

De gemeenschap van El Tingo zit momenteel zonder water. Het gebied telt veel waterbronnen, maar onderzoek van de Peruviaanse universiteit César Vallejo en studies van CATAPA hebben aangetoond dat elke rivier en beek in de regio zich in een kritieke staat van verontreiniging bevindt. De vervuiling heeft zo een onthutsende proporties aangenomen dat planten zelfs verschroeien door de te hoge zuurtegraad van het water.

De El Tingo gemeenschap is ontstaan als een plattelandsgemeenschap. De lokale economie steunde steeds op landbouw en veeteelt. Door de huidige situatie kunnen de bewoners hun activiteiten echter niet uitvoeren zonder risico’s. Door de watervervuiling zijn er significant meer ziektegevallen vastgesteld, er zijn hoge metaalconcentraties aanwezig in het bloed van bewoners en bij pasgeboren dieren worden nooit eerder geziene misvormingen waargenomen; allemaal gevolgen van de mijnbouw in de regio.

Koeien grazen vlakbij de Gold Fields mijn. De grond die generaties lang gebruikt werd om vee te voederen wordt nu ingenomen door mijnbedrijven. © CATAPA

Elke waterbron in de regio is verontreinigd. Een gebrek aan inkomen en een tekort aan middelen treffen het gebied. De socio-economische vooruitgang die de mijnbedrijven beloofden, werd niet waargemaakt.

De geschiedenis van de mijnbouw in de El Tingo regio gaat al jaren terug want de regio werd vroeger ook al getroffen door mijnbouwactiviteiten. De schade veroorzaakt door eerdere milieunalatigheden van mijnbouwprojecten is nog altijd aanwezig in de regio en vormt nog steeds een bedreiging voor de lokale fauna en flora. Een van die projecten is het San Nicolás project dat werd opgestart in 1972 en nog steeds zijn sporen nalaat in het lokale leefmilieu.

De volledige regio werd erg getroffen door opgravingen en mineraalverwerking. Het grootste probleem is dat de plannen om de impact van het giftig mijnafval te minimaliseren en neutraliseren niet werden –en volgens de lokale gemeenschap nog steeds niet worden– gerespecteerd. Vandaag krijgen de inwoners van de streek niet alleen te kampen met een tekort aan middelen en inkomen, ze lijden ook rechtstreeks onder de schadelijke gevolgen van mijnbouwafval.

Restanten van de San Nicolás mijn. Hoewel de mijn al jaren geleden verlaten werd, blijft het giftige afval een probleem voor de omgeving. © CATAPA

 

De El Tingo gemeenschap is gelegen in het Hualgayoc-district in de Cajamarca regio. Het gebied is rijk aan grondstoffen en mineralen wat ten nadele gaat van het welzijn van de gemeenschap. El Tingo is namelijk gelegen tussen twee actieve mijnprojecten die de ontwikkeling van het gemeenschapsleven rechtstreeks beïnvloeden. Enerzijds is er het project van Cerro Corona dat werd opgestart in 2005 door het Zuid-Afrikaans mijnbedrijf Gold Fields. Anderzijds is er het Tantahuatay project, opgestart door het Peruviaanse bedrijf Coimolache dat aangesloten is bij Buenaventura, het bedrijf dat de mijn in 2010 ontdekte.

Beide bedrijven hebben zich in het gebied gevestigd om de grote mineraalreserves van goud, zilver en koper uit de ondergrond te ontginnen. Aanvankelijk beloofden de twee bedrijven verbeteringen en ontwikkeling. Ze ondertekenden sociale akkoorden en stemden toe sociaaleconomische groei te promoten. Desondanks melden de bewoners dat de bedrijven hun beloftes niet zijn nagekomen.

Opvallend is dat Peru een ‘mijnsluitingswet’ heeft sinds 2003. Volgens die wet worden bedrijven met mijnprojecten door de overheid verplicht om de bescherming van het milieu te garanderen en activiteiten te stoppen in gebieden waar mijnbouw schade kan toebrengen aan het milieu. Niettemin maken noch de regering, noch de bedrijven een inspanning om deze wetten te respecteren en af te dwingen. 

De grasvelden verschroeien door de hoge zuurtegraad van het water. Mens en dier lijden aan ziektes door de milieuverontreiniging veroorzaakt door de mijnbouw.

Het is ook belangrijk te weten dat de regio te kampen krijgt met periodes van zware regenval. Meerdere keren heeft hevige neerslag er voor gezorgd dat de stuwdammen overstromen waardoor mijnafval in de weilanden en in het waterbekken rondom terechtkomt met de daarbij horende catastrofale gevolgen. Een berucht voorbeeld is de gebeurtenis in december 2018 waarbij een lek van residuen de dood veroorzaakte van 17 000 forellen in de viskwekerij ‘La trucha de oro’.

Videoverslag over het lek in 2018. Ondanks de klachten van de lokale gemeenschap, beweerde het bedrijf Gold Fields dat het een ongeluk was. © Bambamarca Televisión

De vervuiling treft niet enkel het El Tingo gebied. De waterwegen die het gebied doorkruisen, vloeien verder in andere rivieren. Een van die rivieren is de El Tingo-Maygasbamba rivier. Die vloeit uiteindelijk samen met de Amazonerivier en doorkruist vervolgens het gehele continent tot in de Atlantische oceaan. Tijdens die tocht draagt de rivier de gevaarlijke stoffen duizenden kilometers met zich mee.

Wat de economische voordelen betreft, hebben zowel Coimolache als Gold Fields zich niet aan hun beloftes gehouden. Volgens de gemeenschap werden de vooraf opgestelde overeenkomsten niet gerespecteerd. Ondanks hun belofte geen buitenlanders naar de regio te brengen, zijn de bedrijven toch begonnen met buitenstaanders aan te werven om in de mijnen te werken. Bovendien werden de arbeidsrechten van lokale arbeiders vaak geschonden. Het blijkt namelijk veel gemakkelijker om een lokale werknemer te ontslaan dan een buitenlander. Verder werden ook de beloftes van welvaart niet waargemaakt. Zo werden de wegen, die in een erbarmelijke staat zijn, niet hersteld. Zelfs de lokale architectuur lijdt onder de mijnbouw. Graafwerkzaamheden om de mijn uit te breiden worden voortdurend uitgevoerd aan de hand van ontploffingen in El Tingo. Daardoor wordt na verloop van tijd de staat van de huizen aangetast. De muren van huizen zitten vol met barsten en scheuren waardoor de stabiliteit van de gebouwen in het gedrang komt.

De lokale welvaart is er niet op vooruit gegaan en de aanwezigheid van mijnbouw heeft conflicten en sociale spanningen teweeggebracht.

Schapen grazen rond de Gold Fields mijn. Het meer waar voordien gevist werd, maakt nu deel uit van het mijnproject. © CATAPA

De plaatselijke gemeenschap probeert zich te verzetten tegen de voortdurende onrechtvaardigheden. Vandaar dat ook sociale spanningen het gebied teisteren sinds 2008. De bevolking van El Tingo is zelfs in opstand gekomen tegen de erfdienstbaarheid van de mijn en de uitbuiting. De verschillende protesten en stakingen van de afgelopen jaren tonen de toewijding van de lokale gemeenschap om hun land en water te beschermen.

De bevolking heeft zich autonoom georganiseerd in de strijd tegen de mijnindustrie, maar vroeg bijstand om hun strijd kenbaar te maken aan de rest van de wereld. Daarom heeft CATAPA zich samen met de partner Grufides geëngageerd in het gebied. Er werden tientallen interviews afgenomen en ze verzamelden waterstalen van de waterbronnen. De tests toonden aan dat de rivieren en beken die het gebied doorkruisen zwaar vervuild zijn. Het water is in zo een erbarmelijke staat dat planten verschroeien door de te hoge zuurtegraad. Aan de hand van de interviews werd ook een documentaire gemaakt over de zaak van El Tingo om zo een stem te geven aan de lokale gemeenschap. Daarnaast werd ook een webinar en een campagne op sociale media georganiseerd. Tot op heden strijden de advocaten van Grufides aan de zijde van de advocaten uit de gemeenschap om de zaak te steunen en rechtvaardigheid te brengen voor de bevolking.

Het verhaal van El Tingo is er een van onvervulde beloftes en misbruik. De druk van de centrale economie drijft de ontwikkeling van onderontwikkeling in de regio aan waardoor de gemeenschap in een situatie van onomkeerbare afhankelijkheid terechtkomt. Het gebied is een oase voor mijnextractie geworden, een locus amoenus waar het Westen een oplossing vond voor zijn expansiedrang. Het is moeilijk te geloven dat zo’n misbruik tot op heden nog plaatsvindt. De situatie waar de bevolking van El Tingo zich nu in bevindt, is ontoelaatbaar en het doel van CATAPA is om samen met medestanders en de gemeenschap rechtvaardigheid te brengen voor de mensen die al tientallen jaren lijden onder de verwoestende impact van onteigening.

Beschermers van het water

Beschermers van het water

In 1957 publiceerde de Amerikaanse krant The New Yorker een gedicht van de Britse dichter W. H. Auden. Het gedicht eindigt met: “Duizenden hebben het overleefd zonder liefde. Niet één zonder water.”

Hij had gelijk. Ondanks pogingen tot bewustmaking beschouwt een deel van de wereldbevolking schoon water vandaag de dag nog steeds als iets vanzelfsprekends, als iets dat voor eeuwig aan hen is overgeleverd, dankzij hun vlotte toegang tot waterbronnen. Helaas hebben zij ongelijk.

Water komt niet zomaar uit de pijp. Hoewel het een hernieuwbare hulpbron is, dreigen afval en vervuiling de drinkwatervoorraden drastisch te verminderen. In sommige gevallen kan menselijk ingrijpen in het milieu catastrofale gevolgen hebben voor de drinkwatervoorziening. Dat is wat er in vele delen van de wereld gebeurt.

Mijnbouw vormt een risico voor de drinkwaterbronnen in de omgeving van deze mijnbouwprojecten. In veel gevallen worden de chemische residuen die bij de winning van mineralen worden gebruikt uiteindelijk in rivieren en beken gedumpt, waardoor rivierbeddingen worden vergiftigd en water, een bron van leven, een kritiek gevaar voor het leven zelf wordt.

Omdat de integriteit van het water moet worden beschermd in risicogebieden, zoals de regio’s waar mijnbouw wordt bedreven, is het project “Guardians of Water” (“Beschermers van het water”) opgestart, als resultaat van een samenwerking tussen CATAPA en de lokale organisatie Grufides, en met de hulp van subsidies van de stad Gent.

© CATAPA

Mocht het water verontreinigd raken, zou al het voedsel – zowel plantaardig als dierlijk – uit het gebied schadelijk zijn voor menselijke consumptie. 

Het project, dat in januari 2020 van start is gegaan, vindt plaats in de regio Cajamarca, in het noorden van Peru, een gebied waar de impact van de mijnbouw groot is. Het doel van het project is het bestuur van de Comités voor Milieutoezicht te versterken door de gemeenschap te laten deelnemen aan activiteiten op het gebied van sociaal beheer en toezicht op de waterkwaliteit.

Door ter plaatse actief te zijn tracht CATAPA, samen met haar lokale partners, de sociale betrokkenheid van de inheemse gemeenschappen te bevorderen om de zuiverheid van de rivieren die door de regio Cajamarca stromen te beschermen. Vanaf het begin van het project heeft CATAPA kunnen rekenen op een sterke plaatselijke participatie en op de steun van verschillende gemeenschappen die eventuele schade als gevolg van de mijnbouw willen voorkomen.

© CATAPA

Het probleem heeft niet alleen betrekking op de bewoners van de plattelandsgebieden die het dichtst bij de mijn liggen. Het leven in Cajamarca en omgeving is afhankelijk van het water dat uit de hooglanden komt. De met verontreiniging bedreigde rivieren vormen de belangrijkste bron van drinkwater voor de stad en haar omgeving. Het is ditzelfde water dat de velden irrigeert en de dorst van de landbouwdieren lest. Natuurproducten uit de regio zijn rechtstreeks afhankelijk van de lokale waterstromen.

Dit betekent dat als het water verontreinigd zou raken, al het voedsel – plantaardig en dierlijk – uit de regio schadelijk zou zijn voor menselijke consumptie. Recente studies door de OEFA (Organismo de Evaluación y Fiscalización Ambiental) hebben de aanwezigheid van 40% arseen vastgesteld in avocado’s uit Cajabamba, in de provincie Cajamarca.

Men mag ook niet vergeten dat rivieren geen sedentaire entiteiten zijn, en dat ze geen rechtsgebieden respecteren. Veel van de rivieren die getroffen zijn – of bedreigd worden – door de aanwezigheid van mijnen, stromen door immense gebieden en naar de kust, of vloeien samen met andere grotere rivieren, zoals de Marañon, die uiteindelijk in de enorme Amazonerivier stroomt. De Tingo-kwestie is een goed voorbeeld van de grootschalige gevaren van riviervervuiling. CATAPA en haar partners willen een nieuwe milieuramp met zulke impact voorkomen.

© CATAPA

De plaatselijke gemeenschappen hebben hun engagement getoond door hun steun te verlenen aan de oprichting van comités die zich bezighouden met de registratie van de toestand van de rivierwateren. Dankzij de actie van CATAPA zijn deze comités geconsolideerd en versterkt. Tegenwoordig worden watermetingstests beschouwd als wettelijke tests om de toestand van het water vóór en na de mijnbouwactiviteit te evalueren. Op basis van deze tests kan een aanklacht worden ingediend tegen bedrijven die door hun toedoen of nalatigheid de verontreiniging van rivieren hebben veroorzaakt.

Het openen van de mijn vormt een bedreiging voor het water, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen. Dit zou de doodsteek betekenen voor de regio en haar hulpbronnen.

Het project zou zich aanvankelijk concentreren op drie plaatselijke waterbekkens: die van Chetillano, San Lucas en Llaucan. De eerste watercontroles werden uitgevoerd op de San Lucas-rivier in Cushunga en op de Llaucan-rivier in Bambamarca, met participatie van de plaatselijke bevolking en ook met de steun van de Comités voor Milieutoezicht. Beide tests hebben de zuiverheid van het water aangetoond.

De normale ontwikkeling van het project werd tijdelijk vertraagd als gevolg van de COVID-19-situatie in het land, maar deze onvoorziene omstandigheden konden het enthousiasme van de CATAPA-vrijwilligers en de plaatselijke partners niet temperen. De vrijwilligers die actief waren in het gebied maakten de nodige aanpassingen om de strijd voort te zetten, ondanks het feit dat ze niet meer konden rondreizen in de regio. Ze organiseerden webinars, virtuele presentaties en online workshops over methodologieën en handige hulpmiddelen, om de lokale bevolking vertrouwd te maken met het proces van maatschappelijke controle op de waterkwaliteit. Ze promootten ook fotocampagnes, publiceerden video’s en documentaires, en ze schreven een eenvoudige handleiding om uit te leggen hoe het water kan gecontroleerd worden. Ondanks de moeilijkheden omwille van de pandemie, waren de activiteiten een succes.

Toen de restricties gedeeltelijk werden opgeheven, kon de watercontrole opnieuw van start gaan. Het was jammer genoeg nog altijd verboden om buiten de provincie te reizen, zodat er geen bijkomende tests konden worden uitgevoerd in de Bambamarca-regio. Daarom werd besloten om de rivier La Encañada op te nemen in het rapport. Deze rivier stroomt vlak langs Michiquillay, een mijnproject in aanbouw dat gepland is voor 2022. De bezorgdheid onder de plaatselijke bevolking is groot, aangezien de bouwwerkzaamheden aan de mijn zijn versneld onder druk van de Peruaanse regering, die de mijnbouw wil stimuleren als onderdeel van een project om de economie van het land nieuw leven in te blazen.

Het openen van de mijn vormt een gevaar voor de waterlopen, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen, en dat zou de doodsteek zijn voor de regio en haar hulpbronnen. Gelukkig is er al een plaatselijk comité dat toezicht houdt op het gebied. De situatie van de rivier La Encañada is bijzonder gevaarlijk, omdat het een indirecte zijrivier van de Amazone is. De besmetting ervan zou een immens geografisch gebied in gevaar brengen.

© CATAPA

Vandaag blijven de Comités voor Milieutoezicht autonoom toezicht houden op het water en vervullen zij hun rol als Beschermers van het water. Het project eindigde in augustus 2020, maar het tweede deel ging van start in januari 2021.

Ondanks de behaalde resultaten is de strijd nog niet gestreden. Vrijwilligers en plaatselijke partners zijn bezig met het opstellen van een gedetailleerde handleiding over het uitvoeren van autonome watermonitoring, die in Cajamarca en omgeving zal worden verdeeld. Bovendien is uit het eerste project gebleken dat het van belang is zich te concentreren op de rivier La Encañada en lokale comités op te richten langs de hele lengte van de rivier, en dat er behoefte is aan een wet die de aanwezigheid van Comités voor Milieutoezicht in het hele land officieel erkent.

Hier vindt u de link naar de documentaire die CATAPA in Cajamarca heeft gemaakt.

The End of Naïve Europe,The Rise of Green Imperialism

Image: CRM deposits EU-27 (2020). Source: European Commission’s M(2020) 474 final.

ARTICLE:

Re-published from: Vázquez Ruiz, A. 2020. “Op-Ed: The End of Naïve Europe, The Rise of Green Imperialism.” Commodity Frontiers 1: 56-59. doi:10.18174/cf.2020a17975.

The End of Naïve Europe,The Rise of Green Imperialism

Author: Alberto Vázquez Ruiz

On 29 September 2020, the European Commission officially launched the European Raw Materials Alliance (ERMA), a publicly supported “industrial alliance dedicated to securing a sustainable supply of raw materials in Europe”. In other words, firing the starting pistol of public funding for the race to explore and extract mineral deposits outside the European Union and especially within its borders.

Until now, the EU had only been financing mining and metallurgical private companies under the pretext of technological innovation and market competition. Since the launch of Horizon 2020 in 2014, the Commission has been assembling the institutional tools (e.g. EIT Raw Materials, the Partnership Instrument) allowing to finance private technology developments inside the EU for exploration, exploitation and metallurgy. Horizon 2020 is finishing this year, but the instruments created remain and the technological excuse seems no longer needed.

The era of a naïve Europe that solely relies on soft power is behind us”. With these words, Commissioner for the Internal Market, Thierry Breton, announced earlier this month the “EU action plan for critical raw materials”, which is the EC’s strategy to face the consequences of the commercial war between the USA and China and to encourage EU nation states to focus on raw materials as part of a post-COVID19 ‘green’ recovery plan.

The pandemia has indeed created the perfect momentum to call for support for this industry. However, resource extraction and its processing together represent 90% of biodiversity loss and water stress in the world. Bad news, as many experts have already pointed to the relation between  the pandemia and biodiversity loss.

It is impossible for the EC to ignore last year’s report by the International Resources Panel (UNEP), which clearly warned humanity that metal extraction and production has doubled health and climate change impacts from 2000 to 2015 solely. And today, mining and metallurgy are representing already 20% of all health impacts from air pollution and more than a quarter of global carbon emissions. So why is the Commission actually making this change of course?

The shift in its position has been justified as the “access to resources is a strategic security question for making the green and digital transformations a success. Although the Commission claims to share the widespread will to combat climate change and to leave no person and no place behind in the process, the Commission also openly calls for an increased mining boom which will reinforce the pressing systemic problem facing people and planet.

While green technologies are based on energy sources which are renewable, their machines are not. Electricity generation based on solar, wind, tidal… generators rely on metals (many metals if you consider off-grid technologies). The planned transition without socio-economic restructuring towards schemes that push for drastic reduction in consumption of energy, will just move us from an energy matrix based on the extraction and combustion of fossil fuels towards a loop of increasing extraction and processing of metals for the manufacturing of metal-based solutions.

It could be argued that a society based on metal-based technologies is a sustainable scenario because we would be able to recycle these elements in the future, but the reality is very far from this. The IRP-UNEP also warned us that “only 18 metals have recycling rates higher than 50%. For the rare earths elements (REEs) needed in most green energy technologies, the recycling rate reaches just 1%.  What will happen in 30 years when the energy machines are already obsolete and fossil fuels are no longer efficient to be extracted? Mining, metallurgy and manufacturing industries are the biggest energy consumers. “What is happening today is nothing less than a massive PR campaign to sell the idea that mining is not only necessary but it can also be sustainable,” said Nick Meynen, Policy officer at the European Environmental Bureau (EEB).

While the EC’s Action Plan does recognise the need for improving recycling rates and the importance of reinforcing the circular economy, it lacks a coherent set of proposals that could tackle the reasons behind the low recycling rates and the slow implementation of a circular economy. There are no regulations for recyclability (yes, but more importantly there are no restrictions on production, so materials can be mixed in a way which make the products poorly recyclable, but cheaper – it is not a end-of-use technological issue), repairability (modularity in products and regulations to end the monopoly on spare parts production), reusability (plans on how to proceed with older machines). 

Breton recognises that the “post-war world architecture is faltering”, but the proposed treatment seems to be confusing the disease and the cure. His decision will accelerate the process, shaking the social foundations of our civilization even harder, instead of rebuilding our system by attacking the true causes of our current crisis. It can be seen both as a symptom of political negligence or as a part of a more complex agenda towards green imperialism.

Europe has expressed its aim to become the green energy superpower. However, the amount of minerals that the EC considers necessary for the future transition is extreme and the global metal demand already increased by 87% from 1980 to 2008. “Critical raw materials” (a techno-political rebranding of the elements the EC considers necessary today) are increasingly required for batteries in electric vehicles and off-grid generation and storage, among others. There is no way of getting that huge amount of resources without pushing social peace to its limits – also inside the EU.

“The transition to a low-carbon economy – and the minerals and metals required to make that shift – could affect fragility, conflict and violence dynamics in mineral-rich states”, reported the International Institute for Sustainable Development (IISD) in 2018. A similar and simpler analysis was made by the EEB that year: “More mining leads to more fighting. This is the reality that local communities and civil societies organisations are facing all around the world. Global Witness has even accounted mining as the main sector responsible for the killing of land and environmental defenders across the globe. This reality has been commonly associated with the Global South. Further evidence that the due diligence voluntary process, which is supported by the EU to guarantee responsible sourcing of metals, is far from useful in avoiding human rights violations.

Now, in the middle of the coronavirus crisis, Europe seeks to compensate its weaker commercial share, and to reinforce the aim to secure its supply,  with insourcing. Breton mentions that the Action Plan seeks to “protect our democracies against the menace of disinformation, but at the same time points out that the major barrier to develop the insourcing is a lack of “public acceptance” in the European society to allow new mining projects to start operating. Therefore, several EC financed research projects have been looking for increasing “public acceptance” for this sector in local communities across the Union affected by proposed and/or operating extractive projects.

There is still no democratic capacity to decide by local communities nor their municipalities on the mining projects that will drastically change their land and very possibly leave tonnes of mining waste landfilled in their towns waiting. The discourse of the EC is that there is a lack of understanding of the mining sector by local communities and that there is a need to educate the European society on the current reality of the mining sector (a false mantra by the sector is that the environmental issues of mining and metallurgy are a matter of the past). This discourse which mixes the real needs of our planet with the demand for resources caused by the Commission’s plans for an ominous EU Green Deal will lead down the path where destruction of the environment, land and societal configurations, is forced through for Europe’s future.

“By building, today, the foundations of tomorrow’s autonomy, our Continent has the opportunity to establish a set of rules, infrastructures and technologies that will make it a powerful Europe, without ostracism or discrimination”, states Breton. This sentence provides an insight into the future the Commission is implementing in Europe. A “powerful Europe” directed by the few privileged ones living in the “civilized world” of Europe’s main cities enjoying access to green energy, but an inequality nightmare for local communities worldwide which will be affected by the increasing environmental, social and political issues on which the Green Empire will rely. To prevent this upcoming reality, today many organisations state “We can’t mine our way out of the climate crisis.

You can find more articles from the Commodity Frontiers journal this op-ed was published in, here.

Profile

Alberto Vázquez Ruiz holds a MSc. in Conflict and Development (UGent, Belgium) and is specialized in topics related to mining and electronics. Since May 2018 he has been Project Coordinator at CATAPA (Belgium), researching on metal supply chains, on socio-environmental impacts of mining operations on local communities and on extractive waste in the EU.