Internationaal persbericht : Canadees mijnbedrijf loost illegaal verontreinigd water in Guatemalteekse rivieren

Arseenconcentraties tot 26 keer hoger dan WGO-normen

Gent, België / San Marcos, Guatemala, 15 oktober 2010 – Het Guatemalteekse ministerie van Milieu betrapte in september het Candadese mijnbouwbedrijf Goldcorp op illegale lozingen van zijn waterbassin in de rivieren van San Miguel Ixtahuacán. Goldcorp liet nog even uitschijnen dat de lozing volgens de regels was gebeurd, maar gaf geen reactie toen het ministerie haar aanklacht tegen het mijnbouwbedrijf bekendmaakte.

De Belgische ngo CATAPA is bezorgd om de recente waterlozingen afkomstig van de Marlin-mijn omdat het bassin van de mijn toxische stoffen zoals cyanide bevat, alsook residuen van zware metalen. De Marlin-mijn is een dagbouwmijn uitgebaat door Montana Exploradora, dochterbedrijf van de Canadese mijnbouwreus Goldcorp. Sinds de opstart in 2005, verlopen de activiteiten van de mijn in een kader van illegaliteit, volksverzet, intimidatie tegen dat verzet en lokale bezorgdheid om de milieu –en gezondheidsimpact. Inheemse volkeren van de westelijke hooglanden organiseerden sindsdien al 42 volksraadplegingen, waarbij meer dan 600.000 mensen samenkwamen om hun territorium vrij van mijnbouw te verklaren.

Meermaals gaf het ministerie van Milieu toe niet de capaciteit te hebben een degelijke opvolging te doen van de milieuimpact, en nog minder van de gezondheidsimpact. De omwonenden vrezen dat dit niet de eerste illegale lozing was, aangezien er de laatste maanden een sterke geur van cyanide in de omgeving hing, die bij vlagen duizeligheid en hoofdpijn veroorzaakte. Een artikel geschreven door Johan Van de Wauw van Universiteit Gent (zie bijlage) toont aan dat dit niet de enige reden tot bezorgdheid is. Een analyse van de onderzoeksgegevens van Montana zelf toont aan dat de arseenconcentratie in het grondwater dat door de mijn wordt opgepompt sterk gestegen is sinds de aanvang van de activiteiten. Aan de andere kant is ook arseen gevonden in enkele grondwaterbronnen rondom de mijn in hoeveelheden die tot 26 keer boven de gezondheidsstandaard van de Wereldgezondheidsorganisatie ligt. Zeker in een gebied waar grondwater als drinkwater wordt gebruikt, zijn deze concentraties alarmerend te noemen. Deze bezorgdheid wordt versterkt door de vaststelling van verhoogde arseenconcentraties in urine van mensen rondom de mijn en een stijging van meldingen van arseen-gerelateerde ziektebeelden. Het is geweten dat arseen in drinkwater veroorzaakt in bepaalde concentraties blaas-, long- en huidkanker en kan ook lever- en nierkanker veroorzaken. Verder is ook bekend dat arseen het centrale zenuwstelsel aantast alsook de bloedvaten. Dit alles toont aan dat uitgebreider onafhankelijk onderzoek rond deze problematiek meer dan noodzakelijk is.

CATAPA dringt er bij de Guatemalteekse regering op aan haar belofte om de activiteiten van de Marlinmijn te schorsen na te komen, om zo de lokale bevolking te beschermen. De schorsing was één van de aanbevelingen die de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten op 20 mei jl. aanvroeg om verdere schendingen van de mensenrechten te voorkomen. Op 23 juni engageerde de regering van Alvaro Colom zich om op dit verzoek in te gaan. Deze belofte werd na verloop van tijd echter sterk afgezwakt. In haar laatste mededeling, liet de overheid weten de analyse nog niet te hebben afgerond over de vraag of ze al dan niet de mijn zal schorsen.

Auteur:

Voorzitter Hooggerechtshof verantwoordelijk voor illegale verwerving van gemeenschapsgronden

Voorzitter Hooggerechtshof verantwoordelijk voor illegale verwerving van gemeenschapsgronden

Dat de mijnbouwactiviteiten van de Marlin mijn in San Miguel Ixtahuacán, uitgebaat door Montana Exploradora, dochteronderneming van Goldcorp, schendingen zijn van de mensenrechten, de rechten van inheemse volkeren en van de Guatemalteekse wet was al langer bekend. Nu brengen de uitstekende juridische onderzoekers van het mijnbouwverzet in het westen van Guatemala, aan het licht dat het kopen van de gronden van San Miguel een loutere misdaad is tegen het Guatemalteekse recht. De verdachte van deze misdrijf is niemand minder dan de huidige president van het Hooggerechtshof van Guatemala.

Op 27 juli was er een grote betoging van meer dan 5000 mensen in de hoofdstad van Guatemala, de deelnemers kwamen helemaal uit de westelijke hooglanden. In de eerste rijen van de demonstratie bemerkten we de Nobelprijswinnaar Rigoberta Menchú, boegbeeld van de inheemse bevolking in Guatemala en Álvaro de bisschop Ramazzini van San Marcos, die onverzettelijk het type van ontwikkeling van de ontginningsindustrieën in vraag stelt.

Wat al geweten was is dat de invoering van de Marlin mijn er kwam zonder raadpleging van de bewoners van het gebied, en waardoor hun rechten als Guatemalteken, en als inheemse bevolking onverbiddelijk werden geschonden. Ook bekend is dat op dagelijkse basis het bedrijf Goldcorp de mensenrechten van deze bewoners overtreedt, door hun leefmilieu te bedrijgen door het gebruik van de zeer giftige cyanide, en de invoering van zware metalen in hun wateren, en dus door de hun volksgezondheid op het spel te zetten.

Met betrekking tot de aankoop van de gronden van de inwoners van San Miguel wisten we al dat verraderlijke strategieën werden gebruikt. Toen het mijnbedrijf land van deze mensen gekocht, vertelden ze niet dat de gronden zouden gebruikt worden voor dagmijnbouw, maar wel dat er ontwikkelingsprojecten zouden komen, zoals een orchideeplantage .

De juridische hersenen van het mijnbouwverzet zou niet opgeven om meer bewijzen te vinden rond de onrechtmatigheid van de aankoop van de gronden. De nieuwe bewijzen, tonen aan dat onder het Guatemalteekse recht, de aankoop van grond niet kon hebben plaatsgevonden. Dat komt omdat de gronden die werden gekocht door Peridot SA – de onderneming bevoegd voor de aankoop van de gronden, alvorens deze aan Montana Exploradora te overhandigen -, zijn gedocumenteerd in het kadaster van West- Guatemala als gemeenschappelijke gronden van de inheemse Mam-gemeenschap. Daarom kon het land niet worden verkocht tussen individuen, maar had de hele gemeenschap moeten inspaak hebben gehad over de transactie.

De heer Erick Mancilla Alvarez, de toenmalige wettelijke vertegenwoordiger van Peridot SA, en dus de persoon die verantwoordelijk is voor de juridische aspecten van de transactie, is nu president van het Hooggerechtshof van Guatemala, wat een beeld geeft van de machtsverhoudingen in dit land.

Daarom kwam de mars tot stilstand voor het gebouw van het Hooggerechtshof. Rigoberta Menchú sprak van een historische dag, omdat dit de eerste keer was dat de inheemse bevolking van Guatemala tot de hoogste rangen van de macht gaat om hun rechten op te eisen. De demonstranten dienden een wettelijke aanklacht in tegen Erick Alverez Mancilla, voorzitter van het Hooggerechtshof voor het schenden van Guatemalteekse wetgeving door de aankoop van illegaal landen die behoren tot de Maya-Mam bevolking.

Auteur: Bart Van Besien

[PERSBERICHT] CATAPA bezorgd over toenemend geweld in Guatemala

Guatemalteekse regering verantwoordelijk voor toename van geweld tegen lokale bevolking

CATAPA vraagt met hoogste aandrang om over te gaan tot de schorsing van Marlin-mijn en het toepassen van andere ‘bewarende maatregelen’ die de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten heeft gevraagd aan de Guatemalteekse regering.

Op 20 mei riep de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten de Guatemalteekse regering op om de Marlin-goudmijn in San Miguel Ixtahuacán, in het westelijke departement San Marcos, te schorsen, om verdere milieu– en gezondheidsproblemen te voorkomen. Ze vroeg deze en andere ‘bewarende maatregelen’ te treffen zolang het onderzoek naar de klacht van 18 lokale gemeenschappen loopt. De Commissie gaf de Guatemalteekse regering 20 dagen om op deze oproep te reageren. Na lang aarzelen besliste de regering te voldoen aan de aanbevelingen, maar ze ondernam tot op heden geen concrete stappen om de maatregelen ook daadwerkelijk uit te voeren.

De Interamerikaanse Commissie verwachtte dat haar beslissing om de mijn te schorsen tot meer onveiligheid zou zorgen. Daarom vroeg ze naast de schorsing ook maatregelen ter bescherming van de inwoners. De Guatemalteekse regering heeft ook hier nagelaten om actie te ondernemen, met ernstige mensenrechtenschendingen tot gevolg.

Op 7 juli 2010 werd Theodora Antonia Hernandez Cinto om 7 uur ’s ochtends voor haar deur in San Miguel Ixtahuacán neergeschoten. Twee onbekende mannen klopten bij haar aan om een kop koffie. Toen Doña Teodora hen een kopje bracht, kreeg ze een geweerschot ter hoogte van haar rechteroog.

Daar bleef het echter niet bij: in de nacht van 14 juli werd een andere lokale leider, bekend om zijn protest tegen de mijnbouw, het slachtoffer van een gewapende aanval in het dorp Siete Platos, San Miguel Ixtahuacán. Om veiligheidsredenen kunnen we de naam van het slachtoffer hier niet vermelden. Ook hier slaagden de aanvallers er gelukkig niet in het slachtoffer te doden.

Het toenemende geweld is de directe verantwoordelijkheid van de Guatemalteekse regering, die de waarschuwingen van de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten naast zich neerlegde, en niets ondernam om de lokale bevolking te beschermen wetende dat in de regio intimidaties en geweld schering en inslag zijn.

CATAPA vraagt de Guatemalteekse regering de onmiddellijke schorsing van de activiteiten van de Marlin-mijn. Er zijn immers sterke aanwijzingen dat deze zowel de huisvesting, het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking rondom de mijn in gevaar brengt. De regering moet adequate en effectieve maatregelen ter bescherming van de lokale bevolking nemen. Ten slotte eist CATAPA een grondig onderzoek en de volledige opheldering van de bedreigingen en aanslagen gepleegd tegenover Theodora Antonia Hernandez Cinto en andere lokale leiders uit San Miguel Ixtahuacán.

CATAPA vraagt internationale mensenrechtenorganisaties de recente aanslagen en bedreigingen aan het adres van lokale bewoners te veroordelen, waakzaam te zijn omtrent de gebeurtenissen in San Marcos en mogelijke toekomstige schendingen van de mensenrechten.

Aan internationale instanties en regeringen vraagt CATAPA om hun invloed te gebruiken zodat de Guatemalteekse regering haar verplichtingen op vlak van mensenrechten en internationaal recht nakomt.

Auteur:

Internationale Arbeidsorganisatie vraagt stopzetting mijnbouwprojecten Guatemala

De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft de Guatemalteekse regering gevraagd om twee mijnbouwprojecten stop te zetten, tot er geen zekerheid is over de mogelijke milieu-impact. Ook eist de IAO dat de staat de inheemse volkeren raadpleegt. De regering heeft 30 dagen de tijd om te beslissen. CATAPA creëert internationale druk door mee te doen aan een briefschrijfactie.

De IAO eist dat inheemse volkeren geraadpleegd worden door de staat, om “de sociale, spirituele, culturele en ecologische impact van mijnbouwprojecten te evalueren”. Bovendien klinkt het in Genève dat “de belangen van inheemse volkeren op het spel worden gezet” door mijnbouwactiviteiten in het land.

Het rapport dat de IAO presenteerde, vraagt meer specifiek de stopzetting van de cementontginning in San Juan Sacatepéquez en de goudontginning in Sipacapa en San Miguel Ixtahuacán- de Marlin-mijn, uitgebaat door het Canadese Goldcorp.

Volgens de CUC (Comité de Unidad Campesina), een van de belangrijkste boerenbewegingen van het land, is de uitspraak “de vrucht van het verzet dat de getroffen gemeenschappen zo lang hebben aangehouden”.

De Guatemalteekse president, Álvaro Colom, heeft nu volgens de grondwet een maand tijd om al dan niet in te gaan op de vraag van de IAO. In februari van dit jaar besliste het Grondwettelijk Hof al dat Conventie 169 van de IAO een wet als alle andere is in het land, en dat bijgevolg de raadpleging van inheemse volkeren verplicht is.

Conventie 169 erkent de territoriale rechten van inheemse volkeren en stelt dat deze volkeren moeten geraadpleegd worden alvorens een project op hun gronden kan goedgekeurd worden.

CATAPA roept op om de president van Guatemala een email te sturen met de vraag om te luisteren naar de OIT.

(Bronnen: Pulsar, OCMAL)

Auteur: Wies Willems

Activistische bisschop Álvaro Ramazzini ziet Guatemala afglijden in armoede en geweld

Ramazzini is bisschop van San Marcos, Guatemala. COPAE, partner van CATAPA, is de commissie voor vrede en ecologie die binnen het bisdom rond de Marlin Mijn werkt. Dit artikel verscheen vandaag in het Nederlandse NRC Handelsblad.

Bisschop Ramazzini ziet in zijn bisdom in Guatemala hoeveel mensen maar net overleven. Er wordt door niemand werk gemaakt van verdeling van de welvaart.

Vraag monseigneur Álvaro Ramazzini of hij nooit problemen heeft met het Vaticaan, en hij grijnst: “Nog niet.” De Guatemalteekse bisschop staat in eigen land bekend om zijn linkse, activistische inslag. Landloze boeren, uitgebuite arbeiders en milieu- en mensenrechtenactivisten genieten zijn steun. Ramazzini, die deze week even in Nederland was stelt zich met zijn bisdom in dienst van hun strijd.

In het gewelddadige en wetteloze Guatemala biedt zulke bisschoppelijke bescherming echter geen immuniteit. Zo was Ramazzini vorige week pas een paar dagen van huis toen de voorman van een aan de kerk gelieerde actiegroep werd vermoord. De 45-jarige Victor Galvez streed tegen het Spaanse energiebedrijf Unión Fenosa, die de lokale bevolking een te hoge stroomprijs zou rekenen. Na een aanslag eerder dit jaar te hebben overleefd, werd Galvez zaterdag alsnog doodgeschoten.

Ramazzini: “Guatemala is in Latijns-Amerika een van de samenlevingen met de grootste inkomensongelijkheid. Bedrijven en grond zijn in Guatemala in handen van een zeer klein aantal families. En deze concentratie van welvaart neemt door de globalisering alleen maar verder toe.”

Fenosa is niet de enige multinational waartegen Ramazzini zich verzet. Hij neemt het ook op tegen het Canadese bedrijf Goldcorp dat een vervuilende goudmijn in de regio exploiteert. En de bisschop verzette zich enkele jaren terug tot in het Amerikaanse Congres tegen het vrijhandelsverdrag dat zijn land uiteindelijk sloot met de VS.

In zijn eigen bisdom San Marcos is zeker 80 procent van de bevolking arm. “Een kleine groep landeigenaren bezit veel grond, voor de teelt van koffie, bananen en oliepalm. Allemaal voor de export. En dan is er de grote meerderheid van de bevolking die boert op kleine akkertjes, om te voorzien in het eigen onderhoud, wat amper gaat.”

De armoede neemt hierdoor toe, evenals de honger. “Vooral ondervoeding bij kinderen is een groot probleem. Men overleeft maar net.”

De regio grenst daarbij ook nog eens aan Chiapas, een van de armste deelstaten van buurland Mexico. “Wij hebben alle problemen van een grensstreek: prostitutie, contrabande en in toenemende mate drugshandel.Colombiaanse cocaïne wordt hier doorgevoerd naar Mexico en de VS, er wordt marihuana geteeld en „recentelijk ook steeds meer papaver.”

De situatie is ook niet verbeterd met het aantreden van president Colom, begin 2008. Als kandidaat van een sociaal-democratische partij gold hij als de eerste linkse president sinds 1954. Hij won het presidentschap dankzij steun van de arme, voornamelijk inheemse plattelandsbevolking. Kiezers zoals de inwoners van San Marcos.

Ramazzini is teleurgesteld in Colom: “Hij is alleen in naam een sociaal-democraat.” De bisschop wijst naar Bolivia en Ecuador als voorbeelden hoe het volgens hem ook kan. “Daar laten de presidenten Morales en Correa buitenlandse bedrijven meer betalen voor het winnen van natuurlijke grondstoffen. Wij blijven ze praktisch gratis weggeven.”

Colom heeft niets concreets gedaan om de welvaart structureel eerlijker te verdelen, zegt hij. “Misschien dat hij in het diepst in zijn hart meer zou willen doen, maar het komt er niet van. Hij heeft bijvoorbeeld nog geen begin gemaakt met de belastinghervorming waarop het land al zo lang wacht.”

Of dit nu onwil of onmacht is van Colom – de bewegingsvrijheid van de president is in ieder geval klein. De macht van de tegenstanders van werkelijke verandering is in Guatemala amper te onderschatten. Ten eerste is er de wetgevende macht. “Politici in het Congres willen sowieso alleen zichzelf verrijken.” Wetten om economische activiteit aan strengere regels te onderwerpen, of bedrijven en rijken zwaarder te belasten, worden door hen niet aangenomen.

Guatemala staat daarnaast bekend als een land van de zogenoemde ‘parallelle structuren’. Na het einde van de burgeroorlog, in 1996, maakten corrupte onderdelen van het leger, de politie, paramilitaire groepen en de inlichtingendienst een criminele doorstart.

Samen met de georganiseerde misdaad en bepaalde delen van het bedrijfsleven en de politieke elite maken zij feitelijk de dienst uit. Op bloedige wijze. Jaarlijks worden op een bevolking van 12,7 miljoen inwoners ruim zesduizend moorden gepleegd. In nog geen 2 procent van de gevallen gaat justitie tot vervolging over.

Opsporingsautoriteiten en politie in het land kunnen eigenlijk al jaren geen rechtstaat handhaven. Hier staat tegenover, zegt Ramazzini, dat zij ineens wél daadkracht tonen wanneer burgers zich verzetten tegen economische belangen. In zijn bisdom worden actievoerders tegen mijnbouw of tegen multinationals regelmatig opgepakt en aangeklaagd.

Het maakt het lastig mensen te mobiliseren. “˜Waarom nog een vergadering, waarom nog een bijeenkomst?”, vragen ze. “Het helpt toch niet.” De rest berust in hun lot: “Dit is blijkbaar wat God met me voorheeft.” Weer anderen zeggen het gewoon hardop: “We zijn bang om vermoord te worden.”

Auteur: Sam Verhaert

Voor de 26e keer in Huehuetenango: “No a la minería”

Vorige week donderdag, 24 september vond de 26e consulta comunitaria plaats in San Sebastian Coatán, een dorp gelegen op 2300m hoogte in het Cuchumatanes-gebergte in Guatemala.

In het westelijke departement Huehuetenango begon men de consultas te organiseren in 2006, als reactie op de vele negatieve gevolgen van de reeds bestaande mijnbouw en de bitter weinige mate waarin men rekening hield met de mening van de lokale bevolking over een dergelijke exploitatie. Lokale bestuurders en/of sociale organisaties nemen de organisatie op zich, in samenwerking met de ‘Asamblea Departemental por la Defensa de los Recursos Naturales de Huehuetenango’.

Samen met enkele collega’s en vele vrijwilligers werd er die dag een groep observatoren gevormd. Wij hadden de taak informatie te verzamelen en toe te kijken op het verloop van de consultas in de verschillende gemeenschappen. In de vroege ochtend, na 2 uur rijden werd ik dan afgezet in Calhuitz, en was ik getuige van een relatief goed geoliede organisatie, gezien de omstandigheden. De consulta in Calhuitz werd georganiseerd door de gemeenteraad en de leerkrachten van het schooltje. Er werd voortdurend uitleg gegeven over het hoe en waarom van deze bijeenkomst, terwijl de hele gemeenschap aankwam en zich inschreef. Het grootste deel van de activiteit werd in het Chuj gehouden, aangezien veel inheemse inwoners van deze regio geen Spaans spreken. Een paar uur later was het dan tijd voor de stemming: er werden rijen gevormd, van kinderen, jongeren, vrouwen en mannen, en dé vraag werd gesteld. De bedoeling is dat eerst zij die vóór de mijnbouw zijn hun hand opsteken, en daarna degenen die tegen zijn. Het resultaat was niet verwonderlijk: de hele gemeenschap stemde tegen.

Gelijkaardige resultaten werden opgetekend door andere compañeros. En zo werd er werden er ongeveer 13.000 nee-stemmen toegevoegd aan een totaal van bijna een half miljoen inwoners die zich uitsproken tegen de mijnbouw.

Auteur: Inge Goossenaerts

Geweld tegen gemeenschappen El Estor

Er zouden minstens één, mogelijk twee doden gevallen zijn en meer dan twintig mensen gewond geraakt, bij verschillende gewelddadige acties tegen bewoners van inheemse gemeenschappen in El Estor, Guatemala. Het bedrijf Hudbay Minerals zou de opdrachtgever voor het geweld geweest zijn. De Canadese mijnbouwmultinational zelf geeft een andere versie van de feiten.

De eerste feiten deden zich zondag voor, nadat de departementale overheid en de nationale gewapende veiligheidsdiensten tevergeefs zouden geprobeerd hebben om de gemeenschap Las Nubes te ontruimen. Het mijnbouwbedrijf Hudbay Minerals eist in de gemeente El Estor gronden op die bewoond worden door inheemse Q’eqchi’-gemeenschappen. Andere bronnen ontkennen dat er ontruimingsplannen zouden geweest zijn en stellen dat er miscommunicatie in het spel was.

Er ontstonden hoe dan ook hevige discussies en de bewoners van Las Nubes (ook bekend als Nube Blanca) kregen de steun van de nabijgelegen gemeenschap Barrio La Unión. Samen begonnen de gemeenschappen blokkades te organiseren en trokken ze in een protestmars naar de hoofdplaats El Estor, om het bedrijf aan te klagen bij het gemeentebestuur.

Onderweg naar El Estor werden de manifestanten echter beschoten door, vermoedelijk, paramilitairen die handelden in opdracht van de Compañía Guatemalteca de Níquel (CGN), het lokale dochterbedrijf van Hudbay. Adolfo Ich Chub, een gemeenschapsleider en onderwijzer van Barrio La Unión, liet hierbij het leven. Zeker acht anderen zouden (zwaar)gewond geraakt zijn.

Maandag werd een bus met gemeenschapsleiders, die onderweg waren van El Estor naar de stad Cobán voor een vormingsactiviteit, onder vuur genomen door onbekenden. Martin Choc, een leider van de gemeenschap Lote 8, zou daarbij gedood zijn. Een medewerker van de mensenrechten-NGO Rights Action, die met de groep meereisde, raakte levensgevaarlijk gewond. De schutters zouden volgens verschillende bronnen in opdracht van Hudbay hebben gehandeld.

Hudbay Minerals voert momenteel voorbereidingsactiviteiten uit in El Estor om een nikkelmijn, die een veertigtal jaar geleden een tijdje actief was, mogelijk opnieuw te openen (lees hierover meer hier). Deze exploratie leidt al enkele jaren tot conflicten over grondbezit met de lokale Q’eqchi’-gemeenschappen en gewelddadige ontruimingen. De gemeenschap Barrio La Unión onderging al drie gewelddadige ontruimingen, in 2006 en 2007. Sinds de hernieuwde interesse voor het nikkel van El Estor is de situatie rond het Izabal-meer, op vlak van grondbezit historisch een zeer complexe regio, weer erg gespannen.

Meer over de confrontaties van de afgelopen dagen in El Estor vind je op volgende pagina’s:

  • http://mimundo-jamesrodriguez-esp.blogspot.com/2009/09/lider-del-barrio-la-union-asesinado-por.html
    (Mi Mundo)
  • http://www.prensalibre.com/pl/2009/septiembre/29/344666.html
    (Prensa Libre)
  • http://www.rightsaction.org/articles/Guatetmala_mining_Hudbay_092809.html
    (Rights Action)
  • http://estamosdefrente.blogspot.com/2009/09/sangre-del-pueblo-en-el-estor.html
    (Frente Nacional de Lucha)
  • http://www.reuters.com/article/rbssIndustryMaterialsUtilitiesNews/idUSN2913518420090929
    (Reuters, geeft verslag over de feiten en standpunten van Hudbay weer)

Auteur: Wies Willems

 

Verklaring van Antigua

De Internationale Conferentie over Mijnbouw in Antigua werd afgesloten met de Verklaring van Antigua, waarin het internationale middenveld waarschuwt voor de enorme gevolgen van grootschalige mijnbouw. Daarnaast stelden ze 5 uitdagingen voor om de mijnbouwproblematiek het hoofd te bieden. We roepen iedereen op om de Verklaring te ondertekenen. 

 

Teken de Verkaring op http://conferenciamineria.wordpress.com

 

Internationale Conferentie over Mijnbouw

 

VERKLARING VAN ANTIGUA GUATEMALA – 05/08/09

 

Wij, de verschillende instellingen, sociale basisbewegingen en sociale leiders uit Guatemala, Peru, Bolivia, Honduras, België, Verenigde Staten, Spanje, Mexico, Ecuador, Chili, Nederland, Italië, Canada, Zweden, El Salvador, Argentinië en Frankrijk, deelnemers aan de INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER MIJNBOUW in het kader van het Internationaal Seminarie El Dorado II, zijn van 3 t.e.m. 5 augustus 2009 samengekomen in Antigua (Guatemala) om ervaringen en kennis uit te wisselen over de mijnbouwproblematiek in Latijns-Amerika.
De nieuwe exploitatiefase van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen is een gevolg van de wereldwijde crisis, die veroorzaakt is door de kapitalistische logica van meer, meer en meer. Deze logica promoot het consumentisme en de immer groeiende vraag naar niet-hernieuwbare energiebronnen, die stilaan uitgeput raken. Daardoor blijven de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ hun rol opnemen van leveranciers van strategische natuurlijke hulpbronnen zoals olie, mineralen, biobrandstoffen, palmolie, water,…
De bedrijven die in het Zuiden operationeel zijn,dragen niet bij tot de gemeenschap in verhouding met de enorme winsten die ze boeken. In de cases die tijdens deze conferentie werden voorgesteld, sprak men van een verhoging van de armoedecijfers en van sociale uitsluiting. De mijnbouw wedijvert namelijk met de economische activiteiten, voornamelijk de landbouw, van de getroffen gemeenschappen, en brengt hierdoor hun voedselsoevereiniteit in gevaar. Mijnbouw van metalen draagt bijgevolg niet bij tot de staatskas van de getroffen landen, noch tot de economie van de lokale gemeenschappen.
De verschillende regeringen verzaken aan hun fundamentele rol om de mensenrechten te garanderen en om impulsen te geven aan de integrale sociale ontwikkeling. Ze reguleren de private bedrijfsactiviteiten onvoldoende.In de praktijk sanctioneren ze geen overtredingen en implementeren ze de milieuwetgeving niet . In andere gevallen staan de instanties die verantwoordelijk zijn voor de milieumonitoring aan de kant van de mijnbouwbedrijven. Daardoor berokkenen de mijnbouwbedrijven in totale straffeloosheid schade aan de gezondheid van de arbeiders en de gemeenschappen. Bovendien zorgt het gebruik van hoog toxische chemische elementen zoals cyanide, arsenicum, kwik en lood voor een grote vervuiling die de biodiversiteit in gevaar brengt.
De mijnbouwindustrie verandert fundamentele ecologische processenals de watercyclus door overmatig gebruik van grondstoffen: waterbronnen drogen uit, het grondwaterpeil zakt en het water raakt bovendien vervuild met zware metalen en gevaarlijke substanties. De sociale, culturele, ecologische en economische problemen die de lokale gemeenschappen ondergaan door de mijnbouwactiviteiten tasten hun levensomstandigheden aan, zijn onomkeerbaar en hypothekeren de toekomst van de toekomstige generaties.
Het kapitalistische en neoliberale economische systeem karakteriseert zich door onrechtmatige onteigening van gronden en de verdrijving van inheemse en boerengemeenschappen van hun grondgebied. De staten en bedrijven die naar dit model handelen, respecteren de voorafgaande volksraadpleging niet, en treden de sociale, economische en culturele rechten met de voeten. Nochtans staan de volksraadplegingen bepaald in nationale en internationale juridische overeenkomsten, zoals de Conventie 169 van de Wereldarbeidsorganisatie en de VN- Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren.
De regeringen grijpen nog steeds naar repressietechnieken en schenden het recht op vrije organisatie en manifestatie om de eisen van de lokale volkeren te criminaliseren. De mijnbouwbedrijven moedigen corruptie aan van leiders en autoriteiten, onder de vorm van chantage, verdeling, sociale ontmanteling en onderlinge confrontatie. Een veelgebruikte praktijk, die deze regeringen toestaan, is het oprichten van parallelle organisaties om de sociale bewegingen te verzwakken en te delegitimeren. In overleg met de lokale, nationale regeringen en economische krachten, onderdrukken, belasteren, achtervolgen, berechten en sluiten de bedrijven de leiders of elke persoon op die niet handelt naarhun belangen.
We zijn samengekomen in Antigua Guatemala om deze schadelijke en oneerlijke, maar vooral onnodige praktijken aan de kaak te stellen. Mijnbouw dient de belangen van slechts enkele multinationale en economisch machtige bedrijven en van kleine nationale groepen, maar draagt niet bij tot de lokale gemeenschappen noch tot de nationale staten. Daarom verwerpen wij deze onverantwoorde praktijken, zowel die van de bedrijven als die van de regeringen die medeplichtig zijn aan het schenden van de mensenrechten van de door de mijnbouw getroffen gemeenschappen.
De deelnemers aan de Internationale Conferentie over Mijnbouw zijn solidair met de volkeren die zich in permanente strijd bevinden en die meerdere volksraadplegingen hebben gerealiseerd waarin ze de mijnbouwactiviteiten hebben afgewezen. De lokale gemeenschappen en volkeren hebben, ideologisch verenigd, voorstellen gemaakt voor een nieuwe manier van leven.
We verklaren ons in volledige alertheid, klaar om alle nodige inspanningen te leveren die de rechten van de gemeenschappen herstellen en de natuur behouden, om op deze manier tot een evenwichtige ontwikkeling van onze landen te komen. We willen nogmaals het gebrek aan ecologische, sociale en morele duurzaamheid aantonen binnen het extractieve kapitalistische systeemen onderschrijven de noodzaak voor nieuwe modellen die de mens en alle leven in het centrum van de ontwikkeling plaatsen en die het respect voor de natuur terug in de praktijk brengen.
We eisen dat de verantwoordelijke politici dringend de huidige situatie en het huidige ontwikkelingsmodel veranderen. We vragen hen te zorgen voor het herstel en de uitoefening van de rechten van de lokale gemeenschappen. We eisen ook garanties voor de heroriëntatie van de economische ontwikkelingsbasis van onze volkeren en vragen dat ze zich ten dienste stellen van een sociaal rechtvaardig en ecologisch model.
We roepen de volkeren op om samen aan een nieuwe relatie tussen mensen en natuur te bouwen; dat we werken aan een broederlijke, rechtvaardige, gelijke en duurzame samenleving die het welzijn van iedereen in vrede toestaat, als deel van de natuur, waar de Sumaj Kausay of het Goede Leven de richting aangeeft voor de hervorming van de staten en de toekomstige ontwikkeling.

UITDAGINGEN VOOR HET MIDDENVELD

OM HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE MIJNBOUWPROBLEMATIEK VINDEN WIJ DE VOLGENDE VIJF UITDAGINGEN PRIMORDIAAL:
  1. We moeten de nieuwe golf van kapitaalaccumulatie, die zich in onze landen concretiseert in de extractieve industrie,meer bepaald de mijnbouw, doorgronden en aantonen.
  2. We moeten een tegenmacht opbouwen vanuit het zelfbestuur van de volkeren en vanuit de ervaring van de inheemse volkeren, die met de volksraadplegingen het zelfbestuur over hun grondgebied doen gelden.
  3. We moeten het territorium en het milieu (natuurlijke hulpbronnen, geschiedenis, identiteit) verdedigen als een concreet proces om de staat te hervormen, voorbij het discours van de “rechtsstaat ten dienste van het kapitaal” en als een politieke oefening om een andere waarheid, een andere geschiedenis en andere ontwikkelingsvormen uit te denken.
  4. We moeten permanent samenwerken als diverse sociale beweging en niet enkel als middenveld, anders gezegd: de strijd van de inheemse bevolking, de niet-inheemse gemeenschappen en de sociale internationale partners verenigen.
  5. De internationale ontwikkelingssamenwerking en het internationale middenveld moet tegemoet komen aan de vragen van de volkeren, bijdragen aan de eenmaking van de nationale en internationale bewegingen en de macht van deze volkeren versterken zodat die een tegenmacht kan vormen voor de opgelegde hegemonie.
Antigua Guatemala, 5 augustus 2009

 

Eerste ondertekenaars

FLACSO Guatemala, Area de Movimientos Sociales
Amigos del Lago Izabal – ASALI – Guatemala
Rights Action – Guatemala
Comité Académico Técnico de Asesoramiento Ambiental – CATAPA – Bélgica
Comisión Pastoral Paz y Ecología – COPAE – Guatemala
CEIBA – Guatemala
Asociación Civil El Observador– Guatemala
Plataforma Holandesa – Guatemala
Asamblea Departamental en Defensa de los Recursos Naturales de Huehuetenango – Guatemala
Observatorio de Conflictos Mineros – OCMAL – Ecuador
Comunidad Estudiantil NO´J – Guatemala
Vicaría del Medio Ambiente – VIMA – Perú
Coordinadora en Defensa de La Cuenca Rio Desaguadero, Uru Uru y Poopó – CORIDUP – Bolivia
Centro Ecología y Pueblos Andinos – Bolivia
Consejo de los Pueblos del Occidente – Guatemala
Consejo de los Pueblos de Huehuetenango – Guatemala
Consejo de los Pueblos Kiche – Guatemala
Consejo de los Pueblos San Marcos – Guatemala
Movimiento de Trabajadores Campesinos – MTC – Guatemala
Plataforma Agraria – Guatemala
Pastoral de la Tierra Livingston Izabal – Guatemala
Asociación de Organizaciones no Gubernamentales – ASONOG – Honduras
Alianza Cívica por la Democrácia – Honduras
CORDAID – Holanda
Colectif Guatemala – Francia/Guatemala
Comisión de Justicia y Paz Familia Franciscana- Guatemala
Network in Solidarity with Guatemala NISGUA – Guatemala
Center for International Environmental Law – CIEL – EE.UU.
Solidaridad Suecia-América Latina
Asociación de Mujeres Xinkas de Santa María Xalapán Jalapa -Amismaxaj – Guatemala
Acción Comunitaria Xinka Xalapán
ASECSA
Parroquia de San Miguel Ixtahuacán San Marcos – Guatemala
Red Mesoamericana Contra la Minería
Iglesia Luterana ILUGUA – Guatemala
Asociacion para la defenza de la montaña Las Granadillas – Guatemala
Comunidades afectadas y amenazadas por la mineria en el municipio de El Estor y Polochic – Guatemala
Ajchmol San Marcos – Guatemala
Solidaridad – Holanda
Movimiento Ambientalista de Campamento – Honduras
TROCAIRE – Guatemala
AVANCSO – Guatemala
Movimiento Popular Guevarista – Guatemala
Central Única Nacional de Rondas Campesinas – CUNARP – Perú
Asociación de Municipios Oruro – AMDEOR – Bolivia
Colectivo Punto Verde
Red de Comunidades Afectadas por la Minería – Honduras
Red Magesterial Popular México
Coordinacón de Organizaciones de los Pueblos Mayas en Lucha por su Liberación – COCPUMAL – México
MILPA – Chile
URV Solidaridad – Chile

 

Teken de Verkaring op http://conferenciamineria.wordpress.com

La Mina 2 – In het hol van de leeuw

La Mina 2 – In het hol van de leeuw

Dinsdag 28 juli. 4u40.

Daan komt ons wekken. Vandaag mogen 14 deelnemers van SIED II de Marlin-mijn van Montana in San Miguel Ixtahuacán en Sipakapa bezoeken. Door de Noche belga gisteren hebben we slechts 4 uur geslapen, maar door de adrenaline spring ik uit mijn bed.

We rijden met de microbus van don Ebelio door de bergen van San Marcos, staan een kwartiertje stil door wegenwerken en komen tegen 8 uur aan bij de mijn. De spanning stijgt. Het grote bord bij de ingang trekt direct onze aandacht. Het geeft aan hoeveel quetzales Montana (dochterbedrijf van het Canadese GoldCorp) investeert in de maatschappij. Ik word aangespoord om foto’s te trekken van dit sterk staaltje misleidende bedrijfscommunicatie – hoeveel hun winst bedraagt, komen we immers niet te weten – en haal direct ook mijn videocamera boven. Misschien zijn het wel de enige beelden die ik kan maken.

Na een oppervlakkige controle – ze vragen niet eens identiteitskaarten – rijden we het hol van de leeuw binnen. Dat ze geen identiteitscontrole vragen, toont aan dat ze goed weten wie we zijn. Later op de dag komen we nog te weten dat onze gids Alan Ovalle het radiodebat waaraan we enkele dagen eerder in San Miguel Ixtahuacan hebben deelgenomen, volledig heeft gehoord. En Jorge (Bolivië), Pedro (Honduras), Juan (Guatemala) en Idelso (Peru) spraken zich tijdens het radiodebat heel scherp uit tegen mijnbouw. Alan Ovalle ontvangt ons in het kantoor van het Departamento Desarrollo Sostenible (Afdeling Duurzame Ontwikkeling). ‘Hier bedenken ze dus zulke borden’, denk ik bij mezelf.

In het zaaltje waar Alan ons ontvangt, zet ik snel nog Wies’ bandopnemertje aan, voor in het geval we niet mogen filmen. Het is ons nog altijd niet duidelijk of ze het gaan toelaten, onderweg naar het kantoor van Desarrollo Sostenible heb ik dus al volop gefilmd. Als Alan binnenkomt, vraag ik hem of ik mag filmen en foto’s nemen. In de stijl van mevrouw Protput (Het Eiland) zegt hij ‘laten we dat niet doen’. ‘Ha’, dacht ik, ‘die heb ik mooi liggen’. Drie presentaties (‘constructieve dialoog met de lokale gemeenschap’, ‘relaties met de gemeenschap’ en ‘veiligheid’) later merk ik dat ik de foute knop heb ingedrukt, geen opname dus. Als ik naar buiten ga, merk ik een tekening op die op het prikbord hangt (zie foto met mijnwerkershelm – ‘Bedankt, papa, omdat je mijnwerker bent. Omdat jij de steun van de familie bent. Omdat jij ons begeleidt op onze wegen. We zien je graag, papa’). Zou die echt zijn?

Enkele uitspraken van don Alan:
– “De communicatie met de bevolking loopt niet altijd vlot, want ze geloven nog dat de mijn schedels van kinderen gebruikt om goud in de ondergrondse mijn te zoeken” Conclusie: de lokale bevolking is enkel tegen de mijn omdat ze nog in mythes geloven?
– “Onder de aandeelhouders van GoldCorp zitten pensioenfondsen van de VS en Canada”. Conclusie: GoldCorp is een sociale organisatie en als we hen aanpakken, pakken we het pensioen af van de werkende bevolking in Canada en de VS?
– De Marlinmijn is voorzien om tot 2013 operatief te zijn. Daarna zal de lokale economie vooral bestaan uit “landbouw en diensten en …(stilte)”. Vraag is of de omgeving niet te sterk zal vervuild zijn om nog aan landbouw te doen. Anders blijft er voor de lokale bevolking niet veel meer over. Tenzij Montana de 42 licenties die ze nu in het land heeft, verder exploiteert, maar dan zullen er nog minder vruchtbare gronden zijn voor landbouw later. En het zijn er, volgens Alan, al niet veel in San Marcos. Waarmee hij wou zeggen dat het eigenlijk geen landbouwstreek is, en dat mijnbouw een schoon alternatief is voor de ‘ontwikkeling’ van de streek.

Terug buiten poseren we even voor de foto (jammer genoeg heeft Elar zijn fototoestel in het busje van de mijn laten liggen en is die foto dus kwijt) voor we het mijnbusje in stappen voor onze rondrit. Eerste stop: de open pit.

Een gigantische put. In breedte of lengte zal het niet meer toenemen, enkel nog in diepte (nog 100 meter dieper dan het nu al is). Te diep mogen ze ook niet gaan, want juist onder deze grote put bevindt zich nog een ondergrondse mijn. Het grijs op de foto’s zijn sulfidehoudende gesteenten, en in contact met water zorgt dit voor de zure drainage (acid mine drainage), het grootste ecologische gevaar bij mijnbouw. Een ingenieur legt ons uit hoe ze te werk gaan: eerst putje boren om stalen op te halen die nadien naar het labo gaan om te testen op goud en zilver. Nadien, indien de test positief is, steekt men een explosief goedje in de put die het geheel opblaast. De grote stukken rots waarin niets zit, worden gescheiden van de stukken waarin wel goud of zilver worden gevonden. Deze laatste gaan naar de verwerkingsinstallatie.

Bij de ondergrondse mijn krijgen we uitleg van een ingeniero Javier Castilla die ons in zijn kantoortje de kaart toont van de ondergrondse mijn en het ons zelfs laat fotograferen en filmen (tot Alan binnenkomt en zegt dat het niet de afspraak was). We stoppen de camera’s weg (Spijtig had enkel Elar foto’s getrokken). Ze halen in de ondergrondse mijn 6 à 10 gr goud of zilver per ton rots boven. Bij de open pit is dat 2,5 tot 4 gram, maar het zou zelfs nog aan 0,2 gram rendabel zijn. De bovenste gangen zijn al leeggehaald en worden nu opnieuw opgevuld met rots die ze eruit hebben gehaald, vermengd met cement.

Bij de verwerkingsinstallatie legt de ingenieur van dienst het hele proces uit, van 7 tanken en 72 uur om het goud met de cyanide te laten reageren. Ik wil weten hoeveel water ze gebruiken, ingeniero Pedro Lorenzo antwoordt dat ze vooral regenwater gebruiken en dat het water gerecycleerd wordt. Volgens hun eigen milieueffectenrapport verbruiken ze 250.000 liter water per uur, niet gespecifieerd hoeveel daarvan regenwater of grondwater is. 250.000 liter zou overeenkomen met het volledige waterverbruik van een familie gedurende 21 jaar. Maar don Pedro antwoordt enkel dat 85% regenwater is. Hoeveel die 15% grondwater bedraagt, krijg ik dus nog niet te horen. Op de foto’s zie je het mechanische proces waar molens de rotsen tot fijn stof malen en vermengen met water (de twee middenste foto’s) en het chemische proces (de eerstvolgende foto) waar door middel van cyanide het goud en zilver uit het water wordt gehaald. Het vervuilde water gaat naar de dique de colas (bassin waar het vervuilde water wordt opgevangen), het goud en zilver worden elders verwerkt tot dore bars (soort blokken van goud en zilver) die naar smelterijen gaan. Ook hier poseren we even voor de enorme kraan (de laatste van de volgende foto’s).

Hier krijg ik wel te horen hoeveel de 15% grondwater bedraagt: 22.000 tot 24.000 m3 water per maand. Omgerekend is dat 22.000.000 liter/maand of min of meer 30.555 liter grondwater per uur. Bij de waterzuiveringsinstallatie en de dique de colas wacht de heer Peter Hughes ons op. Een Hondurees ondanks zijn naam en uiterlijk. De zware metalen die in het water zitten zinken naar de bodem, het water zelf wordt voor een deel opnieuw gebruikt en een deel verdampt. Op het einde van de dique de colas staat er ook de nieuwste en enige zuiveringsinstallatie van heel Centraal-Amerika die het water oppompt en met een systeem van verschillende tanken nog een deel van de metalen uit het water haalt. En Peter is niet een beetje fier. Op zich is het niet rendabel (het goud of zilver dat ze er nog in vinden brengt minder op dan de onderhoudskosten van de installatie). Het zou dus puur uit bezorgdheid voor het milieu zijn. Maar waarom sturen ze het water dan niet direct door deze installatie? Nu zinken immers al een groot deel van de metalen naar de bodem alvorens ze door de installatie worden gestuud. En de dique de colas bevat zelfs geen beschermfolie, infiltratie van zware metalen in de ondergrond is dus niet uitgesloten. Als de mijn stopt en het water verdampt is, dan leggen ze er een kleilaag over waarop dan gras kan gezaaid worden om vee te laten grazen. Bomen zijn hier uitgesloten want die zouden de kleilaag kunnen perforeren.

Het water is eigenlijk niet zo sterk vervuild, want Peter Hughes zou zelfs liever dit water drinken dan dat van de nabijgelegen rivier. Op ons verzoek om ervan te drinken ging hij liever niet in, blijkbaar moet dat riviertje ook niet echt proper zijn. En sowieso is het water van de dique de colas niet drinkbaar. Een bewoner stierf nog enkele maanden geleden toen hij in het water zijn bal achterna sprong (zie Sams blog op deze site). Maar dat voorval ontkenden Alan en Peter.

Daan stelt nog de vraag of ze geïnteresseerd zijn om een onafhankelijk onderzoek toe te laten in het bedrijf voor een mileueffectenstudie. Als het een onafhankelijke universiteit is, zijn ze wel geïnteresseerd om daarover te spreken. Want ‘het is tijd om voor eens en voor altijd duidelijkheid te brengen over de aanwezigheid van de mijn. Het is vermoeiend om altijd te moeten strijden’, zei Alan. Dat dachten wij ook.

Na een gratis middagmaal in de kantine keren we om 15 uur terug richting San Pedro Sacatepéquez. Slingerend tussen de bergen, geniet ik van het prachtige groene landschap…

 

door Thomas DM

Verenigd protest in Ciudad de Guatemala

Verenigd protest in Ciudad Guatemala

Het volk verenigde zich, dinsdag in Ciudad Guatemala. Een mix van vakbonden en boerenbewegingen,  in totaal naar schatting 3000 manifestanten, kwam samen in de straten van de hoofdstad.

Dinsdag 14 juli, Ciudad Guatemala. Daan, Marijke en ik nemen een taxi van de luchthaven naar de Zona 2, waar we een drietal nachten onderdak zullen krijgen in het huis van de Amerikaans-Guatemalteekse NGO Sister Parrish.

Roetzwarte uitlaatgassen, kleurrijke straathoekkraampjes, zwaar gewapende bewakers aan winkels en banken,  “memoria, verdad y justicia” op de muren geschilderd- door de autoraampjes dringen de eerste indrukken binnen. Het decor bestaat uit bergen, een vulkaan, groepjes cirkelende gieren.

De 9-to-5-werkdag zit erop en onze chauffeur steekt zijn ergernis over de files niet onder stoelen of banken- “je verspilt dan zoveel benzine”. En er is nog een andere reden voor de files, zo blijkt uit zijn gezucht: “manifestaciones”. Een drietal keren dommelt hij bijna in en moet ik hem voorzichtig weer het verkeer in porren.

Wanneer we het Parque Central voorbij rijden, het centrale grote plein waar het presidentiële paleis staat, merken we inderdaad dat er iets -in de vorm van sociaal protest- aan de gang is vandaag. De krachtige stem van een vrouw, we zien haar niet, weerklinkt over het plein: dat het genoeg is geweest met de bedrijfspolitiek van de regering Colom, dat de Guatemalteekse politici nu maar eens aan de meerderheid van hun volk moeten denken.

Her en der zitten kleine groepjes inheemse vrouwen zij aan zij aandachtig te luisteren. In vele kleurrijke chicken buses zijn manifestanten van hun gemeenschappen hogerop in de hoofdstedelijke provincie en vanuit de westelijke Hooglanden naar de hoofdstad afgezakt. Anderen kwamen gewoon te voet, lezen we later.

De bewoners van de gemeenschappen van San Juan Sacatepéquez, waar het leger eerder protest al in de kiem probeerde te smoren, willen de verwijdering van een cementfabriek op hun gronden. Ze kregen na onderhandeling de belofte op een milieu-impactstudie.

Een delegatie van San Mateo Ixtatán overhandigde aan het Ministerie van Energie en Mijnbouw de resultaten van een volksraadpleging waarin buurtbewoners zich uitspraken tegen mijnbouwactiviteiten op hun woongebied. Over het hele land blokkeerden boeren verschillende hoofdwegen. De eisen: de opschorting van de nieuwe mijnbouwwet en de 50 licenties die momenteel in het Westen van het land van kracht zijn. Het antwoord van Colom is dat er geen mijnactiviteit zonder volksraadpleging zal zijn.

Ook werknemers van Justitie zouden deelgenomen hebben aan de betogingen- met een kreet om een hoger loon en een betere functionering van het rechtssysteem.

Is er gecoördineerd protest op gang aan het komen in Guatemala? Vorige week kwamen in de hoofdstad naar verluidt al om en bij de 15 000 mensen samen in een nationale anti-mijnbouwbetoging. In een land getekend door fragmentatie, grote machtsverschillen en wantrouwen, niet alleen tussen bevolkingsklassen, maar ook onderling tussen verschillende basisbewegingen en NGOs, is dat opmerkelijk.

 

Wies Willems