De mijnwet houdt Bolivia in een greep

De mijnwet houdt Bolivia in een greep

Eind maart werd de nieuwe mijnwet (ley minera) goedgekeurd door het parlement, waarop de mijncoöperativisten woedend reageerden met blokkades en dynamietstaven. Behoorlijk vreemd, want deze wet is voor en door de coöperativisten geschreven, maar van de wijziging van twee artikels wilden ze niets weten. Langs de andere zijde zijn ngo’s, sociale organisaties, milieubewegingen, campesinos en idígenas enorm verontwaardigd dat deze desastreuze wet langs hen heen werd goedgekeurd. Een neoliberale wet die volledig ten voordele is van coöperativisten en buitenlandse bedrijven, die inheemse bevolkingsgroepen buiten spel zet en die het staatsaandeel in Bolivia’s belangrijkste industrie sterk reduceert. De ley minera brengt veel commotie teweeg bij alle betrokkenen.

Coöperatieven, daar zijn we voor, niet ?

Mensen, laat je niet door de term ‘coöperatieve’ misleiden. Hoewel de Boliviaanse wet deze entiteiten omschrijft als ‘sociale organisaties zonder winstoogmerk’ zijn deze de facto private bedrijven. Erger nog want 1) ze betalen haast geen belastingen 2) het zijn de grootste vervuilers onder de mijnactoren (andere actoren in het mijnlandschap zijn de “echte” private ondernemingen en het staatsbedrijf COMIBOL). Het waren deze coöperativisten die met tienduizenden op straat kwamen en een aantal dagen het land blokkeerden. Ze protesteerden tegen de wijziging van twee wetsartikels; artikel 151 dat nu weglaat dat coöperatieven met de private sector een contract kunnen afsluiten (binnenlands of buitenlands. Hoewel het afsluiten van contracten nergens in de wet formeel verboden wordt en het dus de facto wel nog mogelijk blijft. En artikel 132 dat nu stelt dat het parlement het uitreiken van nieuwe mijnconcessies moet goedkeuren (terwijl in het wetsontwerp stond dat dit kon gebeuren via een louter administratieve behandeling). Wat maar pure logica lijkt in een democratie waarin politici toch een bepaalde toekomstvisie willen uitstippelen. Deze twee artikels moeten dus opnieuw onderhandeld worden, al zijn dit eigenlijk maar details in de integraal neoliberale wet.

Hé, beginnen we een coöperatieve?

Wat er nu op punt staat, is dat nieuwe mijnconcessies dus niet langer door het parlement maar door een administratieve instantie kunnen worden uitgereikt. Wat hiervoor nodig is, zijn slechts een aantal stempels en handtekeningen. Een coöperatieve starten is al helemaal easy-peasy. U en ik kunnen morgen een coöperatieve beginnen; ‘de vrolijke mijnwerkers”; ‘oro arriba’ o lo que sea (daar kunnen we later nog eens over brainstormen). We hoeven slechts enkel enkele papieren in te vullen en zo, klaar in één, twee, drie. Het geeft niet dat wij niet over voldoende investeringscapaciteiten beschikken of over de nodige know-how, want de staat zal dit subsidiëren! Ach, het is eens iets anders dan investeren in een sociaal zekerheidsstelsel of in onderwijs (cliché). Waarom niet de coöperativisten steunen die dan met enkelen lekker stinkend rijk kunnen worden (en nogmaals: amper belastingen hoeven te betalen)? Wat met de commercialisering van onze ontgonnen mineralen, hoor ik u denken? Wel, die verkopen we gewoon aan een transnationaal mijnbouwbedrijf natuurlijk! Geïnteresseerde opkopers bij de vleet; Rio Tinto, Newmont Mining of Glencore (die samen met nog zo’n drietal anderen over bijna 400 concessies en contracten beschikken, goed voor zo’n 480.000 hectaren). Zij zullen ons met plezier steunen, daar kan u zeker van zijn. Zij kunnen de mineralen immers met vette winsten verkopen op de wereldmarkt en in één klap zijn ze ook verlost van hun verantwoordelijkheden; geen milieucontroles meer, geen arbeidsrechten die verzekerd moeten worden en niet langer last van communarios die komen klagen dat ze niet lager over proper water beschikken. Wat denk u? Bent u uw job beu? Bent u toe aan een nieuwe uitdaging? Zullen we?

Staatsbelangen

U hoort het al, ik ben behoorlijk sceptisch over deze neoliberale koers, maar onbevooroordeeld als ik ben, doe ik mijn uiterste best het regeringsdiscours te begrijpen. Waarom wil de overheid deze wet goedkeuren? Wat zijn de belangen? Een poging.

Ecologische belangen

Laat me beginnen bij de minst waarschijnlijke drijfveer. Volgens deze ley minera worden concessies verleend in de vorm van absolute exploitatierechten; niet enkel de mineralen die zich in de concessiezone bevinden worden privébezit, ook de andere natuurlijke rijkdommen, inclusief water (zowel bovengronds als ondergronds) zijn vrij voor gebruik. Verder zullen milieu-inspecties niet langer door het Ministerie van Milieu worden uitgevoerd, maar wel door het Ministerie van Mijnbouw en Metallurgie. Een free-card met andere woorden om volop te exploiteren zonder controles, zonder verantwoording. Vervuiling troef. Lange termijnperspectief? Zero. Niet alleen de milieuconservering maar zeker het veiligstellen van drinkbaar water lijken me toch universeel publieke belangen.

Economische belangen

Hier zullen we het gaan hebben, denk je dan, maar eigenlijk vallen er heel wat economische argumenten contra deze ley aan te halen. Royalties. Deze moeten betaald worden als een compensatie voor de extractie van niet-hernieuwbare grondstoffen. De overheid heeft echter een minimumprijs opgesteld – om schommelingen op de internationale markt op te vangen. Wanneer de marktprijs onder deze waarde daalt, past de overheid bij én valt deze additionele belasting weg. Een totaal neoliberale koers combineren met corrigerende staatsmaatregelen die enkel ten voordele zijn van de mijnsector en ten koste van staatsinkomsten, is een bizarre denkpiste, gezien de mijnsector de meest winstgevende industrie is. Belastingen. In de nieuwe ley minera wordt het belastingsbarema voor de coöperativisten gereduceerd tot 1% van hun inkomsten. Toch pakt de overheid jaarlijks uit met de omvang van de absolute inkomsten uit de mijnsector: “In 2012 haalde de overheid 40 miljard dollar uit de mijnbouw!”. Als je echter de totale geaccumuleerde winsten uit deze sector bekijkt (volgens de officiële cijfers): 3692 miljard dollar in de privésector en 1780 miljard bij de coöperativisten, dan bekijk je extra steunmaatregelen voor de coöperativisten met ander ogen. Economische efficiëntie. Efficiënte productie lijkt een belangrijke sleutelfactor om mijnactoren te evalueren. Extractie is niet zo vanzelfsprekend en is veelal hoogtechnologisch. Zo ontgint COMIBOL slecht 65% van de mineralen die in de ontgonnen gesteenten zitten. De coöperatieven echter, ontginnen gemiddeld maar 20% van de mineralen. Gezien de hoge economische waarde van mineralen is het niet zo verstandig de minst efficiënte productiemethodes te gaan promoten. Commercialisering. Bij extractie worden altijd meerdere mineralen ontgonnen, het gaat bijvoorbeeld nooit louter om goud of zilver. De massa’s zitten meestal tsjokvol andere metalen, zoals onder andere indium. Op de export van deze ‘extra’ mineralen hoeven ook geen belastingen betaald te worden, hoewel het wereldmarktprijs voor indium momenteel wel hoger ligt dan die van zilver. Ook hier grijpt de overheid dus naast een grote bron van mogelijkse inkomsten.

Strategische belangen

In 2005 lanceerde de Boliviaanse overheid een nationaal ontwikkelingsplan (2005-2015) en werd het ‘Minesterio del Planificación y Desarollo’ opgericht ter uitvoering. Dit ministerie heeft natuurlijk inkomsten nodig en daarvoor is de mijnsector cruciaal. Begrijpelijk, maar de belastingsbijdrage van coöperatieven verlagen, is hiervan geen logisch gevolg. Buitenlands kapitaal aantrekken. Om deze reden werden belasting- en andere voordelen aanvankelijk opgezet, namelijk om buitenlandse bedrijven met know-how en kapitaal aan te trekken. Wanneer deze multinationals nu enkel de mineralen van de cooperativisten hoeven op te kopen, hoeven deze echter geen investeringen meer te doen (en meer nog, zal de staat de investeringen van de coöperativisten subsidiëren). Natuurlijke rijkdommen. Bolivia is een rijk land in termen van natuurlijke rijkdommen. Toch staat het onderaan de BBP-lijst van de Zuid-Amerikaanse landen. Wanneer deze sector op een duurzame manier beheerd zou worden, zou de Boliviaanse staat daar ook op een duurzame wijze inkomsten uit kunnen halen. Nu de sector echter compleet vervrijemarkt wordt, dreigt de controle over deze rijkdommen helemaal verloren te gaan.

Electorale belangen

Hoeveel coöperatieven er precies actief zijn, is een mysterie. Officiële cijfers spreken van 640 coöperatieven, hoewel experten schatten dat het er zo’n 1600 zijn. De meerderheid hebben zich gevormd vanaf 2006, vanaf het moment dat de regering Morales aantrad. Het electoraal gewicht van de coöperativisten en daarenboven hun enorme mobiliseringskracht (in 24-u tijd kunnen zij het hele land plat leggen) hebben ervoor gezorgd dat een serie aan economische voordelen reeds de afgelopen jaren door de regering werd goedgekeurd. Het enige motief dat ik kan bedenken in deze hele mijnwethistorie, is het feit dat de verkiezingen er zitten aan te komen. En dat is nu echt de minst nobele onder de politieke drijfveren, als je het mij vraagt.

Auteur: Emma Timmerman

Wet op raadpleging inheemse volkeren in Peru

Op 23 augustus keurde het Peruaanse Parlement een wetsvoorstel goed dat de voorafgaande raadpleging van inheemse volkeren moet verzekeren. Afgelopen dinsdag 6 september werd de wet door president Ollanta Humala ook officieel aangenomen. Samen met het Plataforma Europa-Perú (PEP) juicht CATAPA de goedkeuring van de wet toe.

De nieuwe president ondertekende de tekst symbolisch in Bagua, waar in 2009 meer dan dertig doden vielen bij protesten van inheemsen tegen petroleumontginning. De wet is een belangrijke overwinning voor de inheemse organisaties en het middenveld in Peru, die al meer dan een jaar gezamenlijk lobbyen voor de goedkeuring ervan. In 1995 al ratificeerde Peru Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie, waarop de nieuwe wet gebaseerd is. Op 19 mei vorig jaar nam het Parlement een wetsvoorstel aan om die ratificatie om te zetten in een nationale wet. Het voorstel werd echter verworpen door toenmalig president Alan García.

Samen met het Plataforma Europa-Perú (PEP) schreef CATAPA brieven (zie bijlage) naar president Ollanta Humala en het Parlement, met de eis om de tekst nu ook in de praktijk om te zetten. Volgens de wet moeten de staat en gemeenschappen tot ‘een akkoord’ komen over projecten die de gemeenschappen of hun gronden aanbelangen. Zelf ziet de president de nieuwe raadplegingswet als ‘bevorderlijk’ voor investeringen, omdat ze volgens hem sociale conflicten zal verminderen.

Humala had in zijn verkiezingscampagne een punt gemaakt van een meer gelijke verdeling van de inkomsten van mijnbouwprojecten, een strengere milieuwetgeving en meer sociale herinvesteringen. Op economisch vlak lijkt de koers voorlopig weinig te wijzigen: de investeringen in grootschalige mijnbouwprojecten blijven doorgaan. Zo werd dezelfde dag nog van de inwijding van Ollanta Humala, 28 juli, de grootste mijnbouwinvestering ooit in Peru goedgekeurd: een uitbreiding van de Yanacocha-goudmijn in Cajamarca. Ook het management van het omstreden Río Blanco-koperproject in de noordgrens van Peru liet onlangs weten dat het wil doorgaan met het project (lees hier een reactie daarop van de basisbewegingen uit Noord-Peru, Spaans). Humala dwong wel al een bijkomende taks af op de winst van mijnbouwbedrijven, goed voor 1 miljard dollar extra staatsinkomsten per jaar.

Auteur: Wies Willems

Voorzitter Hooggerechtshof verantwoordelijk voor illegale verwerving van gemeenschapsgronden

Voorzitter Hooggerechtshof verantwoordelijk voor illegale verwerving van gemeenschapsgronden

Dat de mijnbouwactiviteiten van de Marlin mijn in San Miguel Ixtahuacán, uitgebaat door Montana Exploradora, dochteronderneming van Goldcorp, schendingen zijn van de mensenrechten, de rechten van inheemse volkeren en van de Guatemalteekse wet was al langer bekend. Nu brengen de uitstekende juridische onderzoekers van het mijnbouwverzet in het westen van Guatemala, aan het licht dat het kopen van de gronden van San Miguel een loutere misdaad is tegen het Guatemalteekse recht. De verdachte van deze misdrijf is niemand minder dan de huidige president van het Hooggerechtshof van Guatemala.

Op 27 juli was er een grote betoging van meer dan 5000 mensen in de hoofdstad van Guatemala, de deelnemers kwamen helemaal uit de westelijke hooglanden. In de eerste rijen van de demonstratie bemerkten we de Nobelprijswinnaar Rigoberta Menchú, boegbeeld van de inheemse bevolking in Guatemala en Álvaro de bisschop Ramazzini van San Marcos, die onverzettelijk het type van ontwikkeling van de ontginningsindustrieën in vraag stelt.

Wat al geweten was is dat de invoering van de Marlin mijn er kwam zonder raadpleging van de bewoners van het gebied, en waardoor hun rechten als Guatemalteken, en als inheemse bevolking onverbiddelijk werden geschonden. Ook bekend is dat op dagelijkse basis het bedrijf Goldcorp de mensenrechten van deze bewoners overtreedt, door hun leefmilieu te bedrijgen door het gebruik van de zeer giftige cyanide, en de invoering van zware metalen in hun wateren, en dus door de hun volksgezondheid op het spel te zetten.

Met betrekking tot de aankoop van de gronden van de inwoners van San Miguel wisten we al dat verraderlijke strategieën werden gebruikt. Toen het mijnbedrijf land van deze mensen gekocht, vertelden ze niet dat de gronden zouden gebruikt worden voor dagmijnbouw, maar wel dat er ontwikkelingsprojecten zouden komen, zoals een orchideeplantage .

De juridische hersenen van het mijnbouwverzet zou niet opgeven om meer bewijzen te vinden rond de onrechtmatigheid van de aankoop van de gronden. De nieuwe bewijzen, tonen aan dat onder het Guatemalteekse recht, de aankoop van grond niet kon hebben plaatsgevonden. Dat komt omdat de gronden die werden gekocht door Peridot SA – de onderneming bevoegd voor de aankoop van de gronden, alvorens deze aan Montana Exploradora te overhandigen -, zijn gedocumenteerd in het kadaster van West- Guatemala als gemeenschappelijke gronden van de inheemse Mam-gemeenschap. Daarom kon het land niet worden verkocht tussen individuen, maar had de hele gemeenschap moeten inspaak hebben gehad over de transactie.

De heer Erick Mancilla Alvarez, de toenmalige wettelijke vertegenwoordiger van Peridot SA, en dus de persoon die verantwoordelijk is voor de juridische aspecten van de transactie, is nu president van het Hooggerechtshof van Guatemala, wat een beeld geeft van de machtsverhoudingen in dit land.

Daarom kwam de mars tot stilstand voor het gebouw van het Hooggerechtshof. Rigoberta Menchú sprak van een historische dag, omdat dit de eerste keer was dat de inheemse bevolking van Guatemala tot de hoogste rangen van de macht gaat om hun rechten op te eisen. De demonstranten dienden een wettelijke aanklacht in tegen Erick Alverez Mancilla, voorzitter van het Hooggerechtshof voor het schenden van Guatemalteekse wetgeving door de aankoop van illegaal landen die behoren tot de Maya-Mam bevolking.

Auteur: Bart Van Besien

Gemeenschappen uit Peru en Ecuador wisselen strategieën tegen mijnbouw uit

Gemeenschappen uit Peru en Ecuador wisselen strategieën tegen mijnbouw uit

Van 2 tot en met 4 juli waren er een honderdtal Peruanen en Ecuadorianen samengekomen in de Peruaanse stad Piura. Allemaal kwamen ze uit gemeenschappen kwamen die getroffen worden door mijnbouw, en allemaal willen ze een toekomst waar duurzaam met de natuurlijke rijkdommen wordt omgesprongen. De presentaties van ondersteunende organisaties werden afgewisseld met traditionele dans en verbroedering over de landsgrens heen. Het evenement werd afgesloten met een slotverklaring, waarin de gemeenschappen hun wil uitdrukten om te blijven vechten tegen het extractivisme als ontwikkelingsmodel voor hun territoria en om hun krachten te bundelen in een binationale organisatie van gemeenschappen getroffen door de mijnbouw.

Verschillende personen van organisaties die het evenement “Landsgrenzen overwinnen, Volkeren ondersteunen in hun strijd tegen de mijnbouw – 2de Binationale Bijeenkomst van Boeren- en Inheemse Gemeenschappen van Peru en Ecuador die getroffen worden door de Mijnbouw” ondersteunden – o.a. CooperAcciónAcción EcológicaVIMAOCMALFICSHCONACAMI – voedden de bijeenkomst met uiteenzettingen over het beheer van het territorium (via ecologisch-economische zonificatie, waarbij zones ‘mijnbouwvrij’ verklaard kunnen worden), mijnbouw in grensgebieden (waarbij juridische clausules omzeild worden ‘in het belang van de bevolking’), klimaatsverandering, vrijhandelsakkoorden, de wet op raadpleging (en de ILO Conventie 169) en de criminalisering van het protest van de gemeenschappen tegen de mijnbouw.

Op basis van deze inbreng, sleutelden de aanwezigen aan een slotverklaring waarin ze hun onverwoestbare toewijding uitdrukten om hun natuurlijke rijkdom en territorium te verdedigen – met hun eigen leven indien nodig – en om een integratieproces op gang te brengen over de landsgrens heen. Op deze manier kunnen ze ervaringen en gewoonten van hun volkeren uitwisselen om het cultureel, ecologisch en economisch annihilatieproces tegen te gaan dat hen aan het treffen is. Bovendien eisten de gemeenschappen dat de gehele bevolking geraadpleegd wordt inzake de ontwikkelingsmodellen van beide landen – een ontwikkeling gebaseerd op plundering en vernieling – en dat de IIRSA-projecten meteen worden stilgelegd.

Verder poneerden de aanwezigen dat verschillende zones in de gebieden waarin ze wonen – waaronder de provincies Ayabaca, Huancabamba, Jaén en San Ignacio – ‘mijnbouwvrij’ verklaard worden. Deze eis vindt haar weerklank in de campagne van de gemeenschappen uit die vier provincies, bij monde van het Front voor Duurzame Ontwikkeling in de Noordgrens van Peru, om zones in hun provincies mijnbouwvrij te verklaren. CATAPA zal deze vraag dit najaar ondersteunen met de internationale campagne Mining in Paradise?

Peru: te vroeg victorie gekraaid met de wet op raadpleging?

19 mei was een glorieuze dag voor de inheemse bevolking in Peru. Eindelijjk had het Congres een wet op raadpleging gestemd en goedgekeurd. Eindelijk, want sinds 1995 was Conventie 169 van de Internatonale Arbeidsorganisatie (ILO), die het recht op raadpleging van inheemse volkeren garandeert bij administratieve of wettelijke maatregelen die een impact hebben op de levenswijze of het territorium van deze volkeren, van kracht in Peru. Het gebrek aan nationale wetgeving die dit recht zou garanderen, was slechts een goedkoop (en, juridisch gesproken, fout) excuus om de inheemse volkeren niet te raadplegen. De kopzorgen zijn echter nog niet voorbij: maandag 21 juni is de laatste dag voor president García om deze wet te ondertekenen, opdat deze ook werkelijk in voege kan treden. Hebben de inheemse volkeren te vroeg victorie gekraaid?

Vanuit de privé-sector is er heel wat tegenwind gekomen tegen de wet op raadpleging. Investeerders zijn er van overtuigd dat deze wet de inheemse volkeren effectief een recht op veto geeft, waardoor ze heel wat winsten aan hun neus voorbij zien gaan. Ze hebben daarom ook, onder meer via het Ministerie van Energie en Mijnbouw en het Ministerie van Economie, druk uitgeoefend op de president om de wet niet te ondertekenen, waardoor ze ongestoord verder zouden kunnen investeren in Peru.

Er is echter geen reden voor paniek, verklaart het Grondwettelijk Hof. In een uitspraak eerder deze week, argumenteert het Hof dat deze wet enkel de internationale verplichting om inheemse volkeren te consulteren in de Peruviaanse wetgeving vastlegt, zonder hierbij vetorecht aan de volkeren te geven. Men moet er geen doekjes om winden, aldus het Hof, de Peruviaanse staat heeft de verplichting om tot een onderhandeld akkoord te komen over maatregelen die de inheemse volkeren betreffen – en is daar in de voorbije 15 jaar schromelijk in tekort geschoten.

Bovenop deze uitspraak van het Hof kwamen er nog een hele reeks verklaringen van andere toonaangevende persoonlijkheden die het belang van de promulgatie van de wet op raadpleging benadrukten. Robert Zoellick, voorzitter van de Wereldbank, verklaarde dat “het scheppen van wetgevend kader uitermate belangrijk is om raadpleging in Peru te bevorderen.” Elizabeth Leon, de voorzitster van de parlementaire commissie van inheemse volkeren, benadrukte dat de wet met een ruime meerderheid was goedgekeurd, na zes maanden intensieve dialoog met alle stakeholders – vertegenwoordigers van de uitvoerende macht incluis. Daarnaast brachten de Internationale Federatie van Mensenrechten (FIDH) en APRODEH in herinnering dat de slachtoffers van Bagua nog steeds aan het wachten zijn op een proces van de verantwoordelijken voor de bloedige afloop van het vreedzame protest.

Het is nu afwachten wat maandag 21 juni brengt. De promulgatie van de wet zou alleszins het eerste agendapunt zijn op de agenda van president García – hopelijk stapt hij met het juiste been uit bed.

Auteur: Tom Van den Steen

Peru de eerste (na 16 jaar) met wet op raadpleging van inheemse volkeren!

Het heeft 16 jaar en veel bloed, zweet en tranen gekost, maar uiteindelijk heeft het Peruaanse Congres op woensdag 19 mei 2010 een wet goedgekeurd die het recht op raadpleging garandeert van inheemse of oorspronkelijke volkeren overeenkomstig Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).  Peru had deze conventie reeds in 1994 geratificeerd, maar het heeft dus tot 2010 geduurd vooraleer het deze in een wet heeft gegoten, opdat het recht op raadpleging van de inheemse volkeren ook effectief nageleefd kan worden, in een land waar conflicten tussen overheid, (multinationale) bedrijven en inheemse volkeren schering en inslag zijn. De wet, die nog door president Alan García bekrachtigd moet worden, werd met veel enthusiasme onthaald, zowel bij de Ombudsman, het middenveld als de organisaties die de inheemse volkeren vertegenwoordigen. Eens bekrachtigd, zal Peru het eerste land in Latijns-Amerika zijn met een dergelijke wet.

Wat staat er nu eigenlijk in deze wet? Vooreerst bepaalt het dat de inheemse of oorspronkelijke volkeren het recht hebben om op voorhand geraadpleegd te worden over wetgevende of administratieve maatregelen die een rechtstreekse impact hebben op hun collectieve rechten, ongeacht of het gaat om hun fysiek bestaan, culturele identiteit, levenskwaliteit of ontwikkeling. Ook dient de Peruaanse overheid een dergelijke raadpleging te houden inzake nationale of regionale ontwikkelingsplannen, -programma’s of -projecten die deze rechten rechtstreeks beïnvloeden. Deze raadpleging heeft tot doel een akkoord of goedkeuring te bereiken tussen de staat en de inheemse of oorspronkelijke volkeren, middels een interculturele dialoog die garandeert dat deze volkeren betrokken zijn bij de beslissingsmechanismen van de overheid en dat hun collectieve rechten gerespecteerd worden.

Concreet omvat dit recht op raadpleging de volgende principes:

  • de kans om geraadpleegd te worden over wetgevende of administratieve maatregelen vooraleer deze van kracht zijn;
  • erkenning, respect voor en aanpassing aan culturele verschillen, op een manier die bijdraagt tot de waardering van deze verschillende culturen;
  • een klimaat van vertrouwen, samenwerking en wederzijds respect, zonder partijpolitieke standpunten of anti-democratisch gedrag te verspreiden of aan te wakkeren;
  • flexibiliteit inzake de manier waarop dit proces van raadpleging georganiseerd wordt, naargelang het type maatregel die ter raadpleging voorligt en de betrokken inheemse of oorspronkelijke volkeren;
  • redelijkheid inzake de termijn waarbinnen deze raadpleging plaatsvindt, opdat men genoeg tijd heeft om kennis te nemen van de maatregel in kwestie, deze te bestuderen en voorstellen te maken;
  • afwezigheid van dwang of voorwaardelijkheid;
  • volledigheid van informatie, zodat de inheemse of oorspronkelijke volkeren een geïnformeerde beslissing kunnen nemen.

Wie zijn nu eigenlijk die inheemse of oorspronkelijke volkeren? De wet stelt dat er verschillende objectieve en subjectieve criteria zijn die bepalen wie van het recht op raadpleging kan genieten. Onder de objectieve criteria valt (i) de directe aftamming van oorspronkelijke volkeren die het grondgebied bewoonden; (ii) levensstijlen, spirituele en historische banden met het grondgebied dat men van oudsher gebruikt of bewoont; (iii) sociale instellingen en eigen gebruiken; en (iv) culturele patronen en levensstijlen die verschillen van andere geledingen van de Peruaanse bevolking. Subjectief spreekt men van inheemse of oorspronkelijke volkeren wanneer hun collectief bewustzijn zich als dusdanig beschouwt.

Overeenkomstig de wet, zal het proces van raadpleging als volgt gaan. De respectievelijk instanties erkennen welke wetgevende of administratieve maatregelen onder het bereik van deze wet vallen, gevolgd door welke volkeren geraadpleegd dienen te worden. Daarna worden deze maatregelen verspreid onder de betrokken volkeren en wordt er meer informatie verstrekt omtrent die maatregelen. Hierop krijgen de organisaties van inheemse of oorspronkelijke volkeren de tijd om de maatregelen intern te bespreken en te evalueren, waarna ze in dialoog treden met overheidsvertegenwoordigers. Op het einde van dit proces neemt de betrokken overheidsinstantie een gemotiveerde beslissing over de uiteindelijke aard van de voorgestelde maatregel. Indien men niet tot een akkoord is kunnen komen, dient de maatregel alleszins de collectieve rechten van de inheemse of oorspronkelijke volkeren te waarborgen.

Op het eerste zicht lijkt deze wet dus tegemoet te komen aan vele verzuchtingen van de inheemse volkeren en de bepalingen van Conventie 169. De toekomst zal echter uitwijzen in welke mate deze wet ook in de praktijk zal worden toegepast en of het effectief een antwoord biedt aan de steeds toenemende conflictiviteit in de ontwikkelingsvisies van de Peruaanse staat en die van haar inheemse bevolking.

Auteur: Tom Van den Steen

Internationale Arbeidsorganisatie vraagt stopzetting mijnbouwprojecten Guatemala

De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft de Guatemalteekse regering gevraagd om twee mijnbouwprojecten stop te zetten, tot er geen zekerheid is over de mogelijke milieu-impact. Ook eist de IAO dat de staat de inheemse volkeren raadpleegt. De regering heeft 30 dagen de tijd om te beslissen. CATAPA creëert internationale druk door mee te doen aan een briefschrijfactie.

De IAO eist dat inheemse volkeren geraadpleegd worden door de staat, om “de sociale, spirituele, culturele en ecologische impact van mijnbouwprojecten te evalueren”. Bovendien klinkt het in Genève dat “de belangen van inheemse volkeren op het spel worden gezet” door mijnbouwactiviteiten in het land.

Het rapport dat de IAO presenteerde, vraagt meer specifiek de stopzetting van de cementontginning in San Juan Sacatepéquez en de goudontginning in Sipacapa en San Miguel Ixtahuacán- de Marlin-mijn, uitgebaat door het Canadese Goldcorp.

Volgens de CUC (Comité de Unidad Campesina), een van de belangrijkste boerenbewegingen van het land, is de uitspraak “de vrucht van het verzet dat de getroffen gemeenschappen zo lang hebben aangehouden”.

De Guatemalteekse president, Álvaro Colom, heeft nu volgens de grondwet een maand tijd om al dan niet in te gaan op de vraag van de IAO. In februari van dit jaar besliste het Grondwettelijk Hof al dat Conventie 169 van de IAO een wet als alle andere is in het land, en dat bijgevolg de raadpleging van inheemse volkeren verplicht is.

Conventie 169 erkent de territoriale rechten van inheemse volkeren en stelt dat deze volkeren moeten geraadpleegd worden alvorens een project op hun gronden kan goedgekeurd worden.

CATAPA roept op om de president van Guatemala een email te sturen met de vraag om te luisteren naar de OIT.

(Bronnen: Pulsar, OCMAL)

Auteur: Wies Willems

Vrouwen getuigen over mijnbouw

Vrouwen getuigen over mijnbouw

Ze heten Carmen Francis Mejía (Guatemala), Maria Estefana Sian (Guatemala), Lina Solano (Ecuador), Elizabeth Cunya Novillo (Peru) en Martha García (Guatemala). Donderdagavond brachten deze vijf vrouwen moedige en soms heel intieme getuigenissen over hun ervaringen met de mijnbouwprojecten van grote multinationals in hun landen. “Indrukwekkend hier in Brussel, die mooie, grote gebouwen. Maar al het moois waarmee bedrijven pronken in jullie straten, heeft een minder fraaie kant in onze landen.”

Ze waren moe, hadden al de hele dag van hier naar ginder gewandeld en nog niet eens de tijd gevonden voor een avondmaal. Daar was echter niets van te merken eenmaal Carmen, Maria, Lina, Elizabeth en Martha het woord namen. “Ik zag hier vandaag mensen rondlopen met dezelfde warme truien die bij ons in de maquilas voor een hongerloon worden gemaakt”, merkte Maria op.

Lina, moeder van de Ecuadoraanse milieu- en vrouwenorganisatie Frente de Mujeres Defensoras de la Pachamama, had heel wat kritiek op haar president Correa. Die weet volgens Lina zijn links revolutionair project goed te verkopen in het buitenland, maar voert in de praktijk een beleid dat haaks staat op het discours over een “herstichting van Ecuador”, op basis van rechtvaardigheid, multiculturaliteit en duurzaamheid. Zo wil Correa de mijnbouwactiviteit in het land aanmoedigen- als “alternatief” voor de petroleumextractie. Onlangs viel er nog een dode onder inheemsen die zich in het zuiden van het land verzetten tegen een omstreden waterwet, toen het leger hun wegblokkades probeerde te beëindigen.

De jonge Peruaanse juriste Elizabeth bracht het meest intieme verhaal. De criminalisering van het verzet tegen het Majaz-mijnbouwdistrict in het noorden van Peru had ze aan den lijve ondervonden, toen ze tijdens de grote protestacties in 2005 aangehouden was en nadien samen met een vijftigjarige vrouw op verschillende manieren gefolterd en zelfs seksueel mishandeld werd. “Toen een afgevaardigde van het gerecht ons bezocht terwijl ze ons vasthielden bij de politie, hoopten we dat die zou zeggen dat ze ons moesten vrijlaten. Het tegendeel bleek waar: hij zei dat we blij mochten zijn dat we nog leefden, privé-eigendom was nu eenmaal privé-eigendom en daar hoorden we weg te blijven”.

De Guatemalteekse inheemse vrouwen Carmen en Maria begroetten ons beiden in hun eigen taal, het Mam en het Cakchiquel. Carmen is actief in ADISMI, een basisbeweging van de berggemeente San Miguel Ixtahuacán, waar het Canadese Goldcorp een goudmijn uitbaat die onder andere grote watervervuiling met zich meebrengt. “Onze gemeente is heel verdeeld”, vertelde Carmen. “Maar we zijn met velen die ons verzetten tegen de mijn. De regering en het bedrijf hebben immers nooit een volksraadpleging georganiseerd over het project, wat nochtans verplicht is volgens bijvoorbeeld Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren van de VN. Voor ons is het een strijd, een lange strijd, die draait om het respect voor onze rechten. Wij willen proper water, gezonde kinderen”.

Maria, die in de buurt van de cementgroeve van San Juan Sacatapequéz woont, weet heel goed dat de grootschalige ontginningsprojecten in Guatemala voor nog meer ontbossing en mislukte oogsten zullen gaan leiden. Ze sprak met bezorgdheid over de aarde, die elk jaar droger wordt. De droogte leidt in het oosten van het land al tot hongersnood. “Al leven we met weinig, we zijn gelukkig met wat we hebben. Maar de mijnbouw zorgt ervoor dat er zelfs voor kleine landbouw geen plaats meer is.”

“Al meer dan een half miljoen Guatemalteken hebben zich in volksraadplegingen uitgesproken tegen mijnbouw. Wij willen niet onderhandelen. Wij zeggen ronduit ‘nee’ tegen mijnbouw zolang de mensenrechten grofweg aan de kant worden geschoven en de regering niet luistert naar de boerengemeenschappen die het hart van Guatemala vormen”, bevestigde ook Martha van de NGO Rights Action.

Ook al zat er veel pijn en soms machteloosheid in, de verhalen van deze vijf moedige dames straalden veel hoop en kracht uit. “Noord en Zuid moeten samenwerken. En vrijwilligerswerk is daarin zó belangrijk”, benadrukten ze nog, alvorens ze meer dan verdiend uitgenodigd werden in een eethuisje in het hart van Brussel.

De avond was een gezamenlijk initiatief van CATAPA en de Engelse organisatie LAMMP.

Auteur: Wies Willems

[PERSBERICHT] 2 Vlaamse vrijwilligers waren getuige van bloedig conflict in Noord-Peru

Gent, 6 juni 2009. Twee Vlaamse vrijwilligers van CATAPA, een Vlaamse NGO die werkt rond mijnbouw in Latijns-Amerika, waren aanwezig bij de rellen in Noord-Peru. CATAPA distantieert zich van het geweld en veroordeelt de reactie van de Peruviaanse overheid, maar steunt wel de legitieme claim van inheemse volkeren op inspraak over de ontwikkeling van de Amazone. Onze vrijwilligers Marijke Deleu en Thomas Quirynen worden momenteel geëvacueerd en zijn in veiligheid gebracht. Bekijk hier de gruwelijke foto’s van onze ooggetuigen die ter plaatse waren : http://catapa.be/en/north-peru-killings

Het aanhoudende conflict in Bagua (Noord-Peru) tussen de Peruviaanse staat en inheemse bewoners van het Amazonegebied heeft vrijdag tot gewelddadige confrontaties geleid. Naargelang de bron zouden er tussen 30 en 84 doden gevallen zijn en zouden er een honderdtal betrokkenen gewond geraakt zijn, toen veiligheidsdiensten gewapenderhand een wegblokkade probeerden te beëindigen. Volgens de politie beschoten inheemsen de veiligheidsdiensten, waarop de politie represailles ondernam. Vertegenwoordigers van verschillende betrokken inheemse groepen spreken deze versie echter tegen: zij zouden niet meer dan hun traditionele speren gedragen hebben. De meeste bronnen bevestigen dat vanuit politiehelikopters werd geschoten op de actievoerders.

Marijke en Thomas zijn vrijwilligers voor CATAPA bij de kerkelijke milieuorganisatie VIMA te Jaén (dichtbij Bagua). Zij waren naar Bagua vertrokken om verslag (zie foto-verslag) uit te brengen van de protesten. Voor ze het goed beseften, zaten ze middenin het geweld. Ondertussen worden ze geëvacueerd en in veiligheid gebracht. CATAPA vreest echter voor verdere represailles tegenover boerenleiders. CATAPA roept de politici op om deze kwestie op de internationale agenda te zetten. Als de internationale gemeenschap niet snel ingrijpt, is het risico op een verdere ontsporing van dit conflict erg groot.

Aangekondigd conflict
De inzet van het conflict is de toegang voor multinationale bedrijven tot het gebied in het noorden van Peru, dat rijk is aan olie, aardgas en mineralen. Al bijna twee maanden voeren meer dan 30 000 inheemse bewoners van verschillende provincies van het Amazonewoud en de Hooglanden een protestcampagne tegen de manier waarop staat en bedrijven in het hele land willen investeren in de ontginning van de natuurlijke grondstoffen. Inheemse volkeren en boerengemeenschappen eisen een stem in de besluitvorming over de ontwikkeling van het land.
Gedurende twee maanden al vinden op verschillende plaatsen in het land wegblokkades en stakingen door inheemse groepen plaats. De laatste twee jaar hebben als gevolg van verschillende decreetwijzigingen heel wat ecologische en sociale restricties aan grondstoffenextractie moeten wijken voor een laksere wetgeving. Deze maakt het nu steeds eenvoudiger om directe buitenlandse investeringen in Peru te verwelkomen en aan mijnbouw, olie- en aardgasontginning te doen.

De Peruviaanse overheid kondigde op 9 mei jongstleden in de zeven provincies van het Amazonegebied de staat van alarm af, waardoor “tijdelijk de grondwettelijke bepalingen over vrijheid en veiligheid van personen en de onschendbaarheid van huisvesting zouden worden opgeschort”. Officieel om de toegang tot wegen en luchthavens veilig te stellen en te vermijden dat de productie van bedrijven zou lijden onder de acties van de inheemsen, zijdelings een vrijgeleide voor het gebruik van geweld, zoals vrijdag is gebleken.
Onderhandelingen tussen de staat en vertegenwoordigers van de inheemse gemeenschappen braken op 15 mei af, waarna de inheemsen aankondigden met hun acties door te gaan. Sindsdien werden het protest en het antwoord daarop van de overheid steeds grimmiger.

Conventie 169 verplicht raadpleging inheemse volkeren
Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie verplicht de Peruviaanse overheid om de inheemse volkeren te raadplegen over de eventuele ontginning van natuurlijke grondstoffen op hun woongebied. De Peruviaanse overheid ratificeerde Conventie 169 in 1994. Een consultatie van de lokale bevolkingsgroepen heeft in het Amazonegebied echter nooit plaatsgevonden. De biodiversiteit en het leven van deze volkeren staat er op het spel. Voor de staat en betrokken bedrijven -waaronder het Franse oliebedrijf Perenco en het Spaanse REPSOL- lijkt het daarentegen allemaal niet snel genoeg te kunnen gaan. De potentiële winsten in het Peruviaanse Amazonewoud zijn dan ook enorm, in een mondiale context van grondstoffenschaarste.

Met een sneer naar het verzet van de inheemse volkeren stelde president García in een regeringsmededeling, verwijzend naar de grondwet, dat de “grondstoffen in Peru het bezit zijn van álle Peruvianen” en dat “alle Peruvianen baat moeten kunnen hebben bij de natuurlijke rijkdommen van het land”. De inheemse bevolking eist echter niet zozeer de alleenheerschappij over het Amazonewoud op, maar wel een stem in het ontwikkelingsproces van hun streek van herkomst. Alberto Pizango, hoofd van de koepelbeweging AIDESEP voor de inheemse volkeren van het Amazonegebied, stelt: “Wij zijn niet tegen ontwikkeling, maar wij willen ontwikkeling vanuit ons perspectief.”

Contact CATAPA
CATAPA kan de pers in contact brengen met Marijke Deleu en Thomas Quirynen.
Daan Janssens, coördinator CATAPA vzw – 0473/36 73 18

Foto’s van het bloedige conflict door Thomas en Marijke (hogeresolutiefoto’s zijn aan te vragen bij Daan Janssens op info@catapa.be): http://catapa.be/en/north-peru-killings

Meer info op het web

Persberichten:

http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DMF20090605_088
http://www.demorgen.be/dm/nl/990/Buitenland/article/detail/878613/2009/06/06/Strijd-voor-behoud-Amazone-escaleert-in-Peru-naar-oorlog.dhtml.
http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=25309&cHash=bc74d3bb54.

Videos:

http://www.deredactie.be/permalink/1.541690
http://www.youtube.com/watch?v=RlD-_NB1CVA

http://www.youtube.com/watch?v=DjBFat1YoNk

Fotos:

http://catapa.be/en/north-peru-killings

http://www.vicariatodejaen.org/paroindigena.htm

In het Engels:

http://amazonwatch.org/peru-action-alert.php
http://amazonwatch.org/newsroom/view_news.php?id=1829
http://globalvoicesonline.org/2009/06/05/peru-clashes-break-out-in-the-amazon-region/
http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/8086595.stm

http://edition.cnn.com/2009/WORLD/americas/06/05/peru.indigenous.clash/index.html

In het Spaans:

http://www.bbc.co.uk/mundo/america_latina/2009/06/090605_1643_indigenas_incidentes.shtmlhttp://www.democraciaglobal.org/index.php?fp_verpub=true&idpub=600
http://www.prensaindigena.org.mx/nuevositio/2009/06/04/peru-%C2%BFquien-viola-el-estado-de-derecho/
http://www.aidesep.org.pe/index.php?codnota=774
http://www.rpp.com.pe/2009-06-05-cuatro-policias-muertos-tras-enfrentamientos-con-nativos-en-bagua-noticia_186034.html
http://blog.dhperu.org/wp-content/2009/archivos/cartacidh_05junio.pdf
http://www.servindi.org
http://clavero.derechosindigenas.org/?p=1583
http://www.elcomercio.com.pe/noticia/296563/alan-garcia-dice-que-protestas-bagua-hay-intereses-internacionales
http://www.elcomercio.com.pe/noticia/296546/manifestantes-quedan-locales-estatales-apra-bagua-grande
http://www.rpp.com.pe/2009-06-05-emergencia-en-bagua-policias-mueren-y-pobladores-destruyen-inmuebles-noticia_186075.html
http://enlacenacional.com/2009/06/05/enfrentamiento-entre-policias-y-nativos-en-bagua-deja-tragico-saldo/
http://burbujasreloaded.wordpress.com/2009/06/05/mueren-nueve-policias-y-20-nativos-hasta-el-momento/
La selva en llamas (Crisis Amazónica)
http://www.adital.com.br/site/noticia.asp?lang=ES&cod=39101

Lees hier de Spaanse verklaring van de aartsbisschop van Trujillo, Monseigneur Miguel Cabrejos Vidarte.