Beschermers van het water

In 1957 publiceerde de Amerikaanse krant The New Yorker een gedicht van de Britse dichter W. H. Auden. Het gedicht eindigt met: “Duizenden hebben het overleefd zonder liefde. Niet één zonder water.”

Hij had gelijk. Ondanks pogingen tot bewustmaking beschouwt een deel van de wereldbevolking schoon water vandaag de dag nog steeds als iets vanzelfsprekends, als iets dat voor eeuwig aan hen is overgeleverd, dankzij hun vlotte toegang tot waterbronnen. Helaas hebben zij ongelijk.

Water komt niet zomaar uit de pijp. Hoewel het een hernieuwbare hulpbron is, dreigen afval en vervuiling de drinkwatervoorraden drastisch te verminderen. In sommige gevallen kan menselijk ingrijpen in het milieu catastrofale gevolgen hebben voor de drinkwatervoorziening. Dat is wat er in vele delen van de wereld gebeurt.

Mijnbouw vormt een risico voor de drinkwaterbronnen in de omgeving van deze mijnbouwprojecten. In veel gevallen worden de chemische residuen die bij de winning van mineralen worden gebruikt uiteindelijk in rivieren en beken gedumpt, waardoor rivierbeddingen worden vergiftigd en water, een bron van leven, een kritiek gevaar voor het leven zelf wordt.

Omdat de integriteit van het water moet worden beschermd in risicogebieden, zoals de regio’s waar mijnbouw wordt bedreven, is het project “Guardians of Water” (“Beschermers van het water”) opgestart, als resultaat van een samenwerking tussen CATAPA en de lokale organisatie Grufides, en met de hulp van subsidies van de stad Gent.

© CATAPA

Mocht het water verontreinigd raken, zou al het voedsel – zowel plantaardig als dierlijk – uit het gebied schadelijk zijn voor menselijke consumptie. 

Het project, dat in januari 2020 van start is gegaan, vindt plaats in de regio Cajamarca, in het noorden van Peru, een gebied waar de impact van de mijnbouw groot is. Het doel van het project is het bestuur van de Comités voor Milieutoezicht te versterken door de gemeenschap te laten deelnemen aan activiteiten op het gebied van sociaal beheer en toezicht op de waterkwaliteit.

Door ter plaatse actief te zijn tracht CATAPA, samen met haar lokale partners, de sociale betrokkenheid van de inheemse gemeenschappen te bevorderen om de zuiverheid van de rivieren die door de regio Cajamarca stromen te beschermen. Vanaf het begin van het project heeft CATAPA kunnen rekenen op een sterke plaatselijke participatie en op de steun van verschillende gemeenschappen die eventuele schade als gevolg van de mijnbouw willen voorkomen.

© CATAPA

Het probleem heeft niet alleen betrekking op de bewoners van de plattelandsgebieden die het dichtst bij de mijn liggen. Het leven in Cajamarca en omgeving is afhankelijk van het water dat uit de hooglanden komt. De met verontreiniging bedreigde rivieren vormen de belangrijkste bron van drinkwater voor de stad en haar omgeving. Het is ditzelfde water dat de velden irrigeert en de dorst van de landbouwdieren lest. Natuurproducten uit de regio zijn rechtstreeks afhankelijk van de lokale waterstromen.

Dit betekent dat als het water verontreinigd zou raken, al het voedsel – plantaardig en dierlijk – uit de regio schadelijk zou zijn voor menselijke consumptie. Recente studies door de OEFA (Organismo de Evaluación y Fiscalización Ambiental) hebben de aanwezigheid van 40% arseen vastgesteld in avocado’s uit Cajabamba, in de provincie Cajamarca.

Men mag ook niet vergeten dat rivieren geen sedentaire entiteiten zijn, en dat ze geen rechtsgebieden respecteren. Veel van de rivieren die getroffen zijn – of bedreigd worden – door de aanwezigheid van mijnen, stromen door immense gebieden en naar de kust, of vloeien samen met andere grotere rivieren, zoals de Marañon, die uiteindelijk in de enorme Amazonerivier stroomt. De Tingo-kwestie is een goed voorbeeld van de grootschalige gevaren van riviervervuiling. CATAPA en haar partners willen een nieuwe milieuramp met zulke impact voorkomen.

© CATAPA

De plaatselijke gemeenschappen hebben hun engagement getoond door hun steun te verlenen aan de oprichting van comités die zich bezighouden met de registratie van de toestand van de rivierwateren. Dankzij de actie van CATAPA zijn deze comités geconsolideerd en versterkt. Tegenwoordig worden watermetingstests beschouwd als wettelijke tests om de toestand van het water vóór en na de mijnbouwactiviteit te evalueren. Op basis van deze tests kan een aanklacht worden ingediend tegen bedrijven die door hun toedoen of nalatigheid de verontreiniging van rivieren hebben veroorzaakt.

Het openen van de mijn vormt een bedreiging voor het water, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen. Dit zou de doodsteek betekenen voor de regio en haar hulpbronnen.

Het project zou zich aanvankelijk concentreren op drie plaatselijke waterbekkens: die van Chetillano, San Lucas en Llaucan. De eerste watercontroles werden uitgevoerd op de San Lucas-rivier in Cushunga en op de Llaucan-rivier in Bambamarca, met participatie van de plaatselijke bevolking en ook met de steun van de Comités voor Milieutoezicht. Beide tests hebben de zuiverheid van het water aangetoond.

De normale ontwikkeling van het project werd tijdelijk vertraagd als gevolg van de COVID-19-situatie in het land, maar deze onvoorziene omstandigheden konden het enthousiasme van de CATAPA-vrijwilligers en de plaatselijke partners niet temperen. De vrijwilligers die actief waren in het gebied maakten de nodige aanpassingen om de strijd voort te zetten, ondanks het feit dat ze niet meer konden rondreizen in de regio. Ze organiseerden webinars, virtuele presentaties en online workshops over methodologieën en handige hulpmiddelen, om de lokale bevolking vertrouwd te maken met het proces van maatschappelijke controle op de waterkwaliteit. Ze promootten ook fotocampagnes, publiceerden video’s en documentaires, en ze schreven een eenvoudige handleiding om uit te leggen hoe het water kan gecontroleerd worden. Ondanks de moeilijkheden omwille van de pandemie, waren de activiteiten een succes.

Toen de restricties gedeeltelijk werden opgeheven, kon de watercontrole opnieuw van start gaan. Het was jammer genoeg nog altijd verboden om buiten de provincie te reizen, zodat er geen bijkomende tests konden worden uitgevoerd in de Bambamarca-regio. Daarom werd besloten om de rivier La Encañada op te nemen in het rapport. Deze rivier stroomt vlak langs Michiquillay, een mijnproject in aanbouw dat gepland is voor 2022. De bezorgdheid onder de plaatselijke bevolking is groot, aangezien de bouwwerkzaamheden aan de mijn zijn versneld onder druk van de Peruaanse regering, die de mijnbouw wil stimuleren als onderdeel van een project om de economie van het land nieuw leven in te blazen.

Het openen van de mijn vormt een gevaar voor de waterlopen, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen, en dat zou de doodsteek zijn voor de regio en haar hulpbronnen. Gelukkig is er al een plaatselijk comité dat toezicht houdt op het gebied. De situatie van de rivier La Encañada is bijzonder gevaarlijk, omdat het een indirecte zijrivier van de Amazone is. De besmetting ervan zou een immens geografisch gebied in gevaar brengen.

© CATAPA

Vandaag blijven de Comités voor Milieutoezicht autonoom toezicht houden op het water en vervullen zij hun rol als Beschermers van het water. Het project eindigde in augustus 2020, maar het tweede deel ging van start in januari 2021.

Ondanks de behaalde resultaten is de strijd nog niet gestreden. Vrijwilligers en plaatselijke partners zijn bezig met het opstellen van een gedetailleerde handleiding over het uitvoeren van autonome watermonitoring, die in Cajamarca en omgeving zal worden verdeeld. Bovendien is uit het eerste project gebleken dat het van belang is zich te concentreren op de rivier La Encañada en lokale comités op te richten langs de hele lengte van de rivier, en dat er behoefte is aan een wet die de aanwezigheid van Comités voor Milieutoezicht in het hele land officieel erkent.

Hier vindt u de link naar de documentaire die CATAPA in Cajamarca heeft gemaakt.


Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.