Van een dood land kan niemand leven

Van een dood land kan niemand leven

Latijns-Amerika klinkt voor velen als ongerepte natuur en een cultuur die zijn “Pachamama” in ere houdt. Aan de ene kant is dat zeker waar, anderzijds wordt de vervuiling van de omgeving hier met de dag erger. Eduardo Gudynas schreef in een recent artikel over de graad van vervuiling in Latijns-Amerika, die lang niet meer moet onderdoen voor de vervuiling in Noord Amerika en Europa.

© Silke Ronsse

1 juni, is in het noordelijk halfrond gekend als de langste dag van het jaar en in het zuiden de kortste dag. In de Altiplano betekent deze dag daarbovenop een nieuw jaar binnen de Aymara-traditie. Onlangs ontvingen we hier de eerste nieuwe zonnestralen en gingen we het jaar 5525 in. Een jaar volgens het ritme van “moeder natuur”.

De andere realiteiten op dit continent zijn grootschalige monocultuur, petroleum- en gasextractie en gigantische hydro-elektrische dammen in beschermde en inheemse gebieden… En een milieuwetgeving die erop achteruit lijkt te gaan in plaats van vooruit. Verontreiniging van water, lucht en bodem wordt vaak in verband gebracht met sterk geïndustrialiseerde landen, maar dat is al lang niet meer het geval.

© Silke Ronsse

Een asbestwolk onderweg naar huis

Een illustratie van een geniepige vorm van verontreiniging is het gebruik van asbest. Terwijl dit in België sinds 2001 officieel verboden is, leeft het hier gretig voort. Chrysotiel-asbest wordt nog in grote mate ontgonnen in Brazilië (onder het Braziliaanse bedrijf Eternit) voor productie en gebruik in Bolivia, Crocidoliet-asbest wordt ook in kleinere mate in Bolivia ontgonnen.

Asbest is een natuurlijk mineraal en sinds geruime tijd is geweten dat deze stof, bij inhaling, uiterst schadelijk is. Het brengt onder andere de dodelijke ziekte mesothelioom voort, een vorm van kanker die vooral effect heeft op de longen, maar ook het buikvlies en het hart.

Voortdurend zijn er in Europa nog rechtszaken bezig van werknemers tegen (vroeger) asbestproducerende bedrijven. Het risico bestaat echter niet enkel bij productie, van bijvoorbeeld asbestcement, maar ook bij afbraak en verval van gebouwen.

© Silke Ronsse

Enkele maanden geleden liepen we door onze straat en zagen een enorme stofwolk. Bouwvakkers waren de bovenste verdieping aan het afbreken om het schooltje verder uit te breiden. Langs de weg, lag een puinhoop met opgebroken, stoffige asbestplaten.

Terwijl men in België scholen van asbest aan het saneren is, onder de striktste beschermende omstandigheden door speciale pakken en beneveling, worden hier en op veel plaatsen ter wereld nog massaal gebouwen in asbest opgetrokken, afgebroken en in het wild gestort. Ook in scholen.

Sinds 2005 is asbest verboden in de hele Europese Unie. In juni dit jaar werd een verbod op asbestgebruik aangekondigd in Oekraïne. De grootste stap is werd wellicht afgelopen jaar gezet, toen Canada (toen nog één van de grootste asbestproducenten ter wereld) het asbestverbod oplegde. Het leeft, het proces is nog steeds bezig.

© Silke Ronsse

Zwitserland nog tegenstrijdiger dan Bolivia?

Meer opvallend op de Boliviaanse Altiplano is de impact van de mijnbouw. Het stadje Antequera is synoniem voor de Bolivarmijn. Volgens de omwonenden een staatsmijn, maar in werkelijkheid voor 49% eigendom van het Zwitserse Glencore.

De overige 51% is wel van het staatsbedrijf COMIBOL. Dat houdt in dat dit aandeel van de winst aan het staatsbedrijf wordt doorgestort, of toch voor het deel van de productie dat wordt aangegeven, want de ontginning, processen en verkoop is volledig in handen van Glencore. (Download hier het Schaduw rapport over de activiteiten van Glencore in Zuid-Amerika in Engels of Spaans.)

 

Bovendien geeft dit aandeel aan staatsbelang de kans om bij de ontginning beroep te doen op coöperatieven. Privébedrijven hebben onder normale omstandigheden niet de toelating om samen te werken met deze coöperatieven (die vaak dienen als goedkope arbeid).

De coöperatieven werken in een verbond, maar in praktijk zijn ze hun eigen baas. Dat betekent dat ze enkel inkomsten hebben als ze produceren, met zeer slechte veiligheids- en gezondheidsomstandigheden tot gevolg. Gebrek aan algemene planning of technische kennis laat ook niet steeds de beste milieupraktijken toe.

Bij ons bezoek blijkt financieel alles prima te verlopen. Het stadje Antequera lijkt welgesteld met het mooiste voetbalplein van heel het departement. Aan de ingang wordt het dorp beschermd door een barricade. Vanaf daar mogen er geen foto’s getrokken worden. Hebben ze dan toch wat te verbergen?

© Silke Ronsse

Wat milieuverontreiniging betreft, staat het er wat minder goed voor. Als we stroomafwaarts van de mijn gaan, zien en ruiken we het zure drainagewater. Gegarandeerd sterk geconcentreerd aan zware metalen, gezien de versnelde oxidatieprocessen met het zure water.

En dat heeft gevolgen voor de landbouwers stroomafwaarts en aan de oevers van het Poopómeer. De inwoners van het dorpje Pazña, aan de monding van de rivier, zijn inmiddels grotendeels weggetrokken naar de stad. Een sterk contrast met wat we in Antequera zagen. Al weet eenieder dat het verhaal van Antequera niet zal blijven duren, eens de voorraden van de mijn uitgeput zijn.

© Silke Ronsse

Economische blockage

In een land als Bolivia, waar het staatsinkomen hoofdzakelijk afkomstig is van extractieve industrieën en buitenlandse steun is het zelfs voor de overheid wellicht niet eenvoudig verandering te brengen in deze evolutie.

Staatsmijnbouwbedrijven worden gesubsidieerd, want duizenden werknemers verdedigen hun eigen job met hand en tand uit gebrek aan ander goed economisch alternatief. Daarbovenop wordt de meerderheid van grondstoffen geëxporteerd zonder verwerkingsprocessen en dus zonder toegevoegde waard.

Enkele multinationale mijnen exporteren hun grondstoffen zelfs rechtstreeks per vliegtuig vanuit de mijn, waardoor er amper of geen controle is op geëxporteerde hoeveelheden. Het eeuwenlange (neo-)extractivime heeft Bolivia weggehouden van verdere industrialisering, waardoor er nu amper een uitweg is.

Een groot deel van de Bolivianen werkt in de informele economie en betaalt daar bijgevolg geen belastingen op. Zelfs zij die volgens een contract werken, maar minder dan het viervoud van het minimumloon verdienen, zijn niet belastingplichtig. En voor zij die moeten betalen, bestaat er geen progressieve belasting maar een vaste bijdrage van 13%.
De inkomsten uit ruwe grondstoffen zijn bijgevolg relatief zeer hoog en de onvoorwaardelijke steun voor deze sectoren is daarom volledig te begrijpen. Zo zijn er verschillende nieuwe wetten (bijvoorbeeld de mijnbouwwet van 2014) die de milieuwetgeving versoepelen en zo volledig ingaan tegen de milieu bepalingen uit de bijna even recente en door dezelfde regering opgestelde grondwet (2009).

En dat is mogelijk, want het Grondwettelijk Hof is louter samengesteld uit magistraten—weliswaar gestemd door het volk—die werden voorgedragen door het parlement waar de huidige regering van het MAS (Movimiento al Socialismo) de absolute meerderheid in heeft.

© Silke Ronsse

Rendement van de vervuiling?

Het trieste is dat het percentage inkomsten dat men uit deze milieu degraderende activiteiten haalt, vaak miniem is vergeleken met de werkelijke winsten die gemaakt worden. Daarbovenop wordt het percentage berekend op winsten die worden aangegeven, iets wat zeer moeilijk te controleren is en naar verwachting een sterke onderschatting is. En corruptie is in deze context natuurlijk erg aanlokkelijk.

Hoeveel er van deze inkomsten ook geïnvesteerd worden in steun voor de mensen op het platteland, met programma’s voor watervoorziening en irrigatie, van een dood land kan niemand leven.

© Silke Ronsse

Het geloof in onze Pachamama is een traditie, maar de betekenis mag niet vergeten worden. Het Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren (CEPA) werkt daarom met de geaffecteerde gemeenschappen om hun rechten te verdedigen.

En ook jongeren uit de stad zien de problemen in en starten nieuwe bewegingen op om hun milieu te beschermen.

© Silke Ronsse

Bron: MO*

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

In België is de zomer aangebroken en hier in Loreto, de grootste regio van Peru, is het fris. Dat is normaal weet ik intussen, het patroonfeest San Juan komt eraan en dan dalen naar aloude gewoonte de temperaturen in dit deel van de amazone. Hoewel.

Vervolging

Ik schrijf twee jaar na de hardhandige arrestatie van mijn echtgenoot Jose Fachin in Iquitos in aanwezigheid van onze minderjarige dochter, voor feiten die zich voordeden in 2008 tijdens een vreedzaam inheems protest in de Tigre en Pastaza rivier tegen het Nederlands-Argentijns oliebedrijf Pluspetrol. Jose werd toen in juni 2015 dankzij onmiddellijke lokale, nationale en internationale druk, meteen vrijgelaten en de zaak is intussen geseponeerd.

Onlangs werd hij echter opnieuw in staat van beschuldiging gesteld, dit keer wegens feiten die zich voordeden tussen september en december 2016 tijdens het zogenaamde Saramurillo protest in de Marañon rivier, waar hij als inheemse raadgever optrad. De tenlasteleggingen gaan van ontvoering tot bendevorming. De strategie staat bekend als criminalisering van sociale leiders.

Terwijl het afgelopen jaar in Peru wetten zijn goedgekeurd die de opsluiting en de vervolging van activisten makkelijker maken en de straffeloosheid van multinationale vervuilers bevestigen, werd Jose – o ironie- vorige week in Lima samen met andere sociale leiders, uitgenodigd voor een erkenningsceremonie in de Commissie voor Inheemse volkeren en Ecologie van het Parlement.

Tien jaar protesten

Intussen schrijf ik ook bijna dag op dag 6 maanden na de ondertekening van de 49 Saramurillo akkoorden. In die inheemse gemeenschap aan de oevers van de Marañon rivier, een hoofdader van de Amazone, kwamen gedurende meer dan drie maanden verschillende inheemse gemeenschappen van vijf verschillende rivieren bijeen om een oplossing te eisen voor de gevolgen van de olielekken van de oude pijplijn en van de meer dan veertig jaar olie vervuiling.

Om hun eisen kracht bij te zetten, sloten ze ondermeer de Marañon rivier, belangrijke voor het commercieel transport in Loreto, af.

De eisen waren niet nieuw: meer dan tien jaar lang al, volgen de inheemse protesten elkaar op. Akkoorden worden ondertekend… en dan niet nageleefd. Het is een weerkerend en vermoeiend verhaal.

De inheemse families en leiders leveren steeds weer buitengewone inspanningen om zich te organiseren, en om interne en externe afleidingsmanoeuvres te identificeren en het hoofd te bieden. De staat is vooral geïnteresseerd in conflictbeheersing maar laat het dus na om daarna ondertekende akkoorden na te leven en de problemen echt aan te pakken.

Geen Bagua, wel interculturele dialoog

Tijdens het protest in Saramurillo, besloot de huidige regering uiteindelijk om niet- zoals in Bagua in 2009- geweldadig in te grijpen. De regering aanvaardde de door de inheemsen gestelde minimumvoorwaarden voor een interculturele en politieke dialoog op hun grondgebied. In aanwezigheid van ministers en van het volk werd gedurende verschillende weken heftig gediscussieerd.

Na meer dan veertig jaar vernietiging vroegen de Achuar, Kukama, Urarinas en Kichwa (verschillende volkeren) leiders: is olie activiteit in het amazone gebied nog verdedigbaar?

De dialoog leidde tot de ondertekening van belangrijke akkoorden zoals de start van een onafhankelijke studie over de staat van de oude oliepijplijn, de oprichting van een waarheidscommissie die 40 jaar systematische mensenrechtenschendingen moet in kaart brengen, de opstart dit jaar nog van effectieve opkuiswerken van de immense olievervuiling , en, in het kader van het recht op schadeloosstelling, een uitzonderlijke investering in productieve en andere projecten in de getroffen gemeenschappen, met als voornaamste doel: Loreto- tot nu toe uitermate afhankelijk van de olie activiteit- voor te bereiden voor een toekomst post-olie-ontginning.

Na 6 maanden sinds de ondertekening, lijken de akkoorden vooral dode letter te blijven.

Een delegatie van inheemse leiders is op dit moment in Lima om druk uit te oefenen op Premier Zavala, die persoonlijk in Saramurillo aankondigde dat deze regering het anders zou aanpakken.

Nieuw oud paradigma

Een element dat misschien onvoldoende werd begrepen in de interculturele dialoog in Saramurillo, is de plaats die de natuur inneemt in het leven en de visie van vele inheemse volkeren. Die verschilt fundamenteel van de dominante utilitaristische visie, die de mens buiten de natuur plaatst en vooral natuurlijke rijkdommen ziet.

Om werkelijk tot een nieuw beleid inzake milieu te komen, stellen verschillende denkers een nieuw (maar voor vele inheemse aloud) paradigma voor: de rechten van de natuur en van de Pachamama (pacha betekent in aymara “kosmos”, “orde”) erkennen en beschermen en tegelijk de mens herintegreren in die natuur.

Beleidsbeslissingen kunnen er dan heel anders gaan uitzien. Via traditionele geneeswijzen (zoals ayahuasca gebruik) vinden velen hier in de amazone weer hun werkelijke plaats en groeit het begrip dat onze toekomst en die van de wereld rondom ons veelal afhangt van een fundamentele beslissing tot verandering.

Met heel veel respect zeg ik dat die traditionele heling en visie ons ook behoeden en beschermen en ons bovendien de kracht geven om te vergeven, en onze integriteit te behouden, in tijden van vervolging en valse beloftes.

Bron: MO*

Een jaar in Oruro

Sinds mei 2016 was antropologe Avalon werkzaam in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Via CATAPA en de Nederlandse stichting Samenwerkingsverband Hooglanden Indianen (SHI) coördineerde zij het project ‘Oogsten van Hemelwater’ bij de lokale partnerorganisatie Centro de Ecología y Pueblos Andinos (CEPA). Nu een jaar later is zij teruggekeerd en vertelt ze over haar ervaringen.

 

Een jaar in Oruro

Een jaar geleden vertrok ik voor een jaar als zuidmedewerker naar Oruro, Bolivia. Oruro, wat is dat voor een stad? De eerste zin in de Lonely Planet beschrijft het als volgt: ‘Oruro is dirty, crowded, the food sucks and there’s not much to do outside of Carnaval season’. Mijn motivatie om daar een jaar lang te verblijven kwam dus ook niet voort uit het vakantie-idee dat sommigen bij Latijns-Amerika hebben met de zon, de tropische natuur en de tequila-feestjes. Daarnaast ligt Oruro op bijna 4000 meter, is het er -vooral- ‘s nachts ontzettend koud en is het omringd met mijnbouwactiviteiten.

Waarom ging ik dan wel die kant op? Na een half jaar op het kantoor van CATAPA in België te hebben gewerkt, zag ik in dat de mijnbouwproblematiek groter is dan dat we hier in het Westen veelal denken. CATAPA diende een project in voor subsidie om de boeren in gemeenschappen rondom Oruro te helpen met hun watervoorziening. Het water dat zij gebruiken is namelijk ernstig vervuild door de mijnen die in het gebied actief zijn. Dit project werd goedgekeurd en daarom ging ik dit project bij de plaatselijke partnerorganisatie CEPA in Bolivia coördineren.

Foto: Vergadering met het team en een partnerorganisatie

Boliviaanse collega’s wachtten mij op en ik kreeg een team voorgeschoteld dat ik vanaf dat moment moest coördineren. Dat was even slikken. In Bolivia heerst een machocultuur, mijn Spaans is niet perfect, ik ben gemiddeld minstens twintig jaar jonger dan mijn collega’s en blond. Zouden ze mij wel serieus nemen en respecteren? Dat was hard werken, maar als ze je bij afscheid ‘la hija de CEPA’ (de dochter van CEPA) noemen, dan weet je dat je heel wat bereikt hebt.

Wat hield het project precies in? Het project is in de eerste maanden herschreven om het beter aan te laten sluiten bij de behoeften van de doelgroep. Het komt erop neer dat in een periode van 4 jaar, we in totaal 36 watertanks van 3.500L gaan plaatsen bij families die dit het hardst nodig hebben. De locals helpen zelf mee met het bouwen van de muren van de huizen en het construeren van het dak. Eén van hen, Don Román legt uit: ‘Door zoveel mogelijk betrokken te zijn bij het project, zullen wij ons er meer mee verbinden en dat zal ons veel voldoening geven’. De nieuwe en grotere constructie van de muren en de daken is noodzakelijk omdat de mensen vaak in kleine huisjes met strooien daken wonen en hierop is het niet mogelijk om (genoeg) water op te vangen. Daarnaast zal het water gefilterd worden en de kwaliteit ervan regelmatig gecontroleerd worden.

Foto: Geconstrueerd huis met tank

In het begin kreeg ik bijna wekelijks een nieuwe challenge voorgeschoteld, want de culturele verschillen waren groot. Echter in de loop van de weken en maanden heb ik de stoffige en kille stad en het Boliviaanse werkritme mijzelf eigen gemaakt. In de meest kleine dingen zitten namelijk verschillen: zo hield ik altijd mijn jas aan (ook tijdens bijeenkomsten of het eten), kauwde ik coca-bladeren tijdens vergaderingen om mijn woorden kracht bij te zetten en liet ik voor alles een akte ondertekenen om te zorgen dat er bewijzen zijn dat men bijvoorbeeld materialen heeft gekregen of toestemming heeft gegeven. Daarnaast duurde alles langer dan je denkt: een vergadering die ik in Nederland in een half uurtje zou doen, kan daar drie uur duren en dan begint de vergadering al standaard op zijn minst een half uur later. Het klinkt cliché, maar het is waar. Ook het project heeft nogal wat vertraging opgelopen, echter zolang we de beoogde resultaten uiteindelijk bereiken is er niets aan de hand en tot nu toe is dit altijd gebeurd.

De laatste maanden is er ook een groepje Boliviaanse Antropologie studenten actief betrokken bij het project. Zij doen onderzoek in de gemeenschappen en brengen de levenssituatie van de betrokkenen op die manier in kaart. Vanaf november heb ik hen begeleid en samen hebben wij de betrokken families bezocht en verhalen gedeeld. Zij zijn nog druk bezig met het afronden van hun onderzoek, maar hebben zeker veel interessante informatie verzameld.

Foto: Student interviewt begunstigde

Een moment dat mij altijd bij zal blijven is toen ik samen met CEPA collega’s en de betrokken families de materialen van het dak ging afleveren bij de verschillende huizen.

Foto: Iedereen helpt mee

De zware palen worden in tweetallen vanuit de opbergplaats gebracht naar de vrachtwagen, waar ze worden ingeladen door twee mannen. Iedereen helpt mee: mannen, vrouwen, jong en oud. Ik kijk mijn ogen uit: hoe is het mogelijk dat dit oude vrouwtje zo fanatiek meehelpt? Dit komt door het harde werk op het platteland.

Na de zware klus wordt ons de traditionele quinoa met witte kaas voorgeschoteld. Vervolgens zullen we de materialen bij elf huizen afleveren, die redelijk ver van elkaar afliggen en alleen via zandpaadjes te bereiken zijn. Onze auto en ook de vrachtwagen zijn volgeladen met materialen en families. Als we aankomen bij het eerste huis is het even goed kijken: hoeveel is er van alles nodig en hoe halen we dit uit de vrachtwagen. Al snel is er een goede en efficiënte samenwerking en hebben we het er rond de middag bijna op zitten: nog maar vier huizen, die dichtbij elkaar staan, te gaan.

Maar daar staan we dan, de vrachtwagen zit vast in de modder in the middle of nowhere. Dit levert een aantal goede discussies op, wiens schuld is het, wie heeft deze weg gekozen? Het loopt zover op dat een aantal mensen besluit om terug te lopen naar het dorp (een uur lopen). Wij ploeteren verder in de felle zon en hoewel het zweet van onze gezichten druipt, hebben we een doel voor ogen en dat geeft ons de kracht om door te gaan. Na een paar uur hebben we de techniek te pakken: alle palen liggen inmiddels her en der verspreid, een aantal hebben we onder de autobanden gekrikt, de laadbak is gekanteld en de chauffeur geeft gas. Onder luid gejuich komt de vrachtwagen los.

Bij terugkeer schemert het al en maken we in de auto grappen: ‘stel dat we hier hadden moeten overnachten’ en precies dan zien we dat de vrachtwagen voor ons wegzakt… we houden onze adem in en weten niet of we nu moeten lachen of huilen – opnieuw staat hij vast, maar gelukkig is hij nu snel los. We hopen dat het vervoer van de watertanks ons beter af zal gaan, maar één ding is zeker, met de voldoening zit het wel goed.

Foto: De vrachtwagen zit vast

De begunstigden zijn zo dankbaar met het project, zij noemen mij hermana (zus of zuster), omhelzen mij zodra ze kunnen en zeggen 1000 keer gracias voor alles wat ik voor hen heb gedaan. Het liefst schuiven ze mij ook nog malse lam voor uit de oven (heel lekker!). Echter, deze dankbaarheid is niet alleen voor mij, maar ook voor jullie – voor België en Nederland – voor de financiering. Zonder de financiering was dit project niet tot stand gekomen. We hebben niet stilgezeten en zijn ondertussen op zoek gegaan naar nieuwe financieringsmogelijkheden. Ik kan nu met trots mededelen dat er meer mensen aan schoon drinkwater geholpen zullen worden. Zo is er bijvoorbeeld met behulp van SHI en SNU een nieuw project in Punaca voor de Uru gemeenschap gestart, waarbij er een cementen tank van 10.000L door de Uru’s wordt gebouwd en waarmee een wateranalysekit wordt aangeschaft.

Ik ben nu terug in Nederland met heel veel verhalen. Ten eerste over het project en ten tweede over mijn persoonlijke ervaringen. Deze deel ik graag met jullie tijdens de bijeenkomst op 3 mei in het Vredeshuis (Sint-Margrietstraat 9) in Gent vanaf 19u00.

Máxima, een Peruviaanse boerin, tegen Yanacocha, een internationaal mijnbouwbedrijf

Wat voorafging…

Tussen 2011 en 2014 was de familie Acuña-Chaupe verwikkeld in een complexe rechtszaak die het mijnbouwbedrijf Yanacocha had aangespannen tegen de familie wegens usurpatie (onrechtmatig bezit) van grondbezit nabij de Laguna Azul. De uitspraak op 17 december 2014 was een historische overwinning voor de familie. De beschuldigingen van het mijnbouwbedrijf Yanacocha werden verworpen, en Máxima en haar familie konden verder blijven leven op hun stuk land, waarvan het gerecht hen als rechtmatig eigenaar erkende.

In de praktijk bleek dit echter geen rust voor de familie. Het jaar dat erop volgde, werden Máxima en haar familie op alle mogelijke manieren getreiterd door mijnbouwbedrijf Yanacocha. Ze kregen doodsbedreigingen, werden constant gefilmd, hun vee werd vermoord, er werd binnen gebroken in hun huis binnen en hun nieuwe keuken werd vernield. Ondanks internationale druk op de Peruviaanse overheid om de veiligheid van Maxima en haar familie te waarborgen, blijft deze wegkijken. De Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (CIDH) dwong de Peruaanse staat in mei 2014 tot het nemen van voorzorgsmaatregelen voor Máxima, en de regionale overheid nam in 2015 maatregelen, maar die brachten geen verandering (Amnesty USA, 2016).

Internationale erkenning en strijd

In april 2016 nog kreeg Máxima Acuña, de vrouw in het gezin en ondertussen emblematisch figuur in deze strijd, de Goldman Environmental Prize toegekend. Deze prijs erkent grassroots milieu helden vanuit de zes verschillende continenten, en hoopt dat men hiermee anderen kan inspireren om de natuurlijke wereld te beschermen. Ook Amnesty Peru en Front Line Defenders nemen de zaak  van Máxima ter harte.

Ondertussen tekende Yanacocha beroep aan. De zaak werd doorverwezen naar het Hooggerechtshof in Lima. In geval dat een procedurefout wordt vastgesteld, moet de zaak overgedaan worden vanaf het moment van de fout. De historische overwinning en mentale rust die de Chaupe’s gegund leek, werd opnieuw aan het wankelen gebracht. Dr. Mirtha Vasquez, advocate van de familie en tevens directrice van de NGO GRUFIDES in Cajamarca, legt uit dat de strategie van het bedrijf erin bestaat de staat te gebruiken om Máxima economisch en mentaal uit te putten.

De mijn zal ons niet verslaan!

Máxima, hermana, la mina no nos gana! De spreuk waarmee mensenrechtenverdedigers, ecologische activisten en vrouwenbewegingen Máxima en haar familie moed inspreken en solidariteit uiten tegen de aanhoudende intimidaties van Yanacocha, lijkt zich te voltrekken. Gisteren, op 3 mei 2017, bepaalde het hooggerechtshof dat de het aangetekende beroep ongegrond was. Nadat de familie en hun advocaat Mirtha Vasquez in april tevergeefs naar Lima waren afgereisd voor het vonnis, kwam eindelijk het opluchtende antwoord. Eindelijk gerechtigheid. Met dit vonnis wordt de uitspraak uit 2014 bevestigd en het grondbezit van de familie erkend. Hopelijk wordt dit een precedent voor vele andere mensenrechtenverdedigers.

In een eerste reactie liet het mijnbouwbedrijf weten een dialoog te willen opstarten. Het antwoord van Máxima was kort: “ik weet niet welke dialoog het bedrijf wil gezien ze mij al die tijd nooit in vrede heeft laten leven.” Mirtha Vasquez hoopt dat het bedrijf niet langer de spot zal drijven met de rechtspraak. De zaak toont dat gerechtigheid voor de Peruaanse mensenrechtenverdedigers een strijd van lange adem is. Maar tegen hun doorzettingsvermogen blijkt zelfs mijnbouwreus Yanacocha niet opgewassen.

Mirtha Vasquez, advocate Máxima Acuña de Chaupe

“En hier blijven we verder doen, weerstand biedend, we tonen aan de wereld dat het de moeite is om zich te verzetten, dat het de moeite is om te blijven gaan voor rechtvaardigheid. … We weten dat dit niet het einde is, we weten dat deze strijd verder blijft gaan, dat de weg die we nog moeten afleggen niet gemakkelijk is, maar we zijn ook op het punt gekomen dat we overtuigd zijn van deze belangrijke gewonnen veldslag, dat de maatschappij, de autoriteit, dat dit systeem weet dat we met waarheid handelen!”

Máxima Acuña de Chaupe

“Zij zijn onze aarde aan het vernietigen om alle mineralen eruit te halen, alle goud, alles wat er in Conga is. Wat ik wil van de aarde is wat ze produceert, wat er in onze natuurlijke waterbronnen zit, in onze prachtige lagunes die we prachtig vinden. Van dat water nemen en drinken wij, en net daarom zorgen we voor deze natuur die god ons gaf” (La Plaza, 2017).

Meer info:

Een stuk van de geschiedenis Yanacocha – Máxima

Campagne Amnesty Peru

Referenties

Amnesty USA (2016) Help Protect Máxima Acuña and Her Family From Harassment and Attacks (Peru: UA 182/13)
La Plaza (2017) Máxima Acuña: “Hagan justicia, apoyen a la gente campesina”

Máxima, een Peruviaanse boerin, tegen Yanacocha, een internationaal mijnbouwbedrijf

Wat voorafging…

Tussen 2011 en 2014 was de familie Acuña-Chaupe verwikkeld in een complexe rechtszaak die het mijnbouwbedrijf Yanacocha had aangespannen tegen de familie wegens usurpatie (onrechtmatig bezit) van grondbezit nabij de Laguna Azul. De uitspraak op 17 december 2014 was een historische overwinning voor de familie. De beschuldigingen van het mijnbouwbedrijf Yanacocha werden verworpen, en Máxima en haar familie konden verder blijven leven op hun stuk land, waarvan het gerecht hen als rechtmatig eigenaar erkende.

In de praktijk bleek dit echter geen rust voor de familie. Het jaar dat erop volgde, werden Máxima en haar familie op alle mogelijke manieren getreiterd door mijnbouwbedrijf Yanacocha. Ze kregen doodsbedreigingen, werden constant gefilmd, hun vee werd vermoord, er werd binnen gebroken in hun huis binnen en hun nieuwe keuken werd vernield. Ondanks internationale druk op de Peruviaanse overheid om de veiligheid van Maxima en haar familie te waarborgen, blijft deze wegkijken. De Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (CIDH) dwong de Peruaanse staat in mei 2014 tot het nemen van voorzorgsmaatregelen voor Máxima, en de regionale overheid nam in 2015 maatregelen, maar die brachten geen verandering (Amnesty USA, 2016).

Internationale erkenning en strijd

In april 2016 nog kreeg Máxima Acuña, de vrouw in het gezin en ondertussen emblematisch figuur in deze strijd, de Goldman Environmental Prize toegekend. Deze prijs erkent grassroots milieu helden vanuit de zes verschillende continenten, en hoopt dat men hiermee anderen kan inspireren om de natuurlijke wereld te beschermen. Ook Amnesty Peru en Front Line Defenders nemen de zaak  van Máxima ter harte.

Ondertussen tekende Yanacocha beroep aan. De zaak werd doorverwezen naar het Hooggerechtshof in Lima. In geval dat een procedurefout wordt vastgesteld, moet de zaak overgedaan worden vanaf het moment van de fout. De historische overwinning en mentale rust die de Chaupe’s gegund leek, werd opnieuw aan het wankelen gebracht. Dr. Mirtha Vasquez, advocate van de familie en tevens directrice van de NGO GRUFIDES in Cajamarca, legt uit dat de strategie van het bedrijf erin bestaat de staat te gebruiken om Máxima economisch en mentaal uit te putten.

De mijn zal ons niet verslaan!

Máxima, hermana, la mina no nos gana! De spreuk waarmee mensenrechtenverdedigers, ecologische activisten en vrouwenbewegingen Máxima en haar familie moed inspreken en solidariteit uiten tegen de aanhoudende intimidaties van Yanacocha, lijkt zich te voltrekken. Gisteren, op 3 mei 2017, bepaalde het hooggerechtshof dat de het aangetekende beroep ongegrond was. Nadat de familie en hun advocaat Mirtha Vasquez in april tevergeefs naar Lima waren afgereisd voor het vonnis, kwam eindelijk het opluchtende antwoord. Eindelijk gerechtigheid. Met dit vonnis wordt de uitspraak uit 2014 bevestigd en het grondbezit van de familie erkend. Hopelijk wordt dit een precedent voor vele andere mensenrechtenverdedigers.

In een eerste reactie liet het mijnbouwbedrijf weten een dialoog te willen opstarten. Het antwoord van Máxima was kort: “ik weet niet welke dialoog het bedrijf wil gezien ze mij al die tijd nooit in vrede heeft laten leven.” Mirtha Vasquez hoopt dat het bedrijf niet langer de spot zal drijven met de rechtspraak. De zaak toont dat gerechtigheid voor de Peruaanse mensenrechtenverdedigers een strijd van lange adem is. Maar tegen hun doorzettingsvermogen blijkt zelfs mijnbouwreus Yanacocha niet opgewassen.

Advocate Mirtha Vasquez (links) en Máxima Acuña de Chaupe (rechts) voor het Hooggerechtshof in Lima, 3 mei 2017. Foto: Emilia Salazar Chávez.

 

Mirtha Vasquez, advocate Máxima Acuña de Chaupe

“En hier blijven we verder doen, weerstand biedend, we tonen aan de wereld dat het de moeite is om zich te verzetten, dat het de moeite is om te blijven gaan voor rechtvaardigheid. … We weten dat dit niet het einde is, we weten dat deze strijd verder blijft gaan, dat de weg die we nog moeten afleggen niet gemakkelijk is, maar we zijn ook op het punt gekomen dat we overtuigd zijn van deze belangrijke gewonnen veldslag, dat de maatschappij, de autoriteit, dat dit systeem weet dat we met waarheid handelen!”

Máxima Acuña de Chaupe

“Zij zijn onze aarde aan het vernietigen om alle mineralen eruit te halen, alle goud, alles wat er in Conga is. Wat ik wil van de aarde is wat ze produceert, wat er in onze natuurlijke waterbronnen zit, in onze prachtige lagunes die we prachtig vinden. Van dat water nemen en drinken wij, en net daarom zorgen we voor deze natuur die god ons gaf” (La Plaza, 2017).

Foto: Red Muqui

 

Meer info:

Een stuk van de geschiedenis Yanacocha – Máxima

Campagne Amnesty Peru

 

Referenties

Amnesty USA (2016) Help Protect Máxima Acuña and Her Family From Harassment and Attacks (Peru: UA 182/13)

La Plaza (2017) Máxima Acuña: “Hagan justicia, apoyen a la gente campesina”

KMO-experience met CATAPA

30 studenten KMO Management van de Karel de Grote hogeschool (KdG) reisden in maart naar Noord-Spanje onder begeleiding van CATAPA.

Het werd een reis van een weekdoorheen het Baskenland, Cantabrië, Asturië en Castilië & León op zoek naar alternatieve en vernieuwende bedrijven. Een KMO-experience met natuurlijk ook de nodige ontspanning!

De studenten waren te gast bij een heleboel bedrijven waar ideeën uitgewisseld konden worden en twijfels werden opgelost. We werden hartelijk ontvangen door onder anderen Coop57, Grupo Init en Mondragón Corporatie.

Boinás goudmijn in Asturias

Op donderdag 23 maart trotseerden ze de sneeuw voor een bezoek aan Boinás. Het vroegere gehucht El Valle is vandaag de dag omgetoverd tot een grote open put. Het gaat over een goudmijn van OROvalle España, wat eigenlijk een filiaal is van de Canadese mijnbouwmultinational Orvana.

De studenten kregen uitleg over de nog actieve goudmijn samen met collega’s van de NGO Ecologistas en Acción en het burgerplatform ORO NO. Toegang tot de mijn kregen ze helaas niet. Deze mijnbouwgiganten zijn blijkbaar niet echt opgezet met pottenkijkers.

Men leerde waarom juist op deze plek goud te vinden is en waarom het bedrijf er alles aan zou doen om hier al sinds 1995 actief te kunnen blijven. Maar ook stellen we vast dat de beloofde herbestemming als ‘natuurpark met een mooi bergmeer’ in de jaren 2000 nooit is nagekomen. Momenteel wordt enkel nog ondergronds ontgonnen op deze site en is de open-pit (dagbouw) fase stopgezet. Het beloofde meer wordt nu opgevuld met het toxische ertsafval van de ondergrondse mijn.

Goudontginning door de Romeinen

De dag nadien, brachten de studenten een bezoek aan Las Médulas. Een prachtig landschap, gecreëerd door de mens! Het is een goudmijn uit de tijd van de Romeinen. Er zijn relatief lage concentraties aan goud aanwezig in dit conglomeraat, maar de Romeinen waren al in staat om er ca. 2.000 ton goud te ontginnen. Ze deden dit volgens de ‘Ruina Montium’-techniek: het graven van galerijen en het vervolgens snel laten vollopen met water. Het gesteente barst vervolgens door de druk van het water.

Hoewel er op deze plek volgens de experts geen kwik gebruikt werd voor de ontginning, is de bodem en de rivier Sil nog steeds aangezuurd. Waar ooit ertstafval achterbleef, ligt nu het pad dat we volgen als het we het dorp Las Médulas binnen rijden.

Jullie waren een geweldig team!

Overweldigende overwinning voor milieubeschermers in Colombia

Persbericht : Solidariteitscampagne met Colombia 28/03/2017


Overweldigende overwinning voor milieubeschermers in Colombia.

98% van de inwoners van Cajamarca stemmen tegen het Colosa AngloGold Ashanti project voor een open goudmijn.

De volksraadpleging die op 26 maart 2017 in Cajamarca werd gehouden resulteerde in een ware aardverschuiving als resultaat met 98% tegen de mijnactiviteiten in de gemeente. (Bron: Registraduria Nacional.*1)

Cajamarca is de locatie van het open goudmijn project La Colosa, het vlaggen­schip van AngloGold Ashanti en momenteel in exploratiefase. La Colosa wordt door AngloGold Ashanti opgehemeld als een van de grootste mijnen in de wereld. De uitkomst van het referendum werpt echter een donkere schaduw over het controversiële project. Het referendum kwam er na talrijke obstakels en juridische krachtmetingen en volgt op welhaast een decennium van massamobilisaties. In juni van vorig jaar trokken meer dan 100.000 mensen de straat op in verscheidene delen van de provincie Tolima om hun weerstand tegen AngloGold Ashanti te uiten. (Bron: El Espectador.)

AngloGold Ashanti schrijft het resultaat van de volksraadpleging toe aan een “verkeerd gevoerd debat over mijnbouw in Colombia.”  Dit ondanks het feit dat AngloGold Ashanti het La Colosa project de voorbije tien jaar gepromoot heeft met campagnes via de massamedia en grote investeringen in de gemeente Cajamarca.

Als we ons baseren op een investering van 900 miljoen dollar in Colombia sinds 2006 (Bron: Reuters.) toont het resultaat dat het AngloGold Ashanti niet gelukt is om zich van lokale steun te verzekeren om verder te gaan met het La Colosa open goudmijnproject in Cajamarca, Tolima.

Wat is een volksraadpleging ?

Volgens Artikel 8 van Wet 134 van 1994 is de volksraadpleging een mechanisme waardoor een algemene vraag van lokaal, regionaal of nationaal belang ter overweging voorgelegd wordt aan het kiespubliek door resp. de president, gouverneur of burgemeester. Het resultaat van de volksraadpleging is wettelijk bindend.

Rechtsgeldigheid van de volksraadpleging van Cajamarca.

  • Volgens de mensenrechtenadvocaten van Dejusticia is de gemeenteraad nu verplicht om de resultaten van de stemming op te leggen en mijnbouw te bannen in Cajamarca.
  • Het Ministerie voor Mijnbouw heeft de geldigheid van het referendum gecontesteerd, en claimt dat de volksraadpleging in Cajamarca niet retroactief geldt voor bestaande projecten.
  • Het Grondwettelijk Hof en de Staatsraad hebben echter voordien duidelijk gesteld dat mijnconcessies en milieuvergunningen geen verworven rechten vormen en dat ze vatbaar zijn voor veranderingen in de toekomst. (punt 9 en 10 van de verklaring van Dejusticia.)
    Er moet opgemerkt worden dat het La Colosa project in de exploratiefase zit en momenteel geen milieuvergunning heeft. AngloGold Ashanti heeft in Cajamarca enkel mijnconcessies.

Vrede en Democratie.

Toen hij verwees naar het recent ondertekende vredesakkoord zei de vroegere Milieuminister, Manuel Rodriguez: “vrede wordt opgebouwd vanuit de territoria. En een van de wegen om aan vrede te bouwen is om respect op te brengen voor de beslissing van mensen uit een gebied, in dit geval Cajamarca, over wat zij vinden dat de toekomst van hun gebied is.”
Voor Cajamarca “is het hun bestemming om een van de spilgebieden voor de landbouw in Colombia te blijven en blijkbaar is mijnbouw op grote schaal niet compatibel met deze roeping.” (Bron: Caracol Radio.)

Milieubeschermers in gevaar.
De volksraadpleging werd gehouden in een context waar milieuactivisten vermoord worden op een zorgwekkende schaal. Na de massamobilisaties van de voorbije juni in Tolima kregen het Milieucomité van Tolima en andere organisaties doodsbedreigingen.

Sinds 2016 zijn 120 gemeenschapsleiders vermoord in Colombia. (bron: Defensoria del Pueblo. *2) Volgens Global Witness is Colombia het derde gevaarlijkste land ter wereld voor milieubeschermers.

Andere volksraadplegingen in Colombia.

Drie andere gemeenten in Colombia hebben volksraadplegingen gehouden:

  • In Cabrera, Cundinamarca, stemde 97% van de bevolking in februari tegen projecten voor hydro-elektriciteit of  mijnbouw. (Bron: El Espectador.)
  • In Piedras, Tolima, waar AngloGold Ashanti de Tailingsdam voor het La Colosa project wilde onderbrengen, stemde meer dan 99% van de bevolking in juli 2013 tegen mijnbouwgerelateerde activiteiten. (Bron: BBC.)
  • In december van 2015 stemde 96% van de bevolking van Tauramena, Casanare, tegen de ontginning van petroleum. (Bron: El Espectador.)

In een groeiend aantal gemeenten zijn procedures bezig om volksraadplegingen te houden: Ibagué, Tolima; Monterey, Casanare; Pueblorrico, Antioquia; Pijao, Quindio.
Voor achtergrondinformatie over La Colosa, zie a.u.b. het rapport van de Solidariteitscampagne met Colombia: “La Colosa, (Kroniek van? Nvdv) een Aangekondigde Dood. »

 

Contactinformatie :

Voor meer informatie, contacteer:  mining@colombiasolidarity.org.uk .

*1 : Registraduria Nacional : Nationale Dienst Bevolking : overheidsdienst – die ook lokaal bestaat – en die er voor zorgt dat de bevolking, die dikwijls ongeletterd is en zeer geïsoleerd leeft, geregistreerd wordt. Deze dienst speelt een belangrijke rol in vb. inentingscampagnes, verkiezingen, volksraadplegingen enz.

*2: Defensoria del Pueblo: overheidsorgaan voor de bescherming van de mensenrechten in Colombia.

Origineel artikel gedeeld door London Mining Network op 28 maart 2017.

De bewoners van Cajamarca bereiden zich voor op Consulta Popular

In 2003 streek het Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijf AngloGold Ashanti neer in Colombia. Vier jaar lang gingen ze op zoek naar goud en kochten ze mijnbouwconcessies op in het hele land. In 2007 vond het bedrijf eindelijk waar het op gehoopt had: gigantische goudreserves in de ondergrond van de gemeente Cajamarca in het departement Tolima.

Het La Colosa-project veroorzaakte meteen nationale en internationale verontwaardiging aangezien het project zou leiden tot ontbossing, gebruik van enorme hoeveelheden water, vervuiling van lucht en grondwater en sociale spanningen. Bovendien zou de Páramos in gevaar komen, een uniek stuk natuur waar de voornaamste rivieren van Colombia ontspringen. Omdat Cajamarca niet enkel gekend is voor z’n vruchtbare landbouwgronden die het hele land helpen voorzien, maar ook omdat het de plaats is waar één van de meest belangrijke ecosystemen bestaat, zou een dergelijke ingrijpende onderneming dan ook een regelrechte ramp betekenen (Carlier, 2016).

Hoewel Cajamarca de kern van het mijnbouwproject uitmaakt, was het vooral het referendum in Piedras die als mijlpaal in het verzet tegen grootschalige mijnbouw gezien wordt. Dit referendum, dat als antwoord diende op de mogelijkheid of AngloGold Ashanti een dam door hun grondgebied wou bouwen, bracht maar liefst 60% van de bevolking op de been en had een verpletterend 99% NO votes als resultaat. Deze uitslag was een belangrijke tegenslag voor het mijnbouwbedrijf (Higginbottom, 2016).

Het inspireerde dan ook vele andere gemeenschappen, waaronder Tauramena, Cabrena en Cajamarca, om zich door middel van een consulta popular tegen de plannen te verzetten (Garcia, 2017). Dit grondwettelijk mechanisme is gebaseerd op de principes van territoriale autonomie en decentralisatie van besluitvorming. Volgens artikel 33 uit de wet over de werking van gemeenten, is een gemeente zelfs verplicht een consulta popular te houden wanneer een mijnbouwproject een significante verandering van het grondgebruik in de gemeente dreigt te veroorzaken (Hoff, 2015). De Cajamarcunos slaagden erin 5000 handtekeningen te verzamelen, waardoor de gemeenteraad verplicht is een stemming te houden over een mogelijke volksraadpleging (Carlier, 2016). Deze werd uiteindelijk gepland op 26 maart.

Toch wordt deze positieve ontwikkeling bemoeilijkt door twee factoren. De eerste ligt in het feit dat de volksraadpleging gepland werd voor 26 maart. Deze korte periode maakt het de lokale bevolking des te moeilijker om tijdig geld bijeen te krijgen om campagnes ter bewustwording van de negatieve impact van de mijnbouw uit te werken. Bovendien was de verkiezing voor een nieuwe burgemeester gepland voor 12 maart. Daardoor mocht er geen campagne gevoerd worden tegen de mijnbouwprojecten, aangezien twee campagnes voor verwarring zou zorgen bij de lokale bevolking (Garcia, 2017).

Ten tweede is de Colombiaanse president Santos een grote voorstander van de mijnbouwsector. Hij beschouwt deze immers als een cruciaal onderdeel van zijn ontwikkelingsplan voor het land (Carlier, 2016). Daarom worden vanuit de overheid decreten uitgeschreven die aanpassingen aanbrengen aan bepaalde wetten die de lokale besluitvorming ondermijnen. Vlak voor de consulta popular van Piedras vaardigde de administratie Santos bijvoorbeeld een decreet uit waarin wordt gesteld dat lokale overheden enkel autoriteit hebben over grondgebruik, niet over ondergrondgebruik. Lokale gemeenten hebben met andere woorden geen autoriteit om mijnbouw in hun gebied te verbieden aangezien alles in de ondergrond aan de staat toebehoort (Hoff, 2015).

Ondanks deze tegenslagen is het referendum in Piedras kunnen doorgaan. Dat geeft hoop voor de inwoners van Cajamarca om te blijven strijden: si a la vida, no a la Colosa!

Bronnen

Carlier, B. (2016). Alleen radicale democratie kan de ongebreidelde ontginningsdrift in Colombia nog stoppen. Geraadpleegd op 15 maart 2017, van

http://www.mo.be/wereldblog/geen-echte-vrede-colombia-zonder-radicale-democratie-0

Garcia, R.A. (2017). Ante La Falta De Garantias De La Consulta Popular De Cajamarca, La Solidaridad Y El Compromiso Son La Salida. Geraadpleegd op 15 maart 2017, van  https://comiteambiental.com/ante-la-falta-garantias-la-consulta-popular-cajamarca-la-solidaridad-compromiso-la-salida/

Higginbottom, A. (2016). To Mine or Not to Mine, That Is the Question. Geraadpleegd op 15 maart 2017, van http://colombiasolidarity.org.uk/articles/53-analysis/621-to-mine-or-not-to-mine

Hoff, A. (2015). Lokale participatie de kop ingedrukt. Geraadpleegd op 15 maart 2017, van http://www.mo.be/wereldblog/lokale-participatie-de-kop-ingedrukt-colombia

Soto, M.G. (2017). Ibagué will be the first city in the world to take mining to public scrutiny. Geraadpleegd op 15 maart 2017, van

http://www.yestolifenotomining.org/ibague-will-be-the-first-city-in-the-world-to-take-mining-to-public-scrutiny/

Volksraadpleging van Cajamarca zou eind maart doorgaan

Volksraadpleging van Cajamarca zou eind maart doorgaan.

Gevolg gevend aan de uitspraak van de Administratieve Rechtbank van Tolima zou de volksraadpleging rond de mijnbouw in Cajamarca uitgeschreven worden door de burgemeester op een van de laatste twee zondagen van de maand.

Naar verluidt zou het stadsbestuur van Cajamarca voorzien om in de komende uren het oproepingsdecreet te publiceren dat de opgeschorte volksraadpleging rond de mijnbouw verder uitwerkt. Dit gezien geopperd wordt, na het recente vonnis van de Administratieve Rechtbank van Tolima dat grondwettelijkheid toekende aan het kiesmechanisme en aan een deel van de vraagstelling, dat dit het deel is dat ter stemming moet voorgelegd worden.

Het vonnis werd op 19 januari betekend aan voornoemde stadsbestuur dat tot deze donderdag de 26° januari zou hebben om de volksraadpleging bijeen te roepen, op basis van artikel 33 van de Wet 1757 uit 2015, en volgens enkele juridische principes zou de volksraadpleging zelf binnen de 60 dagen na de betekenis van het vonnis moeten doorgaan, zeg maar als uiterste datum de 19° maart.

Maar van de kant van het Stadsbestuur maakt men de analyse om de datum naar 26 maart te verschuiven, gezien de Bevolkingsdienst ongeveer 15 dagen zou nodig hebben om de stemming logistiek te organiseren, omdat er voorzien is om op 12 maart buitengewone verkiezingen te houden voor burgemeester in dezelfde gemeente, en, zoals de Secretario del Interior* Ricardo Orozco verzekerde, kunnen beide verkiezingen niet samenvallen op dezelfde dag maar zou de volksraadpleging (slechts enkele?) dagen na de burgemeestersverkiezing gehouden worden. (N.v.d.v: de burgemeester van Cajamarca is onlangs overleden en moet herkozen worden.)

Zodoende zou de vraag die de Cajamarcanen moeten beantwoorden zijn: “Gaat u ermee akkoord, Ja of Nee, dat er in de gemeente van Cajamarca projecten van mijnbouwactiviteit worden uitgevoerd?”

Concepten.

We herinneren er aan dat de uitspraak in eerste aanleg van de Staatsraad (die de grondwettelijke waarborg wijzigde die de Rechtbank van Tolima aan de vraagstelling had toegekend) aangevochten werd: zowel door het promotiecomité voor de volksraadpleging van Cajamarca als door de multinational Anglogold Ashanti dat het kiesproces aanvocht, van mening dat het zijn fundamentele rechten schond.

Niettegenstaande de aanklachten ontvankelijk verklaard werden door de Staatsraad om in tweede aanleg onderzocht te worden, handelde de Administratieve Rechtbank van Tolima conform de eerste beslissing en besloot daarom het onderzoek te klasseren.

Sommigen zijn echter van mening dat als de vraagstelling verandert, de regel dan voorschrijft dat de nieuwe vraag gevalideerd moet worden door het promotiecomité, en ondersteund door een nieuwe hoeveelheid handtekeningen verzameld bij de bevolking. Anderen houden vol dat de vraag niet veranderde maar ingekort werd.

Maar zelfs zo, oordelen sommigen dat het proces opnieuw afgeremd zou kunnen worden tegenover nieuwe eisen, gezien de vraagstelling die als grondwettelijk verklaard werd de mogelijkheid opent om eender welk soort mijnbouw te verbieden en niet de “vervuilende” waarnaar in de eerste vraagstelling gerefereerd werd.

Burgemeestersverkiezingen.

Een opvolgingscomité voor de verkiezingen, opgeroepen door de Departementsregering, werd gisteren samengesteld om te onderzoeken welke voorzorgsmaatregelen moeten genomen worden om de burgemeestersverkiezing te houden, hoewel geen van beide potentiële kandidaten zich ingeschreven heeft, al worden ze ervan beticht om reeds campagne te voeren.

Men verwacht zich aan 43 stemburelen in de stedelijke zone van Cajamarca en in de landelijke zones van Anaime en Cajones. De politie in uniform zal ontplooid worden voor de begeleiding in het stadscentrum terwijl het leger aanwezig zal zijn om de veiligheid te verzekeren in de landelijke zones.

Het stadsbestuur van Cajamarca maakte bekend dat het zaterdag het decreet uitvaardigde voor de kiescampagne, ook al zijn er geen kandidaten voor, en al zou er een onderzoek lopen naar de kandidaten vanwege de Nationele Kiesraad, nadat de MOE alarm sloeg. (MOE = Electorale Observatie Missie die in dit geval lijkt op te treden omdat beide vermeende kandidaten reeds campagne zouden voeren vooraleer ze zich officieel kandidaat stelden en hiermee de wet overtreden. Nvdv.)

* Secretario del Interior: Ambt op niveau van de departementen in Colombia met bevoegdheden als: administratie, maatschappelijke harmonie, mensenrechten, democratie, publieke orde, ontwikkeling, burgerparticipatie…

Bron: http://www.elnuevodia.com.co/nuevodia/actualidad/politica/300846-consult…

 

COMUNICADO A LA OPINIÓN PÚBLICA EQUIPO PROMOTOR DE LA CONSULTA POPULAR DE CAJAMARCA.

28 de Febrero de 2017

El equipo Promotor de la Consulta Popular de iniciativa ciudadana de Cajamarca expresa lo siguiente frente a la fijación de fecha para la realización de este mecanismo de participación por parte de la Alcaldesa (E) en la Despensa Agrícola de Colombia.

1. La Alcaldesa (E) de Cajamarca de manera unilateral tomó una decisión en contravía de lo planteado por el Equipo Promotor en una carta presentada a la administración el pasado 1 de febrero, en donde se solicitaba que la fecha de la Consulta fuese el próximo 23 de abril del presente año. Esperamos que esta no sea otra maniobra para dilatar el proceso de la consulta de parte de la administración municipal y la empresa minera presente en el municipio.

2. La fecha del 26 de marzo propuesta por la Alcaldesa (E) de Cajamarca para la Consulta Popular no da las garantías necesarias para realizar este mecanismo de participación, porque no permite que la Registraduría pueda desarrollar todo el proceso de inscripción de equipos promotores, presentación de listas, sorteo y capacitación de jurados, y no habría tiempo suficiente para realizar las campañas a favor y en contra, todos los ciudadanos cajamarcunos no alcanzarían a entender el objetivo la consulta y sus implicaciones de votar SI o NO. Es por esto que solicitamos a la Registraduría que presente una propuesta de fecha que brinde estas garantías.

3. La fecha del 26 de marzo es una fecha inconveniente porque 15 días antes se realizará elecciones atípicas para elegir un nuevo alcalde para el municipio. Un municipio no debería realizar dos procesos electorales en el mismo mes, puesto genera un desgaste institucional y ciudadano significativo que no beneficia ninguna de las dos contiendas.

4. No obstante la fijación de la fecha para la realización de la consulta reafirma que las Consultas Populares en temas mineros son legales y constitucionales, es por eso que el equipo promotor invita a toda la ciudadanía a participar de manera activa en este mecanismo de participación. El pasado 26 de febrero el municipio de Cabrera – Cundinamarca le dijo NO a la minería y los proyectos hidroeléctricos, ahora es el turno para que Cajamarca diga NO a la minería en la Despensa Agrícola de Cajamarca

Water biedt toekomstperspectief!

Ruim een maand geleden vond de workshop ‘watertank installeren’ plaats bij het huis van Don Román in Alantanita, een gemeenschap in Machacamarca in het departement Oruro. Samen met de vrijwilligers Riley (milieu engineer) en Nick (fotograaf) keer ik nu terug naar het huis van Don Román om te kijken hoe het gaat en om waterstalen af te nemen.

Foto’s gemaakt door: Nick Somers

Don German, één van de andere begunstigden, haalt ons op met de auto en Don Román fietst voor ons uit over de zandweggetjes. Na een half uur heen en weer geschud te zijn in de auto, worden we met veel enthousiasme onthaald door hun vrouwen. Gelijk schotelen ze ons een groot bord phisara voor, het typische gerecht van deze streek, quinoa met witte kaas.

Foto: Het huis van Don Román

Don Román vertelt: ‘De watertank is nu voor ongeveer een kwart gevuld met regenwater en heeft een hele goede smaak’. Ik ben wel benieuwd en hij schenkt mij een glaasje water in, en hij heeft gelijk.. wat een fris water! Een ontzettend groot verschil met het water dat ik een paar weken geleden dronk uit de waterput. Dat water is troebel, heel zout en heeft een metaalsmaak die nog lang achterin je keel blijft hangen. Don Román legt uit: ‘Het water hier is vervuild en daardoor hebben veel bewoners o.a. last van diarree. Dit project is daarom heel belangrijk voor ons, hierdoor kunnen we eindelijk weer gezond water drinken’. Ondertussen neemt Riley waterstalen af, die we zullen laten onderzoeken in een laboratorium in Oruro. Daarna kunnen we pas met zekerheid vaststellen dat het water ‘gezond’ is, maar het grote verschil is al bewezen.

Foto: Riley neemt waterstalen af van het water uit de put

De tank is nog niet zo lang geleden geïnstalleerd en toch is er nu al te zien dat het het leven van Don Román en zijn vrouw Gregoria op een positieve manier is veranderd. Ze zien weer toekomst in wonen op het platteland, hebben hun nieuwe huis mooi ingericht, een extra omheining voor de schapen gemaakt en zijn veel met toekomstplannen bezig. Gregoria zegt: ‘Nu hoeven we de water voor consumptie niet meer uit Machacamarca te halen en dat zorgt voor veel rust’. Lachend voegt ze eraan toe: ‘Wat zou het mooi zijn om hier een klein tuintje met bloemen te hebben’. Maar ze weet dat ze realistisch moet blijven, het water uit de tank zal voornamelijk voor consumptie en koken gebruikt worden. Hier zeggen ze vaak ‘Agua es Vida’ (water is leven), dit kleine voorbeeld geeft aan dat dit inderdaad het geval is. De dankbaarheid straalt van hun gezichten af.

Don German vraagt mij: ‘Wanneer gaan we onze tank installeren?’ Dit zal waarschijnlijk aankomende week worden. We wilden de overige tanks al een tijd geleden installeren maar – doordat bepaalde materialen niet geleverd waren, er vervolgens ernstige regenval volgde, waardoor de weg onbegaanbaar is en een kapotte auto van de lokale organisatie hier – hebben we dit uitgesteld. Don German is teleurgesteld, maar begrijpt het en zegt: ‘Hou me op de hoogte! Zodat ik weet wanneer ik mee kan helpen’. Dat zullen we zeker doen.

Foto: Voor het huis kletsen we gezellig

We rijden weer terug en moeten een klein stukje dwars door de rivier met de auto. Dit water is afkomstig van de Huanuni mijn en door de regenval naar Machacamarca gestroomd. Het heeft een sterke minerale geur en Gregoria vertelt mij dat ze hier vaak doorheen moeten lopen en dan prikt en steekt het aan haar voeten en benen. Ik bekijk haar benen en ze zien er heel wit en droog uit. Riley controleert de PH-waarde van het water: 2,5. Dit houdt in dat het water ongeveer zo zuur is als een citroen. Het vee wat hier nog graast, drinkt nog steeds van dit water. De gevolgen zijn ondenkbaar…

Foto: De vervuilde rivier

Ik ben blij dat we dit project hebben opgestart, want ook al is het een kleinschalig project, het heeft IMPACT. Ik hoop dat we het project goed voort kunnen zetten, dat regen de tanks zal vullen en dat we tot een oplossing met de gemeente komen voor vulling van de tanks tijdens het droogseizoen.

Wil je meer weten over dit project? Kom dan op 7 maart naar de bijeenkomst in Leuven en mijn Boliviaanse collega Jhonny vertelt je er meer over! 

 

Sinds mei 2016 is antropologe Avalon werkzaam in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Via CATAPA en de Nederlandse stichting Samenwerkingsverband Hooglanden Indianen (SHI) coördineert zij het project ‘Oogsten van Hemelwater’ bij de lokale partnerorganisatie Centro de Ecología y Pueblos Andinos (CEPA).