Winsten met bloed aan

De rol van financiële instituties en mijnbouwbedrijven in de schendingen van mensenrechten en milieunormen. Fairfin, Urgewald en Facing Finance, een campagne gesteund door de Europese Unie, roept beleggers op om niet langer te investeren in bedrijven die profiteren van mensenrechtenschendingen, milieuvervuiling, corruptie of controversiële wapenproductie.

Deze wanpraktijken, veelal zorgvuldig verborgen gehouden voor de buitenwereld, zijn schering en inslag in de dagelijkse werking van tal van multinationale bedrijven. Veel van deze bedrijven halen hun fondsen van internationale banken en andere financiële instellingen (via aandelen en obligaties), die op deze manier (al dan niet onrechtstreeks) deze ecologische en sociale wanpraktijken in de hand werken. In December 2012 bracht Facing Finance het rapport Dirty Profits uit, waarin het verschillende multinationals en internationale banken met de neus op de feiten drukt. Dit artikel focust op de mensenrechtenschendingen, milieuvervuiling en corruptie die in het Dirty Profits rapport aangekaart worden, specifiek met betrekking tot mijnbouwbedrijven.

Het stijgende belang van financiële instituties

 De recente financiële crisis heeft er toe geleid dat financiële instellingen en andere private investeerders meer dan voorheen hun prioriteiten richten op de extractie-industrie. Immers, geïndustrialiseerde landen zijn de dag van vandaag zeer afhankelijk van een brede aanvoer van ruwe materialen. Grote winsten voor de bedrijven leiden ook tot grote winsten voor de investeerders. Op deze manier is het dus niet meer mogelijk om enkel en alleen met de vinger te wijzen naar de multinationals als schuldige van talrijke mensenrechten – en milieuschendingen. Speculatieve investeringen, komende van financiële instellingen zoals internationale banken, zijn minstens even bedreigend voor dergelijke wanpraktijken.

De financiële instituties die het meeste investeren en dus profiteren van dergelijke, vervuilende mijnbouwactiviteiten zijn de Franse bank BNP Paribas, de Deutsche Bank uit Duitsland, de Nederlandse bank ING en de UniCreditbank uit Italië. De financiële transacties – in de vorm van leningen, aandelen en obligaties – tussen deze banken en multinationale bedrijven zijn sinds 2010 samen al goed voor ongeveer 40 miljard dollar.

Mensenrechten – & milieunormen in de mijnbouwsector

 Ondanks het feit dat deze sector tot de top van meest vervuilende industrieën hoort, bloeit de mijnbouwindustrie de laatste jaren sterker dan ooit tevoren. Mijnbouwbedrijven hebben stuk voor stuk tal van mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling op hun palmares staan.

BHP Billiton Ltd. is een Anglo-Australisch mijnbouw-& petroleumbedrijf. Hoewel het met zijn 10 330 miljoen euro aan investeringen van financiële instellingen het meest gefinancierde bedrijf in het Dirty Profits rapport vertegenwoordigt, toch is BHP Billion Ltd. ook een van de meest controversiële mijnbouwbedrijven ter wereld. Beschuldigingen inzake onomkeerbare milieuschade, gedwongen verplaatsing van bevolkingsgroepen uit hun leefomgeving, mensenrechtenschendingen en de vernietiging van culturen en levensonderhoud gaan stuk voor stuk lijnrecht in tegen de standaarden die zijn opgesteld in het social en environmental management plan van het bedrijf zelf. Bovendien heeft het bedrijf reeds veelvuldig de nationale en internationale wetten met betrekking tot werkomstandigheden, milieu en mensenrechten geschonden. Het bedrijf werd onlangs tot 4e meest controversiële bedrijf ter wereld uitgeroepen, en toch blijft het massaal gefinancierd worden door financiële instituties als BNP Paribas, ING, Deutsche Bank en vele anderen…

Glencore International Plc. komt met 6 292 miljoen euro aan investeringen door internationale, financiële instituties op de tweede plaats na BHP Billiton. Dit Zwitserse extractie-, productie- en handelsbedrijf is actief in meer dan 40 landen en houdt zich voornamelijk bezig met metalen, energie en gewassen. Door extreme luchtvervuiling afkomstig van Glencores extractiemethoden lijdt in Cesar (Colombia) meer dan 50% van de bevolking aan ademhalingsproblemen en huid-& oogziekten. In Zambia hebben schadelijke zuren in het extractieproces van koper reeds tot de vervuiling en besmetting van het grondwater geleid. Ook in Congo werd het bedrijf reeds aangeklaagd voor vervuilende praktijken en inhumane werkomstandigheden. Kinderarbeid is er dagelijkse kost en de gezondheidsproblemen blijven er toenemen. Bovendien wordt Glencore International Plc. door verschillende NGO’s het meest controversiële bedrijf op vlak van belastingstransparantie genoemd. De Europese Investment Bank heeft reeds alle investeringen in het bedrijf bevroren. Toch blijft Glencore International Plc. torenhoge leningen ontvangen van banken als BNP Paribas, ING & Deutsche Bank.

Ook Rio Tinto behoort tot de top 5 van meest gefinancierde bedrijven in het dirty profits rapport. Dit metaal – & mijnbouwbedrijf behoort daarenboven ook tot een van de 4 grootste mijnbouwbedrijven ter wereld. Actief wereldwijd en gespecialiseerd in de extractie van aluminium, koper, diamanten, mineralen, energie en ijzerertsen heeft ook dit bedrijf reeds verschillende beschuldigingen op zijn palmares staan. Net als de andere mijnbouwbedrijven schendt het op grote schaal mensen- & milieurechten, waarvan de destructie van fragiele ecosystemen en de bedreiging van het levensonderhoud van nomadische herders in Mongolia slechts één voorbeeld zijn. Ook in Australië en Afrika werd het bedrijf reeds meermaals aangeklaagd. BNP Paribas, Deutsche Bank en Allianz zijn de drie grootste investeerders in het bedrijf en dragen elk meer dan 500 miljoen euro aan leningen, obligaties of aandelen bij.

Barrick Gold Corporation tenslotte, is een Canadees mijnbouwbedrijf. Met 27 werkzame goudmijnen is het de grootste leverancier van goud in de wereld. Ook dit bedrijf maakte zich reeds schuldig aan tal van sociale en ecologische schendingen. In Tanzania werden in 2011 zeven mensen vermoord, na protesten tegen de onmenselijke arbeidsomstandigheden en de gedwongen verplaatsing van lokale bevolkingen uit hun eigen leefgebied. Daarnaast werd het bedrijf reeds aangeklaagd omwille van veelvoudige verkrachtingen, arbitraire opsluitingen en corrupte belastingontduiking. Op de grens van Chili & Argentinië, in de Pascua Lama regio, wordt Barrick Gold Corporation beschuldigd van het vernietigen van de gletsjers door het vervuilen van water, de grond en de lucht. Hoewel het Norwegian Government Pension Fund zijn investeringen in het bedrijf omwille van bovenstaande redenen heeft ingetrokken, zijn Allianz, ING en Deutsche Bank nog steeds grote aandeelhouders van Barrick Gold Corporation.

Dit is slechts een fractie uit de greep van bedrijven die zich schuldig maken aan mensenrechten-en milieuschendingen. Andere grote bedrijfsnamen in de mijnbouwsector met bloed aan hun handen zijn ENI, Anglo American Plc., Vale etc…

 Windowdressing

De mijnbouwbedrijven zijn talrijk, de investeringen in deze bedrijven zijn immens en de feiten van wantoestanden in de sector zijn ontelbaar. Hoe komt het dan dat vele van deze bovenstaande sociale en ecologische schendingen onopgemerkt blijven voor het grote publiek? Het antwoord is te vinden in het zogenaamde windowdressing fenomeen. Bedrijven promoten hun ethische gedrag en verantwoordelijkheid via programma’s geïnspireerd door het idee van verantwoord maatschappelijk ondernemen. Dit project, voorgesteld door het OECD, spoort bedrijven aan om sociale programma’s te ondernemen om zo bij te dragen aan een maatschappelijk verantwoorde, wereldwijde economie. Bedrijven schuldig aan tal van sociale en ecologische schendingen grijpen dergelijke programma’s maar al te graag aan om hun imago op te krikken. Het bovengenoemde social and environmental management plan van BHP Billion Ltd. is slechts één voorbeeld. Veel bedrijven in de mijnbouwsector pakken op hun websites maar al te graag uit met hun ‘sociale programma’s’. Vaak wordt daarbij een kleinschalig project (vb. de bouw van een school) in de buurt van de mijn opgezet en gefinancierd door het bedrijf, om op deze manier de veel crucialere mensenrechtenschendingen te verdoezelen.

Ook de financiële instellingen weigeren vaak de enorme, sociale en economische impact van hun investeringen onder ogen te zien. Tijdens de actie van Catapa (www.catapa.be) op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in Frankfurt van de Deutsche Bank eind mei 2013 werd aan de Deutsche Bank gevraagd om te stoppen met investeren in onverantwoorde mijnbouwprojecten (vooral in Newmont Mining, het bedrijf verantwoordelijk voor de mijn Conga in Peru – zie infra -). Het antwoord van Deutsche bank was vooral ontwijkend: ”Costumer relationships are thoroughly checked, especially with regards to the environment and social risks. Monitoring systems are already in place. We make sure to comply with international standards. However we cannot go into details with regards to Newmont and/or funding provided to Newmont as this concerns an individual client and we are not allowed to discuss those.” De Deutsche Bank weigerde dus in detail te treden over hun investeringen en beweerde niets fout te doen door in Newmont te investeren. Als we hen moeten geloven, wordt er voldaan aan de internationale standaarden. Ook financiële instellingen doen dus aan imagobuilding.

Conga-case

Die Conga-mijn, een samenwerking tussen mijnbouwgigant Newmont Mining, het Peruaanse kleinere Buenaventura en de Wereldbank, wordt niet enkel door Deutsche Bank gefinancierd. Ook ING en BNP Paribas, stuk voor stuk grote, internationale banken, financieren dit project met torenhoge bedragen. Vandaag de dag is er echter veel ophef rond de Conga-case. Lokale bevolkingen worden de essentiële elementen van hun levensonderhoud, zoals de toegang tot water, ontnomen. De mijn vervuilt immers zowel de rivieren als het grondwater, nodig voor de landbouw en het drinkwater van de lokale bevolking. Op dit moment zijn grote protesten van de lokale bevolking aan de gang tegen de vernietiging van het belangrijke Perol-meer, in functie van de nieuwe mijn. De leuze luidt: Conga no va! De internationale, financiële instellingen sluiten hun ogen voor deze menselijke oproep. Meer nog, ze ontkennen zelfs de aanwezigheid van dergelijke mensenrechten-& milieuschendingen.

 Nood aan bindende regulaties

Hoewel de mijnbouwbedrijven als de financiële instituties dus beweren dat ze zich houden aan internationale standaarden en op hun websites uitpakken met hun verantwoord maatschappelijk ondernemen-programma’s , toch worden aan de lopende band sociale en ecologische normen geschonden. Een duidelijk voorbeeld hiervan is opnieuw te vinden bij Deutsche Bank. Hoewel deze bank zich officieel bindt aan tal van vrijwillige initiatieven zoals UN Global Compact, Global Reporting Initiative, Carbon Disclosure Project en dergelijke, toch blijft het bedrijven die zich schuldig maken aan tal van schendingen financieren.

Wat nodig is om dergelijke praktijken te voorkomen zijn bindende regulaties. Niet alweer een nieuwe niet-bindende, inefficiënte, vrijwillige verbintenis met een nieuwe standaard, maar wel een duurzame benadering om controversiële kwesties te verhelpen. Hard law in plaats van soft law, zal pas echt verandering brengen voor de lijdende lokale bevolking. Duurzame sociale en ecologische principes moeten benoemd worden en dienovereenkomstig moet een nieuw, duidelijk en sterk beleid geïmplementeerd worden. Bovendien moeten alle financiële instituties een duidelijke analyse maken van hun investeringen en consequent daaraan al hun zakelijke relaties met bedrijven betrokken bij mensen-en milieurechtenschendingen stopzetten. Enkel zo kunnen sociale en ecologische wanpraktijken stap voor stap de wereld uit geholpen worden.

Auteur: Lien Vermeersch

Bron: Facing finance (2012). Dirty Profits. Report on companies and financial institutions benefiting from violations of human rights.

Is uw gsm goud waard?

Voor je een nieuwe smartphone in handen krijgt, hebben veel onderdelen van het toestel al een lange weg afgelegd. De productie van één gsm vereist maar liefst 200 producenten en er is 75 kilogram grondstoffen (zoals aardolie, koper, goud, zilver, tantalium, kwik en lood) voor nodig. Die grondstoffen komen van over de hele wereld, maar worden vooral ontgonnen in landen in het Zuiden. Het goud komt bijvoorbeeld uit Peru, het tantalium uit de Democratische Republiek Congo en de aardolie uit de Golf van Mexico.
Lees HIER de nieuwe MO*paper van GOUD:EERLIJK? – Is uw GSM goud waard?

NGO’s vragen DB niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren

NGO’s vragen DB niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren

CATAPA, FAIRFIN, Urgewald en Facing Finance zakken 23 mei af naar Frankfurt om te speechen tijdens de shareholdersmeeting. Tijdens deze speech wordt Deutsche bank gevraagd niet meer in onverantwoorde multinationals als Newmont Mining Corporation te investeren. Deutsche bank claimt namelijk in tal van speeches en berichten niet in onverantwoorde projecten te investeren. Niets is echter minder waar.

Deutsche Bank verleent financiële steun aan Newmont Mining Corporation, eigenaar van mijnbouwproject CONGA, Peru. De Yanacocha mijn in de regio Cajamarca, Noord-Peru, is voor 51% in handen van Newmont Mining Corporation. Het nieuwe CONGAproject van Newmont Mining Corporation betreft een uitbreiding van de huidige Yanacochamijn, een project van meer dan 19 jaar. Deze mijnbouwactiviteiten veroorzaken grote schade aan lokale gemeenschappen en ecosystemen. Goudextractie verreist enorme hoeveelheden water en gebeurt door middel van het gebruik van toxische chemicaliën zoals cyanide. Tijdens het ontginningsproces komen een heel aantal zware metalen zoals lood, arseen, koper,.. aan de oppervlakte. Deze komen in het ecosysteem terecht en veroorzaken onder andere zure drainage. De mijnbouwactiviteiten van Newmont Mining Corporation vernietigen de waterbronnen van lokale gemeenschappen. De Yanacochamijn gebruikte reeds de hele waterreserve uit het gelijknamige meer. Met de uitbreiding van het CONGAproject dreigen nog minimaal 4 meren te verdwijnen. Meer dan 74.000 lokale bewoners en de 24.000 inwoners van de stad Cajamarca worden hierdoor bedreigd daar ze afhankelijk zijn van de deze watervoorraden voor hun koken, wassen, vee, gewassen,… De CONGAmijn bevindt zich ook naast de bron van de RIO GRANDE, de hoofdrivier van de regio. Deze rivier mondt uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Nu al worden er verhoogde concentraties van zware metalen en kwik terug gevonden in de vispopulatie, en deze komen op zo uiteindelijk in de voedselketen terecht.

De impact van open pit mijnbouwprojecten als CONGA is zo intens dat dit mijnbouwtype zelfs verboden werd door de nationale wet van Costa Rica in 2010. Ook het Europese Parlement aanvaardde op 5 mei 2010 een resolutie over het verbod van het gebruik van cyanide in grootschalige mijnbouw. De Europese Commissie raadt aan geen steun te verlenen aan projecten die Cyanide gebruiken binnen én buiten de EU.

Josef Ackermann, Chairman van de Management Board van Deutsche Bank, claimde in zijn speech in Frankfurt am Main op 20 maart 2012 dat hij sociale verantwoordelijkheid als een integraal deel van de Deutsche Bank ziet. Gezien deze beweringen stelt CATAPA dan ook de vraag aan Deutsche Bank om de financiële geldstromen richting Newmont Mining Corporation te blokkeren om hen te dwingen te opereren in overeenstemmingen met richtlijnen betreffende mensenrechten en onafhankelijke milieustandaarden.

CATAPA biedt hen ook een alternatief. Enkel projecten die focussen op de ontwikkeling en toepassing van recyclagebevorderende technologieën in plaats van nieuwe primaire extracties, zullen grondstoffenzekerheid opleveren. Gezien het feit dat de reeds ontgonnen goudvoorraad drie keer hoger ligt dan de onontgonnen goudvoorraad en 1 ton elektronisch afval gemiddeld honderd keer meer goud bevat dan één ton nieuw ontgonnen erts, is dit de enige optie voor de toekomst.

door Inge Boudewijn

NGO’s vragen Deutsche Bank niet in onverantwoorde mijnbouwprojecten te investeren, tijdens hun jaarlijkse shareholdersbijeenkomst

CATAPA, FAIRFIN, Urgewald en Facing Finance zakken 23 mei af naar Frankfurt om te speechen tijdens de shareholdersmeeting. Tijdens deze speech wordt Deutsche bank gevraagd niet meer in onverantwoorde multinationals als Newmont Mining Corporation te investeren. Deutsche bank claimt namelijk in tal van speeches en berichten niet in onverantwoorde projecten te investeren. Niets is echter minder waar.

Deutsche Bank verleent financiële steun aan Newmont Mining Corporation, eigenaar van mijnbouwproject CONGA, Peru. De Yanacocha mijn in de regio Cajamarca, Noord-Peru, is voor 51% in handen van Newmont Mining Corporation. Het nieuwe CONGAproject van Newmont Mining Corporation betreft een uitbreiding van de huidige Yanacochamijn, een project van meer dan 19 jaar. Deze mijnbouwactiviteiten veroorzaken grote schade aan lokale gemeenschappen en ecosystemen. Goudextractie verreist enorme hoeveelheden water en gebeurt door middel van het gebruik van toxische chemicaliën zoals cyanide. Tijdens het ontginningsproces komen een heel aantal zware metalen zoals lood, arseen, koper,.. aan de oppervlakte. Deze komen in het ecosysteem terecht en veroorzaken onder andere zure drainage. De mijnbouwactiviteiten van Newmont Mining Corporation vernietigen de waterbronnen van lokale gemeenschappen. De Yanacochamijn gebruikte reeds de hele waterreserve uit het gelijknamige meer. Met de uitbreiding van het CONGAproject dreigen nog minimaal 4 meren te verdwijnen. Meer dan 74.000 lokale bewoners en de 24.000 inwoners van de stad Cajamarca worden hierdoor bedreigd daar ze afhankelijk zijn van de deze watervoorraden voor hun koken, wassen, vee, gewassen,… De CONGAmijn bevindt zich ook naast de bron van de RIO GRANDE, de hoofdrivier van de regio. Deze rivier mondt uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Nu al worden er verhoogde concentraties van zware metalen en kwik terug gevonden in de vispopulatie, en deze komen op zo uiteindelijk in de voedselketen terecht.

De impact van open pit mijnbouwprojecten als CONGA is zo intens dat dit mijnbouwtype zelfs verboden werd door de nationale wet van Costa Rica in 2010. Ook het Europese Parlement aanvaardde op 5 mei 2010 een resolutie over het verbod van het gebruik van cyanide in grootschalige mijnbouw. De Europese Commissie raadt aan geen steun te verlenen aan projecten die Cyanide gebruiken binnen én buiten de EU.

Josef Ackermann, Chairman van de Management Board van Deutsche Bank, claimde in zijn speech in Frankfurt am Main op 20 maart 2012 dat hij sociale verantwoordelijkheid als een integraal deel van de Deutsche Bank ziet. Gezien deze beweringen stelt CATAPA dan ook de vraag aan Deutsche Bank om de financiële geldstromen richting Newmont Mining Corporation te blokkeren om hen te dwingen te opereren in overeenstemmingen met richtlijnen betreffende mensenrechten en onafhankelijke milieustandaarden.

CATAPA biedt hen ook een alternatief. Enkel projecten die focussen op de ontwikkeling en toepassing van recyclagebevorderende technologieën in plaats van nieuwe primaire extracties, zullen grondstoffenzekerheid opleveren. Gezien het feit dat de reeds ontgonnen goudvoorraad drie keer hoger ligt dan de onontgonnen goudvoorraad en 1 ton elektronisch afval gemiddeld honderd keer meer goud bevat dan één ton nieuw ontgonnen erts, is dit de enige optie voor de toekomst.

PERSBERICHT DEUTSCHE BANK – CATAPA

Foto: Lien Merre

EU-akkoord over transparantie in grondstoffenhandel zal corruptie helpen tegengaan.

Vijftien jaar lang hebben organisaties als Publish What You Pay en Global Witness campagne gevoerd voor verhoogde transparantie op het gebied van betalingen rond grondstoffenextractie. Op 9 april 2013 was het dan zover: de Europese Unie kwam overeen om nieuwe regels te gaan stellen aan bedrijven die bezig zijn met mijnbouw en/of extractie van olie, gas of hout. Deze nieuwe regels zullen inhouden dat dit soort bedrijven vanaf nu details moeten publiceren over betalingen die zij maken aan de overheden van de landen waar extractie plaatsvindt. Op deze manier wordt gegarandeerd dat iedereen toegang kan hebben tot deze gegevens: het is daarmee en sterk wapen tegen corruptie, een bekend probleem in de internationale grondstoffenhandel.

Waarom?

Jaarlijks betalen grote multinationals vele miljarden euro’s aan overheden in ruil voor de mogelijkheid om grondstoffen uit het land te extraheren. De lokale bevolking ziet hier vaak weinig tot niets van terug: het geld dat naar de regio waar de extractie plaatsvindt zou moeten stromen, blijft vaak steken op hogere niveaus, door corruptie of wanbeheer.

Een voorbeeld hiervan zien we in Peru. In de regio Cajamarca ligt de op een na grootste goudmijn ter wereld: de Yanacocha mijn. Cajamarca is echter de op een na armste regio van Peru, en heeft in de bijna twintig jaar dat de Yanacocha mijn bestaat nauwelijks ontwikkeling gekend. We zien hier ook heel duidelijk dat van de belasting die de eigenaren van Yanacocha (Newmont Mining, Buenaventura en de Wereldbank) aan de Peruaanse staat moeten betalen niet terugvloeien naar Cajamarca, maar op hogere niveaus blijft hangen. Op deze manier ziet de regio dus geen enkele voordelen van de mijnbouw. Het gebruik van giftige stoffen als cyanide en kwik in de mijnbouw maakt het grond- en rivierwater ondrinkbaar, en onbruikbaar voor landbouw. Vissen verdwijnen uit de rivieren, en veel mensen zijn hun land kwijtgeraakt. Ondenkbaar voor een gemeenschap die leeft van landbouw en visserij, en voor hun levensbehoeften sterk afhankelijk is van schoon rivierwater.

Het nieuwe akkoord van de Europese Unie gaat onder andere plaatselijke bevolking helpen om meer druk uit te kunnen oefenen op de overheid: met de hulp van de documentatie over transacties zullen ze nu kunnen aantonen waar ze recht op hebben. Bedrijven en overheden kunnen ter verantwoording geroepen worden als duidelijk wordt dat er niet genoeg geld terugvloeit naar de lokale bevolking. Op dit moment worden mensen in gebieden waar grondstoffenextractie plaatsvindt vaak alleen opgezadeld met de nadelen, zonder enige voordelen van de grondstoffenextractie in hun regio te ondervinden. Het nieuwe akkoord zal hen meer macht geven over hun eigen omstandigheden en de situatie in hun leefomgeving.

Voor de consument in het Noorden biedt de verhoogde transparantie een mogelijkheid om bewuster te gaan investeren. Er kan nu immers veel makkelijker en duidelijker nagetrokken worden in wat voor praktijken grote bedrijven precies investeren.

De mogelijkheid om meer voordelen van extractie te krijgen, zoals meer geld dat naar de regio zal vloeien, is een eerste stap naar verhoogde erkenning van de rechten van de plaatselijke bevolking. Het biedt echter nog geen oplossingen voor de grote sociale en ecologische gevolgen die industrieën zoals mijnbouw vaak met zich meebrengen echter niet weg.

Wat houdt het in?

Het nieuwe akkoord zal gelden voor alle grote, private mijn-, olie-, gas- en bosbouwfirma’s die in de EU geregistreerd staan. Het Europese Parlement en de Europese Raad zijn overeengekomen dat deze verplicht zullen worden hun transacties met overheden boven 100.000 euro te publiceren. Dit geldt voor alle belastingen die het bedrijf betaalt aan de overheid: belastingen over het inkomen, de productie, winst, royalty’s en licentiekosten. Belangrijk aan deze wet is dat het per investering en per natuurlijke hulpbron gaat: zo kan de plaatselijke bevolking dus heel specifiek natrekken wat er speelt rond de extracties in hun eigen gebied.

Hoe precies vermeden gaat worden dat bedrijven bijvoorbeeld twee transacties van 50.000 euro gaan maken, of verschillende van 99.999 euro is nog niet geheel duidelijk: hier wordt in feite niet over gerept. Het is mogelijk dat omdat het vooral over geheven belastingen zal gaan hier niet zo mee te sjoemelen valt: de hoeveelheid te betalen belasting wordt ten slotte vastgesteld op basis van procenten en dergelijke.

Enkele bedrijven riepen om de mogelijkheid om transacties in bepaalde landen uit te sluiten van het nieuwe akkoord, op de grond dat het in sommige landen verboden is om betalingen aan de overheid internationaal bloot te leggen. De EU heeft dit voorstel echter afgewezen, omdat de bewijzen hiervoor niet overtuigend genoeg werden bevonden. Dit laat zien dat de EU met dit akkoord een serieuze stap tegen corruptie wil nemen, en de nood aan verhoogde transparantie van grote multinationals ernstig neemt.

Hoe gaat het verder?

Het akkoord komt overeen met de Dodd Frank act die in 2010 inging in de Verenigde Staten, die van alle in de VS geregistreerde olie-, gas- en mijnbouwbedrijven eist dat ze hun betalingen boven 100.000 Amerikaanse dollar aan alle landen en voor ieder project officieel registreren. De Dodd Frank act komt echter ook nog wel eens onder vuur te liggen. De Act houdt namelijk ook in dat ingevoerde grondstoffen niet meer uit conflictgebieden mogen komen. Het is echter nog niet mogelijk om de grondstoffen te traceren en er bestaat ook nog geen mechanisme om aan te tonen dat ze uit een conflictvrij gebied komen.

Desalnietemin heeft Britse premier Cameron heeft aangekondigd dat het verspreiden van dergelijke wetten buiten de EU en de VS een van de belangrijkste onderwerpen wordt op de G8 top dit jaar. Publish What You Pay spreekt de hoop uit dat hiermee ook Canada en Australië, alsmede de opkomende “BRIC” landen, zullen gaan overwegen om dergelijke wetten te implementeren.

Het akkoord moet nog officieel goedgekeurd worden door alle EU lidstaten en het Europese parlement. Dit wordt naar verwachting afgerond in juni dit jaar.

11.11.11, koepel van de Vlaamse Noord-Zuid beweging, noemt de wet “een belangrijke eerste stap naar transparantie.” Bij GOUD:EERLIJK? sluiten we ons graag bij dit standpunt aan!

Bronnen:

Global Witness: EU agrees landmark anti-corruption law for global resource companies

Hall, Marc: EU seals deal to boost transparency of oil, gas and logging firms

Publish What You Pay: European Union reaches deal on historic oil and mining transparency law

11.11.11: Europees akkoord over transparantie 

Referendum over Conga? Oplossing niet in zicht

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Einde conflict nog niet in zicht

Het conflict woekert ondertussen gewoon door. De zogeheten ‘opschorting’ van de werken in het concessiegebied, om de druk af de ketel te halen en dialoog mogelijk te maken, wordt door vele bronnen nog steeds ontkend. Marco Arana verduidelijkte dat “de werken aan 2 waterreservoiren nog steeds gewoon doorgaan.” Bovendien is het nog steeds muisstil rond de bemiddelingspogingen van geestelijken Garatea en Cabrejos en blijft het aanklachten regenen tegen manifestanten en bewoners van het concessiegebied, waaronder de familie Chaupe. Het betreft een van de weinige families die nog niet zijn vertrokken uit het concessiegebied, wat hen al veel heeft gekost. Deze familie werd reeds meermaals fysiek en psychologisch bedreigd, en werd in oktober 2012 veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijk en een boete van 200 Nieuwe Peruaanse Soles met betrekking tot een landconflict met het mijnbedrijf. (een getuigenis van de bedreigingen jegens deze familie: http://www.youtube.com/watch?v=KL-iw6aNW50).

Het Comando Unitario de lucha de Cajamarca kondigde enkele dagen geleden een 3-daagse actie in het concessiegebied van de Conga-mijn aan. In een persconferentie riep Edy Benavides, verzetsleider uit Bambamarca, de bevolking van regio Cajamarca op massaal af te zakken naar Conga. Aan zijn zijde maakte Marco Arana, leider van politieke partij Tierra y Libertad en ecoligist van het eerste uur, duidelijk dat de actie te Conga geen provocatie is. “De bergmeren behoren immers toe aan de bevolking”, zei hij. “Provoceren is het weigeren van toegang tot de Conga-zone en de installatie van gewapende troepen”, voegde hij eraan toe. In november 2011 liep een manifestatie in het gebied uit de hand toen bewakingsagenten buitensporig geweld gebruikten. Verschillende manifestanten raakten zwaargewond, waaronder 1 lokale verzetsleider die zijn oog verloor.

Het verzet tegen het Conga-project is nu reeds meer dan 18 maanden aan de gang.

Goud:Eerlijk? lanceert unieke collectie gouden juwelen uit e-waste!

Daar stonden ze dan, Francesco en zijn vrouw. Hij gouden tanden en een kar vol met oude computers. Zij, tijgerprint en veel glitters. Pas geleden hebben ze ontdekt dat er waardevolle materialen in oude gsm’s en computers zitten en dat je deze dus beter kunt ophalen dan dat je ze weggooit.

Daar stonden ze dan, Francesco en zijn vrouw. Hij gouden tanden en een kar vol met oude computers. Zij, tijgerprint en veel glitters. Pas geleden hebben ze ontdekt dat er waardevolle materialen in oude gsm’s en computers zitten en dat je deze dus beter kunt ophalen dan dat je ze weggooit. Voor Francesco en zijn vrouw zitten daar verder geen idealen achter, of er nu wel of niet nieuw goud ontgonnen moet worden en wat voor een ecologische en sociale impact dat heeft, maakt hen niet zoveel uit. Franceso wil voornamelijk zijn collectie gouden tanden uitbreiden en zijn vrouw zeurt ook al maanden over een nieuwe gouden ketting. Op de Korenmarkt proberen de ijzermarchand en zijn vrouw hun kar met E-waste aan een marktkoopman te verkopen. Maar hebben ze de waardevolle materialen nu wel of niet uit de oude computers gehaald? En hoe zit het met die levende mobiele telefoon? Valt daar nog iets uit te halen?

Met koude handen en bevroren tenen stond het ‘Goud:Eerlijk?’-team gisteren op de Korenmarkt om de nieuwe GSMinzamelbox onder de aandacht te brengen. Het aantal mensen op aarde telt op dit moment 7 miljard, in 2012 werden er per kwartaal ongeveer 400 miljoen mobieltjes verkocht en het totaal aantal mobieltjes dat in gebruik is wordt geschat op 6 miljard. Sinds de uitvinding van de mobiele telefoon, zijn er dus al miljarden telefoons over de toonbank gegaan met als resultaat dat bijna iedereen nog wel een oude gsm thuis in de schuif heeft liggen. Aangezien je met 200 oude mobieltjes al genoeg materiaal hebt voor één gouden ring, kun je natuurlijk je mobieltje doorverkopen aan de ijzermarchands of de slimme verkoper van E-waste juwelen, maar nog beter.. je kunt je oude mobieltje droppen in één van de GSMinzamelboxen die ‘Goud:Eerlijk?’ door de stad heeft neergezet! Zo weet je zeker dat je oude mobieltje een eerlijk en transparant einde krijgt en dat de waardevolle materialen gereclyceerd worden, zodat er niet steeds opnieuw goud ontgonnen moet worden. Voor 1 gram goud wordt namelijk bijvoorbeeld 2300 liter water gebruikt, blijft er 2272kg aan mijnafval achter en wordt er 0,3 gram van het zeer giftige kwik gebruikt. Reclyreren is dus beter voor mens en milieu!

Kom je ook om kennis te maken met de levende gsm, de ijzermarchand en zijn vrouw en de marktkoopman? Wil je meer weten over onze campagne of kom je je oude gsm droppen in onze GSMinzamelbox? Volgende week woensdag 30 januari staan we tussen 13u-17u weer op de Korenmarkt!

Voor meer foto’s zie de Facebook pagina van ‘Goud:Eerlijk?’

Goudmijnbouw zal Griekenland niet uit de crisis helpen

De Griekse regio Chalkidiki kampt de laatste jaren met protesten van de Griekse bevolking, maar afgelopen maanden werden deze steeds heviger. Dit tegen de opkomst van een enorm goudmijnbouwproject dat zich dreigt te vestigen in een Grieks natuurgebied, gelgenen in het noordoosten van het schiereiland Chalkidiki. De overheid geeft dit gebied (van ongeveer 317 km²) in “bruikleen” aan het private exploitatiebedrijf ‘Hellas Gold’, een dochteronderneming van ‘European Goldfields’. En dat is dan weer een dochteronderneming van het Canadese ‘El dorado’. Deze wil er een grootschalig goudmijnbouwproject opstarten. Goudmijnbouw heeft nefaste gevolgen voor de omliggende fauna en flora: waterschaarste, zware metalen en andere toxische stoffen die in het milieu terecht komen, grondwateraantasting, … Omwonenden, eigenaars van de toeristische accomodatie, milieuactivisten en wetenschappers verzetten zich heftig tegen de plannen, maar de overheid dult deze tegenspraak niet. Opstanden en betogingen worden repressief onderdrukt door de politie.
De plannen voor deze goudmijnen in Griekenland zijn al bijna een decennia in de omloop. Maar pas iets meer dan een jaar geleden kreeg het mijnbouwbedrijf Hellas Gold de toestemming van de minister van Milieu om twee goudmijnen (het Skouries project en het Olympias project) te bouwen in het noorden van het land. Er zou een open-pit mijn komen in Skouries, terwijl het Olympias-project het opknappen van een oude ondergrondse mijn omvat. Naast enkele metalen bijproducten zoals zilver en lood, wil het bedrijf tegen 2015 ongeveer 1000 kilogram goud ontginnen (1 kilogram goud is meer als 20 000 euro waard). Ondertussen zijn ze al gestart met onder meer het kappen van bomen. Protestacties blijven. Zo hebben inwoners van Chalkidiki onlangs (in juli 2012) een rechtszaak gewonnen van Hellas Gold. Dezen trokken de legaliteit van de beslissing van het Ministerie van Milieu in vraag, waardoor het project weer gedeeltelijk uitgesteld werd. Hellas Gold is bovendien reeds eigenaar van een mijnbouwproject in Griekenland, in de stad Stratoni, dat al sinds 2005 in werking is. Er wordt lood, zilver en zink geproduceerd in ondergrondse mijnen gelegen onder de stad. Tegenstanders beweren dat ook hier het bedrijf in strijd is met de voorwaarden en verplichtingen. Het maakt bijvoorbeeld gebruik van explosieven in plaats van machinaal graven, waardoor er scheuren zijn waargenomen in verschillende gebouwen van de stad erboven. Deze bewoners hebben het bedrijf ook aangeklaagd, maar de beschuldigingen werden enkele jaren geleden al afgewezen.

De rechtsgetinte regering van premier Antonis Samaras spant samen met het mijnbouwbedrijf om eventuele tegenstanders in te tomen. Griekenland heeft de inkomsten uit deze mijn namelijk ‘nodig’ om Europese mandaten te halen, om ervoor te zorgen dat er terug economische stabiliteit komt en ze zo uit de financiële crisis te geraken. De weg naar die economische stabiliteit gebeurt echter niet democratisch. Er wordt niet gedebatteerd in het parlement over deze mijn en er is al evenmin consensus over. Het debat, of beter verwoord ‘de strijd’, wordt wel gevoerd op straat. Vreedzaam protest wordt hardhandig neergeslagen door de politie.

De protesten escaleren. Getuigen van een betoging op 21 oktober in het Skouries woud vertellen hoe vredelievende betogers in elkaar geslagen en uitgescholden werden door de politie, zonder zelf enige aanleiding daartoe te geven. Traangas en geweld werden ruimschoots gebruikt en enkele van de ongeveer 2500 betogers belandden met verwondingen in het ziekenhuis. Er zijn bovendien al vijftien betogers voor de rechtbank gedaagd voor verzet tegen de staat. Dit is hoogst opmerkelijk aangezien tot nu toe niemand hiervan ooit beschuldigd is geweest sinds het bestaan van de Griekse dictatuur, volgens sommige bronnen.

Het project wordt veelbelovend voorgesteld door de overheid: de staatsschuld aflossen en werkgelegenheid voor de lokale bevolking creëren. Deze kleine voordelen wegen voor de lokale bevolking echter niet op tegen de enorme nadelen. Eén van de mooiste natuurgebieden van Griekenland dreigt vernietigd te zullen worden door deze mijnbouwactiviteiten. Giftig mijnafval, dat cyanide en kwik bevat, zal de omliggende bossen en rivieren vervuilen, zware metalen zoals lood en arseen, de zee. Ook de lucht zal verontreinigd worden door gevaarlijke stoffen en deze zullen terug op aarde komen door zure regen. Bovendien werd de bevolking niet geconsulteerd over deze projecten.

De lokale bevolking heeft daarom een campagne opgericht om de mijnbouwprojecten te verhinderen: “Save the homeland of Aristotle and the gateway to the Holy Mountain”. De bekende filosoof Aristoteles werd namelijk geboren in deze streek en ook de berg Athos. De Heilige Berg is gelegen in de toekomstige goudmijnbouwwerf. Het gebied is tot nu toe gespaard gebleven van de invloeden van de beschaving, momenteel wordt het zelfs enkel bewoond door monniken. De campagne roept mensen over heel de wereld op om hun stem te laten horen. Dit kan, door de online petitie te tekenen!

Auteurs: Truike Geerts en Charlotte Christiaens

De Belgische goudmarkt: een fortuin waard?

Hoewel de EU maar een kleine rol speelt in de totale goudproductie in de wereld, is de handel en consumptie van goud daarentegen wel een belangrijke economische activiteit in de EU.
Hieronder wordt het belang van de EU vermeld omtrent de productie, de handel en de consumptie van goud waarin zich momenteel door de economische crisis nieuwe tendensen voordoen. Zo wordt de goudproductie steeds vaker uitbesteed aan landen met lage kosten en neemt bovendien de noodzaak aan eerlijke handel, recyclage van goud en productie van ecologisch goud toe. We kijken tenslotte ook welk aandeel België in de Europese goudmarkt kan hebben.

De Europese goudproductie
De rol van de Europese unie als goudproducent op wereldschaal is klein: het vertegenwoordigt slechts 1,2%[1] van de wereldwijde productie. De belangrijkste goudproducenten zijn China, Australië, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Rusland.

Binnen Europa is Turkije het land waar het meeste goud wordt geproduceerd: dit omvat 42%1 van de totale goudproductie. Europa is dus sterk afhankelijk van Turkije voor de import van goud. Zwitserland en Italië zijn dan weer de grootste producenten van halffabricaten en onbewerkt goud binnen de EU. Bovendien is Zwitserland hét handelscentrum voor goud en de belangrijkste leverancier van goud, hoewel er zich geen goudmijnen bevinden.

Een belangrijke tendens is de afname van de fabricage van sieraden in Europa. Door de economische crisis, is de vraag hiernaar sterk gedaald aangezien luxevoorwerpen het eerste is waarop mensen besparen in tijden van economische crisis. Zo valt inderdaad te constateren dat de totale productie van sieraden in Europa binnen tien jaar met 50% is gedaald[2]. Dat heeft als gevolg dat de productie naar landen met lage kosten verhuist en plaats heeft in landen als China, Turkije en India.

Europa en haar goudverbruik
Zoals reeds vermeld bespaart de consument tijdens economische crisis sterk op luxevoorwerpen zoals gouden juwelen. Daarentegen zijn de consumenten wel massaal gaan beleggen in goud: terwijl in 2000 het beleggingsgoud slechts 4,3% van de totale wereldvraag naar goud bedroeg, liep deze in 2010 op tot 26%[3]. Voor Europa geldt dat de import van goud jaarlijks 21% in waarde toenam.[4] Deze tendens is eveneens een gevolg van de economische crisis: mensen verliezen het vertrouwen in de banken en gaan op zoek naar veiligere manieren om te beleggen. Er is dus een duidelijke verschuiving van een vraag van sieraden naar het beleggen in goud. Landen met lage productiekosten als China, Turkije en India zouden de vraag naar sieraden op termijn echter wel opnieuw kunnen doen verhogen.

Daarnaast is de keuze in het type en het design van gouden sieraden verschoven. De hedendaagse consument verkiest goud in trendy kleuren zoals rood, zwart, roze, geel, en groen. Daarbij worden steeds meer diamanten, parels en edelstenen in het gouden juweel verwerkt, waardoor deze sieraden minder prijzig zullen zijn; ze bevatten immers minder goud.

Waar halen we het goud vandaan?
De belangrijkste importeurs in Europa van gouden sieraden zijn het Verenigd Koninkrijk, Italië, Duitsland en Frankrijk.

Zwitserland is het handelscentrum van de EU en staat in voor de helft van de totale goudimport. Het is ook de grootste leverancier van sieraden in Europa. Daarnaast voert Italië het meeste goud in dat rechtstreeks afkomstig is van ontwikkelingslanden zoals Peru, Zuid-Afrika en Suriname. 60% van het geïmporteerde goud in de EU is afkomstig uit deze landen4.

Ook gouden sieraden worden direct massaal geïmporteerd uit ontwikkelingslanden: Turkije, China, India en Thailand. Het Verenigd Koninkrijk is hierbij met 30%[5] de grootste importeur van gouden juwelen. Toch exporteert Europa nog altijd meer gouden sieraden dan dat het importeert, met het Verenigd Koninkrijk, Italië en Frankrijk voorop. Deze tendens is wel aan het verschuiven doordat productie steeds vaker wordt uitbesteed aan landen met lage kosten. Daartegenover wordt goud als grondstof meer geïmporteerd dan geëxporteerd, wat logisch is aangezien er in Europa nauwelijks goudmijnen zijn.

Van leverancier tot consument
Een gouden juweel heeft al heel wat kilometers afgelegd voordat het bij de consument terechtkomt. Eerst levert de leverancier goud uit de mijnbouw aan raffinaderijen die het goud bewerken. Daarna wordt het goud geleverd aan de handel in onbewerkt goud. Hieruit worden dan de sieraden gefabriceerd. Vervolgens worden ze geïmporteerd of geëxporteerd en komen ze terecht bij de groothandel. Ten slotte belanden de juweeltjes bij de kleinhandel waar de consument zijn gouden ring, armband of halsketting kan kopen.

De huidige distributiekanalen hebben al heel wat veranderingen ondergaan. Zo ondervinden sieradenproducenten in de EU steeds meer concurrentie van landen met lage kosten zoals Turkije, China en India. Om kosten te drukken, besteden de fabrikanten hun productie dan ook steeds meer uit aan deze landen.

Goud, duur(zaam)?
De prijs van goud blijft stijgen. Vooral in Amerikaanse dollar is de waarde sterk toegenomen. Dat heeft ervoor gezorgd dat de prijs van goud uitgedrukt in euro redelijk stabiel is gebleven: 900 tot 1000 euro (per troy ounce)[6], als gevolg van de dalende wisselkoers ten opzichte van de dollar. Ook de waarde van gouden juwelen is gestegen tussen 2005 en 2010.

Deze grootschalige handel en met name de productie en ontginning zijn niet zonder gevolgen voor het milieu. Daarom pleiten verschillende organisaties voor eerlijk en duurzaam goud, vanaf de ontginning in de mijnbouw tot aan het bereik bij consument.

In West-Europa zijn er al heel wat fairtradeproducten op de markt, met als koploper het Verenigd Koninkrijk. In Oost-Europa zijn deze daarentegen zo goed als onbestaand. De studies van Fair Trade Labelling Organizations (FLO) en de Alliance for Responsible Mining (ARM) tonen aan dat Europa een goede afzetmarkt kan zijn voor trouwringen, sierringen, oorringen, halskettingen en armbanden, vervaardigd uit eerlijk goud van grondstof tot eindproduct.

Eerlijke handel
Vooral de kleinschalige mijnbouw zou meer aan eerlijke handel moeten doen. De ambachtelijke en kleine mijnbouwers houden van de winst maar een klein deel over, omdat ze sterk afhankelijk zijn van tussenpersonen en handelaars om het goud tot bij de raffinaderijen en de consumentenmarkt te kunnen brengen. Deze tussenpersonen gaan met hun deel van de winst aan de haal.

Een mogelijke oplossing? Een afzonderlijke toeleveringsketen voor goud uit eerlijke handel die beter controleert of de kleine mijnwerkers hun deel van de winst ontvangen waar ze recht op hebben. Enkele cijfers over kleine mijnbouw waaruit de omvang van oneerlijke handel blijkt: slechts 10 tot 15 miljoen mijnwerkers zijn rechtstreeks betrokken bij kleinschalige goudontginning terwijl de sector goed is voor 60 miljoen banen oftewel 90% van de totale tewerkstelling in de goudsector[7].

Een afzonderlijke toeleveringsketen betekent echter ook een hogere prijs. Goud gaat vaak naar dezelfde raffinaderijen terwijl eerlijk goud gescheiden moet blijven van het ‘gewone’ goud. Eerlijk goud is ook duurder omdat het geproduceerd wordt in kleinere hoeveelheden. Bovendien moet er ook een licentievergoeding worden betaald voor het Fairtrade/Fairmined-label. Belangrijk is dat tijdens het hele proces van productie en verhandeling van goud, goed wordt gecontroleerd of de handelaars niet aan de haal gaan met het deel van de winst dat bestemd is voor de mijnwerkers.

Naast ‘eerlijk’ goud, kan goud ook ‘groen’ zijn. Groen goud of ecologisch goud betekent dat het geproduceerd is zonder chemicaliën en er ook streng wordt toegezien op het herstel van het milieu. Maar de vraag is echter wel of goud zonder chemicaliën produceren op grote schaal efficiënt is.

Het Belgisch aandeel
België zou een belangrijke rol kunnen spelen in de handel van eerlijk goud. Hoewel haar aandeel eerder klein is in vergelijking met de andere West-Europese landen, is België wel het belangrijkste handelscentrum voor diamanten van de wereld. Het verbruik van sieraden met diamanten is dan ook hoog. Bovendien is België het land met het grootste aandeel van het door de EU geïmporteerde goud uit ontwikkelingslanden (52% in 2009)[8].

Zoals elders in de EU worden gouden sieraden steeds minder verkocht, ten gevolge van de economische crisis. Toch wordt verwacht dat de markt van gouden juwelen zich opnieuw zal herstellen en deze de eigen productie van sieraden, die reedsaan het slinken is, geheel zal vervangen.

[1] BTC, Belgian development agency (2011)
[2] Eurostat Prodcom (2010)
[3] GFMS, World Gold Council (2010)
[4] BTC , Belgian development agency (2011)
[5] BTC, Belgian development agency (2011)
[6] BTC, Belgian development agency (2011)
[7] BTC, Belgian development agency (2011)
[8] Eurostat Prodcom (2010)

De Standaard: De keerzijde van de gouden medaille

BRUSSEL – Het moeten de groenste Olympische Spelen ooit worden. Maar critici klagen de sponsordeals aan met milieuzondaars als Dow Chemical, BPen Rio Tinto. ‘Er hangt bloed aan de medailles.’

Londen haalde de Olympische Spelen binnen dankzij de belofte om de groenste olympiade ooit te organiseren. De website van Londen 2012 pakt er groot mee uit. Dit worden de eerste ‘echt duurzame’ Spelen met een streng gereguleerde CO{-2}-uitstoot en volledig recycleerbare afvalverwerking. De kers op de taart is een nagelnieuw olympisch park, ‘het grootste nieuwe stadspark in Europa in 150 jaar.’

Lees het volledige artikel op de site van De Standaard hier