Foto-essay: Meer problemen voor Colombia, de intrede van grootschalige mijnbouwprojecten

Colombia begeeft zich dit jaar al 50 jaar in een intern conflict en er blijven maar problemen bijkomen. Colombia staat te koop, de afgelopen 12 jaar is er voor meer dan 1,5 miljoen hectare aan grond verkocht aan buitenlandse multinationals. Uiteindelijk zal hier maar een klein deel van gebruikt worden voor mijnbouw, de dreiging is echter overal te voelen. De bevolking vreest dat de multinationals die hun grondgebieden intreden weinig rekening zullen houden met lokale ecosystemen en gemeenschappen zullen ontwrichten.

Door Bram Ebus

Grote milieuconflicten verspreid over heel Latijns-Amerika zijn meestal veroorzaakt door de extractieve industrie. De situatie in het gehele continent geeft het Colombiaanse middenveld weinig vertrouwen voor een andere situatie in Colombia. Op dit moment zijn de meeste projecten nog in ontwikkeling, maar is er reeds veel verzet tegen de door de overheid benoemde ‘energie en mijnbouw locomotief’ die de Colombiaanse economie moet gaan trekken. Nu al zijn er talloze slachtoffers gerelateerd aan de intrede van de transnationale mijnbouwindustrie. Onder meer verdwenen activisten, vermoorde vakbondsmannen, bedreigde gemeenschapsleiders en het grote milieurisico zorgden voor een groot aantal nationale protesten, wegblokkades en wijdverspreide acties tegen de komst en de start van grootschalige mijnbouwprojecten in de nabije toekomst.

In de provinciehoofdstad van Tolima, Ibagué, kwamen op 5 juni 2013 duizenden mensen bijeen om te demonsteren tegen het extractieve overheidsdiscours en het megaproject La Colosa van goudmijnbouwreus AngloGold Ashanti. La Colosa zal volgens de Brits- Zuid-Afrikaanse multinational zelf de grootste goudmijn van Latijns Amerika zou moeten worden.

Een inwoner van Cajamarca-Tolima kijkt uit over de heuveltoppen waar het La Colosa project zal worden uitgevoerd, de geplande ‘open-pit’ mijn zal niet alleen een enorme krater in het landschap achterlaten.. Zijn regio die ook wel de ‘landbouw provisiekast’ van Colombia wordt genoemd, verzorgt onder meer het grootste gedeelte van de voedsel- en watervoorziening van hoofdstad Bogota waar meer dan 10 miljoen mensen leefzaam zijn. Tolima als landbouwprovincie zal bedreigd worden door AngloGold Ashanti, daarbij is goudmijnbouw een van de meest waterintensieve industriëen en brengt een groot risico op vervuiling met zich mee. De concessie van AngloGold Ashanti bevindt zich met 50 hectaren in een beschermde paramo (nevelwoud) en nabij de vulkaan Machin..

Ook in de afro-Colombiaanse traditionele mijnbouwersgemeenschappen Suárez-La Toma in het noorden van de provincie Cauca, probeerde AngloGold Ashanti binnen te komen. Uiteindelijk verliet AngloGold Ashanti de regio omdat de goudreserves in Tolima interessanter zouden zijn. Het vermoeden is echter dat AngloGold Ashanti is gezwicht onder internationale druk toen zij in deze regio sterk werden gelinkt aan de Aguilas Negras (Zwarte Adelaars), een para-militaire groepering die de tegenstanders van grootschalige-mijnbouwprojecten als ‘militair-doelwit’ hadden aangestipt. Daarnaast waren zij simpelweg niet welkom. Volgens de International Labour Organization moeten inheemse (en in Colombia afro-) gemeenschappen geconsulteerd worden. Dit gebeurde niet terwijl de gemeenschap zich vrijwel unaniem tegen de komst van het bedrijf opstelde.

Para-militairen en guerilla groeperingen blijven dominant aanwezig in de Cauca provincie. Op 30 september 2013 werd een milieu-activiste voor de ogen van haar eigen kinderen vermoord in Cauca. Zij sprak zich openbaar uit tegen AngloGold Ashanti, dat mijnbouwconcessies kocht voor het gehele oppervlak van haar gemeente.

Terwijl het bedrijf probeert de lokale bevolking in te palmen met beloftes over werkgelegenheid, infrastructurele voorzieningen en economische vooruitgang, stuit dit veelal op ongeloof. De negatieve gevolgen van de megaprojecten lijkt de (lokale bevolking) meer ongerust te maken dan dat er in een positieve ontwikkeling wordt geloofd.

In Doima-Tolima verzetten de lokale inwoners zich tegen de komst van AngloGold Ashanti dat in de buurt een militair bataljon tot haar beschikking heeft. In totaal wordt 30% van het budget van het Colombiaanse Ministerie van Defensie besteed aan het beschermen van buitenlandse multinationals en haar projecten.

Doima is een dorp gelegen in de gemeente Piedras, hier werd op 28 juli 2013 de eerste consulta popular (volksreferendum) ooit in Colombia gehouden. Een stemming voor of tegen de komst van een project van AngloGold Ashanti. Met een hogere opkomst dan bij de nationale verkiezingen, stemde 98% van de inwoners tegen het project.

De uitbundig gevierde overwinning was echter niet meer dan een klap in het sociale gezicht van de multinational. AngloGold Ashanti liet weten de beslissing te accepteren, maar door te gaan met het ‘socialiseren’ van hun project, omdat de lokale bevolking volgens het bedrijf niet zou weten welke lokale vooruitgang zij anders zouden mislopen. De nationale overheid juichde de consulta toe, maar meldde dat het geen bindend referendum was, mijnbouw is namelijk van overtreffend nationaal belang.

Tijdens de consulta popular, ging de nationale staking van de kleinschalige mijnbouwsector de 12de dag in. De ‘goudberg’ met het dorp Marmato op de top, liep langzaam leeg toen traditionele mijnbouwers een lagergelegen doorgangsroute blokkeerden. Hun belangrijkste claim is dat hun levensvoorziening wordt bedreigd door het Canadese goudmijnbouwbedrijf, Gran Colombia Gold.

De mijnbouwers organiseerden zich om hun traditionele vorm van mijnbouw te beschermen, in Marmato-Caldas wordt al sinds de invasie van de Spanjaarden goud ontgonnen. Door de komst van het Canadese Gran Colombia Gold, vrezen de meeste mijnbouwers hun werk te verliezen.



Hevige clashes tussen de goed voorbereide traditionele mijnbouwers en de om het gebruik van buitenproportioneel geweld bekend staande ESMAD (mobiele anti-rel politie) zorgden tijdens de nationale protesten alleen maar voor meer criminalisering  en onderdrukking voor de reeds zwaar onder vuur liggende sector.


Ook in Aguachica-Cesar, kwamen de kleinschalige mijnbouwers (voornamelijk uit Sur de Bolívar) bij elkaar. Een groep van bijna vierduizend, kampeerde een maand langs een van de belangrijkste doorgangsroutes tussen Bogota en de Noordkust.


Verschillende onderhandelingsrondes met de staat, leverde geen vruchtbare akkoorden af. De mijnbouwers die veelal slachtoffers zijn van het interne conflict, zijn meestal al verschillende keren op de vlucht geweest en vrezen opnieuw slachtoffer van onteigening te worden.


Met name AngloGold Ashanti kocht veel concessies in de mijnbouwregio Sur de Bolívar, vele mijnbouwers vrezen opnieuw van hun terreinen gedreven te worden. Mede dankzij de toegenomen aanwezigheid van het leger in de regio.

De vakbond van kleinschalige mijnbouwers in Sur de Bolívar ligt continue onder vuur. Door de hoge guerrilla-aanwezigheid in de streek, worden de kleinschalige mijnbouwers vaak gedwongen een deel van hun inkomsten af te staan. Het nabij gelegen legerbataljon zet de mijnbouwers sinds de interesse van multinationals in de regio hevig onder druk. Volgens een ooggetuige heeft het leger zich hier onder meer schuldig gemaakt aan moord op een vakbondsman, terwijl ook  bekend is dat zij de interesses van AngloGold Ashanti beschermen.


De traditionele mijnbouwers beschikken niet altijd over de benodigde legale papieren. De mijnbouwcode van 2001, ingefluisterd door de Canadese mijnbouwlobby, maakt het hun onmogelijk om verplichte formaliseringen door te voeren. De kosten liggen veelal te hoog, daar zij geen steun van de eigen overheid krijgen. Bovendien zijn ze vaak niet geinformeerd over de benodigde stappen tot formalisering.

De kleinschalige mijnbouwers in Sur de Bolívar maken vaak lange dagen in zuurstofarme tunnels. Lokale mijnbouwers vertellen dat zij gevlucht zijn tijdens perioden van geweld elders in Colombia. Het zware werk in de mijnschachten, biedt echter een uitkomst om te overleven en voor hun families te kunnen zorgen.

De overheid blijkt geen intenties te hebben om de status van de talloze kleinschalige mijnbouwers te formaliseren en hun te helpen in betere omstandigheden te werken. De mijnbouwlocomotief is immers op gang gekomen. De kolengiganten in het Noorden van Colombia lappen de Colombiaanse milieu-wetgeving al structureel aan hun laars, AngloGold Ashanti heeft ook al vele milieu-wetten overtreden zonder reeds 1 gram goud te ontginnen. Het leger als zowel para-militaire groepen maken dankbaar gebruikt van het groot kapitaal dat Colombia binnenkomt en hun bescherming nodig heeft. Het overheidsorgaan de  Contraloría gaf reeds in een onderzoek aan dat Colombia op lange termijn vrijwel alleen  negatieve economische effecten zal ondervinden aan grootschalige mijnbouwprojecten.

Terwijl de mijnbouwlocomotief door stoomt, werd in 2013 duidelijk dat de Colombiaanse bevolking er alles aan zal doen deze een halt toe te roepen.

Ons echte ‘Dorado’ is water: lokale gemeenschappen versterken verzet tegen mijnbouw in Colombia

Ons echte ‘Dorado’ is water: lokale gemeenschappen versterken verzet tegen mijnbouw in Colombia

Terwijl de overheid, finaciële pers, economische analysten het lof uitroepen over Colombia als de ideale plaats voor nieuwe mijnbouwinvesteringen, versterken lokale organisaties en gemeenschappen hun verzet tegen grootschalige mijnbouwprojecten.

Mijnbouw in Colombia: een ‘nieuw’ investeringsklimaat?

Sinds het aan de slag ging in augustus van vorig jaar, heeft de regering van Colombiaanse president Juan M. Santos, mijnbouw uitgeroepen als één van z’n voornaamste ‘motoren voor ontwikkeling’.

Hoewel Colombia reeds jaren z’n natuurlijke rijkdommen uitbuit, via oliewinning in verschillende regios en de grootschalige koolmijn ‘el Cerejon’ in de regio van ‘La Guajira’, heeft het land tot hiertoe nog geen grootschalige, actieve mijnbouwprojecten waar men aan metaalontginning doet. Aangezien de prijzen van verschillende metalen, en goud in het bijzonder de laatste jaren in de hoogte geschoten zijn, tonen internationale mijnbouwbedrijven een hernieuwde interesse voor de ontginning van deze grondstoffen in Colombia.

Terzelfdertijd roepen finaciële pers en economische analysten het lof uit over Colombia als de ideale plaats voor mijnbouwinvesteringen, waarbij ze volledig de mantra van de regering overnemen die beweert dat het decenia-oude interne conflict nu volledig onder controle is en de veiligheidssituatie zo verbeterd is, dat het zorgt voor een ideaal klimaat voor buitenlandse investeringen. Locale organizaties en internationale mensenrechten organisaties betwijfelen dit en beweren dat de onwapening van paramilitaire groepen tussen 2003 en 2005 niet geheel sucessvol was en hieruit zelfs nieuwe gewapende groepen ontstonden, die nu stilaan meer terrein winnen. Ondertussen blijven mensenrechten in Colombia een grote zorg: de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten behield het land op z’n zwarte lijst voor 2010, en vermeldde in z’n rapport een aantal specifieke gevallen waar ‘staats actoren’ medeplichtig bevonden werden aan buitengerechtelijke executies. Het Colombiaanse conflict vormt nog steeds een complexe en gevaarlijke context voor buitenlandse mijnbouw bedrijven, zeker gezien het feit dat sommige multinationals zich durven laten verleiden tot afspraken met gewapende groepen om zo hun belangen te verzekeren.

Mijnbouwbedrijven en mensenrechtenschending: nu ook in Colombia?

Desondanks hebben internationale mijnbouw bedrijven hun zinnen gezet op Colombia’s goud, in zoverre zelfs dat het doet herinneren aan het ongrijpbare ‘El Dorado’, een mythe die ook de Spaanse ‘conquistadores’ in de ban had toen ze voor het eerst op het continent aankwamen.
Canadees mijnbouwbedrijf Goldcorp, dat zichzelf de ‘ snelst groeiende, laagste-prijs goud producent’ noemt, liet recentelijk weten dat dat het op zoek was naar goud mijnprojecten in Colombia die het zou kunnen ontwikkelen. Dergelijke uitspraken kunnen zorgwekkend zijn voor lokale gemeenschappen gezien de reputatie die het bedrijf heeft in andere Latijns Amerikaanse landen zoals Guatemala, waar de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten moest tussenkomen ter bescherming van bewoners die hun protest uitten tegen het Marlin goudmijn project van Goldcorp.
Anglo Gold Ashanti, het derde grootste goud mijnbedrijf in de wereld, heeft reeds jaren aanwezigheid in Colombia met z’n ‘La Colosa’ goudmijnproject in de regio van Tolima, wat voorlopig nog steeds in exploratie-fase is. Lokale gemeenschappen bedreigd door een mogelijke volgende exploitatie-fase, hebben een sterk verzet uitgebouwd rond het argument dat het gebruik van cyanide voor het de ontginning van goud hun traditionele landbouw in de regio in gevaar zou brengen, ook wel de ‘brood mand’ van Colombia genoemd. Onlangs stelden ze voor om een lokaal referendum te houden in oktober, zodat de bewoners zelf konden beslissen of het project naar een exploitatie fase zou mogen overgaan of niet. Hun bezorgdheid over de mogelijke milieu impact van het ‘La Colosa’  project is meer dan gerechtvaardigd, aangezien Anglo Gold Ashanti recentelijk de Public Eye ‘prijs’ werd toegekend aan het meest onverantwoordelijk bedrijf voor z’n milieuvervuilend goudmijn project in Ghana.

Groeiende golf van protest

Lokale groepen over heel het land, ongerust over de nakende komst van grootschalige mijnbouw bedrijven, hebben zich in verschillende regios van het land georganiseerd. In Marmato, de regio Caldas, weigeren klein schalige mijnbouwers het mijnbouw bedrijf Medoro toegang, uit vrees dat deze hen hun traditionele levensvoorziening zal ontnemen. Om hun stem kracht bij te zetten plannen ze een betoging in Bogotá in de komende weken.

Dergelijke groeperingen en organisaties, van diverse aard en oorsprong kwamen begin april samen in Bogotá, allen deel uitmakend van het ‘Colombiaanse netwerk tegen grootschalige transnationale mijnbouw’’ (RECLAME). Tijdens de twee-daagse bijeenkomst, analyzeerden zij de huidige nationale context ivm grootschalige mijnbouw, bekeken hun eerste jaar samenwerking als netwerk, en maakten plannen voor toekomstige acties. De hoogdringendheid tot actie was overduidelijk en verschillende voorstellen kwamen naar boven, waaronder een nationale campagne voor de verdediging van hun territorium, water bronnen en voedsel soevereiniteit.
In hun eindverklaring noemde RECLAME als voornaamste objectieven het versterken van regionale, nationale en internationale coördinatie, en het plannen van een derde nationale bijeenkomst in de loop van ditzelfde jaar, gezien de ernst van de bedreigingen die lokale gemeenschappen confronteren.

‘Ons echte ‘Dorado’ is Water’

Verschillende aanwezigen vonden moed en inspiratie in een kleine, maar belangrijke overwinning die afgelopen maart in het departement Santander werd behaald. Daar zag het Canadese ‘junior’ mijnbedrijf Greystar Resources zich genoodzaakt om z’n aanvraag tot milieu vergunning in te trekken, nadat een massieve protest beweging duizende mensen op straat bracht tegen het ‘Angostura’ goudmijn project, voorzien in de bergregio genaamd  ‘Santurbán’. Hoewel het later terugkwam op z’n initiële uitspraak en zei een aangepaste aanvraag te zullen indienen, hadden de publieke opinie en verschillende overheidsfunctionarissen reeds duidelijk gemaakt dat dergelijk mijnbouw project niet vatbaar was in het hooggebergte, genaamd ‘páramos’. Een belangrijke argument dat de tegenstanders aanhielden was de mogelijke vervuiling van hun watervoorziening, terwijl ze zuiver water meer waard achtten dan al goud dat de mijn zou ontginnen, hetgeen werd verwoord in een eenvoudige slogan:’ Ons echte ‘Dorado’ is Water’.
Met dergelijke precedent als voorbeeld van sucessvol verzet tegen groot-schalige mijnbouw, kunnen andere mijnbouw bedrijven die hun oog hebben laten vallen op het zogenaamde ‘Dorado’ van Colombia maar beter de bezorgdheid van lokale gemeenschappen in acht nemen, om te voorkomen dat ze in dezelfde, niet benijdenswaardige situatie terecht zouden komen als Greystar.

door Gert Steenssens / EsperanzaProxima.net

Massale betogingen in Colombia tegen mijnbouwproject van Greystar Resources

Massale betogingen in Colombia tegen mijnbouwproject van Greystar Resources

Afgelopen vrijdag, 25 februari zag in verschillende steden massale betogingen tegen het toekennen van de milieuvergunning voor het ‘Angostura’ goudwinnings project van het canadese mijnbouw bedrijf Greystar Resources.
Het project is gepland ten noorden, op de grens tussen de provincies Santander en Norte de Santander, in een ecologisch waardevol gebied van nevelbossen, ‘páramo Santurbán’ genaamd, die de omliggende steden en dorpen van water voorziet.
Tegenstanders van het project vrezen dat het gebruik van cyanide voor de winning van goud een gevaar zou betekenen voor het fragiele ecosysteem en de waterbronnen van de 2 miljoen omwonenden.
In Bucaramanga, de grootste stad in de buurt, kwamen tussen de 30 en 40 duizend mensen op straat met de eis om de vergunning voor het project te weigeren. Die beslissing moet binnenkort genomen worden door het ministerie van milieu, ook al bestaat er reeds wetgeving die mijnbouw in deze nevelbossen en páramos verbiedt.

Ook in Bogotá toonden een duizendtal betogers hun solidariteit en stroomden samen voor het Ministerie van Milieu: met slogans zoals ‘Water is ons échte Dorado’ (*) en ‘Water komt niet uit de kraan, maar uit de páramo’ lieten ze geen twijfel bestaan over de ongewenstheid van het project. De samenkomst werd toegesproken door een aantal bekende locale acteurs en artiesten die zich eveneens achter de eis schaarden, waaronder eveneens leden van Aterciopelados, een groep die alternatieve muziek maakt en ook in het buitenland z’n fans heeft.

Op 4 maart aanstaande wordt er een openbare hoorzitting gehouden in Bucaramanga, waar Greystar Resources een laatste kans krijgt om de lokale bevolking gerust te stellen over de mogelijk impact die het project kan hebben op de waterwinning in het gebied. Daarna heeft het Ministerie van Milieu een periode van twee weken om een beslissing te nemen over de milieuvergunning..
Mocht het project van Greystar Resources uiteindelijk toch goedgekeurd worden zou dit het eerste zijn van die aard en grootte in Colombia, en bestaat de kans dat andere grootschalige open-pit mijnbouwprojecten snel volgen zoals het ‘La Colosa’ project van Angogold Ashanti.

(*) El Dorado is de legende die de spanjaarden hoorden over een gouden stad  toen ze hier aankwamen, maar die eigenlijk teruggaat tot rituelen van de oorspronkelijke, nu uitgestorven, Muisca bevolkingsgroep in Colombia. meer hier

Volksinitiatief in Cerrito wil mijnbouw in páramo verbieden

Vorige week vrijdag, 9 april, werden in Cerrito (García Rovira) de 1051 stemmen, verzameld ter ondersteuning van het volksinitiatief ter bescherming van de páramo El Amorzadero, officieel overhandigd aan de bevoegde administratie.

Cerrito, een landelijke gemeente op zo’n 8 uur rijden ten noorden van Bogota, is al 20 jaar lang het centrum van een strijd tussen de lokale bevolking en mijnbouwbedrijven die de páramo El Almorzadero willen ontginnen voor de daar aanwezige steenkool.

In de jaren negentig wezen de bewoners het toenmalig bedrijf Carboriente reeds de deur, maar recentelijk gaf de regering opnieuw concessies aan een nieuw bedrijf: ‘Continental de Carbonos’. Dat kwam als een kaakslag aan bij de lokale bevolking, maar men bleef niet bij de pakken zitten: na een eerste succesvol regionaal forum, werd een volgend gepland in de naburige gemeenten om zo een duidelijke ‘neen’ te laten horen tegen dergelijk projecten. Ook dit wettelijk voorstel dient als antwoord op de nieuwe bedreigingen van ontginning.

Het voorstel, dat uitgaat van een aantal bezorgde bewoners, maakt gebruik van een artikel in de Colombiaanse grondwet dat toelaat een gemeentelijk wetsvoorstel te doen, wanneer een voldoende aantal stemmen wordt opgehaald bij de bewoners, overeenkomend met minimum 5% van de stemgerechtigden.

Indien er genoeg geldige handtekeningen verzamel werden – wat hoogst waarschijnlijk is aangezien Cerrito amper iets meer dan 4000 bewoners telt – zal het voorstel ter debat op de gemeenteraad komen, en zullen men erover moeten stemmen of het al of niet wet wordt op het volledige gemeentelijke grondgebied.

Als het zover komt is de kans groot dat het voorstel aangenomen wordt, aangezien onder de 1051 handtekening die verzameld werden, ook die mogen geteld worden van een 9-tal gemeenteraadsleden, en het zou maar vreemd zijn indien die nu plots van mening zouden veranderen.

 

Auteur: gsteenss

Eenduidig ‘Neen!’ tegen mijnbouw in páramo El Almorzadero

Afgelopen weekend werd het eerste Regionaal Forum gehouden ter verdediging van de páramo El Almorzadero in het noorden van de Provincia García Rovira, op de grens tussen de departamenten Santander en Noord-Santander (Colombia).
Zo’n 1000-tal inwoners van de streek rondom de páramo zakten af naar het plaatsje ‘Presidente’, meer dan op de jaarlijkse ‘foor’ volgens de lokale burgemeester.
Velen van de aanwezigen uit de gemeente Chitagá waren gekomen om te horen wat de gevolgen konden zijn van mijnbouw in hun regio. De inwoners van het nabijgelegen Cerrito hebben daar wel wat over te vertellen, aangezien ze reeds een lange geschiedenis hebben in hun verzet tegen het opstarten van mijnbouw.

In de jaren ’90 gooiden ze letterlijk het toenmalig bedrijf Carboriente buiten, nadat die op 5 verschillende plaatsen was begonnen met steenkool te ontginnen. De littekens zijn nog steeds te zien op sommige plaatsen in de bergflanken, maar dankzij hun actie blijft de Páramo voorlopig gespaard van grote open wonden.

Afgelopen september kwam plots het onverwachte nieuws dat de Colombiaanse overheid nieuwe concessies had toegestaan aan ‘Continental de Carbones’ voor de exploitatie van steenkool in de Páramo voor een periode van 29 jaar.

De inwoners van de streek zijn het daar echter niet mee eens, en zijn begonnen met het verzamelen van handtekeningen, in een wettelijk proces van participatieve democratie dat vergelijkbaar is met de vele ‘consultas populares’ die in andere landen gehouden worden ivm mijnbouw. Indien genoeg stemmen worden verzameld moet dit uiteindelijk uitmonden in het voorleggen van een alternatief voorstel aan de gemeenteraad, die hierover dan zal moeten stemmen. Hun voorstel is gebaseerd op wat men voedselsoevereiniteit noemt: het recht om te beslissen wat men wil produceren, bv op basis van ecologisch verantwoorde organische landbouw, zoals in het geval van de coöperatieve AgroVida. Het voorstel stelt dat dit niet compatibel is met mijnbouw in de regio, aangezien de watervoorziening dan sterk gevaar loopt op vervuiling met zwavel, en wil de gehele Páramo laten uitroepen tot beschermd natuurgebied.

Op het foum waren ook vertegenwoordigeres van het ministerie van mijnbouw en het bedrijf zelf aanwezig, hoewel de ingenieur die een persbericht voorlas van het mijnbedrijf Continental, op voorhand reeds afstand nam, met de woorden dat ie ‘als consultant was ingehuurd’ en als dus geen verantwoordelijkheden had in het bedrijf.

Verschillende bewoners van de regio kwamen daarna aan het woord, die één na één waarschuwden voor de desastreuze gevolgen dat dergelijk mijnbouwproject zou hebben voor de Páramo.
Een professor van de Nationale Universiteit moest toegeven dat de powerpointpresentatie die hij voorbereid had met als titel ‘de gevolgen van mijnbouw in Páramos’
overbodig was, aangezien ‘men hier al meer dan voldoende op de hoogte is van wat er kan mis gaan’.

Achteraf vroeg men de ingenieur om z’n mening over de verschillende interventies, en hij moest toegeven dat het overduidelijk was dat men hier geen mijnbouw ging toelaten, en dat ie die boodschap zou overbrengen aan het bedrijf. Het valt nog te bezien in hoeverre die er oor naar zal hebben. Mocht dat niet het geval zijn bestaat er geen twijfel dat de gemeenschappen een tweede forum op poten zullen zetten om hun stem kracht bij te zetten.