Één sms brengt duizenden op de been, het verzet tegen mijnproject Conga

Duizenden mensen verzamelden zich aan de Lagunas op de grens van de provincies Cajamarca en Celendín om een inspectie te doen aan het meer Perol, waar Yanacocha werken uitvoert ondanks het feit dat het project ‘Conga’ officieel gestaakt is. Één waarschuwende SMS was voldoende om deze massa mensen te mobiliseren voor een urenlange reis naar de Lagunas. “El agua no se vende, el agua se defiende – het water verkoopt men niet, het water verdedigt men”.

– Door onze Zuidmedewerker Emma Timmerman-

Reeds sinds de plannen voor het project ‘Conga’ op tafel liggen, is er hardnekkig verzet van omliggende provincies, gezien het project desastreuze gevolgen met zich zal meebrengen. Sinds het project is stilgelegd in 2012 komen heel wat sociale organisaties, zoals het PIC, de rondas campesinas en heel wat sympathisanten die zich verzetten tegen het project, regelmatig bij elkaar aan de bergmeren.

Daar houden ze een asamblea, een soort van volksvergadering waarbij de stand van zaken besproken wordt. Deze keer werd besloten om een inspectie te gaan doen aan Laguna Perol en om daar de asamblea te houden.

Wegbarricades en politieformatie

We vertrekken vanuit Celendín om vijf uur ‘s ochtends, voor een rit van vier uur langs onverharde haarspeldbochten. Op de ontmoetingsplek hebben velen zich reeds verenigd op een tegenoverliggende bergflank van waar wij aankomen. Iedereen zit verspreid neer, paarden grazen en we wachten geduldig op meer compañeros die vanuit alle richtingen komen toestromen; per camion, met recordaantallen in de laadbak van een pick-up, in minibus, per moto of per paard.

De weg tussen de twee groepen wordt versperd door een politiebarricade (politie die wordt ingehuurd door het mijnbedrijf Yanacocha) en er arriveren en aantal bussen die agenten droppen om een scheidingslijn te vormen tussen ons. Op een gegeven moment komt er toch beweging in de verzamelden aan de overkant. Ze dalen allemaal af tot de versperring – een aantal aan elkaar geketende betonblokken waar geen enkel voertuig op op door kan. Na een paar minuten ontstaat er tumult. Dan horen we honderden stemmen in koor “El pueblo no se rinde”, het volk geeft zich niet over, en “het water verkoop men niet, het water beschermt men”. Met deze woorden breken ze door de versperring en komen onze richting uit. De mensenstroom wordt vervoegd door iedereen die zich op onze heuvelflank bevindt. De stem van Milton Sanchez (verzetsleider en coördinator van de sociale beweging PIC) klinkt luid door een megafoon “Conga ni hoy, ni nunca!” – Conga komt er noch vandaag, noch ooit! In één grote optocht wandelen we tot aan het meer Perol. Het is een wandeling van uren, aan een fameus tempo, maar aan vastberadenheid mankeert het niet. Als we niet doorgelaten worden per wagen, dan wandelen we wel, dat is de mindset.

Inspectie van de illegale werken aan Laguna Perol

De reden voor deze tocht is om te inspecteren welke werken Yanacocha uitvoert aan het meer Perol. Volgens het plan Conga, het uitbreidingsproject van de Yanacocha-goudmijn, zouden vier bergmeren, waaronder Perol, verdwijnen. Het project werd in 2012 officieel stilgelegd, na massaal sociaal protest. Toch zijn er werken aan de gang. Yanacocha ontkende dit met klem. Toen er foto’s opdoken van de desbetreffende werken, luidde het discours van het mijnbedrijf dat ze beschermingmaatregelen aan het nemen waren voor het natuurfenomeen ‘el Niño’. Gezien aan het meer geen mensen wonen en de bergen zichzelf wel verdedigen is dit een absurde smoes.

Er zijn wel degelijk werken aan de gang, er zijn reeds een aantal bassins gebouwd, pijpleidingen en buizen aangelegd, de beginwerken van een mijnproject dat er niet zou horen te komen.

Asambla, een basisdemocratische vergadering

Na de inspectie vindt er een asamblea plaats. Allen verzamelen zich in een grote cirkel en gaan zitten, zodat iedereen kan volgen. Het is de tweede keer dat ik een dergelijke asamblea meemaak en dat is een gebeurtenis die indruk maakt. Om de beurt spreken afgevaardigden door de megafoon, Milton dirigeert de vergadering. Punt per punt wordt de agenda overlopen en de te bespreken zaken worden behandelt. Het is stil, iedereen luistert en alle beslissingen gebeuren democratisch. Er komen voorstellen, mensen laten dan hun stem horen, roepen tegenvoorstellen en stemmen gebeurd eenvoudig weg met handen opsteken. Als ik bedenk hoe moeilijk het soms is met een groepje klein groepje tot een consensus te komen, dan is deze organisisatiecapiciteit gewoonweg verbluffend.

Doorzettende sociale strijd

Het verzet tegen Conga leeft al jaren en zal ongetwijfeld blijven doorgaan. Zolang het nodig is. Het is gek hoe voelbaar de strijd is. De nood is dan ook heel reëel en ingrijpend in het dagdagelijkse leven van velen. En toch, toch doen ze het maar. Op een doordeweekse dinsdag staan hier zoveel mensen, terwijl het voor de meesten absoluut geen evidentie is om zich een dag vrij te maken. Ze laten hun families, hun job, het werk op het land en vooral het potentieel daginkomen om zich bij hun compañeros te voegen. Voor het ruimere doel, de bescherming van deze bergmeren, van de watervoorraad, van deze kwetsbare ecosystemen. Het is enorm emotionerend om te zien hoeveel mensen zijn gekomen en te voelen hoe doortastend hun motivatie is.

Per SMS werden ze verwittigd, dat er werken aan de gang waren. Internet is er niet in deze uitgestrekte en quasi desolate zone. Een waarschuwende SMS zette een kettingreactie in gang en zo verzamelden zich een paar duizend mensen. Dát is sociaal verzet van een bewonderenswaardige vastberadenheid.

Na de lange terugwandeling vertrekt iedereen uitgeteld terug naar huis. Terwijl onze minibus richting Celendin terugkeert, rijdt een vrouw in volle draf de steile bergrug naast ons op, in een rode gebreide trui, lange vlechten komen van onder haar hoed. Vlotjes steekt ze ons voorbij op haar grijs paard en verdwijnt achter de top. Ik vraag me af hoeveel uren zij nog te rijden heeft voor ze haar huis bereikt.

Via mo.be

Wereldwijde acties rondom bijeenkomst Wereldbank in Peru: Zeg NEE tegen de Conga mijn!

Van 9 tot 11 oktober vindt de jaarlijkse algemene vergadering van de Wereldbank plaats in Lima, Peru. Voor het eerst sinds 1967 trekt de Wereldbank met haar jaarlijkse bijeenkomst opnieuw naar Latijns-Amerika. Deze bijeenkomst van de Wereldbank Groep (WBG) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) brengt bankiers, ministers van Financiën en Ontwikkeling en academici samen om de voortgang van het werk van het IMF en de Wereldbank Groep te bespreken. De Wereldbank, ‘s werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking, is tevens aandeelhouder van het Conga project in Cajamarca, Peru. Dus, met de vergadering in Lima, is nu het uitgelezen moment om acties voor te bereiden om ervoor te zorgen dat de Wereldbank het Peruaanse Conga project onuitvoerbaar verklaart.

Download hier het persdossier.

Lees ook “An Assessment of the Conga Mining Project in Light of World Bank Standards.”

 

Investeringen Congamijn

De International Finance Corporation (IFC) vormt een investeringonderdeel van de Wereldbank en heeft als doel de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden te bevorderen. Al sinds 1993 bezit de IFC 5% aandelen in de joint venture Minera Yanacocha. De Yanacocha mijn is al twintig jaar operatief in Cajamarca en het bedrijf verkent de mogelijkheden voor een uitbreiding; het mijnproject ‘Conga’, dat goud en koper wil ontginnen. Een van de pijnlijke lessen die we kunnen trekken uit de meer dan twintig jaar aan investeringen van de IFC in de Yanacocha mijn, is dat mijnbouw geen levensvatbaar mechanisme blijkt voor duurzame ontwikkeling in Cajamarca. Mijnbouw heeft de regio niet uit de armoede getrokken, integendeel, Cajamarca is van de vierde armste regio van Peru, vóór de komst van Yanacocha, gestegen naar de armste regio. Bovendien zijn mijnbouwactiviteiten net de aanleiding geweest voor heel wat sociale en ecologische conflicten in de betreffende gemeenschappen.
Desalniettemin zet Minera Yanacocha haar plannen voort om het Conga project verder uit te breiden, dit ondanks massale oppositie vanuit lokale bewoners en gemeenschappen. Bovendien brengt het project reële sociaal en ecologische risico’s met zich mee, die zelfs niet stroken met de prestatienormen van de IFC zelf. “De IFC hanteert sociale en ecologische standaarden om te verzekeren dat al haar investeringen leiden tot duurzame ontwikkeling. Het Conga project schendt ze bijna allemaal”, aldus mensenrechtenadvoaat Benjamin Hoffman (Human Rights Clinic of Columbia Law School) in een officieel persbericht gekoppeld aan de getuigenis van Milton Sánchez Cubas (verzetsleider tegen de Conga-case in Celendín, Cajamarca) voor het Amerikaanse Congres op 30 september 2015.

Conga is niet levensvatbaar

Met het voorgestelde Conga mijnbouwproject is niet haalbaar voor de Wereldbank en de International Finance Corporation (IFC) om te kunnen voldoen aan hun doelstellingen wat betreft de bevordering van duurzame ontwikkeling in de regio Cajamarca, Peru. Het project vormt een ernstige bedreiging voor de fundamentele mensenrechten en het milieu. Dat is waarom wij onze bezorgdheid en onze stem nu, vóór bijeenmomst van de Wereldbank, presenteren. Conga no Va.
Lees meer over de sociale en ecologische bedreigingen van het project voor de regio Cajamarca in dit officiële persbericht van het Interinstitutionele Platform Celendín (PIC) en de Human Rights Clinic van Columbia Law School en in deze mondelinge getuigenis van Milton Sánchez Cubas, verzetsleider tegen de Conga case in Celendín, Cajamarca.

Nu, wat kan JIJ doen?!

1) Stuur een brief naar de President van Peru, de President van de Wereldbank, de aartsbisschop van Lima en/of het hoofd van Communicatie en Publieke Zaken van het IMF. Het juiste format vindt je hieronder. Je hoeft enkel de naam van de persoon aan wie je de brief wilt adresseren (suggesties hieronder) en je eigen naam in te vullen en de e-mail te versturen (de e-mailadressen vindt je ook hieronder).

2) Help ons nieuws te verspreiden over a) de Wereldbank bijeenkomst via
https://www.facebook.com/desmintiendoelmilagroperuano?fref=ts
b) Ander nieuws en updates zullen we de komende dagen delen via sociale media.

3) Op vrijdag 9 oktober 2015 zullen er wereldwijd acties worden gehouden voor de Peruaanse ambassades in verschillende landen. In Brussel bevindt zich een kantoor van de International Financial Corporation, de tak van de Wereldbank haar aandelen in Conga, dus reist CATAPA hiernaartoe af. Laat het ons weten als je ook wilt deelnemen, we spreken af om banners enzovoorts te maken en reizen gezamenlijk af naar Avenue Marnix 17, Brussel. https://www.facebook.com/events/1506372849674921/

Start: Vrijdag 14u00 aan de inkomhal van het Centraal-station te Brussel.

4) Blijf op de hoogte via het Facebook evenement:
https://www.facebook.com/events/174764309527877/

 

De brief:

Dear [insert one of the people below here]

Four mountain lakes and the territory, from which millions of people live and depend in Peru, are under threat by a new mining corporate venture: the Conga Project by the Yanacocha Mine Corporation.
After 22 years of gold and copper extraction in Cajamarca by Yanacocha Mine Corporation, the region has become the poorest in the country and the environment has been seriously and irreversibly damaged. An entire community lives with long-term diseases as a result of exposure to a mercury spill in 2000 linked to the Yanacocha mine’s operations.
Communities who have opposed the new Conga mine have been brutally repressed. Five people have been assassinated, many others have been injured, and hundreds have faced, or continue to face, criminal charges.
Maxima Acuna, who has been at the forefront of the opposition against the Conga project, faces intimidation, harassment, death threats and has been subject to physical attacks.
The Conga Project will cause further environmental destruction and more human rights violations therefore I am calling on you to:

• Stop the Conga Mine Project
• Respect the right of people such as Maxima Acuna to say no to mining projects
• Stop the criminalisation of human rights defenders
• Drop all the charges against community leaders opposing the Conga mine project

Yours sincerely,

. President of Peru: Mr. Ollanta Humala Secretariatgeneral@presidencia.gob.pe / @Ollanta_humalaT
. President of the World Bank: Mr. Jim Yong Kim londonoffice@worldbank.org @JimKim_WBG @WorldBank
. Archbishop of Lima (Beneficiaries of the Conga Project): ldonayre@arzobispadodelima.org
. Secretary of the consul of Peru in Belgium/Luxemburg: Secretaria del Cónsul -2026239123 giovanna.r@conperbruselas.be
. ICF Head of Communications and Public Affairs, Western Europe, Oliver Griffith OGriffith@ifc.org

 

Bronnen

·0    Persbericht Plataforma Interinstitucional Celendina (PIC), Gold mine risks “irreparable” damage to the environment in violation of World Bank standards, Peruvian human rights leader tells U.S. Congress. Washington, D.C., September 30 2015.
·1    Conga No Va. An Assessment of the Conga Mining Project in Light of World Bank Standards A report of a coalition of social organizations from the Provinces of Celendín and Hualgayoc in the Region of  Cajamarca, Peru with the research and technical support of the Human Rights Clinic of Columbia Law School. September 2015.
·2    Tom Lantos Human Rights Commission: International Financial Institutions and Human Rights. Oral testimony of Milton Sánchez Cubas, General Secretary, Inter-Institutional Platform of Celendín. September 30, 2015.

Conga: Inspectie bevestigt waterextractie door Yanacocha

Verslag door Milton Sánchez (Plataforma Interinstitucional Celendina)

Celendín, 26 januari 2015

Honderden Beschermers van de Meren van de provincie Celendín bezochten nogmaals de meren van Conga die bedreigd worden door het mijnbouwbedrijf Yanacocha via haar destructief project Conga. Deze maal verzamelden ze in sector “Huayramachay”, tussen het Perol en het Azul meer. Op deze plek kon men vaststellen dat het mijnbouwbedrijf Yanacocha 3 buisvormige waterputten installeerde die grondwater bevatten. Volgens getuigenissen van de lokale bevolking bevoorraden ongeveer 10 tankwagens zich hier van water om dan te transporteren naar de installaties van Yanacocha voor haar mijnbouwoperaties.

Het installeren van deze waterputten voor grondwater veroorzaakt een verlies van het waterpeil in de bronnen van de gemeenschap Jadibamba, evenals van het waterpeil van de rivier Jadibamba. De gemeenschapsautoriteiten kwamen overeen om een klacht tegen het bedrijf Yanacocha in te dienen alsook tegen de Administratieve Waterautoriteit (AAA) van Cajamarca and Celendín, die toestemming hebben gegeven om dit water te gebruiken voor mijnbouwactiviteiten in plaats van menselijke consumptie en landbouw, zoals de van kracht zijnde wetgeving bepaalt. Ook werd vastgesteld dat in de meren Perol en Azul geen enkele vorm van machines aanwezig was.

De nieuw verkozen autoriteit van de provincie Celendín, Jorge Luis Urquía Sánchez, vergezeld van 5 van zijn ambtenaren, woonde eveneens de vergadering bij. Ook de autoriteiten van de Regionale Overheid van Cajamarca en van het Beheer van Natuurbronnen en Milieu waren uitgenodigd maar konden niet aanwezig zijn.

De Beschermers van de Meren maakten nogmaals gebruik van hun bijeenkomst om hun solidariteit uit te drukken met de strijd van de jongeren van het land en tegen de reeds ingetrokken “Arbeidswet voor jongeren” (gekend als Ley Pulpín), alsook met de verdediging van de Marañon rivier tegenover het overheidsinitiatief om meer dan 20 mega-dammen te bouwen die duizenden hectares productieve valleigrond die voedsel aan verschillende provincies in het noorden van het land -waaronder Celendín- voorziet, onder water zou zetten.

De bijeenkomst kende geen incidenten, hoewel de nationale politie, ten dienst van het mijnbouwbedrijf als veiligheidsdienst, talrijk aanwezig was. Een honderdtal agenten werden in bussen aangevoerd en probeerden op verschillende momenten de inspectie door de Beschermers van de Meren te provoceren en onderbreken.

Auteur: Hanne Cottyn

De Volksmars ter Verdediging van Moeder Aarde in Lima: “Het klimaat verandert, verander het systeem!”

Terwijl de onderhandelaars op de COP20 cruciale knopen proberen door te hakken betreffende de ontwerptekst voor de COP21 in Parijs, namen sociale bewegingen vanuit het hele land en van over de hele wereld de straten van Lima in. De “Mars ter Verdediging van Moeder Aarde” kon op zo’n 10.000 tal deelnemers rekenen – niet indrukwekkend veel, maar toch niet mis voor een doorgaans onverschillige stad wat betreft de verdediging van het milieu. Gewapend met vlaggen, spandoeken, luide slogans, verzetsliederen en liters zonnecrème lieten inheemse groepen, campesinos, stadsvolk, gringos, vrouwen en mannen, jong en oud hun bezorgdheid over de klimaatverandering en de nood aan een systeemverandering zien en horen. 

De vreedzame optocht door de meest vervuilde stad van Latijns-Amerika werd het hoogtepunt van de vierdaagse ‘Volksbijeenkomst tegen de klimaatverandering’. De kleurrijke protestactie gaf een stem en een gezicht aan de strijders en strijdsters voor het milieu, één van de meest kwetsbare sociale groepen in het huidige Peru. In Lima blijft de rijke maar fragiele verscheidenheid aan ecosystemen en culturen van het land doorgaans toegedekt door een dominant politiek centralisme en een hardvochtig vooruitgangsdiscours dat de bevolking oogkleppen voorhoudt.

Op de Plaza San Martin, in het historisch centrum van Lima, stroomde de stoet samen en werd het woord gegeven aan sociale leiders uit verschillende regio’s waar de (voornamelijk plattelands-) bevolking zich verzet tegen het doordrijven van destructieve extractieve mega-projecten. Eén van de meest emblematische gevallen is het protest tegen het mijnbouwproject Conga en de mega-dam Chadin 2, respectievelijk gelegen bij de hooglandmeren en aan de Marañon rivier in het departement Cajamarca. Milton Sánchez, leider van de verzetsbeweging in de provincie Celendín en coördinator van de nationale ‘Volksbeweging voor het Goede Leven’, en Máxima Acuña de Chaupe, die uitgroeide tot nationaal symbool in het protest tegen de grondroof door het mijnbouwbedrijf, spraken de massa toe en riepen op tot een collectieve strijd ter verdediging van grond, water en het leven. De cajamarquinos waren in grote getalen afgezakt uit het verre noorden met de ‘Grote Volksmars’ onder het motto “Wij zijn een rivier, niet enkel druppels”.

Zondag 7 december was de nationale mars vertrokken aan de meren van Conga met een eerste stop in Cajamarca. Ondanks de systematische politietussenkomsten die de vlotte doorgang van de vreedzame mars verhinderden, kwam op dinsdag 9 december een karavaan van 4 bussen aan in Lima, na haltes in Trujillo en Chimbote waar meer mensen zich hadden aangesloten. In Lima stroomde de Grote Volksmars samen met andere verzetsbewegingen uit Cusco en Apurímac en met de internationale mobilisatie. Door het tactisch inpalmen van Lima’s meest strategische plek slaagden de cajamarquinos er in hun eisenpakket tegen megaprojecten en de criminalisering van het sociaal protest extra onder de aandacht te brengen. “El agua es un tesoro que vale más que el oro!” (“Het water is een schat die meer waard is dan goud!”).

De internationale optocht slaagde er in een luid en kleurrijk signaal te zenden door de straten van Lima. Of de onderhandelaars tot een effectiever handelen zal aanzetten is echter minder duidelijk. Vandaag leggen zij de laatste hand aan de tekst waarmee het proces in 2015 in Parijs verder zal gezet worden. In tussentijd is het aan diezelfde sociale bewegingen die woensdag hun stem lieten horen om de druk niet af te laten en de meest kwetsbare groepen, zoals de Peruviaanse boeren en inheemse groepen die kosten noch moeite bespaarden om in Lima present te tekenen, in the picture te houden.

video van colectivo Tomate die zowel in de ‘Grote Volksmars’ als de ‘Mars ter Verdediging van Moeder Aarde’ meestapten: https://www.youtube.com/watch?v=6ShSf3Hx_ME

Auteur: Hanne Cottyn

De 20ste VN-klimaattop in Lima: gebakken lucht of een sterk engagement?

Van 1 tot 12 december verzamelen delegaties van 195 landen in de Peruaanse hoofdstad Lima voor de twintigste klimaatconferentie COP20. Op het programma: de uitwerking van een nieuw klimaatverdrag dat in 2015 in Parijs moet worden goedgekeurd. Van 8 tot 11 december is er ook de Cumbre de los Pueblos frente al cambio climático, een alternatieve klimaattop waarbij het volledige internationale middenveld, inclusief CATAPA, samenkomt via nevenactiviteiten, debatten en infostands.

In Lima, en bij uitbreiding in heel Peru, zullen de komende dagen acties worden gehouden om druk uit te oefenen op de beleidsmakers van de COP20. Naast de alternatieve top is er ook de nationale volksmars, die vanuit verschillende delen van het land op 10 december zal samenvloeien met de Globale Volksmars ter verdediging van Moeder Aarde in Lima. De nationale volksmars wordt georganiseerd door de Movimiento de los Pueblos por el Buen Vivir waar CATAPA deel van uitmaakt. Al deze verschillende acties hebben echter één gemeenschappelijk doel: een verregaand én eerlijk klimaatakkoord.

Andes- en Amazonevolkeren en kleinschalige landbouwproducenten in Peru worden reeds zwaar getroffen door de klimaatveranderingen. De ‘Movimiento’ en CATAPA eisen dan ook dat de COP20 en de alternatieve top luisteren naar de verzuchtingen van deze kwetsbare bevolkingsgroepen en dat ze rekening houden met hun ervaringen en voorstellen.

Een heuse krachttoer

Met de keuze voor Peru als gastland heeft de VN wel voor een heel dubieuze kandidaat gekozen. Van een gastheer voor een internationale klimaatconferentie kan je op zijn minst verwachten dat het zelf het goede voorbeeld geeft. Niets is minder waar, de regering in Lima blinkt uit in het nemen van desastreuze maatregelen voor mens en natuur.

Desondanks moet Lima het toneel worden van verregaande maatregelen in de strijd tegen de opwarming van de aarde en al zijn kwalijke gevolgen. De beslissingen zullen de basis vormen voor een ultiem internationaal klimaatverdrag dat in 2015 in Parijs gesloten moet worden voor de periode na 2020.

Eerder werd al beslist dat elk land zijn eigen klimaatdoelstellingen moet formuleren tegen begin volgend jaar. Over de inhoud van zo’n plan zijn ze het echter nog niet eens. Heel wat landen eisen een fair systeem waarbij de vervuilende landen een grotere inspanning leveren dan de minder ontwikkelde landen. Velen onder hen hebben reeds te kampen met de kwalijke gevolgen van de klimaatveranderingen en zij eisen dat hiermee rekening gehouden wordt. Al deze nationale klimaatdoelstellingen moeten er samen voor zorgen dat de globale 2-gradendoelstelling wordt gehaald. Er is namelijk een ruime wetenschappelijke en politieke consensus dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot maximum 2 graden. Tot die grens zouden de gevolgen van de opwarming beheersbaar blijven. ‘Zouden’, want helemaal zeker is dat niet.

Ook op de volgende vragen moeten de delegaties antwoorden vinden: hoe beoordelen we elkaars nationale klimaatdoelstellingen en de uitvoering(en) ervan? Welke sleutelelementen zullen overblijven die de basis moeten vormen voor het verdrag in Parijs 2015? En tot slot: welke landen zullen bijdragen aan het Groen Klimaatfonds dat projecten en programma’s steunt in ontwikkelingslanden in hun strijd tegen de klimaatverandering?

De schaamte voorbij

Ondanks het (toegewezen) voorzitterschap van de 20ste VN-klimaattop keurde het Peruaanse parlement eerder deze zomer een pakket economische maatregelen goed die de economie van het land moeten reactiveren. Dit ten koste van mens en milieu. Buitenlandse investeerders voor grote projecten, voornamelijk in de mijnbouw, krijgen voortaan vrij spel en kunnen rekenen op een fiscaal gunstregime zonder al te veel administratieve procedures.

Deze maatregelen worden aanschouwd als een frontale aanval op alle verworvenheden van milieu-autoriteiten uit het verleden en het grondbezit van boeren- en inheemse gemeenschappen. Het Peruaanse milieubeleid wordt dan ook volledig uitgehold. Vele gemeenschappen blijven nog maar eens met lege handen achter. Zij zien hun rechten op land en water door de vingers glippen en in de schoot terechtkomen van buitenlandse investeerders voor megaprojecten. Laat dit destructieve beleid alvast geen voorbode zijn voor een klimaatakkoord dat de harmonie tussen mens en aarde moet herstellen.

IJdele hoop?

Voor de eerste maal in de geschiedenis van de ‘Conference of the Parties’ zullen ook vertegenwoordigers van Inheemse volkeren deel uitmaken van de organisatie van de klimaatconferentie. Het is te hopen dat door hun aanwezigheid enkele brandende vraagstukken uitvoerig besproken zullen worden zoals de land- en territoriale rechten, de beschermde gebieden en de sociale vraagstukken met betrekking tot klimaatveranderingen.

Daarnaast hebben in de aanloop naar de klimaattop de twee grootste vervuilers ter wereld, de VS en China, een overeenkomst gesloten waarbij de eerste tegen 2025 de uitstoot van zijn broeikasgassen wilt verminderen met 26 à 28 procent in vergelijking met 2005. China zal vanaf 2030 zijn CO2-uitstoot niet meer laten stijgen. Of deze ‘eerder bescheiden’ doelstellingen er ook voor zorgen dat beide landen zullen instemmen met een bindend klimaatverdrag is nog maar de vraag.

CATAPA voorop in de strijd!

CATAPA gaat de komende weken volop mee druk uitoefenen op de delegaties van de  COP20 voor een eerlijk en verregaand klimaatakkoord. Zo zal CATAPA aanwezig zijn op de alternatieve klimaattop, de nationale volksmars, de Globale Volksmars ter verdediging van Moeder Aardeetc. De tijd van dromen is voorbij, er moeten grote passen vooruit gezet worden (in de strijd tegen de klimaatveranderingen). De realiteit eist actie! We zijn de Peruaanse boer en de toekomstige generaties ambitieuze en eerlijke klimaatdoelstellingen verschuldigd die vervolgens in de praktijk worden omgezet.

Auteur: Bart Carlier

Grote ongerustheid over plannen om het Perol meer te ledigen in Conga.

Op vraag van verschillende verzetsorganisaties uit de provincies Cajamarca, Hualgayoc en Celendín vindt vandaag een onderhoud plaats met de nieuwe directeur van het regionaal agentschap voor wateradministratie (AAA). Afgelopen week werd een wissel doorgevoerd in de directies van de regionale agentschappen van Noord-Peru nadat de directeur in Cajamarca zou geweigerd hebben een studie van de lokale waterautoriteit (ALA) goed te keuren, wat groen licht zou geven aan het leegmaken van het Perol meer, die door het mijnbouwbedrijf Yanacocha uitverkoren werd tot goudwinningsgebied. Kort daarna circuleerden er berichten dat het AAA –onder een nieuwe directie- een resolutie die deze studie ratificeert had uitgebracht. Het gebrek aan transparantie over de al dan niet genomen beslissing (dit type resoluties is overigens niet onderhevig aan verplichte publicatie in het staatsblad) veroorzaakte grote paniek. Het zou niet toevallig zijn dat een beslissing met dergelijke impact in de schaduw van het pre-electorale drukte zou genomen worden.

De resolutie in kwestie raakt een fundamenteel punt in het verzet tegen het Conga project. Het betekent het startsignaal voor het overpompen van het water van het Perol meer naar een reservoir. Dit impliceert het definitieve einde voor één van de vier meren die volgens het milieueffectenrapport van Conga zouden vervangen worden door artificiële meren. In de geplande uitbreiding van Latijns-Amerika’s grootste goudmijn doet het Perol meer dienst als één van de twee putten waaruit goud en andere materialen worden geëxtraheerd, met een breedte van 1,7 km en een diepte van 1 km. De kritiek op de onomkeerbare schade aan het hele ecosysteem wordt gesust door het bedrijf met de garantie dat er reservoirs worden geïnstalleerd ter compensatie. Dit argument houdt echter weinig steek aangezien artificiële meren nooit dezelfde functies kunnen vervullen als natuurlijke meren. Bovendien zullen de reservoirs –ongeacht hun watercapaciteit- in de eerste plaats de noden van de mijn vervullen, en zetten de lokale bevolking die al eeuwenlang van deze waterbronnen afhankelijk is buiten spel.

Het AAA liet mondeling weten dat er geen sprake was van het tekenen van dergelijke resolutie. De sociale actoren hopen nu deze belofte met meer garanties bevestigd te zien. Ondertussen houden de “guardianes del agua” (de beschermers van het water) de bewegingen van het bedrijf rond de meren in de hooglanden nauwgezet in de gaten. De dag dat deze resolutie van kracht zou gaan,mogen de regionale en nationale autoriteiten zich in elk geval aan radicalere acties verwachten.

Auteur: Hanne Cottyn

Mijnbouw gourmet: Het recept om het milieu te vernietigen: misbruik en leugens

Toen Humala kandidaat-president was, zei hij tegen zijn kiezers dat er een ‘Grote Verandering’ zou komen. Uiteindelijk werd het echter een ‘Groot Bedrog’ want zeggen en doen zijn twee verschillende dingen. Humala verzekerde de inwoners van Cajamarca dat ze hem altijd mogen oproepen om zich samen te mobiliseren tegen het misbruik van de mijnbouw. “Willen jullie goud of water?”, vroeg hij toen hij de straten en pleinen van Cajamarca bezocht. “Water!” antwoordden ze en met plezier gaven ze Humala hun stem. Maar toen hij uiteindelijk president werd, vertrokken er al snel twee kabinetten (Lerner en Valdés) en Humala beloofde dat er normen opgesteld zouden worden voor een nieuw soort mijnbouw. Inmiddels zijn we ongeveer twee jaar verder en het enige wat de president tot nu toe heeft gedaan is, door het aanpassen van regels, macht geven aan politie en soldaten zodat ze de sociale conflicten ten gevolge van grootschalige mijnbouw kunnen aanpakken. Hiervoor mag men om het even welk wapen gebruiken en kan men straffeloos slachtoffers maken zonder enige vorm van vervolging.

De MERs (milieueffectrapporten) van de mijnen moeten nu stilaan goedgekeurd worden, terwijl de ambtenaren die trachten tussen te komen of te verhinderen dat de MERs worden goedgekeurd, bedreigd worden met sancties. Er werden normen opgelegd om archeologisch erfgoed niet langer te beschermen: geen enkele aanvraag voor een certificaat ter bescherming van een site wordt nog goedgekeurd. Anderzijds, heeft de regering van Humala een wet uitgevaardigd die inheemse volkeren het recht geeft op het houden van referenda. Vervolgens echter werkte de president een reglement uit dat de uitvoering van de referenda bemoeilijkt en beperkt. Het is zelfs zo dat, door de druk van de oliebedrijven, men voorstelt om de wet zelfs niet toe te passen.

Maar niet enkel Ollanta Humala handelt op deze manier. Hoewel zijn echtgenote Nadine zich zeer kundig onuitgesproken laat over het conflict van het Conga mijnbouwproject met de bevolking van Cajamarca, zal er ongetwijfeld op zekere dag een interview verschijnen in het tijdschrift ‘Cosas’ dat onthullen zal dat Ollanta twijfelde, terugkrabbelde en schrik had maar dat zij hem had gezegd: “Doe het, je moet het project doorzetten. Vervang Lerner en bel Valdés zodat ze orde brengen bij de anti-mijnbouw activisten.” Hierdoor kreeg Ollanta het lef en steunde hij Oscar Valdés vervolgens in alles wat hij deed. Op dat moment begonnen er gewonden te vallen, werden er mensen willekeurig gedetineerd en gemarteld, en vielen er vijf doden omdat deze anti-mijnbouw activisten het recht op water verdedigden in Cajamarca, Celendín en Bambamarca.

Maar het vreedzaam verzet naar het voorbeeld van ‘los Guardianes de las Lagunas’ is er nooit gekomen. Ondanks men analisten en adviseurs had aangenomen om te beslissen of het bij de protestanten gaat om “anti-mijnbouw manifestanten”, “politieke manifestanten”, “manifestanten gefinancierd door ngo’s of door de drugshandel”, “onverantwoorde manifestanten die zich verzetten tegen de investeringen, tegen de ontwikkeling, tegen het land,…”, werd gezegd dat de protestanten zich verzetten tegen de vooruitgang die de mijnbouw aanreikt. Men vergeet echter te vermelden dat de mijnbouw het land van meer dan duizend boeren vervuilde in Choropampa (2000), dat er massieve sterfte van forel plaatsvond in verschillende rivieren, dat het het leven van Isidro Llanos Chevarría gekost heeft in Combayo (2006), dat milieuactivisten bespioneerd en bedreigd werden als ze niet bij hun netwerk van corruptie aansloten of zich niet lieten overtuigen door de mediacampagnes (bewezen tussen 2006-2008; i.v.m. Business Track) en dat men met hard geweld boerenfamilies trachtte aan te vallen tijdens de ramp van 3 juli 2012 waarbij men vanuit helikopters op ongewapende burgers vuurde. Dat waren de communicatiemiddelen die de regering gebruikte om duidelijk te maken dat de rechtsstaat en de wet gehoorzaamd moesten worden.

Paradoxen bij deze schandalige gebeurtenis zijn er in overvloed. Degenen die voor het recht op water en voor het naleven van de ruimtelijke ordening manifesteerden en diegenen die wetten voorstelden om waterbronnen te beschermen en aanstuurden op het wettelijk verbod op giftige stoffen zoals kwik en cyanide, werden aangeklaagd en gevangengezet. Hetzelfde lot trof de autoriteiten die voor hun volk wilden opkomen. De voormalige generaal Oscar Salazar, congreslid en lid van de partij van Fujimori eiste de gevangenschap van de regionale regeringsleider van Cajamarca, terwijl Willax TV vroeg om “de leiders van de boerengemeenschappen die de onwetende boeren manipuleerden, over te leveren”.

En dan is er nog premier Juan Jiménez die zijn handen in onschuld trachtte te wassen. Hij is de meest besproken van de vier eerste ministers die recentelijk in de regering zetelden. Lerner, de eerste in rij, had niet door dat Valdés zijn positie als eerste minister al had ingenomen, toen hij probeerde te onderhandelen met het gemilitariseerde Cajamarca tijdens de rampzalige maand december in 2011. Valdés had geen bevelen nodig om anderen aan te zetten om te vermoorden, want dat was precies wat hijzelf als instructeur in de militaire school aangeleerd had aan de cadet Ollanta Humala. Met Juan Jiménez was het misschien anders geweest. Hij was burger en advocaat, maar uiteindelijk bleek hij met weinig woorden de domste en de gruwelijkste van de korporaals. Zonder dat dit van hem verwacht werd, gehoorzaamde hij niet enkel aan de ex-commandant (Humala), maar ook was hij zeer trouw aan diens echtgenote. Premier Villanueva, die net zo snel terug weg was als hij gekomen was, werd er door Nadine van beschuldigd ‘Fujimorist’ te zijn. Van de huidige eerste minister, Cornejo, weten we al dat zijn politieke doel is om te profiteren van private contracten met de staat.

Mijnbouwproject Conga staat in een stevige positie, hoewel men niet op kan tegen de patrouilles die door de boeren georganiseerd worden, om te beletten dat de bergmeren niet ontwaterd zullen worden door Conga om plaats te maken voor de  “open-pit” mijnbouw; tenzij de overheid een nieuw hoofdstuk start van wat de Cajamarcaanse journalist Jorge Pereyra de naam ‘mijnbouw-militaire barbarij’ geeft gegeven. En zelfs dan is het nog niet zeker aangezien de boerenpatrouilles reeds hebben aangetoond dat ze de terroristische wreedheden van de Peruaanse autoriteiten in de regio aankunnen en dat ze voldoende georganiseerd zijn om de mijnbouwbarbarij te doen stoppen.

Zou dat niet de reden zijn waarom Juan Jiménez –de oud-premier die in Lima weinig sprak, maar nu het land vertegenwoordigt in de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) – nu vanuit Washington verklaart dat de “voorzorgsmaatregelen” die werden aangevraagd voor het stilleggen van het Conga-project, inmiddels zijn afgewezen? Juan Jiménez tracht om zo de internationale opinie te misleiden en de realiteit en feiten te doen vervagen.

Na gedocumenteerd bewijs van mensenrechtenschendingen door de Peruaanse staat tegen verdedigers van de wateren, de boerenpatrouilles en hun leiders, hebben de advocaten Raquel Yrigoyen en Zulma Villa van het Internationaal Instituut voor Recht en Samenleving (IILS), een resolutie bereikt die tot voorheen ongekend was in Perú en Latijns-Amerika. In dit mijnbouwconflict vraagt de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten (IACHR) aan de Peruaanse staat om voorzorgsmaatregelen te nemen ten gunste van de 46 leiders van de boerengemeenschappen, evenals ten gunste van de familieleden van Chaupe en een lokale journalist, opdat “hun leven en integriteit beschermd worden”. De IACHR legt deze maatregelen echter enkel op wanneer aan drie strenge eisen wordt voldaan en er sprake is van ‘ernstig en dringend risico dat onherstelbare schade zou veroorzaken’.

Jiménez had niets belangrijkers te doen dan misbruik te maken van de pers in Lima om te doen uitschijnen dat de maatregelen die worden opgelegd van weinig belang zijn. Zo ontstond er één grote leugen dat de IACHR er uiteindelijk toe geleid heeft om groen licht te geven aan het mijnbouwproject Conga. Dit is echter volledig onterecht, en over de petitie die gevoerd werd om het project te bevriezen –tevens opgesteld door de IILS– heeft de IACHR zich nog steeds niet uitsproken en loopt ook nog steeds verder. Er is dus noch groen licht, noch rood licht voor het mijnbouwproject en het tegenovergestelde beweren is daarom onjuist.

Ondertussen doet de praatgrage Jiménez geen half werk en tracht hij om de vorderingen bij de opbouw van het mijnbouwproject te steunen (dat nooit werd stopgezet, waarover men dus gelogen heeft). Tegelijkertijd verantwoordt hij het niet nakomen van de veiligheidsmaatregels die door de IACHR opgelegd werden om de patrouilles en boeren te beschermen. Er zijn ‘ernstige en dringende risico’s voor de levens’ van deze boeren en wel omdat de Peruaanse staat dit zo heeft toegelaten. Uiteraard publiceert de pers van Lima geen krantenkoppen zoals: “Door de ernstige en dringende risico’s, neemt de IACHR voorzorgsmaatregelen om ‘los Guardianes de las Lagunas’ te beschermen” of “Peruaanse staat moet de veiligheid garanderen aan de manifestanten voor water in Cajamarca”, en zeker niet ​​“Omdat er voor de tegenstanders van de Congamijn levensgevaar heerst, neemt de IACHR maatregelen voor hun bescherming.”. Integendeel, de officiële pers blijft het vuile werk doen, net als in de wreedste dagen van Fujimori, waardoor er krantenkoppen verschijnen zoals:

Peru21: “IACHR verwerpt het verzoek van de anti-mijnbouw activisten uit Cajamarca om het Conga project stil te leggen.

Gestión: “IACHR verwerpt de vraag om het Conga project te annuleren.”

Klaarblijkelijk zijn de mijnbouw en de regering niet geïnteresseerd in een vreedzame oplossing voor het door Yanacocha gecreëerde conflict. Zij doelen nog steeds op de vernieling van het fragiele aquatische ecosysteem waarvan duizenden Cajamarcanen afhankelijk zijn en welke de productieve economische diversificatie in de regio waarborgt.

Daarom heeft het Grondwettelijk Hof de behandeling van de klacht tegen de Congamijn stopgezet. Wat betreft de ruimtelijke ordening, de bescherming van de natuurlijke waterbronnen en het verbod op mijnbouw met cyanide en kwik worden de wetsvoorstellen noch besproken, noch goedgekeurd door het Congres. Het Congres vreest namelijk de verordeningen ter bescherming van de natuurlijke waterbronnen en stroomgebieden in en door de gemeentes Celendín (2002) en het departement Cajamarca (2011) en over de bescherming van het aquatische ecosysteem in de zone van de bergmeren van Conga.

Het is zo dat de overheid de aandacht moet afleiden van de veiligheidsmaatregelen aangezien de IACHR aan het licht heeft gebracht dat 45 boeren en boerinnen en één journalist die zich verzetten tegen het omstreden mijnbouwproject in ‘ernstig en dringend levensgevaar verkeren, die tot onherstelbare schade zou kunnen lijden’. Dit is de waarheid en de heer Jiménez, het cabinet van “omgekochte” ministers en de schreeuwende pers kunnen deze feiten niet langer verbergen. De rechtvaardige strijd voor de verdediging van het water in Cajamarca zal hardnekkig blijven doorgaan. Als iemand het leven van de wateractivisten, boerenpatrouilles, de familie van Máxima Chaupe of van de onafhankelijke journalisten bedreigt dan zal dit de verantwoordelijkheid van de Peruaanse staat zijn.

De aandeelhouders, de eigenaars van pensioenfondsen die hun geld geïnvesteerd hebben in aandelen van de Congamijn moeten de waarheid kennen en diegenen die hen hierover informeren zullen niet de marionetten van Jiménez zijn, maar de advocaten en risicoadviseurs van Conga. Laat ons hopen dat het bewustzijn en rechtvaardigheid deze keer op de eerste plaats komen te staan. Geen enkele investering, hoe belangrijk deze ook mag zijn, heeft het recht om het leven van de burgers van een natie in ernstig gevaar te brengen. We kunnen echter niet negeren dat er vandaag de dag in Peru commandanten zoals Carlos bestaan, instructeurs zoals Valdés en dat de media misdrijven kan vermommen als ‘het recht van de staat’

Originele tekst ‘Mineria gourmet: receta para destruir el medio ambiente: abusa y miente‘ geschreven door Marco Arana Zegarra (Cajamarcaan, socioloog, ecopolitiek en mensenrechten, leider van aarde en vrijheid)

Vertaling door Silke Ronsse en Carlos Ronda

_______________

Om meer te weten over de realiteit en de reikwijdte van de voorzorgsmaatregelen door de IACHR (Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten) voor de boeren die bedreigd worden door het Conga mijnbouwproject, ga naar het IILS (Internationaal Instituut voor Recht en Samenleving).

www.derechoysociedad.org

Tel 51-1-330-9139 (iids@derechoysociedad.org)

Het bloedbad van Bagua: het Peruviaanse rechtssysteem op de proef gesteld

Het bloedbad van Bagua: het Peruviaanse rechtssysteem op de proef gesteld
LIMA, 16 mei (IPS) – In Peru is de rechtszaak tegen 52 inheemse en mestizo activisten van start gegaan. Deze activisten waren in 2009 betrokken bij het bloedbad van Bagua, een stad in het Noordoosten van Peru. De rechtszaak zal een test zijn voor de onafhankelijkheid en de rechtvaardigheid van het rechtssysteem in het land.

Het mondelinge gedeelte van de rechtszaak is begonnen op woensdag 14 mei 2014 in de noordelijke regio Amazonas en de volgende zitting ging door op 26 mei. De beklaagden zijn inheemse leiders en inwoners die betrokken zijn bij de confrontatie tussen de veiligheidsdiensten en de manifestanten op 5 juni 2009. Deze confrontatie eiste 34 doden – 24 politieagenten en 10 burgers – en ongeveer 200 gewonden. Inheemse bewoners van de regio Amazonas blokkeerden al 60 dagen een weg en eisten de intrekking van enkele decreten die waren goedgekeurd door de regering van Alan García (2006-2011). Deze decreten schonden enkele grondwettelijke rechten en vormden een bedreiging voor het grondbezit van de inheemse bevolking.Verschillende van deze decreten werden later terug ingetrokken, maar de incidenten zelf haalden de voorpagina’s van vele Peruaanse kranten en de zaak heeft over de hele wereld weerklank gekregen.

De 53 inheemse en mestizo activisten, waarvan vorig jaar al iemand overleden is, riskeren celstraffen van 6 jaar tot levenslange opsluiting, zei Juan José Quispe aan het persagentschap IPS. Enkel de inheemse activisten, en dus niet de politieagenten, staan terecht. worden José Quispe is een van de advocaten van de beklaagden en lid van het onafhankelijke Instituto de Defensa Legal (IDL). “Tot nu toe heeft het openbaar ministerie de 12 politiemannen die ook betrokken waren bij het geweld nog niet in verdenking gesteld”, zei Quispe aan IPS. Het openbaar ministerie eist evenwel een levenslange opsluiting voor zeven van de 52 burgers.

Een van deze zeven burgers is de inheemse leider Alberto Pizango. Pizango is voorzitter van Aidisep (Asociación Interétnica de Desarrollo de la Selva Peruana) en deed destijds de oproep tot de manifestaties in het Amazone gebied.“Wij houden ons aan het mandaat dat het volk ons gegeven heeft”, zei Pizango tegen IPS enkele dagen voor de start van het proces. Na het bloedbad van Bagua vluchtte Pizango naar Nicaragua, maar in 2010 keerde hij terug. De andere beklaagden die een levenslange opsluiting riskeren zijn Santiago Manuim, Héctor Requejo, Ronald Requejo, Danny López, Feliciano Cahuasa y Joel Shimpukat.

Volgens advocaat Quispe doen er zich al van bij het begin van het proces onregelmatigheden voor. Zo weigerde de rechtbank de eis van de verdediging om ex-president García en enkele van zijn toenmalige ministers te verhoren. “De rechtbank liet weten dat ze hen niet wou verhoren aangezien het geen getuigen van de feiten waren”, zei Quispe. “Toch is dit een zaak die politieke gevolgen heeft”.

Een cruciaal aspect van de zaak is of de regering afwist van een brief van de inheemse leiders aan het commissariaat van de lokale autoriteiten. In deze brief zouden de Inheemse leiders, één dag voor het bloedbad, laten weten hebben dat ze zich geweldloos zouden terugtrekken uit de Curva del Diablo regio (of de regio van de ‘Duivelsbocht’). Volgens de inheemse leiders was er al een akkoord bereikt met het hoofd van de politie: wanneer het bevel tot ontruiming van de blokkade uit Lima zou toekomen, dan zouden de activisten op voorhand verwittigd worden zodat ze zich geweldloos konden terugtrekken. Maar op 5 juni 2009, om 5 uur in de ochtend, begonnen 600 zwaar uitgeruste politiemannen met de ontruiming van de Curva del Diablo, het stukje van de snelweg die de kust verbindt met de voornaamste gemeenschappen van het Amazonewoud in het noorden van het land.

Op dat moment bezetten inheemse Awajun ook het zesde petroleumstation. Eenmaal ze te horen kregen dat de repressie in de Curva del Diablo doden eiste, beslisten ze om wraak te nemen op een groep politiemannen bij het petroleumstation.

Tijdens de eerste hoorzitting van het proces had de rechtbank geen tolken voorzien die de Awajun taal meester waren. “Volledige namen van de beklaagden moesten opgeschreven worden, zo ook de geboorteplaats, hoeveel kinderen ze hadden en hoeveel geld ze verdienden”, zegt Quispe aan IPS. “Uiteindelijk was het Merino Trigoso, een van de inheemse leiders, die moest tolken”, benadrukte Quispe. Het ontbreken van een tolk zorgde er echter voor dat het lezen van de aanklachten werd uitgesteld. De 14 advocaten van de verdediging, aangesteld door het IDL, Aidisep en het Katholieke Vicariaat, eisten namelijk een vertaling van de aanklachten naar het Awajun.

Volgens Quispe heeft de voorzitter van het proces, Gonzalo Zabarburu, nog een fout gemaakt. Hij zou een van de beklaagden huisarrest gegeven hebben in andere stad dan hij eerder al was toegewezen door een andere rechter. “Door deze willekeur zal de beklaagde een nieuwe huis moeten zoeken, alle papierwerk en nodige stappen ten spijt die hij had verricht om aan de uitspraak van de andere rechter te voldoen”, legde Quispe uit.

Cahuasa wordt verdacht van moord op Felipe Bazán, een majoor van de Peruviaanse politie, tijdens de gebeurtenissen in Bagua. Hoewel de Peruviaanse wet voorschrijft dat men niet langer dan 3 jaar in de gevangenis mag zitten zonder proces, heeft Cahuasa bijna vijf jaar vastgezeten. De verdediging is er uiteindelijk in geslaagd dat hij uit de gevangenis mocht en huisarrest kreeg.

De rechter maakte ook de riskante beslissing om een van de beklaagden, Trigoso, te laten overplaatsen naar een ander commissariaat in plaats van hem te laten wachten in een zaal van het gerechtsgebouw tot de zitting weer begon. Trigoso werd geëscorteerd door enkele politiemannen terwijl er buiten een misnoegde menigte van inheemse aanhangers stond te wachten“Er kon heel wat fout lopen, en dat allemaal door een absurde beslissing van de rechters”, zei Quispe. Maar er gebeurde geen ongelukken.

Een van de eerste lessen die de inheemse gemeenschappen hebben geleerd uit de Bagua incidenten is om “de grote protesten om te zetten in grote ideeën en voorstellen, en om deze op hun beurt te veranderen in dé grote actie: het volledig uitoefenen van het zelfbeschikkingsrecht door het volk”, zei Pizango aan IPS. “De mensen zullen geen wegblokkades meer optrekken, aangezien ze nu weten tot wat de Peruviaanse overheid in staat is. Als je beslist om de stem van het volk te vertolken en dat volk ook te verdedigen, dan haal je agressie, kogels en een systeem van desinformatie op de hals”, voegde Pizango er aan toe.  Inheemse volkeren wordt via deze weg volledig ontmoedigd om hun territoria te verdedigen. Vaak riskeren ze hierbij rechtstreeks hun leven.

Auteur: Milagros Salazar

Vertaald door Bart Carlier en Charlotte Christiaens

Bronnen:

http://www.amnesty.org/en/news/peru-five-years-bagua-violence-and-still-no-justice-victims-2014-06-05 

http://www.amnesty.org/en/news/peru-five-years-bagua-violence-and-still-no-justice-victims-2014-06-05

http://www.alterinfos.org/spip.php?article6516 

http://news.mongabay.com/2014/0515-hance-bagua-trial.html 

http://www.globalissues.org/news/2014/05/16/18685 

Internationale oproep tegen criminalisering protest Conga

Meer dan 50 organisaties wereldwijd hebben een verklaring ondertekend tegen de criminalisering van het protest tegen het mijnbouwproject Conga.

Het project, in handen van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining, beoogt de exploitatie van goud- en koperreservers in het departement Cajamarca (Peru). Deze geplande uitbreiding van de huidige Yanacocha goudmijn, momenteel de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, leidde tot massale protesten van de lokale bevolking. Gevreesd wordt dat de waterhuishouding van de regio zal worden aangetast, met bijzonder zware gevolgen voor landbouwactiviteiten van deze rurale regio.

Conga is een zaak van staatsbelang. Het project heeft een waarde van maar liefst 4,8 miljard USD. Voor de Peruaanse staat is het massale verzet een doorn in het oog. Het protest ontstond in november 2011 en intensifieerde het jaar nadien. In juli 2012, na een maandenlange regionale staking, werden 5 manifestanten doodgeschoten tijdens een protestactie in Celendín en Bambamarca. Het protest te Cajamarca is nog steeds aan de gang; Conga werd een symboolcase voor de meer dan 200 sociale conflicten in Peru.

De jarenlange criminalisering van het protest tegen Conga is problematisch. Vijf doden en honderden gewonden, arbitraire aanhoudingen en juridische vervolgingen van sociale leiders, de militarisering van de regio, …, de criminalisering van het Congaprotest omvat zowat alle mogelijke strategieën.

Deze week vond de Algemene Vergadering van mijnbouwreus Newmont Mining plaats. Een mooie gelegenheid om het bedrijf nog eens ter verantwoording te roepen. Newmont staat wereldwijd gekend om zijn gebrek aan lokaal overleg en draagvlak bij de implementering van mijnbouwprojecten. De struisvogelpolitiek van dit bedrijf laat zich duidelijk zien in Cajamarca. Men ontloopt alle verantwoordelijkheid en weigert de roep van de lokale bevolking te aanhoren.

Met deze verklaring roepen we de Peruaanse staat en mijnbouwbedrijf Newmont Mining op om niet langer blind te blijven voor de onrust te Cajamarca en de lokale bevolking te raadplegen. We verwerpen iedere criminalisering van het sociaal protest en eisen rechtvaardigheid voor al het geleden onrecht.

Auteur:

Conga: Onderzoek naar dodelijke slachtoffers stopgezet

Bij protesten tegen het mijnbouwproject Conga vielen in juli 2012 vijf doden, waaronder één minderjarige. Het mijnbouwconflict escaleerde na een maandenlange regionale staking tegen het goud- en koperproject. Daags na de dodelijke incidenten te Celendín en Bambamarca werd de noodtoestand uitgeroepen, en een politieonderzoek naar de omstandigheden van de moordpartij werd aangekondigd. Videofragmenten van de protestacties tonen duidelijke beelden van buitensporig politiegeweld, wat ook werd bevestigd door de vele getuigenissen.

Op 21 januari 2014, anderhalf jaar na de feiten, vraagt de openbare aanklager van de strafrechtbank van Chiclayo de stopzetting van het onderzoek wegens onvoldoende bewijsmateriaal tegen de Peruaanse politie. Victor Álvarez, advocaat van een netwerk van mensenrechtenorganisaties, stelt dit in vraag. “De aanklager archiveert het onderzoek en beweert dat hij geen schuldigen kon identificeren. Er zijn nochtans voldoende aanwijzingen dat de geweerschoten vanuit een helikopter werden afgevuurd”, zei hij. Getuigen bevestigen dit verhaal. De politie zou vanuit de helikopter met scherp hebben geschoten.

Gevreesd wordt dat de verantwoordelijken voor de vijf dodelijke slachtoffers niet zullen worden terechtgesteld.

A license to kill

Ondanks de continue criminalisering van het protest te Cajamarca woedt het sociale conflict nog steeds volop (zie Protest tegen Conga houdt aan). 

De criminalisering van sociaal protest wordt in Peru mede mogelijk gemaakt door een aangepast wettelijk kader. Reeds sinds het presidentschap van Alejandro Toledo werd een legale basis gelegd die de Peruaanse regering in staat moest stellen om ongewenst protest sneller en harder de kop in te drukken. Toledo was onder meer verantwoordelijk voor zwaardere straffen voor het verstoren van de publieke dienstverlening.

Alan García, Peruaans president van 2006 tot 2011, bouwde hierop verder. Hij bemoeilijkte het werk van vele ngo’s en vaardigde een wet uit die de Peruaanse strijd- en veiligheidstroepen onschendbaar maakte. Elke agent die ‘tijdens zijn ambt en bij correct gebruik van zijn wapen’ iemand (dodelijk) verwondt, kan hiervoor niet verantwoordelijk worden gehouden, zegt de beruchte wet.

Huidig Peruaans president Ollanta Humala ging recent nog een stap verder. Bovenstaande wet betreffende gebruik van politiegeweld tijdens conflicten zal binnenkort worden aangepast. De agent of militair mag dan ook ‘een ander dan het reglementaire wapen’ gebruiken. Bovendien zal niet langer vermeld staan dat het politie- of militair personeel wapens moet hanteren volgens het reglement.

Mensenrechtenorganisaties zoals het Defensoría del Pueblo en Amnesty Internacional trekken aan de alarmbel. Ze vragen een duidelijk signaal van de Peruaanse regering dat agenten en militairen geen carte blanche krijgen. Buitensporig politiegeweld moet onderworpen worden aan grondig onderzoek en de verantwoordelijken moeten worden terechtgesteld, stelde Amnesty Internacional.

Eergisteren werd op Plaza San Martín te Lima betoogt tegen deze Ley 30151. De criminalisering van het sociaal protest kent een lange traditie in Peru. Het aantal sociale conflicten blijft zorgwekkend hoog en er is weinig hoop op verbetering.

Auteur: David Verstockt