De campagne in Noord-Peru: een terug- en vooruitblik

Het voorbije weekend liepen de Europese actieweken van de campagne Mining in Paradise? af. Terwijl in Europa de succesvolle sprekerstoer werd afgerond, was in de Piuraanse Andes het Peruaanse campagneteam aanwezig op de herdenkingsplechtigheid van 2 december. Vorig jaar werden op die dag in de gemeenschap Segunda y Cajas twee boeren doodgeschoten door de politie, tijdens een interventie in opdracht van het mijnbouwbedrijf Río Blanco Copper. De boodschap in Segunda y Cajas was duidelijk: de strijd gaat voort. “Deze campagne is dan ook maar een begin”, luidde het.

De strijd tegen het koperproject Río Blanco is het sterkst voelbaar in Ayabaca en Huancabamba, de twee provincies in de noordelijke Andes van de regio Piura. Logisch ook, want daar liggen de gemeenschapsgronden die het mijnbouwbedrijf zich onwettelijk toe-eigent én waar de slachtoffers van het conflict vallen. De sociale bewegingen van de aangrenzende provincies in de oostelijke Hoge Amazone van Cajamarca, San Ignacio en Jaén, hebben het verzet van hun collega’s altijd gesteund. De meeste boeren daar zijn immers migranten uit de Andes-provincies van Piura en Cajamarca en mijnbouw in de nevelwouden en páramos hogerop zou een grote impact kunnen hebben op de watervoorziening voor hun succesvolle koffieteelt.

Op 16 september dit jaar, drie jaar na een verpletterend referendum, verklaarden de boeren- en andere sociale organisaties van deze vier provincies in Noord-Peru hun territoria no-go zones voor mijnbouw, omwille van de ecologische, economische en socio-culturele waarde van hun streek. Ruim een half jaar voorbereidingswerk van het Netwerk voor Duurzame Ontwikkeling van de Noordgrens van Peru en het nationale Netwerk Muqui ging vooraf aan de verklaring, met ondersteuning van CATAPA. Na vele veldbezoeken en vergaderingen slaagden de bewegingen erin de handen in mekaar te slaan voor een lokale, nationale en internationale campagne rond het centrale thema van no-go zones.

Wat heeft de campagne bewogen in Peru?
De verklaring “no-go zones voor mijnbouw” haalde het tot op de agenda van de provinciale en regionale verkiezingen. De verkozen gouverneur van de regio Piura, Javier Atkins, liet al verstaan dat de streek waar het mijnbouwproject Río Blanco gelegen is, geheel moet gevrijwaard blijven van ontginningsactiviteiten. Een belangrijke triomf voor de lokale milieu- en boerenorganisaties, die het thema al jaren vergeefs aankaarten bij de regionale overheid. Ook in de regio Cajamarca werd een voorstander van no-go zones verkozen tot gouverneur: Gregorio Santos van het Movimiento de Afirmación Social, die zelf zijn strepen verdiende als boerenleider in de provincie San Ignacio. In Cajamarca ligt de grootste goudmijn van Zuid-Amerika, maar ze blijft tot de top-vijf van ’s lands armste regio’s behoren. Het is nu afwachten of de regionale gouverneurs, in alliantie met de provinciale burgemeesters, het middenveld en de basisbewegingen, hun beloften nakomen. De geïnstitutionaliseerde corruptie, waaraan de mijnbouwsector niet zelden medeplichtig is, blijft immers een enorm probleem in Peru.

Ook in Lima ging de campagne niet onopgemerkt voorbij. Een forum in het Parlement op 25 oktober zette op nationaal niveau het debat in gang rond mijnbouw en ruimtelijke ordening. Verscheidene nationale media brachten de campagne onder de publieke aandacht en binnen het Netwerk Muqui werd een aparte werkgroep opgestart rond het thema.

Werk aan de winkel
De volgende belangrijke stap zijn de presidentsverkiezingen van april. Hoewel links op nationaal niveau nog steeds erg verzwakt en verdeeld is, zouden verschillende partijen er volgens de laatste berichten in slagen een brede alliantie te vormen die perspectieven biedt (Fuerza Social, Movimiento Nueva Izquierda en Tierra y Libertad). Deze partijen houden er in hun programma alvast een kritische houding op na ten opzichte van mijnbouw, met een strenger oog voor de sociale en ecologische impact van de sector.

Mijnbouw is uiteraard te belangrijk voor de nationale economie van Peru om alle projecten zomaar een halt toe te roepen, en het kan niet ontkend worden dat het land grote macro-economische vooruitgang heeft geboekt dankzij mijnbouw. Het land is de grootste zilverproducent ter wereld en tweedes wat betreft koper en zink. De regering-García kan echter moeilijk ontkennen dat het aantal conflicten in het land ten gevolge van mijnbouwprojecten (zij het in exploratie- of in exploitatiefase) ernstig en groeiende is, en dat de sector te weinig lokale duurzame ontwikkeling opbrengt. Bovendien, willen de sociale organisaties van Noord-Peru duidelijk maken, is mijnbouw in sommige streken van het land eenvoudigweg onmogelijk.

Naast de nieuwe nationale regering, hebben ook de sociale organisaties zelf de grote opdracht om zich te blijven versterken, te vormen en allianties te blijven sluiten. Nieuwe leiders zijn daarbij essentieel. De lokale campagne heeft ook wat die versterking betreft haar bescheiden bijdrage proberen leveren. Ook voor CATAPA zijn er heel wat verwachtingen vanuit Noord-Peru die hopelijk zo goed mogelijk ingelost zullen worden.

Auteur: Wies Willems


Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.