#SOSCOLOMBIA

Wat is er aan het gebeuren in Colombia?

NIEUWS:

Wat is er aan het gebeuren in Colombia?

#SOSCOLOMBIA

05.05.2021

 

Sinds 28 april 2021 is er in Colombia een nationale staking gaande tegen het fiscaal beleid. De regering besliste om midden een pandemie de korf van basisvoedingsmiddelen te belasten, ondanks het feit dat de werkloosheid gestegen is met 14%. 

#soscolombia

Officiële cijfers geven aan dat er in maart 2020 2.969.000 werklozen waren en volgens het nationaal departement voor de statistiek zijn dat er 3.437.000 in maart van 2021.

De bevoegde minister die deze belastinghervorming voorstelde is betrokken geweest in miljoenenschandalen van corruptie in Colombia en na vijf dagen ononderbroken staking trad hij af. Niettegenstaande deze schandalen werd hij benoemd als kandidaat-voorzitter voor de CAF, de Ontwikkelingsbank van Latijns Amerika.

#SOSCOLOMBIA

Ten gevolge van de druk vanuit de bevolking nam ook Juan Alberto Londoño ontslag als vice-minister van financiën. Desondanks werd hij onmiddellijk aangesteld als de nieuwe minister voor handel in Colombia.

De regering heeft de terugtrekking aangekondigd van het document dat deze belastinghervorming voorstelt, maar tot op heden staat het nog steeds op de agenda van het Colombiaans Congres dat het zou goedkeuren, ingediend als Hoogdringend Verzoek. 

De Colombiaanse regering en veiligheidstroepen werden veroordeeld door zowel de Europese Unie als de Verenigde Naties omwille van de voortdurende schendingen van de mensenrechten tegen betogers, sociale bewegingen en de civiele samenleving die op straat gingen in protest tegen het belastingsbeleid. 

Belgische banken blijven investeren in schadelijke mijnbouw

Belgische banken blijven investeren in schadelijke mijnbouw

BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC investeerden samen afgelopen jaar 1,74 miljard euro in Glencore, Vale en BHP Billiton, drie mijngiganten met een kwalijke reputatie. FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA vragen banken om deze schadelijke financieringen te stoppen.

Nieuw onderzoek door FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA wijst uit dat BNP Paribas, Deutsche Bank, ING Bank en KBC Bank in 2017 respectievelijk 448 miljoen, 784 miljoen, 399,5 miljoen en 111 miljoen euro investeerden in de controversiële mijnbedrijven Glencore, Vale en BHP Billiton.

Het nieuwe dossier verschijnt een jaar na de lancering van het rapport Gedolven grondstoffen, ontgonnen winsten waaruit bleek dat banken actief in België tussen 2011 en 2016 in totaal 32 miljard euro investeerden in controversiële mijnbedrijven. Banken geven in hun beleid wel blijk van mijnbouwrelevante uitdagingen zoals respect voor de rechten van de lokale bevolking, waterkwaliteit en waardig werk, maar hanteren onvoldoende rode lijnen die aangeven welke praktijken niet door de beugel kunnen.  Er blijft dan ook geld vloeien naar omstreden bedrijven. De nieuwe cijfers tonen aan dat BNP Paribas, Deutsche Bank, ING Bank en KBC Bank in 2017 gezamenlijk 1,2 miljard euro investeerden in Glencore, 229 miljoen in Vale en 312 miljoen in BHP Billiton.

Controversiële bedrijfsvoering door mijngiganten

Onderzoek door verschillende organisaties en overheidsorganen toont aan dat  inheemse gemeenschappen in Espinar (Peru) blootgesteld zijn aan te hoge concentraties zware metalen als gevolg van mijnbouwactiviteiten door Glencore in de streek. Daardoor hebben ze te kampen met verschillende gezondheidsproblemen. Bij protesten in 2012 vielen drie doden, waarvoor nu in Londen een proces loopt tegen het bedrijf. Mijngiganten Vale en BHP Billiton bezitten samen  het Braziliaanse mijnbedrijf Samarco, dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de grootste ecologische ramp in de Braziliaanse geschiedenis. Op 5 november 2015 brak in de mijnstaat Minas Gerais een dam, waardoor een giftige modderstroom zes dorpen overspoelde en de rivier Doce kilometers vervuilde, tot in de oceaan. 19 mensen stierven, 600 verloren hun huis. Onderzoek wees uit dat Samarco op de hoogte was van de risico’s en te weinig heeft gedaan om de ramp te voorkomen.

FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA vragen banken een aanscherping van hun beleid rond mensenrechten, milieu  en goed bestuur om investeringen in schadelijke mijnbouw onmogelijk te maken. Vorig jaar beloofde minister Van Overtveldt om BNP Paribas aan te spreken op deze problematiek. De Belgische staat is immers een belangrijke aandeelhouder van de bank. Vandaag sturen bovenstaande ngo’s een brief naar de minister om blijvende aandacht te vragen voor dit probleem.

Bezorgde bankklanten kunnen de komende dagen via www.bankwijzer.be een bericht sturen naar hun bank met de vraag dit in orde te maken.

Copyright beeld: Thomas De Boever – Broederlijk Delen

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

In België is de zomer aangebroken en hier in Loreto, de grootste regio van Peru, is het fris. Dat is normaal weet ik intussen, het patroonfeest San Juan komt eraan en dan dalen naar aloude gewoonte de temperaturen in dit deel van de amazone. Hoewel.

Vervolging

Ik schrijf twee jaar na de hardhandige arrestatie van mijn echtgenoot Jose Fachin in Iquitos in aanwezigheid van onze minderjarige dochter, voor feiten die zich voordeden in 2008 tijdens een vreedzaam inheems protest in de Tigre en Pastaza rivier tegen het Nederlands-Argentijns oliebedrijf Pluspetrol. Jose werd toen in juni 2015 dankzij onmiddellijke lokale, nationale en internationale druk, meteen vrijgelaten en de zaak is intussen geseponeerd.

Onlangs werd hij echter opnieuw in staat van beschuldiging gesteld, dit keer wegens feiten die zich voordeden tussen september en december 2016 tijdens het zogenaamde Saramurillo protest in de Marañon rivier, waar hij als inheemse raadgever optrad. De tenlasteleggingen gaan van ontvoering tot bendevorming. De strategie staat bekend als criminalisering van sociale leiders.

Terwijl het afgelopen jaar in Peru wetten zijn goedgekeurd die de opsluiting en de vervolging van activisten makkelijker maken en de straffeloosheid van multinationale vervuilers bevestigen, werd Jose – o ironie- vorige week in Lima samen met andere sociale leiders, uitgenodigd voor een erkenningsceremonie in de Commissie voor Inheemse volkeren en Ecologie van het Parlement.

Tien jaar protesten

Intussen schrijf ik ook bijna dag op dag 6 maanden na de ondertekening van de 49 Saramurillo akkoorden. In die inheemse gemeenschap aan de oevers van de Marañon rivier, een hoofdader van de Amazone, kwamen gedurende meer dan drie maanden verschillende inheemse gemeenschappen van vijf verschillende rivieren bijeen om een oplossing te eisen voor de gevolgen van de olielekken van de oude pijplijn en van de meer dan veertig jaar olie vervuiling.

Om hun eisen kracht bij te zetten, sloten ze ondermeer de Marañon rivier, belangrijke voor het commercieel transport in Loreto, af.

De eisen waren niet nieuw: meer dan tien jaar lang al, volgen de inheemse protesten elkaar op. Akkoorden worden ondertekend… en dan niet nageleefd. Het is een weerkerend en vermoeiend verhaal.

De inheemse families en leiders leveren steeds weer buitengewone inspanningen om zich te organiseren, en om interne en externe afleidingsmanoeuvres te identificeren en het hoofd te bieden. De staat is vooral geïnteresseerd in conflictbeheersing maar laat het dus na om daarna ondertekende akkoorden na te leven en de problemen echt aan te pakken.

Geen Bagua, wel interculturele dialoog

Tijdens het protest in Saramurillo, besloot de huidige regering uiteindelijk om niet- zoals in Bagua in 2009- geweldadig in te grijpen. De regering aanvaardde de door de inheemsen gestelde minimumvoorwaarden voor een interculturele en politieke dialoog op hun grondgebied. In aanwezigheid van ministers en van het volk werd gedurende verschillende weken heftig gediscussieerd.

Na meer dan veertig jaar vernietiging vroegen de Achuar, Kukama, Urarinas en Kichwa (verschillende volkeren) leiders: is olie activiteit in het amazone gebied nog verdedigbaar?

De dialoog leidde tot de ondertekening van belangrijke akkoorden zoals de start van een onafhankelijke studie over de staat van de oude oliepijplijn, de oprichting van een waarheidscommissie die 40 jaar systematische mensenrechtenschendingen moet in kaart brengen, de opstart dit jaar nog van effectieve opkuiswerken van de immense olievervuiling , en, in het kader van het recht op schadeloosstelling, een uitzonderlijke investering in productieve en andere projecten in de getroffen gemeenschappen, met als voornaamste doel: Loreto- tot nu toe uitermate afhankelijk van de olie activiteit- voor te bereiden voor een toekomst post-olie-ontginning.

Na 6 maanden sinds de ondertekening, lijken de akkoorden vooral dode letter te blijven.

Een delegatie van inheemse leiders is op dit moment in Lima om druk uit te oefenen op Premier Zavala, die persoonlijk in Saramurillo aankondigde dat deze regering het anders zou aanpakken.

Nieuw oud paradigma

Een element dat misschien onvoldoende werd begrepen in de interculturele dialoog in Saramurillo, is de plaats die de natuur inneemt in het leven en de visie van vele inheemse volkeren. Die verschilt fundamenteel van de dominante utilitaristische visie, die de mens buiten de natuur plaatst en vooral natuurlijke rijkdommen ziet.

Om werkelijk tot een nieuw beleid inzake milieu te komen, stellen verschillende denkers een nieuw (maar voor vele inheemse aloud) paradigma voor: de rechten van de natuur en van de Pachamama (pacha betekent in aymara “kosmos”, “orde”) erkennen en beschermen en tegelijk de mens herintegreren in die natuur.

Beleidsbeslissingen kunnen er dan heel anders gaan uitzien. Via traditionele geneeswijzen (zoals ayahuasca gebruik) vinden velen hier in de amazone weer hun werkelijke plaats en groeit het begrip dat onze toekomst en die van de wereld rondom ons veelal afhangt van een fundamentele beslissing tot verandering.

Met heel veel respect zeg ik dat die traditionele heling en visie ons ook behoeden en beschermen en ons bovendien de kracht geven om te vergeven, en onze integriteit te behouden, in tijden van vervolging en valse beloftes.

Bron: MO*

Internationale oproep tegen criminalisering protest Conga

Meer dan 50 organisaties wereldwijd hebben een verklaring ondertekend tegen de criminalisering van het protest tegen het mijnbouwproject Conga.

Het project, in handen van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining, beoogt de exploitatie van goud- en koperreservers in het departement Cajamarca (Peru). Deze geplande uitbreiding van de huidige Yanacocha goudmijn, momenteel de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, leidde tot massale protesten van de lokale bevolking. Gevreesd wordt dat de waterhuishouding van de regio zal worden aangetast, met bijzonder zware gevolgen voor landbouwactiviteiten van deze rurale regio.

Conga is een zaak van staatsbelang. Het project heeft een waarde van maar liefst 4,8 miljard USD. Voor de Peruaanse staat is het massale verzet een doorn in het oog. Het protest ontstond in november 2011 en intensifieerde het jaar nadien. In juli 2012, na een maandenlange regionale staking, werden 5 manifestanten doodgeschoten tijdens een protestactie in Celendín en Bambamarca. Het protest te Cajamarca is nog steeds aan de gang; Conga werd een symboolcase voor de meer dan 200 sociale conflicten in Peru.

De jarenlange criminalisering van het protest tegen Conga is problematisch. Vijf doden en honderden gewonden, arbitraire aanhoudingen en juridische vervolgingen van sociale leiders, de militarisering van de regio, …, de criminalisering van het Congaprotest omvat zowat alle mogelijke strategieën.

Deze week vond de Algemene Vergadering van mijnbouwreus Newmont Mining plaats. Een mooie gelegenheid om het bedrijf nog eens ter verantwoording te roepen. Newmont staat wereldwijd gekend om zijn gebrek aan lokaal overleg en draagvlak bij de implementering van mijnbouwprojecten. De struisvogelpolitiek van dit bedrijf laat zich duidelijk zien in Cajamarca. Men ontloopt alle verantwoordelijkheid en weigert de roep van de lokale bevolking te aanhoren.

Met deze verklaring roepen we de Peruaanse staat en mijnbouwbedrijf Newmont Mining op om niet langer blind te blijven voor de onrust te Cajamarca en de lokale bevolking te raadplegen. We verwerpen iedere criminalisering van het sociaal protest en eisen rechtvaardigheid voor al het geleden onrecht.

Auteur:

Nieuwe Boliviaanse mijnwet lokt controverse uit

Eind maart werd een nieuwe mijnwet door het Boliviaans parlement goedgekeurd, die degene uit 1997 vervangt. Deze voorgaande wet was reeds sterk neoliberaal gekleurd en de nieuwe wet toont absoluut geen kentering op dat vlak. In tegendeel, op verregaande wijze wordt het privatiseringsbeleid voortgezet. Dit resulteert in een wet die gedirigeerd lijkt door mijncoöperatieven en private bedrijven. De wet lokte verrassend genoeg heel wat protest uit bij de mijncoöperaties zelf, die protesteerden tegen het wijzigen van twee artikels. Het protest ontspoorde en door schermutselingen tussen politie en coöperativisten, vielen er twee doden aan de kant van de mijnwerkers, waarna de regering besliste om de wet te herbekijken. De stemming van het nieuwe wetsvoorstel vond tot op heden niet plaats.

De mijnwet in een notendop

De nieuwe mijnwet kwam uiteraard niet uit de lucht vallen. De wet is de finale versie van diverse ‘projecten’ die de afgelopen jaren  reeds door actores mineros en de overheid overeengekomen werden. Hoewel mijnbouw de belangrijkste bron van conflict is in de Andesregio[1], werden lokale inheemse gemeenschappen, noch andere instellingen, hierbij geconsulteerd. De wet lokte de nodige kritieken uit bij sociale bewegingen en grassroot-organisaties, om diverse redenen.

  • Doorgedreven privatisering van ontginning natuurlijke grondstoffen

De twee voornaamste kritieken, volgens CEDIB (Centro de Documentación e Información de Bolivia), zijn het ongrondwettelijke karakter van de wet en het voortzetten van doorgedreven privatisering. Grondwettelijk gezien behoren natuurlijke grondstoffen de Boliviaanse bevolking toe en is de staat verantwoordelijk voor het beheer ervan. In vele artikels van de mijnwet blijkt echter dat de staat het beheer van grondstoffen de facto overlaat aan de mijncoöperatieven. Coöperatieven worden in de wet omschreven als “sociale en zelfvoorzienende instellingen zonder winstoogmerk” die zo goed als vrijgesteld zijn van het betalen van taksen. Bovendien dragen de coöperatieven haast geen verantwoordelijkheid om vervuiling binnen te perken te houden en worden ze nauwelijks gebonden aan arbeidsvoorwaarden. In werkelijkheid sluiten deze coöperaties vaak contracten met de private sector, meestal buitenlandse bedrijven, om hun ontgonnen materialen aan te verkopen. Een ideale situatie voor deze bedrijven, omdat zij op deze manier hun mineralen kunnen kopen, zonder ook maar iets van taksen te betalen aan de Boliviaanse staat of de verantwoordelijkheid te dragen voor de vervuilingsproblemen. De coöperatieven kunnen dankzij de wet gemakkelijk nieuwe concessies bekomen, zonder dat dit nog door het parlement goedgekeurd moet worden. De rechten van mijncoöperaties reiken bovendien nog veel verder. In de nieuwe wet krijgen coöperaties alle rechten op het gebruik van natuurlijke grondstoffen, zelfs buiten de grenzen van de eigen concessie. Dit wil zeggen dat in het geval van een conflict, bijvoorbeeld over het gebruik van een waterbron, de mijncoöperatie per definitie in het gelijk gesteld zal worden.

  • Zwakke milieubescherming

Verdere kritiek op de wet volgt op het milieuluik dat nagenoeg afwezig is. Mijnondernemingen zijn vrij om afval te lozen in rivieren en om bodems te vervuilen zonder hiervoor een compensatie te moeten betalen. Mijnactiviteiten kunnen probleemloos in beschermde natuurgebieden plaatsvinden, zonder dat de lokale bevolking geconsulteerd hoeft te worden. Bovendien werd beslist dat niet langer het Ministerie van Milieuaangelegenheden verantwoordelijk is voor het uitvoeren van milieu-inspecties. Vanaf nu neemt het Ministerie van Mijnbouw deze taak op zich, een ministerie dat overduidelijk meer interesse heeft in het stimuleren van mijnactiviteit.

Verzet van mijnwerkers tegen de wet paralyseert het land

Ondanks het feit de mijnwerkers zwaar hun stempel op de hele wet drukten, lokte de publicatie ervan toch woedende reacties uit bij de coöperatieven. Het protest kwam als gevolg op het feit dat artikel 151 op de valreep gewijzigd werd in het parlement. Dit is één van de artikels die het mijncoöperaties mogelijk maakt om contracten af te sluiten met (buitenlandse) private instellingen. Op die manier kunnen privé-bedrijven mineralen opkopen van mijncoöperaties, zonder hierbij iets van de sociale verantwoordelijkheid te dragen ten opzichte van arbeiders en omwonenden, noch kunnen ze verantwoordelijk gesteld worden voor milieuschade. Het gevolg daarvan is dat de mijnbouw haast geen inkomsten voor de staat genereert. In het parlement werd daarom beslist dit artikel te veranderen.

Als protest op deze wijziging, kwamen meer dan 15000 cooperativistas, gewapend met dynamiet, de straat op en blokkeerden ze de belangrijkste wegen in het hele land. Geweld bij deze bloqueos leidde tot twee doden (langs mijnwerkerskant) en honderden gewonden. Als reactie op de zware protesten van coöperativisten werd de wet – die nog moest goedgekeurd worden door de senaat – teruggetrokken. Momenteel voeren de coöperativisten gesprekken met de overheid om tot een compromis te komen. Wat het compromis zal zijn betreffende dit artikel, valt nog af te wachten.

Intussen heerst bij sociale organisaties een gevoel van pessimisme. Of het befaamde artikel 151 al dan niet gewijzigd wordt, zal volgens CEDIB niet veel veranderen. Behalve dit artikel blijven er voldoende andere artikels overeind die de mogelijkheid tot het sluiten van contracten met privé-bedrijven garanderen. Het feit dat mijncoöperaties (en private bedrijven) een wet zo naar hun hand kunnen zetten, doet vraagtekens rijzen bij het democratische gehalte ervan. Er heerst het gevoel dat enkel een massale mobilisatie het tij misschien kan doen keren, maar de kans is klein dat zo’n mobilisatie nog kan plaatsvinden, voor de tweede stemming doorgaat. Het recht van de economisch sterkste, lijkt het te halen.

 


[1]Deze conflicten gaan in het algemeen over het innemen van gronden door mijnbouw, het verbruik van water en het vervuilen van bodem, ondergronds- en bovengronds water, wat het uitvoeren van traditionele economische activiteiten zoals veeteelt, visserij en landbouw, bemoeilijkt.

 

Auteur: Marthe Janssens

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Mijnbouwproject Conga in Cajamarca staat on hold, dat was de boodschap van president Humala na de intensifiëring van het lokale protest in de lente van 2012. Vijf dodelijke slachtoffers, honderden gewonden, juridische vervolging van sociale leiders en manifestanten, militarisering van de regio, …, Conga werd dé emblematische probleemcase van de Peruaanse regering en Newmont Mining. Humala bleek niet in staat het groeiend aantal sociale conflicten in Peru aan te pakken. Bovendien circuleerden de geruchten dat een aantal investeerders van Newmont zich vragen stelden bij het Conga-project, en dan vooral bij het gebrek aan sociaal draagvlak. Daarom besloot men Conga even on hold te zetten, in slaapstand.

Het gewenste effect bleef niet uit. Ook het protest viel stil. Nog steeds hoorde men dezelfde boodschap ‘Conga no va’, maar iets minder luid. Het schrikbewind van Lima hield mensen thuis, men ging niet langer de straat op. Maar in alle stilte gingen de werken in Conga gewoon door. De guardianes de las lagunas, boeren die in of nabij het concessiegebied Conga wonen, maakten melding dat men volop voortbouwde aan de waterreservoirs. Maar deze boodschap blaasde het lokale verzet geen nieuw leven in. Het grote protest bleef uit, in Lima wreef men zich in de handen.

Op zaterdag 25 mei benadrukte president Humala dat er dit jaar niet veel sociale conflicten woeden in het land. “Dankzij het werk van de Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad slaagden we erin om sociale conflicten te deblokkeren. Dit jaar hebben we geen grote conflicten gehad rond mijnbouw.” Hij voegde hieraan toe dat de consultatiewet “een instrument is om te komen tot sociaal aanvaardbare investeringen, en niet om investeringen te blokkeren.” Ten slotte gaf hij aan dat “het Conga-project in volle ontwikkeling is. De bouw van de reservoirs , één van de eisen van onze regering jegens Newmont, geven het nodige vertrouwen aan dit project.” Dit communicatie-offensief kwam niet onverwacht, het recente dipje in de grondstoffenmarkt en de mijnbouwconflicten in Espinar, Cañaris en Cajamarca zorgde voor enige twijfel bij mijnbouwbedrijven.

Op maandag 27 mei verscheen in de krant La República een groot interview met Javier Velarde, general manager van mijnbouwbedrijf Yanacocha. Daarin gaf hij duidelijk aan welke werken in Conga reeds plaatsvonden en wat er gepland staat in de nabije toekomst, o.a. de bouw van een nieuw reservoir ter vervanging van het bergmeer El Perol. “We zullen niet wachten tot de volgende lokale verkiezingen van 2014 om verder te gaan met het Conga-project”, zei hij.

De boodschap van Humala en Velarde kwam hard aan in Cajamarca. Het Conga-project is in volle ontwikkeling, binnenkort starten de werken aan het cultureel en ecologisch belangrijke bergmeer El Perol.  Een groot aantal comuneros, mensen uit lokale gemeenschappen, trokken op 28 mei naar het bergmeer om er een kamp op te slaan. Onderweg werden ze onderschept door de DINOES, een speciale eenheid binnen de Peruaanse nationale politie. Deze worden ingehuurd door mijnbouwbedrijven ter beveiliging van het terrein. Het kwam tot een confrontatie tussen de comuneros en de agenten waarbij meerdere manifestanten zwaargewond raakten. In een perscommuniqué van de Peruaanse politie benadrukte men dat er alleen rubberkogels en traangasgranaten werden gebruikt. Marco Arana, Milton Sánchez en Edy Benavides, belangrijke verzetsleiders tegen het Conga mijnbouwproject, veroordeelden onmiddellijk het buitensporige geweld tegen manifestanten en de samenzwering tussen de Peruaanse staat en de mijnbouwbedrijven.

Wat nu?

Een referendum over het mijnbouwproject zal dan toch niet plaatsvinden. In februari lanceerde het Comando Unitario de la Lucha, de groep van voornaamste verzetsleiders van regio Cajamarca, het idee om een referendum over Conga te organiseren. Zo kon men het gebrek aan sociaal draagvlak voor het project voor eens en altijd vastleggen. Na de aankondiging van het referendum kwamen hevige reacties vanuit de Peruaanse regering en het mijnbouwbedrijf Yanacocha; een referendum zou illegaal zijn en een slecht precedent scheppen.

Daarom organiseert het verzet nieuwe manifestaties. Op 4 juni plant men een actie in Cajamarca tegen het Conga mijnbouwproject. Op 17 juni wil men met verschillende delegaties uit de provincies Hualgayoc en Cajamarca opnieuw naar het bergmeer El Perol trekken. Uit vrees voor repressieve acties van de Peruaanse politie vragen de sociale leiders respect te hebben voor de geplande manifestatie.

De woorden van Humala en de aankondiging van de werken aan het mythische bergmeer El Perol drijven het conflict mogelijk tot een nieuw hoogtepunt. De tijdelijke stopzetting van werken in Conga bleek een halve waarheid; het eerste reservoir is bijna klaar, binnenkort start men met de bouw van het tweede reservoir. Conga staat in de startblokken, de vernietiging van El Perol kan wel eens het point of no return zijn. Dit beseft men ook in Cajamarca. Het verzet spreekt sterke taal  en weigert zich neer te leggen bij de eenzijdige beslissingen van de Peruaanse staat en het Newmont Mining.

Catapa is solidair met de lokale bevolking van Cajamarca. !Conga no va!

Goudmijnbouw zal Griekenland niet uit de crisis helpen

De Griekse regio Chalkidiki kampt de laatste jaren met protesten van de Griekse bevolking, maar afgelopen maanden werden deze steeds heviger. Dit tegen de opkomst van een enorm goudmijnbouwproject dat zich dreigt te vestigen in een Grieks natuurgebied, gelgenen in het noordoosten van het schiereiland Chalkidiki. De overheid geeft dit gebied (van ongeveer 317 km²) in “bruikleen” aan het private exploitatiebedrijf ‘Hellas Gold’, een dochteronderneming van ‘European Goldfields’. En dat is dan weer een dochteronderneming van het Canadese ‘El dorado’. Deze wil er een grootschalig goudmijnbouwproject opstarten. Goudmijnbouw heeft nefaste gevolgen voor de omliggende fauna en flora: waterschaarste, zware metalen en andere toxische stoffen die in het milieu terecht komen, grondwateraantasting, … Omwonenden, eigenaars van de toeristische accomodatie, milieuactivisten en wetenschappers verzetten zich heftig tegen de plannen, maar de overheid dult deze tegenspraak niet. Opstanden en betogingen worden repressief onderdrukt door de politie.
De plannen voor deze goudmijnen in Griekenland zijn al bijna een decennia in de omloop. Maar pas iets meer dan een jaar geleden kreeg het mijnbouwbedrijf Hellas Gold de toestemming van de minister van Milieu om twee goudmijnen (het Skouries project en het Olympias project) te bouwen in het noorden van het land. Er zou een open-pit mijn komen in Skouries, terwijl het Olympias-project het opknappen van een oude ondergrondse mijn omvat. Naast enkele metalen bijproducten zoals zilver en lood, wil het bedrijf tegen 2015 ongeveer 1000 kilogram goud ontginnen (1 kilogram goud is meer als 20 000 euro waard). Ondertussen zijn ze al gestart met onder meer het kappen van bomen. Protestacties blijven. Zo hebben inwoners van Chalkidiki onlangs (in juli 2012) een rechtszaak gewonnen van Hellas Gold. Dezen trokken de legaliteit van de beslissing van het Ministerie van Milieu in vraag, waardoor het project weer gedeeltelijk uitgesteld werd. Hellas Gold is bovendien reeds eigenaar van een mijnbouwproject in Griekenland, in de stad Stratoni, dat al sinds 2005 in werking is. Er wordt lood, zilver en zink geproduceerd in ondergrondse mijnen gelegen onder de stad. Tegenstanders beweren dat ook hier het bedrijf in strijd is met de voorwaarden en verplichtingen. Het maakt bijvoorbeeld gebruik van explosieven in plaats van machinaal graven, waardoor er scheuren zijn waargenomen in verschillende gebouwen van de stad erboven. Deze bewoners hebben het bedrijf ook aangeklaagd, maar de beschuldigingen werden enkele jaren geleden al afgewezen.

De rechtsgetinte regering van premier Antonis Samaras spant samen met het mijnbouwbedrijf om eventuele tegenstanders in te tomen. Griekenland heeft de inkomsten uit deze mijn namelijk ‘nodig’ om Europese mandaten te halen, om ervoor te zorgen dat er terug economische stabiliteit komt en ze zo uit de financiële crisis te geraken. De weg naar die economische stabiliteit gebeurt echter niet democratisch. Er wordt niet gedebatteerd in het parlement over deze mijn en er is al evenmin consensus over. Het debat, of beter verwoord ‘de strijd’, wordt wel gevoerd op straat. Vreedzaam protest wordt hardhandig neergeslagen door de politie.

De protesten escaleren. Getuigen van een betoging op 21 oktober in het Skouries woud vertellen hoe vredelievende betogers in elkaar geslagen en uitgescholden werden door de politie, zonder zelf enige aanleiding daartoe te geven. Traangas en geweld werden ruimschoots gebruikt en enkele van de ongeveer 2500 betogers belandden met verwondingen in het ziekenhuis. Er zijn bovendien al vijftien betogers voor de rechtbank gedaagd voor verzet tegen de staat. Dit is hoogst opmerkelijk aangezien tot nu toe niemand hiervan ooit beschuldigd is geweest sinds het bestaan van de Griekse dictatuur, volgens sommige bronnen.

Het project wordt veelbelovend voorgesteld door de overheid: de staatsschuld aflossen en werkgelegenheid voor de lokale bevolking creëren. Deze kleine voordelen wegen voor de lokale bevolking echter niet op tegen de enorme nadelen. Eén van de mooiste natuurgebieden van Griekenland dreigt vernietigd te zullen worden door deze mijnbouwactiviteiten. Giftig mijnafval, dat cyanide en kwik bevat, zal de omliggende bossen en rivieren vervuilen, zware metalen zoals lood en arseen, de zee. Ook de lucht zal verontreinigd worden door gevaarlijke stoffen en deze zullen terug op aarde komen door zure regen. Bovendien werd de bevolking niet geconsulteerd over deze projecten.

De lokale bevolking heeft daarom een campagne opgericht om de mijnbouwprojecten te verhinderen: “Save the homeland of Aristotle and the gateway to the Holy Mountain”. De bekende filosoof Aristoteles werd namelijk geboren in deze streek en ook de berg Athos. De Heilige Berg is gelegen in de toekomstige goudmijnbouwwerf. Het gebied is tot nu toe gespaard gebleven van de invloeden van de beschaving, momenteel wordt het zelfs enkel bewoond door monniken. De campagne roept mensen over heel de wereld op om hun stem te laten horen. Dit kan, door de online petitie te tekenen!

Auteurs: Truike Geerts en Charlotte Christiaens

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Duizenden inwoners van de regio Cajamarca, Noord-Peru, voeren al meer dan een week lang een protestactie van onbepaalde duur tegen het grootschalige goudproject Minas Conga. Als reactie op het protest liet het bedrijf Yanacocha woensdag weten dat het haar exploratieactiviteiten opschort, “in de hoop dat de sociale rust weerkeert”.

“We zullen de grootste inspanningen leveren voor een verantwoorde mijnbouw”, luidt het in de persmededeling. “We engageren ons om samen te werken, opdat op zo kort mogelijke termijn de voorwaarden vervuld worden voor een transparante en respectvolle relatie tussen staat, bedrijf en civiele samenleving, die ten goede komt aan Cajamarca en het hele land.”

Protest onverminderd

Het communiqué van het bedrijf heeft echter weinig indruk gemaakt in Cajamarca. De leiders van de sociale bewegingen die het protest aanvoeren, lieten verstaan dat ze zullen doorgaan met hun acties tot de regering het project definitief annuleert. Inzet van het conflict is de watervoorziening van de Andes-regio, waar 78% van de bevolking van landbouw en veeteelt leeft. Vier bergmeren zouden vernietigd worden. Minas Conga is een uitbreiding van de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, uitgebaat door hetzelfde bedrijf- een joint venture van het Amerikaanse Newmont Mining, het Peruaanse Buenaventura en de Wereldbank. Die laatste heeft via de International Finance Corporation (IFC) een aandeel van 5% in de mijn. Het gaat met 3 miljard dollar om de grootste mijnbouwinvestering ooit in Peru. Bij confrontaties tussen de boerengemeenschappen en politie zouden al twintig mensen gewond zijn geraakt. De boerenbewegingen krijgen steun vanuit verschillende lagen van de stedelijke bevolking van Cajamarca.

Regering aan zet

Het Conga-project plaatst mijnbouw opnieuw centraal in het nationale politieke debat. Binnen de regering-Humala lopen de interne spanningen op. Volgens het Ministerie van Milieu vertoont het milieueffectenrapport van Minas Conga ernstige tekortkomingen. Daarmee haalt Milieu scherp uit naar het Ministerie voor Energie en Mijnbouw, dat in Peru bevoegd is voor de analyse en goedkeuring van milieueffectenrapporten. Het Ministerie voor Milieu publiceerde zelf een rapport, waarin het stelt dat Conga “het brongebied van het waterbekken drastisch en onomkeerbaar zal aantasten”. Vice-minister voor Milieu José de Echave nam ondertussen ontslag. Volgens hem is het sociale protest tegen Yanacocha “een aanwijzing dat het bedrijf het verkeerd aanpakt”. Hij voegde eraan toe dat “in de toekomst water een steeds belangrijkere rol zal spelen in de sociale conflicten rond mijnbouw in Peru”.

CATAPA blijft de case op de voet volgen. Hou onze website en facebookpagina in de gaten.

Auteur: Wies Willems

Geweld tegen gemeenschappen El Estor

Er zouden minstens één, mogelijk twee doden gevallen zijn en meer dan twintig mensen gewond geraakt, bij verschillende gewelddadige acties tegen bewoners van inheemse gemeenschappen in El Estor, Guatemala. Het bedrijf Hudbay Minerals zou de opdrachtgever voor het geweld geweest zijn. De Canadese mijnbouwmultinational zelf geeft een andere versie van de feiten.

De eerste feiten deden zich zondag voor, nadat de departementale overheid en de nationale gewapende veiligheidsdiensten tevergeefs zouden geprobeerd hebben om de gemeenschap Las Nubes te ontruimen. Het mijnbouwbedrijf Hudbay Minerals eist in de gemeente El Estor gronden op die bewoond worden door inheemse Q’eqchi’-gemeenschappen. Andere bronnen ontkennen dat er ontruimingsplannen zouden geweest zijn en stellen dat er miscommunicatie in het spel was.

Er ontstonden hoe dan ook hevige discussies en de bewoners van Las Nubes (ook bekend als Nube Blanca) kregen de steun van de nabijgelegen gemeenschap Barrio La Unión. Samen begonnen de gemeenschappen blokkades te organiseren en trokken ze in een protestmars naar de hoofdplaats El Estor, om het bedrijf aan te klagen bij het gemeentebestuur.

Onderweg naar El Estor werden de manifestanten echter beschoten door, vermoedelijk, paramilitairen die handelden in opdracht van de Compañía Guatemalteca de Níquel (CGN), het lokale dochterbedrijf van Hudbay. Adolfo Ich Chub, een gemeenschapsleider en onderwijzer van Barrio La Unión, liet hierbij het leven. Zeker acht anderen zouden (zwaar)gewond geraakt zijn.

Maandag werd een bus met gemeenschapsleiders, die onderweg waren van El Estor naar de stad Cobán voor een vormingsactiviteit, onder vuur genomen door onbekenden. Martin Choc, een leider van de gemeenschap Lote 8, zou daarbij gedood zijn. Een medewerker van de mensenrechten-NGO Rights Action, die met de groep meereisde, raakte levensgevaarlijk gewond. De schutters zouden volgens verschillende bronnen in opdracht van Hudbay hebben gehandeld.

Hudbay Minerals voert momenteel voorbereidingsactiviteiten uit in El Estor om een nikkelmijn, die een veertigtal jaar geleden een tijdje actief was, mogelijk opnieuw te openen (lees hierover meer hier). Deze exploratie leidt al enkele jaren tot conflicten over grondbezit met de lokale Q’eqchi’-gemeenschappen en gewelddadige ontruimingen. De gemeenschap Barrio La Unión onderging al drie gewelddadige ontruimingen, in 2006 en 2007. Sinds de hernieuwde interesse voor het nikkel van El Estor is de situatie rond het Izabal-meer, op vlak van grondbezit historisch een zeer complexe regio, weer erg gespannen.

Meer over de confrontaties van de afgelopen dagen in El Estor vind je op volgende pagina’s:

  • http://mimundo-jamesrodriguez-esp.blogspot.com/2009/09/lider-del-barrio-la-union-asesinado-por.html
    (Mi Mundo)
  • http://www.prensalibre.com/pl/2009/septiembre/29/344666.html
    (Prensa Libre)
  • http://www.rightsaction.org/articles/Guatetmala_mining_Hudbay_092809.html
    (Rights Action)
  • http://estamosdefrente.blogspot.com/2009/09/sangre-del-pueblo-en-el-estor.html
    (Frente Nacional de Lucha)
  • http://www.reuters.com/article/rbssIndustryMaterialsUtilitiesNews/idUSN2913518420090929
    (Reuters, geeft verslag over de feiten en standpunten van Hudbay weer)

Auteur: Wies Willems

 

Verenigd protest in Ciudad de Guatemala

Verenigd protest in Ciudad Guatemala

Het volk verenigde zich, dinsdag in Ciudad Guatemala. Een mix van vakbonden en boerenbewegingen,  in totaal naar schatting 3000 manifestanten, kwam samen in de straten van de hoofdstad.

Dinsdag 14 juli, Ciudad Guatemala. Daan, Marijke en ik nemen een taxi van de luchthaven naar de Zona 2, waar we een drietal nachten onderdak zullen krijgen in het huis van de Amerikaans-Guatemalteekse NGO Sister Parrish.

Roetzwarte uitlaatgassen, kleurrijke straathoekkraampjes, zwaar gewapende bewakers aan winkels en banken,  “memoria, verdad y justicia” op de muren geschilderd- door de autoraampjes dringen de eerste indrukken binnen. Het decor bestaat uit bergen, een vulkaan, groepjes cirkelende gieren.

De 9-to-5-werkdag zit erop en onze chauffeur steekt zijn ergernis over de files niet onder stoelen of banken- “je verspilt dan zoveel benzine”. En er is nog een andere reden voor de files, zo blijkt uit zijn gezucht: “manifestaciones”. Een drietal keren dommelt hij bijna in en moet ik hem voorzichtig weer het verkeer in porren.

Wanneer we het Parque Central voorbij rijden, het centrale grote plein waar het presidentiële paleis staat, merken we inderdaad dat er iets -in de vorm van sociaal protest- aan de gang is vandaag. De krachtige stem van een vrouw, we zien haar niet, weerklinkt over het plein: dat het genoeg is geweest met de bedrijfspolitiek van de regering Colom, dat de Guatemalteekse politici nu maar eens aan de meerderheid van hun volk moeten denken.

Her en der zitten kleine groepjes inheemse vrouwen zij aan zij aandachtig te luisteren. In vele kleurrijke chicken buses zijn manifestanten van hun gemeenschappen hogerop in de hoofdstedelijke provincie en vanuit de westelijke Hooglanden naar de hoofdstad afgezakt. Anderen kwamen gewoon te voet, lezen we later.

De bewoners van de gemeenschappen van San Juan Sacatepéquez, waar het leger eerder protest al in de kiem probeerde te smoren, willen de verwijdering van een cementfabriek op hun gronden. Ze kregen na onderhandeling de belofte op een milieu-impactstudie.

Een delegatie van San Mateo Ixtatán overhandigde aan het Ministerie van Energie en Mijnbouw de resultaten van een volksraadpleging waarin buurtbewoners zich uitspraken tegen mijnbouwactiviteiten op hun woongebied. Over het hele land blokkeerden boeren verschillende hoofdwegen. De eisen: de opschorting van de nieuwe mijnbouwwet en de 50 licenties die momenteel in het Westen van het land van kracht zijn. Het antwoord van Colom is dat er geen mijnactiviteit zonder volksraadpleging zal zijn.

Ook werknemers van Justitie zouden deelgenomen hebben aan de betogingen- met een kreet om een hoger loon en een betere functionering van het rechtssysteem.

Is er gecoördineerd protest op gang aan het komen in Guatemala? Vorige week kwamen in de hoofdstad naar verluidt al om en bij de 15 000 mensen samen in een nationale anti-mijnbouwbetoging. In een land getekend door fragmentatie, grote machtsverschillen en wantrouwen, niet alleen tussen bevolkingsklassen, maar ook onderling tussen verschillende basisbewegingen en NGOs, is dat opmerkelijk.

 

Wies Willems