EU kiest metaal boven mensen

De Europese Unie keurt nieuwe mijnbouwprojecten goed en negeert daarbij de lokale bevolking. In mei 2024 ging de Europese Critical Raw Materials Act in voege. Het doel: Europa onafhankelijker maken op het vlak van grondstoffen die de EU essentieel acht voor haar economie. Meteen werd er een oproep gelanceerd voor projecten die dit mee konden realiseren. Vorige week werd bekend gemaakt welke 47 projecten financiering en versnelde vergunningsprocedures zullen krijgen. 23 ervan zijn mijnbouwprojecten.

De stem van lokale gemeenschappen wordt niet gehoord
Lokale gemeenschappen werden niet geconsulteerd in dit beslissingsproces. De 4 open put lithiummijnen die Savannah Resources wil openen in Covas do Barroso, Portugal, staan op de lijst. Dit ondanks jarenlang protest van de lokale bevolking. De mijn van Anglo American die de Sámi van hun land zou drijven in Lapland: op de lijst. De mijn van Euro Sun Mining in Rovina, waartegen de lokale bevolking een rechtszaak won, je raad het al: op de lijst. Cinovec in Tsjechië? Jup.

De EU laat haar geostrategische belangen voorgaan op de gezondheid en leefomgeving van duizenden mensen. Daarmee treedt het haar eigen conventie van Aarhus met de voeten. Het is verplicht bij lokale gemeenschappen toegang tot milieugerelateerde info over hun leefomgeving te verschaffen, hen betekenisvolle inspraak te verlenen bij projecten die een impact hebben op hun leefomgeving en hen toegang te geven tot een onafhankelijke rechtbank om dit recht te garanderen. De EU treedt negeert haar eigen wetgeving om bedrijven naar metaal te laten graven.

Mijnbouw=milieuramp
Het is logisch dat er geprotesteerd wordt tegen het openen van nieuwe mijnen. De Europese regelgeving rond mijnbouw is beperkt tot het 20 jaar oude ‘Extractive Waste Directive’, hopeloos verouderde wetgeving. Zelfs landen met een geschiedenis van destructief extractivisme als Brazilië en Peru doen het beter op dat vlak. Europa heeft bovendien een geschiedenis van verregaande destructie door mijnbouw. In 1998 brak een dam van een Boliden-mijn in Aznacóllar, Spanje en werd 6 miljoen ton giftig mijnbouwafval in de omgeving geloosd. Boliden verklaarde haar Spaanse tak failliet en nam nooit volledige verantwoordelijkheid voor de door haar veroorzaakte schade. In 2000 brak een dam in Baia Mare en werden enorme hoeveelheden cyanide geloosd. Het drinkwater van 2,5 miljoen Hongaren werd vergiftigd en 80% van de vissen in de Tiszarivier stierf.

De dammen voor opslag van mijnbouwafval die zullen gebouwd worden voor de huidige mijnbouwgolf zouden bij een breuk of lek een veelvoud van die schade kunnen veroorzaken. Het is opvallend dat de lijst strategische projecten van de EU volstaat met bedrijven die zich schuldig hebben gemaakt aan ecocide. De kopermijn van Cobre Las Cruces loosde arsenicum in de omgeving rond Sevilla, putte het grondwater verder uit dan was toegelaten, zag drie van haar managers veroordeeld voor ecologische misdaden en had in 2019 nog een aardverschuiving op haar terreinen, maar krijgt vandaag doodleuk extra financiering en makkelijkere toegang tot vergunningen van de EU. Op zich is dit niets nieuws, dit soort bedrijven krijgt via onder andere het Horizon project al jaren middelen van de EU voor ‘groene mijnbouw’. De schaal (en dus de gevolgen) zijn nu alleen een pak groter.

Mijnbouw heeft echter geen rampen nodig om het milieu en de leefomgeving kapot te maken. De mijnbouwsector is verantwoordelijk voor naar schatting 4 tot 7 procent van de wereldwijde uitstoot. Mijnbouw heeft gigantische hoeveelheden water nodig en put het grondwater uit. Mijnbouwafval en de opslag ervan is vervuilend en (zoals in de vorige paragraaf getoond) risicovol. In Kiruna, Zweden is onlangs een heel dorp moeten verplaatst worden omdat het letterlijk in een mijn aan het vallen was.

Jadar, Servië
Het focuspunt van de EU op dit moment is Jadar, Servië. Daar zit de naar verluid grootste reserve van lithium in Europa onder de grond. Rio Tinto, een bedrijf bekend voor ecocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden over de hele wereld, wil die reserve opgraven. Ze stuit echter op gigantisch protest van de Serviërs. De EU zal gauw bekend maken welke strategische projecten het buiten de EU zal steunen en wil heel graag Jadar op die lijst. Als een echt koloniaal instituut laat de EU haar propaganda de vrije loop, in de hoop de stem van de lokale bevolking te verdrinken. Catapista’s schreven er recent verschillende opiniestukken over in Dewereldmorgen en De Standaard. Jammer genoeg laten grote media de lokale bevolking niet aan het woord in hun recente stukken over mijnbouw.

Er is een alternatief
Het dominant discours zegt dat we nieuwe mijnbouw nodig hebben om als Europa in onze noden te kunnen blijven voorzien. Maar welke noden? We hebben geen nood aan nieuwe elektrische wagens, maar aan meer, beter en gratis openbaar vervoer. We hebben geen nood aan nieuwe wapens. Niemand vraagt om meer wegwerp gadgets met li-ion batterijen. Toch is dat waar een groot deel van onze nieuwe productie heen zal gaan. Daar stopt het ook niet. Een mijn bouwen kost zoveel geld, dat eens hij open is, hij moet blijven produceren om winst te boeken. Dat betekent dat er zal geproduceerd worden om te mijnen en niet omgekeerd.

Wanneer de gigantische sommen die zullen worden vrijgemaakt voor nieuwe mijnbouw zouden worden geïnvesteerd in degrowth en recyclage, in collectieve vervoersmodi, in ervoor zorgen dat elektronische producten lange meegaan en in andere sociale en ecologische maatregelen, pas dan zal Europa echt materiaal-onafhankelijk zijn.

 

DocVille annuleert de vertoning van pro-mijnbouw documercial ‘Not in my country’

DocVille documentairefestival annuleert vertoning van pro-mijnbouw propagandafilm ‘Not in my country’

  • Docville annuleert de vertoning van ‘Not in my country’, een film die lokale gemeenschappen en activisten die zich verzetten tegen destructieve mijnbouwprojecten in hun land criminaliseert
  • De vertoning werd geannuleerd onder druk van geplande protesten
  • We roepen iedereen op om te luisteren naar de stem van lokale gemeenschappen

Het Leuvense documentaire filmfestival DocVille annuleerde de panelsessie ‘ethisch mijnen, kan dat?’. De discussie zou gaan over de film ‘Not in my country’, een documentaire gemaakt door Peter Tom Jones, de directeur van het Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen aan de KU Leuven. Dit stuk propaganda criminaliseert mensen die protesteren tegen lithiumontginning door mijnbouwbedrijf Rio Tinto in Jadar, Servië. Het stelt dat deze activisten marionetten zijn van extreem-rechts en het Kremlin.

De agenda is duidelijk: Peter Tom Jones wil meer mijnbouw in Europa. Om dat doel te bereiken moeten lokale gemeenschappen die vechten tegen de vernietiging van hun omgeving door mijnbouw het zwijgen worden opgelegd.

Criminalisering van activisme
Een recent opiniestuk van Catapistas in De Standaard vat de problemen met Jones’ standpunt samen: “Jones suggereert dat klimaatactivisten ‘onnatuurlijke allianties’ vormen met extreem-rechtse groepen. Dit is een gevaarlijke en onrechtvaardige framing, die doet denken aan de manier waarop inheemse en lokale gemeenschappen wereldwijd systematisch worden gecriminaliseerd wanneer ze zich verzetten tegen destructieve mijnbouwprojecten. De legitieme oppositie van bezorgde lokale gemeenschappen, wier directe leefomgeving en manier van leven worden bedreigd, wordt afgedaan als extreem, onredelijk of egoïstisch. Hoe kunnen we spreken van een eerlijk debat als één stem vanaf het begin wordt gemarginaliseerd?”

Het was duidelijk dat deze film geen opstap was naar een eerlijk debat. Je begint een debat over over PFAS niet met een filmpje van 3M. Een panel over wapenbezit leid je niet in met een filmpje van de National Rifle Association. Het komt niet als een verrassing dat mensen van plan waren om te reageren op deze film. De Belgische academische – en kunstwereld lanceerden een open brief waarin ze het neokoloniale narratief van de film aan de kaak stelden. Het marginaliseren van stemmen die hun land willen verdedigen doet inderdaad denken aan de manier waarop koloniale machten hun uitbuiting probeerden te rechtvaardigen. Mensen in Barroso (Portugal) en Jadar (Servië) hadden eerder al hun woede geuit over de vertoning van deze film. Samen met verschillende solidariteitsgroepen bereidden ze zich voor om de stem die Jones probeert te marginaliseren een platform te geven tijdens de vertoning. Mensen hebben het recht om nee te zeggen tegen mijnbouw op hun land.

Annulering van het debat
We begrijpen dat DocVille een sereen debat wilde aanmoedigen en daarom besloten heeft om de vertoning van de documentaire te annuleren. De film is zeer polariserend gebleken, de criminalisering van lokale gemeenschappen leidt begrijpelijkerwijs tot verontwaardiging. Hoe dan ook verwerpt CATAPA elke vorm van intimidatie of geweld.

We moeten echter niet voorbijgaan aan de bredere kwestie: gemeenschappen wereldwijd die zich verzetten tegen mijnbouwprojecten krijgen te maken met onderdrukking, geweld, bedreigingen en zelfs moord. Organisaties als Amnesty International hebben deze mensenrechtenschendingen uitgebreid gedocumenteerd. De bedrijven die in deze documentaire worden verdedigd, schenden massaal het recht op vrije meningsuiting van lokale gemeenschappen en proberen hen op alle mogelijke manieren het zwijgen op te leggen. We veroordelen deze tactieken ten zeerste.

De documentaire – in de voornoemde open brief “documercial” genoemd – behartigt eenzijdig de belangen van Rio Tinto, een bedrijf met een verontrustende staat van dienst op het gebied van mensenrechtenschendingen, ecocide en intern misbruik, waaronder gevallen van seksueel geweld en racisme. Rio Tinto is betrokken bij oorlogsmisdaden, de vernietiging van heilige plaatsen van Australische aboriginals en het dumpen van giftig mijnafval, zoals cyanide. Het is logisch dat een dergelijk eenzijdig beeld van de mijnbouwindustrie op weerstand stuit.

De nauwe banden tussen de mijnindustrie en bepaalde academische instellingen doen bovendien zorgen rijzen over belangenvermenging. Onderzoeksinstellingen, vooral diegene die profiteren van door de EU gefinancierde Horizon-projecten, werken vaak samen met spelers uit de industrie, wat leidt tot een vooringenomen narratief, waarbij alternatieven op mijnbouw niet worden onderzocht. In plaats van ons enkel te richten op meer mijnbouw, zouden we prioriteit moeten geven aan het doen afnemen van materiaalproductie, hogere efficiëntie bij het inzetten van grondstoffen, recycling en stedelijke mijnbouwstrategieën. De bewering dat er “geen alternatief” is voor grootschalige mijnbouw in de EU is niet alleen misleidend, maar ook politiek gemotiveerd..

We roepen iedereen op om te luisteren naar de stem van lokale gemeenschappen, hun recht om mijnbouwprojecten te weigeren te respecteren en een echt open en democratisch debat te stimuleren – een debat dat niet wordt gedicteerd door bedrijfsbelangen, maar door oprechte zorg voor sociale en ecologische rechtvaardigheid.

De academische wereld heeft al te nauwe banden met de mijnbouwindustrie


Protests defending the Jadar region against Rio Tinto’s mining activities.

De academische wereld heeft al te nauwe banden met de mijnbouwindustrie
Protestacties tegen mijnbouw in diskrediet brengen is niet de juiste weg naar een groene toekomst.

Peter Tom Jones, directeur van het KU Leuven Instituut voor Duur­zame Metalen en Mineralen, verdedigde in een opiniestuk voor De Standaard lithium-mijnbouw en valt ecologische verdedigers aan. Catapista’s Kim Claes, Alberto Vázquez Ruiz, Robin Roels & Hanne Cottyn schreven een antwoord.

De Standaard gepubliceerd op 16/03/2025

In zijn meesterwerk 1984 beschrijft George Orwell hoe een constante staat van oorlog wordt gebruikt om de bevolking te controleren: ze creëert angst, rechtvaardigt autoritaire maatregelen en onderdrukt kritische stemmen. In zijn opiniestuk (DS 7 maart) past Peter Tom Jones, directeur van het KU Leuven Instituut voor Duur­zame Metalen en Mineralen, een gelijkaardige retoriek toe op het debat over mijnbouw en de grondstoffenvoorziening van Europa. Jones stelt dat bezorgde burgers en ngo’s die zich verzetten tegen mijnbouw “de bal misslaan” en de groene energietransitie ondermijnen. In plaats van een constructief debat te voeren over de toekomst van ons grondstoffenbeleid, zet hij al wie vragen stelt bij de noodzaak van massale mijnbouw weg als vijand van de vooruitgang. Dat is geen academische discussie meer, dat is een politiek gekleurde aanval op democratische inspraak.

Jones suggereert dat klimaatactivisten in “onnatuurlijke allianties” zitten met extreemrechts. Dat is een gevaarlijke en onterechte framing, die doet denken aan de manier waarop wereldwijd inheemse en lokale gemeenschappen systematisch worden gecriminaliseerd zodra ze zich verzetten tegen destructieve mijnbouw­projecten. Het legitieme verzet van bezorgde lokale gemeenschappen die hun directe leefomgeving en manier van leven bedreigd zien, wordt weggezet als extreem, onredelijk of egoïstisch. Hoe kunnen we spreken van een eerlijk debat als één stem vooraf wordt gemarginaliseerd?

Bovendien beweert Jones dat er “geen alternatief” is voor meer mijnbouw in de EU, terwijl er tal van mogelijkheden zijn die nauwelijks worden onderzocht. Drastische reductie en efficiënter gebruik van metalen wordt amper benoemd. Waarom ligt de focus zo eenzijdig op primaire ontginning? Het antwoord ligt deels in de al te nauwe banden tussen onderzoeksinstellingen en de industrie.

De industrie en sommige academische instellingen werken al jaren samen binnen door de EU gefinancierde ‘Horizon’-onderzoeksprojecten. Dat hoeft op zich niet problematisch te zijn, maar het risico op belangenconflicten is reëel als er geen publieke controle is. Hoe onafhankelijk is het onderzoek nog als er systematisch samengewerkt wordt met dezelfde industriële spelers?

Lange lijst catastrofes
De vraag mag gesteld worden: wordt er écht gekeken naar de duurzaamste oplossingen, of alleen naar de oplossingen die het best passen in het verdienmodel van de mijnbouwbedrijven, die hun winsten doorsluizen naar hun aandeelhouders? Jones gebruikt de EU-onderzoeksbudgetten om mijnbouw in de EU te promoten. Dat roept vragen op over de wetenschappelijkheid van zijn betoog, zeker als hij alleen de voordelen belicht en de nadelen minimaliseert. Hoe wetenschappelijk is het om het International Resource Panel (het expertenpanel van de Verenigde Naties rond natuurlijke hulpbronnen) systematisch te negeren? De negatieve impact van mijnbouw op lokale gemeenschappen en ecosystemen is goed gedocumenteerd, maar Jones vermeldt ze nauwelijks in zijn argumentatie.

Een veelgehoord argument is dat Europa “betere” mijnbouwstandaarden heeft dan de rest van de wereld en dus aan “verantwoorde mijnbouw” kan doen. Maar er is geen enkele garantie dat we het hier in Europa beter zouden doen. Iets meer dan vijftien jaar geleden was Europa alvast de regio met het op een na hoogste aantal incidenten met residudammen van mijnbouw in de wereld. Ook hier is er een lange lijst van mijnbouwcatastrofes, conflicten, mensenrechtenschendingen, problematische publieke consultaties en ecologische ravage. We dreigen trouwens dezelfde fouten opnieuw te maken, met de recent voorgestelde ‘Omnibus’-wetgeving en de bredere afbraak van milieubeschermende regelgeving in de EU. Dat zal leiden tot zwakkere milieueffectenbeoordelingen en tot de afbouw van vergunningsprocedures. Natura 2000-gebieden – de waardevolste natuurgebieden in de EU – staan onder druk, lokale gemeenschappen krijgen nauwelijks inspraak.

Valse keuze
Dat is zogezegd allemaal nodig om de geopolitieke wedloop niet te verliezen. Het discours dat Europa “zijn welvaart zal kwijtspelen” als we niet snel handelen, dient vooral de agenda van de industrie. We worden voortdurend bang gemaakt: van Chinese controle over elektrische wagens, Russische invloeden bij de mijnbouwprotesten in Servië tot de Amerikaanse dreiging op Groenland. Door een beeld te schetsen waarin Europa zich in een geopolitieke strijd bevindt en mijnbouw de enige redding is, worden we voor een valse keuze gesteld: óf we graven meer, óf we verliezen onze welvaart en geopolitieke positie. Net zoals in 1984 dient die retoriek niet om een open debat te voeren, maar om kritische stemmen monddood te maken. Maar we hoeven niet blindelings mee te gaan in die economische oorlogsretoriek.

Het echte probleem is niet dat mensen tegen verandering zijn, maar dat de voorgestelde verandering vooral bepaalde economische actoren ten goede komt en niet de samenleving.
Een eerlijke transitie vereist een beleid dat welzijn boven winst plaatst. Dat betekent een grondstoffenbeleid in lijn met de aanbevelingen van het International Resource Panel, waarin drastische reductie van materiaal­gebruik en internationale samen­werking centraal staan. Dat zou Europa net onafhankelijker maken van grootmachten als de VS en China. Een focus op materiaalefficiëntie, recyclage, urban mining en circulaire strategieën in plaats van ongebreidelde ontginning. Volledige inspraak voor lokale gemeenschappen, waarbij hun recht om ‘nee’ te zeggen gerespecteerd wordt. Een kritische blik op de verwevenheid tussen wetenschap, beleidsmakers en industrie, met strikte regels en publieke controle om belangenconflicten te vermijden.
De transitie is te belangrijk om over te laten aan een industrie die alleen haar eigen belangen behartigt. Laten we het debat voeren op basis van eerlijke informatie, zonder angstzaaierij en zonder kritische stemmen in diskrediet te brengen.

Yuturi Warmi – Inheemse Vrouwen Verzetten zich tegen Goudwinning

Margot Tjolle studeerde een MSc in Milieu en Ontwikkeling aan de Universiteit van Kopenhagen. Voor haar masterscriptie ging ze met haar twee onderzoekspartners, Filippo De Rossi en Marie Eenens, op veldwerk in de Serena-gemeenschap. Ze besloten om samen te werken en te leven met Yuturi Warmi om een ​​onderzoeksproject uit te voeren met als doel te begrijpen hoe bedreigde gemeenschappen alternatieven kunnen bouwen voor mijnbouw en extractivisme.

Het kwaad van industriële goudwinning
De laatste jaren is het Ecuadoraanse Amazonegebied steeds meer getroffen door de plaag van zowel illegale als “legale” goudwinning. De mijnen die door officiële bedrijven worden geëxploiteerd, worden echter vaak ook als illegaal beschouwd door de lokale bevolking, omdat ze notoir hun grondgebied betreden zonder hun voorafgaande vrije en geïnformeerde toestemming, en opereren zonder milieuvergunningen.

De negatieve gevolgen van industriële goudwinning beginnen met de ontbossing en verontreiniging van de bodem en rivieren door de giftige chemicaliën die worden gebruikt in het extractieproces, voornamelijk kwik. Naast het vernietigen van de kostbare biodiversiteit van het Amazone-regenwoud, brengt de verontreiniging een scala aan gezondheidsproblemen met zich mee voor de gemeenschappen die afhankelijk zijn van het rivierwater om te overleven, zoals huidziekten en kanker. De bodemverontreiniging voorkomt dat er iets groeit, waardoor hun biologische agroforestry boerderijen, een essentieel onderdeel van hun leven en inheemse cultuur, in gevaar kan komen. Mijnbouw saboteert ook andere milieuvriendelijkere inkomstenbronnen zoals toerisme, omdat het vervuilde land en de rivieren niet langer aantrekkelijk zijn voor het oog van bezoekers. Een andere belangrijke impact die genoemd moet worden, is de toename van onveiligheid en criminaliteit die de mijnbouw met zich meebrengt voor de gemeenschappen, omdat het resulterende gebrek aan educatieve of economische kansen alcoholisme, prostitutie en drugsmisbruik en -handel in de hand werkt.

“Ja, soms word ik boos, omdat deze mijnbouwbedrijven ons grondgebied willen betreden, ze willen het water beschadigen, vooral water is ons leven. Water is voor kinderen om te baden, om te koken en voor ons om te drinken. Door binnen te vallen, willen de mijnwerkers de bomen beschadigd achterlaten. Op ons grondgebied planten we cassave en bananen, deze zullen ook erg beschadigd raken, als ze chemicaliën weggooien. En daarom staan ​​wij, de vrouwen hier, van deze gemeenschap van Serena, hard op. We staan ​​hard op zodat ze niet binnenkomen. Daarom zijn we de Yuturi Warmi-vereniging geworden.” – Corina van Yuturi Warmi

Stroomopwaarts verzet
Echter, stroomopwaarts houden de vrouwen van Yuturi Warmi stand tegenover de (il)legale goudontginners. Yuturi Warmi is de eerste inheemse vrouwengeleide wacht van de provincie Napo, in het Ecuadoraanse Amazonegebied. Yuturi Warmi betekent letterlijk “conga-vrouw”, waarbij “conga” een bepaalde soort mier is die in de Kichwa-cultuur als krijgers wordt beschouwd. Conga-mieren zijn vreedzaam totdat hun territorium wordt bedreigd: als een ongewenste aanwezigheid in de buurt van hun nest komt, verenigen ze zich en bijten ze het individu om zichzelf te verdedigen. Meer dan 40 Kichwa-vrouwen wijden hun dagelijkse leven aan het verzet tegen mijnbouw die hun land proberen binnen te dringen. Door inheemse gerechtigheid – speren, chilipepers, tabak en brandnetels – als wapens te gebruiken, voorkomen ze dat de mijnwerkers de Serena-gemeenschap binnenkomen, een van de laatste gebieden waar de goudwinning niet is geïnfiltreerd en hun rivieren, bodem en lichamen heeft vervuild. Ze patrouilleren ook regelmatig in het gebied en maken traditionele ambachtelijke producten zoals kralensieraden, geweven tassen en keramiek, als een extra bron van inkomsten. Samen met de steun van hun families marcheren ze in verschillende protesten om bewustzijn te creëren dat er inderdaad een alternatief is voor het destructieve ontwikkelingspad dat de mijnbouwbedrijven promoten.

“Op andere plaatsen of in andere gemeenschappen vertellen ze ons dat mijnbouw geld oplevert. En als er families zijn die zich tot mijnbouw wenden en hun land verkopen, is dat vanwege geldgebrek, uit noodzaak.” – Leila van Yuturi Warmi

Helaas dwingen de precaire economische omstandigheden waarin veel gemeenschappen leven, in combinatie met het gebrek aan kansen, hen om hun land te leasen of te verkopen aan de mijnen, voor de magere belofte van een klein economisch voordeel op korte termijn. Het is cruciaal dat gemeenschappen de middelen hebben om alternatieve inkomstenbronnen voor de mijn te creëren, die hun toekomst niet in gevaar brengen. Met andere woorden, het is van vitaal belang dat gemeenschappen hun recht uitoefenen om nee te zeggen tegen extractieve projecten op hun grondgebied en hun recht om ja te zeggen tegen hun gekozen manier van leven en relatie met hun omgeving.

“Voor de toekomst van de Yuturi Warmi hebben we het altijd gehad over het focussen op community tourism. Want als we community tourism doen, kunnen we buitenlanders ons grondgebied laten kennen en respecteren, onze rivieren, onze watervallen, onze bergen… En ook werk bieden aan studenten. Hier krijgen onze middelbare scholieren geen werk tenzij ze 2-3 jaar ervaring hebben. En als ze geen hoger onderwijs hebben, hebben ze geen baan. Dus aan community tourism doen zou ons veel helpen, omdat onze kinderen junglegidsen, raftinggidsen en chef-koks kunnen worden. Hierdoor zou er werk zijn in het gebied en hoeven niet te emigreren. Dat is onze droom, dat is onze toekomst. En daarmee meer weerstand bieden, omdat er mensen zijn die ons leren kennen.” – Elsa van Yuturi Warmi

Lokaal geleid verzetstoerisme
Zoals de presidente van Yuturi Warmi vermeldt, het is hun droom om een ​​door de gemeenschap geleid toerisme project te ontwikkelen. De gemeenschap voorziet in de bouw van een lodge aan de oever van de Jatunyacu-rivier, op hun gemeenschappelijke grondgebied. Ze willen ook een botanische tuin rond de lodge creëren, waar ze verschillende medicinale en traditionele planten zouden planten en deze zouden labelen, in een poging om hun kennis hierover te behouden en te delen. Op dit land zijn ze al begonnen met de bouw van een overdekte ruimte gewijd aan de praktijk van de Wayusupina, een traditionele theeceremonie in de vroege ochtend die belangrijk is binnen de Amazone Kichwa-cultuur. Ze zijn van plan om de bouw van deze site af te ronden om een ​​ruimte te hebben waar ze verschillende aspecten van hun cultuur kunnen vieren en beoefenen, en de gasten te kunnen ontmoeten. Bovendien zou de lodge dienen als een locatie om hun traditionele handgemaakte kralen sieraden en ambachten te verkopen. Dit project zou hen een alternatieve bron van inkomsten bieden voor de destructieve goudwinning, wat hen niet alleen zou helpen extractivisme te bestrijden, maar ook hun cultuur met bezoekers te delen.

Deze collectieve droom is echter geen gemakkelijke opgave om te verwezenlijken. Zodra de benodigde fondsen voor het ontwikkelen van de plannen, het kopen van de materialen en het bouwen van het project zijn verzameld, moeten er voortdurend inspanningen worden geleverd om ervoor te zorgen dat de lodge floreert. Er doen zich verschillende uitdagingen voor bij het introduceren van toerisme als alternatieve bron van inkomsten. Toerisme kan worden gezien als een extractieve activiteit die druk uitoefent op de natuur en lokale gemeenschappen afhankelijk kan maken van een nieuwe onstabiele economische sector. Daarom is het cruciaal om ervoor te zorgen dat het toeristische project is gebaseerd op de behoeften van de gemeenschap en duurzaam is. Een kleinschalig duurzaam toeristisch project betekent bijvoorbeeld een beperkt aantal bezoekers, wat kan betekenen dat er beperkte financiële inkomsten zijn om de gerelateerde activiteiten te ondersteunen. Het is ook belangrijk dat de vrouwen en de gemeenschap zelf eigenaar blijven van het project. Hoewel externe investeringen kunnen helpen het project te financieren, kan het ook de controle naar andere handen verschuiven, zoals naar reisbureaus. Over-performativiteit en het ‘verkopen’ van Kichwa-cultuur en -praktijken om het oog van de buitenlander te vermaken, kan ook vanuit een kritisch oogpunt worden bekeken. De grens is dun tussen de voordelen die het delen en reproduceren van culturele praktijken kan creëeren voor het conserveren van inheemse kennis, en de overdrijving ervan tot onrealistische normen die een stereotiep en geromantiseerd beeld van de gemeenschap kunnen opleveren. Tot slot, aangezien het gebied wordt omringd door illegale mijnbouwactiviteiten, moeten veiligheidszorgen worden geëvalueerd, of het nu gaat om de waterverontreiniging of de potentiële spanningen met pro-mijnbouw groepen in de regio.
Een financieel en goed geïnformeerd gemeenschaps verzet-toerisme project kan niet alleen de vrouwen van Yuturi Warmi en de Serena-gemeenschap in staat stellen hun droom van zelfvoorzienendheid en territoriale bescherming te verwezenlijken, maar ook hun veerkracht en aanpassingsvermogen in het licht van dergelijke uitdagingen verzekeren.

De studenten startten een doorlopende crowdfunding om Yuturi Warmi te ondersteunen bij hun eerste stappen in de ontwikkeling van hun gedroomde gemeenschapstoerisme project. Uw bijdragen zullen de organisatie steunen in hun strijd tegen de mijnen voor de bescherming van hun grondgebied en het Amazone-regenwoud. De ingezamelde fondsen zullen de bouw van een toeristen lodge, een botanische tuin en een traditionele handwerkwinkel ondersteunen.
Link naar de crowdfunding: https://whydonate.com/en/fundraising/Yuturi-Warmi
Voor vragen kunt u contact met ons opnemen via: margot.tjolle@hotmail.com

Carolina en het Recht om Nee te Zeggen

Carolina is een milieuverdediger uit Falan, Colombia. Ze vecht voor het recht om nee te zeggen tegen extractivisme en ja tegen een sterke en veerkrachtige gemeenschap. Samen met Don Wilder toert ze deze maart door België tijdens de Right to Say No Tour. Neem deel aan de evenementen om te horen over de ervaringen van deze milieuverdedigers, hoe onze “groene” transitie hun leven beïnvloedt en hoe degrowth hun strijd zou kunnen helpen.

Mijn naam is Carolina Monje en ik ben een landverdediger. Voor mij is deze plek niet alleen een geografische ruimte, maar ook een thuis die onze geschiedenis, cultuur en tradities omvat. Ik verdedig ons grondgebied omdat ik geloof in het het behoud van onze identiteit en de erfenis van onze voorouders. Mijn rol in het verdedigen van het grondgebied is veelzijdig. Ik werk niet alleen aan de bescherming van ons algemeen welzijn en voor duurzaamheid, maar ik kom ook op voor de rechten van onze gemeenschappen. Als activist neem ik de verantwoordelijkheid op me om de stem te zijn van degenen die niet gehoord worden en vecht ik voor het recht om “ja” te zeggen tegen een toekomst die onze behoeften en waarden respecteert.

Het recht om “ja” te zeggen betekent empowerment voor onze gemeenschap.

Ik wil niet alleen behouden wat we hebben, maar er ook voor zorgen dat we de mogelijkheid krijgen om over ons eigen lot te beslissen. Ik geloof in zelfbeschikking en het belang om de hoofdrolspelers van onze eigen geschiedenis te zijn. Samenwerking met activisten van internationale organisaties is cruciaal in onze strijd. Hun steun kan bijdragen aan middelen, zichtbaarheid en diplomatieke druk om onze positie te versterken. Samen kunnen we allianties bouwen die de gemeenschappelijke uitdagingen waar we voor staan aanpakken.

Als ik naar de toekomst van ons land kijk, zie ik uitdagingen, maar ook mogelijkheden voor positieve verandering. Ik geloof in het vermogen van de gemeenschap en van activisten en voorvechters om zinvolle veranderingen teweeg te brengen. Met de voortdurende steun van internationale organisaties en wereldwijde bewustwording zie ik een toekomst voor me waarin ons grondgebied/land tot bloei komt en zijn culturele en natuurlijke rijkdom voor toekomstige generaties wordt beschermd.

Public speaking workshop 1

Wil je de vaardigheden en het vertrouwen krijgen om CATAPA’s en jouw meningen, kennis en ideeën voor een publiek te vertegenwoordigen? Bijvoorbeeld vol vertrouwen naar een panel of zelf CATAPA presenteren? Wil je tijdens een actie of evenement vragen van pers of omstaanders kunnen beantwoorden?
Doe dan mee aan onze gratis public speaking workshops.
Je kan twee sessies meevolgen want ze vullen elkaar aan, maar je kan ook kiezen om maar één sessie mee te volgen.
Vragen? Mail Catapista Robin
Praat je mee? Vul dan dit formulier in!

Update: de bedreigingen gericht aan de familie van Don Wilder blijven doorgaan…

Eerder deelden we reeds het bedroevende nieuws dat Johan Ferney Aguilar González op 3 september werd vermoord. Daags nadat zijn vader, don Wilder Antonio Aguilar Rodríguez, een aanklacht indiende tegen de Canadese multinational Mirandagold voor het uiten van bedreigen gericht aan hemzelf en zijn familie. Wilder is de sociale leider van Vereda Santa Filomena, een gemeenschap binnen het dorp Falan in Colombia, dat zich verzet tegen mijnbouw in hun leefomgeving en momenteel via legale procedures de exploratieve werken van de multinational op hun grondgebied tracht tegen te houden. 

Tot nu toe werd er nog niemand beschuldigd voor de moord. Het onderzoek is nog volop aan de gang, maar voor de inwoners van Santa Filomena is het duidelijk wie hierachter zit. In een interview met Luis Carlos Barrero, vrijwilliger bij onze partnerorganisatie Comité Ambiental en Defensa de la Vida de Tolima, vertelt Wilder over de impact van de moord op zijn familie en zijn gemeenschap. Die is natuurlijk groot. Zijn familie is verscheurd door het verdriet en er heerst veel angst in de gemeenschap en ver daarbuiten. Maar ondanks alles blijft Wilder doorgaan met de strijd voor een betere toekomst van zijn gemeenschap. Bekijk hieronder het interview. 

Interview Wilder

Alsof dit allemaal nog niet genoeg was, kreeg Wilder opnieuw met serieuze bedreigingen te maken. Zijn familie wordt nog steeds niet met rust gelaten. De Colombiaanse overheid onderneemt duidelijk niet voldoende om milieu- en mensenrechtenverdedigers te beschermen. Samen met onze partners eisen we van de nationale autoriteiten en van president Petro om dringende maatregelen te nemen voor de bescherming van het leven van Wilder en zijn familie.

In Falan is, net als andere delen van het land, het verdedigen van de eigen leefomgeving een activiteit met hoog risico geworden. Mensen kunnen hun huizen amper verlaten en voelen zich continue onveilig. Het recht op leven en het verdedigen van de eigen leefomgeving tegen bedreigen van buitenaf zijn echter mensenrechten.

De Colombiaanse staat heeft de plicht om deze vrijheden van alle Colombianen te beschermen. Lees hier de aanklacht van onze partners en hun eis voor rechtvaardigheid na de nieuwe bedreigingen: Comunicado a la opinión pública (in het Spaans).

Het recht om 'nee' te zeggen

We steunen gemeenschappen hun recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouw en het maatschappelijke systeem dat mijnbouw noodzakelijk maakt. In de Andesregio én hier!

Gold mining

Hoe overtuig je een dorp ervan zijn toekomst te vernietigen? Een handleiding in 8 stappen

Over de hele wereld gebruiken mijnbouwmultinationals vergelijkbare strategieën om gemeenschappen van hun vernietigende projecten te overtuigen. Wil je hun geheime recept weten?

We duiken in het mijnbouwconflict dat momenteel plaatsvindt in het dorp Falán in Colombia, waar multinationals zoals Anglogold Ashanti het dorp voorbereiden op de mijnen die ze er willen openen. De mijnbouwprojecten zullen een verwoestende impact hebben op het milieu, op de toegang tot drinkbaar water, op de landbouw in de regio en op het huidige en potentiële toerisme.

Je kan je dus wel voorstellen dat het moeilijk is om de gezinnen van deze toekomstplannen te overtuigen. Net als duizenden andere gemeenschappen in de wereld verzetten de inwoners van Falán zich tegen de geplande ontginningsprojecten in hun regio en protesteren ze er om hun recht op proper water en een gezonde leefomgeving te behouden.
Omdat geen enkel weldenkend mens een openpitmijn dicht bij huis zou willen en het volkomen terecht is dat ze zich verzetten, is het niet altijd gemakkelijk voor multinationals om hun activiteiten in andere landen uit te rollen. Maar indien jij een onethische mijnbouwmultinational bent die een lokale gemeenschap en het omringende natuurgebied wil verwoesten en de klimaatcrisis en sociale onrechtvaardigheid wil aanwakkeren, dán ben je hier aan het juiste adres.

De 8 stappen hieronder zijn een handige leidraad om gemeenschappen te verdelen, conflicten aan te wakkeren en exact die hoeveelheid chaos te creëren die nodig is om je project te doen slagen.

Stap 1. Bedenk een geschikte naam voor je destructieve project.

Om voor de hand liggende redenen heeft je bedrijf waarschijnlijk een slechte reputatie in de regio die je wilt vernietigen. Hiervoor bestaat een snelle oplossing: creëer gewoon een dochterbedrijf met een andere naam! Ja, zo gemakkelijk kan het zijn.

Anglogold Ashanti gebruikt deze strategie in heel Colombia, waar veel gemeenschappen zich verzetten tegen de komst van het bedrijf naar hun regio vanwege de reputatie die het bedrijf in naburige regio’s heeft. In plaats van tijd te verspillen met speculeren over wat die slechte reputatie over hun bedrijf zou kunnen zeggen, creëren ze dochterbedrijven, met onduidelijke juridische banden, om te beginnen met de exploratiefase in een bepaalde regio.

Neem bijvoorbeeld Falán, daar is een bedrijf genaamd Miranda Gold momenteel de regio aan het exploreren. Het boort gaten van 200 meter diep in de aarde om te onderzoeken welke bergen ideaal zijn voor de ontginning van goud. Nader onderzoek wijst er sterk op dat het bedrijf banden heeft met (en mogelijk financiering krijgt van) Anglogold Ashanti.

Daar houdt het namenspel niet op. Elke mijn heeft een eigen naam, en om de gruwelijke impact ervan goed te verbergen, gebruik je best een naam die een bepaalde historische, culturele of ecologische waarde heeft voor de gemeenschappen die erdoor getroffen zullen worden. Met de juiste merknaam zullen mensen elk vergif drinken.

Wat altijd werkt is gewoon de naam gebruiken van de berg, het meer of de waterval die ‘vervangen’ zal worden door je vernietigende project. Zoals het La Colosa mijnbouwproject in Cajamarca dat vernoemd is naar de La Colosa-waterval. Je hoeft dus niet origineel te zijn. Culturele toe-eigening (cultural appropriation) op zijn best.

Een goed voorbeeld hiervan vinden we in Falán. Het dorp is terecht erg trots op hun natuurreservaat genaamd Ciudad Perdida, of Verloren Stad in het Nederlands, dat naast hectares prachtige natuur en watervallen ook de ruïnes van twee mijndorpen uit de 16e eeuw herbergt. Het is een zeer unieke ecotoeristische attractie die gekend is in de wijdere regio. 

Met een duidelijke knipoog naar het voortzetten van een erfenis van verwoesting, koos een ander bedrijf dat actief is in het dorp (en dat nu een alliantie is aangegaan met Miranda Gold) de naam Lost Cities SAS om licenties te verkrijgen om het gebied te exploreren voor waardevolle mineralen. Mooi zo.

Along comes another company performing exploration for extraction in the village (and that now has formed an alliance with Miranda Gold) in a clear nod to continuing a legacy of devastation, chose the name Lost Cities SAS to obtain licences to start exploring for valuable minerals in the area. Job well done.

Stap 2. Zorg dat de lokale overheid aan jouw kant staat.

Het is belangrijk om de lokale overheid aan jouw kant te hebben. Zij hebben veel macht en invloed en kunnen lokale procedures in jouw voordeel ombuigen en er de weg voor je plaveien. Wees dus niet bang voor corruptie en het omkopen van politici aan de macht. 

Hoe doe je dit? Begrijp eerst goed hoe federale overheden denken. De aantrekkingskracht van een multinational ligt in het neoliberalisme. Dit betekent dat landen worden gezien als ‘arm en onderontwikkeld’ of ‘rijk en ontwikkeld’ in termen van grondstoffenverbruik. Door multinationals uit ‘rijke’ landen naar ‘arme’ landen te halen, hopen federale regeringen winst te maken via belastingen. 

Betaal vervolgens de lokale politici om akkoord te gaan en vergunningen uit te delen, maar ook om tegenstanders van de projecten actief te bestrijden met dreigementen (zie stap 7). Speel zo in de ondermijning van de democratie: de beperkte politieke termijnen laten toe dat dezelfde politici die instemmen met de projecten niet degenen zijn die binnen een bepaalde tijd te maken krijgen met de situatie van waterschaarste, vervuiling en armoede die door de mijnbouwprojecten worden gecreëerd. 

Belangrijk punt: zorg ervoor dat er geen papieren bewijs of wettelijke basis is die je verantwoordelijk kan houden voor de impact van je project op het milieu of op de rechten van de mens.

Stap 3. Lobby zoveel mogelijk om de wet in jouw voordeel om te buigen.

Soms wordt jouw destructieve mijnbouwproject geconfronteerd met vervelende ‘wetgeving’ die de gemeenschappen rechten geeft om over hun eigen territorium te beslissen, of om het milieu te beschermen, of iets dergelijks.

Als bedrijf dat in geen van de bovenstaande dingen geïnteresseerd is, is dit hét moment om allianties te vormen met andere multinationals. Verzamel fondsen – ongeveer het bedrag waarmee je een aanzienlijk deel van het regenwoud zou kunnen herstellen – en gebruik het voor lobbywerk bij de overheid opdat ze mazen in de wet creëren voor bedrijven. Achter gesloten deuren, natuurlijk – we willen niet dat mensen dit te weten komen.

Neem bijvoorbeeld Colombia. In Colombia hadden gemeenschappen het grondwettelijke recht om referenda te organiseren en beslissingen te nemen over hun land. Dankzij die wet en omdat veel gemeenschappen op die manier opkwamen voor hun rechten, werden al verschillende mijnbouwprojecten tegengehouden. 

Maar als gevolg van een sterke mijnbouwlobby kwam er in 2018 de (ongrondwettelijke) beslissing dat deze referenda niet meer georganiseerd mogen worden voor mijnbouwprojecten. Want dat is een zaak van nationaal belang, die de belangen van een lokale gemeenschap overstijgt. Er moeten immers opofferingszones bestaan opdat anderen een rijke levensstijl kunnen leiden. Onthoud: een goede bedrijfslobby is niet gebaseerd op logica of wetenschap. 

Ook lokaal zijn er vaak regels en procedures waarmee je rekening moet houden om je project te doen slagen en die je, indien nodig, in je voordeel dient om te buigen. In Colombia heeft elke gemeente bijvoorbeeld een ruimtelijk ordeningsplan (Plan de Ordenamiento Territorial, POT) waarin ze voor een bepaald aantal jaren bepalen waarvoor hun land mag gebruikt worden. Het POT van Falán bijvoorbeeld staat alleen landbouw en toerisme toe. Maar gelukkig heeft AngloGold vrienden in het gemeentehuis (zie stap 2) en werken zij momenteel aan een herziening van dit plan zodat mijnbouw aan de lijst kan toegevoegd worden.

Stap 4. Cadeautjes! Koop de publieke opinie.

Cadeautjes. Werken. Altijd. Vooral in gebieden waar de toegang tot informatie over de impact van mijnbouw beperkt is, dus dat zijn de gebieden die vaak makkelijker te overtuigen zijn. 

Vergeet niet om alleen geschenken te geven die ook jou ten goede komen, zoals beloftes om betere wegen aan te leggen (die je bedrijf toch nodig heeft om de metalen en mineralen te vervoeren). Dit schept een win-win voor iedereen. Bij twijfel, deel dan gewoon geld uit. 

Het spreekwoord luidt dat ‘slechte publiciteit niet bestaat’, dus zorg ervoor dat de naam van je bedrijf en project zoveel mogelijk verspreid wordt. Kinderen zijn onze toekomstige leiders, vergeet hen zeker niet. Ze zijn ook een makkelijk middel om via hun school hele families te bereiken. 

Mirandagold (of moeten we Anglogold zeggen? Het is moeilijk om het verschil te zien) is kampioen in het uitdelen van cadeaus. In Falán zijn er berichten van boeren die machetes, voedsel en geld ontvingen van hen. Ze creëerden zelfs een speciaal spel voor de kinderen in Falán op de dag van Halloween, waarmee ze tablets konden winnen! Via de plaatselijke school deelden ze speelgoed met hun bedrijfslogo uit aan kinderen. Een geweldige manier om wat extra reclame te maken. Wie zegt dat liefde niet te koop is?

Stap 5. Creëer chaos en conflict, verdeel de gemeenschap in twee kampen.

Dus je hebt cadeaus uitgedeeld, maar mogelijks toch niet iedereen voor je kunnen winnen? Maak je geen zorgen. Er zijn nog andere strategieën die je kunt toepassen. Hier komt de volgende stap naar voren: verdeel en heers. Zorg voor conflicten tussen de groepen in de gemeenschappen. Voedt dat conflict. Wees origineel.

In Falán ontsloeg Mirandagold 100 werknemers tegelijkertijd. Toevallig waren het allemaal inwoners van de gemeente en gebeurde dit toevallig op een moment dat de protesten tegen het mijnbouwproject oplaaiden. Dit is een goede manier om de gezinnen te laten voelen hoe afhankelijk ze zijn van het mijnbouwproject en om vervolgens wrok te voeden tegen de demonstranten die werden afgeschilderd als de oorzaak van de ontslagen. En als er te veel activisten uitgesproken tegen het project zijn, kijk dan rap naar stap 7.

Stap 6. Bereid de lokale gemeenschap goed voor op een gebrek aan drinkbaar water in de toekomst.

De impact van grootschalige mijnbouw op de watervoorraden in de wijde regio is enorm: waterschaarste door de enorme vraag van het ontginningsproces, uitgedroogde meren en rivieren, vervuiling van rivieren en grondwater met zware metalen en giftige stoffen… 

Maar toegang tot voldoende en schoon water is natuurlijk belangrijk voor de gezondheid, voor de landbouw en voor het leven in het algemeen. Lokale gemeenschappen kunnen geen goud drinken. Dus als je van plan bent om een gemeenschap van schoon water te beroven, is het de kunst om ze van tevoren voor te bereiden en de link met het extractivistisch project te verbergen. Dit is een goed moment om plotseling interesse in klimaatverandering te veinzen en de verantwoordelijkheid daaraan te wijden. 

Dat is precies wat er in Falán is gebeurd. Onlangs was er in verschillende regio’s tot wel vijf of zes opeenvolgende dagen een tekort aan water. De lokale overheid schreef de schaarste toe aan klimaatverandering. Wat vreemd is, want het regent er bijna elke dag, en veel. 

Wat ook vreemd is, is dat de bedrijven die in de regio exploreren (en daar veel water voor nodig hebben) wel water ter beschikking hebben voor hun activiteiten. Zij ervaren vreemd genoeg niet dezelfde ongemakken als de inwoners.

Stap 7. Bedreigingen zijn effectieve afschrikmiddelen

Worstel je met wereldverbeterende milieuactivisten die tegen je ontwikkelingsproject vechten? Waarom luisteren als daden meer zeggen dan woorden? 

Bedreig ze. Ga langs hun huizen, laat zien dat je weet waar ze wonen. Ga ‘in gesprek’ met hen. Bij voorkeur vergezeld van een grote groep intimiderend uitziende mannen. Richt je op de leiders van de strijd. Mensen bang maken werkt. Vooral in Colombia, want dat is een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor mensenrechtenverdedigers. Vorig jaar werden er 186 vermoord, dat is bijna de helft van het wereldwijd geregistreerde aantal. 

In Falan werden mensen geïntimideerd door werknemers van het mijnbouwbedrijf en zelfs met de dood bedreigd. Voor dat laatste stuurde de lokale overheid, die pro-mijnbouw is, zelfs de politie op hen af. Mooi in lijn met de vorige stappen, maakt het gebrek aan bewijs op papier het onmogelijk om een verband met MirandaGold te bewijzen, ondanks het duidelijke voordeel dat dit hen oplevert.

Stap 8. Na de aangerichte ravage: frame het resultaat als een succesvol verhaal van ‘groei’.

Effectieve communicatie om jezelf als held neer te zetten vergt veel loze woorden. Beschrijf je project in termen van ‘groei’ en ‘ontwikkeling’. Want wie wil er nu geen groei en ontwikkeling? Die woorden betekenen welvaart, welzijn en jobs – toch? Vermeld gewoon niets over de desastreuze gevolgen van ongecontroleerde groei voor zowel mensen als de planeet. En je hoeft natuurlijk niet te vermelden dat de welvaart en de inkomsten uit die bedrijfsgroei niet bestemd zijn voor de lokale gemeenschap of die armere landen. Ongeacht hoe je het deelt, communiceer steeds dat een grotere taart altijd beter is. Zonder te vermelden dat je de meeste belastingen voor multinationals niet moet betalen. En benadruk vooral niet dat de jobs in de mijnbouw van korte duur zijn, terwijl de milieuschade voor eeuwig is.

Nu is het aan jou!

Met deze stappen kun je ongetwijfeld je grootschalige destructieve mijnbouwproject in een mum van tijd opdringen. Laat het ons weten als je aan andere tactieken denkt om aan de lijst toe te voegen!

Toch van gedachten veranderd over het verlangen naar een extractivistisch mijnbouwproject? Sluit je aan bij ons in de strijd om hier een einde aan te maken.

Corruptie, machtsmisbruik, bedreigingen, Trojaanse paarden, wat er in Falán gebeurt, gebeurt overal ter wereld. 

Maar het verzet is sterk. Gemeenschappen verzetten zich en vechten voor een betere wereld voor zichzelf, hun kinderen en toekomstige generaties. De inwoners van Falán zijn klaar om actie te ondernemen en hebben alternatieve plannen voor de toekomst van hun dorp. 

Volg Colectivo Ambiental Falán y Frias en CATAPA (website/instagram/facebook) om op de hoogte te blijven van de situatie in Falan en andere verzetsbewegingen tegen mijnbouwmultinationals. Je kunt je ook aansluiten bij de Catapista-vrijwilligersbeweging en een actieve rol spelen in het streven naar een samenleving binnen de grenzen van mens en planeet, naar een wereld waarin mijnbouw niet langer nodig is. 

Er werd ook een nieuwe campagne gelanceerd door het Netwerk van Personen Getroffen door Anglogold om het onethische en gewelddadige gedrag van de multinational aan de kaak te stellen en te ontmaskeren en om te eisen dat ze het Colombiaanse grondgebied verlaten. In de webserie genaamd ‘Historias Quebradas’ onthullen ze de wanpraktijken en geheimen van Anglogold Ashanti in Colombia. Bekijk hun website en ontdek hoe jij kunt steunen! 


Dit artikel is het resultaat van een onderzoeksproject uitgevoerd door vrijwilligers van CATAPA’s studie- en lobbywerkgroep in samenwerking met Colectivo Ambiental Falán y Frias.

Steun de Right To Say No Andes partnerbijeenkomst!

De zesde editie van CATAPA’s partneruitwisselingsweek gaat dit najaar door in de Chocó Andino regio (Ecuador). Vanuit eerdere edities geloven we sterk in de meerwaarde en het belang van uitwisseling en ontmoeting voor onze partners. Samenkomsten zoals deze zijn een van de essentiële manieren om te bereiken dat gemeenschappen tegen 2030 manieren hebben om mijnbouw te stoppen (een van de strategische uitkomsten van CATAPA)

Tijdens de uitwisselingsweek van 2023 richten we ons op het recht om ‘nee’ te zeggen in de Andes-regio.

Het delen van kennis en strategieën over het voorkomen van mijnbouwprojecten en over het omgaan met de gevolgen van de aanwezigheid van mijnbouwbedrijven op hun land, versterkt de deelnemers. Ze vertrekken met een bredere geopolitieke kijk, nieuwe ideeën en mogelijke acties voor hun verzet en voor hun blijvende aanwezigheid in hun regio, gedeelde solidariteit voor de strijd tegen mijnbouw in de Andesregio en hernieuwde energie en inspiratie om hun strijd voort te zetten.

Jij kan ons en onze partners helpen om deze bijeenkomst mogelijk te maken.

Maak het verschil voor onze partners!

Om de transportkosten, het werk van onze gastorganisatie en de accommodatie en maaltijden te kunnen betalen, zijn donaties nodig. We zijn dankbaar voor elke mogelijke financiële steun.

Jij kan met je gift het verschil maken. Stort op bankrekening BE49 9795 2861 7871 met als onderwerp ‘RTSN GATHERING ’23.

Als je in België doneert, zijn giften vanaf € 40 fiscaal aftrekbaar.

Falán: het dorp in Colombia waar het koloniale tijdperk maar blijft voortduren

Het verliezen van de strijd tegen de mijnbouw zou betekenen… Gedwongen migratie, dood, het zou de bergen binnenstebuiten keren. Het zou het verdwijnen van de voorouderlijke verbale cultuur betekenen. Het zou veel mensen in een heel slecht scenario brengen, mensen zullen vechten voor hun overleving, voor waar ze wonen. Het zou… het zou het verlies van de Magdalena rivier betekenen, het zou het verlies van de Gualí rivier betekenen, het zou het verlies van endemische soorten betekenen – de kikker, de orchidee. Mensen zouden met niets achterblijven. De mensen, de dieren, het bos… Het zou verliezen betekenen… verliezen… alles verliezen. Alles verliezen.

– Osiris Ocampo, Falán

Het begon allemaal zo’n 400 jaar geleden, toen de Spanjaarden waardevolle metalen ontdekten in de bergen van wat nu Falán is, een Colombiaans dorp met zo’n 8.000 tal inwoners. Ze openden er mijnen met als doel zoveel mogelijk goud te exporteren naar Europa. Deze mijnen werden honderden jaren geëxploiteerd door het koloniale bewind, waarna ze van 1890-1920 nog door de Engelsen werden beheerd. De impact op de lokale gemeenschap en ecologie waren gelijk aan wat algemeen bekend is van mijnbouw: vervuiling, sociale disruptie en armoede. Er is (jammer genoeg) nog meer goud te bespeuren op Falán’s grondgebied. Drie multinationals exploreren er momenteel in de hoop er weldra met hun ontginningsprojecten te kunnen starten. Deze keer via openpitmijnbouw, een vorm van extractie met veel meer sociale en ecologische impact dan de eerdere ondergrondse mijnbouwprojecten door de Spanjaarden en de Engelsen. Maar het verzet is sterk. Als het aan de milieuactivisten in Falán ligt, gaan deze projecten niet door en stopt de kolonisering van Falán nu meteen.

 

De Verloren Stad, herinnering aan de Spaanse kolonisatie

Wie al gehoord heeft van het dorpje Falán, gelegen in het noorden van provincie Tolima, Colombia, kent waarschijnlijk ook hun Ciudad Perdida, ofwel de Verloren Stad. Dat is de toeristische trekpleister van het dorp waar je te voet, te ziplijn of al muurklimmend een prachtig stukje natuur kan ontdekken. Zeker het bezoeken waard!

Al heeft de plek een duister verleden. Je kan er ruïnes bezoeken van de Santa Ana goud- en zilvermijnen en het naastgelegen dorp, die beide het levenslicht zagen in tijden van Spaanse kolonisatie in de 17de eeuw. Het grondgebied werd voorheen bevolkt door inheemse gemeenschappen, die door de komst van de Spanjaarden verdreven werden van hun territorium of ingeschakeld in de mijnen. De mijnen waren het rechtstreekse eigendom van de koning van Spanje, die opriep tot uitvoering van de projecten en met open armen het ontgonnen goud en zilver ontving. In Falán daarentegen werd zowel de inheemse gemeenschap als een prachtig stuk natuur van de kaart geveegd. Dit was de start van een koloniale periode die ook vandaag nog voortduurt.

Het dorp Santa Ana (nu Falán) werd gesticht, bewoond door Spaanse mijnbouwwerkers, en over velen decennia werden kilometerslange tunnels gegraven in de bergen op zoek naar hoge concentraties van goud en zilver.

 

Recessie na Engelse mijnen 

Na de onafhankelijkheidsoorlog werden de mijnen ter concessie gegeven aan Britse bedrijven en opnieuw decennialang geëxploiteerd, tot de jaren 20 van vorige eeuw. Op verschillende plekken in Falán en Frías (een gemeentelijk district verbonden aan Falán) worden oude mijnen opnieuw in werking gesteld en nieuwe geopend. Kilometers nieuwe tunnels worden gegraven in de bergen om er aan ondergrondse mijnbouw te doen.

De inwoners van Falán en Frías houden geen goede herinneringen over aan deze periode. De verhalen die terugkomen gaan onder andere over dode ‘quebradas’, dat zijn kloven tussen twee bergen waar een waterbron doorloopt. Door vervuiling en waterverbruik van de Britse mijnen 100 jaar geleden is vandaag de dag op die plekken nog steeds amper dierlijk leven te bespeuren.

Maar ook het verhaal van economische recessie en sociale problematieken als gevolg komt steeds terug. Nadat de bedrijven besloten te stoppen met ontginnen wegens niet meer winstgevend genoeg, ging het volledige dorp door een moeilijke periode. Na 40 jaar van ontginning waren de inwoners erg afhankelijk geraakt van de mijnbouw en daarom ging een plotse sluiting samen met recessie en sociale disruptie. Een tijdelijke economische groei en jobopportuniteiten in de regio werd snel omgeruild voor een lange periode van armoede en economisch herstel. Dat zijn de verhalen die nog steeds de ronde gaan in het dorp, waar de overgrote meerderheid van de inwoners nu terug afhankelijk is van landbouw. Dat is een iets stabielere vorm van inkomen, maar de regio kampt nog steeds met een hoge armoedegraad. 

Vanwege deze sterke landbouwgeschiedenis zien de inwoners van Falán en Frías zichzelf bovendien niet als mijnbouwers – de mijnen waren immers altijd koloniaal en werden beheerd door bezetters. Net zoals de koloniale periode 400 jaar eerder bracht de exploitatie van buitenlandse mijnbouwbedrijven heel wat teweeg in Falán. Het ontgonnen goud werd opnieuw geëxporteerd naar het buitenland terwijl ze in Colombia met de impact achter bleven. Sprekende gelijkenissen met de Spaanse kolonisatie 400 jaar eerder.

 

Een neoliberale koers 

Meer recent is ook het Colombiaanse economische beleid en specifiek de veranderingen in het beleid rond landgebruik tekenend voor het bestaan en welzijn van boeren op het platteland vandaag. Historisch gezien is het overgrote deel van de Colombiaanse populatie campesinos, plattenlandsbewoners die leven van landbouw, veeteelt, visserij, of artisanale mijnbouw, die gesetteld zijn op afgelegen en vaak moeilijk te bereiken plekken in relatief autonome gemeenschappen. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw focust het Colombiaanse economische beleid op het ‘effectiever’ vormgeven van de economie door families van boeren van hun land te verdrijven zodat grote industriële boerderijen en (meer recentelijk) monoculturen hun plaats kunnen innemen. De geschiedenis van dit economische beleid is bloedig. Vele campesinos werden verdreven of vermoord zodat hun land beschikbaar zou worden. Daarnaast was dit economische beleid één van de oorzaken van de langdurige burgeroorlog, en veel campesinos waren slachtoffer van het geweld tussen de guerrillas en de staat. Velen werden onteigend van hun land en hun leven in het platteland.

 

In de jaren 90 en 2000 werd onder druk van internationale organisaties zoals de World Bank en het International Monetary Fund de Colombiaanse economie (en de mijnbouwsector) geneoliberalizeerd. Bedrijven werden geprivatiseerd, regelgeving verzwakt, en de sector werd opengesteld voor de internationale vrijemarkteconomie. Net zoals in de rest van Zuid-Amerika, en veel andere ‘arme’ of ‘onderontwikkelde’ landen, werd extractie voortaan gedaan door multinationale bedrijven uit ‘rijke’ landen. Zij strijken verreweg het grootste deel van de winst op, betalen weinig belasting aan de Colombiaanse staat (wat zou moeten leiden tot ‘development’), terwijl de lokale bevolking slechts achterblijft met de immense ecologische, sociale en economische impact, zonder zeggenschap in hun eigen toekomst. Het internationale neoliberale beleid, en consequentieel de aankomst van multinationale mijnbouwbedrijven, is een volgend hoofdstuk in de lange geschiedenis van imperialisme dat boeren onteigend van hun land, en hun economische middelen, gezondheid, rust, en leven verwoest. 

 

Kolonisatie anno 2023

Het verhaal is nog niet voorbij. Opnieuw is er interesse vanuit andere landen in het grondgebied. Drie multinationals kregen vergunningen om 36.000 hectare te exploreren voor kostbare metalen. Dit keer met het doel om van start te gaan met openpitmijnbouw, een vorm van extractie die vele malen disruptiever is voor de wijde regio dan de ondergrondse tunnelmijnbouw die voorheen plaatsvond in Falán. Dat omdat in dit soort mijnbouw, zoals de naam insinueert, de gehele berg, inclusief ecosysteem, wordt getransformeerd tot een ‘pit’ – een groot levenloos gat daar waar voorheen leven was. Daarnaast is er zeer veel water nodig, wordt er gebruikt gemaakt van een grote hoeveelheid gevaarlijke chemische stoffen en wordt er veel toxisch afval gecreëerd.

Cerro de Pasco mijn, Peru ©Simon Lenskens

Terechte zorgen dus bij de inwoners van Falán. Alleen al de exploratie roept bezorgdheden op, want hiervoor worden in de wijde omgeving gaten in de grond geboord van 200 meter diep, wat de ondergrondse waterstromen beïnvloedt en het leven op het land verstoord. In Líbano, een dorpje zo’n 25km zuidwest van Falán, waren velen boeren gedwongen te vertrekken nadat de opening van de mijn leidde tot waterschaarste. Voor een gemeenschap die voor een groot deel afhankelijk is van landbouw zijn water en gezonde grond steeds terugkomende bezorgdheden. Trotse boeren spreken over hoe vruchtbaar de grond is in deze regio, en hoeveel toekomst er is voor bijvoorbeeld biologische landbouw van cacao, koffie, guanabana, maís, yuca, avocado, … De lijst is oneindig. Voor velen is het boer zijn niet alleen een beroep, maar een identiteit en een manier van leven. Wat wordt bedreigd door de mijnbouwexploratie zijn niet alleen hun inkomsten, maar de manier van leven die ze hebben opgebouwd in en met hun land. Wat wordt bedreigd is hun thuis, en wie ze zijn. 

Ook uiten ze zorgen om de biodiversiteit. In de omgeving van Falán zitten speciale diersoorten die enkel in die streek voorkomen, onder andere enkele vogelsoorten en ook de ‘rana morada’ ofwel paarse kikker. Het verlies van deze soorten, en zo ook eventueel soorten die nog niet ontdekt zijn, is eveneens een drijfveer voor protest. Al deze redenen komen samen. De zorgen om water en gezonde grond die nodig zijn voor hun productie, het ontwikkelen van een economische afhankelijkheid, de verstoring van de biodiversiteit, en de verwoesting van hun prachtige leefgebied, worden samengevat in de woorden van Osiris Ocampo uit Falán. “Ik denk dat de belangrijkste reden [voor verzet] liefde is. De liefde voor het territorio”.

 

Een verdeeld volk

Niet iedereen in Falán maakt zich echter zorgen. Kleinschalige landbouwpraktijken brengen niet veel op in Colombia, de prijzen van groenten en fruit liggen laag terwijl met het telen ervan zwaar werk gepaard gaat. Boeren worden daarnaast hoog belast en krijgen geen steun van de overheid. Deze factor, samen met de hoge armoedegraad, zorgt ervoor dat velen uitkijken naar de nieuwe jobopportuniteiten die de bedrijven hen beloven. 

In vereda Cabandia (een vereda is een een arrondissement binnen een gemeente) staan milieuactivisten Damaris en Nicolas bijvoorbeeld moederziel alleen in hun strijd tegen de naderende projecten. Zij wijten de steun van hun buren aan geslaagde omkopingspraktijken van de bedrijven enerzijds, maar ook aan het lage educatieniveau en gebrek aan toegang tot informatie over de impact van mijnbouw. Hun vereda ligt het verst af van de dorpskern waar de lokale school gelegen is. Veel kinderen gaan daarom niet naar school en de educatiegraad in het algemeen is er erg laag. 

Andere vereda’s, zoals vereda Santa Filimena, kozen er dan weer met z’n allen voor om de mijnbouw niet te steunen. Geen enkele familie geeft er toestemming aan de bedrijven om op hun grond gaten te boren en gezamenlijk spraken ze af om niet te gaan werken voor de mijnbouwbedrijven, die ook al voor de exploratiefase verschillende inwoners rekruteren. 

 

Propaganda in de boekentas 

De propagandamachine draait echter op volle toeren. De mijnbouwbedrijven in Falán gaan ver in het overtuigen van de bevolking van hun projecten. Multinational Mirandagold is de koploper in Falán betreffende omkopingstrategieën. Boeren kregen er al machetes, voedsel en geld kado. Het bedrijf doneerde ook een ambulance aan het lokale ziekenhuis. Ze creëerden zelfs een speciaal spel voor de kinderen in Falán op de dag van Halloween, waarmee ze tablets konden winnen. Het bedrijf sponsort festivals, kerstverlichting en leuke activiteiten. Andere kinderen kregen via de school speelgoed mee met het bedrijfslogo in hun boekentas. En aan de mensen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het behoud van het Cuidad Perdida reservaat werd een hele boodschappenkar aangeboden met allerlei goederen zoals voedsel en sterke alcohol. Inclusief uitnodigingen voor bijeenkomsten met de verantwoordelijken voor de mijnbouwprojecten. Zij lieten zich echter niet omkopen en sloegen het aanbod af. Een bedrijf dat zoveel moeite doet om de bevolking te overtuigen lijkt wel iets duisters te verbergen… Lees hier meer over strategieën die mijnbouwbedrijven hanteren om hun projecten door te dringen. 

 

Verzet en alternatieven 

Maar de Falánezen laten zich niet doen! Gesteund door het Colectivo Ambiental Falán y Frías en het regionale Comité Ambiental en Defensa de la Vida worden met regelmaat protestacties georganiseerd. Dit ondanks intimidatie en bedreigingen. Meerderen kregen al intimiderende bezoekjes van medewerkers van de multitinationals en één van hen werd zelfs met de dood bedreigd door de lokale politie na aanvang van een protestactie. Maar ook dat houdt hen niet tegen. Bij de activisten klinkt het eenduidig: we willen de geschiedenis van Falán niet opnieuw herhalen.

Protestactie in vereda Cavandia ©Damaris Perdomo

Ze hebben een heel ander soort Falán voor ogen. Een Falán waar de enige vorm van mijnbouw te bezichtigen is in de vorm van koloniale ruïnes in de Cuidad Perdida. Waar het ecotoerisme floreert en de landbouw opnieuw gewaardeerd wordt. 

 

Wat nu? 

Hoe moet het nu verder? De volgende gemeenteraadsverkiezingen kunnen wel eens van belang zijn. Enkel één kandidaat, Miguel Rubio, is uitgesproken tegen de mijnbouwprojecten. Via zijn eigen sociale media kanalen voert hij al jaren protest tegen de opkomende plannen en sensibiliseert hij over de impact van mijnbouw. De verkiezingen in oktober zullen dus beslissend zijn. 

 

Waar Falán momenteel nood aan heeft volgens Luis Barreto Jimenez van het lokale milieucomite is samen te vatten in drie woorden: organisatie, educatie en campagne. ‘We moeten de losstaande milieuactivisten organiseren/uniseren en via gestroomlijnde campagnes correcte informatie over de impact van mijnbouw Falán en Frías insturen, om zo de propagandamachines van de bedrijven tegen te gaan.’ 

Luis Barreto Jimenez in Ciudad Perdida ©CATAPA

Daar wordt momenteel hard aan gewerkt! Samen met Catapa worden er bijvoorbeeld fondsen ingezameld om hiermee projectmatig aan de slag te gaan. De strijd is nog niet gestreden!

 


Dit artikel is het resultaat van een onderzoeksproject uitgevoerd door vrijwilligers van CATAPA’s study- en lobbywerkgroep in samenwerking met Colectivo Ambiental Falán y Frías en Willo Molenaar, antropoloog.

Wil jij ook een bijdrage leveren?

Ben je ontroerd door wat je leest en vraag je je af hoe je kunt bijdragen aan deze strijd? Een heel concreet ding dat je vandaag kunt doen is een donatie doen om de Right To Say No Andes bijeenkomst mogelijk te maken!

Deze bijeenkomst is de zesde editie van de partneruitwisselingsweek van CATAPA in het najaar van 2023 in Ecuador: Dit is een week waarin kennis, concrete praktische vaardigheden en strategieën worden gedeeld tussen getroffen gemeenschappen over het voorkomen van mijnbouwprojecten en over het omgaan met de gevolgen van de aanwezigheid van mijnbouwbedrijven op hun land. De bijeenkomst versterkt gemeenschappen in hun lokale strijd en dwingt banden en allianties die zorgen voor een verenigde strijd voor de bescherming van hun recht om nee te zeggen tegen mijnbouw in de Andes-regio.