Het recht om ‘nee’ te zeggen in Ecuador: #QuitoSinMineria

“Quito sin mineria” werd in maart 2022 gelanceerd door een groep organisaties, collectieven en mensen uit de gemeenschappen in het noordwesten van Quito die het Metropolitan District van Quito (MDQ) willen verdedigen tegen mijnbouw. Met de campagne willen ze genoeg handtekeningen verzamelen (en laten valideren door de overheid) om de inwoners van het noordwesten van Quito zelf te laten beslissen of ze al dan niet akkoord gaan met mijnbouw in het biosfeerreservaat Chocó Andino in Ecuador. Hoewel raadpleging van het publiek een grondwettelijk recht is in het land, is de campagne een grote onderneming, vooral gezien Ecuadors favoriete mijnbouwklimaat en de voortdurende schendingen tegen milieu- en mensenrechtenactivisten. 

De Chocó Andino: een van de meest biodiverse plaatsen ter wereld

¹Wat is de Chocó Andino en waarom is het zo belangrijk om te beschermen? De Chocó Andino ligt in het noorden van Ecuador, in de provincie Pichincha, ten noordwesten van de hoofdstad Quito. Het is een van de laatst overgebleven bossen in Quito, in 2018 [1] door UNESCO aangewezen als biosfeerreservaat. Biosfeerreservaten zijn locaties waar beschermde kerngebieden worden gecombineerd met zones waar duurzame ontwikkeling wordt gestimuleerd. Deze sites zijn geweldige ruimtes voor ‘het begrijpen en beheren van veranderingen en interacties tussen sociale en ecologische systemen, inclusief conflictpreventie en beheer van biodiversiteit’[2].

Foto van de door mijnbouw bedreigde regio. Krediet: Antonella Calle Avilés

De regio Chocó Andino is door de UNESCO aangewezen omdat het een zeer bijzonder gebied is, dat het vochtige laagland van de Chocó – Darien (dat zich uitstrekt van Panama tot het westen van Ecuador) en het noordelijke Andesgebergte omvat[3]. Met een oppervlakte van 286.805 hectare vertegenwoordigt de Chocó Andino 83 % van het hoofdstedelijk district Quito en vormt het de longen van de Ecuadoriaanse hoofdstad en de omliggende gebieden. De bossen verwijderen jaarlijks minstens 266.000 ton koolstof uit de atmosfeer, wat bijdraagt tot de vermindering van de opwarming van de aarde[4].

Het is een gebied van mondiaal belang voor zijn biodiversiteit, die negen beschermde bossen, vier gebieden voor behoud en duurzaam gebruik, de ecologische corridor voor de Andesbeer[5] en meer dan 35 natuurreservaten omvat. Er leven naar schatting 150 soorten zoogdieren (waarvan 21% met uitsterven bedreigd is), 90 soorten reptielen (waarvan 57% met uitsterven bedreigd is), 120 soorten amfibieën (waarvan 51% in de toekomst zou kunnen uitsterven), 640 soorten vogels (waarvan 20% eveneens met uitsterven bedreigd is) en meer dan 3.000 soorten planten (die 12% van alle planten in Ecuador vertegenwoordigen, waarvan meer dan 80% zou kunnen verdwijnen)[6].

Foto van de door mijnbouw bedreigde regio. Krediet: Antonella Calle Avilés

De regio telt meer dan 21.000 inwoners en omvat de parochies Calacalí, Nono, Nanegal, Nanegalito, Gualea en Pacto, die samen de Mancomunidad del Chocó Andino vormen, alsmede de kantons San Miguel de los Bancos en Pedro Vicente Maldonado[7]. Chocó Andino omvat ook zeer belangrijk cultureel erfgoed, vooral van de inheemse Yumbo-, KituKara- en Inca-volkeren. In het gebied zijn minstens 528 archeologische sites gevonden[8].

De Chocó Andino bedreigd

Ondanks de unieke kenmerken van het gebied en het vitale belang ervan, wordt het gebied bedreigd. Momenteel zijn er 12 mijnbouwconcessies voor metaalwinning verleend, die 17 863 hectare beslaan, en zijn er nog 6 concessies in behandeling, die 9 899 hectare omvatten binnen het biosfeerreservaat van de Chocó Andino[9]. De ontwikkeling van mijnbouwactiviteiten in gevoelige gebieden als de Chocó Andino kan zeer ernstige sociale en milieueffecten hebben die de biodiversiteit en het gebied permanent kunnen aantasten[10].

Dit is reeds gebleken in gebieden van vergelijkbare ecologische betekenis in Ecuador, bijvoorbeeld in de Cordillera del Condor (gelegen in de provincie Zamora Chinchipe). In 2012 ondertekende de Ecuadoraanse staat een contract voor grootschalige mijnbouw met EcuaCorriente SA, dat de exploratie en ontginning van koper mogelijk maakte in een van Ecuador’s andere megadiverse en kwetsbare ecosystemen[11]. Milieuorganisaties en critici hebben jarenlang hun bezorgdheid geuit over de talrijke sociale en milieugevolgen van het mijnbouwproject Condor Mirador[12]. Sinds 2014 zijn meer dan 30 families van hun land verdreven en de dreiging van uitzetting achtervolgt families tot op de dag van vandaag[13]. Belangrijke milieuproblemen zijn de verwerking van residuen, watervervuiling en ontbossing van de biodiverse berggebieden van de Cordillera del Condor[14]. Een studie van Dr. Steven H. Emerman bracht bijvoorbeeld de milieurisico’s van een van de tailings dammen aan het licht[15]. De helling en de hoogte van de dam (met zijn 260 meter de hoogste ter wereld) zullen volgens hem onvermijdelijk leiden tot een ecologische en sociale ramp, aangezien de dam niet bestand is tegen aardbevingen of overstromingen, die in deze regio van Ecuador vaak voorkomen[16].

In de Chocó Andino bestaan echter, net als in andere regio’s in Ecuador, verschillende economische alternatieven die de noodzaak van mijnbouw zouden kunnen vervangen. Het Chocó Andino-gebied staat bekend om zijn biologische landbouw: in de Chocó Andino worden meer dan 450 biologische producten geproduceerd, waarvan er verschillende naar het buitenland worden geëxporteerd: koffie, chocolade, melk, fruit en panela[17]. Een andere bron van inkomsten en levensonderhoud is het agro-ecologisch toerisme, met 72 toeristische attracties in het gebied. Vijfentwintig daarvan zijn culturele attracties en 47 zijn natuurgebieden[18].

Foto: Mobilisatie voor het referendum. Krediet: Antonella Calle Avilés

Naar een Consulta Popular in Quito

De campagne “Quito sin mineria” verzet zich tegen mijnbouwprojecten in het hoofdstedelijk district Quito en de regio Chocó Andino. Maar eerst en vooral willen de initiatiefnemers van de campagne dat de bevolking van het noordwesten van Quito zelf, via een openbare referendum, kan beslissen of zij al dan niet akkoord gaat met mijnbouw in de regio.

De “consulta popular” of het referendum is een van de mechanismen waarin de Ecuadoraanse grondwet voorziet (artikel 104) om zowel het recht op inspraak in zaken van openbaar belang als het recht om geraadpleegd te worden te waarborgen. Dit kan zowel door burgers als door de president en de gedecentraliseerde autonome regeringen worden aangevraagd en het resultaat ervan is “verplicht en onmiddellijk uitvoerbaar”[19].

De organisaties, collectieven en mensen achter de campagne Quito Sin Minería vinden het belangrijk om hun stem te laten horen in kwesties die hun leven en hun toekomst beïnvloeden. Volgens Acción Ecológia, de belangrijkste milieuorganisatie van Ecuador, “is de rol van de staat er een van medeplichtigheid en nalatigheid bij de vernietiging van alternatieve leefsystemen voor de ontwikkeling van de mijnbouw”[20]. De campagne ziet een referendum dan ook als “de enige effectieve procedure die zij nog hebben om te proberen de mijnbouw op hun grondgebied te stoppen”[21], aangezien zij de vernietiging van een van de meest biodiverse gebieden van het land niet zullen toestaan[22].

De alliantie “Quito Sin Mineria” heeft op 12 januari 2022 vier vragen ter goedkeuring aan het Grondwettelijk Hof voorgelegd. Het Grondwettelijke Hof heeft de vragen op 4 mei 2022 goedgekeurd. De vragen in het referendum zijn de volgende:

“Stemt u in met het verbod op grootschalige metaalwinning binnen het Metropolitaan Subsysteem van Natuurlijke Beschermde Gebieden van het Metropolitaan District Quito; en, binnen het Gebied van Ecologisch, Cultureel en Duurzaam Productief Belang, gevormd door het grondgebied van de parochies Nono, Calacalí, Nanegal, Nanegalito, Gualea en Pacto, die samen het Gemenebest van de Andes Chocó vormen?”. Deze vraag wordt nog drie keer herhaald voor de niveaus van ambachtelijke, kleinschalige en middelgrote metaalwinning.

Collectie van handtekeningen in uitvoering

Foto: Het verzamelen van handtekeningen voor het referendum. Krediet: Antonella Calle Avilés

De inwoners van de zes gemeenschappen zijn nu begonnen met het verzamelen van handtekeningen in het hele grootstedelijke district Quito. Er is tien procent van de kieslijst (2 miljoen kiezers) nodig en dat betekent dat ze ongeveer 200.000 handtekeningen moeten verzamelen. “Maar omdat er altijd handtekeningen zullen worden geweigerd, om welke reden dan ook, is het doel om er ongeveer 400.000 te verzamelen”, zegt Ivonne Ramos van Acción Ecológica[24].

Het verzamelen van handtekeningen is echter een enorme onderneming. Bij verschillende gelegenheden is al gemeld dat gemeenteambtenaren het inzamelen van handtekeningen in de openbare ruimte verhinderen. De gemeenteambtenaren stonden hen niet toe de inzamelplaatsen in te richten en hebben hen zelfs uit de openbare ruimte gezet. Dit alles terwijl degenen die de handtekeningen verzamelen slechts hun (grondwettelijke) recht uitoefenen om openbare referendum te vragen[25].

Beperkingen van de Consulta Popular

Zoals hierboven vermeld, zijn in het biosfeerreservaat Chocó Andino reeds 12 concessies voor metaalwinning verleend en zijn er nog 6 in behandeling[26]. De consulta popular zal deze concessies niet kunnen tegenhouden. Indien de inwoners van het hoofdstedelijk district Quito echter voor het mijnbouwverbod in Quito stemmen, zou dit ten minste toekomstige concessies tegenhouden.

De campagne “Quito sin minería” in de context

Vanaf het begin van zijn presidentschap was het duidelijk dat het economisch beleid van de regering van president Guillermo Lasso gebaseerd zou zijn op extractivisme. Het doel van zijn beleid is de export van mijnbouw te vergroten en Ecuador aantrekkelijker te maken voor buitenlandse investeerders. “Het economisch beleid van Ecuadors regering, gebaseerd op de verdieping van een neoliberaal, privatiserend, open-minded, extractivistisch model, dat enorme privileges verleent aan grote bedrijven via vrijhandelsovereenkomsten en verdragen ter bescherming van investeringen, kan alleen worden bereikt door geweld tegen gemeenschappen, volkeren en de natuur“, schrijft Acción Ecológica[27].

Foto: Quito Sin Minería (Pacto)

President Lasso gelooft sterk in mijnbouw als een van de belangrijkste activiteiten voor de economie van Ecuador en benadrukt dat “Ecuador de banen die door duurzame mijnbouw worden gegenereerd en de economische middelen voor programma’s zoals dat tegen chronische ondervoeding van kinderen (CCD) of solidariteitsobligaties voor degenen die ze het meest nodig hebben, fundamenteel nodig heeft“[28].

Het idee dat mijnbouw gemeenschappen uit de armoede zal halen en banen zal scheppen is echter een mythe. De grootschalige mijnbouw vertegenwoordigt slechts 1,65% van het bruto binnenlands product en biedt werk aan slechts 0,12% van de economisch actieve bevolking, terwijl zij tienduizenden banen in de landbouw of het toerisme vernietigt; De mijnbouwsector betaalt nauwelijks belastingen, maar richt ernstige schade aan in gemeenschapsgebieden[29]. Uit officiële cijfers blijkt dat de totale inkomsten uit alle mijnbouwprojecten niet meer dan 0,8% van het geld dat de staat binnenkomt, zouden bedragen. Anderzijds is het geld dat de mijnbouw oplevert zeer volatiel omdat het afhankelijk is van de internationale prijzen. Bovendien concentreert de mijnbouw de rijkdom in de handen van enkelen[30].

Mijnbouw levert wel banen op, maar heel weinig en van zeer slechte kwaliteit. In 2019 zei de toenmalige minister van energie dat de megamijnbouw 32 duizend banen zal opleveren, dit is geen groot aantal. Toerisme levert bijvoorbeeld 12 keer meer banen op. Voor de bouwfase van de mijn genereert de mijnbouw banen van slechte kwaliteit, tijdelijk, lange werktijden en minimale betalingen, zonder rekening te houden met de effecten die de mijn genereert op de gezondheid van de werknemers[31].

De Ecuadoraanse regering beweert ook alleen “duurzame mijnbouw” te steunen, d.w.z. mijnbouw die milieuvriendelijk en economisch gunstig is voor het land. Er bestaat echter niet zoiets als “verantwoorde” of “duurzame” mijnbouw omdat de veroorzaakte vervuiling onvermijdelijk is. Zelfs met het gebruik van de meest geavanceerde technologie is vervuiling nog steeds een van de grootste problemen in de mijnbouw[32].

Criminalisering van milieuactivisten

In Ecuador worden dagelijks mensenrechten, collectieve rechten en natuurrechten geschonden. Dagelijks gaan mijnbouwbedrijven door met het verwoesten van natuurgebieden, het vervuilen van rivieren, het beroven van gemeenschappen van hun bestaansbronnen en hun voorouderlijk grondgebied[33]. Mensenrechtenactivisten die zich inzetten voor de bescherming van het milieu worden steeds vaker het doelwit en hebben bescherming nodig. Begin dit jaar verleende de Nationale Vergadering van Ecuador amnestie aan meer dan 260 milieu-, sociale, inheemse en mensenrechtenleiders in het land. Hoewel dit besluit door mensenrechtenorganisaties werd toegejuicht, zou het verlenen van amnestie niet nodig zijn geweest als de staat zijn verplichtingen was nagekomen om de rechten van zijn burgers en het werk van mensenrechten-, collectieve en natuur, en milieu-activistente beschermen en te waarborgen. Bovendien hekelen de activisten dat de criminalisering desondanks voortduurt[34]. Sinds het besluit van de Nationale Vergadering zijn er meer dan 100 nieuwe criminaliseringen geweest van activisten in de gebieden waar extractieve activiteiten (zoals mijnbouw) plaatsvinden. Dit is ook het geval in de regio Chocó Andino, waar degenen die opkomen voor de rechten van de natuur en hun gemeenschappen nog steeds geïntimideerd, bedreigd, lastiggevallen en vervolgd worden. Reeds 32 verdedigers zijn gecriminaliseerd.

De campagne Quito sin Mineria: hoe nu verder?

Zodra de periode voor het verzamelen van handtekeningen voorbij is, moet de Nationale Kiesraad (CNE) de handtekeningen valideren. Als de drempel wordt gehaald, moet de instantie een datum voor het referendum vaststellen en de middelen voor de stemdag garanderen[35]. De handtekeningen zijn nodig om deze consulta populaire op te nemen in de tussentijdse verkiezingen in 2023. Zo kunnen de inwoners hopelijk hun recht op openbare raadpleging uitoefenen en het hoofdstedelijk district Quito en de Chocó Andino definitief vrijwaren van mijnbouw.

U kunt de campagne steunen door hun netwerken te volgen en hun inhoud te delen om hun strijd meer zichtbaarheid te geven:

Twitter: @Quitosinminería

Facebook: @Quitosinminería

Instagram: @Quitosinminería

U kunt ook bijdragen door rechtstreeks te doneren op hun campagnerekening:  https://www.quitosinmineria.com/unete/

Wil je een fiscaal aftrekbare gift doen, doneer dan aan CATAPA.

Geschreven door Catapista Nicky Broeckhoven

 

Voetnoten

[1] https://en.unesco.org/biosphere/lac/choco-andino-pichincha

[2] https://en.unesco.org/biosphere/about

[3] https://en.unesco.org/biosphere/lac/choco-andino-pichincha

[4] https://www.wwf.org.ec/noticiasec/?uNewsID=373970

[5] corredordelosoandino.com 

[6] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/; https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/ 

[7] https://www.labarraespaciadora.com/medio-ambiente/el-choco-andino-el-peligro-de-minar-a-los-pulmones-de-quito/?fbclid=IwAR2JTyMIbAkW261t8xhk0bcrP2kgmM79jcLl6xLflFs89sxBK4yQYprr_bE \

[8] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[9] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/ 

[10] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[11] https://catapa.be/en/proyecto-mirador-mining-in-cordillera-del-condor-ecuador/

[12] https://ceecec.net/case-studies/mining-conflict-in-cordillera-del-condor/#3.2

[13] https://es.mongabay.com/2022/04/ecuador-proyecto-minero-mirador-genera-amenazas-de-desalojo/

[14] https://www.planv.com.ec/investigacion/investigacion/la-otra-historia-mirador

[15] Emerman, Steven H., Evaluación del Diseño y de la Construcción de las Presas de Relaves para la Mina Mirador, Zamora Chinchipe, Ecuador. Consulted on https://drive.google.com/file/d/16NXX3gReSzkFDpAurGqHdtSi0QPXuyvk/view

[16] Unrefined whole cane sugar

[17] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[18] https://revistas.usfq.edu.ec/index.php/lawreview/article/view/2324/2994

[19] https://www.accionecologica.org/serie-por-que-nos-movilizamos-no-3-por-que-las-comunidades-amenazadas-por-la-mineria-participan-en-el-paro-nacional/

[20] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/

[21] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[22] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/

[23] https://www.accionecologica.org/investigacion-la-gran-farsa-de-la-anulacion-de-las-firmas-de-la-consulta-por-el-yasuni/

[24] Some of these instances have been shared on the campaign’s twitter account: https://twitter.com/quitosinmineria 

[25] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/

[26] https://www.accionecologica.org/pronunciamiento-de-accion-ecologica-frente-a-las-politicas-neoliberales-y-de-represion-del-gobierno/

[27]  https://www.eltelegrafo.com.ec/noticias/actualidad/44/ecuador-mineria-legal-guillermo-lasso; https://www.ecuadorchequea.com/guillermo-lasso-dijo-que-no-se-puede-dejar-de-explotar-petroleo-ni-minerales/

[28] https://www.accionecologica.org/serie-por-que-nos-movilizamos-no-3-por-que-las-comunidades-amenazadas-por-la-mineria-participan-en-el-paro-nacional/

[29] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[30] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/ 

[31] https://www.quitosinmineria.com/preguntas-frecuentes/

[32] Serie ¿Por qué nos movilizamos? – No. 3: ¿Por qué las comunidades amenazadas por la minería participan en el paro nacional? – Acción Ecológica (accionecologica.org) 

[33] https://ddhhecuador.org/sites/default/files/documentos/2022-03/PRONUNCIAMIENTO%20AMNIST%C3%8DAS%20CONCEDIDAS%20POR%20LA%20ASAMBLEA%20NACIONAL%20SON%20UN%20PRECEDENTE%20HIST%C3%93RICO%20CONTRA%20LA%20CRIMINALIZACI%C3%93N%20Y%20PERSECUCI%C3%93N%20A%20PERSONAS%20DEFENSORAS%20DE%20DERECHOS.%2021.03.22_0.pdf 

[34] https://es.mongabay.com/2022/04/asamblea-dio-amnistia-a-268-defensores-pero-la-criminalizacion-persiste-en-ecuador/

[35] https://es.mongabay.com/2021/04/piden-consulta-popular-para-prohibir-la-mineria-en-quito/

CATAPA verovert de Ghelamco Arena: GO CIRCULAR – STOP #EXPRESDEFECT.

Van 30 mei tot en met 5 juni zal de Ghelamco Arena in Gent voor een keer geen reclame van KAA Gent vertonen. Wel een slogan die past binnen de CTRL ALT DEL-campagne van CATAPA. Deze gaat door in het kader van de ‘European Green Week’, een initiatief van de Europese Commissie, dat op dezelfde dagen plaatsheeft in Brussel.

Met onze campagne, die we in Vlaanderen en Brussel voeren, willen we ‘geplande veroudering’ aankaarten en liefst zo snel mogelijk doen verdwijnen. Geplande veroudering is een methode die vooral toegepast wordt in de ICT-sector, waarbij producten bewust ontworpen worden met een beperkte levensduur. Wie heeft nog niet meegemaakt dat een gsm na een update plots veel trager functioneert? Of nog een voorbeeld; de printer die het begeeft en de herstelkosten zijn hoger dan een nieuwe aan te schaffen. Zo bestaan er talloze methoden die de industrie hanteert om jou zoveel mogelijk nieuwe toestellen te laten kopen. Daarom ook onze hashtag #expresdefect. 

Wat je vooral moet onthouden is dat al die elektronica je handen vol geld kost en heel veel zeldzame (kritieke) metalen bevat. Daarover straks meer. Maar wat heeft dat te maken met Europa en de European Green Week? De European Green Week zal focussen op drie belangrijke aspecten van de ‘Green Deal’, namelijk; circulaire economie, nuluitstoot en biodiversiteit. Op het eerste zicht kan je dit initiatief enkel toejuichen maar er zit een behoorlijke adder (zeg maar python) onder het gras. 

 

De ‘Green Deal’: Een oplossing die er geen is.

Over de Green Deal zegt de Europese commissie dat het een pad is naar een ‘duurzame en transformatieve groeistrategie’. En daar loopt het mis, uit de voorbije tweehonderd jaar hebben we geleerd dat groei en duurzaam niet samengaan. Integendeel, groei houdt in dat we de aarde plunderen om aan grondstoffen te geraken die nodig zijn om die eindeloze groei in stand te houden. Het delven van die grondstoffen leidt dan weer tot ecologische, klimatologische en sociale rampen.

Wat bedoelt de EU Commissie dan juist met een ‘transformatieve’ groei? Wel, de Commissie neemt de juiste beslissing om het tijdperk van fossiele brandstoffen achter ons te laten. Maar enkel en alleen om dat in te ruilen voor een tijdperk waarin grootschalige mijnbouw de drijvende kracht zal worden achter de groei-economie.  Zoals eerder gezegd leidt ontginning van grondstoffen zoals goud, koper, lithium, boraat, coltan … (de lijst is eindeloos) tot grote schade voor mens en milieu. Getuige daarvan zijn de vele ongevallen met toxische stoffen, die gebruikt worden in de mijnbouwindustrie, waardoor honderden hectaren grond onbewoonbaar worden, rivieren vervuild en mensen vergiftigd.

Maria Nyuberg beweerde op het (Re)mining Symposium het volgende: Zelfs als we erin slagen om het recycleren van kritieke metalen drastisch te verhogen, zal het nog steeds niet genoeg zijn om aan de vraag te voldoen, die nodig is om de groene transitie mogelijk te maken”. Men ruilt dus het ene kwaad (fossiele brandstoffen) in voor het andere (het ontginnen van zeldzame aardmetalen). Nochtans zijn er aanwijzingen genoeg die waarschuwen dat het groeiscenario op een dood spoor zit. Zo publiceerde het European Environmental Bureau (EEB) een rapport dat stelt dat Europa tegen 2050 haar materiaal-consumptie moet verminderen met 65% als we een klimatologische ramp willen vermijden. 

Afhankelijkheid van kritische metalen en strategische autonomie

We weten nu dat Europa het ‘eindeloze groeiscenario’ niet wil loslaten en we daarvoor enorme hoeveelheden kritische ruwe metalen zullen nodig hebben. De vraag is natuurlijk: waar gaan we die halen? Europa heeft al langer door dat afhankelijkheid van andere continenten om aan grondstoffen te geraken geen goed idee is. Kijk wat er gebeurt met onze energieprijzen sinds de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Daarom heeft de Europese Commissie beslist dat we onze eigen (lees Europese) voorraden van kritische metalen moeten aanspreken. Of met andere woorden, meer mijnbouw in het Europese continent. 

Duurzame en verantwoorde mijnbouw, het sprookje dat maar niet wil verdwijnen

Volgens de mijnbouwindustrie en de Europese Commissie kan mijnbouw op een  duurzame manier gebeuren met respect voor milieu en mens. Onderzoeken en berichtgeving bewijzen het tegendeel. Rio Tinto, een mijnbouwgigant die al meerdere keren negatief in het nieuws kwam (google eens ‘Mijnbouw Rio Tinto accident’) en eigenaar van het Servische ‘Jadar Lithium Mine’ heeft 40% van alle land rond de mogelijke mijnbouwsite opgekocht. Dat kon door samenwerking met het stadsbestuur van Loznica die gronden onteigende, en de grondbestemming van ‘landbouw of bosbouw’ naar ‘industriegrond’ omtoverde. Een andere tactiek om de bewoners weg te jagen was het sterk verhogen van grondbelasting. Dit gebeurde nog voor het mijnbouwproject werd goedgekeurd. Als antwoord kwam de bevolking massaal dagenlang op straat tot president Vučić zich genoodzaakt zag om de vergunning voor het mijnbouwproject in te trekken. 

De gebeurtenissen rond mijnbouw in landen als Noord-Ierland, Servië (maar ook Spanje en Griekenland) tonen aan dat mijnbouw altijd leidt tot schade. Is het nadeel niet voor de omgeving dan wel voor de gemeenschappen die slachtoffer zijn van mijnbouw. Conclusie? Groene mijnbouw of duurzame mijnbouw bestaat helemaal niet, een sprookje dus.

Meer weten over de alternatieven en wat jij kan doen in Vlaanderen of Brussel? Ontdek het in onze volgende blog. 

Coming soon: een Repair Index in België!

De federale regering zal, in het kader van het Federaal actieplan Circulaire Economie 2021-2024 over enkele jaren een Repair Index invoeren. Aan de hand van een verplichte score of Repair Index die op elektronische apparaten vermeld moet worden en die de repareerbaarheid van het product aangeeft, hoopt de regering de herstelbaarheid van deze producten te bevorderen. En zo een stapje te zetten richting een meer circulaire economie. Voor de concrete uitwerking van deze index wordt er belegd met stakeholders en CATAPA zit mee aan tafel.

In het federaal actieplan kunnen we het volgende lezen: “Verschillende criteria zullen in deze index worden opgenomen, zoals de beschikbaarheid van reserveonderdelen die nodig zijn voor de goede werking van het product, de prijs ervan, de beschikbaarheid van herstelhandleidingen, het gemak van de reparatie (demontage, toegang tot onderdelen), enz. De regering wil de Repair Index later laten evolueren naar een duurzaamheidsindex, die ook robuustheid- en betrouwbaarheidscriteria bevat.

De regering werd geïnspireerd door Frankrijk, die begin 2021 reeds een Repair Index introduceerde. Hoewel deze index een belangrijke mijlpaal is voor de Right to Repair in Europa, zijn er een aantal beperkingen en uitdagingen. Repair & Share, de organisatie die ervoor zorgde dat de Repair Index op de agenda van onze regering kwam, stelde een document op met ‘lessons learned’ uit het Franse systeem met een heel aantal mooie aanbevelingen. Deze kan je hier vinden. Samen met Repair & Share en andere stakeholders zal CATAPA evoor zorgen dat de Belgische Repair Index niet dezelfde vergissingen begaat.

Een Repair Index of score is een belangrijke stap om de praktijk geplande veroudering de wereld uit te krijgen. Dat is de strategie die producenten van elektronica hanteren om producten doelbewust te ontwerpen zodat de toestellen minder lang meegaan. Een praktijk die veel kosten meedraagt, zowel voor de mens als voor de planeet. Met een Repair Index, en binnenkort ook een duurzaamheidsindex die nog breder gaat, zal het moeilijker zijn voor producenten van slechte kwaliteit aan de mens te brengen. Wij zijn is dus voorstander.

Het doorvoeren van een Repair Index is één van de eisen binnen onze CTRL ALT DEL campagne, waarin we onder andere de nadruk leggen op het belang van een onafhankelijk controlesysteem met voldoende budget. Met de transitie naar een duurzaamheidsindex hopen we ook dat aan onze andere eisen kan worden tegemoetgekomen. Die gaan onder andere over de recycleerbaarheid van elektronische apparaten.

Mechelen tekent als eerste stad ons CTRL ALT DEL charter!

Mechelen tekent als eerste stad ons CTRL ALT DEL charter!

Op 17 februari organiseerde de Mechelse afdeling van CATAPA een debat over (de)kolonisering, waar ook de Mechelse schepen Rina Rabau op was uitgenodigd. Naar aanleiding van dit debat engageerde de stad Mechelen zich om de CTRL ALT DEL campagne tegen geplande veroudering te steunen. Op 22 april, de ‘Dag van de Aarde’, werd het CTRL ALT DEL charter getekend door schepen Rina Rabau, Walter Andino (vrijwilliger CATAPA Mechelen) en staflid David Huylebroeck.

 

v.l.n.r.: David Huylebroeck (bewegingswerker Catapa), schepen Rina Rabau Nkandu, Walter Andino (Catapa Mechelen)

Dit grootse nieuws haalde het tot in Het Laatste Nieuws en het Nieuwsblad!

Mechelen is de eerste stad die actief onze campagne steunt, hopelijk volgen er nog veel meer. Lees hier meer over onze CTRL ALT DEL campagne en onze eisen. Wil je helpen om ook jouw stad of gemeente te overtuigen onze campagne te steunen? Contacteer David via david.huylebroeck@catapa.be

Fair ICT Flanders

Met het project Fair ICT Flanders beogen CATAPA vzw, Bond Beter Leefmilieu en Ondernemers voor Ondernemers een verduurzaming van het ICT-aankoop- en verwerkingsbeleid in Vlaanderen. CATAPA werkt reeds sinds 2005 rond de sociaal-ecologische impact van mijnbouw. Fair ICT Flanders is een 3-jarig project, gefinancierd door de Vlaamse overheid. Meer info op: fairictflanders.be

 

Context

Het produceren van ICT-producten zoals smartphones, computers en laptops heeft een erg grote impact op mens en milieu. De ontginning van metalen en mineralen nodig voor deze producten gaat vaak gepaard met mensenrechtenschendingen en ecologische destructie, de assemblage van laptops en smartphones gebeurt in lageloonfabrieken waar arbeidsrechten niet gerespecteerd worden. De gebruikduur is zeer kort en het ontwerp van ICT is niet gericht op hergebruik van de onderdelen, waardoor er een gigantische e-waste afvalberg ontstaat. Daarnaast is bijna vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de ICT-sector.

 

Doelgroep

Dit project richt zich op de grote consumenten van ICT-producten in Vlaanderen. Hogeronderwijsinstellingen, lokale overheden en bedrijven kunnen als grote consumenten van ICT een belangrijke invloed uitoefenen op ICT bedrijven om hun productieketen op een structurele wijze te verduurzamen. Dit kan door sociale en ecologische criteria te hanteren bij aankoopprocedures. Een duurzaam ICT aankoopbeleid kan een belangrijke hefboom zijn tot een betere wereld.

 

Doelstellingen

Fair ICT Flanders beoogt dat bedrijven, overheden en hogeronderwijsinstellingen concrete stappen ondernemen om een duurzaam ICT-aankoop- en hergebruiksbeleid te ontwikkelen. Dit alles met het oog op een duurzamere toekomst en de verbetering van de werk- en leefomstandigheden van getroffen gemeenschappen in de extractivistische en ICT-productiesector in Latijns-Amerika, Azië en Afrika.

 

Methodiek

Binnen het project zal er aan de hand van verschillende werkvormen een intensief begeleidingstraject aangeboden worden aan pilootinstellingen. Er zullen leerplatforms uitgebouwd worden, webinars, toolboxen,…om aankopers binnen de organisatie te kunnen begeleiden. Het gezamenlijk leerproces en de uitwisseling van goede praktijken tussen de verschillende instellingen
zullen inspirerend zijn voor uw ICT-beleid.

 

Wordt uw organisatie koploper?

Wil uw organisatie een koploper zijn op vlak van duurzaamheid? Wil uw organisatie ‘mee’ zijn met de toekomstige normering? Wil uw organisatie bewuster omgaan met de ICT-aankopen én besparen? Wil uw organisatie de impact op het klimaat reduceren? Engageer u dan als pilootinstelling in dit project en profiteer van 3 jaar intensieve ondersteuning in deze zoektocht. Zo kan u concrete stappen ondernemen om uw ICT-aankoopbeleid te verduurzamen, met een focus op de reeds bestaande elektronica in omloop.

 

Interesse en/of vragen?

www.fairictflanders.be of info@fairictflanders.be

De Vlaamse Overheid kan niet verantwoordelijke
gesteld worden voor de inhoud van deze publicatie.

Project NEMO

NEMO

Recycleren van bijna-nul-afval van laagwaardig sulfidisch mijnafval voor de productie van kritisch-metaal-, mineraal- en bouwgrondstoffen in een circulaire economie.

 

Het probleem van mijnafval in de EU

Bron: historische mijnbouwsite van Rio Tinto (Huelva, Spanje) door Alberto Vázquez Ruiz

De ontginning van non-ferrometalen zoals koper, lood, zink, nikkel, antimonium en coltan en edele metalen zoals goud, zilver en platinum produceert het grootste volume van metaalhoudend extractief afval in Europa, met ongeveer 900 miljoen ton/jaar aan materiaal dat momenteel niet gebruikt wordt, en ongeveer 29% van al het afval dat wordt geproduceerd in de EU-28. Vandaag halen de meeste mijnen slecht een kleine fractie metaal uit het erts. De rest wordt afgedankt als enorme volumes aan mijnbouwafval in afvalopslaginstallaties. Deze installaties hebben een beperkte levensduur en vormen een serieuze bedreiging voor het milieu en de lokale bevolking door de risico’s die zij meebrengen (vb. dambreuk, aardverschuiving, scheuren van het geomembraan). Hierbij worden de huidige en toekomstige generaties in gevaar gebracht. Zij zullen de kost van management en permanente monitoring overerven. Dit is vooral het geval bij sulfidisch afval, dat vaak zuur drainagewater genereert.

 

‘Recyclage’ van mijnafval als betere praktijk

Bron: NEMO project

In het grondstoffenrapport 2016  Raw Materials Scoreboard lanceert het European Innovation Partnership (EIP) een oproep om het probleem van mijnbouwafval te transformeren in een kans om grondstoffen te herwinnen. Als antwoord op deze oproep, gaat het NEMO-project de uitdaging aan om nieuwe manieren te ontwikkelen waarop sulfidisch afval gevaloriseerd kan worden, door het herwinnen van waardevolle metalen en kritische grondstoffen (kobalt, zeldzame aardmetalen/scandium, magnesium). NEMO neemt het voortouw in het respecteren van zero-waste principes of van het Circulaire Economie Actieplan van de Europese Commissie (2015) in de mijnbouwsector. Het project zal ook nieuwe technieken leren om gevaarlijke elementen (arseen, cadmium) te concentreren en de zwavel te verwijderen in de vorm van sulfaten (bijvoorbeeld natriumsulfaat, kaliumsulfaat, magnesiumsulfaat). De resterende, zuivere minerale fractie kan gebruikt worden als grondstof voor cement, beton en bouwmaterialen. Het resultaat zou een drastische vermindering van het afval zijn waarbij nog slechts 5% (dat nog opgeslagen moet worden) van zijn originele volume overblijft. Dit leidt tot veel minder risico’s voor opslag, en heeft het bijkomende voordeel dat geen zuur drainagewater gegenereerd wordt. Een verbetering die elke mijnsite zou moeten implementeren!

 

CATAPA in een EU ‘Horizon 2020’ Innovatie Actie

CATAPA is een kleine partner in het NEMO interdisciplinaire consortium, waarin 6 industriële partners zitten (4 ingenieursbureaus, 1 bedrijf voor machinebouw en 1 bedrijf voor bouwmaterialen), 4 onderzoeksinstituten, 2 universiteiten en 2 mijnbouwbedrijven (de cases: de mijnen Sotkamo in Finland en Las Cruces in Spanje*). NEMO werkt op vier vlakken: technologisch, economisch, ecologisch en sociaal. CATAPA is betrokken bij deze laatste. NEMO wil tot een open dialoog komen en de samenwerking tussen alle stakeholders verbeteren (mijnbouwsector, lokale gemeenschappen, autoriteiten en ngo’s) en co-design en co-monitoring systemen implementeren. CATAPA zal er 4 jaar lang (2018 – 2022) aan werken zodat de stem van de lokale bevolking gekend is en er rekening mee gehouden wordt door het consortium in haar implementatie van nieuwe technologieën op de mijnsites.

 

Noot (12/02/2019):

De case Las Cruces maakt geen deel meer uit van het project omdat Cobre Las Cruces S.A.U. (dochtermaatschappij van First Quantum Minerals LTD.gebaseerd in Canada) zich terugtrok uit het NEMO consortium op 29 januari 2019 na een groot mijnbouwongeval de 23e januari ‘s ochtends vroeg. Een grote hoeveelheid van haar mijnafval (gedroogde residuen) kwam terecht in haar mijnput door een massabeweging. Dit toont nog maar eens de echte nood om een oplossing te vinden voor de constante creatie van vervuilend afval door mijnbouwactiviteiten, ten behoeve van de hele maatschappij en onze planeet.
Meer informatie in het Engels kan je in deze blog vinden en/of in dit artikel van Yes To Life No To Mining lezen.

Bron: Ecologistas en Acción Sevilla (Spanje).

 

Opmerking (18/10/2022):

Een trailer van een documentaire serie getiteld “Responsible Mining in Europe: A new paradigm to counter climate change” werd op dinsdag 18 oktober 2022 gelanceerd op LinkedIn, inclusief een niet-geautoriseerde disclaimer van CATAPA en het logo van het NEMO-project. CATAPA verduidelijkt dat het deze documentaireserie niet steunt. Nog voordat de trailer publiekelijk werd verspreid, verzocht CATAPA al om deze fout recht te zetten. Hoewel de initiatiefnemers van de videotrailer hun fout nog dezelfde dag hebben rechtgezet, stond de trailer enkele uren online. Het koppelen van CATAPA en het NEMO-project aan deze video’s gebeurde tegen de wil in van CATAPA en zonder diens toestemming.

Het NEMO-project ontwikkelt, demonstreert en exploiteert nieuwe manieren om zwavelhoudend mijnafval te valoriseren en te gebruiken. Meer bepaald is het project een antwoord op de “call to arms” van het EIP Raw Materials van 2016 om het “winningsafvalprobleem” om te zetten in een “kans op terugwinning”, in de wetenschap dat mijnbouwresiduen nog waardevolle en kritieke metalen bevatten. Mijnafval kan een bron zijn voor deze metalen en de gereinigde inerte fractie kan worden hergebruikt als bouwmateriaal. Het bevorderen van nieuwe mijnbouw, ongeacht of deze “verantwoord”, “groen” of “duurzaam” wordt genoemd, valt buiten het bestek en de doelstellingen van het NEMO-project. CATAPA is het duidelijk niet eens met de boodschap van de documentaireserie.

Video by SIM2 on Responsible Mining
Bron: Afbeelding uit de documentaire door SIM² (KU Leuven).

Defensoras

Milieu- en mensenrechtenverdedigers zetten zich onvermoeibaar in voor gelijkheid en gerechtigheid. Helaas krijgen ze vaak te maken met discriminatie, geweld, criminalisering, schendingen van hun burgerrechten en de straffeloosheid van gewapende publieke (politie, leger) of ingehuurde (paramilitairen, doodseskaders) groepen. Alle activisten krijgen grote uitdagingen voorgeschoteld, maar vrouwelijke activistes krijgen daarbij ook nog eens te maken met genderspecifiek geweld en andere risico’s.

Met het project “Strategies of women human rights defenders confronting extractive industries” voert CATAPA campagne rond de situatie van vrouwelijke milieuactivisten in Latijns-Amerika die strijden tegen extractieve industrieën. Hiermee willen wij een stem geven aan deze vrouwelijke activisten, hun precaire situatie onder de aandacht brengen en politieke instituties en andere organisaties ertoe brengen om mechanismen te creëren die een betere bescherming bieden aan deze defensoras. Het project vond plaats in samenwerking met verschillende partnerorganisaties waaronder Ingeniería Sin Fronteras (ISF) en REDD (Red Latinoamericana de Mujeres Defensoras).  

Er zijn veel gevaarlijke sectoren waarin het riskant is voor milieuactivisten om verzet uit te oefenen, maar volgens de organisatie AWID vormt mijnbouw de meest onveilige context voor activisten, gevolgd door waterkrachtprojecten en dammen, agro-industrie en houtkap. Het hoofd van de Verenigde Naties werkgroep tegen discriminatie tegenover vrouwen, Alda Facio, bevestigde in mei ook dat de kwetsbaarste groep van vrouwelijke mensenrechtenactivisten zich bevindt bij degenen die activiteiten van extractieve industrieën willen verhinderen (en bij degenen die strijden voor reproductieve en seksuele rechten). Weerstand bieden tegen extractieve industrieën betekent ook (inter)nationale bedrijven en globale elites uitdagen, die samenwerken met overheden en soms zelfs met religieuze en ’traditionele’ instellingen. Uit onderzoek van Front Line Defenders blijkt dat 281 mensenrechtenverdedigers wereldwijd vermoord werden in 2016. 49% van het totale aantal waren activisten die het milieu, grondgebied en inheemse rechten verdedigden. Meer dan de helft van de moorden, 143 volgens de bevindingen van FLD, vond plaats in Latijns-Amerika.

Alle activisten krijgen grote uitdagingen voorgeschoteld, maar vrouwelijke activistes krijgen daarbij ook nog eens te maken met genderspecifiek geweld en andere risico’s. Terwijl milieuverdedigers dikwijls bestempeld worden als “niet-vaderlandsgezind” of “tegen vooruitgang”, worden vrouwelijke verdedigers daarbij ook nog eens gestigmatiseerd omwille van hun gender en seksualiteit. “Ondanks de groeiende gevaarlijke context, spelen meer en meer vrouwen een belangrijke rol in sociale bewegingen. Ze lopen echter ook een groter risico op seksueel geweld, vooral wanneer ze leven in een gemilitariseerde omgeving. Bovendien hebben hun kinderen ook een grotere kans om bedreigd of aangevallen te worden als een vorm van intimidatie”, zei Marusia Lopez van JASS tijdens hetzelfde VN-event in mei. “Daarnaast worden de rechten die deze vrouwen verdedigen ook niet altijd erkend door de maatschappij en worden ze in sommige landen zelfs beschouwd als misdaden.”

Alejandra Burgos van het Mesoamerican Woman Human Rights Defenders Initiative voegt daaraan toe: “Het gebrek aan toegang tot justitie en de hoge mate van straffeloosheid heeft ook een impact op het leven van activistes in Centraal-Amerika. Uit onderzoek blijkt dat  tussen 2012 en 2016, 60% van de aanvallen tegen activistes bestond uit intimidatie, bedreigingen, waarschuwingen en ultimatums, laster- en stigmatiseringcampagnes, gebruik van geweld, illegale en willekeurige arrestaties, criminalisering en gerechtelijke vervolgingen. Daarbij leven we ook nog eens in een van de regio’s met de meeste feminicides (vrouwenmoorden) ter wereld.”

Vrouwelijke activistes in Latijns-Amerika lijden vaak onder een driedimensionale vorm van discriminatie. Ten eerste worden ze vaak minachtend bekeken omdat ze inheems zijn. Ze hebben dikwijls hun eigen culturele gewoonten, praten een andere taal en geloven in een natuurgodsdienst. Die eigenschappen zorgen er helaas voor dat ze in veel landen als minderwaardig bestempeld worden. Daarnaast heeft de specifieke (gewelddadige) context van het socio-ecologisch conflict waarin ze wonen ook een grote impact op verschillende facetten van hun leven en hebben ze niet altijd de kans om te verhuizen. Tenslotte ondervinden ze ook moeilijkheden omdat ze een voor een vrouwen zijn die willen breken met traditionele rolpatronen. Op die manier bevinden ze zich in een precaire situatie omdat ze ‘hun verplichtingen niet naleven’ en ‘opstandig’ worden. Milieuactivistes die protesteren tegen het economisch extractieve  beleid van Latijns-Amerikaanse regeringen worden vaak slachtoffers van het willekeurige gebruik van het strafsysteem, met als resultaat dat ze geconfronteerd worden met valse beschuldigingen en oneerlijke rechtszaken. Dit zijn criminaliseringstrategieën waartegen ze zich moeilijk kunnen verzetten, door een gebrek aan geld, tijd en contacten.

Een internationale consensus over de definitie van wat een milieu- of mensenrechtenverdediger is, bestaat al. Maar de dubbele kwetsbaarheid van vrouwelijke activistes wordt vaak vergeten. Er bestaan nauwelijks statistieken over het totale aantal activistes die geconfronteerd worden met bedreigingen en gendergerelateerd geweld of die gecriminaliseerd worden. Onderzoekbureaus en internationale organisaties zouden dit thema vanuit een genderperspectief moeten benaderen, zodat er specifieke resoluties en protocollen opgesteld kunnen worden en vrouwelijke milieu- en mensenrechtenverdedigers op hun beurt ook een specifieke bescherming krijgen.

In het kader van ons project werden internationale onderzoeksteams gestuurd naar partnerlanden in Latijns-Amerika: Bolivia, Peru, Ecuador en El Salvador. Deze teams hebben, met hulp van lokale experten, de problematiek van vrouwelijke activisten die strijden tegen extractieve industrieën onderzocht, aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. De resultaten werden neergeschreven in een rapport dat vervolgens naar de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (CIDH) werd gezonden. Het IACHR is een autonoom juridisch orgaan ter bescherming van de mensenrechten in de 35 lidstaten van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Op 24 oktober hield de IACHR (Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens) een publieke hoorzitting over “de criminalisering van vrouwelijke milieuactivisten in Latijns-Amerika“. De zitting van de IACHR ging door in Montevideo, Uruguay, en was een belangrijke stap voorwaarts om de precaire situatie van activistes in de context van extractieve industrieën in Latijns-Amerika beter op de kaart te zetten.

Catapa heeft daarna hard gewerkt in België om dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij het bredere publiek en politieke instellingen. Het doel hiervan was om politieke instellingen zoals de Europese Unie ertoe aan te zetten een genderperspectief te implementeren in hun wetgeving en beleid dat leidt tot een betere bescherming van deze vrouwelijke mensenrechtenactivistes.

In januari 2018 organiseerde CATAPA twee evenementen waarbij verschillende sprekers uitleg gaven over de situatie van vrouwelijke mensenrechtenactivistes in Latijns-Amerika en de beschermingsmogelijkheden. Hierbij werd Mirtha Vasquez uitgenodigd als gastspreker, de Peruviaanse advocate en mensenrechtenactiviste die Maxima Acuña vertegenwoordigt in haar strijd tegen het goudmijnbouwproject Conga.

Op 10 januari werd een evenement georganiseerd in het Europees Parlement, in het kader van een nieuwe EU Resolutie over vrouwen, gendergelijkheid en klimaatgerechtigheid. Mirtha Vasquez en Dr. Clara Burbano Herrera (Universiteit Gent), één van de onderzoeksters in het project, gaven aanbevelingen voor de EU voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers. Dit werd gevolgd door presentaties van Europarlementsleden Florent Marcelessi en Jordi Solé (beiden Greens/EFA) over respectievelijk de bestaande bescherming van mensenrechtenverdedigers door de EU en hoe dit tot uiting kwam in het budget van de EU.

De dag ervoor werd een evenement georganiseerd in de Pianofabriek in Brussels rond hetzelfde onderwerp, waar Mirtha Vasquez voor een volle zaal mocht presenteren. Naast Mirtha Vasquez kwamen ook Amelia Alva Arevalo (Ugent), één van de onderzoekers bij het project, en Nicky Broekhoven (Ugent), die onderzoek voert rond gender en klimaat, een presentatie geven.

Tijdens Open Mined, voorheen de Academische Week, werden maar liefst drie vrouwelijke mensenrechtenverdedigers uitgenodigd om lezingen te geven aan universiteiten en hogescholen en tijdens evenementen: Gloria Chicaiza uit Ecuador, Margarita Aquino uit Bolivia, Mariana Gomez uit Colombia.

Bronnen:

Front Line Defenders. (2017). Annual Report on Human Rights Defenders at Risk in 2016. Front Line Defenders.Geraadpleegd hier: https://www.frontlinedefenders.org/en/resource-publication/annual-report-human-rights-defenders-risk-2016


IACHR. (2015). Criminalization of Human Rights Defenders. Geraadpleegd hier: http://www.oas.org/en/iachr/reports/pdfs/criminalization2016.pdf

Inmaculada, Barcia. (2017). Weaving resistance through action: strategies of women human rights defenders confronting extractive industries. Geraadpleegd hier: https://www.awid.org/sites/default/files/atoms/files/eng_weaving_resistance_through_action-web.pdf

Vásquez Chuquilín, Mirtha. (2013). Criminalización de la protesta en Perú. Geraadpleegd hier: http://www.grufides.org/sites/default/files//documentos/publicaciones/Criminalizaci%C3%B3n%20de%20la%20protesta%20en%20Per%C3%BA%20-%20Mirtha%20V%C3%A1squez.pdf

WG Discrimination Against Women: event. (2017). Strengthening protection networks for women human rights defenders to combat discrimination: Challenges and opportunities in the current context. Geraadpleegd hier: http://www.ohchr.org/EN/Issues/Women/WGWomen/Pages/WomenHumanRightsDefendersGender.aspx

 

Repareren in plaats van consumeren op Black Friday

De aankoop van één smartphone is het einde van een consumptieketen die begint bij vervuilende mijnbouw. Catapa wil kopers bewust maken van de invloed die zij hebben op die keten en wil mensen ertoe aanzetten om automatisch eerst te denken aan repareren en dan pas aan consumeren.

Op Black Friday, 23 november, zullen de voordelige koopjes voor smartphones, tablets en andere apparaten ons weer om de oren vliegen. Ook Catapa voert op die dag actie, maar dan vanuit een andere invalshoek. De beweging die werkt rond de mijnbouwproblematiek zal ‘s namiddags in de Gentse Veldstraat voorbijgangers uitnodigen om een informatief spel te spelen. Op die manier willen de activisten het publiek bewust maken van de vervuilende ontginning van metalen, een minder bekend aspect van de elektronica-industrie. Catapa pleit dan ook resoluut voor hergebruik en het recht om te repareren.

De afvalberg van elektrisch en elektronisch afval – e-waste – is de snelst groeiende afvalstroom. In 2018 zal de hoeveelheid e-waste wereldwijd 50 miljoen ton bedragen, wat overeenkomt met 5000 Eiffeltorens. Daarvan wordt naar schatting slechts 20 % correct verzameld en gerecycleerd. Als we naar smartphones en gsm’s kijken, dan wordt in Vlaanderen slechts 4-6% ingezameld. ICT-bedrijven blijven nieuwe producten op de markt brengen.  Ook mijnbouwbedrijven slaan hier munt uit, ten koste van leefgemeenschappen, gezondheid en milieu.

“We hebben allemaal soms gewoon zin om iets nieuws te kopen. Maar veel mensen weten niet dat er repaircafés en -winkels zijn waar ze hun toestellen met een kleine ingreep langer kunnen laten meegaan. Repareren is sowieso goedkoper. Daar kan toch niemand tegen zijn?” aldus Louise, één van de activisten.

Ondertussen duurt de jacht op zeldzame metalen voort. In landen als Peru, Bolivia en Colombia worden mensen van hun land beroofd om plaats te maken voor mijnen. De ontginning zorgt voor vervuilde rivieren waardoor visvangst, landbouw en veeteelt niet meer mogelijk zijn. Mensen hebben geen toegang meer tot drinkbaar water. Open mijnen zorgen voor verspreiding van giftig fijn stof. Het natuurlijke landschap verandert ingrijpend, waardoor landbouw onmogelijk wordt en de lokale gemeenschappen gedwongen worden tot een andere leefwijze. Bij het ontginnen van metalen worden bovendien giftige stoffen zoals kwik en cyanide gebruikt. Contact met die stoffen zorgt voor ernstige gezondheidsproblemen die het centraal zenuwstelsel kunnen aantasten.

Wij kunnen die cirkel doorbreken. Repareren in plaats van consumeren is dus de boodschap. Repaircafés in België worden steeds populairder en ook steeds meer elektronicazaken bieden de service voor reparatie aan. Toch zijn er nog teveel bedrijven die mensen afschrikken met hoge prijzen voor reparaties. Ze willen liever nieuwe apparaten verkopen die nog meer kunnen dan de vorige versie zodat de consument het hoge tempo van vernieuwde technologie bijhoudt.

De actie op Black Friday sluit aan bij de bredere Europese campagnes #MakeICTFair en #RightToRepair.

Feiten en cijfers

  • De totale hoeveelheid e-waste wereldwijd bedraagt in 2018 50 miljoen ton. Oftewel het equivalent van 5000 Eiffeltorens.
  • Slechts 20 % van dit afval wordt gerecycleerd.
  • In 2016 werd het verlies aan grondstoffen door niet-gerecycleerde e-waste op 55 miljard euro geschat.
  • Een smartphone wordt gemiddeld om de 18 maanden vervangen door een nieuwe.
  • Een smartphone kan tot 62 verschillende soorten metaal of mineralen bevatten
  • Mijnbouw zorgt voor ontbossing, landonteigeningen, vervuiling van water door toxische stoffen, verdringen van lokale bevolkingen en bedreigt een duurzaam toekomstperspectief.

  • 77 % van de Europeanen staat achter hergebruik en recyclage, mocht dit mogelijk zijn.
  • #MakeICTFair: 1 op 5 laptops in de EU wordt aangekocht door openbare besturen. Die zouden via openbare aanbestedingen strengere eisen kunnen stellen aan de industrie.

Profiel

CATAPA is een vrijwilligersbeweging die werkt rond duurzame ontwikkeling en focust hierbij op de problematiek rond mijnbouw, in het bijzonder in Latijns-Amerika. “CATAPA zet zich al jaren in voor lokale gemeenschappen die getroffen worden door de negatieve impact van mijnbouw,” zegt Karolien Burvenich, projectcoördinator van Make ICT Fair voor Catapa. “De ICT-sector speelt hier een grote rol in. Met deze actie willen we de aandacht hierop vestigen.

De bronafbeelding bekijken

De bronafbeelding bekijken

Make ICT Fair

Make ICT Fair

Het Make ICT Fair project begon in november 2017, toen 11 Europese organisaties de krachten bundelden met als uiteindelijk doel het leven en de leefomgeving van mensen die worden getroffen door ICT-toeleveringsketens te verbeteren. Make ICT Fair was een Europees gefinancierd project (gesubsidieerd door het DEAR-programma) dat eindigde in januari 2021.

Waarom moeten we ICT Fair maken? 

Omdat de meeste ICT niet fair is. Met ICT verwijzen we naar de elektronische producten die we dagelijks gebruiken, zoals laptops en smartphones. Het productieproces van deze apparaten wordt gekenmerkt door schendingen van mensenrechten en ecologische rampen.

Ten eerste bevat elektronica een grote hoeveelheid metalen. Smartphones bijvoorbeeld bevatten er meer dan 40 verschillende en die moeten allemaal uit de aarde worden gehaald. Dit gebeurt voornamelijk via grootschalige mijnbouwprojecten, waarbij enorme schade aan het milieu wordt verricht. Ecologische impacten te gevolge van mijnbouw zijn de volgende: uitdroging van meren, rivieren en de aarde, de vervuiling van bodem en water met zware metalen en giftige stoffen, ontbossing en biodiversiteitsverlies. Dit heeft weer verschillende sociale gevolgen zoals (gedwongen) migratie, verlies van inkomen door degradatie van landbouwgrond, ziektes door vervuiling van drinkwater, criminalisering van het protest en de mensenrechtenverdedigers, conflicten en corruptie.

De productiefase van ICT heeft daarbovenop nog een schaduwzijde. In veel ICT-fabrieken, die zich vooral in Azië en Oost-Europa bevinden, zijn de arbeidsomstandigheden verre van ideaal. ICT-fabrieksarbeiders moeten buitensporig veel uren werken voor lage lonen in onveilige en ongezonde omstandigheden. En alsof dat nog niet genoeg is, neemt de hoeveelheid elektronisch afval die door de wereldbevolking wordt weggegooid jaarlijks alleen maar toe, met ernstige sociale en ecologische gevolgen. Dit is het gevolg van het lineaire productiemodel: onze elektronica is niet ontworpen om gemakkelijk gerepareerd of gerecycled te kunnen worden.

Er zijn tal van redenen waarom het niet eenvoudig is te werken aan een meer fair ICT productie- en consumptiemodel. In de eerste plaats is de ICT-toeleveringsketen niet transparant en zeer gefragmenteerd. Op die manier is het voor bedrijven gemakkelijk om hun verantwoordelijkheid voor wat er in een vorige fase van de toeleveringsketen gebeurt niet op te nemen. Het hele productie- en consumptiemodel moet onder de loep worden genomen en herdacht worden.

De hele toeleveringsketen is dringend aan verandering toe. We moeten ICT fair maken.

Hier kunt u meer lezen over de problemen in de ICT-toeleveringsketen.

Hoe hebben we ICT meer Fair gemaakt?

Het Make ICT Fair consortium gebruitke vier verschillende strategieën om ICT meer Fair te maken:

  1. Sensibilisering in Europa over de problemen in de ICT-toeleveringsketen

In de eerste plaats kwamen we met het Make ICT Fair-project tegemoet aan de dringende behoefte om de Europese burgers bewuster te maken van de manier waarop onze elektronica wordt geproduceerd, door de aandacht te vestigen op de arbeidsomstandigheden en de milieueffecten.

Dit is een zeer belangrijke eerste stap, want vaak zijn mensen zich niet bewust van het verhaal achter hun smartphone voordat ze een nieuwe kopen in de winkel. Binnen het Make ICT Fair project heeft het consortium het bewustzijn van Europese burgers over de impact van onze ICT vergroot door; het opzetten van sociale media campagnes en het delen van media artikelen, het ontwikkelen van educatief materiaal, het trainen van activisten en het organiseren van publieke acties, conferenties, workshops, Speaker Tours, gastcolleges, documentairevertoningen en diverse andere educatieve evenementen.

Sensibilisatie in cijfers:

  • We bereikten meer dan 150 miljoen Europese burgers via pers- en mediawerk en social media campagnes, waarbij we consumptie in verband brachten met de uitdagingen en negatieve gevolgen van de wereldwijde ICT-toeleveringsketens (zowel de mijnbouw- als de fabricagefase) en de onderlinge afhankelijkheid van de EU en het Globale Zuiden.
  • Projectpartners hebben 350.000 burgers geactiveerd via trainingssessies, straatacties, congressen, sprekerstours en seminars. Deze activiteiten zorgden voor meer bewustzijn onder de deelnemers, maar resulteerde ook in een groep getrainde activisten met de juiste kennis en vaardigheden om positieve verandering teweeg te brengen op lokaal en nationaal niveau in ICT-toeleveringsketens.
  • Verschillende grootschalige evenementen, bedoeld om een breder publiek te bereiken, werden opgezet in samenwerking met meerdere partners, waaronder;
    • SETEM organiseerde drie keer het het Mobile Social Congress, met input en sprekers van andere Make ICT Fair partners. Reflecteren over het huidige productie- en consumptiemodel van ICT, dat ernstige schendingen van de mensenrechten en gevolgen voor het milieu genereert, stond daarin centraal. En er werd nagedacht over mogelijke ethische consumptie-alternatieven. Dit zijn kwesties die niet behandeld werden op het jaarlijkse Mobile World Congress dat gelijktijdig plaatsvond in Barcelona.
    • CATAPA organiseerde drie Academic Speaker Tours. Drie sprekers uit het Zuiden reisden naar Europa om gastcolleges te geven aan universiteiten en hun verhaal over de impact van mijnbouw op hun regio te delen op diverse andere evenementen. Ze reisden door België, maar verschenen ook op activiteiten georganiseerd door Bankwatch in Bulgarije, door Le Monde Diplomatique in Polen en door TSA in Hongarije.
    • People & Planet coördineerde drie jaar op rij de Power Shift – een meerdaagse trainingsreeks voor jongeren gericht op het versterken van campagnevaardigheden. Activisten van SETEM, TSA, CATAPA, Bankwatch en Le Monde Diplomatique namen deel aan deze trainingen.
  1. Stimuleren van een fair aankoopbeleid als tool voor positieve verandering

Overheden, regionale overheden en universiteiten zijn grootverbruikers van elektronicaproducten zoals computers, laptops en tablets. Binnen de EU wordt één op de vijf laptops gekocht door de publieke sector. Als grootverbruiker heeft de publieke sector als geheel dus een aanzienlijke invloed. Als de hele publieke sector zijn krachten zou bundelen, zou deze invloed kunnen aangewend worden om de industrie te dwingen structurele verbeteringen door te voeren en hogere normen te hanteren.

Make ICT Fair richtte zich daarom op aankopers in de publieke sector en moedigde hen aan duurzaamheidscriteria op te nemen in hun aanbestedingen voor de aankoop van ICT-producten. Tegelijkertijd werden de controlesystemen in de toeleveringsketen versterkt.

Stimulering van een fair aankoopbeleid in cijfers:

  • Tijdens het project overtuigden projectpartners 331 instituties om zich aan te sluiten bij Electronics Watch en werk te maken van een eerlijker beleid inzake overheidsopdrachten.
  • Rondetafelgesprekken met deskundigen, conferenties, seminars en webinars bereikten 1 700 openbare aanbesteders.
  • Er werden trainingssessies- en trajecten opgezet om monitoringpartners in de fabricatie- en mijnbouwregio’s te versterken. Deze trainingen werden georganiseerd door Electronics Watch en CATAPA en waren gericht op de werknemergestuurde monitoringmethodologie voor monitoringpartners in de mijnbouw en de productiesector.
  • ICLEI en Electronics Watch ontwikkelden aanbestedingsmodellen en gaven advies, begeleiding en deskundige briefing aan openbare aanbesteders. Zes proefaanbestedingen en vijf gepubliceerde casestudies inspireerden lokale besturen en deelnemers van de Procura+ belangengroep om werk te maken van hun eigen aanbestedingen.
  • Er werd een databank opgezet om de verbinding te leggen tussen 60 merken, 176 fabrieken en 56 aanbesteders.
  1. Het uitvoeren van onderzoek om problemen in de ICT-toeleveringsketen op te sporen en de transparantie te vergroten

De ICT-toeleveringsketen is zeer complex en ontransparant. Daarom namen we de ICT-toeleveringsketen onder de loep om bepaalde kwesties zoals mensenrechtenschendingen op te sporen en meer inzicht te krijgen in de complexe metaal- en componentenstromen.

Dit is een selectie van het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd:

  • Copper with a cost – Een rapport van Swedwatch over de risico’s voor de mensenrechten en voor het milieu in de toeleveringsketens van ICT-mineralen, met de nadruk op een casestudy uit Zambia.
  • Forced labour behind your screen – Een onderzoek, uitgevoerd door Danwatch in opdracht van SETEM, naar de erbarmelijke werkomstandigheden van ‘migrant workers’ in ICT-fabrieken in Maleisië.
  • Linking the Bolivian minerals to the European Industry – onderzoek uitgevoerd door CATAPA dat de toeleveringsketen van het metaal Indium (belangrijk voor touchscreens in smartphones) traceert, van Boliviaanse coöperatieve mijnen tot de Europese industrie.

Een overzicht van al het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd, kan je terugvinden op deze pagina van de Universiteit van Edinburgh.  Inclusief een verzameling wetenschappelijke artikelen die binnen het kader van Make ICT Far werden ontwikkelend. Dat werk kreeg de naam ‘Human rights risks in the ICT supply chain’.

 

  1. Lobbywerk voor de integratie van fair- en duurzaamheidsaspecten in ICT-wetgeving

Wetgeving met betrekking tot de ICT-toeleveringsketen wordt zowel op Europees als op nationaal niveau ontwikkeld. De partners van Make ICT Fair analyseerden en volgden deze wetgeving op de voet om tegelijkertijd te kunnen aandringen op de integratie van duurzaamheidsaspecten. De investeringen van de multilaterale ontwikkelingsbanken van de EU werden nauwlettend in de gaten gehouden en we deden aan lobbywerk om best practices toe te passen.

Meer specifiek heeft het Make ICT Fair-consortium beleidsaanbevelingen gedaan met betrekking tot deze onderwerpen:

  • Implementatie van regelgeving inzake mensenrechten en ‘Environmental Due Diligence’.
  • Druk uitoefenen op de EU om haar beleid inzake overheidsopdrachten te verbeteren
  • Ervoor zorgen dat het EU-beleid inzake circulaire elektronica en ICT leidt tot meer faire waardeketens
  • Opname van sociale aspecten het Sustainable Products Initiative

Om aan de implementatie van deze aanbevelingen te werken, hielden de Make ICT Fair partners regelmatig vergaderingen met EU-besluitvormers en werder er lobby-evenementen in het Europees Parlement georganiseerd (zoals het ‘Make ICT Fair’ Breakfast in het Europees Parlement, met als doel het bewustzijn van mensenrechtenschendingen binnen ICT-toeleveringsketens te vergroten). Ook de groep Make ICT Fair Friends, bestaande uit EU-beleidsmakers, werd gecreëerd.

Hierbij werd het consortium ondersteund door consultant Fair Trade Advocacy Office (FTAO).

Hier kan je meer lezen over de EU-beleidsaanbevelingen waar de Make ICT Fair partners aan werkten de voorbije jaren en nog steeds werken.

 

Sommige Make ICT Fair-partners oefenden gedurende het project ook druk uit op hun nationale regeringen om kwesties rond de ICT-toeleveringsketen aan de kaak te stellen en nationale wetgeving te verbeteren. TSA lanceerde bijvoorbeeld een campagne en een petitie om in Hongarije aan te dringen op wetgeving die de verplichte garantieperiode voor ICT-producten zou verlengen.

Wordt vervolgd…

Tijdens de drie jaar van het Make ICT Fair-project hebben elf partners stappen gezet in de richting van een meer faire ICT-toeleveringsketen. Er is echter nog veel werk aan de winkel. Vanaf 2021 zal het consortium op verschillende niveaus blijven samenwerken aan Make ICT Fair:

  • De dialoog en samenwerking tussen de partners wordt voortgezet. Ondersteund door een gecontracteerde consultant zal het consortium regelmatig blijven bijeenkomen en blijven pleiten voor een eerlijker beleid door zich te richten tot beleidsmakers op EU-niveau.
  • De partners binnen het Make ICT Fair consortium zullen allen blijven focussen op het onderwerp ICT. Voor verschillende van hen blijft de impact van ICT een belangrijke rol blijven spelen in het educatief en sensibilisatiesaanbod.
  • Anderen zullen hun lobbyactiviteiten voortzetten en/of onderzoek blijven doen rond het onderwerp. Verschillende organisaties bundelden ook hun krachten voor kleinere projecten en zullen voorwerken op verwezenlijkingen van het Make ICT Fair project.
  • Het Make ICT Fair-consortium zal uitkijken naar een vervolgproject om het hierboven geschetste werk voort te kunnen zetten.

De projectpartners

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit project werd georganiseerd met de financiële steun van de Europese Unie. De inhoud van deze websitepagina valt onder de verantwoordelijkheid van CATAPA en kan in geen geval worden beschouwd als een weergave van het standpunt van de Europese Unie.

 

 

 

 

Belgische banken blijven investeren in schadelijke mijnbouw

Belgische banken blijven investeren in schadelijke mijnbouw

BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC investeerden samen afgelopen jaar 1,74 miljard euro in Glencore, Vale en BHP Billiton, drie mijngiganten met een kwalijke reputatie. FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA vragen banken om deze schadelijke financieringen te stoppen.

Nieuw onderzoek door FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA wijst uit dat BNP Paribas, Deutsche Bank, ING Bank en KBC Bank in 2017 respectievelijk 448 miljoen, 784 miljoen, 399,5 miljoen en 111 miljoen euro investeerden in de controversiële mijnbedrijven Glencore, Vale en BHP Billiton.

Het nieuwe dossier verschijnt een jaar na de lancering van het rapport Gedolven grondstoffen, ontgonnen winsten waaruit bleek dat banken actief in België tussen 2011 en 2016 in totaal 32 miljard euro investeerden in controversiële mijnbedrijven. Banken geven in hun beleid wel blijk van mijnbouwrelevante uitdagingen zoals respect voor de rechten van de lokale bevolking, waterkwaliteit en waardig werk, maar hanteren onvoldoende rode lijnen die aangeven welke praktijken niet door de beugel kunnen.  Er blijft dan ook geld vloeien naar omstreden bedrijven. De nieuwe cijfers tonen aan dat BNP Paribas, Deutsche Bank, ING Bank en KBC Bank in 2017 gezamenlijk 1,2 miljard euro investeerden in Glencore, 229 miljoen in Vale en 312 miljoen in BHP Billiton.

Controversiële bedrijfsvoering door mijngiganten

Onderzoek door verschillende organisaties en overheidsorganen toont aan dat  inheemse gemeenschappen in Espinar (Peru) blootgesteld zijn aan te hoge concentraties zware metalen als gevolg van mijnbouwactiviteiten door Glencore in de streek. Daardoor hebben ze te kampen met verschillende gezondheidsproblemen. Bij protesten in 2012 vielen drie doden, waarvoor nu in Londen een proces loopt tegen het bedrijf. Mijngiganten Vale en BHP Billiton bezitten samen  het Braziliaanse mijnbedrijf Samarco, dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de grootste ecologische ramp in de Braziliaanse geschiedenis. Op 5 november 2015 brak in de mijnstaat Minas Gerais een dam, waardoor een giftige modderstroom zes dorpen overspoelde en de rivier Doce kilometers vervuilde, tot in de oceaan. 19 mensen stierven, 600 verloren hun huis. Onderzoek wees uit dat Samarco op de hoogte was van de risico’s en te weinig heeft gedaan om de ramp te voorkomen.

FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen en CATAPA vragen banken een aanscherping van hun beleid rond mensenrechten, milieu  en goed bestuur om investeringen in schadelijke mijnbouw onmogelijk te maken. Vorig jaar beloofde minister Van Overtveldt om BNP Paribas aan te spreken op deze problematiek. De Belgische staat is immers een belangrijke aandeelhouder van de bank. Vandaag sturen bovenstaande ngo’s een brief naar de minister om blijvende aandacht te vragen voor dit probleem.

Bezorgde bankklanten kunnen de komende dagen via www.bankwijzer.be een bericht sturen naar hun bank met de vraag dit in orde te maken.

Copyright beeld: Thomas De Boever – Broederlijk Delen