Tien dagen quarantaine in Peru

Stokslagen, arrestaties en sociale vraagstukken

Tien dagen quarantaine in Peru

Author: MAXIME DEGROOTE

DISCLAIMER:

Dit artikel werd geschreven op 25 maart, na de eerste tien dagen van de quarantaine in Peru. Inmiddels, na zes weken quarantaine, is er natuurlijk veel veranderd. Om te beginnen heeft de Peruaanse regering twee weken geleden aangekondigd dat ze 12.000 personen per dag willen testen, dat hebben ze deze week eindelijk bereikt. Tot nu werden 27.517 positief getest en zijn er 728 mensen overleden aan COVID-19 in Peru. Het heeft lang geduurd voordat het virus Cajamarca bereikte, maar nu zijn er 127 bevestigde gevallen in de regio. Over het hele land liggen 3.765 patiënten in het ziekenhuis, waarvan 545 op de intensive care. De regering wilt meer bedden op intensive care beschikbaar stellen voor patiënten en koopt extra ventilatoren aan die deze week klaar zouden moeten zijn voor gebruik. Volgens officiële cijfers zijn er nu 719 bedden op de intensive care exclusief voor COVID-19 patiënten. Dit betekent dat er nu nog maar 164 bedden beschikbaar zijn over het hele land.

De quarantaine die eerst slechts twee weken zou duren, werd nu al twee keer verlengd en zal hoogstwaarschijnlijk binnenkort opnieuw worden verlengd. De regering evalueert nu of sommige maatregelen vanaf volgende week kunnen worden opgeheven aangezien de quarantaine veel vragen en problemen met zich meebrengt. Vorige week had het Ministerie van Vrouwen en Kwetsbare Groepen al 125 gevallen van verkrachting en 14.222 gevallen van huiselijk geweld tijdens de quarantaine geregistreerd. Negen vrouwen werden in minder dan zes weken tijd in hun eigen huis vermoord. Er zijn ernstige economische problemen, aangezien 42 procent van de inwoners van Peru geen inkomen heeft en veel van hen nog steeds geen hulp van de regering hebben gekregen. De lessen gaan nu online door via TV-  en radiokanalen, hoewel niet elk gezin er toegang toe heeft. Er is nog steeds geen oplossing voor inheemse dorpen. En hoe komt het dat mijnwerkers midden in de quarantaine naar huis mogen reizen, maar dat duizenden Peruanen nog steeds ver van hun huis vastzitten zonder hulp? Veel Peruanen waren ver weg van hun huis toen de quarantaine plotseling begon en zijn na zes weken nog steeds niet naar huis kunnen gaan. Verschillende groepen mensen begonnen extreem lange afstanden te lopen om thuis te komen, simpelweg omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om zo lang te blijven waar ze zich momenteel bevinden. Meer dan 30.000 mensen hebben zich ingeschreven voor humanitair vervoer van Lima naar Cajamarca. De regering van Cajamarca biedt echter maar vervoer aan voor 600 mensen. Hoe kiest u wie er naar huis kan gaan en wie niet?

Peru heeft zeer snel gereageerd op de crisis door een nationale quarantaine af te kondigen, aar er zijn nog zeer veel problemen die opgelost moeten worden en die we niet uit het oog mogen verliezen. Hopelijk komen er snel meer oplossingen.

Maandag ging de tweede week quarantaine van start in Peru. Wat betekent quarantaine in een land als Peru? Wereldblogger Maxime Degroote geeft een impressie.

Een paar dagen ontsnappen in een houten huisje in het bos, even weg, even afgezonderd van de wereld, de gekke wereld waar we deze dagen helemaal niks meer van lijken te begrijpen. En toen we die wereld na een paar dagen weer terug in wilden stappen, bleek die voor ons al afgesloten te zijn. Peru zit in quarantaine. Een heel land, en haast al een hele wereld, in quarantaine.

Militairen zien er op toe dat niemand zich op straat begeeft © Edgard Bazán

Coronahorrorverhalen

Het coronavirus heeft de wereld al een tijdje in haar greep. Uit ieder gesprek van de laatste weken kwam een nieuw coronahorrorverhaal. Cijfers van doden die moeilijk te vatten zijn worden ons naar het hoofd geslingerd. Wat het allemaal nog een heel stuk onwerkelijker maakt, hoe werkelijk het ook allemaal is. En beetje bij beetje komen alle fases langs.

Peru heeft het over het algemeen heel serieus genomen.

Ontkenning, want het zal toch allemaal zoveel erger niet zijn dan een jaarlijks griepje. Twijfel, want het lijkt zich plots toch wel heel snel te verspreiden. Angst, want het komt dichter en dichterbij en de maatregelen worden drastischer. Woede, want waarom nemen zovelen het nog altijd niet serieus?

Peru heeft het over het algemeen heel serieus genomen. Wij brachten een paar dagen door in onze cabin in the woods, zoals we er over grapten. Een paar dagen weg van de coronagekte die we nog niet goed begrepen en nog lichtjaren ver weg leek. En dan zit je op zondagavond in de auto terug naar de stad wanneer je plotseling terug bereik hebt en de president van het land live op televisie aan het vertellen is dat heel Peru in quarantaine gaat.

Waarheen, vraagt de vriend achter het stuur, waar wil jij de volgende weken doorbrengen? Zet ik je eruit bij je moeder of bij je vriend? Want waar je straks de auto uitstapt, daar blijf je.

En hier zitten we dan.

Paniek

Zondag 15 maart kreeg Peru het nieuws te horen. Maandag kreeg iedereen een laatste kans om zich te verplaatsen, voor al het nationaal en international vervoer om middernacht afgeschaft werd. Grenzen sloten. Alles sloot. Alleen supermarkten en andere voedingszaken, ziekenhuizen, apotheken en banken mogen openblijven.

Op maandag heerste er paniek. Want wat betekent quarantaine in een land als Peru, zonder enige vorm van sociale zekerheid?

De president beloofde 380 soles (zo’n 100 euro) aan elke familie die de eindjes niet aan elkaar zou kunnen knopen tijdens de 15 dagen zonder werk. Maar welke families zijn dat? En hoe krijgen zij dat geld? En wanneer precies? De vragen rezen, alsook de onrust.

Een dag niet werken, betekent een dag niet eten.

Pas een week later kwam er nieuws over die 380 soles en verscheen er een website waar je je kon aanmelden om kans te maken op dat geld. Diezelfde dag trokken daartoe aangestelde personen ook naar de gemeenschappen op zoek naar families in nood. Een week later pas. Kun je je voorstellen hoe groot de bezorgdheid was die het land overspoelde.

En terecht. Peru is geen België, waar het merendeel van het land gewoon van thuis uit verder werkt. Peru is een land waarin meer dan 70 procent van de bevolking in informele sectoren werkt. Waarin het overgrote deel van de bevolking afhankelijk is van hun dagelijkse inkomen om eten op tafel te kunnen zetten. En een dag niet werken, betekent een dag niet eten.

En wat met alle niet-Peruanen in het land? Elke dag zie ik de ketting om mijn nek hangen die mijn twee fantastische Venezolaanse vriendinnen gemaakt hebben. Wat met hen? Wat met de duizenden Venezolanen in Peru, die aan hun lot worden overgelaten?

Markten en voedingszaken mogen nog openblijven © Edgard Bazán

Chaos

Paniek en mensen overspoelden de markten die eerste maandag. Mensen pakten wat ze pakken konden en zetten het op een lopen. Marktverkopers raakten in paniek, en de prijzen verdubbelden, verdriedubbelden. Agenten die de vrede probeerden te bewaren en de dieven te pakken probeerden te krijgen, arresteerden tegelijkertijd nu ook de verkopers die hun prijzen optrokken. En de chaos groeide.

Drie uur in de rij om eieren te kopen om te horen te krijgen dat de eieren uitverkocht zijn. Bazen die niet geloven in quarantaine en toch eisen dat iedereen gewoon op het werk aanwezig is. Busmaatschappijen die buskaartjes blijven verkopen, en waar de politie op het tijdstip van vertrek de boel komt afsluiten.

Toeristen die er niks van snappen en verdwaasd terug naar hun hostels trekken, waar ze soms de deur in hun gezicht krijgen. Want corona komt toch uit Europa?

En ik, die ’s avonds nog van de laatste verplaatsingsmogelijkheden gebruik wil maken. Verplaatsen mocht nog tot middernacht. Maar verder dan een half blok raak ik niet op mijn fietsje, waar zo´n 15 militairen me de weg versperren. De quarantaine is menens.

Arrestaties

Dat het menens is wordt ons de tweede dag duidelijker. Op dinsdag wordt de ronda campesina ingezet in het noorden van het land. De burgerpolitie. De ernst dringt door in Cajamarca, waar de ronda’s heel wat meer respect afdwingen dan politie ooit zal doen. De uitgeroepen noodtoestand brengt hier herinneringen aan de protesten tegen het megamijnbouwproject Conga terug, waarbij verschillende mensen het leven lieten.

Mijn buren worden allemaal opgesloten omdat ze voetballen in het park.

Op woensdag wordt een ‘toque de queda’ in het leven geroepen, een avondklok. Tussen 8 uur ‘s avonds en 5 uur ‘s ochtends mag niemand buiten zijn, voor geen enkele reden. Of je wordt meteen gearresteerd.

De volgende ochtend worden sociale media overspoeld met filmpjes van de eerste overtredingen. Een man die het vuilnis ging buitenzetten en meteen door vijf politiewagens omsingeld werd. Mee naar het bureau. Een man die werd opgepakt en vervolgens de auto terug uitsprong en een hele politieachtervolging veroorzaakte. Een man die een hondje wilde uitlaten, en recht voor zijn voordeur met hond – en op de achtergrond een hoop geschreeuw van zijn vrouw, om het hondje, niet om hem – werd meegenomen.

Mijn buren worden plots allemaal een nacht opgesloten omdat ze voetballen in het park. We lachen, maar de quarantaine is geen grapje. De quarantaine is menens.

En de quarantaine moet ook menens zijn. In heel Peru zijn er 250 bedden op de intensive care. 250. En kijk eens naar hoeveel gevallen er nu zijn. In Peru staat het cijfer momenteel op 480. Zeven personen lieten het leven in slechts een paar dagen tijd.

Dit is nog maar het begin. We moeten dit nu verhelpen, want Peru kan een crisis als in Italië of Spanje niet aan. Wie wel, eerlijk gezegd.

Politie en leger controleren iedereen die zijn of haar huis verlaat © Edgard Bazán

Geen ziekenhuizen

En dus trof Peru als eerste in heel Latijns-Amerika keiharde maatregelen. En ja, het is eng om militairen, politieagenten en boeren met stevige stokken door je straat te zien banjeren. Het is eng om de verhalen uit het verleden te horen en te zien hoe burgers meer en meer rechten verliezen en we langzaam dezelfde richting opgaan.

Maar het is nog enger om te beseffen dat er hier in Cajamarca geen één ziekenhuis is dat een coronageval op het laatste moment zal kunnen redden. Dat je om aan de beademing gelegd te worden minstens zeven uur naar de kust zult moeten reizen. Dat er op dit moment zelfs nog maar 50 beademingsapparaten vrij zijn in het land, en die tegen het einde van deze week hoogstwaarschijnlijk allemaal in gebruik zullen zijn.

Het is eng dat wij het coronanoodnummer belden voor mijn vriendin die al drie weken ziek is, om doodleuk te horen te krijgen dat “dit zou betekenen dat ze al drie weken coronavirus zou hebben en ze dan al lang dood zou zijn dus ze zich vooral geen zorgen moet maken”. Ik snap dat de lijn overbelast is, maar wanneer word je dan wel serieus genomen?

Het Amazonegebied heeft momenteel het hoogst aantal denguegevallen uit de geschiedenis van het land.

Het is eng om te beseffen dat het Amazonegebied ondertussen te kampen heeft met het hoogst aantal denguegevallen uit de geschiedenis van het land, en er geen enkel bed meer vrij zal zijn voor de eerste coronapatiënt die daar valt.

Het is eng om te beseffen hoeveel duizenden tuberculosepatiënten Peru telt, die als ze besmet raken, het virus niet zullen overleven.

En het is eng om te zien dat meer dan 18 000 personen al zijn opgepakt omdat ze de quarantainemaatregelen in de wind slaan en de straat blijven opgaan, terwijl het virus zich verspreidt.

 

Vraagstukken en problemen

De quarantaine is menens, de quarantaine is noodzakelijk, Peru heeft goed gehandeld. Maar de quarantaine brengt een hele hoop vraagstukken en problemen met zich mee. En dan heb ik het niet alleen over de economische problemen.

Voor vijftig procent van de vrouwen en meisjes in het land is hun thuis de minst veilige plek om te zijn, en de plaats waar ze het meest worden blootgesteld aan seksueel misbruik en gendergeweld. In Arequipa is maandag de eerste vrouwenmoord sinds de quarantaine gepleegd. Amper een week heeft het geduurd voor een vrouw thuis werd neergestoken door haar vriend. Twee aangiftes van verkrachtingen werden er al gedaan, verkrachtingen van een meisje van amper 4 jaar oud, en een meisje van 14. In hun eigen huis.

Verplichte opsluiting met je verkrachter, kun je het je voorstellen?

De noodlijn van het Ministerie van de Vrouw en Kwetsbare Bevolkingsgroepen kreeg de afgelopen week 2500 telefoontjes binnen. Er werden 208 klachten ingediend. 38 Vrouwen werden al overgeplaatst naar opvangcentra. Verlenging van de quarantaine roept moeilijke vraagstukken in het leven. Verplichte opsluiting met je verkrachter, kun je het je voorstellen?

Eigen regels

En wat met het machtsmisbruik dat de quarantaine met zich meebrengt? De discriminatie? De corruptie?

Verschillende agenten lijken eigen regels in het leven geroepen te hebben en dwingen mensen hun ramen te sluiten of zelfs hun lichten uit te doen na acht uur, dreigend met geweerschoten. Anderen arresteren willekeurige mensen op straat, want wie kan bewijzen dat ze effectief onderweg naar de supermarkt zijn of dat ze echt pas een halve minuut buiten zijn?

Anderen stop je dan weer wat geld toe en ze maken met alle liefde van de wereld een uitzondering voor je – hoeveel agenten hebben geld aanvaard toen een oom van een vriendin zeven uur lang terug naar Cajamarca reisde op de zevende dag van de quarantaine?

En dan is er de video van de capitán van het leger die in plaats van een jongere die de avondklok niet respecteerde meteen mee te nemen naar het commissariaat, hem keiharde stokslagen toediende op straat. De man in kwestie werd inmiddels ontslagen, hoewel hij uit zowat het hele land steun krijgt. Zo worden militairen immers opgeleid om hun land te dienen, keihard, en we moeten inzien dat een militair niet hetzelfde is als een politieagent, klinkt het.

Moeten we dit soort agressie dan tolereren? Kunnen we hier nog meer van verwachten? En waarom zien we zo´n groot verschil in de manier van arresteren in de rijkere buurten, zoals Miraflores in Lima, als bijvoorbeeld met deze jongeman? Waarom worden vrouwen anders behandeld dan mannen? Waarom werd ik aan de supermarkt niet gecontroleerd en de vrouw naast mij onmiddellijk opgepakt? Hoe pakken we dit soort discriminatie aan?

Lege straten in het centrum van Cajamarca © Edgard Bazán

Bus de la muerte

En wat met de congresleden die zichzelf en hun familie op een humanitaire vlucht van Lima naar Cusco zetten? Die vlucht was er om kwetsbare families die gestrand waren op het vliegveld in Lima, vaak zonder geld, terug naar hun families te brengen. Wie geeft hen het recht die plaatsen in te nemen?

Geen wonder dus dat de bevolking van Peru alert is geworden. En dat de bus die tijdens de nacht van donderdag op vrijdag plots op een paar uur rijden van Cajamarca opdook, meteen werd opgemerkt. Waakzame burgers stuurden foto´s en video´s de wereld in, en de weg van de bus werd via sociale media in heel Cajamarca gevolgd. De mysterieuze bus de la muerte was in aantocht. Wie zat er in de bus, waar kwam de bus vandaan, en hoeveel coronagevallen zou het Cajamarca binnenbrengen?

De bus kwam uit Moquegua, helemaal in het zuiden van het land. 2000 kilometer had de bus al afgelegd, zo´n 35 – 40 uur dwars door het hele uitgestrekte land. Hoe kan een bus 2000 kilometer afleggen midden in een nationale quarantaine? Hoe kan niemand gedurende 40 uur de bus aan de kant hebben gezet, terwijl ik niet eens tot de hoek van mijn straat raak op mijn fiets? En wie zat er aan boord?

32 passagiers telde de bus. 32 mijnwerkers. Daar heb je je antwoord. De bus had toestemming. En zo kwamen 32 passagiers die het hele land doorkruist hadden Cajamarca binnen, waar op dat moment nog steeds geen enkel geval van het coronavirus gedetecteerd was. Paniek.

Hoe overleven we immers een quarantaine zonder koper te winnen? Uiterst essentieel, die mijnbouw.

Maar de bus mocht rijden. Op dinsdag al liet een officieel document ons immers weten dat het Ministerie van Economie uitzonderingen maakt voor essentiële activiteiten tijdens de nationale quarantaine. En hoe overleven we immers een quarantaine zonder koper te winnen? Uiterst essentieel natuurlijk, die mijnbouw.

Mijnbelangen en overtredingen

De speculaties startten onmiddellijk. Wordt de uitgeroepen noodtoestand gebruikt voor mijnbelangen? Waarom mag niemand in het land werken en gaan de mijnbouwbedrijven gewoon hun gang? Is dat ook niet een vorm van discriminatie? Vrijdag sprak president Vizcarra zich daar over uit en meldde dat ze geen druk zouden aanvaarden van een groep die een bepaald belang heeft in de samenleving.

Volgens zijn verklaring worden sommige mijnbouwactiviteiten uitgevoerd op afgelegen plaatsen, waar de arbeiders geïsoleerd zijn, niemand binnenkomt of vertrekt, en er geregeld is dat deze activiteiten mogen doorgaan gezien het in isolement gebeurt.

Vertrek van werknemers, zoals de groep die van Moquegua helemaal naar het noorden van het land, is dan weer wel verboden omdat het in strijd is met de maatregelen.

Maar is dat het enige dat in strijd is met de maatregelen? De interprovinciale verplaatsingen? Wat met de honderden vrachtwagens die dagelijks mineralen verplaatsen tussen verschillende regio´s? Wat met de plattelandsbevolking in de directe omgeving van de mijnbouwactiviteiten? En de werknemers die zich vaak twee of meer uur verplaatsen, heen en terug, om bij de mijn te raken? Zo geïsoleerd blijkt het plotseling toch niet meer.

Gezondheid eerst

In het zuiden van het land werden de klachten tegen het mijnbouwbedrijf bekend gemaakt door de arbeiders zelf, net als door de gemeenschappen in de buurt van de mijnbouwprojecten Las Bambas, Antapaccay en Shougan. De bedrijven blijven op normale wijze doorwerken. Niet alleen geïsoleerd, niet alleen de normale taken. Alles zoals voordien, 24 uur per dag. En dat is een overtreding.

De Peruaanse overheid moet de gezondheid van haar inwoners boven persoonlijk belang stellen, altijd.

De Peruaanse overheid moet de gezondheid van haar inwoners boven persoonlijk belang stellen, altijd. En bussen kriskas door Peru heen laten rijden om werknemers middenin de quarantaine naar huis te laten gaan valt daar niet onder.

Gezondheid eerst. Als families uit Cajamarca drie jongeren die dubbelgevouwen in een kartonnen doos uit Arequipa meer dan dertig uur op illegale wijze naar Cajamarca hebben gereisd de toegang tot hun eigen huis kunnen weigeren, waardoor de jongeren op straat zijn opgepakt, dan kan de staat ook best het werk van mijnbouwbedrijven even stilleggen. Of op zijn minst ervoor zorgen dat de werken effectief in isolatie worden uitgevoerd. En dat noch de werknemers, noch de omwonenden, de meest kwetsbare groep van de bevolking, bedreigd worden.

Stilstaan

Gemeenschappen hebben inmiddels zelf hun toegangswegen afgesloten. De straten zijn stil. Elke dag worden er nog steeds duizenden ongehoorzame Peruanen opgepakt, maar tegelijk groeit ook het besef van het belang van de quarantaine.

Peru heeft gereageerd, en razendsnel. De wereld lijkt nu even stil te staan, maar dat staat hij niet. De wereld staat niet stil, wij staan stil. En laten we nog maar eventjes stil blijven staan. En daar ook stil bij blijven staan.

Blijf thuis.

A Review of the ICT Supply Chain from the Doculatino Film Festival 2019

The ICT Supply Chain from the Doculatino Film Festival 2019:

What is inside your smartphone, where does it come from and where does it end up?

Our Catapista Hernán Manrique wrote the following interesting and critical piece about the ICT supply Chain of electronic devices, by analysing and reviewing the three documentaries from our last Doculatino Film Festival.

Introduction

During October and November of last year, CATAPA organized the Doculatino Film Festival. Held in the cities of Ghent, Antwerp, Brussels and Leuven, this edition of the festival was part of the Make Information and Communications Technology (ICT) fair European campaign, whose goal is to achieve a more transparent and fair ICT supply chain.

The documentaries showed various insights into the globalized ICT supply chain of some of our favourite devices. The first documentary, Minga (2019), directed by Damien Charles and Pauline Dutron, takes us into a journey through Latin America where it shows some of the major environmental conflicts between local communities and multinational mining companies. Death by Design (2016), directed by Sue Williams, explores how employees from the ICT supply chain work in unsafe environments where they come into touch with toxic substances during the production and assemblage of computers, smartphones, etc. Finally, The E-Waste Tragedy (2014), directed by Cosima Dannoritzer, reveals what happens with our electronic devices once we stop using them, showing that whether we recycle them or not, they reproduce vicious patterns of toxic waste disposal in developing countries.

©IrisMaertens

This review intends to discuss some insights on poorly known aspects of the ICT supply chain, as well as to introduce some alternative scenarios as portrayed in the documentaries.

Let’s try to answer some questions

Did you know that your smartphone resembles a mine of precious minerals and rare elements? It might seem odd, but each smarthphone contains at least 60 different minerals, such as cobalt, lithium, gold, copper, and so on and so forth, that are extracted from all over the world. Such variety is so large that, according to the Geological Society of the United Kingdom, the average smartphone uses 75 out of the 81 elements in the period table.

Extracting these materials at the large-scale needed for the ever growing ICT demand is a daunting challenge that requires millions in investments. Companies are always exploring new areas where to find these materials that allow the permanent interconnection of our digital economy. However, as with many other things, there is a very different picture at the other side of the coin.

©IrisMaertens

What are the social and environmental costs of mining in developing countries? Scientists from all disciplines have continuously shown the large social and environmental damages produced during mineral extraction. Are they inevitable? That is hard to tell, but what we know is that efforts to regulate mineral extraction are rarely enough and its accountability differs widely from one corner of the world to another. Environmental and labor safety regulations in poor and developing countries are usually sacrificed to the laissez-faire of free markets. For this reason, developing countries with plenty of mineral resources have sometimes been signaled as being ‘cursed’ by such abundance. Having said this, now let’s see how our three documentaries can help us to understand how such ‘curse’ works.

Minga presents some of the major struggles from various communities in Latin America against mining extraction. At these first stages of the ICT supply chain, rentier states seek to encourage extractive industries to invest in their national territories through various stimulus, such as low environmental and social regulations, financial incentives, etc. In many cases, governments portray such investments as a promise of modernity for rural communities near mining concessions that are depicted as ‘pre-modern’ or ‘left behind’. However, both environmental and social externalities affect the livelihoods of people from these areas. Heavy metal pollution, respiratory diseases, decreasing outputs in agriculture, etc. are some of the main consequences of inadequately environmental regulations in the mining sector.

For these reasons, it shouldn’t be a surprise that various communities near mining zones have risen up against extraction. Among many other cases, Minga shows one of the greatest conflicts against gold mining in Peru: Conga. This case became infamously known due to the agressions from part of the Yanacocha company and the Peruvian security forces against Maxima Acuña Chaupe (Goldman Environmental Prize 2016), a peasant woman from the Andean region of Cajamarca who refused to sell her land to Yanacocha. However, despite gaining global recognition in environmentalist circles for her defence of water sources, her life is still in danger. Maxima’s case is not an atypical story; hundreds of persons have lost their lives for opposing the extractive industries. Several cases from extractive localities in the Global South show that sometimes the rush for obtaining these precious minerals and rare elements needed for our devices privileges profit over life and the environment.

After extraction, minerals travel a long way to finally reach the facilities where, after several transformations, they are turned into key pieces of our ICT devices. Death by design takes us on a journey from mid 1970’s and 1980’s California to contemporary Shenzen in China to reveal what happens behind the scenes of this billion dollar industry.

Electronics and semiconductors necessary for personal computers require a large use of toxic chemicals, such as sulphuric acid, hydrazine sulphate, etc. Some decades ago, these products were mainly produced in the United States. However, in the midst of what would be later known as Silicon Valley, the increasing number of ill workers due to the exposure to such chemicals led to hundreds of lawsuits against some of the major ICT companies of the time. Not only there were accused of causing severe illnesses, such as brain cancer, breast cancer, etc. but also of polluting underground waters by storing chemicals below ground. After thousands of petitions, the Environmental Protection Agency from the United States obliged major ICT companies to clean up sites they contaminated.

However, this was only a partial triumph. Given that since the 1980s companies have enjoyed more flexible legislations to relocate their investments elsewhere, they decided to go abroad. Heavier environmental regulations in the United States led to a massive search for free-regulations areas across the world. It’s in this way that Shenzhen in China became the main hub for this industry. With inadequate labor regulations, companies could operate at a much rapid scale and with less concern for workers. Soon outsourcing would become the rule. With almost no labor rights and high production quotas established by ICT companies, outsourced workers became increasingly exploited. Death by design shows some of the consequences of such lax regulations. These include several accidents in the plants, disastrous explosions and fires in assembling facilities and even suicides during working hours.

Finally, the E-waste tragedy traces the path that electronic devices follow after we stop using them. Why would this be a tragedy? The documentary cleverly starts by portraying the dumping sites where they end up in Africa where the massive accumulation of toxic e-waste poses great environmental and public health problems for developing countries that import developed countries’ waste. But how did all this e-waste end up there?

 This is exactly the challenging question that the E-waste tragedy seeks to respond. E-waste trafficking is a criminal activity that involves millions of dollars. According to the experts interviewed in the documentary, despite EU regulations to prevent e-waste trafficking, more than 65% of these products never reach an official recycling plant and less than 1% of mobile phones are recycled in Europe. Thus, most e-waste is not recycled, but sold to the black market, where it is later exported through the main European ports.

But there is more. Once ICT devices end up in African dumping sites, large groups of people, especially children, dismantle smartphones and others electronics with their bare hands in search not just of screens and batteries but also of small electronic pieces, such as buzzers, transistors, capacitors, etc. After collecting some considerable amounts of electronics, these are later sold to brokers. This situation is similar in surrounding areas of Shenzhen, where Chinese workers use rudimentary and toxic methods to identify valuable electronic pieces from old devices. These products are then refurbished before getting into circulation once again. Again where? In China.

Screening of the documentary "Minga" in Brussels.

But how do these old devices (of which many of them were supposed to be recycled) and their small parts get their way into China? E-waste trafficking has Hong Kong as one of its main routes to enter China. The port of Hong Kong, one of the largest in the world, is a free port with low customs regulations. With more than 63,000 containers arriving everyday, Hong Kong represents a privileged entrance into the Chinese market. Indeed, it has been estimated that 36,000 e-waste containers enter China through Hong Kong every year. After arriving, most of the e-waste, once refurbished and repaired, find their way into Shenzhen, which is strategically located a few kilometers from there. Finally, all these different electronic devices and their small parts are offered as new in Shenzhen, where once bought they travel to new destinations to be sold and resold again and again.

Main lessons from Doculatino and steps further

The three documentaries screened in Doculatino show a reality that is hard to deny. The ICT supply chain involves several formal regulations and decent jobs around the world while at the same time it also allows the advancement of groundbreaking technologies that are changing the world. However, all this progress is also accompanied by more negative issues, such as conflicts, environmental pollution, child labor, e-waste trafficking, etc. We might not be aware of such problems, because most of them occur far away from the comfort of our homes. And that is exactly one of the main concerns that these documentaries point out: even without knowing it, we might be contributing to some of these hazards that affect thousands or even millions of lives around the globe.

What can you do?

Inform yourself about how ethical your devices are: There are several websites with relevant information on the provenance, labour conditions, and other characteristics of our devices. You can find some of them in the following links:

Make sure to hand your old devices to certified recycling operators: Recycling is not as easy as it sounds. Some companies offering to recycle for free might actually be part of E-waste trafficking networks. Don’t forget that most of EU’s e-waste is never recycled, but rather trafficked. Here you can find some useful links:

Think twice before buying a new electronic device: Instead of reproducing the vicious cycle that most electronic devices follow as seen in these documentaries, repairing your devices can be a much better option. It’s cheaper, it’s easier and it’s much more sustainable. Here you can find some links that show you where to repair your devices (you will be surprised that even some of them encourage to do it yourself!):

Think circular: If you want a more fair and sustainable future, it’s about time to start thinking circular!

Author: HERNÁN MANRIQUE LÓPEZ

Paper: Standaarden, certificaten, en monitoringsystemen in de ICT-sector

Standaarden, certificaten, en monitoringsystemen in de ICT-sector: op weg naar een duurzame aankooppraktijk?

De ICT-sector kampt met heel wat uitdagingen op het vlak van duurzaamheid. Het produceren van ICT-producten zoals smartphones, computers en laptops heeft een erg grote impact op mens en milieu. De ontginning van metalen en mineralen nodig voor deze producten gaat vaak gepaard met mensenrechtenschendingen en ecologische destructie. De assemblage van laptops en smartphones gebeurt in fabrieken waar arbeidsrechten met de voeten getreden worden. De gebruikduur is zeer kort en het ontwerp van ICT is niet gericht op hergebruik van de onderdelen, waardoor er een gigantische e-waste afvalberg ontstaat. Daarnaast is bijna vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de ICT-sector.

De laatste jaren zien we een toenemend aantal initiatieven die aan de slag gaan met deze uitdagingen. Vele initiatieven vertrekken vanuit de koopkracht van aankopers van ICT. Grote consumenten van ICT producten kunnen via hun aankoopbeleid een belangrijke invloed uitoefenen op ICT bedrijven om hun productieketen op een structurele wijze te verduurzamen.

Standaarden, certificaten en monitoringssystemen worden in verschillende sectoren, omwille van hun gebruiktsvriendelijkheid, veel gebruikt. Ze zijn vrij eenvoudig te verwerken in aankoopdossiers. Toch lijken labels minder gevraagd te worden bij de aankoop van ICT hardware.  Welke certificaten bestaan er voor ICT? Zijn ze betrouwbaar en bruikbaar?

Meer weten? 

Fair ICT Flanders, een project dat getrokken wordt door CATAPA,  en HIVA-KU Leuven publiceren vandaag een gebruiksvriendelijke paper rond standaarden, certificaten en monitoringssystemen voor een duurzamere ICT-sector. Het onderzoekswerk werd uitgevoerd door Dr. Boris Verbrugge (HIVA KU Leuven). Het document is geschreven voor aankopers en andere professionals die aan de slag willen gaan met duurzame ICT binnen hun organisatie. Het biedt handvatten op weg naar een duurzame aankooppraktijk van ICT, gaat dieper in op de voor-en nadelen van certificaten en standaarden en bespreekt mogelijke alternatieven voor certificaten.

De paper is gratis te downloaden op de website van Fair ICT Flanders.

Radio show “hijack hour” over Bar Circular – Black Friday impact bewustzijn

Radio show “hijack hour” over Bar Circular – Black Friday impact bewustzij

29 november 2019 co-organiseerde CATAPA Bar Circular, een evenement gericht op bewustzijn creëren over de impact van Black Friday. In in steeds meer landen nemen de consumptie levels jaarlijks toe rond de periode van ‘Black Friday’, die ook steeds langer gaat duren, inmiddels namelijk al een week. Meer en meer mensen worden daardoor in patronen van over-consumptie geduwd.

Als deel van het Bar Circular evenement sprak CATAPA die zelfde dag op de studenten radiozender Urgent FM. We waren deel van de show ‘Hijack hour’ waar één uur radio zendtijd wordt gegeven aan lokale organisaties die strijden voor belangrijke problemen.

Wij delen hier graag de inhoud van onze ‘Hijack hour’ sessie; de impact van Black Friday consumptiepatronen in relatie tot mijnbouw en de ICT supply chain en een paar acties die je zelf kan ondernemen!

Catapistas Louna en Youssef vertegenwoordigden CATAPA tijdens het eerste deel van de show (in Engels) en spraken over de ICT supply chain problemen. 

Het tweede half uur namen leden van het Gents MilieuFront en Netwerk Bewust Verbruiken het woord, als co-organisatoren van Bar Circular. Zij bespraken verschillende oplossingen en alternatieve manieren van ICT consumptie; zoals reparatie of tweedehands kopen. Ze interviewden  enkele van de reparatie techniekers van het Repair Café, een deelactiviteit Bar Circular.

Tijdens het evenement konden deelnemers en gasten meedoen met verschillende activiteiten in de Krook bibliotheek. Net voor de activiteiten startten, transformeerden lokale artiesten het Miriam Makebaplein (voor de Krook) tot een e-waste begraafplaats. Met deze publieke actie willen we meer bewustzijn creëren over de impact van Black Friday en de gevolgen van onze huidige manier van het produceren en consumeren van elektronische producten.

©Dennis Licht

Tijdens het Repair Café kon iedereen zijn kapotte of beschadigde elektronische apparaten en kleren meebrengen om ze te laten repareren en zo een tweede leven in te blazen! Over de namiddag vonden drie interactieve presentatie sessies plaats; over de productie problematiek van elektronische apparaten en hoe we samen kunnen werken aan oplossingen.

©Dennis Licht
©Dennis Licht

In onze “Documentaire speeddate hoek” konden bezoeker  in paren een korte documentaire over problemen in de ICT supply chain en mogelijke alternatieven bekijken. Daarnaast vond een workshop plaats waar je kon ontdekken hoe de binnenkant van je smartphone eruit ziet; je leerde er ook over de ruwe materialen die gebruikt worden om een smartphone te maken, welke functie ze hebben en hun ecologische impact. Last but not least was er een inzamelpunt voor oude mobieltjes om die te versturen naar een aangewezen recyclage centrum.

©Dennis Licht

CATAPA richtte simultaan ook de online campagne op genaamd “Buy Nothing Day” om meer bewustzijn te creëren. Ontdek daar meer over op deze link.

Dit evenement is een collaboratie tussen CATAPA vzw, Gents MilieuFront, Netwerk Bewust Verbruiken, Vormingplus Gent-Eeklo, Curieus, Festival van de Gelijkheid en Bibiliotheek De Krook; met de steun van Gent Klimaatstad.

Movement Weekend 2019

How great was the Movement Weekend 2019?

From the 13th till 15th of December there was the annual Movement Weekend which took place in Lokeren. We gathered with a lot of Catapistas to learn, brainstorm, be together, have a good time and eat some delicious food.

The weekend started on Friday with a warm welcome and some soup. Afterwards there was an interactive introduction game in which we discussed the different challenges related to the topics that Catapa is addressing. We also followed an interesting presentation about the extraction of Lithium. Lithium is, i.a. used for our batteries of electric cars. We ended the night with a fun game to get to know each other a bit better!

On Saturday we woke up early to kick off a day filled with interesting activities! We started with a group dynamic exercise and followed the working group meetings. Silke and Alberto, presented their research mission in Bolivia, focusing on several mining cooperatives. After a discussion on the results, we did parallel speed date sessions about the internal functioning of our volunteer organization. Here we sat together to give input and discussed solutions about how to improve our organizational, communication and planning skills.

Laura organized a teambuilding activity in which we learned to trust each other (and almost broke a leg). And then there was dinner, with the best falafel we ever ate. After we all overate, we called our GECO’s (Global Engagement Catapa Officers) in Latin Amerika through Skype to learn more about their experiences. And last but not least, Truike gave a kick-off presentation about OpenMinED, an event that will take place in March 2020. Here we invite guest speakers to give more information about mining and the impact of the ICT supply chain. We ended our Saturday night with the unforgettable Fiesta Catapista, in which we got to see some real dance talents!

On Sunday, the last day, Charlotte gave some information about how to make our way of working more efficient. This meant the end of an amazing weekend.

Already looking forward to the next one!

DocuLatino 2019

DocuLatino Film Festival – Tracing the ICT supply chain

For the 11th year in a row Catapa organises the Doculatino Filmfestival in Ghent, Antwerp, Brussels and Leuven. Within the Make ICT fair European campaign, whose goal is to achieve a more transparent and fair ICT supply chain, this year we will broaden our focus from extractivism and look at the problems of the global ICT supply chain. Through 3 documentary screenings we will show you the path your laptop, smartphone or tablet follow from the extraction of its components to the dumping of the devices, and the related issues.

Documentaries:

1. Minga, by Damien Charles and Pauline Dutron
The journey starts in Latin America, one of the main victims of raw materials extraction. Today for the production of a smartphone more than 60 elements are needed and the vast majority are obtained by mining. As the documentary shows, the extraction industry has huge consequences on local communities and on the environment.

© Minga - Voices of resistance 2019

2. Death by design, by Sue Williams
In Death by Design, we will fly to the other part of the world to Asia (China, Vietnam, South-Korea, etc) where underpaid workers in inhumane working conditions are producing electronic devices thanks to the different metals extracted in Latin America.

© 2019 Death by Design

3. E-waste tragedy, by Cosima Dannoritzer
Have you ever thought about where your old smartphone ends up after you don’t use it anymore? We will discover the often forgotten part of the supply chain: the electronic waste. Huge amount of e-waste is dumped every day in Africa and Asia, shipped mostly from Western Countries. This documentary shows the reality of what people living in those waste dumps have to face every day.

The E-Waste Tragedy

After each documentary screening, a group discussion will be held and introduced by an expert in the field. All three documentaries will be screened in four different cities of Belgium, each of them in a different day following the order above.

Click in each city to check more information about the location and time!

Antwerp – 21, 22, 23 of October

Ghent – 6, 20, 27 of November

Brussels – 13, 14, 15 of November

Leuven – 26, 27, 28 of November

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Met de campagne Changemakers gaan ze recht naar het hart van 11.11.11: ze zetten changemakers wereldwijd op een voetstuk. Met hoopvolle verhalen, straffe acties en scherpe inhoud. Waarom? Omdat ze zwaar onder druk staan en meer dan ooit nodig zijn om verandering te brengen.

11.11.11 stelt graag enkele straffe changemakers aan je voor: Passy, Thaïs, Red, Esperanzah, Awad … Al deze changemakers streven naar een duurzame, leefbare toekomst waarin iedereen een plaats krijgt. Ze doen dat elk op hun manier. Ze strijden tegen ongelijkheid, klimaatverandering, uitbuiting door grote internationale bedrijven … Maar het wordt hen moeilijk gemaakt. Steeds meer komt de vrijheid van meningsuiting onder druk te staan. Net daarom zijn deze changemakers belangrijker dan ooit.

 

ALGEMENE CAMPAGNEINFO

Ben je op zoek naar algemene informatie over de campagne dan kan je terecht op hun campagnewebsite.

  • Je kan nu al inspiratie vinden op de doe-mee-pagina’s. En bestel je graag materiaal voor je organisatie: een raamaffiche of changemaker-stickers dan kan je hier een bestelling plaatsen.
  • Vanaf 28 september zal je op de website de algemene info vinden: verhalen van diverse changemakers, filmpjes, nieuwsitems, downloads…

 

CHANGEMAKERS UNITE – UITNODIGING KICK-OFF 

Op zaterdag 28 september lanceert 11.11.11 de campagne in de AB (Ancienne Belgique) in Brussel.

Een programma met klinkende en boeiende namen als Dalilla Hermans (keynote speaker), Tourist LeMC (muziek en interview), Passy Mubalama (over vrouwenrechten in Congo), Red Constantino (uit de Filipijnen, over klimaatrechtvaardigheid), Bie Vancreaeynest (over activisme), Francesca Vanthielen … en onze nieuwe directeur Els Hertogen geeft de slotspeech. Niet te missen dus! Jullie zijn van harte welkom.

Meer info over het programma lees je hier en  tickets kan je hier kopen.

Move your Money

Move your Money

Bij welke bank staat jouw geld? En weet je wat die bank daar allemaal mee doet? Tussen 2014 en 2016 investeerden ING, Belfius, KBC en BNP Paribas Fortis maar liefst 33 miljard (!) in fossiele brandstoffen. Daarmee sponsoren ze dus direct de klimaatopwarming. Zullen we daar samen iets aan doen? Doe mee met de actie Move Your Money: onderteken samen met duizenden andere individuen en organisaties ons ultimatum aan de vier Belgische grootbanken: “Trek ons geld weg uit fossiele brandstoffen, of wij trekken ons geld weg bij jullie en veranderen samen van bank.” Onderteken je mee?

Deze campagne is een initiatief met steun van Greenpeace, Hart boven Hard, FairFin en D’URGENT, in alliantie met de “Fossil Banks, No Thanks” campagne van Banktrack. En wij ondersteunen het mee want:

  • Klimaat staat vrijwel dagelijks in de picture, mensen liggen er echt wakker van. Er actie rond voeren is urgent.
  • Onze regeringen bewegen eerder traag, maar met deze campagne kan iedereen als klant/burger een reëel verschil maken. Omdat iedereen meer of minder geld op een bank heeft staan.
  • Wereldwijd is divestment één van de meest efficiënte strategieën gebleken om extra publiek bewustzijn en reële actie op te wekken rond klimaatopwarming. Het maakt een reëel verschil.

Wij willen niet dat banken ons geld nog geven aan bedrijven die fossiele brandstoffen opgraven en verbranden. Daarmee versterken ze de klimaatopwarming. Uit een studie van 2017 door de Klimaatcoalitie bleek dat de 4 Belgische grootbanken – Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC – in de periode 2014 tot 2016 nog €40 miljard investeerden in de fossiele industrieDat moet anders.

Daarom willen wij samen met zoveel mogelijk mensen en organisaties de banken voor een ultimatum stellen: move your money, of wij doen het zelf. Onderteken je mee?

Het is eenvoudig: (1) of je bank keurt op haar algemene vergadering in het voorjaar van 2019 een resolutie goed die haar beleid in lijn brengt met het klimaatakkoord van Parijs, (2) of alle ondertekenaars veranderen in juni 2019 samen van bank.

Make ICT Fair

Make ICT Fair

Het Make ICT Fair project begon in november 2017, toen 11 Europese organisaties de krachten bundelden met als uiteindelijk doel het leven en de leefomgeving van mensen die worden getroffen door ICT-toeleveringsketens te verbeteren. Make ICT Fair was een Europees gefinancierd project (gesubsidieerd door het DEAR-programma) dat eindigde in januari 2021.

Waarom moeten we ICT Fair maken? 

Omdat de meeste ICT niet fair is. Met ICT verwijzen we naar de elektronische producten die we dagelijks gebruiken, zoals laptops en smartphones. Het productieproces van deze apparaten wordt gekenmerkt door schendingen van mensenrechten en ecologische rampen.

Ten eerste bevat elektronica een grote hoeveelheid metalen. Smartphones bijvoorbeeld bevatten er meer dan 40 verschillende en die moeten allemaal uit de aarde worden gehaald. Dit gebeurt voornamelijk via grootschalige mijnbouwprojecten, waarbij enorme schade aan het milieu wordt verricht. Ecologische impacten te gevolge van mijnbouw zijn de volgende: uitdroging van meren, rivieren en de aarde, de vervuiling van bodem en water met zware metalen en giftige stoffen, ontbossing en biodiversiteitsverlies. Dit heeft weer verschillende sociale gevolgen zoals (gedwongen) migratie, verlies van inkomen door degradatie van landbouwgrond, ziektes door vervuiling van drinkwater, criminalisering van het protest en de mensenrechtenverdedigers, conflicten en corruptie.

De productiefase van ICT heeft daarbovenop nog een schaduwzijde. In veel ICT-fabrieken, die zich vooral in Azië en Oost-Europa bevinden, zijn de arbeidsomstandigheden verre van ideaal. ICT-fabrieksarbeiders moeten buitensporig veel uren werken voor lage lonen in onveilige en ongezonde omstandigheden. En alsof dat nog niet genoeg is, neemt de hoeveelheid elektronisch afval die door de wereldbevolking wordt weggegooid jaarlijks alleen maar toe, met ernstige sociale en ecologische gevolgen. Dit is het gevolg van het lineaire productiemodel: onze elektronica is niet ontworpen om gemakkelijk gerepareerd of gerecycled te kunnen worden.

Er zijn tal van redenen waarom het niet eenvoudig is te werken aan een meer fair ICT productie- en consumptiemodel. In de eerste plaats is de ICT-toeleveringsketen niet transparant en zeer gefragmenteerd. Op die manier is het voor bedrijven gemakkelijk om hun verantwoordelijkheid voor wat er in een vorige fase van de toeleveringsketen gebeurt niet op te nemen. Het hele productie- en consumptiemodel moet onder de loep worden genomen en herdacht worden.

De hele toeleveringsketen is dringend aan verandering toe. We moeten ICT fair maken.

Hier kunt u meer lezen over de problemen in de ICT-toeleveringsketen.

Hoe hebben we ICT meer Fair gemaakt?

Het Make ICT Fair consortium gebruitke vier verschillende strategieën om ICT meer Fair te maken:

  1. Sensibilisering in Europa over de problemen in de ICT-toeleveringsketen

In de eerste plaats kwamen we met het Make ICT Fair-project tegemoet aan de dringende behoefte om de Europese burgers bewuster te maken van de manier waarop onze elektronica wordt geproduceerd, door de aandacht te vestigen op de arbeidsomstandigheden en de milieueffecten.

Dit is een zeer belangrijke eerste stap, want vaak zijn mensen zich niet bewust van het verhaal achter hun smartphone voordat ze een nieuwe kopen in de winkel. Binnen het Make ICT Fair project heeft het consortium het bewustzijn van Europese burgers over de impact van onze ICT vergroot door; het opzetten van sociale media campagnes en het delen van media artikelen, het ontwikkelen van educatief materiaal, het trainen van activisten en het organiseren van publieke acties, conferenties, workshops, Speaker Tours, gastcolleges, documentairevertoningen en diverse andere educatieve evenementen.

Sensibilisatie in cijfers:

  • We bereikten meer dan 150 miljoen Europese burgers via pers- en mediawerk en social media campagnes, waarbij we consumptie in verband brachten met de uitdagingen en negatieve gevolgen van de wereldwijde ICT-toeleveringsketens (zowel de mijnbouw- als de fabricagefase) en de onderlinge afhankelijkheid van de EU en het Globale Zuiden.
  • Projectpartners hebben 350.000 burgers geactiveerd via trainingssessies, straatacties, congressen, sprekerstours en seminars. Deze activiteiten zorgden voor meer bewustzijn onder de deelnemers, maar resulteerde ook in een groep getrainde activisten met de juiste kennis en vaardigheden om positieve verandering teweeg te brengen op lokaal en nationaal niveau in ICT-toeleveringsketens.
  • Verschillende grootschalige evenementen, bedoeld om een breder publiek te bereiken, werden opgezet in samenwerking met meerdere partners, waaronder;
    • SETEM organiseerde drie keer het het Mobile Social Congress, met input en sprekers van andere Make ICT Fair partners. Reflecteren over het huidige productie- en consumptiemodel van ICT, dat ernstige schendingen van de mensenrechten en gevolgen voor het milieu genereert, stond daarin centraal. En er werd nagedacht over mogelijke ethische consumptie-alternatieven. Dit zijn kwesties die niet behandeld werden op het jaarlijkse Mobile World Congress dat gelijktijdig plaatsvond in Barcelona.
    • CATAPA organiseerde drie Academic Speaker Tours. Drie sprekers uit het Zuiden reisden naar Europa om gastcolleges te geven aan universiteiten en hun verhaal over de impact van mijnbouw op hun regio te delen op diverse andere evenementen. Ze reisden door België, maar verschenen ook op activiteiten georganiseerd door Bankwatch in Bulgarije, door Le Monde Diplomatique in Polen en door TSA in Hongarije.
    • People & Planet coördineerde drie jaar op rij de Power Shift – een meerdaagse trainingsreeks voor jongeren gericht op het versterken van campagnevaardigheden. Activisten van SETEM, TSA, CATAPA, Bankwatch en Le Monde Diplomatique namen deel aan deze trainingen.
  1. Stimuleren van een fair aankoopbeleid als tool voor positieve verandering

Overheden, regionale overheden en universiteiten zijn grootverbruikers van elektronicaproducten zoals computers, laptops en tablets. Binnen de EU wordt één op de vijf laptops gekocht door de publieke sector. Als grootverbruiker heeft de publieke sector als geheel dus een aanzienlijke invloed. Als de hele publieke sector zijn krachten zou bundelen, zou deze invloed kunnen aangewend worden om de industrie te dwingen structurele verbeteringen door te voeren en hogere normen te hanteren.

Make ICT Fair richtte zich daarom op aankopers in de publieke sector en moedigde hen aan duurzaamheidscriteria op te nemen in hun aanbestedingen voor de aankoop van ICT-producten. Tegelijkertijd werden de controlesystemen in de toeleveringsketen versterkt.

Stimulering van een fair aankoopbeleid in cijfers:

  • Tijdens het project overtuigden projectpartners 331 instituties om zich aan te sluiten bij Electronics Watch en werk te maken van een eerlijker beleid inzake overheidsopdrachten.
  • Rondetafelgesprekken met deskundigen, conferenties, seminars en webinars bereikten 1 700 openbare aanbesteders.
  • Er werden trainingssessies- en trajecten opgezet om monitoringpartners in de fabricatie- en mijnbouwregio’s te versterken. Deze trainingen werden georganiseerd door Electronics Watch en CATAPA en waren gericht op de werknemergestuurde monitoringmethodologie voor monitoringpartners in de mijnbouw en de productiesector.
  • ICLEI en Electronics Watch ontwikkelden aanbestedingsmodellen en gaven advies, begeleiding en deskundige briefing aan openbare aanbesteders. Zes proefaanbestedingen en vijf gepubliceerde casestudies inspireerden lokale besturen en deelnemers van de Procura+ belangengroep om werk te maken van hun eigen aanbestedingen.
  • Er werd een databank opgezet om de verbinding te leggen tussen 60 merken, 176 fabrieken en 56 aanbesteders.
  1. Het uitvoeren van onderzoek om problemen in de ICT-toeleveringsketen op te sporen en de transparantie te vergroten

De ICT-toeleveringsketen is zeer complex en ontransparant. Daarom namen we de ICT-toeleveringsketen onder de loep om bepaalde kwesties zoals mensenrechtenschendingen op te sporen en meer inzicht te krijgen in de complexe metaal- en componentenstromen.

Dit is een selectie van het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd:

  • Copper with a cost – Een rapport van Swedwatch over de risico’s voor de mensenrechten en voor het milieu in de toeleveringsketens van ICT-mineralen, met de nadruk op een casestudy uit Zambia.
  • Forced labour behind your screen – Een onderzoek, uitgevoerd door Danwatch in opdracht van SETEM, naar de erbarmelijke werkomstandigheden van ‘migrant workers’ in ICT-fabrieken in Maleisië.
  • Linking the Bolivian minerals to the European Industry – onderzoek uitgevoerd door CATAPA dat de toeleveringsketen van het metaal Indium (belangrijk voor touchscreens in smartphones) traceert, van Boliviaanse coöperatieve mijnen tot de Europese industrie.

Een overzicht van al het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd, kan je terugvinden op deze pagina van de Universiteit van Edinburgh.  Inclusief een verzameling wetenschappelijke artikelen die binnen het kader van Make ICT Far werden ontwikkelend. Dat werk kreeg de naam ‘Human rights risks in the ICT supply chain’.

 

  1. Lobbywerk voor de integratie van fair- en duurzaamheidsaspecten in ICT-wetgeving

Wetgeving met betrekking tot de ICT-toeleveringsketen wordt zowel op Europees als op nationaal niveau ontwikkeld. De partners van Make ICT Fair analyseerden en volgden deze wetgeving op de voet om tegelijkertijd te kunnen aandringen op de integratie van duurzaamheidsaspecten. De investeringen van de multilaterale ontwikkelingsbanken van de EU werden nauwlettend in de gaten gehouden en we deden aan lobbywerk om best practices toe te passen.

Meer specifiek heeft het Make ICT Fair-consortium beleidsaanbevelingen gedaan met betrekking tot deze onderwerpen:

  • Implementatie van regelgeving inzake mensenrechten en ‘Environmental Due Diligence’.
  • Druk uitoefenen op de EU om haar beleid inzake overheidsopdrachten te verbeteren
  • Ervoor zorgen dat het EU-beleid inzake circulaire elektronica en ICT leidt tot meer faire waardeketens
  • Opname van sociale aspecten het Sustainable Products Initiative

Om aan de implementatie van deze aanbevelingen te werken, hielden de Make ICT Fair partners regelmatig vergaderingen met EU-besluitvormers en werder er lobby-evenementen in het Europees Parlement georganiseerd (zoals het ‘Make ICT Fair’ Breakfast in het Europees Parlement, met als doel het bewustzijn van mensenrechtenschendingen binnen ICT-toeleveringsketens te vergroten). Ook de groep Make ICT Fair Friends, bestaande uit EU-beleidsmakers, werd gecreëerd.

Hierbij werd het consortium ondersteund door consultant Fair Trade Advocacy Office (FTAO).

Hier kan je meer lezen over de EU-beleidsaanbevelingen waar de Make ICT Fair partners aan werkten de voorbije jaren en nog steeds werken.

 

Sommige Make ICT Fair-partners oefenden gedurende het project ook druk uit op hun nationale regeringen om kwesties rond de ICT-toeleveringsketen aan de kaak te stellen en nationale wetgeving te verbeteren. TSA lanceerde bijvoorbeeld een campagne en een petitie om in Hongarije aan te dringen op wetgeving die de verplichte garantieperiode voor ICT-producten zou verlengen.

Wordt vervolgd…

Tijdens de drie jaar van het Make ICT Fair-project hebben elf partners stappen gezet in de richting van een meer faire ICT-toeleveringsketen. Er is echter nog veel werk aan de winkel. Vanaf 2021 zal het consortium op verschillende niveaus blijven samenwerken aan Make ICT Fair:

  • De dialoog en samenwerking tussen de partners wordt voortgezet. Ondersteund door een gecontracteerde consultant zal het consortium regelmatig blijven bijeenkomen en blijven pleiten voor een eerlijker beleid door zich te richten tot beleidsmakers op EU-niveau.
  • De partners binnen het Make ICT Fair consortium zullen allen blijven focussen op het onderwerp ICT. Voor verschillende van hen blijft de impact van ICT een belangrijke rol blijven spelen in het educatief en sensibilisatiesaanbod.
  • Anderen zullen hun lobbyactiviteiten voortzetten en/of onderzoek blijven doen rond het onderwerp. Verschillende organisaties bundelden ook hun krachten voor kleinere projecten en zullen voorwerken op verwezenlijkingen van het Make ICT Fair project.
  • Het Make ICT Fair-consortium zal uitkijken naar een vervolgproject om het hierboven geschetste werk voort te kunnen zetten.

De projectpartners

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit project werd georganiseerd met de financiële steun van de Europese Unie. De inhoud van deze websitepagina valt onder de verantwoordelijkheid van CATAPA en kan in geen geval worden beschouwd als een weergave van het standpunt van de Europese Unie.

 

 

 

 

Altiplano onder invloed van droogte

De situatie op de Altiplano is kritiek. Het regenseizoen blijft uit en de meren en reservoirs liggen droog. In de stad is de watertoevoer her en der afgesloten waardoor protesten ontstaan, maar des te kritieker is de situatie op het platteland. Het vee heeft water nodig, er is natuurlijk enkel vis in de meren als er voldoende water is. De oogsten mislukken als die niet hun nodige portie water krijgen. Droogte is niet enkel dorst, maar ook gebrek aan hygiëne, ziekte en honger. Ecosystemen worden verwoest en kunnen zichzelf niet meteen herstellen. Biodiversiteit gaat onherroepelijk verloren. Het water dat er nog is, is verontreinigd.

Een delegatie van de krant ‘El deber’ ging afgelopen week op zoek naar het Uru-urumeer (departement Oruro, Bolivia) en vond een droge vlakte. Bij een informatiebord over de rijke vis- en vogelsoorten van dit internationaal erkende meer is in de verste verte geen water te bespeuren. Pedro Calizaya vertelt hen al 40 jaar nabij het Uru-urumeer te wonen en duidelijk gezien te hebben hoe de mijn Inti Raymi gezorgd heeft voor de verontreiniging van het volledige gebied. Nu is zijn stukje grond een woestijn.

 © Avalon Veldstra, CATAPA

© Avalon Veldstra, CATAPA

De droogte van 2016, heeft ervoor gezorgd dat dit het moeilijkste jaar was voor zijn familie. “Dit jaar heb ik 80 schapen verloren, van de 400 die ik had in het begin van het jaar… en 10 koeien van de 40. Ze sterven door de droogte, de verontreiniging en het gebrek aan land om op te grazen“ legt hij uit. Hij vertelt dat zijn dieren vermageren omdat er onvoldoende te grazen is: “we wandelen uren op zoek naar eten. Omdat het weinig water dat er is, verontreinigd is, worden ze ziek. Hun pootjes ontvellen als geroest ijzer, hun buikjes zwellen op en ze geven een witte smurrie over en gaan dan dood”. “We hebben niet kunnen profiteren van hun vlees, noch hun wol, noch hun melk. Ik weet niet meer wat te doen, want met deze opbrengst zouden we onze kinderen laten studeren.” voegt hij nog wanhopig aan het gesprek toe.

Na het Poopómeer is nu ook het Uru-urumeer in kritieke toestand

Evo Morales noemde 2016 het droogste jaar van de laatste 25 jaar. De klimaatveranderingen zijn voelbaar en waren ook voorspeld.  Vorig jaar werd er al een extra fonds opgezet omdat men schrik had voor de gevolgen van het fenomeen El Niño dat sterker voelbaar zou zijn dan de voorgaande jaren. Voor Bolivia voorspelde men voor maart 2015 overstromingen in de laaglanden en droogte op de hoogvlakten. Pas eind 2016 voelt ook de lokale bevolking de gevolgen door het nijpend watertekort in de hoogvlakten. Maar niet alles is een gevolg van het klimaat. Toen het Poopómeer en het Uru Urumeer uitdroogden, werd met de vinger gewezen naar het klimaat, maar dat is te kort door de bocht.

Er zijn ook economische belangen waardoor er waterproblemen zijn. Bolivia’s economie is vooral gebaseerd op extractivisme en de export van grondstoffen. Evo Morales wil zo weinig mogelijk buitenlandse inmenging en blijft de natuurlijke rijkdommen van zijn land verkopen. Dit zorgt ervoor dat megaprojecten floreren. De mijnbouw die heel vervuilend is en wateropslorpend zorgde er begin 2016 voor dat één van de grootste meren van Bolivia, het Poopómeer, uitdroogde.  Waar men vroeger kon vissen, kan je nu enkel nog grote wandelingen maken op uitgedroogde grond. Volgens satellietbeelden zou er nog maar op 0,1 % van de oppervlakte van het meer water te vinden zijn. Nu wacht het Uru Urumeer hetzelfde lot. Milieuorganisaties vrezen dat dit grote gevolgen zal hebben voor de volledige waterhuishouding in Bolivia en diens buurlanden. Ook het grote Titikakameer, alsook de ook de meren in het natuurgebied rondom toeristische trekpleister Uyuni, zullen de gevolgen van deze uitdroging  voelen.

Situatie in La Paz: watercrisis

Ook in de stad heeft men water nodig voor de dagelijks was en plas. In de hoofdstad La Paz zijn de drie belangrijkste reservoirs die de stad van water voorzien quasi droog. Zonder water worden voorzieningen in de stad afgesloten, geraakt het dagelijkse ritme verstoord, komt er protest en er ontstaan conflicten tussen boeren en stedelingen, en de stad zelf… die begint te stinken. Vorige week (21 november) werd de noodtoestand afgekondigd door president Morales. In de hoofdstad La Paz is er sinds twee weken in sommige wijken geen water meer. Op andere plaatsen wordt het water beurtelings afgesloten.

 © Avalon Veldstra, CATAPA

© Avalon Veldstra, CATAPA

 

Dan maar ¡Cosecha de agua!

Begin 2016 startte CATAPA samen met haar partners een nieuw project om het “oogsten van regenwater” te promoten bij de lokale bevolking rondom het Poopó- en Uru urumeer. Door het opvangen van regenwater kunnen de mensen hun eigen lot in handen nemen en kunnen ze water opvangen voordat het regenwater wordt opgemengd met de vervuilde bodem, en voordat het wegstroomt en vervolgens al heel snel verdampt.

Met steun van de Vlaamse Overheid (in het kader van het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling) is het mogelijk om 36 families te voorzien van dergelijk opvangsysteem. Daarnaast zullen infosessies, vormingen en bewustwordingsacties georganiseerd worden zodat mensen o.a. beter op de hoogte zijn van hun rechten.

Auteur:  Silke Ronsse

 

Referenties:

http://www.eldeber.com.bo/bolivia/lago-uru-uru-desaparece-y.html door Marcelo Tedesqui V.

http://lapatriaenlinea.com/?nota=275228 door Clovis Díaz

http://www.eldeber.com.bo/suplementos/edson-ramirez-paz-depende-vez.html door Pablo Ortiz

http://www.eldiario.net/noticias/2016/2016_12/nt161202/nacional.php?n=23…

https://www.theguardian.com/global-development/2016/nov/25/bolivia-droug…

“Oorzaken watersnood” (in press) door Lien Merre en Avalon Veldstra

Bolivia in de Vlaamse pers:
http://www.demorgen.be/wetenschap/boliviaanse-uru-urumeer-is-geen-meer-m…