Changemakers for Degrowth – Re-thinking (Metal) Consumption

CHANGE MAKER PROGRAMME:

Changemakers for Degrowth – Re-thinking (Metal) Consumption

6th October, 24th October & 21st November

Registration

Introduction

Organized by CATAPA, this year the series of events will be dedicated to the topic of Degrowth. In three separate sessions (one online, one in Ghent and one in Brussels), we are aiming to introduce this year’s participants into the topic of Degrowth, the impacts of big scale mining and metal consumption (focus: our ICT), as well as equip them with the necessary tools and strategies to construct a more conscious and just society. 

 

You can find the full programme below.

 

De-mine, De-growth and Move

As a global movement, striving towards social and ecological justice, CATAPA has long recognized the natural boundaries of our finite planet and continuously denounces the ongoing exploitation of non-renewable resources. By not only striving against mining, but also actively looking for alternatives to it, our movement demands putting the well-being of all people(s) first. Therefore, we want to be a driving force in the transition to degrowth; a socially just economic system, which represents an essential part of our vision and mission.

 

Provisional Programme

 

6 October 2020 (19:00 – 20:30) – Introductory Online Session

  • Introduction to CATAPA
  • Small presentation of the topic of the trajectory
  • Introductory round for our participants
  • Overview and planning of the trajectory

 

24 October 2020 (10:00 – 17:30) at Geuzenhuis, Ghent – Two content sessions and one interactive workshop

  • Session on ‘Degrowth and Extractivism’ by journalist Nick Meynen
  • Session on ‘Mining in Colombia & Cosajuca’s Biological Agriculture Project as an (Degrowth) alternative to extractivism’ by Jonas Adriaensens (CATAPA) 
  • Online Campaigning Training Session

 

21 November 2020 (10:00 – 17:30) in Brussels (exact location TBA) – A Latin American perspective on Degrowth and more

  • Session on ‘Buen Vivir & activism strategies’ by Dayana Corzo Joya
  • Degrowth best practices
  • Games, discussions and more…

 

Optional: 11. – 13. December 2020 (Movement Weekend in Lokeren) 

This is a weekend for everyone who wants to be more involved in CATAPA and see how we mix the concepts of Degrowth, mining and ICT in our working. Together we will brainstorm about future activities and take part in some movement-enhancing sessions, including a session on sustainable activism. 

More information about this we will communicate soon via the Facebook event

 

Price

€10 (2 x €5 per training day): to cover lunch costs. (The price of the movement weekend isn’t included in this amount. The price for that will be around €35). You’ll receive instructions for payment after inscription. 

For drinks we will ask €1

 

How to inscribe? 

You can inscribe yourself through this link 

Keep in mind that places are limited. This means that we expect you to go to all three events (on 6.10, 24.10 & 21.11). 

 

COVID-measures

The two training days will be organized in line with the current COVID-measures applicable on Belgian territory. Most importantly: everyone will need to keep 1.5 meter distance from any other participant and wear a face mask at all times (except while eating and drinking when seated). 

 

*All locations mentioned above are accessible by wheelchair, if you have other questions about accessibility please feel free to send an email to info@catapa.be.

 

*In this training trajectory there is no room for sexism, racism, trans- or LGBT-phobia and other forms of hate.

Changemakers Trajectory 2020_Promo_Newsletter

This event is organised with the financial assistance of the European Union. The contents of this event are the sole responsibility of CATAPA and can under no circumstances be regarded as reflecting the position of the European Union.

Left to Right: Make Ict Fair logo, European Union flag and Catapa logo

Ding mee naar de eerste prijs voor eerlijke ICT

Ding mee naar de
eerste prijs voor eerlijke ICT

PERSBERICHT
CATAPA, Bond Beter Leefmilieu, Ondernemers voor Ondernemers en Vlaanderen Circulair 

De ontginning van grondstoffen voor ICT-apparatuur en de fenomenale hoeveelheden elektronisch afval wegen zwaar op onze aarde. Verkleint jouw organisatie haar impact door bijvoorbeeld de levensduur van apparaten te verlengen, refurbished laptops aan te kopen of circulaire criteria op te nemen in bestekken? Schrijf je dan voor 15 november 2020 in voor de Fair ICT Awards op fairictflanders.be/fairictawards.

CATAPA, Bond Beter Leefmilieu, Ondernemers voor Ondernemers en Vlaanderen Circulair willen onze ICT hervormen. Met het project Fair ICT Flanders zetten de organisaties in op een duurzamer ICT-aankoop- en verwerkingsbeleid in Vlaanderen. Maar ze kijken ook buiten de grenzen en ijveren voor betere werk- en leefomstandigheden voor gemeenschappen die actief zijn in de mijnbouw en ICT-productiesector in het Globale Zuiden. Om goede praktijkvoorbeelden in de kijker te zetten, lanceren ze de Fair ICT Awards.

Gigantische hoeveelheden afval

Smartphones, tablets, laptops, printers: ze zijn niet meer weg te denken uit de werksfeer en veranderen de wereld in sneltempo. Ze produceren fenomenale hoeveelheden afval: in 2018 werden wereldwijd alleen al 1,46 miljard smartphones geproduceerd.

De industrie houdt vast aan een lineair ‘take – make – waste’-businessmodel. De gemiddelde levensduur van een smartphone bedraagt 1,5 tot 2 jaar. Ecodesign en modulaire toestellen zijn in de ICT-sector moeilijk te vinden. Volgens Global E-Waste Monitor belandt jaarlijks het gewicht van 4.500 Eiffeltorens aan elektronisch afval op de vuilnisbelt. Dat cijfer stijgt trouwens elk jaar.

Macht van gebruikers

Organisaties, scholen, besturen en ondernemingen hebben de macht en de sleutels in handen om dit onevenwicht recht te trekken. Door ICT-materiaal te eisen dat op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier gemaakt is, duwen we de producenten automatisch in de juiste richting.

Voorwaarden

Alle Vlaamse bedrijven, non-profitorganisaties, instellingen hoger onderwijs en lokale besturen die inzetten op het duurzaam aankopen of beheren van ICT-apparatuur komen in aanmerking voor de Fair ICT Awards.

Integreert jouw organisatie circulaire criteria binnen de bestekken voor ICT-hardware? Heeft jouw bedrijf refurbished laptops aangekocht? Verleng je actief de gebruiksduur van je ICT door de apparaten te delen of intern te verhuren? De Awards belonen het fair en duurzaam omgaan met toestellen. Inschrijven kan via fairictflanders.be/fairictawards.

Prijsuitreiking

De winnaars krijgen niet enkel een welverdiende trofee, maar ook media-aandacht tijdens de prijsuitreiking van de Fair ICT Awards. Bovendien kunnen ze met trots het label ‘Winnaar Fair ICT Awards 2020’ op hun website plaatsen en genieten van verschillende mogelijkheden tot publiciteit binnen Fair ICT Flanders.

De deadline voor indiening is 14 november 2020. Op 30 november worden de genomineerden bekend gemaakt om dan op de prijsuitreiking van 15 december de winnaar aan het grote publiek voor te stellen. Inschrijven kan eenvoudig via fairictflanders.be/fairictawards. De Fair ICT Awards zijn een initiatief van Fair ICT Flanders en Vlaanderen Circulair.

Voor vragen of voor een goed gesprek over duurzame en eerlijke ICT kan je steeds contact opnemen met:
Kim Claes
Projectcoördinator FAIR ICT Flanders
CATAPA
kim.claes@catapa.be
+32 483 16 45 02

Schrijf je in voor de Fair ICT Awards 2020

Fair ICT Awards 2020

Vlaamse bedrijven, non-profitorganisaties, instellingen hoger onderwijs en lokale besturen die inzetten op het duurzaam aankopen of beheren van ICT-apparatuur kunnen zich tot 14 november 2020 inschrijven voor de Fair ICT Awards. 

Heeft jouw bedrijf refurbished laptops aangekocht? Verleng je actief de gebruiksduur van je ICT door de apparaten te delen of intern te verhuren? De Awards belonen het fair en duurzaam omgaan met toestellen. Niet zeker of je in aanmerking komt? Schrijf je dan gerust in, en we laten je zo snel mogelijk iets weten.

> Schrijf je in

Smartphones, tablets, laptops, printers: ze zijn niet meer weg te denken uit de werksfeer, en veranderen de wereld in sneltempo. Ook letterlijk: het ontginnen van grondstoffen voor ICT-apparatuur en de fenomenale hoeveelheden afval die resulteren uit een te korte levensduur, wegen zwaar op onze aarde. De cijfers doen duizelen: in 2018 werden wereldwijd alleen al 1,46 miljard smartphones geproduceerd.

De industrie houdt vast aan een lineair  ‘take – make – waste’-businessmodel. De gemiddelde levensduur van een smartphone bedraagt 1,5 tot 2 jaar. Ecodesign en modulaire toestellen zijn in de ICT-sector moeilijk te vinden. Volgens Global E-Waste Monitor belandt jaarlijks het gewicht van 4.500 Eiffeltorens aan elektronisch afval op de vuilnisbelt. Dat cijfer stijgt trouwens elk jaar.

Organisaties, (onderwijs)instellingen, besturen en ondernemingen hebben de macht en de sleutels in handen om dit onevenwicht recht te trekken. Door ICT-materiaal te eisen dat op een sociale en ecologisch verantwoorde manier gemaakt is, duwen we de producenten automatisch in de juiste richting.

CATAPA, Bond Beter Leefmilieu en Ondernemers voor Ondernemers zetten met het project Fair ICT Flanders in op deze problematiek, met als doel de verduurzaming van het ICT-aankoop- en verwerkingsbeleid in Vlaanderen, en een duurzamere toekomst en verbetering van de werk- en leefomstandigheden van getroffen gemeenschappen in de mijnbouw- en ICT-productiesector in het Globale Zuiden. Om goede praktijkvoorbeelden in de kijker te zetten, wordt deze zomer de Fair ICT Awards gelanceerd.

> Schrijf je in

De winnaars krijgen niet enkel een welverdiende trofee, maar ook media-aandacht via de persconferentie van de Fair ICT Awards. Bovendien kunnen ze met trots het label ‘Winnaar Fair ICT Awards 2020’ op hun website plaatsen en genieten van verschillende mogelijkheden tot publiciteit binnen Fair ICT Flanders.

De deadline voor indiening is 14 november 2020. Op 30 november worden de genomineerden bekend gemaakt om dan op de persconferentie van 15 december de winnaars aan het grote publiek voor te stellen. Lees vóór je deelname zeker het reglement erop na, wat je kan vinden op fairictflanders.be/fairictawards.

De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijke gesteld worden voor de inhoud van dit document noch voor de organisatie van de ‘Fair ICT Awards’. Deze awards worden georganiseerd mede met de financiële steun van de Europese Unie. De inhoud van dit evenement valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de organisatoren en kan in geen geval worden beschouwd als een weerspiegeling van het standpunt van de Europese Unie.

 

Mineralen voor de energietransitie: naar een koolstofarme samenleving zonder verliezers

Nieuw onderzoek toont limieten van ontginning voor de energietransitie

De Europese Commissie kondigde aan dat de Europese Green Deal het kompas zal zijn voor het economisch herstel na de COVID19-crisis, een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Maar de toepassingen voor hernieuwbare energie en elektrische vervoer die daarvoor nodig zijn, vragen grondstoffen en de ontginning daarvan zet in verschillende delen van de wereld – vaak in ontwikkelingslanden – druk op onder meer lokale gemeenschappen, watervoorraden en de biodiversiteit. Ontwikkelings- en milieuorganisaties 11.11.11, Broederlijk Delen, Bond Beter Leefmilieu, CATAPA, FairFin en Justice et Paix kaarten op basis van nieuw onderzoek aan dat de transitie naar een koolstofarme samenleving ook grondstofarm en met respect voor mensenrechten moet verlopen.

De organisaties lieten door de onafhankelijke onderzoeksbureaus VITO en Profundo berekenen wat de transitie naar 100% hernieuwbare energie en een mobiliteitsshift in België volgens verschillende scenario’s betekent voor de vraag naar grondstoffen. De vaststelling is dat er in alle scenario’s sprake is van een toename van de vraag naar cruciale energiemineralen, maar dat politieke en technologische keuzes een groot verschil kunnen maken om die vraag en dus de negatieve impact van ontginning te beperken. Het gevoerde beleid moet de samenleving in de richting sturen van een lager energie- en materiaalgebruik door maximaal in te zetten op circulaire strategieën, zoals een langere levensduur, deeleconomie, circulair ontwerp, meer hergebruik en recyclage.

Hoe dan ook zal er op korte termijn nog ontginning van grondstoffen als lithium en kobalt nodig zijn. Die ontginning leidt nu vaak tot schendingen van mensenrechten en milieuvervuiling, zoals het nieuwe dossier ook toont. Een eerlijk antwoord op de klimaatcrisis vraagt daarom ook regulering die garandeert dat ontginning gebeurt met respect voor mensenrechten en milieu en met toestemming van lokale gemeenschappen. De aankondiging van Europees Commissaris Reynders op 29 april dat hij volgend jaar bindende wetgeving inzake zorgplicht voor bedrijven zal invoeren, is dus een goede zaak. Een nieuwe verordening zou bedrijven verplichten om na te gaan dat hun activiteiten geen negatieve gevolgen hebben voor de mensenrechten en het milieu, en dat in de hele toeleveringsketen.

Lees het volledige rapport hieronder.

Spookstad Choropampa: Twintig Jaar na de Ramp

Author: Maxime Degroote

 

Spookstad Choropampa:

Twintig Jaar na de Ramp

 

Op 2 juni 2000 verloor een vrachtwagen met vracht van de mijn Yanacocha zo´n 150 kilo kwik in de kleine gemeenschap Choropampa in de provincie Cajamarca, in het noorden van Peru. Twintig jaar later is het dorp verlaten en vergeten, terwijl de inwoners bij bosjes sterven aan de gevolgen van de ramp.

Het is 2 juni 2000, rond een uur of vijf in de middag. Er klinken luide stemmen op straat, geroep. “Alles wat voor mijn winkel ligt is voor mij”, roept Julia Angelica. Een sparkelend, helder, zilverkleurig goedje glibbert als een soort gelei over de weg die dwars door het dorp loopt. “Mama, mama, kijk”, klinkt het elders, “er vloeit iets glanzends en sparkelends over de straat en iedereen is het aan het verzamelen. Ik ga ook!”

Kinderen ploffen middenin het mysterische spulletje, verzamelen grote lege cola- en fantaflessen en vullen ze met het glanzende spulletje. Ze spelen ermee, gooien het in de lucht, lopen er onderdoor, wrijven zich er mee in, krijgen het binnen. Is het goud? Hoeveel zou het waard zijn? De verwarring heerst, maar het moét iets waard zijn. Rijkdom voor Choropampa.

Flauwvallende kinderen

Niks blijkt minder waar. Twintig jaar later staan we op diezelfde plek op datzelfde asfalt. De lange weg die de belangrijke mijnstad Cajamarca met Lima verbindt, de hoofdstad van Peru. De weg waar vrachtwagens van de mijn Yanacocha dagelijks overheen denderen. De weg waar zo´n zelfde vrachtwagen van transportbedrijf Ransa vandaag precies twintig jaar geleden 151 kilo kwik verloor. Geen goud, maar 151 kilo glanzend, sparkelend, maar oh-zo giftig kwik, verspreid over 27 kilometer weg van San Juan tot Magdalena, dwars door het dorpje Choropampa. En rechtstreeks of onrechtstreeks zijn alle drieduizend inwoners van Choropampa met het kwik in contact gekomen.

Het kwik verwoestte de hele gemeenschap. Het drong de grond in, het water in, de planten in, de lucht in. Watermetingen wijzen uit dat er met de tijd steeds meer kwik in het water zit. De oogst levert steeds minder op en niemand wil nog landbouwproducten uit de streek van Choropampa kopen.

Personen die niet fysiek met het kwik in aanraking waren gekomen, ademden het in. En ademen het nog steeds in. Bij warm weer verdampt en stijgt het kwik dat nog altijd in de grond verscholen zit. En inademing blijkt nog erger dan aanrakingen.

Het breekt het beschermingsmembraan van de hersenen en zorgt voornamelijk voor problemen met het zenuwstelsel. Salomón Saavedra uit Choropampa bevestigt dat. “Als het warm is, zie je dikwijls kinderen flauwvallen op straat, onderweg van school naar huis. Vraag maar rond. Ze vallen flauw door al het kwik dat ze inademen. Ze worden naar de gezondheidspost gebracht, ze recupereren een beetje, maar ze blijven ziek. Ze blijven diezelfde symptomen hebben. Zoals wij allemaal, en dat voor de rest van ons leven.”

Ook kinderen geboren na de ramp hebben ernstige gezondheidsproblemen. ©Maxime Degroote

Collectief geheugenverlies

Uren na de ramp stroomde de gezondheidspost in Choropampa vol met mensen met dezelfde soort klachten. Neusbloedingen, hoofdpijn, maagpijn, netelroos over het hele lichaam. De lijst met symptomen groeide met de tijd. Gezichtsverlies, pijn in de botten, gewrichtspijnen, vervelling over het hele lichaam, bloed in de urine, menstruatie die uitblijft, onvruchtbaarheid, buitenbaarmoederlijke zwangerschappen, kinderen die misvormd geboren worden, en ga zo maar door.

We zitten in de krappe woonkamer van Juana Martínez. Op de vraag of ze kan vertellen wat er de dag van de ramp gebeurd is, kijkt ze ons radeloos aan. “Ik weet het niet meer… Echt niet. We verliezen ons geheugen door het kwik.”

Vergeten. Niet alleen door de overheid en de authoriteiten, maar ook hun eigen geheugen laat hen langzaam in de steek.

Een tiental dorpelingen hebben zich in het kleine kamertje verzameld om hun verhaal te doen. Anderen haalden het niet om de paar blokken te lopen, en bezoeken we in hun eigen huizen. De verhalen zijn gelijkaardig.

Mooi vergif

“Het zag er zo mooi uit,” herrinnert María Clementina Hoyo Zabreda zich, “zo mooi hoe het de straat versierde. Maar het bleek vergif. Kijk naar mijn lichaam.” Ze trekt haar rokken omhoog en laat haar opgezwollen benen zien. Verschillende vrouwen volgen haar voorbeeld. Handen, voeten, overal plekjes en vel dat verdwijnt.

Ook gezichtsverlies is een ernstig gevolg van de ramp. “Het hele dorp moet een bril dragen. En elk jaar moet die opnieuw versterkt”, klinkt het.

Melisa Castrejón Hoyos was niet in Choropampa op het moment van de ramp. Zes dagen later kwam zij pas terug thuis, om te horen te krijgen dat er vergif in het dorp was aangekomen. Vergif dat in een glazen fles in haar huis stond. “Ik was zo bang. Ik durfde niet in de buurt te komen. Daar stond ik dan, met mijn baby van amper twee maanden oud… Nu is mijn zoon praktisch blind. Hij kan niet lezen. Hij studeert, maar ik denk dat hij zoals de meeste jongeren in het dorp zijn studies niet zal kunnen afmaken”, vertelt ze.

Wachten

Santos Mirando herinnert zich de dag van het ongeluk nog wel heel goed. Hij rende naar buiten om het kwik met zijn handen op te rapen. “Ik heb een verschrikkelijke hoofdpijn. Constant. En ze schrijven me alleen paracetamol voor. Mijn echtgenote rilt zo hard dat ze vaak borden laat vallen terwijl ze kookt. En mijn dochter van amper zeven wordt gek van de pijn in haar botten en kan niet meer zien. Ze was nog niet eens geboren toen het gebeurde. En we zijn arm. We kunnen niks. Niks, alleen wachten.” Santos veegt de tranen van zijn wangen. “We moeten gewoon door de pijn heen bijten.”

Wachten. Dat is het enige wat iedereen in Choropampa nog rest. En langzaamaan sterven de inwoners van Choropampa. “Mijn nichtje stierf aan lupus,” vertelt Helena Portilla, “en vlak daarna stierf mijn zoon. Hij was pas 23. Ze gaven hem drie maanden in het ziekenhuis. Niet veel later stierf ook mijn schoondochter. Om een uur of één voelde ze zich slecht, om zeven uur was ze er niet meer.”

Verschillende dorpelingen ontvluchtten de gemeenschap en trokken naar andere steden op zoek naar een gezonder bestaan. Maar niemand ontvlucht de dood van Choropampa. Zelfs kinderen en jongeren geboren na de ramp hebben hoge kwikwaarden in hun lichaam en ernstige gezondheidsproblemen.

Judith Guerrero Martín kreeg een miskraam. “Ik kan niet zwanger worden. En veel vrouwen lopen risico´s bij zwangerschappen. Er zijn vrouwen die hun kind verliezen na drie, vier maanden zwangerschap. Of de kinderen worden misvormd geboren. Toen ik mijn kind verloor, zei de dokter dat het beter was zo. Dat het een buitenbaarmoederlijke zwangerschap was, zoals veel vrouwen hier meemaken. Een vriendin van mij stierf tijdens haar zwangerschap.”

Vastgeketend

De burgemeester brengt ons naar een huis iets verderop. Een nieuw gezicht dat ons smekend aankijkt. Ze praat zacht en haar woorden zijn amper te verstaan. Hoofdpijn, rugpijn, pijn aan de armen. Drie jaar zit ze al zo vastgeketend aan haar stoel. Drie jaar waarin ze niks heeft kunnen doen. Haar handen kan ze niet plooien, haar armen niet strekken. Ze kan zich niet wassen, haar haar niet kammen. Niks lukt nog.

“Mijn leven is zo triest”, zucht Modesta Pretel. “Ik kan niks meer. Ik kan niet op het veld werken. Ik kan niet koken. Ik kan niet breien. Wat de dokters er van zeggen? Geen idee. Ik weet het niet meer. Ik vergeet alles, zoals wij allemaal. Zelfs mijn dochter, die geboren is na de ramp, lijdt aan geheugenverlies.”

Op een steenworp van waar het ongeval plaatsvond, treffen we Imelda Guarniz Ruiz. Ook zij lijdt onder de impact van het kwik in het dorp. “Ik was een sterke vrouw, en nu? Nu kan ik niet meer lopen. Mijn nieren doen pijn. En er is geen enkele oplossing. Als medicatie geven ze me ibuprofen en paracetamol. Wat heb ik daaraan? De mensen van de mijnbouwbedrijven lachen met ons. En ik kan niks meer. Voor ik ergens ga zitten, moet ik eerst goed kijken of er wel iemand is die me kan helpen opstaan”, vertelt ze. Ze zet haar woorden kracht bij door haar zoon te roepen om haar te helpen opstaan van de trappen waar ze op zit.

Imelda Guarniz Ruiz heeft pijn in haar hele lijf als gevolg van het kwik dat ze binnenkreeg. ©Maxime Degroote

Vier doden per maand

De klachten zijn niet nieuw, maar worden met de jaren wel steeds ernstiger. Rond de tijd van de ramp vielen er ongeveer 100 doden. “Dokters van Duitsland en de Verenigde Staten gaven ons aan dat alles na vijf, tien, vijftien jaar nog veel ernstiger zou zijn”, zegt Juana Martínez. En kijk nu. “Vroeger stierf er één iemand per drie, vier jaar. Nu sterven er drie tot vier personen per maand.” De impact van de ramp is nu, twintig jaar later, duidelijker zichtbaar dan ooit.

Het heeft lang geduurd voor de inwoners van het dorp te horen kregen hoe giftig het kwik was. Twee dagen na het ongeluk kwamen er werknemers van Yanacocha naar Choropampa. Dik ingepakt in speciale pakken met beschermingsbrillen, herinneren de inwoners zich. Het rees vragen op, maar nog altijd had niemand de lokale bevolking ingelicht van de risico´s van het kwik. En ook nu werd het niet gezegd. De werknemers meldden alleen dat ze het kwik kwamen terug kopen, en boden de inwoners van het dorp geld in ruil voor het verzameld kwik.

Kinderen renden opnieuw de straten op, op zoek naar de laatste restjes. Vijf tot tien soles kregen ze, afhankelijk van hoeveel kwik ze konden inleveren. “Er was net circus in het dorp”, vertelt burgemeester Ronald Mendoza Guarniz, “en met vijf soles konden de kinderen heel wat. Voor een kilo kon je zelfs tot 100 soles krijgen. Ze renden met handenvol vloeistof heen en weer.”

Slechts een derde van het verloren kwik werd door Yanacocha gerecupereerd. De rest bleef achter in Choropampa, in de velden, in de huizen, in de slaapkamers.

De data op de kruisjes op het kerkhof volgen elkaar steeds sneller en sneller op. ©Maxime Degroote

Zwijggeld

De schade was aangericht en al snel werden de onomkeerbare gevolgen van de ramp duidelijk. Choropampa werd ziek. En Choropampa protesteerde. Ze wilden analyses, weten wat er mis met hen was. Vijftien dagen na de ramp werd het niveau van vervuiling in de dorpelingen gemeten.

De analyse wees uit dat de dorpelingen effectief hoge kwikwaarden in hun bloed en urine hadden. Maar de resultaten van de analyse verdwenen. En twintig jaar later zijn ze nog steeds nergens terug te vinden.

Terwijl verschillende dorpelingen met dezelfde klachten in het ziekenhuis belandden, keerde Yanacocha terug naar de gemeenschap, advocaten aan de arm.

Yanacocha bood geld aan de inwoners van Choropampa. Willekeurige bedragen. 2500 soles (ongeveer 650 euro) voor een persoon, 5000 (1300 euro) voor een ander. Waar de persoon in kwestie maar akkoord mee ging, als zwijggeld.

Om het geld te ontvangen, moest er immers een document ondertekend worden. Een uitgebreid document met verschillende clausules, waarin duidelijk stond dat Yanacocha geen schuld heeft aan het gebeurde, dat Yanacocha alleen betaalt om een einde te stellen aan de controverses rond de ramp. En door te tekenen, namen de dorpelingen afstand van hun rechten om Yanacocha in de toekomst nog aan te klagen om wat er gebeurd was.

Vingerafdrukken

Bijna heel het dorp tekende. De overgrote meerderheid door zijn of haar vingerafdruk te zetten. In die tijd was 85 procent van de inwoners van Choropampa analfabeet, en kon noch het document lezen, noch zijn of haar handtekening zetten.

Het geld werd onmiddellijk ingezet voor medische kosten. En het geld was onmiddellijk op, nog voor de ware impact van de gezondheidskwesties tot de bevolking doordrong. Het ging niet om een paar tijdelijke klachten. Het ging om levenslange klachten, die alsmaar erger zouden worden. Maar welke keuze hadden ze? De toenmalige minister van de Vrouw en Menselijke Ontwikkeling is toen zelfs vanuit Lima naar Choropampa afgereisd om het dorp af te raden advocaten aan te nemen.

Choropampa werd het zwijgen opgelegd. Niemand mocht praten. Jarenlang hebben de inwoners van Choropampa gezwegen, onder het gewicht van de documenten. Maar twintig jaar later, terwijl het aantal sterfgevallen aan de gevolgen van de ramp plots razendsnel stijgt, geven ze hun zwijgplicht op. Als we toch doodgaan, kunnen we even goed onze mond opendoen, lijkt het motto.

Geen medicatie

Naast het geld, kregen de inwoners van Choropampa ook een ziekteverzekering voor vijf jaar van Yanacocha. Een ziekteverzekering waar ze echter amper iets aan hebben in Choropampa.

Vlak naast de plek waar twintig jaar geleden het kwik de levens van drieduizend Cajamarquinos verstoorde, ligt de gezondheidspost van het dorp. Over die post is iedereen het eens. “We hebben de hoop op hulp of medicatie opgegeven. Het enige wat we nu nog vragen, zijn kalmerende middelen, pijnstillers. Genezen worden kunnen we toch niet meer.”

We kloppen op de deur van de post, maar worden niet binnengelaten. Beter komen we over een dag of twee terug, klinkt het. Dan kunnen ze ons de post laten zien.

De burgemeester kijkt ons met een veelzeggende blik aan. “Er is niks om te laten zien. Niks. De post is leeg. Dat is het probleem dat we inmiddels al jaren hebben. Er is geen medicatie in de gezondheidspost, geen hulp. Ze nemen alleen je hartslag op en geven je een kalmeermiddel. Maar ik weet zeker dat als Yanacocha weet dat jullie hier zijn, ze met een wagen vol medicatie komen. Daarom hebben ze twee dagen tijd nodig om jullie binnen te laten.”

Een dag later ontvangen we van een anonieme bron plotseling een filmpje van in de gezondheidspost, van diezelfde dag. De rekken zijn leeg. Er is geen medicatie in Choropampa.

“We gaan dood”, zegt Helena Portilla. “Dit is geen leven voor ons. Wij zijn vergeten. We vragen gerechtigheid van Yanacocha, maar er gebeurt niks. Ze kwamen, vergiftigden ons, en verlieten ons.”

Ook in andere steden lijkt de bevolking van Choropampa geen hulp te kunnen vinden. “We liegen. We zeggen dat we uit Magdalena of Cajamarca komen. Mensen uit Choropampa helpen de dokters niet. Wij zijn niemand”, klinkt het.

De plaats waar precies twintig jaar geleden een vrachtwagen van Yanacocha 151 kilo kwik verloor. ©Maxime Degroote

Volle begraafplaats

De begraafplaats van Choropampa vult zich razendsnel. De sterfdata op de kruisjes volgen elkaar sneller en sneller op. Twee per maand, drie per maand, vier…

Burgemeester Guarniz kijkt ons wanhopig aan. Hij is nog jong, was nog een kind toen het kwik in Choropampa verspreid werd. Net als zijn vrouw. Zeven dagen na het ongeluk belandde zij voor het eerst met klachten in het ziekenhuis. Vijf jaar later keerde ze terug met dezelfde symptomen. Twee jaar later opnieuw. “En nu? Breng ik haar binnen een jaar? En daarna elke maand?”

De vorige burgemeester was 28 toen hij stierf. Ze brachten hem razendsnel naar Chiclayo, waar hij vrijwel onmiddellijk het leven liet. “Zulke snelle doden zijn eerder regel dan uitzondering”, klinkt het. “Vandaag voelen we ons goed, morgen voelen we ons misschien slecht, en poef, meteen naar het kerkhof. Waar wachten wij nog op? We zijn volledig aan ons lot overgelaten.”

Slechts tachtig inwoners van Choropampa tekenden het document van Yanacocha niet, twintig jaar geleden. Enkel zij kunnen nog gerechtelijke stappen nemen tegen het bedrijf, al werden de meeste rechtszaken snel gearchiveerd. Slechts drie ervan werden opnieuw geopend.

In twintig jaar tijd heeft Choropampa de hoop op hulp verloren. “We zijn al zoveel bedrogen,” zegt Julia Angelica Guarniz Luis, “er is twintig jaar voorbij gegaan en er gebeurt nog altijd niks. We gaan dood. Straks is het afgelopen met Choropampa. Er rest ons alleen nog te wachten tot God zegt dat het genoeg is geweest.”

Er is twintig jaar voorbij gegaan en nog altijd is er geen oplossing voor Choropampa, het dorp waar de inwoners blijven sterven en bij elke ademhaling meer en meer vergiftigd worden. Het is tijd dat Choropampa gerechtigheid krijgt.

Bekijk de documentaire “Choropampa, Tierra de Nadie” hier:

Open Min(e)d Internationale Sprekers Tour 2020 – Een Overzicht

Open Min(e)d Internationale Sprekers Tour 2020 – Een Overzicht

De extractie van leven, goud en olie

Bij CATAPA kijken we vol trots terug naar de elfde editie van onze Open Min(e)d Internationale Sprekers Tour: de extractie van leven, goud en olie. Spreker Lap Hang Au uit Hong Kong focuste op de onnodig erbarmelijke werkomstandigheden voor arbeiders in ICT fabrieken in China. Yefferson Rojas Arango nam ons mee naar Colombia and deelde zijn ervaring met de strijd tegen goud extractie, een basisproduct van al onze ICT producten, in zijn eigen geboortedorp. En last but not least, lichtte Antonella Calle Avilés de ecologische en sociale gevolgen van olie extractie in Ecuador toe.

Een week lang toerden deze drie inspirerende individuën doorheen Vlaanderen en deelden zij hun ervaringen met jong en oud. Tijdens de leuke evenementen en interessante gastlezingen bereikten zij meer dan 1100 luisteraars met hun verhalen!

Onze week startte met Ontbijt met een Rebel, Antonella was daar een van de zes rebellen waar mensen konden bij plaatsnemen aan de ontbijttafel. Zij vertelde over feminisme en extractivisme terwijl we konden genieten van koffie en overheerlijk vegetarisch eten.

Ontbijt met een Rebel kamer 2020

Antonella was ook aanwezig op de allereerste editie van de GEC Talks in het Gents Ecologisch centrum, samen met twee andere sterke vrouwen vertelden ze over gendergelijkheid en milieu rechtvaardigheid.

Menigte van de eerste editie van GEC Talks in het Gentiaan Ecologisch Centrum

Antonella, Yefferson en Au gaven hun gastlezingen aan de KU Leuven, de Universiteit van Antwerpen, Arteveldehogeschool, HoGent, VIVES Brugge, de Universiteit van Gent en het Elektrisch Instituut ELEC. Zij ontmoeten studenten sociologie, ethiek, culturele geschiedenis, sociaal werk, international business management en nog veel mee. Tegen het einde van de week werden de mogelijkheden om scholen te bezoeken beperkt door de opkomende Covid-19 maatregelen, gelukkig vonden we creatieve online oplossingen voor de anders verloren lessen.

Gastspreker Lap Hang Au in een van de universitaire lezingen.

Onze gastspreker Au bereikte zelfs het Vlaamse Parlement op de Green Transition Conferentie met zijn presentatie over arbeidsomstandigheden in Chinese fabrieken die batterijen voor elektrische wagens produceren. Hij was ook de keynote spreker in het webinar van het Fair ICT Flanders Project gericht naar grote aankopers van ICT.

Lap Hang Au presenteert over zijn onderzoek naar lit-ionbatterijen op de Green Transition conferentie, in het Vlaams Parlement.

Alle drie de sprekers woonden de netwerk workshop bij Internationalisation of the Extractivism Struggle, ze wisselden ervaringen tips en tricks uit over het creëren en onderhouden van duurzame internationale samenwerkingsverbanden.

Au, Antonella en Yefferson in de netwerkwerkplaats.

CATAPA is dankbaar voor onze bijzondere gastsprekers, de zo gemotiveerd waren om hun verhaal te delen, we zijn dankbaar voor hun sterkte en doorzettingsvermogen in hun strijd en voor hun protest tegen grote bedrijven die lokale gemeenschappen en arbeiders geen stem geven. Dat is waarom CATAPA elk jaar de Open Min(e)d tour mogelijk maakt, om een stem te geven aan degene die zelfs in ons tijdperk van hypersnelle communicatie te vaak niet worden gehoord. Dankzij de hulp van onze vele Catapistas is het elk jaar weer mogelijk om Vlaamse burgers te bereiken met deze verhalen en bij te leren over de alternatieve manieren van consumeren. Zodat we samen kunnen veranderen.

Tien dagen quarantaine in Peru

Stokslagen, arrestaties en sociale vraagstukken

Tien dagen quarantaine in Peru

Author: MAXIME DEGROOTE

DISCLAIMER:

Dit artikel werd geschreven op 25 maart, na de eerste tien dagen van de quarantaine in Peru. Inmiddels, na zes weken quarantaine, is er natuurlijk veel veranderd. Om te beginnen heeft de Peruaanse regering twee weken geleden aangekondigd dat ze 12.000 personen per dag willen testen, dat hebben ze deze week eindelijk bereikt. Tot nu werden 27.517 positief getest en zijn er 728 mensen overleden aan COVID-19 in Peru. Het heeft lang geduurd voordat het virus Cajamarca bereikte, maar nu zijn er 127 bevestigde gevallen in de regio. Over het hele land liggen 3.765 patiënten in het ziekenhuis, waarvan 545 op de intensive care. De regering wilt meer bedden op intensive care beschikbaar stellen voor patiënten en koopt extra ventilatoren aan die deze week klaar zouden moeten zijn voor gebruik. Volgens officiële cijfers zijn er nu 719 bedden op de intensive care exclusief voor COVID-19 patiënten. Dit betekent dat er nu nog maar 164 bedden beschikbaar zijn over het hele land.

De quarantaine die eerst slechts twee weken zou duren, werd nu al twee keer verlengd en zal hoogstwaarschijnlijk binnenkort opnieuw worden verlengd. De regering evalueert nu of sommige maatregelen vanaf volgende week kunnen worden opgeheven aangezien de quarantaine veel vragen en problemen met zich meebrengt. Vorige week had het Ministerie van Vrouwen en Kwetsbare Groepen al 125 gevallen van verkrachting en 14.222 gevallen van huiselijk geweld tijdens de quarantaine geregistreerd. Negen vrouwen werden in minder dan zes weken tijd in hun eigen huis vermoord. Er zijn ernstige economische problemen, aangezien 42 procent van de inwoners van Peru geen inkomen heeft en veel van hen nog steeds geen hulp van de regering hebben gekregen. De lessen gaan nu online door via TV-  en radiokanalen, hoewel niet elk gezin er toegang toe heeft. Er is nog steeds geen oplossing voor inheemse dorpen. En hoe komt het dat mijnwerkers midden in de quarantaine naar huis mogen reizen, maar dat duizenden Peruanen nog steeds ver van hun huis vastzitten zonder hulp? Veel Peruanen waren ver weg van hun huis toen de quarantaine plotseling begon en zijn na zes weken nog steeds niet naar huis kunnen gaan. Verschillende groepen mensen begonnen extreem lange afstanden te lopen om thuis te komen, simpelweg omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om zo lang te blijven waar ze zich momenteel bevinden. Meer dan 30.000 mensen hebben zich ingeschreven voor humanitair vervoer van Lima naar Cajamarca. De regering van Cajamarca biedt echter maar vervoer aan voor 600 mensen. Hoe kiest u wie er naar huis kan gaan en wie niet?

Peru heeft zeer snel gereageerd op de crisis door een nationale quarantaine af te kondigen, aar er zijn nog zeer veel problemen die opgelost moeten worden en die we niet uit het oog mogen verliezen. Hopelijk komen er snel meer oplossingen.

Maandag ging de tweede week quarantaine van start in Peru. Wat betekent quarantaine in een land als Peru? Wereldblogger Maxime Degroote geeft een impressie.

Een paar dagen ontsnappen in een houten huisje in het bos, even weg, even afgezonderd van de wereld, de gekke wereld waar we deze dagen helemaal niks meer van lijken te begrijpen. En toen we die wereld na een paar dagen weer terug in wilden stappen, bleek die voor ons al afgesloten te zijn. Peru zit in quarantaine. Een heel land, en haast al een hele wereld, in quarantaine.

Militairen zien er op toe dat niemand zich op straat begeeft © Edgard Bazán

Coronahorrorverhalen

Het coronavirus heeft de wereld al een tijdje in haar greep. Uit ieder gesprek van de laatste weken kwam een nieuw coronahorrorverhaal. Cijfers van doden die moeilijk te vatten zijn worden ons naar het hoofd geslingerd. Wat het allemaal nog een heel stuk onwerkelijker maakt, hoe werkelijk het ook allemaal is. En beetje bij beetje komen alle fases langs.

Peru heeft het over het algemeen heel serieus genomen.

Ontkenning, want het zal toch allemaal zoveel erger niet zijn dan een jaarlijks griepje. Twijfel, want het lijkt zich plots toch wel heel snel te verspreiden. Angst, want het komt dichter en dichterbij en de maatregelen worden drastischer. Woede, want waarom nemen zovelen het nog altijd niet serieus?

Peru heeft het over het algemeen heel serieus genomen. Wij brachten een paar dagen door in onze cabin in the woods, zoals we er over grapten. Een paar dagen weg van de coronagekte die we nog niet goed begrepen en nog lichtjaren ver weg leek. En dan zit je op zondagavond in de auto terug naar de stad wanneer je plotseling terug bereik hebt en de president van het land live op televisie aan het vertellen is dat heel Peru in quarantaine gaat.

Waarheen, vraagt de vriend achter het stuur, waar wil jij de volgende weken doorbrengen? Zet ik je eruit bij je moeder of bij je vriend? Want waar je straks de auto uitstapt, daar blijf je.

En hier zitten we dan.

Paniek

Zondag 15 maart kreeg Peru het nieuws te horen. Maandag kreeg iedereen een laatste kans om zich te verplaatsen, voor al het nationaal en international vervoer om middernacht afgeschaft werd. Grenzen sloten. Alles sloot. Alleen supermarkten en andere voedingszaken, ziekenhuizen, apotheken en banken mogen openblijven.

Op maandag heerste er paniek. Want wat betekent quarantaine in een land als Peru, zonder enige vorm van sociale zekerheid?

De president beloofde 380 soles (zo’n 100 euro) aan elke familie die de eindjes niet aan elkaar zou kunnen knopen tijdens de 15 dagen zonder werk. Maar welke families zijn dat? En hoe krijgen zij dat geld? En wanneer precies? De vragen rezen, alsook de onrust.

Een dag niet werken, betekent een dag niet eten.

Pas een week later kwam er nieuws over die 380 soles en verscheen er een website waar je je kon aanmelden om kans te maken op dat geld. Diezelfde dag trokken daartoe aangestelde personen ook naar de gemeenschappen op zoek naar families in nood. Een week later pas. Kun je je voorstellen hoe groot de bezorgdheid was die het land overspoelde.

En terecht. Peru is geen België, waar het merendeel van het land gewoon van thuis uit verder werkt. Peru is een land waarin meer dan 70 procent van de bevolking in informele sectoren werkt. Waarin het overgrote deel van de bevolking afhankelijk is van hun dagelijkse inkomen om eten op tafel te kunnen zetten. En een dag niet werken, betekent een dag niet eten.

En wat met alle niet-Peruanen in het land? Elke dag zie ik de ketting om mijn nek hangen die mijn twee fantastische Venezolaanse vriendinnen gemaakt hebben. Wat met hen? Wat met de duizenden Venezolanen in Peru, die aan hun lot worden overgelaten?

Markten en voedingszaken mogen nog openblijven © Edgard Bazán

Chaos

Paniek en mensen overspoelden de markten die eerste maandag. Mensen pakten wat ze pakken konden en zetten het op een lopen. Marktverkopers raakten in paniek, en de prijzen verdubbelden, verdriedubbelden. Agenten die de vrede probeerden te bewaren en de dieven te pakken probeerden te krijgen, arresteerden tegelijkertijd nu ook de verkopers die hun prijzen optrokken. En de chaos groeide.

Drie uur in de rij om eieren te kopen om te horen te krijgen dat de eieren uitverkocht zijn. Bazen die niet geloven in quarantaine en toch eisen dat iedereen gewoon op het werk aanwezig is. Busmaatschappijen die buskaartjes blijven verkopen, en waar de politie op het tijdstip van vertrek de boel komt afsluiten.

Toeristen die er niks van snappen en verdwaasd terug naar hun hostels trekken, waar ze soms de deur in hun gezicht krijgen. Want corona komt toch uit Europa?

En ik, die ’s avonds nog van de laatste verplaatsingsmogelijkheden gebruik wil maken. Verplaatsen mocht nog tot middernacht. Maar verder dan een half blok raak ik niet op mijn fietsje, waar zo´n 15 militairen me de weg versperren. De quarantaine is menens.

Arrestaties

Dat het menens is wordt ons de tweede dag duidelijker. Op dinsdag wordt de ronda campesina ingezet in het noorden van het land. De burgerpolitie. De ernst dringt door in Cajamarca, waar de ronda’s heel wat meer respect afdwingen dan politie ooit zal doen. De uitgeroepen noodtoestand brengt hier herinneringen aan de protesten tegen het megamijnbouwproject Conga terug, waarbij verschillende mensen het leven lieten.

Mijn buren worden allemaal opgesloten omdat ze voetballen in het park.

Op woensdag wordt een ‘toque de queda’ in het leven geroepen, een avondklok. Tussen 8 uur ‘s avonds en 5 uur ‘s ochtends mag niemand buiten zijn, voor geen enkele reden. Of je wordt meteen gearresteerd.

De volgende ochtend worden sociale media overspoeld met filmpjes van de eerste overtredingen. Een man die het vuilnis ging buitenzetten en meteen door vijf politiewagens omsingeld werd. Mee naar het bureau. Een man die werd opgepakt en vervolgens de auto terug uitsprong en een hele politieachtervolging veroorzaakte. Een man die een hondje wilde uitlaten, en recht voor zijn voordeur met hond – en op de achtergrond een hoop geschreeuw van zijn vrouw, om het hondje, niet om hem – werd meegenomen.

Mijn buren worden plots allemaal een nacht opgesloten omdat ze voetballen in het park. We lachen, maar de quarantaine is geen grapje. De quarantaine is menens.

En de quarantaine moet ook menens zijn. In heel Peru zijn er 250 bedden op de intensive care. 250. En kijk eens naar hoeveel gevallen er nu zijn. In Peru staat het cijfer momenteel op 480. Zeven personen lieten het leven in slechts een paar dagen tijd.

Dit is nog maar het begin. We moeten dit nu verhelpen, want Peru kan een crisis als in Italië of Spanje niet aan. Wie wel, eerlijk gezegd.

Politie en leger controleren iedereen die zijn of haar huis verlaat © Edgard Bazán

Geen ziekenhuizen

En dus trof Peru als eerste in heel Latijns-Amerika keiharde maatregelen. En ja, het is eng om militairen, politieagenten en boeren met stevige stokken door je straat te zien banjeren. Het is eng om de verhalen uit het verleden te horen en te zien hoe burgers meer en meer rechten verliezen en we langzaam dezelfde richting opgaan.

Maar het is nog enger om te beseffen dat er hier in Cajamarca geen één ziekenhuis is dat een coronageval op het laatste moment zal kunnen redden. Dat je om aan de beademing gelegd te worden minstens zeven uur naar de kust zult moeten reizen. Dat er op dit moment zelfs nog maar 50 beademingsapparaten vrij zijn in het land, en die tegen het einde van deze week hoogstwaarschijnlijk allemaal in gebruik zullen zijn.

Het is eng dat wij het coronanoodnummer belden voor mijn vriendin die al drie weken ziek is, om doodleuk te horen te krijgen dat “dit zou betekenen dat ze al drie weken coronavirus zou hebben en ze dan al lang dood zou zijn dus ze zich vooral geen zorgen moet maken”. Ik snap dat de lijn overbelast is, maar wanneer word je dan wel serieus genomen?

Het Amazonegebied heeft momenteel het hoogst aantal denguegevallen uit de geschiedenis van het land.

Het is eng om te beseffen dat het Amazonegebied ondertussen te kampen heeft met het hoogst aantal denguegevallen uit de geschiedenis van het land, en er geen enkel bed meer vrij zal zijn voor de eerste coronapatiënt die daar valt.

Het is eng om te beseffen hoeveel duizenden tuberculosepatiënten Peru telt, die als ze besmet raken, het virus niet zullen overleven.

En het is eng om te zien dat meer dan 18 000 personen al zijn opgepakt omdat ze de quarantainemaatregelen in de wind slaan en de straat blijven opgaan, terwijl het virus zich verspreidt.

 

Vraagstukken en problemen

De quarantaine is menens, de quarantaine is noodzakelijk, Peru heeft goed gehandeld. Maar de quarantaine brengt een hele hoop vraagstukken en problemen met zich mee. En dan heb ik het niet alleen over de economische problemen.

Voor vijftig procent van de vrouwen en meisjes in het land is hun thuis de minst veilige plek om te zijn, en de plaats waar ze het meest worden blootgesteld aan seksueel misbruik en gendergeweld. In Arequipa is maandag de eerste vrouwenmoord sinds de quarantaine gepleegd. Amper een week heeft het geduurd voor een vrouw thuis werd neergestoken door haar vriend. Twee aangiftes van verkrachtingen werden er al gedaan, verkrachtingen van een meisje van amper 4 jaar oud, en een meisje van 14. In hun eigen huis.

Verplichte opsluiting met je verkrachter, kun je het je voorstellen?

De noodlijn van het Ministerie van de Vrouw en Kwetsbare Bevolkingsgroepen kreeg de afgelopen week 2500 telefoontjes binnen. Er werden 208 klachten ingediend. 38 Vrouwen werden al overgeplaatst naar opvangcentra. Verlenging van de quarantaine roept moeilijke vraagstukken in het leven. Verplichte opsluiting met je verkrachter, kun je het je voorstellen?

Eigen regels

En wat met het machtsmisbruik dat de quarantaine met zich meebrengt? De discriminatie? De corruptie?

Verschillende agenten lijken eigen regels in het leven geroepen te hebben en dwingen mensen hun ramen te sluiten of zelfs hun lichten uit te doen na acht uur, dreigend met geweerschoten. Anderen arresteren willekeurige mensen op straat, want wie kan bewijzen dat ze effectief onderweg naar de supermarkt zijn of dat ze echt pas een halve minuut buiten zijn?

Anderen stop je dan weer wat geld toe en ze maken met alle liefde van de wereld een uitzondering voor je – hoeveel agenten hebben geld aanvaard toen een oom van een vriendin zeven uur lang terug naar Cajamarca reisde op de zevende dag van de quarantaine?

En dan is er de video van de capitán van het leger die in plaats van een jongere die de avondklok niet respecteerde meteen mee te nemen naar het commissariaat, hem keiharde stokslagen toediende op straat. De man in kwestie werd inmiddels ontslagen, hoewel hij uit zowat het hele land steun krijgt. Zo worden militairen immers opgeleid om hun land te dienen, keihard, en we moeten inzien dat een militair niet hetzelfde is als een politieagent, klinkt het.

Moeten we dit soort agressie dan tolereren? Kunnen we hier nog meer van verwachten? En waarom zien we zo´n groot verschil in de manier van arresteren in de rijkere buurten, zoals Miraflores in Lima, als bijvoorbeeld met deze jongeman? Waarom worden vrouwen anders behandeld dan mannen? Waarom werd ik aan de supermarkt niet gecontroleerd en de vrouw naast mij onmiddellijk opgepakt? Hoe pakken we dit soort discriminatie aan?

Lege straten in het centrum van Cajamarca © Edgard Bazán

Bus de la muerte

En wat met de congresleden die zichzelf en hun familie op een humanitaire vlucht van Lima naar Cusco zetten? Die vlucht was er om kwetsbare families die gestrand waren op het vliegveld in Lima, vaak zonder geld, terug naar hun families te brengen. Wie geeft hen het recht die plaatsen in te nemen?

Geen wonder dus dat de bevolking van Peru alert is geworden. En dat de bus die tijdens de nacht van donderdag op vrijdag plots op een paar uur rijden van Cajamarca opdook, meteen werd opgemerkt. Waakzame burgers stuurden foto´s en video´s de wereld in, en de weg van de bus werd via sociale media in heel Cajamarca gevolgd. De mysterieuze bus de la muerte was in aantocht. Wie zat er in de bus, waar kwam de bus vandaan, en hoeveel coronagevallen zou het Cajamarca binnenbrengen?

De bus kwam uit Moquegua, helemaal in het zuiden van het land. 2000 kilometer had de bus al afgelegd, zo´n 35 – 40 uur dwars door het hele uitgestrekte land. Hoe kan een bus 2000 kilometer afleggen midden in een nationale quarantaine? Hoe kan niemand gedurende 40 uur de bus aan de kant hebben gezet, terwijl ik niet eens tot de hoek van mijn straat raak op mijn fiets? En wie zat er aan boord?

32 passagiers telde de bus. 32 mijnwerkers. Daar heb je je antwoord. De bus had toestemming. En zo kwamen 32 passagiers die het hele land doorkruist hadden Cajamarca binnen, waar op dat moment nog steeds geen enkel geval van het coronavirus gedetecteerd was. Paniek.

Hoe overleven we immers een quarantaine zonder koper te winnen? Uiterst essentieel, die mijnbouw.

Maar de bus mocht rijden. Op dinsdag al liet een officieel document ons immers weten dat het Ministerie van Economie uitzonderingen maakt voor essentiële activiteiten tijdens de nationale quarantaine. En hoe overleven we immers een quarantaine zonder koper te winnen? Uiterst essentieel natuurlijk, die mijnbouw.

Mijnbelangen en overtredingen

De speculaties startten onmiddellijk. Wordt de uitgeroepen noodtoestand gebruikt voor mijnbelangen? Waarom mag niemand in het land werken en gaan de mijnbouwbedrijven gewoon hun gang? Is dat ook niet een vorm van discriminatie? Vrijdag sprak president Vizcarra zich daar over uit en meldde dat ze geen druk zouden aanvaarden van een groep die een bepaald belang heeft in de samenleving.

Volgens zijn verklaring worden sommige mijnbouwactiviteiten uitgevoerd op afgelegen plaatsen, waar de arbeiders geïsoleerd zijn, niemand binnenkomt of vertrekt, en er geregeld is dat deze activiteiten mogen doorgaan gezien het in isolement gebeurt.

Vertrek van werknemers, zoals de groep die van Moquegua helemaal naar het noorden van het land, is dan weer wel verboden omdat het in strijd is met de maatregelen.

Maar is dat het enige dat in strijd is met de maatregelen? De interprovinciale verplaatsingen? Wat met de honderden vrachtwagens die dagelijks mineralen verplaatsen tussen verschillende regio´s? Wat met de plattelandsbevolking in de directe omgeving van de mijnbouwactiviteiten? En de werknemers die zich vaak twee of meer uur verplaatsen, heen en terug, om bij de mijn te raken? Zo geïsoleerd blijkt het plotseling toch niet meer.

Gezondheid eerst

In het zuiden van het land werden de klachten tegen het mijnbouwbedrijf bekend gemaakt door de arbeiders zelf, net als door de gemeenschappen in de buurt van de mijnbouwprojecten Las Bambas, Antapaccay en Shougan. De bedrijven blijven op normale wijze doorwerken. Niet alleen geïsoleerd, niet alleen de normale taken. Alles zoals voordien, 24 uur per dag. En dat is een overtreding.

De Peruaanse overheid moet de gezondheid van haar inwoners boven persoonlijk belang stellen, altijd.

De Peruaanse overheid moet de gezondheid van haar inwoners boven persoonlijk belang stellen, altijd. En bussen kriskas door Peru heen laten rijden om werknemers middenin de quarantaine naar huis te laten gaan valt daar niet onder.

Gezondheid eerst. Als families uit Cajamarca drie jongeren die dubbelgevouwen in een kartonnen doos uit Arequipa meer dan dertig uur op illegale wijze naar Cajamarca hebben gereisd de toegang tot hun eigen huis kunnen weigeren, waardoor de jongeren op straat zijn opgepakt, dan kan de staat ook best het werk van mijnbouwbedrijven even stilleggen. Of op zijn minst ervoor zorgen dat de werken effectief in isolatie worden uitgevoerd. En dat noch de werknemers, noch de omwonenden, de meest kwetsbare groep van de bevolking, bedreigd worden.

Stilstaan

Gemeenschappen hebben inmiddels zelf hun toegangswegen afgesloten. De straten zijn stil. Elke dag worden er nog steeds duizenden ongehoorzame Peruanen opgepakt, maar tegelijk groeit ook het besef van het belang van de quarantaine.

Peru heeft gereageerd, en razendsnel. De wereld lijkt nu even stil te staan, maar dat staat hij niet. De wereld staat niet stil, wij staan stil. En laten we nog maar eventjes stil blijven staan. En daar ook stil bij blijven staan.

Blijf thuis.

A Review of the ICT Supply Chain from the Doculatino Film Festival 2019

The ICT Supply Chain from the Doculatino Film Festival 2019:

What is inside your smartphone, where does it come from and where does it end up?

Our Catapista Hernán Manrique wrote the following interesting and critical piece about the ICT supply Chain of electronic devices, by analysing and reviewing the three documentaries from our last Doculatino Film Festival.

Introduction

During October and November of last year, CATAPA organized the Doculatino Film Festival. Held in the cities of Ghent, Antwerp, Brussels and Leuven, this edition of the festival was part of the Make Information and Communications Technology (ICT) fair European campaign, whose goal is to achieve a more transparent and fair ICT supply chain.

The documentaries showed various insights into the globalized ICT supply chain of some of our favourite devices. The first documentary, Minga (2019), directed by Damien Charles and Pauline Dutron, takes us into a journey through Latin America where it shows some of the major environmental conflicts between local communities and multinational mining companies. Death by Design (2016), directed by Sue Williams, explores how employees from the ICT supply chain work in unsafe environments where they come into touch with toxic substances during the production and assemblage of computers, smartphones, etc. Finally, The E-Waste Tragedy (2014), directed by Cosima Dannoritzer, reveals what happens with our electronic devices once we stop using them, showing that whether we recycle them or not, they reproduce vicious patterns of toxic waste disposal in developing countries.

©IrisMaertens

This review intends to discuss some insights on poorly known aspects of the ICT supply chain, as well as to introduce some alternative scenarios as portrayed in the documentaries.

Let’s try to answer some questions

Did you know that your smartphone resembles a mine of precious minerals and rare elements? It might seem odd, but each smarthphone contains at least 60 different minerals, such as cobalt, lithium, gold, copper, and so on and so forth, that are extracted from all over the world. Such variety is so large that, according to the Geological Society of the United Kingdom, the average smartphone uses 75 out of the 81 elements in the period table.

Extracting these materials at the large-scale needed for the ever growing ICT demand is a daunting challenge that requires millions in investments. Companies are always exploring new areas where to find these materials that allow the permanent interconnection of our digital economy. However, as with many other things, there is a very different picture at the other side of the coin.

©IrisMaertens

What are the social and environmental costs of mining in developing countries? Scientists from all disciplines have continuously shown the large social and environmental damages produced during mineral extraction. Are they inevitable? That is hard to tell, but what we know is that efforts to regulate mineral extraction are rarely enough and its accountability differs widely from one corner of the world to another. Environmental and labor safety regulations in poor and developing countries are usually sacrificed to the laissez-faire of free markets. For this reason, developing countries with plenty of mineral resources have sometimes been signaled as being ‘cursed’ by such abundance. Having said this, now let’s see how our three documentaries can help us to understand how such ‘curse’ works.

Minga presents some of the major struggles from various communities in Latin America against mining extraction. At these first stages of the ICT supply chain, rentier states seek to encourage extractive industries to invest in their national territories through various stimulus, such as low environmental and social regulations, financial incentives, etc. In many cases, governments portray such investments as a promise of modernity for rural communities near mining concessions that are depicted as ‘pre-modern’ or ‘left behind’. However, both environmental and social externalities affect the livelihoods of people from these areas. Heavy metal pollution, respiratory diseases, decreasing outputs in agriculture, etc. are some of the main consequences of inadequately environmental regulations in the mining sector.

For these reasons, it shouldn’t be a surprise that various communities near mining zones have risen up against extraction. Among many other cases, Minga shows one of the greatest conflicts against gold mining in Peru: Conga. This case became infamously known due to the agressions from part of the Yanacocha company and the Peruvian security forces against Maxima Acuña Chaupe (Goldman Environmental Prize 2016), a peasant woman from the Andean region of Cajamarca who refused to sell her land to Yanacocha. However, despite gaining global recognition in environmentalist circles for her defence of water sources, her life is still in danger. Maxima’s case is not an atypical story; hundreds of persons have lost their lives for opposing the extractive industries. Several cases from extractive localities in the Global South show that sometimes the rush for obtaining these precious minerals and rare elements needed for our devices privileges profit over life and the environment.

After extraction, minerals travel a long way to finally reach the facilities where, after several transformations, they are turned into key pieces of our ICT devices. Death by design takes us on a journey from mid 1970’s and 1980’s California to contemporary Shenzen in China to reveal what happens behind the scenes of this billion dollar industry.

Electronics and semiconductors necessary for personal computers require a large use of toxic chemicals, such as sulphuric acid, hydrazine sulphate, etc. Some decades ago, these products were mainly produced in the United States. However, in the midst of what would be later known as Silicon Valley, the increasing number of ill workers due to the exposure to such chemicals led to hundreds of lawsuits against some of the major ICT companies of the time. Not only there were accused of causing severe illnesses, such as brain cancer, breast cancer, etc. but also of polluting underground waters by storing chemicals below ground. After thousands of petitions, the Environmental Protection Agency from the United States obliged major ICT companies to clean up sites they contaminated.

However, this was only a partial triumph. Given that since the 1980s companies have enjoyed more flexible legislations to relocate their investments elsewhere, they decided to go abroad. Heavier environmental regulations in the United States led to a massive search for free-regulations areas across the world. It’s in this way that Shenzhen in China became the main hub for this industry. With inadequate labor regulations, companies could operate at a much rapid scale and with less concern for workers. Soon outsourcing would become the rule. With almost no labor rights and high production quotas established by ICT companies, outsourced workers became increasingly exploited. Death by design shows some of the consequences of such lax regulations. These include several accidents in the plants, disastrous explosions and fires in assembling facilities and even suicides during working hours.

Finally, the E-waste tragedy traces the path that electronic devices follow after we stop using them. Why would this be a tragedy? The documentary cleverly starts by portraying the dumping sites where they end up in Africa where the massive accumulation of toxic e-waste poses great environmental and public health problems for developing countries that import developed countries’ waste. But how did all this e-waste end up there?

 This is exactly the challenging question that the E-waste tragedy seeks to respond. E-waste trafficking is a criminal activity that involves millions of dollars. According to the experts interviewed in the documentary, despite EU regulations to prevent e-waste trafficking, more than 65% of these products never reach an official recycling plant and less than 1% of mobile phones are recycled in Europe. Thus, most e-waste is not recycled, but sold to the black market, where it is later exported through the main European ports.

But there is more. Once ICT devices end up in African dumping sites, large groups of people, especially children, dismantle smartphones and others electronics with their bare hands in search not just of screens and batteries but also of small electronic pieces, such as buzzers, transistors, capacitors, etc. After collecting some considerable amounts of electronics, these are later sold to brokers. This situation is similar in surrounding areas of Shenzhen, where Chinese workers use rudimentary and toxic methods to identify valuable electronic pieces from old devices. These products are then refurbished before getting into circulation once again. Again where? In China.

Screening of the documentary "Minga" in Brussels.

But how do these old devices (of which many of them were supposed to be recycled) and their small parts get their way into China? E-waste trafficking has Hong Kong as one of its main routes to enter China. The port of Hong Kong, one of the largest in the world, is a free port with low customs regulations. With more than 63,000 containers arriving everyday, Hong Kong represents a privileged entrance into the Chinese market. Indeed, it has been estimated that 36,000 e-waste containers enter China through Hong Kong every year. After arriving, most of the e-waste, once refurbished and repaired, find their way into Shenzhen, which is strategically located a few kilometers from there. Finally, all these different electronic devices and their small parts are offered as new in Shenzhen, where once bought they travel to new destinations to be sold and resold again and again.

Main lessons from Doculatino and steps further

The three documentaries screened in Doculatino show a reality that is hard to deny. The ICT supply chain involves several formal regulations and decent jobs around the world while at the same time it also allows the advancement of groundbreaking technologies that are changing the world. However, all this progress is also accompanied by more negative issues, such as conflicts, environmental pollution, child labor, e-waste trafficking, etc. We might not be aware of such problems, because most of them occur far away from the comfort of our homes. And that is exactly one of the main concerns that these documentaries point out: even without knowing it, we might be contributing to some of these hazards that affect thousands or even millions of lives around the globe.

What can you do?

Inform yourself about how ethical your devices are: There are several websites with relevant information on the provenance, labour conditions, and other characteristics of our devices. You can find some of them in the following links:

Make sure to hand your old devices to certified recycling operators: Recycling is not as easy as it sounds. Some companies offering to recycle for free might actually be part of E-waste trafficking networks. Don’t forget that most of EU’s e-waste is never recycled, but rather trafficked. Here you can find some useful links:

Think twice before buying a new electronic device: Instead of reproducing the vicious cycle that most electronic devices follow as seen in these documentaries, repairing your devices can be a much better option. It’s cheaper, it’s easier and it’s much more sustainable. Here you can find some links that show you where to repair your devices (you will be surprised that even some of them encourage to do it yourself!):

Think circular: If you want a more fair and sustainable future, it’s about time to start thinking circular!

Author: HERNÁN MANRIQUE LÓPEZ

Paper: Standaarden, certificaten, en monitoringsystemen in de ICT-sector

Standaarden, certificaten, en monitoringsystemen in de ICT-sector: op weg naar een duurzame aankooppraktijk?

De ICT-sector kampt met heel wat uitdagingen op het vlak van duurzaamheid. Het produceren van ICT-producten zoals smartphones, computers en laptops heeft een erg grote impact op mens en milieu. De ontginning van metalen en mineralen nodig voor deze producten gaat vaak gepaard met mensenrechtenschendingen en ecologische destructie. De assemblage van laptops en smartphones gebeurt in fabrieken waar arbeidsrechten met de voeten getreden worden. De gebruikduur is zeer kort en het ontwerp van ICT is niet gericht op hergebruik van de onderdelen, waardoor er een gigantische e-waste afvalberg ontstaat. Daarnaast is bijna vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de ICT-sector.

De laatste jaren zien we een toenemend aantal initiatieven die aan de slag gaan met deze uitdagingen. Vele initiatieven vertrekken vanuit de koopkracht van aankopers van ICT. Grote consumenten van ICT producten kunnen via hun aankoopbeleid een belangrijke invloed uitoefenen op ICT bedrijven om hun productieketen op een structurele wijze te verduurzamen.

Standaarden, certificaten en monitoringssystemen worden in verschillende sectoren, omwille van hun gebruiktsvriendelijkheid, veel gebruikt. Ze zijn vrij eenvoudig te verwerken in aankoopdossiers. Toch lijken labels minder gevraagd te worden bij de aankoop van ICT hardware.  Welke certificaten bestaan er voor ICT? Zijn ze betrouwbaar en bruikbaar?

Meer weten? 

Fair ICT Flanders, een project dat getrokken wordt door CATAPA,  en HIVA-KU Leuven publiceren vandaag een gebruiksvriendelijke paper rond standaarden, certificaten en monitoringssystemen voor een duurzamere ICT-sector. Het onderzoekswerk werd uitgevoerd door Dr. Boris Verbrugge (HIVA KU Leuven). Het document is geschreven voor aankopers en andere professionals die aan de slag willen gaan met duurzame ICT binnen hun organisatie. Het biedt handvatten op weg naar een duurzame aankooppraktijk van ICT, gaat dieper in op de voor-en nadelen van certificaten en standaarden en bespreekt mogelijke alternatieven voor certificaten.

De paper is gratis te downloaden op de website van Fair ICT Flanders.

Radio show “hijack hour” over Bar Circular – Black Friday impact bewustzijn

Radio show “hijack hour” over Bar Circular – Black Friday impact bewustzij

29 november 2019 co-organiseerde CATAPA Bar Circular, een evenement gericht op bewustzijn creëren over de impact van Black Friday. In in steeds meer landen nemen de consumptie levels jaarlijks toe rond de periode van ‘Black Friday’, die ook steeds langer gaat duren, inmiddels namelijk al een week. Meer en meer mensen worden daardoor in patronen van over-consumptie geduwd.

Als deel van het Bar Circular evenement sprak CATAPA die zelfde dag op de studenten radiozender Urgent FM. We waren deel van de show ‘Hijack hour’ waar één uur radio zendtijd wordt gegeven aan lokale organisaties die strijden voor belangrijke problemen.

Wij delen hier graag de inhoud van onze ‘Hijack hour’ sessie; de impact van Black Friday consumptiepatronen in relatie tot mijnbouw en de ICT supply chain en een paar acties die je zelf kan ondernemen!

Catapistas Louna en Youssef vertegenwoordigden CATAPA tijdens het eerste deel van de show (in Engels) en spraken over de ICT supply chain problemen. 

Het tweede half uur namen leden van het Gents MilieuFront en Netwerk Bewust Verbruiken het woord, als co-organisatoren van Bar Circular. Zij bespraken verschillende oplossingen en alternatieve manieren van ICT consumptie; zoals reparatie of tweedehands kopen. Ze interviewden  enkele van de reparatie techniekers van het Repair Café, een deelactiviteit Bar Circular.

Tijdens het evenement konden deelnemers en gasten meedoen met verschillende activiteiten in de Krook bibliotheek. Net voor de activiteiten startten, transformeerden lokale artiesten het Miriam Makebaplein (voor de Krook) tot een e-waste begraafplaats. Met deze publieke actie willen we meer bewustzijn creëren over de impact van Black Friday en de gevolgen van onze huidige manier van het produceren en consumeren van elektronische producten.

©Dennis Licht

Tijdens het Repair Café kon iedereen zijn kapotte of beschadigde elektronische apparaten en kleren meebrengen om ze te laten repareren en zo een tweede leven in te blazen! Over de namiddag vonden drie interactieve presentatie sessies plaats; over de productie problematiek van elektronische apparaten en hoe we samen kunnen werken aan oplossingen.

©Dennis Licht
©Dennis Licht

In onze “Documentaire speeddate hoek” konden bezoeker  in paren een korte documentaire over problemen in de ICT supply chain en mogelijke alternatieven bekijken. Daarnaast vond een workshop plaats waar je kon ontdekken hoe de binnenkant van je smartphone eruit ziet; je leerde er ook over de ruwe materialen die gebruikt worden om een smartphone te maken, welke functie ze hebben en hun ecologische impact. Last but not least was er een inzamelpunt voor oude mobieltjes om die te versturen naar een aangewezen recyclage centrum.

©Dennis Licht

CATAPA richtte simultaan ook de online campagne op genaamd “Buy Nothing Day” om meer bewustzijn te creëren. Ontdek daar meer over op deze link.

Dit evenement is een collaboratie tussen CATAPA vzw, Gents MilieuFront, Netwerk Bewust Verbruiken, Vormingplus Gent-Eeklo, Curieus, Festival van de Gelijkheid en Bibiliotheek De Krook; met de steun van Gent Klimaatstad.