Verklaring van Antigua

De Internationale Conferentie over Mijnbouw in Antigua werd afgesloten met de Verklaring van Antigua, waarin het internationale middenveld waarschuwt voor de enorme gevolgen van grootschalige mijnbouw. Daarnaast stelden ze 5 uitdagingen voor om de mijnbouwproblematiek het hoofd te bieden. We roepen iedereen op om de Verklaring te ondertekenen. 

 

Teken de Verkaring op http://conferenciamineria.wordpress.com

 

Internationale Conferentie over Mijnbouw

 

VERKLARING VAN ANTIGUA GUATEMALA – 05/08/09

 

Wij, de verschillende instellingen, sociale basisbewegingen en sociale leiders uit Guatemala, Peru, Bolivia, Honduras, België, Verenigde Staten, Spanje, Mexico, Ecuador, Chili, Nederland, Italië, Canada, Zweden, El Salvador, Argentinië en Frankrijk, deelnemers aan de INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER MIJNBOUW in het kader van het Internationaal Seminarie El Dorado II, zijn van 3 t.e.m. 5 augustus 2009 samengekomen in Antigua (Guatemala) om ervaringen en kennis uit te wisselen over de mijnbouwproblematiek in Latijns-Amerika.
De nieuwe exploitatiefase van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen is een gevolg van de wereldwijde crisis, die veroorzaakt is door de kapitalistische logica van meer, meer en meer. Deze logica promoot het consumentisme en de immer groeiende vraag naar niet-hernieuwbare energiebronnen, die stilaan uitgeput raken. Daardoor blijven de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ hun rol opnemen van leveranciers van strategische natuurlijke hulpbronnen zoals olie, mineralen, biobrandstoffen, palmolie, water,…
De bedrijven die in het Zuiden operationeel zijn,dragen niet bij tot de gemeenschap in verhouding met de enorme winsten die ze boeken. In de cases die tijdens deze conferentie werden voorgesteld, sprak men van een verhoging van de armoedecijfers en van sociale uitsluiting. De mijnbouw wedijvert namelijk met de economische activiteiten, voornamelijk de landbouw, van de getroffen gemeenschappen, en brengt hierdoor hun voedselsoevereiniteit in gevaar. Mijnbouw van metalen draagt bijgevolg niet bij tot de staatskas van de getroffen landen, noch tot de economie van de lokale gemeenschappen.
De verschillende regeringen verzaken aan hun fundamentele rol om de mensenrechten te garanderen en om impulsen te geven aan de integrale sociale ontwikkeling. Ze reguleren de private bedrijfsactiviteiten onvoldoende.In de praktijk sanctioneren ze geen overtredingen en implementeren ze de milieuwetgeving niet . In andere gevallen staan de instanties die verantwoordelijk zijn voor de milieumonitoring aan de kant van de mijnbouwbedrijven. Daardoor berokkenen de mijnbouwbedrijven in totale straffeloosheid schade aan de gezondheid van de arbeiders en de gemeenschappen. Bovendien zorgt het gebruik van hoog toxische chemische elementen zoals cyanide, arsenicum, kwik en lood voor een grote vervuiling die de biodiversiteit in gevaar brengt.
De mijnbouwindustrie verandert fundamentele ecologische processenals de watercyclus door overmatig gebruik van grondstoffen: waterbronnen drogen uit, het grondwaterpeil zakt en het water raakt bovendien vervuild met zware metalen en gevaarlijke substanties. De sociale, culturele, ecologische en economische problemen die de lokale gemeenschappen ondergaan door de mijnbouwactiviteiten tasten hun levensomstandigheden aan, zijn onomkeerbaar en hypothekeren de toekomst van de toekomstige generaties.
Het kapitalistische en neoliberale economische systeem karakteriseert zich door onrechtmatige onteigening van gronden en de verdrijving van inheemse en boerengemeenschappen van hun grondgebied. De staten en bedrijven die naar dit model handelen, respecteren de voorafgaande volksraadpleging niet, en treden de sociale, economische en culturele rechten met de voeten. Nochtans staan de volksraadplegingen bepaald in nationale en internationale juridische overeenkomsten, zoals de Conventie 169 van de Wereldarbeidsorganisatie en de VN- Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren.
De regeringen grijpen nog steeds naar repressietechnieken en schenden het recht op vrije organisatie en manifestatie om de eisen van de lokale volkeren te criminaliseren. De mijnbouwbedrijven moedigen corruptie aan van leiders en autoriteiten, onder de vorm van chantage, verdeling, sociale ontmanteling en onderlinge confrontatie. Een veelgebruikte praktijk, die deze regeringen toestaan, is het oprichten van parallelle organisaties om de sociale bewegingen te verzwakken en te delegitimeren. In overleg met de lokale, nationale regeringen en economische krachten, onderdrukken, belasteren, achtervolgen, berechten en sluiten de bedrijven de leiders of elke persoon op die niet handelt naarhun belangen.
We zijn samengekomen in Antigua Guatemala om deze schadelijke en oneerlijke, maar vooral onnodige praktijken aan de kaak te stellen. Mijnbouw dient de belangen van slechts enkele multinationale en economisch machtige bedrijven en van kleine nationale groepen, maar draagt niet bij tot de lokale gemeenschappen noch tot de nationale staten. Daarom verwerpen wij deze onverantwoorde praktijken, zowel die van de bedrijven als die van de regeringen die medeplichtig zijn aan het schenden van de mensenrechten van de door de mijnbouw getroffen gemeenschappen.
De deelnemers aan de Internationale Conferentie over Mijnbouw zijn solidair met de volkeren die zich in permanente strijd bevinden en die meerdere volksraadplegingen hebben gerealiseerd waarin ze de mijnbouwactiviteiten hebben afgewezen. De lokale gemeenschappen en volkeren hebben, ideologisch verenigd, voorstellen gemaakt voor een nieuwe manier van leven.
We verklaren ons in volledige alertheid, klaar om alle nodige inspanningen te leveren die de rechten van de gemeenschappen herstellen en de natuur behouden, om op deze manier tot een evenwichtige ontwikkeling van onze landen te komen. We willen nogmaals het gebrek aan ecologische, sociale en morele duurzaamheid aantonen binnen het extractieve kapitalistische systeemen onderschrijven de noodzaak voor nieuwe modellen die de mens en alle leven in het centrum van de ontwikkeling plaatsen en die het respect voor de natuur terug in de praktijk brengen.
We eisen dat de verantwoordelijke politici dringend de huidige situatie en het huidige ontwikkelingsmodel veranderen. We vragen hen te zorgen voor het herstel en de uitoefening van de rechten van de lokale gemeenschappen. We eisen ook garanties voor de heroriëntatie van de economische ontwikkelingsbasis van onze volkeren en vragen dat ze zich ten dienste stellen van een sociaal rechtvaardig en ecologisch model.
We roepen de volkeren op om samen aan een nieuwe relatie tussen mensen en natuur te bouwen; dat we werken aan een broederlijke, rechtvaardige, gelijke en duurzame samenleving die het welzijn van iedereen in vrede toestaat, als deel van de natuur, waar de Sumaj Kausay of het Goede Leven de richting aangeeft voor de hervorming van de staten en de toekomstige ontwikkeling.

UITDAGINGEN VOOR HET MIDDENVELD

OM HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE MIJNBOUWPROBLEMATIEK VINDEN WIJ DE VOLGENDE VIJF UITDAGINGEN PRIMORDIAAL:
  1. We moeten de nieuwe golf van kapitaalaccumulatie, die zich in onze landen concretiseert in de extractieve industrie,meer bepaald de mijnbouw, doorgronden en aantonen.
  2. We moeten een tegenmacht opbouwen vanuit het zelfbestuur van de volkeren en vanuit de ervaring van de inheemse volkeren, die met de volksraadplegingen het zelfbestuur over hun grondgebied doen gelden.
  3. We moeten het territorium en het milieu (natuurlijke hulpbronnen, geschiedenis, identiteit) verdedigen als een concreet proces om de staat te hervormen, voorbij het discours van de “rechtsstaat ten dienste van het kapitaal” en als een politieke oefening om een andere waarheid, een andere geschiedenis en andere ontwikkelingsvormen uit te denken.
  4. We moeten permanent samenwerken als diverse sociale beweging en niet enkel als middenveld, anders gezegd: de strijd van de inheemse bevolking, de niet-inheemse gemeenschappen en de sociale internationale partners verenigen.
  5. De internationale ontwikkelingssamenwerking en het internationale middenveld moet tegemoet komen aan de vragen van de volkeren, bijdragen aan de eenmaking van de nationale en internationale bewegingen en de macht van deze volkeren versterken zodat die een tegenmacht kan vormen voor de opgelegde hegemonie.
Antigua Guatemala, 5 augustus 2009

 

Eerste ondertekenaars

FLACSO Guatemala, Area de Movimientos Sociales
Amigos del Lago Izabal – ASALI – Guatemala
Rights Action – Guatemala
Comité Académico Técnico de Asesoramiento Ambiental – CATAPA – Bélgica
Comisión Pastoral Paz y Ecología – COPAE – Guatemala
CEIBA – Guatemala
Asociación Civil El Observador– Guatemala
Plataforma Holandesa – Guatemala
Asamblea Departamental en Defensa de los Recursos Naturales de Huehuetenango – Guatemala
Observatorio de Conflictos Mineros – OCMAL – Ecuador
Comunidad Estudiantil NO´J – Guatemala
Vicaría del Medio Ambiente – VIMA – Perú
Coordinadora en Defensa de La Cuenca Rio Desaguadero, Uru Uru y Poopó – CORIDUP – Bolivia
Centro Ecología y Pueblos Andinos – Bolivia
Consejo de los Pueblos del Occidente – Guatemala
Consejo de los Pueblos de Huehuetenango – Guatemala
Consejo de los Pueblos Kiche – Guatemala
Consejo de los Pueblos San Marcos – Guatemala
Movimiento de Trabajadores Campesinos – MTC – Guatemala
Plataforma Agraria – Guatemala
Pastoral de la Tierra Livingston Izabal – Guatemala
Asociación de Organizaciones no Gubernamentales – ASONOG – Honduras
Alianza Cívica por la Democrácia – Honduras
CORDAID – Holanda
Colectif Guatemala – Francia/Guatemala
Comisión de Justicia y Paz Familia Franciscana- Guatemala
Network in Solidarity with Guatemala NISGUA – Guatemala
Center for International Environmental Law – CIEL – EE.UU.
Solidaridad Suecia-América Latina
Asociación de Mujeres Xinkas de Santa María Xalapán Jalapa -Amismaxaj – Guatemala
Acción Comunitaria Xinka Xalapán
ASECSA
Parroquia de San Miguel Ixtahuacán San Marcos – Guatemala
Red Mesoamericana Contra la Minería
Iglesia Luterana ILUGUA – Guatemala
Asociacion para la defenza de la montaña Las Granadillas – Guatemala
Comunidades afectadas y amenazadas por la mineria en el municipio de El Estor y Polochic – Guatemala
Ajchmol San Marcos – Guatemala
Solidaridad – Holanda
Movimiento Ambientalista de Campamento – Honduras
TROCAIRE – Guatemala
AVANCSO – Guatemala
Movimiento Popular Guevarista – Guatemala
Central Única Nacional de Rondas Campesinas – CUNARP – Perú
Asociación de Municipios Oruro – AMDEOR – Bolivia
Colectivo Punto Verde
Red de Comunidades Afectadas por la Minería – Honduras
Red Magesterial Popular México
Coordinacón de Organizaciones de los Pueblos Mayas en Lucha por su Liberación – COCPUMAL – México
MILPA – Chile
URV Solidaridad – Chile

 

Teken de Verkaring op http://conferenciamineria.wordpress.com

Verenigd protest in Ciudad de Guatemala

Verenigd protest in Ciudad Guatemala

Het volk verenigde zich, dinsdag in Ciudad Guatemala. Een mix van vakbonden en boerenbewegingen,  in totaal naar schatting 3000 manifestanten, kwam samen in de straten van de hoofdstad.

Dinsdag 14 juli, Ciudad Guatemala. Daan, Marijke en ik nemen een taxi van de luchthaven naar de Zona 2, waar we een drietal nachten onderdak zullen krijgen in het huis van de Amerikaans-Guatemalteekse NGO Sister Parrish.

Roetzwarte uitlaatgassen, kleurrijke straathoekkraampjes, zwaar gewapende bewakers aan winkels en banken,  “memoria, verdad y justicia” op de muren geschilderd- door de autoraampjes dringen de eerste indrukken binnen. Het decor bestaat uit bergen, een vulkaan, groepjes cirkelende gieren.

De 9-to-5-werkdag zit erop en onze chauffeur steekt zijn ergernis over de files niet onder stoelen of banken- “je verspilt dan zoveel benzine”. En er is nog een andere reden voor de files, zo blijkt uit zijn gezucht: “manifestaciones”. Een drietal keren dommelt hij bijna in en moet ik hem voorzichtig weer het verkeer in porren.

Wanneer we het Parque Central voorbij rijden, het centrale grote plein waar het presidentiële paleis staat, merken we inderdaad dat er iets -in de vorm van sociaal protest- aan de gang is vandaag. De krachtige stem van een vrouw, we zien haar niet, weerklinkt over het plein: dat het genoeg is geweest met de bedrijfspolitiek van de regering Colom, dat de Guatemalteekse politici nu maar eens aan de meerderheid van hun volk moeten denken.

Her en der zitten kleine groepjes inheemse vrouwen zij aan zij aandachtig te luisteren. In vele kleurrijke chicken buses zijn manifestanten van hun gemeenschappen hogerop in de hoofdstedelijke provincie en vanuit de westelijke Hooglanden naar de hoofdstad afgezakt. Anderen kwamen gewoon te voet, lezen we later.

De bewoners van de gemeenschappen van San Juan Sacatepéquez, waar het leger eerder protest al in de kiem probeerde te smoren, willen de verwijdering van een cementfabriek op hun gronden. Ze kregen na onderhandeling de belofte op een milieu-impactstudie.

Een delegatie van San Mateo Ixtatán overhandigde aan het Ministerie van Energie en Mijnbouw de resultaten van een volksraadpleging waarin buurtbewoners zich uitspraken tegen mijnbouwactiviteiten op hun woongebied. Over het hele land blokkeerden boeren verschillende hoofdwegen. De eisen: de opschorting van de nieuwe mijnbouwwet en de 50 licenties die momenteel in het Westen van het land van kracht zijn. Het antwoord van Colom is dat er geen mijnactiviteit zonder volksraadpleging zal zijn.

Ook werknemers van Justitie zouden deelgenomen hebben aan de betogingen- met een kreet om een hoger loon en een betere functionering van het rechtssysteem.

Is er gecoördineerd protest op gang aan het komen in Guatemala? Vorige week kwamen in de hoofdstad naar verluidt al om en bij de 15 000 mensen samen in een nationale anti-mijnbouwbetoging. In een land getekend door fragmentatie, grote machtsverschillen en wantrouwen, niet alleen tussen bevolkingsklassen, maar ook onderling tussen verschillende basisbewegingen en NGOs, is dat opmerkelijk.

 

Wies Willems

Het protest van de Amazone bevolking!

Het protest van de Amazone bevolking!

Sinds 9 april is hier in Peru een protestactie bezig van de Amazone bevolking tegen het beleid van Alan Garcia. De inheemse bevolking eist dat enkele recent gestemde wetten worden ingetrokken. Deze wetten maken het nog makkelijker om natuurlijke hulpbronnen zoals hout, mineralen en petroleum te ontginnen. De ‘Indianen’ verwijten Garcia het land en zijn rijkdommen weg te geven aan multinationale bedrijven en uiten een noodkreet voor het behoud van de Amazone.

Toen Nicanor ons een weekje geleden vertelde dat hij op het punt stond naar een vergadering te vertrekken waar de Rondas Campesinas hun steun gingen betuigen aan de protestacties van de inheemse bevolking was onze reactie onmiddelijk: “Mogen we mee?” Zijn antwoord zoals altijd: “Natuurlijk, maar ik vertrek wel binnen een half uurtje.” Hals over kop onze dingen afhandelen, onze helmen gaan halen, even gaan tanken -want we gingen met de moto – en weg… Een plotse beslissing die de rest van onze week grondig zou beïnvloeden.

Onze ontvangst was niet erg hartelijk. De inheemse bevolking staat zeer skeptisch tegen de intrede van buitenlanders. Voor hen staan buitenlanders gelijk aan buitenlandse bedrijven en de roofbouw op de Amazone. Na ons te hebben voorgesteld werden we aanvaard. De sfeer bleef gespannen want per slot van rekening was er een strijd gaande. Op enkele honderden meters zaten een 500 tal ‘Indianen’ bijeen in het colloseum van bagua, ongeduldig te wachten op verdere instructies voor de strijd. In de vergadering vielen soms harde woorden omdat de Rondas graag wilden helpen, maar tijd nodig hadden om zich te organiseren. De inheemse bevolking daarentegen wil actie. Zij zitten hier samen reeds twee weken protestmarsen te doen door de ‘stad’, maar slagen er niet in de aandacht van de overheid te trekken. Ze hebben nood aan een meer radicale actie – het plan is een brug te bezetten die de verbindingsweg is tussen de kust en het regenwoud – maar ze hebben meer volk nodig om de verzamelde militairen, voor de brug, te verschalken. Ze zullen nog even moeten wachten. Nicanor als afgevaardigde van de Rondas hield voet bij stuk. “We hebben minstens 3 weken nodig om iedereen te mobiliseren.” Een emotionele diplomatische speech van mijn allerliefste wist de gemoederen te bedaren en de harten van de Amazone bevolking te winnen. Een warme uitnodiging volgde om de volgende dag het colloseum te bezoeken, foto´s te trekken en interviews af te nemen.

Het bezoek toonde de moeilijke omstandigheden waarin deze mensen nu al twee weken leven. Slechte hygiëne, geen drinkbaar water en te weinig potten om een deftige maaltijd te voorzien voor al de mensen. Deze protestanten geven het weinige geld dat ze hebben uit aan transport, reizen soms dagen, laten vrouw en kinderen achter om hier met hun speer in de hand (symbool van de inheemse bevolking), ver van hun vertrouwde jungle, hun stem te laten horen. Ondanks de erbarmelijke omstandigheden is de sfeer strijdlustig. Met veel kabaal trekken ze elke dag opnieuw door de straten om hun ongenoegen te laten horen. “La vida es un tesoro y vale mas que el oro!” (Het leven is een schat en is veel meer waard dan goud!) – “La selva no se vende, la selva se defiende!” (Het regenwoud verkoopt zich niet, het regenwoud verdedigd zich!) – “Urgent, urgente, neuvo presidente!” (Dringend, dringend, een nieuwe president!) …

Enkele dagen later, na een bezoek van de inheemse bevolking aan Jaén voor de verdere coördinatie met de Rondas Campesinas, werd nog eens gestipuleerd hoe belangrijk de communicatie met de media was. De conclusie was overduidelijk: “Hieraan moest gewerkt worden.” We (als verantwoordelijken voor de internationale communicatie) werden dan ook uitgenodigd om samen met Radio Marañon het Estacion 6 van Petroperú – bezet door de inheemse bevolking – te gaan bezoeken. Het zou een lange dag worden.

Om 8u op de moto want de afspraak was 9u in Bagua. Radio Marañon liet op zich wachten en gaf uiteindelijk verstek. Om 11.30u eindelijk in het busje met twee inheemse leiders voor een rit van 4 uur recht het regenwoud in. Het was lang geleden dat we nog eens in de jungle waren geweest en de pracht van dit “ongerepte” stukje natuur overviel ons weer. Drie keer werden we tegengehouden aan een wegblokkade. Niemand mocht door, het volledige verkeer langs deze weg lag lam als gevolg van het protest. Elke keer doken een honderd tal mensen op met hun speren in de hand om hun ongenoegen te uitten. Elke keer gaven de leiders die ons vergezelden een emotionele speech in hun onverstaanbaar taaltje (Awajun) en werden we warm onthaald. Al bij de eerste blokkade werden we officieel handlangers in hun strijd door de rode strepen die op ons gezicht werden aangebracht. Wij mochten door!

Eindelijk aangekomen aan het station 6 van Petroperú werden we opgewacht door een kleine duizend betogers. Allen verzameld in een dorpje van 10 huizen groot met als enige doel het lamleggen van de installaties, het stoppen van het pompen van ruwe aardolie in hun jungle en het opvoeren van de druk op de overheid. Rondom ons heen enkele huizen, plastieken zeiltjes waaronder mensen kampeerden, het station 6 en bos, bos en nog eens bos. Een optocht werd opgezet en een half uurtje later stonden plots 1000 mensen aan de poorten van Petroperú, gewapend met speren en protestborden. Aan de andere kant een dozijn zwaar bewapende agenten die nerveus aan hun grote mitrailetten begonnen prutsen. Rondom ons regenwoud de dichtst bijgelegen ‘stad’ 4 uur hobbelen van ons verwijderd. Onderhandelingen werden gevraagd. De radicalisering van de strijd vroeg om verandering. De inheemse bevolking was niet meer tevreden met het stoppen met pompen. Station 6 diende nu ook zijn elektriciteit af te zetten en militairen werden niet meer geduld binnen de poorten van het bedrijf.

De inheemse leiders werden onder luid gejoel binnen gelaten, kreten laaiden op – “Ningun paso atras!” (We gaan geen stap achteruit!) – het wachten begon. Rustige momenten werden afgewisseld met hevige emoties. De regen zorgde voor het uitdunnen van de gelederen maar bij de aflossing van de wacht was op 2 minuten iedereen terug paraat. De verse soldaten mochten niet binnen voor de anderen buiten waren. De spanning was te snijden. Aan beide zijden bereiden de troepen zich voor. Zenuwachtig werden blikken gewisseld en naarmate de tijd vorderde nam de spanning toe.

In de tussentijd werden we benaderd door verschillende mensen. Een veiligheidsagent die vast zat achter de wegblokkades met de vraag of we hem niet konden meesmokkelen in ons busje. Ook waren er enkele protestanten. Zij waren vrijwillig aangekomen maar wilden niet langer leven in deze omstandigheden. Ze waren hier nu 2 weken en sliepen op een modderige ondergrond onder een zeiltje. De wet van de solidariteit onder de inheemse bevolking laat echter niet toe dat ze het protest verlaten. Het is een radicaal protest en met tientallen mensen die op verschillende plaatsen de weg versperren is er geen doorkomen aan. Dit bleek ook later toen we doorgingen en onze bus grondig werd onderzocht op vluchtelingen.

Ondertussen doken ook twee zusters op. Zij bleken vast te zitten aan de wegblokkade met 10 kinderen die op weg waren naar Chiclayo en Lima voor chirurgische ingrepen. Ook zij werden de doorgang geweigerd. Radeloos kwamen ze ons hulp vragen. Ik besloot één van de leiders aan te spreken die me garandeerde dat gezondheidsredenen voorang kregen aan het protest.

Retorisch vroeg ik hem ook hoe lang het nog zou duren voor de onderhandelingen zouden zijn afgelopen. Toen hij mij vertelde dat de inheemse leiders binnen 20 minuten buiten gingen komen wist ik niet anders dan te vragen hoe hij dit wist. Kordaat diende hij mij van antwoord: “Ik heb Ajawaska genomen, ik weet dit!” (Ajawaska is een hallucinogeen middel dat gebruikt wordt door de medicijnmannen). 20 minuten later kwamen de leiders naar buiten met het nieuws dat Petroperú ging voldoen aan al hun eisen. De duisternis daalde neer over het gehele dorp. Een overwinning die de strijd ten goede kwam, maar niet alleen Petroperú maar ook het dorpje zonder elektriciteit achter liet.

Ondertussen was nog steeds geen doorgang verleend aan de kinderen en de zusters. In een slotvergadering met alle leiders, ontsprong een heftige discussie over dit onderwerp. De meerderheid was voor de doorgang maar een enkeling duldde geen uitzonderingen. 2 weken leven in moeilijke omstandigheden radicaliseerd de geest. Een emotioneel discours van Marij maakte de zaal even stil. Ze mochten door. Toen we de zuster met gevorderde leeftijd nog even begeleiden naar haar busje bleek dat de protestanten aldaar niet op de hoogte waren. Na weer een discours en de inspectie van de zieke, slapende en hongerige kinderen moest toch nog het jawoord van één van de leiders gekregen worden.

Joel en Zebelio (de twee inheemse leiders die ons vergezelden) begonnen ondertussen een beetje zenuwachtig te worden. Het was nu 23u en we hadden nog een lange weg voor de boeg. Ze konden ons niet helpen want de hiërarchie moet hier gerespecteerd worden. Ze zouden het gezag van de plaatselijke leiders ondermijnen mochten ze boven hun hoofden spreken. We lieten de zusters en kinderen dan ook achter met de belofte dat we elke volgende blokkade van hun komst op de hoogte zouden brengen.

Het regende toen we de terugtocht aanvingen en de hobbelige aarden weg was een zompige slijkboel geworden. Ons busje kreunde piepte en kraakte toen we op een slakkengangetje door de modder ploegden. Het overpeinzen van deze bewogen dag wisselde zich af met gedachten over onze veiligheid op deze strook modder, we dommelden in en schrokken weer wakker. Het was 2u ’s nachts en ik keek op om te kijken waarom we niet meer bewogen. De hoge toon van een wiel dat tevergeefs grip probeert te krijgen in een modderige ondergrond gaf me het antwoord. Het was midden in de nacht, pikdonker, het goot en we zaten vast. Het onprettige vooruitzicht de nacht door te brengen op de veel te smalle bankjes van de camionet midden in het regenwoud stuwde ons naar buiten. Een half dozijn strategieën en een half uur duwen en trekken en we konden weer verder. Zoals het altijd gaat met een chauffeur, één foutje en het vertrouwen is weg. De aanwijzingen vlogen in het rond. Meer gas geven, je moet hier sneller door. Tot die extra duw op de pedaal zorgde voor algehele paniek. We waren op een stukje weg beland dat aan twee kanten was ingestort. 10 cm scheidde ons aan beide zijden met het einde van onze tocht. Verstand op nul en gas geven.

Nu geheel het idee opgegeven nog een oog dicht te doen zetten we onze weg verder. Een eerste landverschuiving konden we nog net passeren maar de volgende versperde de weg met een muur van twee meter slijk. Met een stijve rug werden we enkele uren later gewekt door de wegenwerkers: “of we hen geen lift konden geven naar hun machines want zij stonden aan de andere kant van de landverschuiving.” Geen probleem. Een dik uur later waren we in Bagua waar onze moto ons opwachte om ons naar huis te brengen.

Weet dat op dit moment het hele Amazonewoud in protest is. De Peruviaanse overheid probeert het af te schilderen als een klein protest, de peruviaanse media bericht er weinig over en de internationale pers neemt dit niet op. Maar we zijn er geweest, we hebben het gezien,… Dit is geen klein protest, het is een noodkreet vanuit het hele Amazone gebied!

Wordt vervolgd…

Thomas en Marij

P.S.: De zusters en kinderen kwamen de volgende dag om 12u aan in Bagua waar ze de bus namen naar Chiclayo.

Waterverbruik Inti Raymi

CEPA, het Centrum voor Andesvolkeren en Ecologie, reageert in een nieuwsbericht fel tegen het bedrijf Inti Raymi, grotendeels in handen van het Amerikaanse Newmont Mining. De informatie over het gebruik van oppervlakte- en drinkwater in de stedelijke regio voor hun zilver- en goudwinning spreekt elkaar tegen en is niet transparant.

Zoet water is schaars in de hoogvlakte, droogte brengt verzilting mee en degradatie van de landbouwgronden. In het milieu effecten rapport stelt het bedrijf dat ze per maand 72 miljoen liter water verbruikt. De milieuverantwoordelijke anderzijds spreekt over ‘slechts’ 1 miljoen liter…

CATAPA heeft de vorige jaren ook het milieu effecten rapport bestudeerd. Ook wij stootten op veel vragen, wetenschappelijke incorrectheden en tegenspraken. Inmiddels hebben we als CATAPA al drie thesistudenten van de UGent en de KUL naar de streek gestuurd voor objectief wetenschappelijk onderzoek. De resultaten volgen hopelijk in mei…