Vacature: Expert beleidsplanning

CATAPA vzw zoekt een expert beleidsplanning sociaal-cultureel volwassenwerk (m/v/x) – 40% VTE (bepaalde duur)

In haar streven naar een rechtvaardige samenleving waarbij mens en natuur in evenwicht samenleven, focust CATAPA op de negatieve impact van metaalmijnbouw op mens en milieu.

Om deze rechtvaardige wereld te bereiken stelt CATAPA enerzijds het onrecht aan de kaak dat mijnbouw veroorzaakt. Anderzijds zoekt CATAPA actief naar alternatieven voor mijnbouw.

CATAPA streeft naar een wereld waarin de ontginning van niet-hernieuwbare grondstoffen niet langer nodig is door zich volop te richten op de overgang naar een model dat ontmijnt, ontgroeit
en beweegt.

Onze hoofdactiviteiten zijn:

  • Campagne voeren over de impact van mijnbouw en duurzame productie van elektronica in Vlaanderen.
  • Ondersteuning van partners en lokale gemeenschappen in Latijns-Amerika die bedreigd worden door grootschalige mijnbouwprojecten.
  • Beweging creëren rond duurzame productie en consumptie van metalen.
  • Netwerking, onderzoek & stimuleren van alternatieven, waaronder degrowth.

Aangezien CATAPA een sociaal-culturele vrijwilligersbeweging is, zijn de ‘Catapistas’ (onze vrijwilligers en sympathisanten) betrokken bij alle aspecten van de werking; van strategisch tot operationeel. Om dit in de praktijk te brengen, werken we met een kantoorteam dat de
vrijwilligers een professionele omkadering biedt.

Jouw rol binnen CATAPA:
Als expert beleidsplanning werk je nauw samen met de bewegingsondersteuner van CATAPA en de verschillende andere collega’s. Je werkt nauw samen met de stuurgroep beleidsnota, bestaande uit de bewegingsondersteuner en enkele vrijwilligers.

Taakomschrijving:

  • Je adviseert en ondersteunt de bewegingsondersteuner en de stuurgroep beleidsnota bij het schrijven van het nieuwe beleidsplan van CATAPA als socioculturele organisatie.
  • Je bent op de hoogte van procedures en vereisten omtrent het beleidsplan en neemt de stuurgroep mee op sleeptouw.
  • Je neemt een deel van het uitvoerende schrijfwerk voor je  rekening, op basis van het beleidsplan 2021-2025.
  • Je neemt deel aan denkmomenten en vergaderingen omtrent de strategie van CATAPA voor 2026-2030, en bereidt deze ook mee voor waar nodig.

Functieprofiel
We zijn ons ervan bewust dat functieprofielen lang kunnen zijn en dat niet elke sollicitant aan alle criteria hoeft te voldoen. We moedigen je aan om te solliciteren, zelfs als je niet 100% aan de
genoemde punten voldoet. We verwelkomen sollicitaties van ondervertegenwoordigde achtergronden en identiteiten.

  • Je hebt aantoonbare ervaring in beleidsplanning in de sector van het sociaal-cultureel volwassenwerk.
  • Je hebt affiniteit met en kennis van de grondstoffenproblematiek.
  • Je staat achter de missie en visie van CATAPA.
  • Je werkt graag samen met mensen. Je bent sociaal vaardig, luistert graag naar wat er leeft in een vrijwilligersbeweging.
  • Je bent flexibel en stressbestendig.
  • Je bent proactief en kan zelfstandig aan de slag.
  • Je werkt planmatig en gestructureerd.
  • Je spreekt en schrijft vlot in het Nederlands en hebt minstens een basiskennis van het Engels.
  • Ervaring binnen CATAPA is een grote meerwaarde.

Wij bieden

  • Een 40% VTE met contract voor 4 maanden. Tewerkstelling is desgewenst ook mogelijk onder een contract occasionele prestatie.
  • Een aangename werksfeer in een klein zelf-georganiseerd team met collega’s en vele vrijwilligers.
  • Werkplaats in Gent aan het Sint-Pietersstation.
  • Verloning volgens sectorbarema PC329.01, B1b.
  • Fietsvergoeding voor woon-werkverkeer.
  • Mogelijkheid tot thuiswerk voor bepaalde taken.

Solliciteren kan tot 20 augustus om 23h59 door een motivatiebrief en CV naar Koen Vanderschelden (bestuurslid) door te sturen: koen.vanderschelden@catapa.be.

Indien er vragen zijn over de vacature, mail dan naar koerian.verbesselt@catapa.be.

Als je geselecteerd wordt, word je uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dat doorgaat in de week van 26 augustus.
CATAPA maakt werk van diversiteit, inclusiviteit en gelijke kansen.

Indiensttreding
Voorzien vanaf 2 september 2024

Het recht om ‘nee’ te zeggen – van Ecuador tot België

CATAPA verwelkomde eind februari 2023 activistes Danila Andagoya (Red de Jóvenes del Chocó Andino) en Nathalia Bonilla (Acción Ecológica) onder het motto: het recht om ‘nee’ te zeggen van Ecuador tot België. Beide activisten strijden in het district Quito tegen mijnbouwprojecten in hun woongebied en tegen de schadelijke gevolgen van multinationale mijnbouwbedrijven voor hun gemeenschappen en het milieu. Twee weken lang deelden Danila en Nathalia hun ervaringen over de strijd tegen mijnbouw.

Zowel Danila, Nathalia als Vlaamse activisten focusten ook op de oplossingen: het recht om ‘ja’ te zeggen. Hoe kunnen we onze maatschappij bewegen naar een toekomst zonder mijnbouw en ongeremde economische groei.

Tientallen Catapistas waren betrokken bij het organiseren van verschillende evenementen om het jaarlijkse gastsprekersbezoek tot een succes te maken.

Samen met Gent Fair Trade verwelkomden we Danila en Nathalia tijdens een kick-off-evenement. Daar kwamen vele geïnteresseerde Catapistas bijleren over Danila en Nathalia’s werk door met hen in gesprek te gaan.

Het weekend daarop bereiden Nathalia en Danila de aankomende evenementen en vergadering voor met een aantal Catapistas. Daarnaast leerden ze meer bij over de Gentse cultuur en architectuur. Het weekend werd afgesloten met een internationaal activistendialoog bij de Pandemisten in het Vredeshuis.

Op maandag 27 februari vergaderden we met leden van de EEB (European Environmental Bureau) en de internationale Right To Say No-coalitie. Daarna volgde een ontmoeting met de VN-rapporteur voor de bescherming van milieuverdedigers, Michael Forst. Een zeer relevante bijeenkomst waarin Danila en Nathalia persoonlijk konden vertellen over de realiteit waarin milieuverdedigers in Ecuador leven.

Daarna volgde een netwerkevenement met de Global Right To Say No-coalitie, waar verdedigers en activisten uit verschillende gebieden zich verenigden. De dag werd afgesloten met het evenement Putting Rights First in the Green Transition – Due Diligence, Environmental Justice and the Right to Say No, dat werd gehouden in het Europees Parlement. Tijdens dit evenement konden activisten uit Ecuador, Brazilië, Zweden, Indonesië en Chili aan Europarlementariërs de gevolgen en impact van de extractieve industrieën op de rechten, het land en het milieu van inheemse volkeren wereldwijd toelichten.

De week werd voortgezet met verschillende evenementen in Brussel, Gent en Antwerpen, en een dialoogtafel met tal van organisaties die deel uitmaken van het Platform België en Latijns-Amerika en de Caraïben, dat wordt gecoördineerd door 11.11.11.

Om de samenhang tussen de strijd van de Belgische en de Ecuadoraanse gemeenschappen aan te tonen, organiseerden we het evenement: Van Ecuador tot Gent: naar een wereld zonder mijnbouw. Op die vrijdagavond leerden vele Gentenaars hoe we ons kunnen organiseren om samen te werken aan een wereld waar mijnbouw niet meer nodig is.

We kiezen samen voor een maatschappelijke beweging: weg met ongeremde economische groei en de grondstoffenkoorts die daarmee samenhangt. We zeggen ‘ja’ tegen een andere samenleving, samen met heel wat andere lokale activisten zoals de sprekers op dit evenement van de Transformisten, de degrowth-beweging en ecofeministisch activist en gemeenschapsbouwer Philsan Osman.

Op uitnodiging van les DoMineurs bezochten een aantal Captapistas, Danila en Nathalia Plombières, in een regio vol mijnbouwgeschiedenis. De gevolgen daarvan voor het gebied zijn nog steeds zichtbaar, daarnaast doemen er opnieuw plannen op voor nieuwe mijnen. Daar verzetten les DoMineurs zich tegen.

Ter ere van de internationale strijddag voor de rechten van vrouwen organiseerden we een rondetafelgesprek met Danila en Nathalia, samen met de Guatemalteekse activiste Susana López. Tijdens dit gesprek deelden vrouwelijke kameraden uit Ecuador en Guatemala hun ervaringen met betrekking tot hun recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouwprojecten, maar ook de persoonlijke en professionele situaties waarin het systeem ‘nee’ tegen hen zegt. Situaties van discriminatie en seksisme waartegen we moeten blijven vechten om ze te veranderen.

Het laatste publieke evenement was in Brugge samen met het Masereelfonds. De vele geïnteresseerden konden van Danila leren hoe je deel kunt uitmaken van een beweging die “ja” zegt tegen degrowth en je gemeenschap zelf organiseren en “nee” tegen mijnbouw.

Op 8 maart bezochten we BOS+ en wisselde Danila haar kennis over bosbescherming uit met een aantal medewerkers van BOS+. Daarnaast was er een rondleiding door het Aelmoeseneiebos (Gontrode), waar Danila kennismaakte met bosbeheer in de Belgische context en haar ervaringen deelde over hoe de gemeenschappen het bos van Chocó beschermen.

Later die dag namen een aantal Catapistas deel aan de mars voor de internationale strijddag voor de rechten van vrouwen. Danila vertegenwoordigde in het bijzonder de vrouwen die hun grondgebied verdedigen.

CATAPA is dankbaar voor de energie en kennis die Nathalia en Danila hebben gedeeld tijdens de vele evenementen die werden georganiseerd. Deze twee weken zijn ook mogelijk gemaakt dankzij de deelname van talrijke Catapistas en organisaties die hebben samengewerkt om de impact van deze campagne te vergroten. Dankzij hen zullen alsmaar meer Vlaamse burgers samen kiezen voor het recht om ‘nee’ te zeggen én het daarbijhorende recht om ‘ja’ te zeggen.

Het recht om 'nee' te zeggen, van Ecuador tot België

Danila: ons werk in België was een heel mooie ervaring, waarin ik voor verschillende doelgroepen het werk kon delen dat ik samen met mijn organisatie “Red de Jóvenes del Chocó Andino” in ons gebied realiseer. Het verhaal van het verzet van mijn gemeenschap die al meer dan 30 jaar wordt bedreigd door het extractivisme en mijn eigen ervaring met het leven en werken in dit gebied dat ik als mijn thuis beschouw.

Het waren weken vol activiteiten waarin ik de gelegenheid had om prachtige mensen te ontmoeten die vanuit hun verschillende plaatsen en posities strijden tegen het extractivisme, de aantasting van de natuur en de vernietiging van datgene wat bestaat in de bedreigde gebieden. Strijden voor een alternatief.

Voor mij was het belangrijk om bekend te maken wat we in mijn gemeenschap meemaken, omdat we vaak het gevoel hebben dat er niet naar ons wordt geluisterd, dat we alleen staan in de verdediging van onze gebieden en dat we zo ver verwijderd zijn van andere werkelijkheden. Onder het mom van een groene transitie willen ze ons van onze gebieden wegvagen om al onze natuurlijke rijkdommen, die wij elke dag beschermen, weg te nemen. Het was belangrijk om de steun van andere mensen te voelen, om te voelen dat ze aandachtig naar ons luisteren en zich zorgen maken over wat er met ons gebeurt en om banden te smeden en om samen te werken. Dit geeft ons troost en kracht om door te gaan.

Ik ben CATAPA en alle mensen die heel hard hebben gewerkt om dit mogelijk te maken, heel dankbaar dat zij ons kennis hebben laten maken met plaatsen met veel (vaak inspirerende) geschiedenis, cultuur en bossen. Maar ik ben vooral dankbaar dat zij ons thuis hebben laten voelen. Ik feliciteer hen ook voor het aanbrengen van de echte stemmen van de gebieden die bedreigd worden door het extractivisme. Van deze ervaring neem ik zeer aangename herinneringen mee, vriendschappen, kennis en de hoop dat we werken aan een betere planeet voor onze toekomstige generaties.

Voor mij was de “Speaker Tour” een zeer positieve ervaring, waarbij ik de gelegenheid heb gehad een deel van de Belgische samenleving bewust te maken over de gevolgen die mijnbouw heeft op inheemse volkeren en vrouwen, boeren en Afro-Ecuadorianen. Ik zou ook de nadruk willen leggen op het lobbywerk dat in het Europees Parlement is verricht, aangezien de discussie over due diligence voor Europese bedrijven positieve effecten zou kunnen hebben in Latijns-Amerikaanse landen.

Anderzijds zijn ook het debat en het standpunt over het recht om ‘nee’ te zeggen uiterst belangrijk, omdat dit het recht omvat op vrije en geïnformeerde voorafgaande raadpleging en respect voor de beslissing van de volkeren om destructieve winningsactiviteiten te weigeren die natuur, ecosystemen en samenlevingen op hun grondgebied zouden vernietigen.

Het recht om ‘nee’ te zeggen tegen extractivisme (voor mineralen, maar ook olie of agro-industrie) betekent tegelijkertijd een ‘ja’ voor het leven dat al bestaat, voor hun eigen economieën, voor lokale manieren om goed te leven, voor voedselsoevereiniteit, voor hun eigen culturen waar voorouderlijke wijsheid bestaat die nog onbekend is voor westerse samenlevingen.

Op vrijdag 24 februari kwamen CATAPA-vrijwilligers samen om Ecuadoriaanse activistes Nathalia Bonilla en Danila Andagoya te verwelkomen. Tijdens een gezellige en inspirerende avond in Gent ontdekten de Catapistas de verhalen van Danila en Nathalia over hun strijd tegen mijnbouw rond de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito. Danila en Nathalia strijden, elk op hun manier, elke dag voor het recht om ‘nee’ te zeggen.

Hun verzet tegen mijnbouwprojecten in hun gemeenschap en binnen hun organisaties lijkt misschien ver van ons bed, maar dat is het niet. De ongeremde consumptie van onder andere elektronica, de groene transitie, individuele elektrische mobiliteit: onze bewuste en onbewuste keuzes als samenleving hebben wereldwijd gevolgen.

Catapistas geloven dat wij ook het recht hebben om ‘nee’ te zeggen tegen ongeremde economische groei en ons huidig economisch model. Het recht om nee te zeggen is altijd verboden aan een ‘ja’. We zeggen, samen met heel wat andere bewegingen en burgers, ‘ja’ tegen een andere manier om onze samenleving te organiseren.

Door Catapista Robin

Wat kunnen Gentse en Vlaamse activisten leren van een strijd tegen mijnbouw in Quito, Ecuador? Daar kwamen we op zondag 26 februari achter bij de Pandemisten in het Vredeshuis. Tijdens deze interactieve workshop brainstormden we over ons werk als actvisiten en het belang van actievoeren, deelden we technieken en good practices en vonden we inspiratie in elkaars drijfveren en doorzettingsvermorgen.

Nathalia en Danila deelden hun verhaal over de strijd in Quito, waar ze er in geslaagd zijn om de overheid te verplichten een referendum te organiseren over mijnbouw in de regio. Hun mobilisatie, organisatie en werk van lange adem bracht vele verhalen naar boven van activisten hier in Belgie, en hun voorbereidingen voor acties en campagnes.

Wat specifiek naar boven kwam, van de Europese activisten (er waren ook mensen van Duitsland, Slowakije en Turkije) was dat veerkrachtigheid gemeenschap, feest en levensgenot vergt. Een strijd kan je enkel aangaan als je elkaar steunt, en humor en uitgelatenheid zijn van tijd tot tijd nodig om niet de hoop te verliezen in wat vaak een David versus Goliath strijd is.

Elk van ons had een eigen achtergrond, insteek en verhaal. Een zeer diverse groep om mee in gesprek te gaan, maar één ding was toch duidelijk: activisme, voor een betere, eerlijkere, groenere, gelijkere wereld is een werk van lange adem en ene strijd die we allen delen. Onze verhalen vertellen, wat goed ging, wat fout ging, hoe het beter kan, en hoe je altijd inspiratie en hoop vindt om voort te gaan – dat is wat we die avond vonden met elkaar. Van Gent naar Quito, en terug.

Door Catapista Robin

Op donderdag 2 maart vond een gespreksavond plaats in de Campus Boekentoren van de UGent. Geïnteresseerde Gentenaars en studenten kwamen er luisteren naar Nathalia Bonilla van Acción Ecológica, een organisatie in Ecuador die betrokken is in de Quito Sin Mineria campagne.

Nathalia bracht de boodschap dat het recht om ‘nee’ te zeggen tegen mijnbouwprojecten een recht is om ‘ja’ te zeggen tegen het leven en de natuur. Het is belangrijk om gemeenschappen te beschermen tegen extractivisme, omdat dit hen vaak ongezonder, armer en met minder hulpbronnen achterlaat.

Onze honger naar grondstoffen wordt gevoed door onze levensstijl en ons geloof dat een groene transitie nog steeds meer consumptie kan verdragen. Dit drijft de expansie van mijnbouwprojecten, waarvan de kosten vaak worden gedragen door degenen die er geen vruchten van plukken. Meer doen met minder en weten wat genoeg is, wordt daarom een sleutelonderwerp in de weg naar een rechtvaardige transitie. Hergebruik, delen, repareren en circulariteit spelen hierin een grote rol, zowel bij dagelijkse elektronica als mobiliteit.

Er kwamen veel interessante vragen uit de zaal: Hoe hebben jullie een referendum voor elkaar gekregen? Hoeveel mensen hebben jullie gemobiliseerd? Het engagement, de gedrevenheid en het doorzettingsvermogen van onze Ecuadoriaanse activist inspireerde menig luisterend oor.

Onze strijden staan niet los van elkaar: wat in Ecuador gebeurt, heeft een impact op ons, en omgekeerd. Nu de EU de deur op een kier zet voor grootschalige mijnbouwprojecten in Europa, is het des te belangrijker om deze globale strijd voor rechtvaardigheid te versterken en te verbinden. Te leren, te delen, en te leren delen. Een strijd voor een wereld zonder extractivisme.

Door Xander, begin maart kersvers stagair die volop kennismaakt met CATAPA

Op dinsdagavond 7 maart was ik op de gespreksavond met Danila in Brugge, georganiseerd door CATAPA in samenwerking met De Snuffel en het Masereelfonds. Het Masereelfonds (vernoemd naar kunstenaar Frans Masereel) is een progressief cultuurfonds dat vanuit een kritische hoek naar de huidige samenleving kijkt. 

Het was de eerste keer dat ik een evenement van CATAPA kon bijwonen en ik vond de setting zeer geslaagd. Het publiek zat tussen verschillende kunstwerken en beelden waardoor de verhalen van Hanne en Danila een extra dimensie kregen. 

Het was de eerste keer dat ik de schrijnende verhalen van Danila live heb gehoord. Ik had haar verhaal al gelezen maar het eens horen met haar eigen woorden en ervaringen voelde toch anders, het was veel pakkender en aangrijpender op deze manier. Vaak zijn de gevolgen van mijnbouw een ‘ver-van-mijn-bed-show’ vind ik, maar door de manier waarop Danila haar verhaal bracht, vol passie en ingetogenheid, voelde het alsof je er ook zelf bij bent geweest. Op deze manier ontstond er bij mij ook een extra motivatie om haar (maar ook andere bewegingen) te helpen en te ondersteunen tegen dit onrecht.

IV Nationale Bijeenkomst van Communautaire Milieuwaarnemers in Peru

Vorige week, 22-24 maart, hebben verschillende milieubewakingscomités van GRUFIDES deelgenomen aan “El IV Encuentro Nacional de Vigilantes y Monitores Ambientales Comunitarios” in Ayacucho, samen met comités uit de regio’s La Libertad, Pasco, Junín, Ayacucho, Chosica-Lima, Apurímac, Cusco, Moquegua en Puno.

Het doel was onze capaciteiten te versterken en ervaringen uit te wisselen over watercontrole in door mijnbouwprojecten getroffen gebieden. De delegatie van Cajamarca was verreweg de grootste aanwezige op de bijeenkomst.

Op Wereldwaterdag bezochten we de gemeenschap van Santa Fe in de provincie Cangallo in de bergen van Ayacucho, op ongeveer 4.500 m hoogte. In een krachtig vertoon van hoop en verzet tegen de vernietigende gevolgen van grootschalige mijnbouw voor onze gemeenschappen, brachten regio’s uit heel Peru een offer aan het meer en zongen zij protestliederen.

Rivier die langs de gemeenschap van Sante Fe stroomt, waarbij de comités uit verschillende regio’s verschillende tests uitvoerden om de kwaliteit van het water te controleren. Foto Copyright: CATAPA

Daarna oefenden we verschillende methoden van watercontrole langs een stuk van de rivier die langs de gemeenschap van Santa Fe stroomt. 

Hoewel uit de resultaten bleek dat de rivier schoon is en geschikt voor consumptie, bleek tijdens de bijeenkomst dat het hele gebied Sante Fe in concessie is gegeven aan het mijnbouwbedrijf BHP, zonder medeweten van de lokale gemeenschap. Volgens CooperAction is 27,8% van de hele regio Ayacucho in concessie gegeven aan mijnbouwbedrijven, waaronder minstens 16% van de provincie Cangallo, waar Santa Fe ligt. 

Kaart van mijnbouwconcessies, regio Ayacucho, 2022. Foto Copyright: CooperAction, 2022.

Tijdens de volgende dagen planden we acties voor het komende jaar en bespraken we maatregelen om onze beweging op nationaal en regionaal niveau van Cajamarca te escaleren en te versterken om “Ja tegen Water” en “Nee tegen Mijnbouw” te zeggen.

Ook de huidige politieke crisis werd besproken, met name in verband met de mijnbouw. Volgens Jaime Borda van Red Muqui hebben de eerste 100 dagen van Dina Boluarte een reactivering van de mijnbouwindustrie te zien gegeven, met de dreiging dat verlaten mijnbouwprojecten zoals Conga gereactiveerd zouden kunnen worden. 

In het licht hiervan hebben de aanwezige vertegenwoordigers een gezamenlijke verklaring afgelegd met verschillende eisen, waaronder een veroordeling van de moord op 49 demonstranten door de politie en het leger, de wettelijke erkenning van het werk van de watercontrolecomités, het aftreden van Dina Boluarte, het uitschrijven van nieuwe verkiezingen en het opstarten van het proces voor een nieuwe grondwet met de actieve deelname van inheemse volkeren en sociale organisaties. De volledige verklaring kunt u hier lezen.

Stap voor stap, via initiatieven zoals de comités voor toezicht op het water, leren wij als gemeenschappen die te maken hebben met mijnbouw meer over onze rivieren, en hoe we ze kunnen verzorgen en beschermen. 

Wij zijn waterverdedigers, hoeders van het geschenk dat ons leven geeft. Staatsinstellingen moeten dit respecteren en erkennen, en met ons samenwerken om onze watervoorraden te beschermen voor de komende generaties. 

Geschreven door Connor Cashell, CATAPA Global Engagement Officer Peru en vrijwilliger voor GRUFIDES.

Bibliografie: 

Black Friday: protest tegen ‘geplande veroudering’

Op Black Friday, het symbool van onze consumptiecultuur, organiseerden we samen met Nerdlab een actie tegen ‘geplande veroudering’ op de Kouter in Gent.

Door smartphones en laptops zo te ontwerpen en te produceren dat ze snel stuk gaan én moeilijk herstelbaar zijn, worden consumenten verplicht om een nieuw toestel te kopen. Geplande veroudering heet dat. Met de onthulling van een kunstinstallatie uit e-waste (elektronisch afval) in het kader van onze CTRL ALT DEL-campagne klaagden we die strategie aan.

Expres defect en Black Friday

De timing van de actie was niet toevallig: de populariteit van Black Friday is een logische reactie op geplande veroudering. Wie naar de ontelbare promoties kijkt, ziet vooral elektronica: smartphones, laptops, printers,… Dat zijn niet toevallig toestellen die door geplande veroudering sneller kapot gaan en ook nog eens moeilijk herstelbaar zijn. Dat zorgt voor frustraties bij consumenten en is natuurlijk een goede motivator om een nieuw toestel te kopen. Tijdens de actie gaf CATAPA de kans aan consumenten om hun eigen ervaringen en frustraties te delen.

geplande veroudering klacht ophangen
ewasteful installatie black friday 2
ewasteful installatie black friday 1

Herbeleef de ludieke onthulling door onze CEO voor één dag of bekijk de AVS-reportage

Welkom allemaal,

We komen hier vandaag samen om iets wonderbaarlijks te vieren: de creatie van onze (e)wasteful installation. En dat op de hoogdag van consumptie, op Black Friday.

Maandenlang hebben we met de beste experten op deze wereld nagedacht over het design van ons nieuwe product. We hebben gewikt en gewogen. Uitgetest en herdacht. Mensen uitgeperst en nul innovaties gedaan waarop u zat te wachten. Totdat we tot het optimale resultaat kwamen: na twee jaar al kapot! Een nieuw hoogtepunt voor ons bedrijf. U kan hier de prachtige uitkomst zien: onze (e)wasteful installation. 

Deze machine representeert geplande veroudering. Geplande veroudering wil zeggen dat we bewust producten maken die we zo ineenzetten dat ze het vroegtijdig begeven, zonder dat u daarvan weet. Maar we zijn ook de slechtste niet hoor, want u kan op Black Friday van onze kortingen genieten en zo gewoon een nieuw toestel te kopen! Zoals u kan zien, put de machine de aarde langzaam uit, terwijl het kapotte elektronica creëert en zorgt voor een groeiende berg van e-waste. Dat maken de video’s van onze topillustrator Camilla Del Fabro nog wat extra duidelijk.

Het is daarom de perfecte visualisatie van ons lineair economisch model, waarin producten stuk gaan en met kleine kansen op recyclage en reparatie pardoes op de afvalberg terecht komen. Zo kunnen we meer consumptie stimuleren en de winst van onze bedrijven alsmaar doen groeien. Hoera voor de slimme aandeelhouders, hoera voor de eerlijke winst! 

Wetgeving die geplande veroudering aan banden legt ontbreekt, gelukkig voor ons, op Vlaams, Federaal en Europees niveau. Daarom willen wij ook onze politici bedanken om ons harde lobbywerk te verzilveren en onze defecte producten op de markt toe te laten! Producten die helaas wel de aarde uitputten, alsook mensenrechten schenden en heel veel afval/e-waste creëren. Maar dat is niet ons probleem, vandaag is het feest!

We zijn wel een beetje inconsequent geweest met dit product: bij de bouw van deze installatie hebben we geen mensenrechten geschonden en de volledige installatie werd gemaakt van e-waste. Misschien is dit wel voor herhaling vatbaar!

Heel erg bedankt aan iedereen, de Nerdlabbers en de Catapistas, die betrokken waren in dit proces. Laten we dan nu de machine officieel inhuldigen. Kunnen de experten even naar voren komen om de draad door te knippen?

Tijd voor applaus & (aangelengde) bubbels

Bekijk de AVS-reportage

Speakers Tour Student Event Ku Leuven

Speaker’s Tour Studentenevenement – Burgerraad: Extractivisme en KULeuven

Speaker’s Tour Studentenevenement – Burgerraad: Extractivisme en KULeuven

We eten geen goud, we drinken geen olie.

(Rosas Duran Carrera, KULeuven Studenten Evenement)

Tijdens de Sprekerstour van dit jaar organiseerde CATAPA verschillende evenementen op studentencampussen in heel Vlaanderen. Op maandag 7 maart reisde Rosas naar de KULeuven om een treffende getuigenis af te leggen over de impact van verschillende mijnbouwprojecten op zijn gemeenschap en hun collectieve verzet.

In de tweede helft van het evenement werden de studenten uitgedaagd om de banden tussen het extractivisme en hun universiteit in vraag te stellen. Zo werkt het SIM2 Instituut van de KULeuven aan recyclage en aan ‘milieuvriendelijke’ extractie van materialen en mineralen. Het instituut werkt samen met verschillende ontginningsbedrijven, zoals Nyrstar en Umicore, met een geschiedenis van milieu- en mensenrechtenschendingen en banden met het Belgisch kolonialisme.

Speakers Tour Student Event Ku Leuven

Het enthousiasme in de zaal was groot. Studenten brainstormden over verschillende strategieën over hoe we collectief actie konden ondernemen om de KULeuven te dwingen af te stappen van mijnbouw en meer transparantie te bieden. Daarna planden we een volgende bijeenkomst om deze ideeën om te zetten in een concrete campagne.

Dit evenement was onderdeel van de Speaker’s Tour 2022.

Geschreven door catapista Connor Cashell.

Bronnen:

KULeuven Institute for Sustainable Metals and Minerals (2022) Industrial Sounding Board,
Available at: https://kuleuven.sim2.be/industrial-sounding-board/
[Accessed 22 March 2022]. 
 
KULeuven Institute for Sustainable Metals and Minerals (2022) Mission and Vision.
Available at: https://kuleuven.sim2.be/mission-vision/
[Accessed 22 March 2022].
 
Sanderson, Henry (2019) ‘Congo, child labour and your electric car’, Financial Times, July 7 2019.
Available at: https://www.ft.com/content/c6909812-9ce4-11e9-9c06-a4640c9feebb
[Accessed 23 March 2022]. 
 
Shepherd, Tony (2021) ‘In the shadow of Port Pirie’s lead smelter,
parents fight a losing battle against contamination’, Guardian, 3 September 2021.
Available at: https://www.theguardian.com/australia-news/2021/sep/04/
[Accessed 23 March 2022].
tin supply chain part I

De Supply Chain van Tin – Miniserie, Part I

Het monitoren van de tinmijnen in Bolivia

Since autumn 2020, CATAPA vzw has been partnering up with Electronics Watch – an independent monitoring organisation with experts in human rights and global supply chains – and CISEP – Centro de Investigación y Servico Popular, a local Bolivian non-profit organization – to start monitoring tin mining cooperatives in the department of Oruro, Bolivia. This project was funded by Bread for All (BfA). This work is part of a bigger project organised by CATAPA’s Bolivia Working Group: investigating the tin supply chain, from raw material to end product.

Today we are presenting the first part of this research focussed on important findings related to working conditions and human rights (violations) in the Bolivian tin mines. Later on we will also present the findings related to the Bolivian smelters, the import of tin into the EU and the presence of tin in the electronics sector.

Belangrijkste bevindingen

Infographic tin monitoring project Landscape Banner (3)

Uit de interviews met de mijnwerkers van de coöperaties blijkt dat:

  • Mijnwerkers moeten soms onder 70m diepte werken (gerelateerde problemen: minder zuurstof, longziekten, silicose) zonder persoonlijke bescherming
  • De lonen worden dagelijks berekend, maar kunnen na verloop van tijd vaster worden (afhankelijk van de goodwill van de chef)
  • Coöperatieve mijnwerkers worden betaald op basis van de gewonnen hoeveelheid mineraal, de lonen zijn zeer ontransparant (vaak slechts 1% van de brutowaarde van de productie, wat zeer laag is)
  • De mijnwerkers werken lange uren, meestal 6 dagen per week. Sommigen werken 12 tot 16 uur per dag
  • Er is een grote ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers: vrouwen worden veel minder betaald omdat zij meestal werk krijgen buiten de mijngangen (omdat wordt geloofd dat het ongeluk brengt als vrouwen de mijnen betreden). Daar zoeken ze naar waarde tussen het weggegooide erts
  • Preventiesystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk zijn bijna onbestaand
  • Er is geen toegang tot drinkwater op de werkplek

Meer details over de resultaten en de achtergrond van het monitoringproject vindt u verderop op deze pagina. 

CISEP_Mineral extraction galleries
CISEP_Mineral extraction galleries
CISEP_Heavy machinery, in operation and without adequate protection, lack of physical spacers
CISEP_Heavy machinery, in operation and without adequate protection, lack of physical spacers

Conclusies en toekomstige stappen

Juridisch gezien lijkt het erop dat de Boliviaanse nationale wetten niet worden overtreden, maar eerder worden omzeild, aangezien de werknemers van de coöperatie juridisch gezien zelf hun eigen werkgevers zijn. CISEP en Electronics Watch zijn van plan aan dit project te blijven werken, uiteindelijk met het doel bij te dragen tot betere lonen en gezondheids- en veiligheidsomstandigheden voor de arbeiders. In de volgende stappen zullen de mijnwerkers van de coöperatie onder meer worden opgeleid in het belang van preventie en het gebruik van beschermende uitrusting.

Dit is DEEL I van onze miniserie over het monitoringsproject van de toeleveringsketen van tin. Wat gebeurt er met het tinerts als het eenmaal gewonnen is? Hou ons in de gaten voor deel II en III: de bevindingen over de Boliviaanse smelterijen en onder welke omstandigheden tin in de EU wordt ingevoerd en later, hoe en wanneer het in de elektronicasector terechtkomt.

CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)

Meer details en achtergrond bij het monitoringproject in de tinmijnen

Tussen mei en september 2021 werden 20 enquêtes en 13 interviews afgenomen. Het merendeel van de ondervraagde werknemers van de coöperatieve mijnen waren mannelijk, jonger dan 28 jaar en van Quechua-afkomst. Dit profiel is ook het meest voorkomende, hoewel er ook vrouwen werken, een aantal van hen werd ook geïnterviewd. De enquêtes en interviews vonden plaats op de werkplek of op het terrein en duurden ongeveer 30 minuten tot 1 of 2 uur. Er werd vooral gevraagd naar de volgende onderwerpen: vorm van inkomen, verloning, gezondheid en veiligheid, mogelijke vormen van intimidatie op het werk (ook wat betreft geslacht), productie en werktijden.

Ook belangrijk om weten: het grootste deel van de monitoring vond plaats tijdens de Coronapandemie, waardoor een meer constante en ononderbroken monitoring onmogelijk was omdat mensen buiten de exploitatie minder welkom waren in het mijnkamp om wille van de COVID19 maatregelen. Het onderzoek kan ook beperkt zijn door de angst van sommige van de ondervraagden om bepaalde onderwerpen aan te snijden, zoals bijvoorbeeld milieukwesties.

De meeste arbeiders zijn zelfstandigen. Dit betekent dat de mijnwerkers niet beschikken over beschermende en technische uitrusting, noch over gezondheids- en veiligheidsvoorzieningen op het werk, wat hun werk gevaarlijk en ongezond maakt.

De mijnbouwcoöperaties

Het coöperatieve systeem is in Bolivia in de praktijk een systeem van  arbeids”flexibiliteit”, waardoor de arbeidskosten binnen de interne toeleveringsketen worden verlaagd. Hoewel de coöperatiewet bepaalt dat men verplicht is de sociale wetten (zoals de algemene arbeidswet) na te leven, geldt dit eigenlijk alleen wanneer er sprake is van een werknemer/werkgever-relatie.

In werkelijkheid is dit meestal niet het geval: de coöperatieve structuur beperkt zich tot het zijn van een collectieve beheersorganisatie voor de aan- en verkoop van mineralen, het beheer van de sociale zekerheid en de toegang tot metaalrijke terreinen die eigendom zijn van de staat. In feite zijn de meeste werknemers in het coöperatieve mijngebied dus zelfstandige leden van de coöperatie (werkgever-werknemer).

De gevolgen van dit zelfstandig ondernemerschap zijn dat de mijnwerkers geen beschermende en technische uitrusting krijgen, noch veiligheid en gezondheid op het werk, wat, samen met het gebrek aan beschermingssystemen op de werkplek, hun werk gevaarlijk en ongezond maakt. De ploegen van mijnwerkers moeten zelf voor hun persoonlijke beschermingsmiddelen zorgen: zij kopen hun werkgereedschap, zij betalen voor het gebruik van de concentratie-installatie en de machines, zij betalen voor de basisdiensten en voor de administratieve diensten die door het bestuur van de coöperatie worden verleend.

Ook investeringen in nieuwe technologie zijn zeer beperkt en onderhoudsdiensten zijn praktisch onbestaande, hoewel er een mechanische werkplaats is om onderdelen van essentiële apparatuur te vervangen. Daar komt nog bij dat door dit beheersmodel van het mijnbouwcoöperatiesysteem in Bolivia een gelijke verloning van alle leden niet is gegarandeerd.

Arbeidsovereenkomsten voor Leerlingen

De mensen die in de concentratiefabriek werken (in plaats van die in de mijngangen) krijgen een nationaal basissalaris uitbetaald: ongeveer 300 US-dollar, hoewel het niet zeker is of dit overeenkomt met het minimum dat nodig is om van te leven, aangezien volgens de ondervraagden de kosten van levensonderhoud ongeveer 430 US-dollar bedragen. Desondanks past de coöperatie de berekening van een minimumloon niet eens toe op al haar werknemers, maar alleen op coöperatieleden die niet in de mijn kunnen werken vanwege hun tijdelijke verplichting in specifieke functies (directeuren of commissarissen) en de mogelijke toekomstige geassocieerde werknemers die op proef werken.

Enerzijds is er geen enkele garantie dat het ontvangen loon de minimumbehoeften dekt, noch is er enige controle dat het aantal uren per week minder dan 48 uur bedraagt, aangezien de coöperatie niet optreedt als werkgever, maar veeleer als administratief beheerder van de zelfstandige arbeid van haar leden.

Er is ook een grote ongelijkheid tussen coöperatieleden en niet-coöperatieleden op proef (er moet minimaal 1 jaar extern worden gewerkt voordat men het aanbod krijgt om lid te worden van de mijnbouwcoöperatie) . Als je volgens dit “leerling”-systeem werkt, krijg je het nationale minimumloon voor 8 uur werk, maar je krijgt geen toeslag voor overwerk of voor werken op zon- of feestdagen, en het is niet mogelijk na te gaan of de ziektekostenverzekering door de coöperatie wordt betaald.

Positief aan dit leerling-systeem is dat de werktijden van de proefarbeiders worden gecontroleerd en gereguleerd, terwijl de coöperatieleden werken in een systeem van zelfuitbuiting. Anderzijds is het wel mogelijk dat er overtredingen zijn met de leercontracten en dat er een onofficieel systeem van arbeidsintimidatie bestaat door de leden van de coöperatie tijdens het proefjaar.

Het inkomen van de mijnwerkers hangt volledig van geluk af: of ze vinden genoeg metaalrijke ertsen of ze vinden er geen.*

De lonen voor deze arbeiders worden dagelijks berekend. Ze kunnen vaster worden na een eerste proeftijd, maar dit hangt af van de bereidwilligheid van de persoon die de leiding heeft over die nieuwe arbeider. Mijnwerkers worden betaald op basis van de hoeveelheid mineraal die ze vinden, dus het inkomen van de mijnwerkers hangt volledig af van geluk: of ze vinden genoeg metaalrijke ertsen of ze vinden er geen*. Ook het inkomstenniveau is zeer ondoorzichtig: vaak ligt het rond 1% van de brutowaarde van de productie op de internationale markt, wat zeer laag is.

Onzekerheid van betaling en overwerk

Er is geen transparant systeem dat een gelijke beloning onder de coöperatieve arbeiders garandeert, vooral wanneer de productie aan de concentratie-installatie wordt geleverd namens de leider van een mijnwerkersploeg. Deze leider wordt verondersteld de waarde gelijk te verdelen onder zijn/haar ploeg, maar er is geen bewijs dat dit zonder discriminatie gebeurt. Het “crew” systeem heeft nog een ander nadeel: omdat de crew zichzelf managed, worden de mechanismen voor conflictbeslechting binnen de crew afgehandeld. Alleen als de zaken ernstig zijn (wat ook subjectief is), gaan ze naar de directie of toezichtsraad, één van de twee officiële hogere organen in de coöperaties, samen met de Raad van Bestuur.

De werktijden zijn extreem lang voor (potentiële) aangeslotenen en er bestaat een risico van onvrijwillig overwerk voor iedereen: omdat er geen controle is op de werkroosters, bestaat het gevaar van overwerk en overuren.

Ze werken meestal 6 dagen per week. Volgens de enquête zegt 91% wel eens 7 dagen per week te hebben gewerkt … 33% zegt 10 uur te werken en 16% zegt 12 uur per dag te werken. Aangezien niemand controleert of de werknemers boven hun limiet werken, zouden de werkuren zelfs langer dan 16 uur kunnen duren.

Sommigen van hen beweren dat zij, gezien de hoge prijs van mineralen, soms 16 en 24 uur onafgebroken hebben gewerkt, uit “hun eigen wil”. Maar aangezien deze “wil” gekoppeld is aan het genereren van meer inkomsten, zou je kunnen stellen dat het niet noodzakelijk “hun eigen wil” is, maar eerder “gedwongen” uit noodzaak. In de enquête zei 1 persoon dat hij niet vrijwillig werkt, maar dat de noodzaak hem ertoe dwingt.

Blijkbaar is er ook een recente verplichting om minstens 15 dagen/maand te werken (deze verplichting is gekoppeld aan het quotum van de overeenkomst die zij hebben met de plaatselijke handelsmaatschappij die hun erts afneemt), en als ze dit niet doen, krijgen ze een sanctie opgelegd.

Naast deze inconsistenties is er een grote ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Vrouwen worden veel minder betaald. 50% van de respondenten geeft aan dat vrouwen en mannen niet gelijk worden behandeld op de werkplek. Vrouwen krijgen meestal werk buiten de mijngangen, omdat wordt geloofd dat het ongeluk brengt als vrouwen de mijnen betreden.

De vrouwen die betrokken zijn bij de coöperatieve mijnbouwactiviteiten in Oruro zijn meestal oudere weduwen die hun man verloren hebben in de mijnen of bij aanverwante activiteiten, ofwel jonge meisjes of alleenstaande moeders met kinderen. Hun actieve deelname is beperkt, omdat van oudsher wordt geloofd dat hun aanwezigheid in de mijn ongeluk brengt. Daarom werken zij voornamelijk buiten, waar zij afgedankte ertsblokken uit elkaar halen op zoek naar minerale resten. Of ze werken op andere terreinen met minder mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien. Bij de verkoop zijn het vooral de vrouwen die worden bedrogen en een oneerlijke prijs krijgen. Veel vrouwen werken op informele basis, zelfs buiten het kader van de coöperatie, zodat zij geen ziektekostenverzekering of pensioenfonds hebben. Bovendien zorgen zij over het algemeen voor het gezin en dragen daardoor bijna altijd een dubbele last.*

CISEP_Concentrated mineral leaching into waters without environmental measures
CISEP_Concentrated mineral leaching into waters without environmental measures
CISEP_Acidic waters and tailings dam without safety borders
CISEP_Acidic waters and tailings dam without safety borders

Arbeidsomstandigheden: Gezondheid en veiligheid

Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat de mijnwerkers soms zonder persoonlijke bescherming werken, zelfs wanneer zij onder 70 meter diepte werken, aangezien dat laagste niveau door de coöperatie als geheel wordt geëxploiteerd. Het maakt deel uit van de collectieve bijdrage voor de coöperatie, los van hun traditionele mijnwerkerssysteem. Zij moeten bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van de coöperatie door hun eigen werk ten minste 3 dagen per maand in deze nieuwe diepe galerij te verrichten. Het is dus niet alleen onveilig en ongezond om daar te werken, maar zij voelen zich ook gedwongen door het management van de coöperatie om daar extra te werken.

Die diepte is kritiek omdat er minder O2 is en er een hoger risico is op onder meer longziekten en silicose. Zoals gezegd moeten ze daar minimaal 3 keer per maand werken: als ze 2 keer missen worden ze gestraft en als ze een 3e keer missen verliezen ze hun aansluitingsdocument (het bewijs van bijdrage aan de coöperatie) en moeten ze de coöperatie verlaten. Dit niveau is enkel toegankelijk via een lift zonder nooduitgang.

De ondervraagden wijzen erop dat er geen veiligheidsplan is en dat er bijna geen preventiesystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk bestaan, waarschijnlijk door een gebrek aan middelen van het management. Er zijn wel veiligheids- en gezondheidsfunctionarissen, maar hun functies houden verband met het beheer van ongevallen en latere gebeurtenissen, niet met het voorkomen daarvan.

Bij een fysieke controle blijkt dat de concentratie constructies meer dan 50 jaar oud zijn en dat er geen behoorlijke bewegwijzering en ventilatie is. In het algemeen zijn er bijna geen risico- en gevaarsignalisatie in de mijn, of ze zijn in voortdurende staat van verval en er is geen plan voor de vervanging van deze signalisatie.

Het werk in de mijn is buitengewoon koud en vochtig. Er is geen toegang tot drinkwater op de werkplek. Elke arbeider neemt zijn eigen water mee voor het dagelijkse werk. Meer dan 75% van de ondervraagden zegt dat zij voortdurend moeten staan, soms wel 6 of zelfs 12 uur. 3/4 merken ook op dat zij worden blootgesteld aan sterke trillingen als gevolg van het boren en drillen in rotsen en dat zij zware machines moeten gebruiken.

Het boren van rotsen in de mijn wordt niet gecontroleerd: het zou met water moeten gebeuren om de vorming van opvliegend mineraal stof te voorkomen, maar er is geen watersysteem dat alle locaties bereikt, waarschijnlijk ook wegens de daarmee gepaard gaande investeringskosten. 74% beweert te zijn blootgesteld aan gassen en stof afkomstig van het opblazen van rotsen.

CISEP_Entrance to galleries in wells without ergonomic conditions or emergency exits.
CISEP_Entrance to galleries in wells without ergonomic conditions or emergency exits.
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)

Als gevolg van deze omstandigheden hebben sommige mijnwerkers silicose (een vorm van longziekte die wordt veroorzaakt door het inademen van stof** als gevolg van het gebrek aan water bij het boren in de mijn), reuma (als gevolg van een te hoge vochtigheidsgraad in de mijn) en hoofdtumoren (als gevolg van schuivende rotsen in de mijn, door een gebrek aan versterking van de galerij-infrastructuur) gekregen.

91% zegt dat er niet goed wordt omgegaan met chemische stoffen en meer dan 83% beweert dat er een voortdurende blootstelling is aan onbeschermde giftige stoffen zoals xanthaat en arseen en dat zij zijn blootgesteld aan dampen uit de ondergrond, bijvoorbeeld die welke worden geproduceerd door de diesel mijnwagens. Het gebrek aan ventilatiesystemen genereert veel verbrandingsrook die, volgens een van de ondervraagden, vooral de “oudere” mijnwerkers treft.

66% van de mijnwerkers klaagt over problemen met de veiligheid op het werk. Aangezien iedereen zijn eigen persoonlijke beschermingsmiddelen koopt, is er geen sprake van industriële veiligheid en is deze niet gewaarborgd. In de beschrijving van de persoonlijke beschermingsmiddelen beschrijven allen het gebruik van gehoorbeschermers, ademhalingsapparatuur (maar zonder voortdurende vervanging van de filters en beperkt tot het boren van het gesteente) en hoofd- en voetbescherming, maar niemand heeft het over het gebruik van rugbeschermers. Dit is vooral belangrijk omdat de mijnkarretjes alleen in de hoofdgangen aanwezig zijn en zij vanuit de onderaardse gangen het erts op hun rug moeten verplaatsen in (rug)zakken met een gewicht van ongeveer 40 kilo. Er zijn bewijzen dat zij tot 30 minuten moeten lopen met dit gewicht op hun rug.

In de mijnen zijn er geen toiletten of systemen om uitwerpselen te verwijderen, daarom is het niet toegestaan zich in de mijn te ontlasten, daarvoor moeten zij wachten tot de ploegenwisseling (7-13, 14-19).

Daar komt nog bij dat de mijnwerkers geen duidelijke en zichtbare informatie hebben over hun rechten binnen de coöperatie: zij krijgen geen introductie, zij ontberen informatie over hun ziektekostenverzekering en zij worden slecht behandeld door het openbare gezondheidsstelsel, zij worden niet opgeleid in het hanteren van gereedschappen noch krijgen zij houdingsonderwijs, zij worden niet geleerd persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken, enzovoort.

Binnenkort deel II van onze miniserie

Dit is DEEL I van onze miniserie over het toezicht op de toeleveringsketen van tin. Wat gebeurt er als het tin eenmaal gewonnen is? Hou ons in de gaten en lees binnenkort meer over de bevindingen in de Boliviaanse smelterijen en onder welke omstandigheden tin in de EU wordt ingevoerd en later, hoe en wanneer het in de elektronicasector terechtkomt.

Referenties:

‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

Een warm nest, een eigen auto en de nieuwste smartphone; velen onder ons zijn een luxeleventje gewoon. Om in al die behoeftes te blijven voorzien, moeten we een energietransitie doorvoeren. De veelgeprezen ‘green deal’ zet de deuren open voor groene alternatieven zoals elektrische wagens en zonnepanelen. Maar zijn die alternatieven echt zo groen en onze behoeften echt zo onontbeerlijk?  

Volgens de actiegroep YLNM (Yes to Life, no to Mining) alvast niet. Ze brachten onlangs een persbericht “On the frontlines of lithium extraction” uit waarin ze aan de alarmbel trekken. Ze hekelen vooral de drastische uitbreiding van de mijnbouw in naam van groene energie. Mijnbouw staat gelijk aan de schending van mensenrechten en de vernietiging van cruciale ecosystemen. Allesbehalve groen dus.

“De EU moet wakker worden en een hoofddoel stellen om het materiaalgebruik met twee derde te verminderen, zodat de Europese Green Deal niet de zoveelste voetnoot wordt in de geschiedenis van de vernietiging van de planeet.”, zegt Meadhbh Bolger van Friends of the Earth Europe.

Europa 

De EU moet de winning van natuurlijke hulpbronnen met 65% verminderen. Dat hebben Friends of the Earth Europe en het European Environmental Bureau (EEB) in een recente studie “‘Green mining’ is a myth” gepubliceerd. Europa gebruikt momenteel al een buitenproportioneel groot deel van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen. De materiële voetafdruk van de EU bedraagt momenteel zelfs 14,5 ton per hoofd, ongeveer het dubbele van wat als een duurzame en rechtvaardige grens wordt beschouwd, en veel meer dan het mondiale gemiddelde. 

Ondanks die hallucinante cijfers, gaat de Europese Green Deal alleen nog maar verder in de ontginning van mijnbouw. Het gebruik van individuele elektrische auto’s is absoluut geen oplossing. Zo zal de vraag naar lithium in de EU door batterijen, voor elektrische auto’s bijvoorbeeld, naar verwachting met bijna 6000% stijgen tegen 2050.

Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Loze beloftes 

De mijnindustrie is vaak in handen van multinationals die zich te weinig bekommeren om de rechten van de lokale bevolking. Een inheemse vrouw verklaart in de video van de YLNM persconferentie: “Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Inheemse volkeren geven vaak het voorbeeld van een duurzame levensstijl. Toch worden net die gemeenschappen en omgevingen opgegeven, en nog wel in naam van de groene energie. In veel gevallen worden lithium projecten namelijk opgedrongen aan de lokale gemeenschappen. Er is geen sprake van transparantie of democratische beslissing. De mijnindustrie is verweven met de lokale politiek en krijgt vaak de steun van lokale politici. Bovendien krijgen ze soms de steun van internationale ontwikkelingsorganisaties om ‘groene mijnbouw’ te promoten.  Maar ‘groene mijnbouw’ bestaat niet.

Water is meer waard dan lithium 

Naast het schenden van mensenrechten, vernietigt de mijnbouw ook ecosystemen.  De winning en verwerking van Lithium brengen permanente en onherroepelijke schade toe aan watersystemen. De mijnen tasten niet alleen de waterlopen en de waterkwaliteit aan, ze versnipperen ook het landschap waardoor duurzamere vormen van levensonderhoud zoals landbouw en toerisme bijna geen kans meer krijgen. Zo is de Atacama-woestijn in Chili geleidelijk haar laatste watervoorraden aan het verliezen door de gevolgen van lithiumwinning. Chili beschikt over de helft van de lithiumreserves ter wereld en bijna de hele export wordt momenteel gewonnen uit de Atacama-woestijn, de droogste plaats ter wereld.

Nood aan gedragsverandering 

Dat zijn schrijnende vaststellingen. Toch stellen de actiegroepen een aantal concrete alternatieven voor om de mijnbouw zoveel mogelijk in te perken en de toekomstige schade te beperken. 

Een drastische verandering in onze gewoontes en onze consumptie is daarbij cruciaal. De vraag naar energie en materiaal moet fors dalen. Dat kan door maximaal in te zetten op openbaar vervoer, alternatieven te voorzien voor persoonlijke wagens en meer aandacht te besteden aan de herstelling, het hergebruik en het recycleren van batterijen en andere producten. 

Daarnaast is het belangrijk om de lokale gemeenschappen objectief te informeren over de gevolgen van mijnbouw. Het spreekt voor zich dat de bevolking dan ook het recht moet hebben om nee te zeggen als ze niet akkoord gaat met het project.  

Klimaatverandering zou aangepakt moeten worden vanuit een holistisch en milieurechtvaardig perspectief. Mijnbouw is destructief, niet alleen op ecologisch vlak, maar ook op menselijk vlak. Die elementen moeten erkend worden en het beleid moet die op een zinvolle manier aanpakken. 

Tenslotte moet er een einde komen aan de straffeloosheid van de bedrijven. Bindende verdragen moeten het bedrijfsleven en de mensenrechten verbeteren. Wanneer ze niet nageleefd worden, moeten er sancties volgen. Om dat te garanderen is een zinvolle regelgeving voor milieu en sociale bescherming nodig. 

We moeten er ons dus van bewust zijn dat die ‘groene’ benaderingen van de Europese Green Deal vaak worden voorgesteld als innovaties, maar in werkelijkheid vertegenwoordigen zij destructieve modellen die een onrechtvaardige en ongelijke transitie in de hand werken. Zo ver mogen we het niet laten komen!  

Artikel geschreven door Catapista Helena Spriet

Foto’s door Sebastian Pichler via Unsplash

Yanacocha mine, Cajamarca, Peru (© Maxime Degroote - CATAPA)

Het Vlaamse klimaatplan zal de planeet niet vooruithelpen.

Het Vlaamse klimaatplan zal de planeet niet vooruithelpen.

Gisteren kwam de Vlaamse regering met nieuwe klimaatmaatregelen op de proppen. Hierin ligt de focus op twee zaken: Vlamingen zullen aangemoedigd worden om hun woningen te isoleren en ze zullen binnenkort enkel nog maar nieuwe elektrische wagens kunnen kopen. Los van het feit dat het plan voornamelijk focust op de consument (en niet op de vervuilende industrieën) is er nog iets wat ons zorgen baart: waar gaan we de materialen vandaan halen om al die elektrische wagens te produceren? Welke impact hebben ze op onze planeet?

Yanacocha mine, Cajamarca, Peru (© Maxime Degroote - CATAPA)
Yanacocha mine, Cajamarca, Peru (© Maxime Degroote - CATAPA)

Om batterijen te ontwikkelen voor elektrische wagens zijn er heel wat (kritieke) metalen nodig (o.a. kobalt en lithium). Deze metalen worden voornamelijk ontgonnen in het globale Zuiden, in grootschalige mijnbouwprojecten. Voor zij die ooit al beelden gezien hebben van een ‘open pit-mijn’, het soort mijnbouw dat veelal gebruikt wordt om die metalen te delven, is het moeilijk om zich voor te stellen dat nog meer van dit soort activiteiten kan bijdragen tot een groenere planeet.

Mijnbouw is een belangrijke oorzaak van grootschalige vervuiling en bijbehorende ellende voor de naburige bevolking. De toegang tot water en land wordt in gevaar gebracht voor de gemeenschappen die in de nabijheid van een mijn wonen. De projecten gaan daarenboven vaak gepaard met conflict en criminalisering van sociale leiders en milieubeschermers. Onze ‘groene’ wagens zorgen voor milieuproblemen bij gemeenschappen waar ze in eerste instantie niet eens de mogelijkheid  hebben om diezelfde wagens aan te kopen.

Ook op globaal niveau, zijn de effecten niet te onderschatten. Volgens het rapport van het International Resource Panel uit 2019 zijn tussen 2000 en 2015 de effecten van de winning en productie van metalen op de klimaatverandering en de gezondheid ongeveer verdubbeld. Mijnbouw en metallurgie zijn nu al goed voor 20% van alle gezondheidseffecten van luchtverontreiniging en meer dan een kwart van de mondiale koolstofemissies.

Onze jacht naar kostbare metalen is verantwoordelijk voor het vernielen van hele ecosystemen, waar wij als mens van afhankelijk zijn. Zolang de strijd tegen de klimaatverandering in het teken staat van het op peil houden van de huidige (Westerse) consumptie, kan die onmogelijk groen zijn. De nieuwe klimaatmaatregelen van de Vlaamse regering liggen helaas helemaal in lijn met het naïeve (neo)liberale gedachtegoed dat onze economieën moeten blijven groeien. We moeten ons consumptieniveau op peil houden, wagens en andere goederen blijven aankopen. En als het kan, ieder jaar liefst nog een beetje meer. Dit consumptiegerichte groeidenken gaat echter gepaard met sociale en ecologische catastrofes. Streven naar economische groei op een eindige planeet is absurd. 

In Vlaanderen zullen we met deze maatregelen inderdaad minder CO2 uitstoten, maar we vergeten de uitstoot en ecologische impact in de landen waar de metalen ontgonnen moeten worden. We vergeten dat anderen de dupe zullen zijn van onze ‘groene’ wagens, terwijl wij kunnen doorgaan met onze levens zoals ervoor en in de file zullen blijven staan. 

De switch van benzinewagens naar elektrische wagens is niet voldoende om toekomstige generaties van natuurrampen te besparen. We moeten streven naar systematische verandering en op zoek gaan naar manieren waarop we met z’n allen minder consumeren. Hoe kunnen we er als mens voor zorgen dat we in balans leven met de aarde? Dat moet de basis zijn van elke stap die we in de toekomst zetten. Investeringen in het openbaar vervoer en in deelsystemen zijn hier een belangrijk onderdeel van. Inzetten op het circulair gebruik van goederen en betere recyclage van metalen: ook daar in nog veel marge tot verbetering.

Het is goed dat de Vlaamse regering stappen zet om de klimaatverandering te stoppen. Maar daarvoor is een radicale verandering in denken en reductie van consumptie- en productiepatronen nodig. Daar schieten de Vlaamse voorstellen ruimschoots tekort. Het Vlaamse klimaatplan is dus niet zo ambitieus als het lijkt. ‘We can not mine our way out of the climate crisis’, dixit Hal Rhoades. Dan maken we onze eigen put enkel dieper. 

Meer weten? Het recente “Mineralen voor Energietransitie“ rapport van 11.11.11 o.a. in samenwerking met CATAPA, toont overtuigend aan dat we een nieuwe grondstoffenrush, in het licht van een ‘groene’ energietransitie, ten allen tijde moeten vermijden.

Neem deel aan de gratis escaperoom Re-Connect!

Neem deel aan de gratis escaperoom Re-Connect!

Wilde je altijd al een escaperoom doen, maar kwam je er nog niet toe? Verzot op je smartphone, maar weet je niet wat er in zit? Doe dan mee aan de gratis escaperoom Re-Connect. Maak indruk op je vrienden door hen te snel af te zijn, los onze leuke puzzels en raadsels op en vind om ter eerst de tips om jezelf te bevrijden. Zo kom je op een speelse manier meer te weten over de impact van je smartphone op mens en milieu.

Escaperoom-ReConnect -Bos plus Catapa

Er zijn 3 escaperooms beschikbaar. In elke room speel je met min. 4 en max. 8 personen. Van  16 oktober tem 27 november  bevindt de escape game zich op de CINOCO-site, Pierre Van Humbeekstraat 5, Sint-Jans-Molenbeek (Brussel). Inschrijven is verplicht! Reserveren kan via deze link

Een groep Catapistas nam trouwens reeds deel en zette een recordtijd neer! Kan jij beter? 😉 

Escaperoom-ReConnect -Bos plus Catapa

Waarom dit project? 

De gemiddelde smartphone doet 2,5 jaar dienst. De helft van de jongeren voelt zich verslaafd aan zijn smartphone. Die smartphone zit bovendien vol materialen waarvoor mijnbouw nodig is. Verontrustende cijfers, want mijnbouw is één van de 4 grootste drijvers van ontbossing. Lees hier waarom.

De toeleveringsketen van onze elektronica zorgt daarnaast ook voor heel wat andere milieu- en sociale problemen. In een smartphone zitten zo’n 62 mineralen en metalen verwerkt. Verschillende daarvan worden ontgonnen in kwetsbare gebieden, met zware gevolgen voor mens en milieu: vervuiling door chemische stoffen en zware metalen, ontbossing, verlies van landbouwgrond en biodiversiteit, schending van mensenrechten en criminalisering. De ICT-sector veroorzaakt daarnaast bijna 4% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.

Dus wil jij graag meer te weten komen over de impact van onze elektronica op mens en milieu? Aan de hand van raadsels ontdekken welke mineralen er in jouw smartphone zitten, waar deze ontgonnen worden en wie hiervan de gevolgen draagt? 

Aarzel dan niet en schrijf je zo snel mogelijk in en probeer de recordtijd te verbeteren! Succes!

reconnect-escaperoom_broei-3

Onder leiding van BOS+ sloegen CATAPA en De Transformisten de handen in elkaar voor de creatie van deze escaperoom, gekaderd binnen het Re-Connect project. Voor de ontwikkeling ervan werd er beroep gedaan op #ANTcollectief.

Cajamarca Art and Unity

Kunst en Eenheid in Cajamarca

Kunst en Eenheid in Cajamarca

“Wat als we zouden zingen?”, vraagt ze terwijl ze een papiertje met wat gekrabbelde songteksten uit haar zak haalt. Ze is een van de Defensoras de la Vida y la Pacha Mama uit Cajamarca. We zitten midden in onze laatste workshop over burgerjournalistiek en mensenrechten en we kletsen wat terwijl de lunch wordt opgediend. “Wat als we zouden zingen?

En we zingen. Niet alleen om de wachttijd te doden, maar om onze boodschap over te brengen, om dichterbij elkaar te komen. Snel komen de deelnemers van de workshop bijeen, ze bekijken samen de teksten, en ze zingen. Over de prachtige meren van Cajamarca, over de mijnbouwprojecten die ze verwoesten, over hun verzet, hun strijd en het nooit opgeven.

Mijn moeder en ik schreven dit lied toen we protesteerden tegen Conga”, vertelt de vrouw, “we zongen het in de straten, we zongen het overal. En het is nog steeds accuraat.

Mensenrechten

Het lied werd de rode draad tijdens de rest van onze workshop. We waren samengekomen in een trainingssessie georganiseerd door onze partnerorganisatie Grufides in Cajamarca, Peru, samen met Chaikuni in Iquitos, als onderdeel van een project gefinancierd door de provincie Oost-Vlaanderen. Het project richt zich op de empowerment van rurale en inheemse vrouwen voor de verdediging van fundamentele en collectieve rechten in socio-ecologische conflicten in deze beide regio’s.

Een groot en belangrijk onderdeel van dit project bestaat uit het organiseren van trainingssessies over twee hoofdthema’s: mensenrechten en burgerjournalistiek.

De eerste sessie informeert over mensenrechten met het idee dat “je je rechten niet kunt verdedigen als je ze niet kent”. Daarom werken we sinds anderhalf jaar met mensen, vooral vrouwen, uit verschillende gemeenschappen in Cajamarca rond verschillende thema’s: mensenrechten, milieurechten, geweld tegen vrouwen, interculturele gezondheid enzovoort.

Samenkomen om te praten over ervaringen in verschillende gemeenschappen is van groot belang. Het helpt om te weten dat mensen in andere regio’s met soortgelijke problemen kampen, om de uitkomst van soortgelijke strijd te horen en om te weten dat andere gemeenschappen je steunen in deze strijd om je rechten te verdedigen.

Burgerjournalistiek

Het tweede onderwerp waar we tijdens deze trainingssessies aan werken is burgerjournalistiek. Hoe kunnen deze gemeenschappen ervoor zorgen dat de rest van de wereld weet wat ze doormaken? Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is van de zaken waarvoor ze strijden?

Journalistiek en communicatiemiddelen zijn belangrijke instrumenten om de schending van collectieve en fundamentele rechten in deze gemeenschappen aan te pakken. De dag van vandaag is journalistiek één van de krachtigste middelen om iemands’ rechten te verdedigen.

Daarom richten we ons tijdens deze sessies op het maken van video’s, foto’s, het schrijven van notities, het maken van radioprogramma’s en radiospots. We leren over storytelling, hoe we sociale media en hashtags kunnen gebruiken en belangrijker nog: we doen dit samen.

Onze focus tijdens de laatste paar sessies was om te werken aan een regionale en nationale campagne tussen de verschillende gemeenschappen die betrokken zijn bij dit project. De deelnemers bedachten zelf doelen voor deze campagne, met hun doelgroep in het achterhoofd, en tijdens deze laatste sessie bedachten ze ook hun strategie.

Kunst als strategie

De deelnemers besloten zich voor deze eerste campagne te concentreren op drie specifieke gevallen en kwamen met vier verschillende strategieën om hun publiek te bereiken: een video, waarin we een “voor” en “na” met betrekking tot de mijnbouwprojecten in hun regio konden laten zien, een studie over de waterkwaliteit, een sleutelfiguur die hun verhaal vanuit hun eigen perspectief kan vertellen en niet te vergeten: kunst.

We kunnen schilderen. We kunnen muurschilderingen maken in heel Cajamarca, in heel Peru. We kunnen zingen, we kunnen meer liedjes schrijven, zoals het liedje dat we net zongen. We kunnen poëzie gebruiken. We kunnen theater maken. We zijn allemaal creatief, we hebben allemaal capaciteiten. En we kunnen kunst gebruiken als onze strategie.

De ideeën over hoe we kunst in onze campagne konden gebruiken, bleven stromen. “Toen Máxima Acuña in de internationale pers haar verhaal moest vertellen, deed ze dat niet. Ze zong het. En dat was zoveel krachtiger, het bracht zoveel emoties over. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk,” zei iemand, “wij kunnen dit ook doen. Onze verhalen zijn ook krachtig. Ze hoeven alleen maar gehoord te worden.”

Om deze sessie af te sluiten, vroegen we de deelnemers wat ze hadden geleerd. “Dat we samen sterker staan”, zei iemand. “Dat we onze kunst kunnen gebruiken om de wereld onze realiteit te laten zien”, voegde iemand eraan toe. Kunst en eenheid. Dat is wat we vandaag hebben geleerd. Kunst en eenheid. We zullen samen opstaan en zingen. En onze stemmen zullen gehoord worden.