‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

Een warm nest, een eigen auto en de nieuwste smartphone; velen onder ons zijn een luxeleventje gewoon. Om in al die behoeftes te blijven voorzien, moeten we een energietransitie doorvoeren. De veelgeprezen ‘green deal’ zet de deuren open voor groene alternatieven zoals elektrische wagens en zonnepanelen. Maar zijn die alternatieven echt zo groen en onze behoeften echt zo onontbeerlijk?  

Volgens de actiegroep YLNM (Yes to Life, no to Mining) alvast niet. Ze brachten onlangs een persbericht “On the frontlines of lithium extraction” uit waarin ze aan de alarmbel trekken. Ze hekelen vooral de drastische uitbreiding van de mijnbouw in naam van groene energie. Mijnbouw staat gelijk aan de schending van mensenrechten en de vernietiging van cruciale ecosystemen. Allesbehalve groen dus.

“De EU moet wakker worden en een hoofddoel stellen om het materiaalgebruik met twee derde te verminderen, zodat de Europese Green Deal niet de zoveelste voetnoot wordt in de geschiedenis van de vernietiging van de planeet.”, zegt Meadhbh Bolger van Friends of the Earth Europe.

Europa 

De EU moet de winning van natuurlijke hulpbronnen met 65% verminderen. Dat hebben Friends of the Earth Europe en het European Environmental Bureau (EEB) in een recente studie “‘Green mining’ is a myth” gepubliceerd. Europa gebruikt momenteel al een buitenproportioneel groot deel van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen. De materiële voetafdruk van de EU bedraagt momenteel zelfs 14,5 ton per hoofd, ongeveer het dubbele van wat als een duurzame en rechtvaardige grens wordt beschouwd, en veel meer dan het mondiale gemiddelde. 

Ondanks die hallucinante cijfers, gaat de Europese Green Deal alleen nog maar verder in de ontginning van mijnbouw. Het gebruik van individuele elektrische auto’s is absoluut geen oplossing. Zo zal de vraag naar lithium in de EU door batterijen, voor elektrische auto’s bijvoorbeeld, naar verwachting met bijna 6000% stijgen tegen 2050.

Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Loze beloftes 

De mijnindustrie is vaak in handen van multinationals die zich te weinig bekommeren om de rechten van de lokale bevolking. Een inheemse vrouw verklaart in de video van de YLNM persconferentie: “Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Inheemse volkeren geven vaak het voorbeeld van een duurzame levensstijl. Toch worden net die gemeenschappen en omgevingen opgegeven, en nog wel in naam van de groene energie. In veel gevallen worden lithium projecten namelijk opgedrongen aan de lokale gemeenschappen. Er is geen sprake van transparantie of democratische beslissing. De mijnindustrie is verweven met de lokale politiek en krijgt vaak de steun van lokale politici. Bovendien krijgen ze soms de steun van internationale ontwikkelingsorganisaties om ‘groene mijnbouw’ te promoten.  Maar ‘groene mijnbouw’ bestaat niet.

Water is meer waard dan lithium 

Naast het schenden van mensenrechten, vernietigt de mijnbouw ook ecosystemen.  De winning en verwerking van Lithium brengen permanente en onherroepelijke schade toe aan watersystemen. De mijnen tasten niet alleen de waterlopen en de waterkwaliteit aan, ze versnipperen ook het landschap waardoor duurzamere vormen van levensonderhoud zoals landbouw en toerisme bijna geen kans meer krijgen. Zo is de Atacama-woestijn in Chili geleidelijk haar laatste watervoorraden aan het verliezen door de gevolgen van lithiumwinning. Chili beschikt over de helft van de lithiumreserves ter wereld en bijna de hele export wordt momenteel gewonnen uit de Atacama-woestijn, de droogste plaats ter wereld.

Nood aan gedragsverandering 

Dat zijn schrijnende vaststellingen. Toch stellen de actiegroepen een aantal concrete alternatieven voor om de mijnbouw zoveel mogelijk in te perken en de toekomstige schade te beperken. 

Een drastische verandering in onze gewoontes en onze consumptie is daarbij cruciaal. De vraag naar energie en materiaal moet fors dalen. Dat kan door maximaal in te zetten op openbaar vervoer, alternatieven te voorzien voor persoonlijke wagens en meer aandacht te besteden aan de herstelling, het hergebruik en het recycleren van batterijen en andere producten. 

Daarnaast is het belangrijk om de lokale gemeenschappen objectief te informeren over de gevolgen van mijnbouw. Het spreekt voor zich dat de bevolking dan ook het recht moet hebben om nee te zeggen als ze niet akkoord gaat met het project.  

Klimaatverandering zou aangepakt moeten worden vanuit een holistisch en milieurechtvaardig perspectief. Mijnbouw is destructief, niet alleen op ecologisch vlak, maar ook op menselijk vlak. Die elementen moeten erkend worden en het beleid moet die op een zinvolle manier aanpakken. 

Tenslotte moet er een einde komen aan de straffeloosheid van de bedrijven. Bindende verdragen moeten het bedrijfsleven en de mensenrechten verbeteren. Wanneer ze niet nageleefd worden, moeten er sancties volgen. Om dat te garanderen is een zinvolle regelgeving voor milieu en sociale bescherming nodig. 

We moeten er ons dus van bewust zijn dat die ‘groene’ benaderingen van de Europese Green Deal vaak worden voorgesteld als innovaties, maar in werkelijkheid vertegenwoordigen zij destructieve modellen die een onrechtvaardige en ongelijke transitie in de hand werken. Zo ver mogen we het niet laten komen!  

Artikel geschreven door Catapista Helena Spriet

Foto’s door Sebastian Pichler via Unsplash

Yanacocha mijn Peru

Hoe mijnbouw niet bijdraagt tot de groene transitie

Hoe mijnbouw niet bijdraagt tot de groene transitie

David Huylebroeck, Kim Claes & Charlotte Christiaens

15.05.2021

 

In het artikel van 6 mei in De Standaard werd toelichting gegeven over het recente rapport van het Internationale Energie Agentschap (IEA). In dat rapport staat dat er dringend grote investeringen nodig zijn in mijnbouw om de groene transitie mogelijk te maken.

Dit is wat men noemt een antithese. In dit geval zit de tegenstelling in ‘meer mijnbouw’ en ‘groene transitie’. Voor zij die ooit al beelden gezien hebben van een ‘open pit-mijn’, het soort mijnbouw dat veelal gebruikt wordt om de mineralen te delven, is het moeilijk om zich voor te stellen dat nog meer van dit soort activiteiten kan bijdragen tot de groene transitie.

 Laten we onszelf niets wijsmaken: er is niets groen aan de ‘transitie’ zoals het IEA en vele anderen die voor ogen hebben.

Yanacocha mine, Cajamarca, Peru
Yanacocha mine, Cajamarca, Peru (© Maxime Degroote - CATAPA)

Mijnbouw is een belangrijke oorzaak van grootschalige vervuiling en bijbehorende ellende voor de naburige bevolking. De toegang tot water en land wordt in gevaar gebracht voor de gemeenschappen die in de nabijheid van een mijn wonen. De projecten gaan daarenboven vaak gepaard met conflict en criminalisering van sociale leiders en milieubeschermers.

Ook op globaal niveau, zijn de effecten niet te onderschatten. Volgens het rapport van het International Resource Panel uit 2019 zijn tussen 2000 en 2015 de effecten van de winning en productie van metalen op de klimaatverandering en de gezondheid ongeveer verdubbeld. Mijnbouw en metallurgie zijn nu al goed voor 20% van alle gezondheidseffecten van luchtverontreiniging en meer dan een kwart van de mondiale koolstofemissies. 

Onze jacht naar kostbare mineralen is verantwoordelijk voor het vernielen van hele ecosystemen, waar wij als mens van afhankelijk zijn. Laten we onszelf niets wijsmaken: er is niets groen aan de ‘transitie’ zoals het IEA en vele anderen die voor ogen hebben.

Zolang de transitie in het teken staat van meer produceren en meer energieverbruik om de huidige (Westerse) consumptie op peil te houden, kan die onmogelijk groen zijn.

Om naar een echte volwaardige ‘groene transitie’ te gaan, zullen we het over een andere boeg moeten gooien. Zolang de transitie in het teken staat van meer produceren en meer energieverbruik om de huidige (Westerse) consumptie op peil te houden, kan die onmogelijk groen zijn. Juist daar wringt het schoentje. Richtinggevende kaders zoals de Europese Green Deal, zijn er nog steeds op gericht dat onze economieën moeten blijven groeien. Maar voor wie zijn de vruchten van die groei dan bestemd? En wat als het nastreven van economische groei gepaard gaat met sociale en ecologische catastrofes? Slechts door deze twee eenvoudige vragen te stellen is het duidelijk dat oneindige groei betwijfelbaar is. Dat is niet enkel het gedachtengoed binnen onze organisatie CATAPA, maar ook experten zoals Kate Raworth (Oxford University), Tim Jackson (University of Surrey), Jason Hickel (London School of Economics) of Brent Bleys (Universiteit van Gent) – om er maar enkele te noemen- zijn van mening dat eindeloze groei op een eindige planeet absurd is. Laten we ons daarbij nadenken over “genoeg”. In België consumeren we vandaag 3,5 keer meer goederen dan onze grootouders in 1960.

Er moet vooral een shift komen in ons denken. Na een jaar van pandemie weet iedereen hoe belangrijk natuur is voor ons welzijn. Hoe kunnen we er als mens voor zorgen dat we in balans leven met de Aarde? Dat moet de basis zijn van elke stap die we in de toekomst zetten. Het rapport van het IEA toont pijnlijk aan hoe sterk we opgesloten zitten in ons huidig ‘groei’denkkader.

In België consumeren we vandaag 3,5 keer meer goederen dan onze grootouders in 1960.

Het streven naar groei levert meer verlies dan winst op en leidt tot schade, ongelijkheid en conflicten. Door los te komen van het groeimantra, kunnen we een betere samenleving opbouwen waarin het welzijn van iedereen centraal staat. Waarin er gezocht wordt naar de moeilijke balans waarbij planetaire grenzen en sociale rechten gerespecteerd worden. We leven nu in de illusie dat we die transitie kunnen maken door wat bij te sleutelen in de marge Als we allemaal overstappen van een diesel- naar een elektrische wagen, zal de klimaatproblematiek niet opgelost zijn. Inzetten op circulair gebruik van goederen en betere recyclage van mineralen zijn belangrijk, maar ontoereikend.

Laten we voor een echte groene én sociale transitie gaan. Daarbij hebben we net niet ‘meer mijnbouw’ nodig die het levensonderhoud van mensen in gevaar brengt, fragiele ecosystemen vernietigt en massale C02-uitstoot veroorzaakt. We can not mine our way out of the climate crisis.’, dixit Hal Rhoades. Dan maken we onze eigen put enkel dieper.

Meer weten? Het recente “Mineralen voor Energietransitie“ rapport van 11.11.11 o.a. in samenwerking met CATAPA, toont overtuigend aan dat we een nieuwe grondstoffenrush, in het licht van een ‘groene’ energietransitie, ten allen tijde moeten vermijden.

The End of Naïve Europe,The Rise of Green Imperialism

Image: CRM deposits EU-27 (2020). Source: European Commission’s M(2020) 474 final.

ARTICLE:

Re-published from: Vázquez Ruiz, A. 2020. “Op-Ed: The End of Naïve Europe, The Rise of Green Imperialism.” Commodity Frontiers 1: 56-59. doi:10.18174/cf.2020a17975.

The End of Naïve Europe,The Rise of Green Imperialism

Author: Alberto Vázquez Ruiz

On 29 September 2020, the European Commission officially launched the European Raw Materials Alliance (ERMA), a publicly supported “industrial alliance dedicated to securing a sustainable supply of raw materials in Europe”. In other words, firing the starting pistol of public funding for the race to explore and extract mineral deposits outside the European Union and especially within its borders.

Until now, the EU had only been financing mining and metallurgical private companies under the pretext of technological innovation and market competition. Since the launch of Horizon 2020 in 2014, the Commission has been assembling the institutional tools (e.g. EIT Raw Materials, the Partnership Instrument) allowing to finance private technology developments inside the EU for exploration, exploitation and metallurgy. Horizon 2020 is finishing this year, but the instruments created remain and the technological excuse seems no longer needed.

The era of a naïve Europe that solely relies on soft power is behind us”. With these words, Commissioner for the Internal Market, Thierry Breton, announced earlier this month the “EU action plan for critical raw materials”, which is the EC’s strategy to face the consequences of the commercial war between the USA and China and to encourage EU nation states to focus on raw materials as part of a post-COVID19 ‘green’ recovery plan.

The pandemia has indeed created the perfect momentum to call for support for this industry. However, resource extraction and its processing together represent 90% of biodiversity loss and water stress in the world. Bad news, as many experts have already pointed to the relation between  the pandemia and biodiversity loss.

It is impossible for the EC to ignore last year’s report by the International Resources Panel (UNEP), which clearly warned humanity that metal extraction and production has doubled health and climate change impacts from 2000 to 2015 solely. And today, mining and metallurgy are representing already 20% of all health impacts from air pollution and more than a quarter of global carbon emissions. So why is the Commission actually making this change of course?

The shift in its position has been justified as the “access to resources is a strategic security question for making the green and digital transformations a success. Although the Commission claims to share the widespread will to combat climate change and to leave no person and no place behind in the process, the Commission also openly calls for an increased mining boom which will reinforce the pressing systemic problem facing people and planet.

While green technologies are based on energy sources which are renewable, their machines are not. Electricity generation based on solar, wind, tidal… generators rely on metals (many metals if you consider off-grid technologies). The planned transition without socio-economic restructuring towards schemes that push for drastic reduction in consumption of energy, will just move us from an energy matrix based on the extraction and combustion of fossil fuels towards a loop of increasing extraction and processing of metals for the manufacturing of metal-based solutions.

It could be argued that a society based on metal-based technologies is a sustainable scenario because we would be able to recycle these elements in the future, but the reality is very far from this. The IRP-UNEP also warned us that “only 18 metals have recycling rates higher than 50%. For the rare earths elements (REEs) needed in most green energy technologies, the recycling rate reaches just 1%.  What will happen in 30 years when the energy machines are already obsolete and fossil fuels are no longer efficient to be extracted? Mining, metallurgy and manufacturing industries are the biggest energy consumers. “What is happening today is nothing less than a massive PR campaign to sell the idea that mining is not only necessary but it can also be sustainable,” said Nick Meynen, Policy officer at the European Environmental Bureau (EEB).

While the EC’s Action Plan does recognise the need for improving recycling rates and the importance of reinforcing the circular economy, it lacks a coherent set of proposals that could tackle the reasons behind the low recycling rates and the slow implementation of a circular economy. There are no regulations for recyclability (yes, but more importantly there are no restrictions on production, so materials can be mixed in a way which make the products poorly recyclable, but cheaper – it is not a end-of-use technological issue), repairability (modularity in products and regulations to end the monopoly on spare parts production), reusability (plans on how to proceed with older machines). 

Breton recognises that the “post-war world architecture is faltering”, but the proposed treatment seems to be confusing the disease and the cure. His decision will accelerate the process, shaking the social foundations of our civilization even harder, instead of rebuilding our system by attacking the true causes of our current crisis. It can be seen both as a symptom of political negligence or as a part of a more complex agenda towards green imperialism.

Europe has expressed its aim to become the green energy superpower. However, the amount of minerals that the EC considers necessary for the future transition is extreme and the global metal demand already increased by 87% from 1980 to 2008. “Critical raw materials” (a techno-political rebranding of the elements the EC considers necessary today) are increasingly required for batteries in electric vehicles and off-grid generation and storage, among others. There is no way of getting that huge amount of resources without pushing social peace to its limits – also inside the EU.

“The transition to a low-carbon economy – and the minerals and metals required to make that shift – could affect fragility, conflict and violence dynamics in mineral-rich states”, reported the International Institute for Sustainable Development (IISD) in 2018. A similar and simpler analysis was made by the EEB that year: “More mining leads to more fighting. This is the reality that local communities and civil societies organisations are facing all around the world. Global Witness has even accounted mining as the main sector responsible for the killing of land and environmental defenders across the globe. This reality has been commonly associated with the Global South. Further evidence that the due diligence voluntary process, which is supported by the EU to guarantee responsible sourcing of metals, is far from useful in avoiding human rights violations.

Now, in the middle of the coronavirus crisis, Europe seeks to compensate its weaker commercial share, and to reinforce the aim to secure its supply,  with insourcing. Breton mentions that the Action Plan seeks to “protect our democracies against the menace of disinformation, but at the same time points out that the major barrier to develop the insourcing is a lack of “public acceptance” in the European society to allow new mining projects to start operating. Therefore, several EC financed research projects have been looking for increasing “public acceptance” for this sector in local communities across the Union affected by proposed and/or operating extractive projects.

There is still no democratic capacity to decide by local communities nor their municipalities on the mining projects that will drastically change their land and very possibly leave tonnes of mining waste landfilled in their towns waiting. The discourse of the EC is that there is a lack of understanding of the mining sector by local communities and that there is a need to educate the European society on the current reality of the mining sector (a false mantra by the sector is that the environmental issues of mining and metallurgy are a matter of the past). This discourse which mixes the real needs of our planet with the demand for resources caused by the Commission’s plans for an ominous EU Green Deal will lead down the path where destruction of the environment, land and societal configurations, is forced through for Europe’s future.

“By building, today, the foundations of tomorrow’s autonomy, our Continent has the opportunity to establish a set of rules, infrastructures and technologies that will make it a powerful Europe, without ostracism or discrimination”, states Breton. This sentence provides an insight into the future the Commission is implementing in Europe. A “powerful Europe” directed by the few privileged ones living in the “civilized world” of Europe’s main cities enjoying access to green energy, but an inequality nightmare for local communities worldwide which will be affected by the increasing environmental, social and political issues on which the Green Empire will rely. To prevent this upcoming reality, today many organisations state “We can’t mine our way out of the climate crisis.

You can find more articles from the Commodity Frontiers journal this op-ed was published in, here.

Profile

Alberto Vázquez Ruiz holds a MSc. in Conflict and Development (UGent, Belgium) and is specialized in topics related to mining and electronics. Since May 2018 he has been Project Coordinator at CATAPA (Belgium), researching on metal supply chains, on socio-environmental impacts of mining operations on local communities and on extractive waste in the EU.