Duizenden boeren zetten mijnbouwproject in Peru stop

Artikel geschreven door Maxime Degroote

Negen dagen. Zo lang duurde de staking in Hualgayoc, Peru, voordat duizenden boeren hun gelijk haalden en mijnbouwproject Anta Cori van het bedrijf Anta Norte haar operaties moest stopzetten. Negen dagen van kou, conflicten met de politie en slapen op 4000 meter hoogte. Wereldblogster Maxime Degroote maakte er twee van mee.

Op 17 januari 2022 werd een staking uitgeroepen in Hualgayoc, Cajamarca, in het noorden van Peru. Negen maanden geleden startte mijnbouwbedrijf Anta Norte daar haar operaties, zonder overleg met de lokale bevolking. Die moet nu de gevolgen dragen. De inwoners zien hun water vervuild worden, hun dieren sterven, hun gezondheid achteruit gaan, en hun inkomsten verdwijnen. En dat pikken ze niet langer. Anta Norte moet weg.

Duizenden boeren verzamelden zich die eerste dag en zetten hun kampement op naast het mijnbouwproject. In de media was er bitter weinig over terug te vinden. De stakers werden afgeschilderd als rebelse protesteerders die volledig in hun ongelijk waren, of er werd geschreven dat er slechts vier man kwam opdagen en de hele staking niks voorstelde.

Lees het volledige artikel op MO Magazine

Cajamarca Art and Unity

Kunst en Eenheid in Cajamarca

Kunst en Eenheid in Cajamarca

“Wat als we zouden zingen?”, vraagt ze terwijl ze een papiertje met wat gekrabbelde songteksten uit haar zak haalt. Ze is een van de Defensoras de la Vida y la Pacha Mama uit Cajamarca. We zitten midden in onze laatste workshop over burgerjournalistiek en mensenrechten en we kletsen wat terwijl de lunch wordt opgediend. “Wat als we zouden zingen?

En we zingen. Niet alleen om de wachttijd te doden, maar om onze boodschap over te brengen, om dichterbij elkaar te komen. Snel komen de deelnemers van de workshop bijeen, ze bekijken samen de teksten, en ze zingen. Over de prachtige meren van Cajamarca, over de mijnbouwprojecten die ze verwoesten, over hun verzet, hun strijd en het nooit opgeven.

Mijn moeder en ik schreven dit lied toen we protesteerden tegen Conga”, vertelt de vrouw, “we zongen het in de straten, we zongen het overal. En het is nog steeds accuraat.

Mensenrechten

Het lied werd de rode draad tijdens de rest van onze workshop. We waren samengekomen in een trainingssessie georganiseerd door onze partnerorganisatie Grufides in Cajamarca, Peru, samen met Chaikuni in Iquitos, als onderdeel van een project gefinancierd door de provincie Oost-Vlaanderen. Het project richt zich op de empowerment van rurale en inheemse vrouwen voor de verdediging van fundamentele en collectieve rechten in socio-ecologische conflicten in deze beide regio’s.

Een groot en belangrijk onderdeel van dit project bestaat uit het organiseren van trainingssessies over twee hoofdthema’s: mensenrechten en burgerjournalistiek.

De eerste sessie informeert over mensenrechten met het idee dat “je je rechten niet kunt verdedigen als je ze niet kent”. Daarom werken we sinds anderhalf jaar met mensen, vooral vrouwen, uit verschillende gemeenschappen in Cajamarca rond verschillende thema’s: mensenrechten, milieurechten, geweld tegen vrouwen, interculturele gezondheid enzovoort.

Samenkomen om te praten over ervaringen in verschillende gemeenschappen is van groot belang. Het helpt om te weten dat mensen in andere regio’s met soortgelijke problemen kampen, om de uitkomst van soortgelijke strijd te horen en om te weten dat andere gemeenschappen je steunen in deze strijd om je rechten te verdedigen.

Burgerjournalistiek

Het tweede onderwerp waar we tijdens deze trainingssessies aan werken is burgerjournalistiek. Hoe kunnen deze gemeenschappen ervoor zorgen dat de rest van de wereld weet wat ze doormaken? Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is van de zaken waarvoor ze strijden?

Journalistiek en communicatiemiddelen zijn belangrijke instrumenten om de schending van collectieve en fundamentele rechten in deze gemeenschappen aan te pakken. De dag van vandaag is journalistiek één van de krachtigste middelen om iemands’ rechten te verdedigen.

Daarom richten we ons tijdens deze sessies op het maken van video’s, foto’s, het schrijven van notities, het maken van radioprogramma’s en radiospots. We leren over storytelling, hoe we sociale media en hashtags kunnen gebruiken en belangrijker nog: we doen dit samen.

Onze focus tijdens de laatste paar sessies was om te werken aan een regionale en nationale campagne tussen de verschillende gemeenschappen die betrokken zijn bij dit project. De deelnemers bedachten zelf doelen voor deze campagne, met hun doelgroep in het achterhoofd, en tijdens deze laatste sessie bedachten ze ook hun strategie.

Kunst als strategie

De deelnemers besloten zich voor deze eerste campagne te concentreren op drie specifieke gevallen en kwamen met vier verschillende strategieën om hun publiek te bereiken: een video, waarin we een “voor” en “na” met betrekking tot de mijnbouwprojecten in hun regio konden laten zien, een studie over de waterkwaliteit, een sleutelfiguur die hun verhaal vanuit hun eigen perspectief kan vertellen en niet te vergeten: kunst.

We kunnen schilderen. We kunnen muurschilderingen maken in heel Cajamarca, in heel Peru. We kunnen zingen, we kunnen meer liedjes schrijven, zoals het liedje dat we net zongen. We kunnen poëzie gebruiken. We kunnen theater maken. We zijn allemaal creatief, we hebben allemaal capaciteiten. En we kunnen kunst gebruiken als onze strategie.

De ideeën over hoe we kunst in onze campagne konden gebruiken, bleven stromen. “Toen Máxima Acuña in de internationale pers haar verhaal moest vertellen, deed ze dat niet. Ze zong het. En dat was zoveel krachtiger, het bracht zoveel emoties over. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk,” zei iemand, “wij kunnen dit ook doen. Onze verhalen zijn ook krachtig. Ze hoeven alleen maar gehoord te worden.”

Om deze sessie af te sluiten, vroegen we de deelnemers wat ze hadden geleerd. “Dat we samen sterker staan”, zei iemand. “Dat we onze kunst kunnen gebruiken om de wereld onze realiteit te laten zien”, voegde iemand eraan toe. Kunst en eenheid. Dat is wat we vandaag hebben geleerd. Kunst en eenheid. We zullen samen opstaan en zingen. En onze stemmen zullen gehoord worden.

Catapa jaarverslag 2020

Jaarverslag 2020

Jaarverslag 2020

Iets later dan gepland, maar hier is het dan eindelijk: het Catapa jaarverslag van 2020! Ondanks Corona hebben we toch heel wat kunnen verwezenlijken in 2020.

Met onder andere talloze boeiende (online – damn you Covid) evenementen, maar ook de erkenning als socio-culturele organisatie (hoera!), de verschillende meerjarenprojecten (MIF, FIF en Nemo), de 11.11.11 Changemakers campagne en de vele inspanningen in ons educatief luik en op vlak van sensibilisering. Logischerwijze zaten de beweging en onze duurzame partners ook niet stil!

Duik samen met ons in het verslag van 2020 en ga op ontdekkingsreis doorheen 366 dagen vol Catapa-energie. Dat belooft voor 2021!

El Tingo

El Tingo

Mijnafval heeft watervervuiling en bodemverontreiniging veroorzaakt waardoor het lokale ecosysteem van el Tingo ingrijpend is aangetast.

Auteur – Giacomo Perna

Tijdens een van hun bezoeken aan de bevolking van Macondo stelden Melquíades en zijn zigeuners het achtste wereldwonder voor van de wijze alchemisten uit Macedonië: een magneet. Met dit werktuig wou José Arcadio Buendía al het goud opgraven uit de aarde door de staven door het dorp te sleuren. Als dit idee uit het boek ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Márquez echt gewerkt had, zou de wereld bespaard zijn gebleven van eeuwen aan mijnbouwvervuiling. Had de uitvinding gewerkt, dan zagen de levens van de El Tingo gemeenschap er vandaag de dag misschien wel beter uit.

De gemeenschap van El Tingo zit momenteel zonder water. Het gebied telt veel waterbronnen, maar onderzoek van de Peruviaanse universiteit César Vallejo en studies van CATAPA hebben aangetoond dat elke rivier en beek in de regio zich in een kritieke staat van verontreiniging bevindt. De vervuiling heeft zo een onthutsende proporties aangenomen dat planten zelfs verschroeien door de te hoge zuurtegraad van het water.

De El Tingo gemeenschap is ontstaan als een plattelandsgemeenschap. De lokale economie steunde steeds op landbouw en veeteelt. Door de huidige situatie kunnen de bewoners hun activiteiten echter niet uitvoeren zonder risico’s. Door de watervervuiling zijn er significant meer ziektegevallen vastgesteld, er zijn hoge metaalconcentraties aanwezig in het bloed van bewoners en bij pasgeboren dieren worden nooit eerder geziene misvormingen waargenomen; allemaal gevolgen van de mijnbouw in de regio.

Koeien grazen vlakbij de Gold Fields mijn. De grond die generaties lang gebruikt werd om vee te voederen wordt nu ingenomen door mijnbedrijven. © CATAPA

Elke waterbron in de regio is verontreinigd. Een gebrek aan inkomen en een tekort aan middelen treffen het gebied. De socio-economische vooruitgang die de mijnbedrijven beloofden, werd niet waargemaakt.

De geschiedenis van de mijnbouw in de El Tingo regio gaat al jaren terug want de regio werd vroeger ook al getroffen door mijnbouwactiviteiten. De schade veroorzaakt door eerdere milieunalatigheden van mijnbouwprojecten is nog altijd aanwezig in de regio en vormt nog steeds een bedreiging voor de lokale fauna en flora. Een van die projecten is het San Nicolás project dat werd opgestart in 1972 en nog steeds zijn sporen nalaat in het lokale leefmilieu.

De volledige regio werd erg getroffen door opgravingen en mineraalverwerking. Het grootste probleem is dat de plannen om de impact van het giftig mijnafval te minimaliseren en neutraliseren niet werden –en volgens de lokale gemeenschap nog steeds niet worden– gerespecteerd. Vandaag krijgen de inwoners van de streek niet alleen te kampen met een tekort aan middelen en inkomen, ze lijden ook rechtstreeks onder de schadelijke gevolgen van mijnbouwafval.

Restanten van de San Nicolás mijn. Hoewel de mijn al jaren geleden verlaten werd, blijft het giftige afval een probleem voor de omgeving. © CATAPA

 

De El Tingo gemeenschap is gelegen in het Hualgayoc-district in de Cajamarca regio. Het gebied is rijk aan grondstoffen en mineralen wat ten nadele gaat van het welzijn van de gemeenschap. El Tingo is namelijk gelegen tussen twee actieve mijnprojecten die de ontwikkeling van het gemeenschapsleven rechtstreeks beïnvloeden. Enerzijds is er het project van Cerro Corona dat werd opgestart in 2005 door het Zuid-Afrikaans mijnbedrijf Gold Fields. Anderzijds is er het Tantahuatay project, opgestart door het Peruviaanse bedrijf Coimolache dat aangesloten is bij Buenaventura, het bedrijf dat de mijn in 2010 ontdekte.

Beide bedrijven hebben zich in het gebied gevestigd om de grote mineraalreserves van goud, zilver en koper uit de ondergrond te ontginnen. Aanvankelijk beloofden de twee bedrijven verbeteringen en ontwikkeling. Ze ondertekenden sociale akkoorden en stemden toe sociaaleconomische groei te promoten. Desondanks melden de bewoners dat de bedrijven hun beloftes niet zijn nagekomen.

Opvallend is dat Peru een ‘mijnsluitingswet’ heeft sinds 2003. Volgens die wet worden bedrijven met mijnprojecten door de overheid verplicht om de bescherming van het milieu te garanderen en activiteiten te stoppen in gebieden waar mijnbouw schade kan toebrengen aan het milieu. Niettemin maken noch de regering, noch de bedrijven een inspanning om deze wetten te respecteren en af te dwingen. 

De grasvelden verschroeien door de hoge zuurtegraad van het water. Mens en dier lijden aan ziektes door de milieuverontreiniging veroorzaakt door de mijnbouw.

Het is ook belangrijk te weten dat de regio te kampen krijgt met periodes van zware regenval. Meerdere keren heeft hevige neerslag er voor gezorgd dat de stuwdammen overstromen waardoor mijnafval in de weilanden en in het waterbekken rondom terechtkomt met de daarbij horende catastrofale gevolgen. Een berucht voorbeeld is de gebeurtenis in december 2018 waarbij een lek van residuen de dood veroorzaakte van 17 000 forellen in de viskwekerij ‘La trucha de oro’.

Videoverslag over het lek in 2018. Ondanks de klachten van de lokale gemeenschap, beweerde het bedrijf Gold Fields dat het een ongeluk was. © Bambamarca Televisión

De vervuiling treft niet enkel het El Tingo gebied. De waterwegen die het gebied doorkruisen, vloeien verder in andere rivieren. Een van die rivieren is de El Tingo-Maygasbamba rivier. Die vloeit uiteindelijk samen met de Amazonerivier en doorkruist vervolgens het gehele continent tot in de Atlantische oceaan. Tijdens die tocht draagt de rivier de gevaarlijke stoffen duizenden kilometers met zich mee.

Wat de economische voordelen betreft, hebben zowel Coimolache als Gold Fields zich niet aan hun beloftes gehouden. Volgens de gemeenschap werden de vooraf opgestelde overeenkomsten niet gerespecteerd. Ondanks hun belofte geen buitenlanders naar de regio te brengen, zijn de bedrijven toch begonnen met buitenstaanders aan te werven om in de mijnen te werken. Bovendien werden de arbeidsrechten van lokale arbeiders vaak geschonden. Het blijkt namelijk veel gemakkelijker om een lokale werknemer te ontslaan dan een buitenlander. Verder werden ook de beloftes van welvaart niet waargemaakt. Zo werden de wegen, die in een erbarmelijke staat zijn, niet hersteld. Zelfs de lokale architectuur lijdt onder de mijnbouw. Graafwerkzaamheden om de mijn uit te breiden worden voortdurend uitgevoerd aan de hand van ontploffingen in El Tingo. Daardoor wordt na verloop van tijd de staat van de huizen aangetast. De muren van huizen zitten vol met barsten en scheuren waardoor de stabiliteit van de gebouwen in het gedrang komt.

De lokale welvaart is er niet op vooruit gegaan en de aanwezigheid van mijnbouw heeft conflicten en sociale spanningen teweeggebracht.

Schapen grazen rond de Gold Fields mijn. Het meer waar voordien gevist werd, maakt nu deel uit van het mijnproject. © CATAPA

De plaatselijke gemeenschap probeert zich te verzetten tegen de voortdurende onrechtvaardigheden. Vandaar dat ook sociale spanningen het gebied teisteren sinds 2008. De bevolking van El Tingo is zelfs in opstand gekomen tegen de erfdienstbaarheid van de mijn en de uitbuiting. De verschillende protesten en stakingen van de afgelopen jaren tonen de toewijding van de lokale gemeenschap om hun land en water te beschermen.

De bevolking heeft zich autonoom georganiseerd in de strijd tegen de mijnindustrie, maar vroeg bijstand om hun strijd kenbaar te maken aan de rest van de wereld. Daarom heeft CATAPA zich samen met de partner Grufides geëngageerd in het gebied. Er werden tientallen interviews afgenomen en ze verzamelden waterstalen van de waterbronnen. De tests toonden aan dat de rivieren en beken die het gebied doorkruisen zwaar vervuild zijn. Het water is in zo een erbarmelijke staat dat planten verschroeien door de te hoge zuurtegraad. Aan de hand van de interviews werd ook een documentaire gemaakt over de zaak van El Tingo om zo een stem te geven aan de lokale gemeenschap. Daarnaast werd ook een webinar en een campagne op sociale media georganiseerd. Tot op heden strijden de advocaten van Grufides aan de zijde van de advocaten uit de gemeenschap om de zaak te steunen en rechtvaardigheid te brengen voor de bevolking.

Het verhaal van El Tingo is er een van onvervulde beloftes en misbruik. De druk van de centrale economie drijft de ontwikkeling van onderontwikkeling in de regio aan waardoor de gemeenschap in een situatie van onomkeerbare afhankelijkheid terechtkomt. Het gebied is een oase voor mijnextractie geworden, een locus amoenus waar het Westen een oplossing vond voor zijn expansiedrang. Het is moeilijk te geloven dat zo’n misbruik tot op heden nog plaatsvindt. De situatie waar de bevolking van El Tingo zich nu in bevindt, is ontoelaatbaar en het doel van CATAPA is om samen met medestanders en de gemeenschap rechtvaardigheid te brengen voor de mensen die al tientallen jaren lijden onder de verwoestende impact van onteigening.

Beschermers van het water

Beschermers van het water

In 1957 publiceerde de Amerikaanse krant The New Yorker een gedicht van de Britse dichter W. H. Auden. Het gedicht eindigt met: “Duizenden hebben het overleefd zonder liefde. Niet één zonder water.”

Hij had gelijk. Ondanks pogingen tot bewustmaking beschouwt een deel van de wereldbevolking schoon water vandaag de dag nog steeds als iets vanzelfsprekends, als iets dat voor eeuwig aan hen is overgeleverd, dankzij hun vlotte toegang tot waterbronnen. Helaas hebben zij ongelijk.

Water komt niet zomaar uit de pijp. Hoewel het een hernieuwbare hulpbron is, dreigen afval en vervuiling de drinkwatervoorraden drastisch te verminderen. In sommige gevallen kan menselijk ingrijpen in het milieu catastrofale gevolgen hebben voor de drinkwatervoorziening. Dat is wat er in vele delen van de wereld gebeurt.

Mijnbouw vormt een risico voor de drinkwaterbronnen in de omgeving van deze mijnbouwprojecten. In veel gevallen worden de chemische residuen die bij de winning van mineralen worden gebruikt uiteindelijk in rivieren en beken gedumpt, waardoor rivierbeddingen worden vergiftigd en water, een bron van leven, een kritiek gevaar voor het leven zelf wordt.

Omdat de integriteit van het water moet worden beschermd in risicogebieden, zoals de regio’s waar mijnbouw wordt bedreven, is het project “Guardians of Water” (“Beschermers van het water”) opgestart, als resultaat van een samenwerking tussen CATAPA en de lokale organisatie Grufides, en met de hulp van subsidies van de stad Gent.

© CATAPA

Mocht het water verontreinigd raken, zou al het voedsel – zowel plantaardig als dierlijk – uit het gebied schadelijk zijn voor menselijke consumptie. 

Het project, dat in januari 2020 van start is gegaan, vindt plaats in de regio Cajamarca, in het noorden van Peru, een gebied waar de impact van de mijnbouw groot is. Het doel van het project is het bestuur van de Comités voor Milieutoezicht te versterken door de gemeenschap te laten deelnemen aan activiteiten op het gebied van sociaal beheer en toezicht op de waterkwaliteit.

Door ter plaatse actief te zijn tracht CATAPA, samen met haar lokale partners, de sociale betrokkenheid van de inheemse gemeenschappen te bevorderen om de zuiverheid van de rivieren die door de regio Cajamarca stromen te beschermen. Vanaf het begin van het project heeft CATAPA kunnen rekenen op een sterke plaatselijke participatie en op de steun van verschillende gemeenschappen die eventuele schade als gevolg van de mijnbouw willen voorkomen.

© CATAPA

Het probleem heeft niet alleen betrekking op de bewoners van de plattelandsgebieden die het dichtst bij de mijn liggen. Het leven in Cajamarca en omgeving is afhankelijk van het water dat uit de hooglanden komt. De met verontreiniging bedreigde rivieren vormen de belangrijkste bron van drinkwater voor de stad en haar omgeving. Het is ditzelfde water dat de velden irrigeert en de dorst van de landbouwdieren lest. Natuurproducten uit de regio zijn rechtstreeks afhankelijk van de lokale waterstromen.

Dit betekent dat als het water verontreinigd zou raken, al het voedsel – plantaardig en dierlijk – uit de regio schadelijk zou zijn voor menselijke consumptie. Recente studies door de OEFA (Organismo de Evaluación y Fiscalización Ambiental) hebben de aanwezigheid van 40% arseen vastgesteld in avocado’s uit Cajabamba, in de provincie Cajamarca.

Men mag ook niet vergeten dat rivieren geen sedentaire entiteiten zijn, en dat ze geen rechtsgebieden respecteren. Veel van de rivieren die getroffen zijn – of bedreigd worden – door de aanwezigheid van mijnen, stromen door immense gebieden en naar de kust, of vloeien samen met andere grotere rivieren, zoals de Marañon, die uiteindelijk in de enorme Amazonerivier stroomt. De Tingo-kwestie is een goed voorbeeld van de grootschalige gevaren van riviervervuiling. CATAPA en haar partners willen een nieuwe milieuramp met zulke impact voorkomen.

© CATAPA

De plaatselijke gemeenschappen hebben hun engagement getoond door hun steun te verlenen aan de oprichting van comités die zich bezighouden met de registratie van de toestand van de rivierwateren. Dankzij de actie van CATAPA zijn deze comités geconsolideerd en versterkt. Tegenwoordig worden watermetingstests beschouwd als wettelijke tests om de toestand van het water vóór en na de mijnbouwactiviteit te evalueren. Op basis van deze tests kan een aanklacht worden ingediend tegen bedrijven die door hun toedoen of nalatigheid de verontreiniging van rivieren hebben veroorzaakt.

Het openen van de mijn vormt een bedreiging voor het water, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen. Dit zou de doodsteek betekenen voor de regio en haar hulpbronnen.

Het project zou zich aanvankelijk concentreren op drie plaatselijke waterbekkens: die van Chetillano, San Lucas en Llaucan. De eerste watercontroles werden uitgevoerd op de San Lucas-rivier in Cushunga en op de Llaucan-rivier in Bambamarca, met participatie van de plaatselijke bevolking en ook met de steun van de Comités voor Milieutoezicht. Beide tests hebben de zuiverheid van het water aangetoond.

De normale ontwikkeling van het project werd tijdelijk vertraagd als gevolg van de COVID-19-situatie in het land, maar deze onvoorziene omstandigheden konden het enthousiasme van de CATAPA-vrijwilligers en de plaatselijke partners niet temperen. De vrijwilligers die actief waren in het gebied maakten de nodige aanpassingen om de strijd voort te zetten, ondanks het feit dat ze niet meer konden rondreizen in de regio. Ze organiseerden webinars, virtuele presentaties en online workshops over methodologieën en handige hulpmiddelen, om de lokale bevolking vertrouwd te maken met het proces van maatschappelijke controle op de waterkwaliteit. Ze promootten ook fotocampagnes, publiceerden video’s en documentaires, en ze schreven een eenvoudige handleiding om uit te leggen hoe het water kan gecontroleerd worden. Ondanks de moeilijkheden omwille van de pandemie, waren de activiteiten een succes.

Toen de restricties gedeeltelijk werden opgeheven, kon de watercontrole opnieuw van start gaan. Het was jammer genoeg nog altijd verboden om buiten de provincie te reizen, zodat er geen bijkomende tests konden worden uitgevoerd in de Bambamarca-regio. Daarom werd besloten om de rivier La Encañada op te nemen in het rapport. Deze rivier stroomt vlak langs Michiquillay, een mijnproject in aanbouw dat gepland is voor 2022. De bezorgdheid onder de plaatselijke bevolking is groot, aangezien de bouwwerkzaamheden aan de mijn zijn versneld onder druk van de Peruaanse regering, die de mijnbouw wil stimuleren als onderdeel van een project om de economie van het land nieuw leven in te blazen.

Het openen van de mijn vormt een gevaar voor de waterlopen, omdat het mijnafval de rivier en de velden zou kunnen vergiftigen, en dat zou de doodsteek zijn voor de regio en haar hulpbronnen. Gelukkig is er al een plaatselijk comité dat toezicht houdt op het gebied. De situatie van de rivier La Encañada is bijzonder gevaarlijk, omdat het een indirecte zijrivier van de Amazone is. De besmetting ervan zou een immens geografisch gebied in gevaar brengen.

© CATAPA

Vandaag blijven de Comités voor Milieutoezicht autonoom toezicht houden op het water en vervullen zij hun rol als Beschermers van het water. Het project eindigde in augustus 2020, maar het tweede deel ging van start in januari 2021.

Ondanks de behaalde resultaten is de strijd nog niet gestreden. Vrijwilligers en plaatselijke partners zijn bezig met het opstellen van een gedetailleerde handleiding over het uitvoeren van autonome watermonitoring, die in Cajamarca en omgeving zal worden verdeeld. Bovendien is uit het eerste project gebleken dat het van belang is zich te concentreren op de rivier La Encañada en lokale comités op te richten langs de hele lengte van de rivier, en dat er behoefte is aan een wet die de aanwezigheid van Comités voor Milieutoezicht in het hele land officieel erkent.

Hier vindt u de link naar de documentaire die CATAPA in Cajamarca heeft gemaakt.

10 Manieren Waarop CATAPA het Opnam Tegen de Mijnbouwindustrie in 2020

10 Manieren Waarop CATAPA het Opnam
Tegen de
Mijnbouwindusrie in
2020

Omwille van de Covid-19-pandemie is het wereldwijd een moeilijk jaar geweest, niet in het minst voor gemeenschappen die het hoofd moeten bieden aan mijnbouwprojecten die de situatie waarin we ons nu bevinden proberen uit te buiten.

Ondanks deze nieuwe uitdagingen zijn hier 10 manieren waarop CATAPA de mijnbouwindustrie in 2020 heeft aangepakt:

1. Ontmaskering van de uitbuiting van Boliviaanse mijnwerkers in Europese toeleveringsketens

In 2020 publiceerde CATAPA een onderzoeksartikel waarin aan het licht kwam hoe het zeldzame metaal indium onbetaald via de toeleveringsketen van Boliviaanse mijnen in handen komt van de Europese industrie. Dit was een vervolg op het eerste onderzoek naar polymetaalmijnbouw in Bolivia eerder in 2020, waarin de gevolgen van mijnbouw in de regio Oruro werden beoordeeld. Het onderzoek bracht de lokale en regionale actoren in de Boliviaanse toeleveringsketen in kaart, om beter te begrijpen hoe “Making ICT Fair” er in een Boliviaanse context uit zou kunnen zien.

 

2. Steun aan de #WhoIsKillingThem-campagne

Colombia is wereldwijd de gevaarlijkste regio voor mensen die opkomen voor het milieu. Daarom lanceerden CATAPA-activisten onder leiding van de werkgroep CATAPA Colombia de campagne #WhoIsKillingThem om mensen bewust te maken van de gevolgen van mijnbouw en het toenemende aantal milieu- en sociale activisten dat in Colombia wordt vermoord.

 

3. Empowerment van Water Guardians in Peru

Het project “Guardianxs del Agua” omvatte een opleiding in watercontrole voor 5 plaatselijke “watercomités”, waarvan de zoetwaterbronnen bedreigd worden door huidige en potentiële mijnbouwprojecten in Cajarmarca, Peru.  De reeks workshops en trainingen verschaften de “Beschermers van het Water” de vaardigheden om tekenen van vervuiling beter te identificeren en de kwaliteit en kwantiteit van de lokale watervoorraden te documenteren.

Een campagne in de sociale media, “Guardianxs del Agua” genaamd, vestigde de aandacht op het werk van de comités voor watertoezicht en het belang van de bescherming van deze laatste bronnen van schoon water. De campagne vestigde ook de nationale aandacht op een nieuw wetsvoorstel dat de milieucomités zou beschermen. Het project en de campagne werden afgesloten met de publicatie van een korte documentaire Guardianxs del Agua.

4. Organisatie van een internationale webinarreeks over duurzame en verantwoorde toeleveringsketens voor elektronica

In 2017 bundelden elf Europese partners hun krachten om het project “Make ICT Fair – Reforming manufacture and minerals supply chains through policy, finance and public procurement” op te zetten. Georganiseerd door CATAPA, trok de Make ICT Fair internationale webinarreeks honderden deelnemers uit meerdere continenten met als doel het leven van arbeiders en lokale gemeenschappen die worden beïnvloed langs de ICT-toeleveringsketen te verbeteren door middel van onderzoek, capaciteitsopbouw en campagnevoering. 

5. Aanpassing van mijnbouwactivisme tijdens een pandemie

CATAPA’s grootste jaarlijkse evenement, de Open Min(e)d Speakers Tour, omvatte gastsprekers uit Hongkong, Ecuador en Colombia, net voordat alles op online werd gezet door het begin van de pandemie. In het kader van het 2020 changemaker-traject voltooiden 30 changemakers ons programma rond Extractivism, Degrowth en Buen Vivir met verschillende trainingen, onder meer over hoe je impactvolle sociale mediacampagnes voert.

In samenwerking met universiteiten gaven Catapistas lezingen aan studenten over onderwerpen als conflicten over hulpbronnen en mensenrechtenschendingen in Latijns-Amerika. Elk jaar begeleidt CATAPA verschillende studenten die hun scriptie schrijven over mijnbouwgerelateerde kwesties & ICT-aankopen en “Thesis 4 Bolivia” bood afgestudeerden en onderzoekers een ruimte om hun ervaringen met onderzoek in het buitenland te delen. 

2020 bood ook nieuwe kansen: CATAPA verdiepte zich in de wereld van de diepzeemijnbouw met een webinar en de oprichting van een actiegroep. Toen de eerste golf was weggeëbd, werden er covidveilige Summer’s End Sessions georganiseerd, zodat de Catapista’s de bewegingsstrategie voor 2021 verder konden uitbouwen en ontwikkelen.

CATAPA organiseerde Doculatino en Cinema Peru, een online reeks filmvertoningen die de verhalen belichtten van de gemeenschappen die werden getroffen door de winningsindustrieën. In Bar Circular konden honderden mensen online ICT-workshops volgen over digitale gezondheid, reparatie en hoe je de levensduur van je digitale apparaten kunt verlengen. 

6. De groene mijnbouwagenda van de Europese Commissie aan de kaak stellen

CATAPA heeft zich aangesloten bij meer dan 230 maatschappelijke organisaties, gemeenschapsplatforms en academici in een open brief om de Europese Commissie op te roepen om dringend haar plannen te heroverwegen om een nieuwe greep naar hulpbronnen te doen, zowel in de EU als in het wereldwijde Zuiden.

In plaats van het uitbreiden en repatriëren van mijnbouwvernietiging die gemeenschappen, biodiversiteit en de planetaire levensondersteunende systemen zal bedreigen – riepen we op tot:

  1. Absolute vermindering van het gebruik van en de vraag naar hulpbronnen in Europa
  2. Erkenning en respect voor het recht van gemeenschappen om nee te zeggen tegen mijnbouw.
  3. Handhaving van de bestaande EU-milieuwetgeving en respect voor beschermde gebieden
  4. Beëindiging van de uitbuiting van naties in het Zuiden en eerbiediging van de mensenrechten
  5. Bescherming van “nieuwe grenzen” – zoals de diepzee – tegen mijnbouw.

7. De bekendheid van “El Tingo” vergroten

De gemeenschap van El Tingo is één van de meest door mijnbouw getroffen gemeenschappen in Cajamarca (Peru), aangezien ze tussen twee mijnbouwprojecten is gelegen. Ondanks het feit dat mijnbouwbedrijven Gold Fields en Coimolache sociale akkoorden ondertekenden met de gemeenschap, brachten de mijnbouwprojecten de gemeenschap watervervuiling, verlies van landbouw en vee, vernietiging van eigendommen, zware metalen in het bloed van de gemeenschapsleden en loze beloften van werk in de mijnen.

In 2020 besloot de gemeenschap van El Tingo zich uit te spreken. Dit project resulteerde in de krachtige documentaire ‘El Tingo: una comunidad bajo dos proyectos mineros‘ en is tot op heden meer dan 22.000 keer bekeken.

8. Het veiligstellen van een erkende sociaal-culturele status

We hebben de status van sociaal-culturele organisatie veiliggesteld, waardoor we vanaf 2021 meer betaalde medewerkers kunnen aannemen en meer spannende projecten en initiatieven kunnen financieren. Dit was echt belangrijk om structurele financiering veilig te stellen, vooral in de huidige economische context – zodat we kunnen blijven vechten voor een sociaal en ecologisch rechtvaardige planeet.

9. Proefproject voor toezicht door werknemers op de mijnbouwindustrie

CATAPA is in 2020 een nieuw partnerschap aangegaan voor de uitbreiding van door werknemers aangestuurde monitoring van mijnbouwactiviteiten in drie continenten. CATAPA ondersteunde de organisatie van monitoringtrainingen met Electronics Watch en CISEP om een begin te maken met het leggen van de lokale fundamenten die nodig zijn om te beginnen met de monitoring van Boliviaanse tinmijnen. Het einddoel van door arbeiders gestuurde monitoring van deze mijnen zal een belangrijke stap zijn in de transparantie van deze wereldwijde toeleveringsketens.

10. Overheids- en privé-instanties aanmoedigen om hun ICT op te schonen

De verbanden tussen mijnbouw en ICT-producten zijn duidelijk. De gemiddelde smartphone bevat 60 verschillende elementen, waaronder veel metalen. Zonder de winning van metalen zouden veel van de technologieën die in kantoren in heel België worden gebruikt, niet bestaan. Dit jaar heeft het project Fair ICT Vlaanderen een leernetwerk opgezet met 30 grote afnemers van ICT-hardware en 6 pilootorganisaties in Vlaanderen actief ondersteund om hun aankoopbeleid duurzamer te maken. De eerste Fair ICT Award werd uitgereikt aan de KU Leuven. Zij werden erkend voor hun engagement voor ‘Human Rights Due Diligence’ en de verlenging van de levensduur van hun ICT-apparatuur. Op die manier houden ze de ICT-industrie verantwoordelijk en dragen ze bij tot minder (over)consumptie en mijnbouw.

Als je wilt deelnemen aan CATAPA’s activisme en meer te weten wilt komen over wat we in petto hebben voor 2021, kun je hier contact met ons opnemen om je aan te melden voor e-mailupdates – en als je het je kunt veroorloven, doneer dan hier om onze inspanningen om mijnbouw te stoppen te ondersteunen.

La Colosa, een stand van zaken

La Colosa, een stand van zaken

Als een mokerslag kwam het resultaat van de volksraadpleging op 26 maart 2017 aan in het gezicht van mijnbouwgigant Anglo Gold Ashanti. Het bedrijf besefte dat de gemeenschap van Cajamarca géén legitieme plaats toekent aan grootschalige mijnbouw in het vruchtbare gebergte van de gemeente, en trok zich een maand na de stemming terug. De naar schatting 30 miljoen ons goud (zo’n 900 ton) blijven echter uiteraard bestaan, en daarmee ook de immense economische en politieke belangen die de drang om La Colosa te ontginnen aanwakkeren. Vele actoren, waaronder de mijnbouwsector en de nationale overheid, blijven hier dus op zinnen. En hoewel veel factoren (waaronder de grondwettelijke volksraadpleging) en een brede alliantie van nationale en internationale actoren het Cajamarcuunse grondgebied beschermen tegen dit mijnbouwproject, is de strijd dus niet afgelopen. Hieronder een kort overzicht van recente gebeurtenissen aangaande La Colosa.

CORTOLIMA ratificeert de volksraadpleging

Op 11 juli riep Cortolima, het departementale milieu-instituut, een persbijeenkomst samen om bekendheid te geven aan haar recente resolutie 1963. Middels deze resolutie beschikt Cortolima dat ze vanaf heden géén vergunningen, toelatingen of concessies voor het gebruik van natuurlijke grondstoffen meer zal toekennen, wanneer deze aangewend zouden worden voor mijnbouwactiviteiten in Cajamarca. Cortolima is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het toekennen van waterconcessies, een grondstof waar de industriële mijnbouw in grote mate van afhankelijk is.

Jorge Enrique Cardoso, directeur van Cortolima, gaf duidelijk aan dat het instituut met deze resolutie gevolg geeft aan haar verplichting om de volksraadpleging te implementeren, en wijst de andere overheidsinstituten op hun verplichting om hetzelfde te doen naargelang hun respectievelijke bevoegdheden.
Zo roept ze het gemeentebestuur van Cajamarca op om het gemeentelijke plan van ruimtelijke ordening aan te passen aan het democratische mandaat van de volksraadpleging. Eénmaal dit gebeurd is kan Cortolima overgaan tot een technisch-juridische studie van de 14 milieuvergunningen die in het verleden toegekend werden aan Anglo Gold Ashanti, met een mogelijke herroeping van deze vergunningen als gevolg.
Met deze resolutie geeft Cortolima ook het voorbeeld aan het nationale mijnbouwagentschap, verantwoordelijk voor het toekennen (en herroepen) van mijnbouwconcessies, en aan het ministerie van milieu, verantwoordelijk voor het toekennen van vergunningen om mijnbouwactiviteiten te ontwikkelen in bosreservaten.

Anglo Gold Ashanti beweegt zich

Hoewel Anglo Gold Ashanti de lawaaierige machines teruggetrokken heeft, wijdde het bedrijf zich ondertussen toe aan stille acties achter de schermen. Enerzijds vroeg en verkreeg het bedrijf een herschikking van de mijnbouwconcessies die ze in de gemeente verwierf. Op het eerste zicht lijkt dit goed nieuws: terwijl er vorig jaar nog voor 45.000 hectaren mijnbouwconcessies toegekend waren in Cajamarca (86% van het grondgebied!), werden verschillende mijnbouwconcessies geschrapt en gehergroepeerd, en zijn momenteel goed voor 21.000 hectaren. Maar we moeten voorzichtig zijn: voor hetzelfde geld gaat het om een rationelere indeling van de mijnbouwtitels, doorgevoerd door het bedrijf op basis van de resultaten van haar exploratieactiviteiten. Het valt dus nog te bezien aan welke logica deze herschikking beantwoordt.

Opmerkelijker is de nieuwe aanvraag die het bedrijf in april 2018 richtte tot het ministerie van milieu, waarin ze toestemming verzoekt om exploratieactiviteiten te ontwikkelen in het Reserva Forestal Central, een strategisch natuurreservaat dat zich o.a. in Cajamarcuuns grondgebied bevindt. Hiermee manifesteert Anglo Gold Ashanti expliciet haar intentie om de mijnbouwactiviteiten in Cajamarca verder te zetten. Eénmaal Cortolima in haar persconferentie in juli deze aanvraag te kennen gaf aan de Colombiaanse bevolking, pikten nationale media deze boodschap reeds snel op: “Ondanks het niet mis te verstane verbod op mijnbouw, dringt het bedrijf aan op ontginning van mineralen in Cajamarca”, zo bekt de krant El Espectador verontwaardigd. Door deze oproer voelde Anglo Gold Ashanti zich gedwongen een persbericht uit te zenden, waarin een verontrustende discoursverandering opvalt. Tot dan toe manifesteerde het bedrijf steeds respect te hebben voor de beslissing van de volksraadpleging, en dat ze haar mijnbouwactiviteiten zou staken “tot een duidelijke verandering in de sociale en politieke context” de hervatting van de mijnbouwactiviteiten toelaat. In dit laatste persbericht stelt Anglo Gold echter dat de overheidsinstituten (Raad van State & Grondwettelijk Hof) nog niet beslist hebben wat de geldigheid en reikwijdte van de volksraadpleging is, en dat ze ondertussen de plicht voelt om haar activiteiten verder te zetten. Het selectieve geheugen van de woordvoerders van het bedrijf schijnen vergeten te zijn dat het bedrijf verschillende malen juridische acties ondernomen heeft tegen deze volksraadpleging, waarbij de rechtbank keer op keer bevestigde dat de volksraadpleging in Cajamarca compleet wettelijk verliep, dat een gemeente het recht heeft om middels deze raadpleging mijnbouw te verbieden, en dat het resultaat bindend is.

Het ministerie van milieu heeft deze aanvraag nog niet beantwoord, en aangezien een gelijkaardige aanvraag van Anglo Gold Ashanti vorig jaar nog verworpen werd, hopen we dat het ministerie ook ditmaal de deur van dit waardevolle bosreservaat gesloten zal houden voor mijnbouwactiviteiten.

Twijfels in het grondwettelijk hof

Als Anglo Gold Ashanti zegt dat ze nog wacht op een beslissing van het Grondwettelijk Hof, verwijst ze naar een proces dat betrekking heeft op de volksraadpleging in Cumaral, en dus niet op die van Cajamarca. Er wordt echter verwacht dat de uitspraak een bredere impact zal hebben – met name voor de toekomst van extractie-gerelateerde volksraadplegingen – door veranderingen door te voeren in de jurisprudentie die bestaat omtrent dit inspraakmechanisme. Aangezien de nieuwe magisters van het Grondwettelijk Hof een stuk conservatiever zijn als het gaat over mijnbouw dan hun voorgangers, wordt gevreesd voor een inperking van het recht op inspraak inzake mijnbouwprojecten. Het feit dat deze uitspraak keer op keer uitgesteld wordt (twee weken geleden was de officiële deadline), betekent echter dat het ook binnen dit nieuwe grondwettelijk hof een polemisch onderwerp is, wat enige hoop schept.

Hoe dan ook zal deze uitspraak naar alle waarschijnlijkheid geen rechtstreeks effect hebben op de volksraadpleging in Cajamarca, aangezien wijzigingen in jurisprudentie niet met terugwerkende kracht gelden. Wél kan het een strategie zijn om eerst de meest kwetsbare volksraadplegingen aan te vallen (in Cumaral verwierf het petroleumbedrijf reeds het recht op ontginning; de volksraadpleging werd georganiseerd op initiatief van de burgemeester; er werden slechts beperkte participatie-acties georganiseerd door het maatschappelijk middenveld vóór de volksraadpleging), om naderhand de sterkste volksraadplegingen aan te pakken. Hiertoe behoort Cajamarca, aangezien de volksraadpleging georganiseerd werd op burgerinitiatief, aangezien de volksraadpleging voorafgegaan werd door een hele reeks sociale, politieke en juridische acties, en aangezien het mijnbouwbedrijf enkel toelating heeft om exploratieactiviteiten te ontwikkelen maar nog géén ontginningsrecht verwierf.

Om te besluiten: Cajamarca’s verdedingsmechanismen zijn goed ontwikkeld en draaien op volle toeren, maar de promotoren van La Colosa zijn onophoudelijk op zoek naar zwakke plekken en zullen gretig gebruik maken van een (onbestaand) moment van onoplettendheid. De aandacht en solidariteit van de internationale gemeenschap is dus belangrijker dan ooit, want …

LA COLOSA AIN´T HAPPENING

Auteur: Mattijs Vandenbussche

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

Vervolgingen en valse beloftes in Peru’s Amazonegebied

In België is de zomer aangebroken en hier in Loreto, de grootste regio van Peru, is het fris. Dat is normaal weet ik intussen, het patroonfeest San Juan komt eraan en dan dalen naar aloude gewoonte de temperaturen in dit deel van de amazone. Hoewel.

Vervolging

Ik schrijf twee jaar na de hardhandige arrestatie van mijn echtgenoot Jose Fachin in Iquitos in aanwezigheid van onze minderjarige dochter, voor feiten die zich voordeden in 2008 tijdens een vreedzaam inheems protest in de Tigre en Pastaza rivier tegen het Nederlands-Argentijns oliebedrijf Pluspetrol. Jose werd toen in juni 2015 dankzij onmiddellijke lokale, nationale en internationale druk, meteen vrijgelaten en de zaak is intussen geseponeerd.

Onlangs werd hij echter opnieuw in staat van beschuldiging gesteld, dit keer wegens feiten die zich voordeden tussen september en december 2016 tijdens het zogenaamde Saramurillo protest in de Marañon rivier, waar hij als inheemse raadgever optrad. De tenlasteleggingen gaan van ontvoering tot bendevorming. De strategie staat bekend als criminalisering van sociale leiders.

Terwijl het afgelopen jaar in Peru wetten zijn goedgekeurd die de opsluiting en de vervolging van activisten makkelijker maken en de straffeloosheid van multinationale vervuilers bevestigen, werd Jose – o ironie- vorige week in Lima samen met andere sociale leiders, uitgenodigd voor een erkenningsceremonie in de Commissie voor Inheemse volkeren en Ecologie van het Parlement.

Tien jaar protesten

Intussen schrijf ik ook bijna dag op dag 6 maanden na de ondertekening van de 49 Saramurillo akkoorden. In die inheemse gemeenschap aan de oevers van de Marañon rivier, een hoofdader van de Amazone, kwamen gedurende meer dan drie maanden verschillende inheemse gemeenschappen van vijf verschillende rivieren bijeen om een oplossing te eisen voor de gevolgen van de olielekken van de oude pijplijn en van de meer dan veertig jaar olie vervuiling.

Om hun eisen kracht bij te zetten, sloten ze ondermeer de Marañon rivier, belangrijke voor het commercieel transport in Loreto, af.

De eisen waren niet nieuw: meer dan tien jaar lang al, volgen de inheemse protesten elkaar op. Akkoorden worden ondertekend… en dan niet nageleefd. Het is een weerkerend en vermoeiend verhaal.

De inheemse families en leiders leveren steeds weer buitengewone inspanningen om zich te organiseren, en om interne en externe afleidingsmanoeuvres te identificeren en het hoofd te bieden. De staat is vooral geïnteresseerd in conflictbeheersing maar laat het dus na om daarna ondertekende akkoorden na te leven en de problemen echt aan te pakken.

Geen Bagua, wel interculturele dialoog

Tijdens het protest in Saramurillo, besloot de huidige regering uiteindelijk om niet- zoals in Bagua in 2009- geweldadig in te grijpen. De regering aanvaardde de door de inheemsen gestelde minimumvoorwaarden voor een interculturele en politieke dialoog op hun grondgebied. In aanwezigheid van ministers en van het volk werd gedurende verschillende weken heftig gediscussieerd.

Na meer dan veertig jaar vernietiging vroegen de Achuar, Kukama, Urarinas en Kichwa (verschillende volkeren) leiders: is olie activiteit in het amazone gebied nog verdedigbaar?

De dialoog leidde tot de ondertekening van belangrijke akkoorden zoals de start van een onafhankelijke studie over de staat van de oude oliepijplijn, de oprichting van een waarheidscommissie die 40 jaar systematische mensenrechtenschendingen moet in kaart brengen, de opstart dit jaar nog van effectieve opkuiswerken van de immense olievervuiling , en, in het kader van het recht op schadeloosstelling, een uitzonderlijke investering in productieve en andere projecten in de getroffen gemeenschappen, met als voornaamste doel: Loreto- tot nu toe uitermate afhankelijk van de olie activiteit- voor te bereiden voor een toekomst post-olie-ontginning.

Na 6 maanden sinds de ondertekening, lijken de akkoorden vooral dode letter te blijven.

Een delegatie van inheemse leiders is op dit moment in Lima om druk uit te oefenen op Premier Zavala, die persoonlijk in Saramurillo aankondigde dat deze regering het anders zou aanpakken.

Nieuw oud paradigma

Een element dat misschien onvoldoende werd begrepen in de interculturele dialoog in Saramurillo, is de plaats die de natuur inneemt in het leven en de visie van vele inheemse volkeren. Die verschilt fundamenteel van de dominante utilitaristische visie, die de mens buiten de natuur plaatst en vooral natuurlijke rijkdommen ziet.

Om werkelijk tot een nieuw beleid inzake milieu te komen, stellen verschillende denkers een nieuw (maar voor vele inheemse aloud) paradigma voor: de rechten van de natuur en van de Pachamama (pacha betekent in aymara “kosmos”, “orde”) erkennen en beschermen en tegelijk de mens herintegreren in die natuur.

Beleidsbeslissingen kunnen er dan heel anders gaan uitzien. Via traditionele geneeswijzen (zoals ayahuasca gebruik) vinden velen hier in de amazone weer hun werkelijke plaats en groeit het begrip dat onze toekomst en die van de wereld rondom ons veelal afhangt van een fundamentele beslissing tot verandering.

Met heel veel respect zeg ik dat die traditionele heling en visie ons ook behoeden en beschermen en ons bovendien de kracht geven om te vergeven, en onze integriteit te behouden, in tijden van vervolging en valse beloftes.

Bron: MO*

Máxima wint Goldman Environmental Prize, Yanacocha blijft slapende reus

Máxima na de ceremonie in Cajamarca, samen met haar dochter Isidora, kleinzoon Max Salvador, en met haar zoon Daniel. Allen trots op haar.

Zes genomineerden namen de Goldman Prize 2016 in ontvangst, voor hun verdienstelijke strijd ter bescherming en behoud van het milieu, vaak ten koste van hun persoonlijke veiligheid. Máxima is één van hen. Hiermee behaalde ze de maximale erkenning voor de verdediging van haar rechten, op mondiaal niveau. Ze zong haar verhaal en droeg de award op aan de 5 compañeros van Celendín en Bambamarca, die het leven lieten in 2012 tijdens de aanhoudende protesten tegen project Conga, en aan allen die blijvend verzet bieden in Cajamarca.

Erkenning lokale overheden Cajamarca

Op vijf mei vond in Cajamarca een ceremonie plaats om Máxima te feliciteren met deze internationale erkenning. Lokale politici steunden haar bij deze gelegenheid volop. Sergio Sanchez Ibánez, regionaal gouverneur voor Natuurlijke Hulpbronnen en Milieubeleid, wijst erop dat Máxima een belangrijk symbool is voor de sociale mobilisatie in Cajamarca. ‘Máxima geeft een stem aan landbouwers die zich in dezelfde situatie bevinden.’ De Chaupes zijn immers niet de enige die zich in een gelijkaardige situatie bevinden, waarbij een mijnbouwbedrijf gronden wil opkopen.

Doorgaans worden landbouwers slecht geïnformeerd en voert een mijnbouwbedrijf al snel de druk op om hun gronden op te kopen, aan schandalig lage prijzen. Wat Máxima’s verhaal zo internationaal bekend heeft gemaakt, is dat zij zich niet laat ompraten of omkopen, maar is blijven vasthouden aan haar rechten.

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’, en dat is knap. Op die manier is Máxima een voorbeeld, aldus Sergio Sanchez: ‘alle campesinos zouden dit moeten doen, hun legitieme rechten claimen, zich verdedigen met de nodige informatie ter hand”. Hij deed een oproep aan voortdurende solidariteit met de familie: “Wij hebben een Máxima nodig, met de volle steun van de provincie Cajamarca, want de legale aanklachten en misbruiken zullen hier niet ophouden.’

‘In Cajamarca kennen wij al langer het conflict tussen kapitaal en arbeider en hier manifesteert dit conflict zich tussen kapitaal en de samenleving’, zo becommentarieerde Porfirio Medida Vásquez, gouverneur van Cajamarca. ‘De komst van buitenlands kapitaal heeft verschillende relaties gevormd met de lokale bevolking, gebaseerd op mercantilisme, op favoritisme.’

De komst van mijnbouwbedrijf Yanacocha in de jaren ‘90 heeft echter geen rijkdom voor de samenleving meegebracht, zo sprak hij, integendeel, de provincie is enkel armer geworden, de armste van het land.

‘De juiste weg is naar een samenleving waar het kapitaal zal dienen voor de samenleving, en niet waar de samenleving marionet is van het transnationaal kapitaal’. Verder sprak hij zich lovend uit over de “dagdagelijkse titanenstrijd van Máxima” en over de breedgedragen strijd tegen project Conga: ‘De Goldman prijs toont dat de strijd, niet alleen van Máxima maar die van heel Cajamarca, correct en juist is’.

Máxima deed een bescheiden maar krachtige speech: ‘De strijd is niet voor de ene of voor de andere persoon, maar voor de hele gemeenschap’. ‘Ik bevestig mijn verzet, maar ik doe dit niet voor persoonlijk voordeel, maar denkende aan ons, aan de hele gemeenschap en denkende aan de toekomst van onze kinderen. Ik vraag jullie, compañeros, enkel om zich bewust te zijn, en om verder te blijven strijden. Het meest waardevolle dat wij bezitten en moeten beschermen is onze Moeder Aarde, onze wateren. Als er geen land meer overblijft, en geen water, welk leven hebben wij dan nog? We moeten denken aan de toekomst van onze kinderen, en welk voorbeeld we hen willen nalaten.’

Reactie Yanacocha en aandeelhouders

Newmont Mining, met 51,35% de grootste aandeelhouder van mijnbouwbedrijf Yanacocha, publiceerde zijn jaarrapport enkele dagen voor de prijsuitreiking. Daarin staat dat “gezien het huidige sociale en politieke klimaat, het Bedrijf niet anticipeert om Conga in de nabije toekomst te kunnen ontwikkelen”. Ze geven verder aan dat hun licenties, om operaties en constructiewerken uit te voeren, vervallen zijn en er onzekerheid bestaat over de vernieuwing van deze licenties. Meer nog, Conga zou van hun lijst van Reserves zijn geschrapt.

Newmont publiceerde echter niet toevallig zijn jaarrapport net voor de Goldman-uitreiking; op 20 april immers, twee dagen na de prijsuitreiking, hield Newmont zijn jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in Denver. Gezien de rechtstreekse aanklachten van Máxima aan Newmont moesten zij wel, al zij het tijdelijk, hun staart intrekken.

Roque Benavides, CEO van Buenaventura, die 43% van project Conga vertegenwoordigen, verklaart dat Conga momenteel economisch niet haalbaar is, wegens de lage internationale prijzen voor mineralen. ‘Conga heeft hogere prijzen nodig voor koper en goud dan de actuele prijzen’. Ook hij haalde de sociale protesten aan, ‘waardoor het project sociaal gezien niet levensvatbaar is momenteel’. Conga werd stilgelegd door de regering in 2012 en tot op heden, na aanhoudende sociale protesten waarbij 5 doden vielen.

De verklaringen van beide aandeelhouders zeggen echter niets definitiefs, alles blijft bij “mogelijks” en “voorlopig”. Niets staat hen in de weg om het project opnieuw te lanceren wanneer de aandacht voor het conflict weer gaat liggen. Yanacocha blijft een slapende reus.

Yanacocha, wolf in schapenvacht

Ondanks de berichten van Newmont en Buenaventura, blijft de aanwezigheid van Yanacocha in de zone onveranderd. Nog steeds wordt de familie Chaupe permanent gesurveilleerd. Alle openbare voertuigen worden van binnen en van buiten gecontroleerd aan de wegblokkades, en “vreemden” worden niet doorgelaten, die moeten uitstappen. Op die manier wordt de toegang tot het huis voor bezoekers, vrienden en journalisten ontzegd.

In de nacht van 24 april meldde Jaime Chaupe, de echtgenoot van Máxima, die op dat moment alleen in het huis verbleef, het weerklinken van geweerschoten vlakbij het huis. In gedachten houdend hoe het voor Berta Cáceres gevaren is, die vorig jaar de Goldman Award in ontvangst nam en begin maart werd doodgeschoten in haar eigen bed, moeten we deze bedreigingen zeer ernstig nemen.

De Goldman prijs is een prachtige erkenning voor de jarenlange strijd van Máxima, haar familie, en allen uit Celendín, Bambamarca en Cajamarca die zich verzetten tegen Conga. We moeten echter alert blijven, de strijd tegen project Conga is nog niet (definitief) voorbij.

door Emma Timmerman

Mijnbouw en conflicten in Peru: Middenveld steevast doelwit van regering en bedrijfswereld

Parallel met de enorme expansie in de mijnbouwsector in Peru, blijven oude en nieuwe sociale conflicten de kop opsteken. Zoals de Ombudsman aangeeft, zijn die conflicten veelal gerelateerd aan mijnbouwprojecten. Ondanks het kristalhelder verband tussen extractieve operaties en conflictsituaties, blijven zowel regering als bedrijven dezelfde aanpak toepassen. Voor buitenlandse investeringen moeten alle obstakels wijken. Het Peruaanse economische model is immers gestoeld op buitenlandse investeringen, en dan voornamelijk in de extractieve industrie. Alles wat deze investeringen kan bedreigen, zoals kritische stemmen vanuit de lokale bevolking, is een doelwit van de regering en bedrijven.

Waar sociale organisaties hun rol opnemen in het verdedigen van lokale en vaak kwetsbare groepen, krijgen ze vaak de schuld van de conflicten in de schoenen geschoven. In plaats van de dialoog aan te gaan, wijzen de centrale overheid en de bedrijfswereld al te makkelijk naar regionale en nationale organisaties die met financiële hulp uit de Europese ontwikkelingssamenwerking lokale gemeenschappen en hun leiders zouden aanzetten tot (gewelddadig) verzet.

In het verkondigen van die valse boodschap -‘het middenveld heeft het gedaan!’- wordt handig gebruik gemaakt van gedrukte media, radiostations en televisiekanalen die gewillig enige kritische analyse achterwege laten.

In 2012 ontspon zich een mediaoorlog tegen sociale organisaties en internationale Ngo’s en solidariteitsbewegingen die steun boden aan de bevolking in het noordelijke departement Cajamarca die zich massaal tegen het mega-mijnbouwproject ‘Conga’ uitspraken. Het Conga-project is een uitbreiding van de goudmijn Yanacocha, de grootste van Latijns-Amerika en met een lange geschiedenis van vervuiling en mensenrechtenschendingen. Het antwoord van de regering was eenvoudig: repressie en criminalisering. Het resultaat: gewonden, trauma’s en vijf burgerdoden. De media hielp in het rechtvaardigen van de harde aanpak door protest af te wijzen als eco-terrorisme, gefinancierd door radicale Europese organisaties.

Dit scenario herhaalt zich momenteel in het Zuiden van het land. In Valle del Tambo, in het departement Arequipa, wil Southern Copper met Mexicaans kapitaal het grootschalig mijnproject Tía Maria opstarten. De grotendeels agrarische bevolking ziet echter haar toegang tot water bedreigd. Net zoals in Cajamarca vragen ze overheden om in landbouw in plaats van extractivisme te investeren. Een staking werd aangekondigd die ondertussen al 29 dagen duurt, zonder enige constructieve respons vanwege de overheid of het bedrijf.

Met een falende dialoog tussen beide partijen lijkt een 2e Conga in de maak. Het politiegeweld tegen de betogers, de regering ’s onvoorwaardelijke steun voor het bedrijf en de delegitimering en zelfs opsluiting van sociale leiders hebben alle vertrouwen in de overheid bij de lokale bevolking weggenomen.

De Ngo’s van hun kant zonden vorige week een commissie (CNDDHHCooperacción en Red Muqui) naar de regio om te luisteren naar de noden en bekommernissen van de lokale bevolking. Tegelijkertijd klonk vanuit de bedrijfswereld dat “de mensen die actie ondernemen in Tía María dezelfde zijn als in Cajamarca. Dit is een beweging tegen het land.” Ieder verzet tegen dergelijke grootschalige projecten wordt afgeschilderd als een politiek spel van enkele ‘eco-radicalen’ die de vooruitgang van het land willen remmen.

 Dit discours werd vlot opgepikt door de nieuwe eerste minister Cateriano, die het heeft over “politieke manipulatie door Ngo’s”, die ondanks hun caritatieve doelstelling, “hun financiering gebruiken om investeringen te blokkeren.” ‘Journalisten’ zoals Santillana en Esquinarila werken met veel nattevingerwerk zelfs een uitgebreide ‘axis of evil’ uit en betrekken daarbij gerespecteerde internationale spelers zoals MISEREOR. De link naar politieke strekkingen, zeker in de pre-electorale klimaat (in 2016 zijn er presidentiële verkiezingen in Peru), is nooit veraf.

Ook in Cajamarca blijven dezelfde complottheorieën goed verkopen in bepaalde kranten. Recent werd ongegrond geïnsinueerd dat Peruviaans bezoek in België in het kader van de academische week, georganiseerd door CATAPA in samenwerking met verschillende onderwijs- en sociale instellingen, in werkelijkheid een politieke campagne zou zijn in functie van “militant ecologisch radicalisme”.

Het Peruaanse middenveld, dat zich moeizaam maar met veel ijver opnieuw wist te organiseren na de destructieve impact van het Fujimori regime, krijgt het nog steeds heel hard te verduren. In een nationale context waarin haar rol in conflictpreventie en –bemiddeling meer dan nodig is, wordt internationale solidariteit ter ondersteuning van dat middenveld meer dan nodig!