Peru: mijnbouwbedrijf Yanacocha volhardt in haar agressie tegen de familie Chaupe

Latijns-Amerika’s grootste goudontginner verloor in december een rechtszaak over een terrein bij de meren van Conga, waar het bedrijf uitbreidingsplannen heeft. Desondanks gaan de bedreigingen van het bedrijf tegen de familie die het terrein bezit onverminderd door.

Deze ochtend (3 februari 2015) kreeg de advocate van de familie, Mirtha Vásquez, een wanhopige telefoon van Máxima Acuña de Chaupe, een eenvoudige boerin en symbool van het verzet tegen Yanacocha en het Conga project. Voor de tweede maal sinds het recente vonnis in het voordeel van de familie Chaupe, drong de veiligheidsdienst van Yanacocha, vergezeld van de DINOES (special forces), haar eigendom binnen. Er waren een tweehonderdtal politieagenten aanwezig en er werd in de lucht geschoten, maar fysiek geweld bleef uit. Wel werden de funderingen van een huis dat de familie er bouwt, vernietigd. De bouwwerken betekenden een grote investering voor de boerenfamilie, maar werden nu letterlijk voor hun ogen met de grond gelijk gemaakt.

Het stuk grond in kwestie belet Yanacocha haar mega-project “Conga” uit te voeren wat de vernietiging van dit brongebied in de hooglanden zou betekenen. Naar aanleiding van die grond leed Yanacocha op 17 december 2014 voor de eerste maal een juridische nederlaag. Na een proces van vier jaar besloot de rechtbank van Cajamarca dat Yanacocha’s aanspraak op het terrein “Tragadero Grande” ongegrond was. Het terrein is eigendom van de familie Chaupe, die reeds jaren gewelddadig bedreigd wordt door Yanacocha, haar privé veiligheidspersoneel, de Peruaanse politie en de DINOES. Ondanks het recente vonnis, blijft het bedrijf  de familie Chaupe beschuldigen van grondtoe-eigening.

Yanacocha verklaart in een persmededeling dat de bouwwerken in een zone buiten de eigendom van de familie gebeuren en dat het om een vreedzame ‘daad van eigendomsverdediging’ gaat. Het bedrijf klaagt dat ze onderwerp is van een lastercampagne en dat zijzelf het werkelijke slachtoffer van grondroof is.

Mirtha Vasquez, advocate van de familie, weerlegt het discours van Yanacocha. Het gaat wel degelijk om Tragadero Grande, het terrein dat door het laatste vonnis toegekend wordt aan de familie Chaupe. De invasie in dit terrein met 200 agenten en de vernieling van de bouwwerken kan dus ook niet bestempeld worden als ‘eigendomsverdediging’ noch als vreedzaam. “Ze [Yanacocha] verloren de rechtszaak. Máxima bezit dit terrein. (…) dit is een intimiderende en onrechtmatige daad in een poging de familie weg te krijgen. Gezien ze hen niet op legale wijze eruit kregen, willen ze hen op illegale manier wegkrijgen,” verklaart de advocate.

Conga: Inspectie bevestigt waterextractie door Yanacocha

Verslag door Milton Sánchez (Plataforma Interinstitucional Celendina)

Celendín, 26 januari 2015

Honderden Beschermers van de Meren van de provincie Celendín bezochten nogmaals de meren van Conga die bedreigd worden door het mijnbouwbedrijf Yanacocha via haar destructief project Conga. Deze maal verzamelden ze in sector “Huayramachay”, tussen het Perol en het Azul meer. Op deze plek kon men vaststellen dat het mijnbouwbedrijf Yanacocha 3 buisvormige waterputten installeerde die grondwater bevatten. Volgens getuigenissen van de lokale bevolking bevoorraden ongeveer 10 tankwagens zich hier van water om dan te transporteren naar de installaties van Yanacocha voor haar mijnbouwoperaties.

Het installeren van deze waterputten voor grondwater veroorzaakt een verlies van het waterpeil in de bronnen van de gemeenschap Jadibamba, evenals van het waterpeil van de rivier Jadibamba. De gemeenschapsautoriteiten kwamen overeen om een klacht tegen het bedrijf Yanacocha in te dienen alsook tegen de Administratieve Waterautoriteit (AAA) van Cajamarca and Celendín, die toestemming hebben gegeven om dit water te gebruiken voor mijnbouwactiviteiten in plaats van menselijke consumptie en landbouw, zoals de van kracht zijnde wetgeving bepaalt. Ook werd vastgesteld dat in de meren Perol en Azul geen enkele vorm van machines aanwezig was.

De nieuw verkozen autoriteit van de provincie Celendín, Jorge Luis Urquía Sánchez, vergezeld van 5 van zijn ambtenaren, woonde eveneens de vergadering bij. Ook de autoriteiten van de Regionale Overheid van Cajamarca en van het Beheer van Natuurbronnen en Milieu waren uitgenodigd maar konden niet aanwezig zijn.

De Beschermers van de Meren maakten nogmaals gebruik van hun bijeenkomst om hun solidariteit uit te drukken met de strijd van de jongeren van het land en tegen de reeds ingetrokken “Arbeidswet voor jongeren” (gekend als Ley Pulpín), alsook met de verdediging van de Marañon rivier tegenover het overheidsinitiatief om meer dan 20 mega-dammen te bouwen die duizenden hectares productieve valleigrond die voedsel aan verschillende provincies in het noorden van het land -waaronder Celendín- voorziet, onder water zou zetten.

De bijeenkomst kende geen incidenten, hoewel de nationale politie, ten dienst van het mijnbouwbedrijf als veiligheidsdienst, talrijk aanwezig was. Een honderdtal agenten werden in bussen aangevoerd en probeerden op verschillende momenten de inspectie door de Beschermers van de Meren te provoceren en onderbreken.

Auteur: Hanne Cottyn

De Volksmars ter Verdediging van Moeder Aarde in Lima: “Het klimaat verandert, verander het systeem!”

Terwijl de onderhandelaars op de COP20 cruciale knopen proberen door te hakken betreffende de ontwerptekst voor de COP21 in Parijs, namen sociale bewegingen vanuit het hele land en van over de hele wereld de straten van Lima in. De “Mars ter Verdediging van Moeder Aarde” kon op zo’n 10.000 tal deelnemers rekenen – niet indrukwekkend veel, maar toch niet mis voor een doorgaans onverschillige stad wat betreft de verdediging van het milieu. Gewapend met vlaggen, spandoeken, luide slogans, verzetsliederen en liters zonnecrème lieten inheemse groepen, campesinos, stadsvolk, gringos, vrouwen en mannen, jong en oud hun bezorgdheid over de klimaatverandering en de nood aan een systeemverandering zien en horen. 

De vreedzame optocht door de meest vervuilde stad van Latijns-Amerika werd het hoogtepunt van de vierdaagse ‘Volksbijeenkomst tegen de klimaatverandering’. De kleurrijke protestactie gaf een stem en een gezicht aan de strijders en strijdsters voor het milieu, één van de meest kwetsbare sociale groepen in het huidige Peru. In Lima blijft de rijke maar fragiele verscheidenheid aan ecosystemen en culturen van het land doorgaans toegedekt door een dominant politiek centralisme en een hardvochtig vooruitgangsdiscours dat de bevolking oogkleppen voorhoudt.

Op de Plaza San Martin, in het historisch centrum van Lima, stroomde de stoet samen en werd het woord gegeven aan sociale leiders uit verschillende regio’s waar de (voornamelijk plattelands-) bevolking zich verzet tegen het doordrijven van destructieve extractieve mega-projecten. Eén van de meest emblematische gevallen is het protest tegen het mijnbouwproject Conga en de mega-dam Chadin 2, respectievelijk gelegen bij de hooglandmeren en aan de Marañon rivier in het departement Cajamarca. Milton Sánchez, leider van de verzetsbeweging in de provincie Celendín en coördinator van de nationale ‘Volksbeweging voor het Goede Leven’, en Máxima Acuña de Chaupe, die uitgroeide tot nationaal symbool in het protest tegen de grondroof door het mijnbouwbedrijf, spraken de massa toe en riepen op tot een collectieve strijd ter verdediging van grond, water en het leven. De cajamarquinos waren in grote getalen afgezakt uit het verre noorden met de ‘Grote Volksmars’ onder het motto “Wij zijn een rivier, niet enkel druppels”.

Zondag 7 december was de nationale mars vertrokken aan de meren van Conga met een eerste stop in Cajamarca. Ondanks de systematische politietussenkomsten die de vlotte doorgang van de vreedzame mars verhinderden, kwam op dinsdag 9 december een karavaan van 4 bussen aan in Lima, na haltes in Trujillo en Chimbote waar meer mensen zich hadden aangesloten. In Lima stroomde de Grote Volksmars samen met andere verzetsbewegingen uit Cusco en Apurímac en met de internationale mobilisatie. Door het tactisch inpalmen van Lima’s meest strategische plek slaagden de cajamarquinos er in hun eisenpakket tegen megaprojecten en de criminalisering van het sociaal protest extra onder de aandacht te brengen. “El agua es un tesoro que vale más que el oro!” (“Het water is een schat die meer waard is dan goud!”).

De internationale optocht slaagde er in een luid en kleurrijk signaal te zenden door de straten van Lima. Of de onderhandelaars tot een effectiever handelen zal aanzetten is echter minder duidelijk. Vandaag leggen zij de laatste hand aan de tekst waarmee het proces in 2015 in Parijs verder zal gezet worden. In tussentijd is het aan diezelfde sociale bewegingen die woensdag hun stem lieten horen om de druk niet af te laten en de meest kwetsbare groepen, zoals de Peruviaanse boeren en inheemse groepen die kosten noch moeite bespaarden om in Lima present te tekenen, in the picture te houden.

video van colectivo Tomate die zowel in de ‘Grote Volksmars’ als de ‘Mars ter Verdediging van Moeder Aarde’ meestapten: https://www.youtube.com/watch?v=6ShSf3Hx_ME

Auteur: Hanne Cottyn

De 20ste VN-klimaattop in Lima: gebakken lucht of een sterk engagement?

Van 1 tot 12 december verzamelen delegaties van 195 landen in de Peruaanse hoofdstad Lima voor de twintigste klimaatconferentie COP20. Op het programma: de uitwerking van een nieuw klimaatverdrag dat in 2015 in Parijs moet worden goedgekeurd. Van 8 tot 11 december is er ook de Cumbre de los Pueblos frente al cambio climático, een alternatieve klimaattop waarbij het volledige internationale middenveld, inclusief CATAPA, samenkomt via nevenactiviteiten, debatten en infostands.

In Lima, en bij uitbreiding in heel Peru, zullen de komende dagen acties worden gehouden om druk uit te oefenen op de beleidsmakers van de COP20. Naast de alternatieve top is er ook de nationale volksmars, die vanuit verschillende delen van het land op 10 december zal samenvloeien met de Globale Volksmars ter verdediging van Moeder Aarde in Lima. De nationale volksmars wordt georganiseerd door de Movimiento de los Pueblos por el Buen Vivir waar CATAPA deel van uitmaakt. Al deze verschillende acties hebben echter één gemeenschappelijk doel: een verregaand én eerlijk klimaatakkoord.

Andes- en Amazonevolkeren en kleinschalige landbouwproducenten in Peru worden reeds zwaar getroffen door de klimaatveranderingen. De ‘Movimiento’ en CATAPA eisen dan ook dat de COP20 en de alternatieve top luisteren naar de verzuchtingen van deze kwetsbare bevolkingsgroepen en dat ze rekening houden met hun ervaringen en voorstellen.

Een heuse krachttoer

Met de keuze voor Peru als gastland heeft de VN wel voor een heel dubieuze kandidaat gekozen. Van een gastheer voor een internationale klimaatconferentie kan je op zijn minst verwachten dat het zelf het goede voorbeeld geeft. Niets is minder waar, de regering in Lima blinkt uit in het nemen van desastreuze maatregelen voor mens en natuur.

Desondanks moet Lima het toneel worden van verregaande maatregelen in de strijd tegen de opwarming van de aarde en al zijn kwalijke gevolgen. De beslissingen zullen de basis vormen voor een ultiem internationaal klimaatverdrag dat in 2015 in Parijs gesloten moet worden voor de periode na 2020.

Eerder werd al beslist dat elk land zijn eigen klimaatdoelstellingen moet formuleren tegen begin volgend jaar. Over de inhoud van zo’n plan zijn ze het echter nog niet eens. Heel wat landen eisen een fair systeem waarbij de vervuilende landen een grotere inspanning leveren dan de minder ontwikkelde landen. Velen onder hen hebben reeds te kampen met de kwalijke gevolgen van de klimaatveranderingen en zij eisen dat hiermee rekening gehouden wordt. Al deze nationale klimaatdoelstellingen moeten er samen voor zorgen dat de globale 2-gradendoelstelling wordt gehaald. Er is namelijk een ruime wetenschappelijke en politieke consensus dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot maximum 2 graden. Tot die grens zouden de gevolgen van de opwarming beheersbaar blijven. ‘Zouden’, want helemaal zeker is dat niet.

Ook op de volgende vragen moeten de delegaties antwoorden vinden: hoe beoordelen we elkaars nationale klimaatdoelstellingen en de uitvoering(en) ervan? Welke sleutelelementen zullen overblijven die de basis moeten vormen voor het verdrag in Parijs 2015? En tot slot: welke landen zullen bijdragen aan het Groen Klimaatfonds dat projecten en programma’s steunt in ontwikkelingslanden in hun strijd tegen de klimaatverandering?

De schaamte voorbij

Ondanks het (toegewezen) voorzitterschap van de 20ste VN-klimaattop keurde het Peruaanse parlement eerder deze zomer een pakket economische maatregelen goed die de economie van het land moeten reactiveren. Dit ten koste van mens en milieu. Buitenlandse investeerders voor grote projecten, voornamelijk in de mijnbouw, krijgen voortaan vrij spel en kunnen rekenen op een fiscaal gunstregime zonder al te veel administratieve procedures.

Deze maatregelen worden aanschouwd als een frontale aanval op alle verworvenheden van milieu-autoriteiten uit het verleden en het grondbezit van boeren- en inheemse gemeenschappen. Het Peruaanse milieubeleid wordt dan ook volledig uitgehold. Vele gemeenschappen blijven nog maar eens met lege handen achter. Zij zien hun rechten op land en water door de vingers glippen en in de schoot terechtkomen van buitenlandse investeerders voor megaprojecten. Laat dit destructieve beleid alvast geen voorbode zijn voor een klimaatakkoord dat de harmonie tussen mens en aarde moet herstellen.

IJdele hoop?

Voor de eerste maal in de geschiedenis van de ‘Conference of the Parties’ zullen ook vertegenwoordigers van Inheemse volkeren deel uitmaken van de organisatie van de klimaatconferentie. Het is te hopen dat door hun aanwezigheid enkele brandende vraagstukken uitvoerig besproken zullen worden zoals de land- en territoriale rechten, de beschermde gebieden en de sociale vraagstukken met betrekking tot klimaatveranderingen.

Daarnaast hebben in de aanloop naar de klimaattop de twee grootste vervuilers ter wereld, de VS en China, een overeenkomst gesloten waarbij de eerste tegen 2025 de uitstoot van zijn broeikasgassen wilt verminderen met 26 à 28 procent in vergelijking met 2005. China zal vanaf 2030 zijn CO2-uitstoot niet meer laten stijgen. Of deze ‘eerder bescheiden’ doelstellingen er ook voor zorgen dat beide landen zullen instemmen met een bindend klimaatverdrag is nog maar de vraag.

CATAPA voorop in de strijd!

CATAPA gaat de komende weken volop mee druk uitoefenen op de delegaties van de  COP20 voor een eerlijk en verregaand klimaatakkoord. Zo zal CATAPA aanwezig zijn op de alternatieve klimaattop, de nationale volksmars, de Globale Volksmars ter verdediging van Moeder Aardeetc. De tijd van dromen is voorbij, er moeten grote passen vooruit gezet worden (in de strijd tegen de klimaatveranderingen). De realiteit eist actie! We zijn de Peruaanse boer en de toekomstige generaties ambitieuze en eerlijke klimaatdoelstellingen verschuldigd die vervolgens in de praktijk worden omgezet.

Auteur: Bart Carlier

Het bloedbad van Bagua: het Peruviaanse rechtssysteem op de proef gesteld

Het bloedbad van Bagua: het Peruviaanse rechtssysteem op de proef gesteld
LIMA, 16 mei (IPS) – In Peru is de rechtszaak tegen 52 inheemse en mestizo activisten van start gegaan. Deze activisten waren in 2009 betrokken bij het bloedbad van Bagua, een stad in het Noordoosten van Peru. De rechtszaak zal een test zijn voor de onafhankelijkheid en de rechtvaardigheid van het rechtssysteem in het land.

Het mondelinge gedeelte van de rechtszaak is begonnen op woensdag 14 mei 2014 in de noordelijke regio Amazonas en de volgende zitting ging door op 26 mei. De beklaagden zijn inheemse leiders en inwoners die betrokken zijn bij de confrontatie tussen de veiligheidsdiensten en de manifestanten op 5 juni 2009. Deze confrontatie eiste 34 doden – 24 politieagenten en 10 burgers – en ongeveer 200 gewonden. Inheemse bewoners van de regio Amazonas blokkeerden al 60 dagen een weg en eisten de intrekking van enkele decreten die waren goedgekeurd door de regering van Alan García (2006-2011). Deze decreten schonden enkele grondwettelijke rechten en vormden een bedreiging voor het grondbezit van de inheemse bevolking.Verschillende van deze decreten werden later terug ingetrokken, maar de incidenten zelf haalden de voorpagina’s van vele Peruaanse kranten en de zaak heeft over de hele wereld weerklank gekregen.

De 53 inheemse en mestizo activisten, waarvan vorig jaar al iemand overleden is, riskeren celstraffen van 6 jaar tot levenslange opsluiting, zei Juan José Quispe aan het persagentschap IPS. Enkel de inheemse activisten, en dus niet de politieagenten, staan terecht. worden José Quispe is een van de advocaten van de beklaagden en lid van het onafhankelijke Instituto de Defensa Legal (IDL). “Tot nu toe heeft het openbaar ministerie de 12 politiemannen die ook betrokken waren bij het geweld nog niet in verdenking gesteld”, zei Quispe aan IPS. Het openbaar ministerie eist evenwel een levenslange opsluiting voor zeven van de 52 burgers.

Een van deze zeven burgers is de inheemse leider Alberto Pizango. Pizango is voorzitter van Aidisep (Asociación Interétnica de Desarrollo de la Selva Peruana) en deed destijds de oproep tot de manifestaties in het Amazone gebied.“Wij houden ons aan het mandaat dat het volk ons gegeven heeft”, zei Pizango tegen IPS enkele dagen voor de start van het proces. Na het bloedbad van Bagua vluchtte Pizango naar Nicaragua, maar in 2010 keerde hij terug. De andere beklaagden die een levenslange opsluiting riskeren zijn Santiago Manuim, Héctor Requejo, Ronald Requejo, Danny López, Feliciano Cahuasa y Joel Shimpukat.

Volgens advocaat Quispe doen er zich al van bij het begin van het proces onregelmatigheden voor. Zo weigerde de rechtbank de eis van de verdediging om ex-president García en enkele van zijn toenmalige ministers te verhoren. “De rechtbank liet weten dat ze hen niet wou verhoren aangezien het geen getuigen van de feiten waren”, zei Quispe. “Toch is dit een zaak die politieke gevolgen heeft”.

Een cruciaal aspect van de zaak is of de regering afwist van een brief van de inheemse leiders aan het commissariaat van de lokale autoriteiten. In deze brief zouden de Inheemse leiders, één dag voor het bloedbad, laten weten hebben dat ze zich geweldloos zouden terugtrekken uit de Curva del Diablo regio (of de regio van de ‘Duivelsbocht’). Volgens de inheemse leiders was er al een akkoord bereikt met het hoofd van de politie: wanneer het bevel tot ontruiming van de blokkade uit Lima zou toekomen, dan zouden de activisten op voorhand verwittigd worden zodat ze zich geweldloos konden terugtrekken. Maar op 5 juni 2009, om 5 uur in de ochtend, begonnen 600 zwaar uitgeruste politiemannen met de ontruiming van de Curva del Diablo, het stukje van de snelweg die de kust verbindt met de voornaamste gemeenschappen van het Amazonewoud in het noorden van het land.

Op dat moment bezetten inheemse Awajun ook het zesde petroleumstation. Eenmaal ze te horen kregen dat de repressie in de Curva del Diablo doden eiste, beslisten ze om wraak te nemen op een groep politiemannen bij het petroleumstation.

Tijdens de eerste hoorzitting van het proces had de rechtbank geen tolken voorzien die de Awajun taal meester waren. “Volledige namen van de beklaagden moesten opgeschreven worden, zo ook de geboorteplaats, hoeveel kinderen ze hadden en hoeveel geld ze verdienden”, zegt Quispe aan IPS. “Uiteindelijk was het Merino Trigoso, een van de inheemse leiders, die moest tolken”, benadrukte Quispe. Het ontbreken van een tolk zorgde er echter voor dat het lezen van de aanklachten werd uitgesteld. De 14 advocaten van de verdediging, aangesteld door het IDL, Aidisep en het Katholieke Vicariaat, eisten namelijk een vertaling van de aanklachten naar het Awajun.

Volgens Quispe heeft de voorzitter van het proces, Gonzalo Zabarburu, nog een fout gemaakt. Hij zou een van de beklaagden huisarrest gegeven hebben in andere stad dan hij eerder al was toegewezen door een andere rechter. “Door deze willekeur zal de beklaagde een nieuwe huis moeten zoeken, alle papierwerk en nodige stappen ten spijt die hij had verricht om aan de uitspraak van de andere rechter te voldoen”, legde Quispe uit.

Cahuasa wordt verdacht van moord op Felipe Bazán, een majoor van de Peruviaanse politie, tijdens de gebeurtenissen in Bagua. Hoewel de Peruviaanse wet voorschrijft dat men niet langer dan 3 jaar in de gevangenis mag zitten zonder proces, heeft Cahuasa bijna vijf jaar vastgezeten. De verdediging is er uiteindelijk in geslaagd dat hij uit de gevangenis mocht en huisarrest kreeg.

De rechter maakte ook de riskante beslissing om een van de beklaagden, Trigoso, te laten overplaatsen naar een ander commissariaat in plaats van hem te laten wachten in een zaal van het gerechtsgebouw tot de zitting weer begon. Trigoso werd geëscorteerd door enkele politiemannen terwijl er buiten een misnoegde menigte van inheemse aanhangers stond te wachten“Er kon heel wat fout lopen, en dat allemaal door een absurde beslissing van de rechters”, zei Quispe. Maar er gebeurde geen ongelukken.

Een van de eerste lessen die de inheemse gemeenschappen hebben geleerd uit de Bagua incidenten is om “de grote protesten om te zetten in grote ideeën en voorstellen, en om deze op hun beurt te veranderen in dé grote actie: het volledig uitoefenen van het zelfbeschikkingsrecht door het volk”, zei Pizango aan IPS. “De mensen zullen geen wegblokkades meer optrekken, aangezien ze nu weten tot wat de Peruviaanse overheid in staat is. Als je beslist om de stem van het volk te vertolken en dat volk ook te verdedigen, dan haal je agressie, kogels en een systeem van desinformatie op de hals”, voegde Pizango er aan toe.  Inheemse volkeren wordt via deze weg volledig ontmoedigd om hun territoria te verdedigen. Vaak riskeren ze hierbij rechtstreeks hun leven.

Auteur: Milagros Salazar

Vertaald door Bart Carlier en Charlotte Christiaens

Bronnen:

http://www.amnesty.org/en/news/peru-five-years-bagua-violence-and-still-no-justice-victims-2014-06-05 

http://www.amnesty.org/en/news/peru-five-years-bagua-violence-and-still-no-justice-victims-2014-06-05

http://www.alterinfos.org/spip.php?article6516 

http://news.mongabay.com/2014/0515-hance-bagua-trial.html 

http://www.globalissues.org/news/2014/05/16/18685 

Internationale oproep tegen criminalisering protest Conga

Meer dan 50 organisaties wereldwijd hebben een verklaring ondertekend tegen de criminalisering van het protest tegen het mijnbouwproject Conga.

Het project, in handen van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining, beoogt de exploitatie van goud- en koperreservers in het departement Cajamarca (Peru). Deze geplande uitbreiding van de huidige Yanacocha goudmijn, momenteel de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, leidde tot massale protesten van de lokale bevolking. Gevreesd wordt dat de waterhuishouding van de regio zal worden aangetast, met bijzonder zware gevolgen voor landbouwactiviteiten van deze rurale regio.

Conga is een zaak van staatsbelang. Het project heeft een waarde van maar liefst 4,8 miljard USD. Voor de Peruaanse staat is het massale verzet een doorn in het oog. Het protest ontstond in november 2011 en intensifieerde het jaar nadien. In juli 2012, na een maandenlange regionale staking, werden 5 manifestanten doodgeschoten tijdens een protestactie in Celendín en Bambamarca. Het protest te Cajamarca is nog steeds aan de gang; Conga werd een symboolcase voor de meer dan 200 sociale conflicten in Peru.

De jarenlange criminalisering van het protest tegen Conga is problematisch. Vijf doden en honderden gewonden, arbitraire aanhoudingen en juridische vervolgingen van sociale leiders, de militarisering van de regio, …, de criminalisering van het Congaprotest omvat zowat alle mogelijke strategieën.

Deze week vond de Algemene Vergadering van mijnbouwreus Newmont Mining plaats. Een mooie gelegenheid om het bedrijf nog eens ter verantwoording te roepen. Newmont staat wereldwijd gekend om zijn gebrek aan lokaal overleg en draagvlak bij de implementering van mijnbouwprojecten. De struisvogelpolitiek van dit bedrijf laat zich duidelijk zien in Cajamarca. Men ontloopt alle verantwoordelijkheid en weigert de roep van de lokale bevolking te aanhoren.

Met deze verklaring roepen we de Peruaanse staat en mijnbouwbedrijf Newmont Mining op om niet langer blind te blijven voor de onrust te Cajamarca en de lokale bevolking te raadplegen. We verwerpen iedere criminalisering van het sociaal protest en eisen rechtvaardigheid voor al het geleden onrecht.

Auteur:

Het extractivistisch economisch model – over James Anaya en Milton Sánchez

“Peru is nu eenmaal een mijnbouwland”

Zei de Peruaanse ambassadeur tegen Milton Sánchez te Genève. Milton Sánchez Cubas, een van de voornaamste verzetsleiders tegen het mijnbouwproject Conga en voorzitter van de koepelorganisatie PIC, was in Genève op uitnodiging van de VN. Vrijdag 13 september getuigde hij er over de criminalisering van het sociaal protest tegen het Conga project. Conga is een uitbreiding van de 20 jaar oude Yanacocha mijn, de tweede grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Het gebrek aan lokaal draagvlak voor Conga leidde tot massale protesten in Cajamarca.

Na zijn getuigenis op de 24ste sessie van de Human Rights Council van de Verenigde Naties sprak Milton met de Peruaanse ambassadeur te Genève. De ambassadeur verwees naar de geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land; “de Spanjaarden trokken 500 jaar geleden ook naar ons land voor het goud”, zei hij. En nog steeds trekken buitenlandse multinationals in grote getale naar Peru. Om het land nog aantrekkelijker te maken voor buitenlands kapitaal werd recent een wetswijziging goedgekeurd die de afhandeling van een Environmental Impact Assessment (EIA) op minder dan 100 dagen (!) toelaat. De Peruaanse staat rekent dan ook op deze buitenlandse investeringen, meer dan 50% van de Peruaanse export komt van de mijnbouwactiviteiten in het land. Het extractivistisch discours van de ambassadeur hoeft dus niet te verbazen, hij vertegenwoordigt immers de Peruaanse staat in Genève. “Maar wie heeft dit ooit vastgelegd, dat Peru een mijnbouwland is? Staat dit ergens in een wet beschreven? Kwam de internationale gemeenschap ooit samen om af te spreken dat Peru een mijnbouwland is?”, reageerde Milton cynisch.

Op uitnodiging van Catapa kwam de verzetsleider uit Celendín na zijn bezoek aan de VN naar België. Later hoorden we van Milton dat zijn bezoek aan Europa heel onzeker was. Hij heeft immers meer dan 40 klachten tegen zijn persoon lopen, een vaak geziene strategie van criminalisering door de staat en mijnbouwbedrijven. Op de dag van zijn vertrek naar Europa werd hij opgeroepen door het Peruaanse gerecht. Mogelijks volgt een arrestatie bij zijn terugkeer naar Peru.

Op maandag 16 september trokken we met hem naar verschillende Belgische NGO’s. Het Conga project en het bijhorende protest is bij vele NGO’s een gekende case, het was een uitgelezen kans om kennis te maken met een van de belangrijkste sociale leiders uit Cajamarca. Milton Sánchez sprak over het problematische karakter van het Conga project; over de frauduleuze goedkeuring van het EIA, over de bedenkelijke reputatie van mijnbouwbedrijf Newmont Mining, over het gebrek aan lokale raadpleging, over de criminalisering van het sociaal protest, … .

Zelfbeschikking over grondstoffen

Een week voor de komst van Milton Sánchez naar Europa stelde James Anaya, speciaal VN-rapporteur voor de rechten van inheemse volkeren, zijn verslag betreffende inheemse volkeren en extractieve industrieën voor. Hoe verhouden inheemse volkeren zich tot (grootschalige) mijnbouw?

Hij stelt dat de inheemse volkeren omwille van hun negatieve ervaringen met grote mijnbouwprojecten heel vaak wantrouwig staan tegenover de extractieve industrie. Maar, verduidelijkt hij meteen, de belangen van inheemse volkeren en de mijnbouwindustrie zijn niet per definitie tegenstrijdig.

  • De ontginning van grondstoffen in het grondgebied van inheemse volkeren zou door eigen bedrijven of initiatieven moeten gebeuren.
  • Indien deze volkeren niet over de nodige middelen en kennis beschikken, kunnen ze de hulp inroepen van de staat of de internationale gemeenschap.
  • Bedrijven moeten er alles aan doen om de mensenrechten te vrijwaren tijdens de uitvoering van hun plannen, vervolgt hij.
  • De staat moet erover waken dat inheemse volkeren betrokken worden bij de planning en implementering van mijnbouwprojecten.

Het rapport is wederom op hetzelfde extractivistisch discours gestoeld, het recht op alternatieve economische ontwikkeling komt jammer genoeg nauwelijks ter sprake. Het zelfbeschikkingsrecht bij Anaya gaat vooral over het recht op ontginning door de gemeenschappen zelf. Zelfbeschikking over grondstoffen gaat echter óók over het recht om niet te kiezen voor het extractivistisch model, zelfbeschikking gaat ook over het recht op een alternatieve economische ontwikkeling. Zoals Milton Sánchez het zo helder verwoordde; wie heeft er ooit bepaald dat extractivisme (voor inheemse volkeren) het enige succesvolle en haalbare economische model is?

Auteur:

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Conga in de startblokken – het conflict naar een nieuw hoogtepunt?

Mijnbouwproject Conga in Cajamarca staat on hold, dat was de boodschap van president Humala na de intensifiëring van het lokale protest in de lente van 2012. Vijf dodelijke slachtoffers, honderden gewonden, juridische vervolging van sociale leiders en manifestanten, militarisering van de regio, …, Conga werd dé emblematische probleemcase van de Peruaanse regering en Newmont Mining. Humala bleek niet in staat het groeiend aantal sociale conflicten in Peru aan te pakken. Bovendien circuleerden de geruchten dat een aantal investeerders van Newmont zich vragen stelden bij het Conga-project, en dan vooral bij het gebrek aan sociaal draagvlak. Daarom besloot men Conga even on hold te zetten, in slaapstand.

Het gewenste effect bleef niet uit. Ook het protest viel stil. Nog steeds hoorde men dezelfde boodschap ‘Conga no va’, maar iets minder luid. Het schrikbewind van Lima hield mensen thuis, men ging niet langer de straat op. Maar in alle stilte gingen de werken in Conga gewoon door. De guardianes de las lagunas, boeren die in of nabij het concessiegebied Conga wonen, maakten melding dat men volop voortbouwde aan de waterreservoirs. Maar deze boodschap blaasde het lokale verzet geen nieuw leven in. Het grote protest bleef uit, in Lima wreef men zich in de handen.

Op zaterdag 25 mei benadrukte president Humala dat er dit jaar niet veel sociale conflicten woeden in het land. “Dankzij het werk van de Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad slaagden we erin om sociale conflicten te deblokkeren. Dit jaar hebben we geen grote conflicten gehad rond mijnbouw.” Hij voegde hieraan toe dat de consultatiewet “een instrument is om te komen tot sociaal aanvaardbare investeringen, en niet om investeringen te blokkeren.” Ten slotte gaf hij aan dat “het Conga-project in volle ontwikkeling is. De bouw van de reservoirs , één van de eisen van onze regering jegens Newmont, geven het nodige vertrouwen aan dit project.” Dit communicatie-offensief kwam niet onverwacht, het recente dipje in de grondstoffenmarkt en de mijnbouwconflicten in Espinar, Cañaris en Cajamarca zorgde voor enige twijfel bij mijnbouwbedrijven.

Op maandag 27 mei verscheen in de krant La República een groot interview met Javier Velarde, general manager van mijnbouwbedrijf Yanacocha. Daarin gaf hij duidelijk aan welke werken in Conga reeds plaatsvonden en wat er gepland staat in de nabije toekomst, o.a. de bouw van een nieuw reservoir ter vervanging van het bergmeer El Perol. “We zullen niet wachten tot de volgende lokale verkiezingen van 2014 om verder te gaan met het Conga-project”, zei hij.

De boodschap van Humala en Velarde kwam hard aan in Cajamarca. Het Conga-project is in volle ontwikkeling, binnenkort starten de werken aan het cultureel en ecologisch belangrijke bergmeer El Perol.  Een groot aantal comuneros, mensen uit lokale gemeenschappen, trokken op 28 mei naar het bergmeer om er een kamp op te slaan. Onderweg werden ze onderschept door de DINOES, een speciale eenheid binnen de Peruaanse nationale politie. Deze worden ingehuurd door mijnbouwbedrijven ter beveiliging van het terrein. Het kwam tot een confrontatie tussen de comuneros en de agenten waarbij meerdere manifestanten zwaargewond raakten. In een perscommuniqué van de Peruaanse politie benadrukte men dat er alleen rubberkogels en traangasgranaten werden gebruikt. Marco Arana, Milton Sánchez en Edy Benavides, belangrijke verzetsleiders tegen het Conga mijnbouwproject, veroordeelden onmiddellijk het buitensporige geweld tegen manifestanten en de samenzwering tussen de Peruaanse staat en de mijnbouwbedrijven.

Wat nu?

Een referendum over het mijnbouwproject zal dan toch niet plaatsvinden. In februari lanceerde het Comando Unitario de la Lucha, de groep van voornaamste verzetsleiders van regio Cajamarca, het idee om een referendum over Conga te organiseren. Zo kon men het gebrek aan sociaal draagvlak voor het project voor eens en altijd vastleggen. Na de aankondiging van het referendum kwamen hevige reacties vanuit de Peruaanse regering en het mijnbouwbedrijf Yanacocha; een referendum zou illegaal zijn en een slecht precedent scheppen.

Daarom organiseert het verzet nieuwe manifestaties. Op 4 juni plant men een actie in Cajamarca tegen het Conga mijnbouwproject. Op 17 juni wil men met verschillende delegaties uit de provincies Hualgayoc en Cajamarca opnieuw naar het bergmeer El Perol trekken. Uit vrees voor repressieve acties van de Peruaanse politie vragen de sociale leiders respect te hebben voor de geplande manifestatie.

De woorden van Humala en de aankondiging van de werken aan het mythische bergmeer El Perol drijven het conflict mogelijk tot een nieuw hoogtepunt. De tijdelijke stopzetting van werken in Conga bleek een halve waarheid; het eerste reservoir is bijna klaar, binnenkort start men met de bouw van het tweede reservoir. Conga staat in de startblokken, de vernietiging van El Perol kan wel eens het point of no return zijn. Dit beseft men ook in Cajamarca. Het verzet spreekt sterke taal  en weigert zich neer te leggen bij de eenzijdige beslissingen van de Peruaanse staat en het Newmont Mining.

Catapa is solidair met de lokale bevolking van Cajamarca. !Conga no va!

Referendum over Conga? Oplossing niet in zicht

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Begin deze maand maakte het Comando Unitario de lucha de Cajamarca, een verzameling van de belangrijkste verzetsleiders te Cajamarca, bekend dat men een referendum (Consulta) over de implementatie van het Conga-project wil organiseren op 7 juli 2013. Het referendum is gepland in de steden Celendín en Bambamarca en zal de toekomst van het project bevragen. Het belang van een referendum over het Conga-project mag niet worden onderschat. Het maakt immers officieel wat velen reeds aanvoelen, dat er geen sociaal draagvlak is voor het Conga-project in Cajamarca. Het volledige gebrek aan sociale legitimiteit kan voor heel wat imagoschade zorgen, niet alleen voor Minera Yanacocha, maar ook voor de Peruaanse staat.

Einde conflict nog niet in zicht

Het conflict woekert ondertussen gewoon door. De zogeheten ‘opschorting’ van de werken in het concessiegebied, om de druk af de ketel te halen en dialoog mogelijk te maken, wordt door vele bronnen nog steeds ontkend. Marco Arana verduidelijkte dat “de werken aan 2 waterreservoiren nog steeds gewoon doorgaan.” Bovendien is het nog steeds muisstil rond de bemiddelingspogingen van geestelijken Garatea en Cabrejos en blijft het aanklachten regenen tegen manifestanten en bewoners van het concessiegebied, waaronder de familie Chaupe. Het betreft een van de weinige families die nog niet zijn vertrokken uit het concessiegebied, wat hen al veel heeft gekost. Deze familie werd reeds meermaals fysiek en psychologisch bedreigd, en werd in oktober 2012 veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijk en een boete van 200 Nieuwe Peruaanse Soles met betrekking tot een landconflict met het mijnbedrijf. (een getuigenis van de bedreigingen jegens deze familie: http://www.youtube.com/watch?v=KL-iw6aNW50).

Het Comando Unitario de lucha de Cajamarca kondigde enkele dagen geleden een 3-daagse actie in het concessiegebied van de Conga-mijn aan. In een persconferentie riep Edy Benavides, verzetsleider uit Bambamarca, de bevolking van regio Cajamarca op massaal af te zakken naar Conga. Aan zijn zijde maakte Marco Arana, leider van politieke partij Tierra y Libertad en ecoligist van het eerste uur, duidelijk dat de actie te Conga geen provocatie is. “De bergmeren behoren immers toe aan de bevolking”, zei hij. “Provoceren is het weigeren van toegang tot de Conga-zone en de installatie van gewapende troepen”, voegde hij eraan toe. In november 2011 liep een manifestatie in het gebied uit de hand toen bewakingsagenten buitensporig geweld gebruikten. Verschillende manifestanten raakten zwaargewond, waaronder 1 lokale verzetsleider die zijn oog verloor.

Het verzet tegen het Conga-project is nu reeds meer dan 18 maanden aan de gang.

Río Blanco: Oproep tot een duurzame ontwikkeling zonder mijnbouw

Het conflict rond het geplande mijnbouwproject Rio Blanco in het Noorden van Peru (de centrale casus van de internationale ‘no-go zones’-campagne uit 2010), kwam in de schaduw te staan van de conflicten in Cajamarca (Conga) en Cañaris.  Desondanks blijven de geruchten dat het bedrijf zijn activiteiten terug zal hervatten, voor ongerustheid zorgen in de regio.

Op 9 februari nam het  “Frente por el Desarrollo Sostenible de la Frontera Norte del Perú (FDSFNP)”, dat de autoriteiten, comunidades, rondas campesinas en sociale organisaties van de provincies Ayavaca en Huancabamba (Piura) en San Ignacio en Jaén (Cajamarca) vertegenwoordigt, zelf het initiatief om de dialoog op te nemen met de regionale afdeling van  het “Oficina Nacional de Diálogo y Sostenibilidad (ODNS)” in Piura. Dit laatstgenoemde overheidsorgaan werd in augustus 2012 opgericht om de dialoog tussen regering en burgers te bevorderen en preventief op te treden inzake sociale conflicten.

Het Frente stapte naar de regionale afdeling van ODNS om een dialoog op te starten, en een escalatie van het conflict, zoals in Cañaris, te vermijden.  Sinds het begin van het conflict tussen het bedrijf en de lokale gemeenschappen in 2003, vielen er al 7 doden, en vele gewonden.

In de bijeenkomst benadrukte het Frente dat ze de legitieme gesprekspartners zijn. En niet de parallelle organisaties, die met steun van het mijnbouwbedrijf, ten onrechte naar voor worden geschoven als gesprekspartners. Via de parallelle organen en andere activiteiten van het bedrijf in de regio, tracht men valselijk, het vereiste ‘sociale draagvlak’ voor het project aan te tonen en verdeeldheid te zaaien binnen de gemeenschappen.
Daarnaast werd er in de ontmoeting nogmaals aandacht gevraagd voor de mogelijke gevolgen van mijnbouw in de paramos en nevelwouden in de bergen van Piura. Het aantal verleende concessies blijft stelstelmatig stijgen in dit ecologisch waardevolle gebied.  Er werden vraagtekens geplaatst bij de bredere plannen om van deze biodiverse regio, in het brongebied van de Amazone, een groot mijnbouwdistrict te maken.  De exploitatie van deze gebieden zullen dramatische gevolgen hebben voor de  natuurlijke rijkdom, de watervoorziening van de regio’s en het dagelijkse leven van de bevolking.

De representanten riepen  het ONDS op om rekening te houden met de talrijk uitgevoerde technische en wetenschappelijke studies rond de sociale en ecologische impact van Rio Blanco, die de huidige mijnbouwplannen in het gebied afraden.  Daarnaast herinnerde het Frente er nogmaals aan dat het bedrijf nog steeds illegaal opereert op de communale gronden en aldus geen recht hebben tot exploitatie. De  volksraadpleging op 16 de september 2007 indachtig, waarbij  toekomstige mijnbouwactiviteiten door 95% van de bevolking werd verworpen. Het ONDS nam een afschrift met de alle argumenten tegen het project in ontvangst, en vroeg de ondersteunende documenten op.

Een voorstel tot duurzame ontwikkeling

De representanten van het Frente gaven een duidelijke boodschap mee. Ze beklemtoonden niet tegen ontwikkeling te zijn. En pleitten voor dialoog én ontwikkeling. Echter, voor een ander soort ontwikkeling die duurzaam is en die een goed en vreedzaam samenleven voor iedereen mogelijk kan maken.  Men nodigde de competente overheidsdiensten uit om samen met de regionale overheden, lokale overheden, comunidades en rondas campesinas, aan tafel te gaan zitten. Om na te denken rond een duurzaam ontwikkelingsplan.  Om duurzame projecten uit te werken en te implementeren, die samen kunnen deel uitmaken van een ontwikkeling, die niet gestoeld is op extractivisme.

Auteur: Kim Claes