Een bewogen week voor CATAPA

Vrijdag 5 juni bereiken ons enkele onrustwekkende telefoons uit Peru. De hel lijkt uitgebroken, de chaos is totaal. Vrijdagavond werd met een aantal Catapistas een pijnlijke stand van zaken opgemaakt; waar we al drie jaar voor vrezen, is gebeurd, en dat op een brutalere manier dan ooit gedacht.

Vanaf het eerste moment verschilt de berichtgeving bron per bron. Er wordt gegoocheld met aantallen doden en gewonden. De overheid maakt die avond een balans op : 3 dode inheemsen en 11 doden bij de politie. Marij en Thomas, onze Zuidmedewerkers ter plaatse waren de enige internationale aanwezigen en hebben foto’s van 8 lijken… Dit kan gevaarlijk worden voor onze Zuidmedewerkers; ‘ze weten te veel’, was de analyse, onmiddellijke evacuatie was de actie.

Zaterdagochtend maken we opnieuw een balans op.
1. Snelle internationale actie kan van levensbelang zijn voor velen.
2. Hun informatie vrijgeven kan niet alvorens onze Zuidmedewerkers in veiligheid zijn.

De evacuatie

Zondag, nadat Marij en Thomas in Lima zijn toegekomen, wordt in samenspraak met Buitenlandse Zaken, de Ambassade, de familie, de stuurgroep van CATAPA en enkele mensenrechtenorganisaties in Lima, besloten onze Zuidmedewerkers zo snel mogelijk te repatriëren. Tussen de beslissing tot repatriëring en hun aankomst in België leggen ze zoveel mogelijk anonieme getuigenissen af bij mensenrechtenorganisaties in de hoofdstad.

(Inter)nationale acties

Volgende acties worden ondernemen, achter de links vind je de (voorlopige) resultaten :
1. Een 4-talig persbericht met een stand van zaken en het standpunt van CATAPA.
2. Opvolging van de actualiteit en bekendmaking van het feitenrelaas en de foto’s van Thomas en Marij via pers en onze website.3. Een brief (Spaans) aan de president Alan García met de vraag het geweld onmiddellijk te stoppen en de dialoog te hervatten. Voorlopig zonder antwoord.
4. Een briefschrijfactie van Avaaz en Amazon Watch mee bekend maken.
5. Een brief vanuit het netwerk EU-CAN en FOEE (pdf) om de link met vrijhandel en het Europees Associatieakkoord duidelijk te maken.
6. Een vraag aan de Europese Raad om snel het geweld te veroordelen ism het Platform Europa Peru.
7. Een tekst voor de Internationale Arbeidsorganisatie om zich uit te spreken over het geweld in Peru in samenspraak met ACV en Wereldsolidariteit.
8. De vraag onze Minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht snel stelling te laten innemen ism 11.11.11.
9. Een internationale persconferentie ism het Platform Europa Peru waarop onze Zuidmedewerkers hun getuigenis brachten.
10. Een publieke info-avond in Antwerpen en Gent.
11. Een publieke actie aan de Ambassade van Peru mee bekend maken.
De solidariteit bij de Catapistas is groot, de efficiëntie en de realisaties des te grootser. CATAPA is een gesmeerde machine. 10-tallen dankbetuigingen uit Peru en wereldwijd overstelpen ons. Tot 17 000 mensen per dag bezoeken onze website.Bij deze danken we ook graag de 10-tallen vrijwillige medewerkers die hebben geholpen of hun hulp hebben aangeboden. Dankzij de lange dagen en nachten met veel werk hebben we aangetoond dat mijnbouw Noord en Zuid beweegt … en we soms meer kunnen dan we denken.

Auteur: Daan Janssens

Het protest van de Amazone bevolking!

Het protest van de Amazone bevolking!

Sinds 9 april is hier in Peru een protestactie bezig van de Amazone bevolking tegen het beleid van Alan Garcia. De inheemse bevolking eist dat enkele recent gestemde wetten worden ingetrokken. Deze wetten maken het nog makkelijker om natuurlijke hulpbronnen zoals hout, mineralen en petroleum te ontginnen. De ‘Indianen’ verwijten Garcia het land en zijn rijkdommen weg te geven aan multinationale bedrijven en uiten een noodkreet voor het behoud van de Amazone.

Toen Nicanor ons een weekje geleden vertelde dat hij op het punt stond naar een vergadering te vertrekken waar de Rondas Campesinas hun steun gingen betuigen aan de protestacties van de inheemse bevolking was onze reactie onmiddelijk: “Mogen we mee?” Zijn antwoord zoals altijd: “Natuurlijk, maar ik vertrek wel binnen een half uurtje.” Hals over kop onze dingen afhandelen, onze helmen gaan halen, even gaan tanken -want we gingen met de moto – en weg… Een plotse beslissing die de rest van onze week grondig zou beïnvloeden.

Onze ontvangst was niet erg hartelijk. De inheemse bevolking staat zeer skeptisch tegen de intrede van buitenlanders. Voor hen staan buitenlanders gelijk aan buitenlandse bedrijven en de roofbouw op de Amazone. Na ons te hebben voorgesteld werden we aanvaard. De sfeer bleef gespannen want per slot van rekening was er een strijd gaande. Op enkele honderden meters zaten een 500 tal ‘Indianen’ bijeen in het colloseum van bagua, ongeduldig te wachten op verdere instructies voor de strijd. In de vergadering vielen soms harde woorden omdat de Rondas graag wilden helpen, maar tijd nodig hadden om zich te organiseren. De inheemse bevolking daarentegen wil actie. Zij zitten hier samen reeds twee weken protestmarsen te doen door de ‘stad’, maar slagen er niet in de aandacht van de overheid te trekken. Ze hebben nood aan een meer radicale actie – het plan is een brug te bezetten die de verbindingsweg is tussen de kust en het regenwoud – maar ze hebben meer volk nodig om de verzamelde militairen, voor de brug, te verschalken. Ze zullen nog even moeten wachten. Nicanor als afgevaardigde van de Rondas hield voet bij stuk. “We hebben minstens 3 weken nodig om iedereen te mobiliseren.” Een emotionele diplomatische speech van mijn allerliefste wist de gemoederen te bedaren en de harten van de Amazone bevolking te winnen. Een warme uitnodiging volgde om de volgende dag het colloseum te bezoeken, foto´s te trekken en interviews af te nemen.

Het bezoek toonde de moeilijke omstandigheden waarin deze mensen nu al twee weken leven. Slechte hygiëne, geen drinkbaar water en te weinig potten om een deftige maaltijd te voorzien voor al de mensen. Deze protestanten geven het weinige geld dat ze hebben uit aan transport, reizen soms dagen, laten vrouw en kinderen achter om hier met hun speer in de hand (symbool van de inheemse bevolking), ver van hun vertrouwde jungle, hun stem te laten horen. Ondanks de erbarmelijke omstandigheden is de sfeer strijdlustig. Met veel kabaal trekken ze elke dag opnieuw door de straten om hun ongenoegen te laten horen. “La vida es un tesoro y vale mas que el oro!” (Het leven is een schat en is veel meer waard dan goud!) – “La selva no se vende, la selva se defiende!” (Het regenwoud verkoopt zich niet, het regenwoud verdedigd zich!) – “Urgent, urgente, neuvo presidente!” (Dringend, dringend, een nieuwe president!) …

Enkele dagen later, na een bezoek van de inheemse bevolking aan Jaén voor de verdere coördinatie met de Rondas Campesinas, werd nog eens gestipuleerd hoe belangrijk de communicatie met de media was. De conclusie was overduidelijk: “Hieraan moest gewerkt worden.” We (als verantwoordelijken voor de internationale communicatie) werden dan ook uitgenodigd om samen met Radio Marañon het Estacion 6 van Petroperú – bezet door de inheemse bevolking – te gaan bezoeken. Het zou een lange dag worden.

Om 8u op de moto want de afspraak was 9u in Bagua. Radio Marañon liet op zich wachten en gaf uiteindelijk verstek. Om 11.30u eindelijk in het busje met twee inheemse leiders voor een rit van 4 uur recht het regenwoud in. Het was lang geleden dat we nog eens in de jungle waren geweest en de pracht van dit “ongerepte” stukje natuur overviel ons weer. Drie keer werden we tegengehouden aan een wegblokkade. Niemand mocht door, het volledige verkeer langs deze weg lag lam als gevolg van het protest. Elke keer doken een honderd tal mensen op met hun speren in de hand om hun ongenoegen te uitten. Elke keer gaven de leiders die ons vergezelden een emotionele speech in hun onverstaanbaar taaltje (Awajun) en werden we warm onthaald. Al bij de eerste blokkade werden we officieel handlangers in hun strijd door de rode strepen die op ons gezicht werden aangebracht. Wij mochten door!

Eindelijk aangekomen aan het station 6 van Petroperú werden we opgewacht door een kleine duizend betogers. Allen verzameld in een dorpje van 10 huizen groot met als enige doel het lamleggen van de installaties, het stoppen van het pompen van ruwe aardolie in hun jungle en het opvoeren van de druk op de overheid. Rondom ons heen enkele huizen, plastieken zeiltjes waaronder mensen kampeerden, het station 6 en bos, bos en nog eens bos. Een optocht werd opgezet en een half uurtje later stonden plots 1000 mensen aan de poorten van Petroperú, gewapend met speren en protestborden. Aan de andere kant een dozijn zwaar bewapende agenten die nerveus aan hun grote mitrailetten begonnen prutsen. Rondom ons regenwoud de dichtst bijgelegen ‘stad’ 4 uur hobbelen van ons verwijderd. Onderhandelingen werden gevraagd. De radicalisering van de strijd vroeg om verandering. De inheemse bevolking was niet meer tevreden met het stoppen met pompen. Station 6 diende nu ook zijn elektriciteit af te zetten en militairen werden niet meer geduld binnen de poorten van het bedrijf.

De inheemse leiders werden onder luid gejoel binnen gelaten, kreten laaiden op – “Ningun paso atras!” (We gaan geen stap achteruit!) – het wachten begon. Rustige momenten werden afgewisseld met hevige emoties. De regen zorgde voor het uitdunnen van de gelederen maar bij de aflossing van de wacht was op 2 minuten iedereen terug paraat. De verse soldaten mochten niet binnen voor de anderen buiten waren. De spanning was te snijden. Aan beide zijden bereiden de troepen zich voor. Zenuwachtig werden blikken gewisseld en naarmate de tijd vorderde nam de spanning toe.

In de tussentijd werden we benaderd door verschillende mensen. Een veiligheidsagent die vast zat achter de wegblokkades met de vraag of we hem niet konden meesmokkelen in ons busje. Ook waren er enkele protestanten. Zij waren vrijwillig aangekomen maar wilden niet langer leven in deze omstandigheden. Ze waren hier nu 2 weken en sliepen op een modderige ondergrond onder een zeiltje. De wet van de solidariteit onder de inheemse bevolking laat echter niet toe dat ze het protest verlaten. Het is een radicaal protest en met tientallen mensen die op verschillende plaatsen de weg versperren is er geen doorkomen aan. Dit bleek ook later toen we doorgingen en onze bus grondig werd onderzocht op vluchtelingen.

Ondertussen doken ook twee zusters op. Zij bleken vast te zitten aan de wegblokkade met 10 kinderen die op weg waren naar Chiclayo en Lima voor chirurgische ingrepen. Ook zij werden de doorgang geweigerd. Radeloos kwamen ze ons hulp vragen. Ik besloot één van de leiders aan te spreken die me garandeerde dat gezondheidsredenen voorang kregen aan het protest.

Retorisch vroeg ik hem ook hoe lang het nog zou duren voor de onderhandelingen zouden zijn afgelopen. Toen hij mij vertelde dat de inheemse leiders binnen 20 minuten buiten gingen komen wist ik niet anders dan te vragen hoe hij dit wist. Kordaat diende hij mij van antwoord: “Ik heb Ajawaska genomen, ik weet dit!” (Ajawaska is een hallucinogeen middel dat gebruikt wordt door de medicijnmannen). 20 minuten later kwamen de leiders naar buiten met het nieuws dat Petroperú ging voldoen aan al hun eisen. De duisternis daalde neer over het gehele dorp. Een overwinning die de strijd ten goede kwam, maar niet alleen Petroperú maar ook het dorpje zonder elektriciteit achter liet.

Ondertussen was nog steeds geen doorgang verleend aan de kinderen en de zusters. In een slotvergadering met alle leiders, ontsprong een heftige discussie over dit onderwerp. De meerderheid was voor de doorgang maar een enkeling duldde geen uitzonderingen. 2 weken leven in moeilijke omstandigheden radicaliseerd de geest. Een emotioneel discours van Marij maakte de zaal even stil. Ze mochten door. Toen we de zuster met gevorderde leeftijd nog even begeleiden naar haar busje bleek dat de protestanten aldaar niet op de hoogte waren. Na weer een discours en de inspectie van de zieke, slapende en hongerige kinderen moest toch nog het jawoord van één van de leiders gekregen worden.

Joel en Zebelio (de twee inheemse leiders die ons vergezelden) begonnen ondertussen een beetje zenuwachtig te worden. Het was nu 23u en we hadden nog een lange weg voor de boeg. Ze konden ons niet helpen want de hiërarchie moet hier gerespecteerd worden. Ze zouden het gezag van de plaatselijke leiders ondermijnen mochten ze boven hun hoofden spreken. We lieten de zusters en kinderen dan ook achter met de belofte dat we elke volgende blokkade van hun komst op de hoogte zouden brengen.

Het regende toen we de terugtocht aanvingen en de hobbelige aarden weg was een zompige slijkboel geworden. Ons busje kreunde piepte en kraakte toen we op een slakkengangetje door de modder ploegden. Het overpeinzen van deze bewogen dag wisselde zich af met gedachten over onze veiligheid op deze strook modder, we dommelden in en schrokken weer wakker. Het was 2u ’s nachts en ik keek op om te kijken waarom we niet meer bewogen. De hoge toon van een wiel dat tevergeefs grip probeert te krijgen in een modderige ondergrond gaf me het antwoord. Het was midden in de nacht, pikdonker, het goot en we zaten vast. Het onprettige vooruitzicht de nacht door te brengen op de veel te smalle bankjes van de camionet midden in het regenwoud stuwde ons naar buiten. Een half dozijn strategieën en een half uur duwen en trekken en we konden weer verder. Zoals het altijd gaat met een chauffeur, één foutje en het vertrouwen is weg. De aanwijzingen vlogen in het rond. Meer gas geven, je moet hier sneller door. Tot die extra duw op de pedaal zorgde voor algehele paniek. We waren op een stukje weg beland dat aan twee kanten was ingestort. 10 cm scheidde ons aan beide zijden met het einde van onze tocht. Verstand op nul en gas geven.

Nu geheel het idee opgegeven nog een oog dicht te doen zetten we onze weg verder. Een eerste landverschuiving konden we nog net passeren maar de volgende versperde de weg met een muur van twee meter slijk. Met een stijve rug werden we enkele uren later gewekt door de wegenwerkers: “of we hen geen lift konden geven naar hun machines want zij stonden aan de andere kant van de landverschuiving.” Geen probleem. Een dik uur later waren we in Bagua waar onze moto ons opwachte om ons naar huis te brengen.

Weet dat op dit moment het hele Amazonewoud in protest is. De Peruviaanse overheid probeert het af te schilderen als een klein protest, de peruviaanse media bericht er weinig over en de internationale pers neemt dit niet op. Maar we zijn er geweest, we hebben het gezien,… Dit is geen klein protest, het is een noodkreet vanuit het hele Amazone gebied!

Wordt vervolgd…

Thomas en Marij

P.S.: De zusters en kinderen kwamen de volgende dag om 12u aan in Bagua waar ze de bus namen naar Chiclayo.

Achtergrond artikel Cerro de Pasco: Rode meren, hopen steengruis en een diepe, diepe put!

Lima – Cerro de Pasco, 7 uur met de bus. Een kleine 300 km scheiden hemel en hel. Het verschil tussen de trendy restaurants en cafés in Lima en de grauwe grijze stad Cerro de Pasco kan niet groter zijn.

De weg naar Pasco stijgt van zeeniveau over een pas van 4800m en kronkelt zich zo een weg naar het hoogplateau. We passeren honderden zwaar beladen vrachtwagens die met een slakkengangetje de bergen op tuffen. Een machtig groen berglandschap schuift langs ons voorbij. Tussen de verschillende bergtoppen zijn af en toe grote oranje kale vlekken zichtbaar. Deze diepe wonden, in dit anders ongerepte landschap, blijken mijnprojecten te zijn. We steken nog een vrachtwagen voorbij maar moeten plots remmen omdat vanuit de bocht een andere truck oog in oog met ons komt te staan. Wat later, op zo een 4000m hoogte, doemt door een natte grijze mist een steriele vallei op. Een berg, half afgegraven, toont vanuit zijn open buik prachtige kleuren, van geel tot oranje. Het gigantische project Morococha ligt aan onze voeten en vormt een voorbode van wat we later zouden zien in Cerro de Pasco.

We rijden onder een bord “Welkom in Cerro de Pasco – hoofdstad van de mijnbouw in Peru”, 200 meter verder ligt de stad plots aan onze voeten. Een verdeelde stad met in het centrum een gigantisch gapend gat (1 km op 1,5 km met een diepte van meer dan 500m), het resultaat van 55 jaar graven. Een zoektocht naar metaal waarvoor alles moet wijken. Het culminatiepunt van het kapitalistische systeem dat winstbejag voor alles stelt. Ditalles ontdekten we pas later, wanneer de impact van het bedrijf Volcan (het Peruaanse bedrijf dat in het jaar ´99 de mijn voor een prikje opkocht) ons helemaal duidelijk werd.

De stad is letterlijk verdeeld door het grote gapende gat dat de verschillende wijken van elkaar scheidt; al grappend wordt het ook wel eens de grootste “Plaza de Armas” (Grote Markt) van Peru genoemd. Maar daarnaast is er ook een psychische verdeeldheid voelbaar. De bevolking is zich sterk bewust van de impact die deze put heeft op hun gezondheid maar is niet onverschillig voor de financiële kant van het bedrijf.

De mijn mag niet verdwijnen!

Hoewel van de 75.000 inwoners van Pasco slechts 2000 een vast en 3000 een tijdelijk contract hebben bij het bedrijf Volcan, is de mijn essentieel voor Cerro de Pasco. Mijnbouw is hier al aanwezig sinds de kolonisatie en is niet meer weg te denken uit de plaatselijke economie. Ook de verschillende sociale organisaties erkennen dit belang en ze pleiten dan ook niet voor de sluiting van de mijn.

Deze economische afhankelijkheid zorgt voor een gevaarlijke tolerantie en onverschilligheid bij zowel de plaatselijke bevolking als de overheid. Dit en het feit dat Volcan geen enkele verantwoordelijkheid opneemt, zorgt voor een niet te overziene sociale, medische en ecologische ramp.

Waar komen onze metalen vandaan?

Cerro de Pasco is een polyminerale mijn met als belangrijkste metalen lood, zilver en zinc. Om de metalen uit de grond te halen wordt het gedolven gesteente gemalen, waarna een chemisch proces wordt toegepast om de metalen te onttrekken aan de erts.

Eens de metalen onttrokken zijn blijft er afvalgesteente over. Dit mijnafval bestaat uit gesteente vervuild met resten van verschillende metalen en chemicaliën die voortkomen uit het proces van de extractie (o.a. cyanide). Wanneer dit afval niet goed wordt opgeslagen, is er gevaar voor een onherstelbare vervuiling. In Cerro de Pasco is dit alomtegenwoordig. Vrachtwagens rijden af en aan met deze gevaarlijke overschotten, gevaarlijk stof waait op uit hun open laadbakken. Twee lagunes, waar ooit lamas, koeien en geiten kwamen drinken, zijn zo goed als volledig opgevuld. Het overgebleven water ziet vuurrood. Ook binnen de stad is dit materiaal overal aanwezig. Doordat de gesteente gemalen zijn vermengen de zware metalen en chemicaliën zich bovendien een stuk makkelijker met lucht en water. Daarnaast is er de vervuiling door zure drainage. Dit is een natuurlijk proces dat gestart wordt doordat de dieperliggende aardlagen in contact komen met zuurstof en water. Hierdoor komen de zware metalen makkelijker vrij en wordt het water verzuurd.

Situatie in Pasco.

In Pasco spelen kinderen op en rond het mijnafval. Op een veld naast het mijnafval wordt stevig gevoetbald. Stof waait op, de handen vuil van de ondergrond, even iets eten en de gevaarlijke stoffen komen ook via de mond binnen. Een project van Volcan wordt gelanceerd: “genoeg je handen wassen om de impact te verkleinen”. We zijn een sociaal verantwoord bedrijf; we denken aan de inwoners van Pasco…

De vervuiling is alomtegenwoordig. Het mijnafval is overal: tussen de verschillende wijken in de vorm van gigantische bergen, bij de bouw van een nieuwe busterminal om de ondergrond te verhogen (de oude moest wijken voor de uitbreiding van de put), bij de versteviging van aarden wegen, etcetera.

De lucht, de aarde en het water in en rond Pasco worden dus niet enkel vervuild door de put zelf, maar voornamelijk door het omliggende mijnafval. De hele stad ligt onder een laagje gevaarlijk stof. Het grondwater, de rivieren en meren hebben zwaar te leiden onder de zure drainage en chemicaliën.

De beloofde economische ontwikkeling blijft uit.

De mijnbouw belooft economische ontwikkeling en voorruitgang maar kan deze beloftes vaak niet waarmaken. Ondanks de massale aanwezigheid van mijnbouw in het departement Pasco, leeft 63,4% van de bevolking in armoede. Het percentage van extreme armoede in Pasco is iets meer dan 30%. Extreme armoede komt voornamelijk voor in gemeenschappen die leven van wat ze produceren op het land. Dit is niet anders in de omliggende gemeenschappen van Pasco.

Het is schrijnend dat de impact van de mijnbouw voornamelijk deze gemeenschappen treft. Verschillende boeren verklaarden dat hun dieren stierven na gedronken te hebben uit omliggende rivieren. “Ik ben met de kadavers naar het bedrijf gegaan, ze vroegen hoeveel de dieren waard waren en gaven me het geld en de kous was af.” Waar vroeger veeteelt (lamas, alpacas, schapen, geiten en koeien) de belangrijkste bron van inkomsten was, trekt de veeteelt weg. Ook de weinige landbouw aanwezig op deze hoogte neemt af.

Daarnaast houdt de “economische ontwikkeling” geen rekening met de (toekomstige) kost van vervuiling en gezondheidsimpact. Kan er echt gesproken worden van ontwikkeling als een hele stad vervuild wordt en de bevolking vergiftigd?

De weinige onderzoeken die zijn uitgevoerd tonen dat 85% van de onderzochte kinderen binnen de stad te veel lood heeft in hun bloed. Tot 3 maal meer dan de toegestane internationale norm vastgelegd door het WHO, 10 μgram/deciliter. Een teveel aan lood in het bloed leidt tot migraine aanvallen, concentratiestoornissen, auto immuun ziekten en kankers. De tot nu toe uitgevoerde studies onderzochten enkel de aanwezigheid van lood, daarom wordt er steeds over lood gesproken. Mijnbouw brengt echter vele andere gevaarlijke chemicalieën en zware metalen voort. Zolang hiernaar geen onderzoek is gedaan, bestaat er ook geen cijfermateriaal, en dus bestaat er ook geen probleem, toch?

Ook grondig onderzoek naar de impact op het milieu ontbreekt. Een bezoek aan de stad laat echter weinig aan de verbeelding over. De zogenaamde inspanningen van Volcan zijn een doekje voor het bloeden. De gebouwtjes die het water zuiveren zijn een schaamteloze poging aan de normen te voldoen. Ook het project over hygiëne gaat voorbij aan de ware rede van de vervuiling en gezondheidsproblemen.

Alsof het nog niet genoeg is…

Naast vervuiling wordt de bevolking geplaagd door andere ongemakken. Volcan exploiteert niet enkel via een open put maar heeft ook ondergrondse mijnbouwactiviteiten waarbij dynamiet wordt gebruikt. Omdat dit plaats vindt onder bepaalde wijken van de stad veroorzaakt het hevige aardschokken en grondverzakkingen. Huizen zakken weg, muren barsten en sommige huizen staan op instorten. Ook hier neemt het bedrijf geen enkele verantwoordelijkheid. Een ingenieur van de mijn verklaarde: “Voor het gebarsten huis werden 7 á 8 zakken zand gebruikt voor één zak cement, waar drie zakken zand voor één de norm zijn. Hierdoor was het huis niet stevig genoeg!” De mensen moeten dus gewoon steviger bouwen.

Vermits de gebarsten huizen voornamelijk aan de rand van de put staan is Volcan vaak bereid de huizen op te kopen met het oog op verdere uitbreiding. Uiteraard zijn de prijzen bepaald door de staat van het huis.

De stad is steeds in beweging. De allesverslindende put wordt groter en de stad wijkt. De grond wordt steeds schaarser en de mensen beginnen hoger en hoger op de omliggende heuvels te bouwen, met bijkomende problemen voor de toevoer van water en elektriciteit. Als mensen niet willen verkopen worden ze onder druk gezet en weggepest. Jaime Luis Silva Ponce van LABOR, een ONG die zich bezighoudt met de problemen in Cerro de Pasco, vertelde dat een man die zich verzette tot 2 maal toe een emmer water in zijn elektriciteitskast gegoten kreeg.

Hoe kan dit allemaal blijven gebeuren?

80% van de media in Cerro de Pasco is in handen van het bedrijf. Daarnaast verdenkt LABOR, Volcan ervan verschillende organisaties en de overheid om te kopen.

Verschillende gebeurtenissen ondersteunen deze aanteigingen. Tijdens de onderhandelingen over de huidige uitbreiding van de put, “Plan L”, weigerde de lokale overheid aanvankelijk om ook maar 1 cm af te staan. Twee weken later werd er een akkoord getekend; hierin gaf de burgemeester toestemming om het gebied verder te exploiteren. Bij de uitvoering van “Plan L”, zal 11,4 hectaren stad in de put verdwijnen waaronder het volledige oude stadscentrum.

De voorwaarden opgenomen in het akkoord zijn onbegrijpelijk. Het “Plan L” schatte het stadsgedeelte dat dient te verdwijnen in op 10 miljoen US$ (een loutere optelling van de waarde van de onderdelen: de kerk US$ 719.770, het stadsplein US$ 320.000, en zo voort). Volcan zal deze 10 miljoen ter beschikking stellen in de vorm van enkele projecten. Belangrijk om te weten is echter dat één derde van dit bedrag wordt uitgetrokken voor een controversieel project. Dit plant de opvulling, met mijnafval, van de enige laguna die de stad nog rest. Op deze manier kan Volcan een deel van zijn gevaarlijk gesteente kwijt en wordt er woonruimte gecreëerd voor mensen die door de implementatie van “Plan L” moeten verhuizen. Er wordt volledig voorbij gegaan aan het feit dat de ondergrond waarop deze mensen zullen gaan wonen bestaat uit met zware metalen vervuilde grond.

De burgemeester die geen centimeter wou afstaan aan het bedrijf ondertekende dus 2 weken na zijn resolute NEE een akkoord waarin hij niet alleen het oude stadcentrum opoffert, maar waarin hij ook toestemming geeft voor het dempen en vervuilen van de laatste lagune die de stad rijk is.

Het enige dat het “Plan L” op dit moment nog in de weg staat, is een goedkeuring van de EIA (Estudio de Impacto Ambiental, studie van de milieu impact). Deze studie van het MEM (Ministerie van Energie en Mijnbouw) zal de ecologische impact van het project becijferen.

Omdat de huidige federale regering van Peru, onder leiding van President Allan Garcia, een blind geloof heeft in “de mijnbouw als motor voor de ontwikkeling van Peru”, is een goedkeuring van dit document waarschijnlijk.

Groteske verhuis.

Vermits niemand wil dat het bedrijf de deuren sluit en de toestand stilaan onleefbaar is geworden, wordt er nu voorgesteld om de stad in zijn geheel te verplaatsen naar een gezondere omgeving. Volgens een enquête, uitgevoerd door LABOR, steunt 67% van de bevolking dit plan. De regionale en provinciale regering van Pasco hebben besloten een informatiepunt te openen dat zal luisteren naar de opinies van de inwoners van Cerro de Pasco. Yomar Meléndez, raadgever van de burgemeester van Pasco, verklaarde dat het kantoor eind april geïnstalleerd zal zijn en dat de regionale overheid op dit moment op zoek is naar een geschikte plaats om de stad te verhuizen.

De vraag is echter wie gaat opdraaien voor de kosten van deze ambitieuze verhuis. De logica en het gezonde verstand wijst naar het bedrijf en de overheid. De geschiedenis van de peruaanse mijnbouw heeft echter aangetoond dat gezond verstand en logica soms ver zoek zijn.

En zo wordt de stad verder uitgehold en gaat de vuiling verder. Camions rijden onverminderd voort, 24u op 24u. De put wordt dieper, de hopen mijnafval hoger. Meren kleuren rood een kabbelen richting platteland. Het leven gaat verder…

Thomas Quirynen
Zuidmedewerker Catapa

—————————————————————–

Waarom is mijnbouw zo vervuilend?

Voor de extractie van zilver gebruikt Volcan het lixivatieproces waarbij cyanide wordt gebruikt: water met een cyanide oplossing laat men door hopen gemalen gesteente lopen. De cyanide bindt zich met het zilver en wordt onderaan opgevangen. Cyanide is een uitermate giftige stof. De dodelijke dosis voor de mens bedraagt slechts 50 – 200mg. Voor zinc en lood daarentegen wordt flotatie gebruikt. Water en verschillende chemicalieën worden toegevoegd zodat het metaal zich bindt. Daarna wordt het verschil in drijfkracht gebruikt om de verschillende elementen te scheiden. Eens de metalen onttrokken zijn, blijft vervuild afvalgesteente over. Hierin zitten resten chemicalieën en zware metalen. Het is essentieel dat dit afval op een verantwoorde manier wordt opgeslagen en verwerkt. In Cerro de Pasco wordt het eenvoudig weg in lagunes gestort en tussen de huizen gedumpt.

De vervuiling wordt nog een stuk verergerd door zure drainage. Dit is een chemisch proces dat veroorzaakt wordt door bepaalde bacterieën en microorganismen (o.a. acidophiles) die natuurlijk voorkomen in de gesteenten die gedolven worden. Deze organismen vermenigvuldigen zich exponentieel wanneer ze bloot gesteld worden aan lucht en water en vormen tevens zwavelzuur. Dit zorgt ervoor dat niet alleen het water wordt verzuurd maar ook dat er zware metalen vrijkomen. Het zure water en de zware metalen zijn dodelijk voor vissen, dieren en planten. Zure drainage komt niet enkel voort uit de mineraalrijke ertsen maar ook uit de bovenliggende lagen die geen economische waarde hebben, maar noodzakelijk moeten worden afgegraven.

Peru: Het Amazonegebied is in staking!

Op 9 april begon de staking van de inheemse bevolking van het Amazonegebied in Peru. Hun actie is gericht tegen het beleid van president Alan Garcia. Ze uitten een noodkreet voor het behoud van de Amazone. Hoewel het ecologische bewustzijn in de wereld steeds groter wordt, gaat de roofbouw op de Amazone onverminderd verder. Grote stukken van de jungle van Peru zijn in concessie gegeven aan petroleum- en mijnbedrijven (in 2008 besloegen de mijnconcessies 13,4% van de totale oppervlakte van Peru in vergelijking met 7,3% in 2005) en de houtkap eist elke jaar 150.000 hectaren bos op. De bewoners van de Amazone voelen zich in de steek gelaten door de regering en beschuldigen Alan Garcia ervan het land en zijn rijkdommen weg te geven aan multinationale bedrijven.

Dat er iets mis is met het milieubeleid van de huidige Peruaanse regering is reeds langer bekend. Dit wordt aangetoond door het feit dat de helft van de sociale conflicten in Peru – en dat zijn er heel wat (161 in 2008) – gerelateerd zijn aan het behoud van ecosystemen.

De Peruviaanse regering voert een erg neoliberale koers en pleit openlijk voor de ontginning van zoveel mogelijk natuurlijke bronnen. Recent werden er wetten gestemd die de toegang tot natuurlijke hulpbronnen zoals bos, water, mineralen en land vereenvoudigen voor multinationale bedrijven. Het is tegen deze nieuwe wetten dat de Amazone bevolking reageert. Ze vragen de terugtrekking van de decreten 1020, 1064, 1089 uit de wet 29338 over fauna en flora en 1090 van de wet 29317 over water.

De dialoog met de regering verloopt erg stroef. Het Congres gaf gisteren, 28 april, het signaal dat ze verder zullen gaan met de ontginning van het regenwoud en zijn hulpbronnen en het toekennen van concessies aan multinationale bedrijven. Op deze manier wil de regering zorgen voor de verdere ontwikkeling van Peru en het bestrijden van de armoede.

De Amazone bevolking stelde dat als de regering geen stap achteruit doet, zij dit ook niet zullen doen. “Het protest zal verder gaan tot er iets verandert en het protest zal zich radicaliseren”.

Alberto Pizango, voorzitter van de nationale beweging van de inheemse bevolking (AIDESP), verklaarde dat als gevolg van de radicalisering drie stations van Petroperú (nr. 5, 6 en 7) bezet zijn. Door de actie wordt het oppompen van ruwe aardolie voor onbepaalde tijd stil gelegd. Daarnaast is er een vlieghaven geblokkeerd in Atalay. Ook de weg naar Tarapoto en Yurimaguas blijft afgesloten. In 7 van de 24 regio’s van Peru zullen de acties opgevoerd en geradicaliseerd worden.

Omdat het protest verspreid is over zeven regio’s valt moeilijk in te schatten hoeveel mensen exact deelnemen aan de protestactie. De overheid schildert het af als een lokaal protest van weinig belang. Dit is echter niet het geval. De gehele Amazonebevolking is in staking. Gisteren hebben ook enkele leiders uit de Andes zich geëngageerd de strijd van de inheemse bevolking met woord en daad te ondersteunen.

Het protest groeit niet alleen in acties, ook in aantal protestanten. De spanning stijgt. Ook de overheid organiseert zich. Strategische punten worden voorzien van militairen, verdeeldheid wordt gezaaid. De strijd gaat verder…

Thomas Quirynen