Het verband tussen de Boliviaanse mineralen en de Europese industrie

Samenvatting:

Het verband tussen de Boliviaanse mineralen en de Europese industrie

 

De samenvatting is ook beschikbaar in het Engels en Spaans.

 

Inleiding verslag

 

Hoewel indium een zeldzaam metaal is, komt het erg vaak voor in ons dagelijkse leven. Geen enkele smartphone kan worden geproduceerd zonder het gebruik ervan. Flatscreens, touchscreens, LED-verlichting, fotovoltaïsche panelen en zelfs het hoogrendementsglas van de ramen in huis kunnen dit element bevatten.

Indium is een metaal dat sinds de 21e eeuw aan belang heeft gewonnen. Veel nieuwe technologieën zijn gebaseerd op het gebruik ervan, omdat het de bijzondere eigenschap heeft dat het transparant is in dunne coatings, en nog steeds een uitstekende geleider is.

De bron van deze grondstof is niet altijd gemakkelijk te achterhalen. De indiummarkt is zeer ondoorzichtig. Deze samenvatting maakt deel uit van een onderzoeksmissie van het EU-project ‘Make ICT Fair’. Het probeert een aanzienlijk deel van de toeleveringsketen van indium bloot te leggen door te starten bij het begin van de keten: enkele mijnbouwcoöperaties in de Boliviaanse hooglanden die zilver-lood-zink polymetaalerts winnen; en het traceert de toeleveringsketen die de Europese industrie voedt.

Figuur 1. San Jose Jallpa heeft beperkte mechanische apparatuur om het ertsconcentratieproces uit te voeren. © Silke Ronsse / CATAPA

Toeleveringsketen

 

  • Het is opmerkelijk dat de officiële Boliviaanse gegevens de export van indium als nul registreren (MMM, 2019). Dit betekent dat noch de Boliviaanse mijnwerkers, noch de Boliviaanse staat worden betaald voor de winning van dit metaal, dat onmisbaar is voor de technologie van de 21e eeuw.

 

  • Bolivia wordt geschat als de 5e grootste extractor van indium wereldwijd (Zapata, 2018).

 

  • Boliviaanse zilver-lood-zinkertsen bevatten waardevolle concentraties indium.

 

  • Een eerste concentratie van het zinkerts uit het resterende gesteente wordt in sommige gevallen door de mijnbouwcoöperaties zelf gedaan of, als de coöperaties niet over de nodige uitrusting beschikken, door de plaatselijke handelaars.

 

Figuur 2. Mijnwerkers verkopen hun mineraal individueel of collectief met de hele coöperatie, afhankelijk van hun eigen regels. © Silke Ronsse / CATAPA
  • Op individueel niveau of samen met alle leden van de coöperatie worden de mineralen verkocht aan lokale handelaars. Op basis van de analyse die namens de lokale handelaar op het moment van de verkoop wordt uitgevoerd, worden de mijnwerkers voor hun materiaal betaald.

 

  • De lokale handelaars leveren dan verder aan enkele van de grootste grondstoffenhandelaren ter wereld. De mineralen van verschillende leveranciers kunnen worden gemengd om te voorzien in de concentraties die nodig zijn voor de internationale handelaars die de aankoopcontracten beheren en de verkoopsvoorwaarden opstellen.

 

  • De Boliviaanse actoren hebben geen controle over de behandelingskosten, die worden vastgesteld door een kleine, internationale oligopolie van zinkraffinaderijen en grondstoffenhandelaren. Er wordt in Bolivia zelf geen zinkerts gesmolten, ondanks de voltooiing van een metallurgische installatie voor de raffinage van deze concentraten in 2013.

 

 

Figuur 3. Zinkconcentraat wordt in bulk vervoerd naar de haven van Arica en in mindere mate in containers naar de haven van Iquique, beide gelegen in Chili. © Silke Ronsse / CATAPA
  • Na bijna 500 kilometer transport per vrachtwagen komt de vracht aan in de Chileense havens.

 

  • 13.000 kilometer per zeetransport brengt een deel van de geëxporteerde concentraten naar de haven van Antwerpen, België.
Figuur 4. Het stukgoedschip Jan Van Gent dat Boliviaanse mineralen vervoert naar de haven van Antwerpen, België. © Silke Ronsse / CATAPA
Figuur 5. De kade van de Antwerpse Bulk Terminal van Sea-Invest ontvangt het mineraal en bereidt het voor op het transport naar de verschillende metallurgische installaties. Augustus 2020. © Silke Ronsse / CATAPA
  • Gemiddeld komt er jaarlijks 150.000 ton Boliviaans zinkerts aan in de haven van Antwerpen (Eurostat, 2013-2019).

 

  • De Boliviaanse zinkertsen die rijk zijn aan indium worden zeer waarschijnlijk verwerkt in Auby (eigendom van en geëxploiteerd door Nyrstar), waar ook indium wordt geraffineerd.
Figuur 6. De metallurgische fabriek van Nyrstar Balen (België), hierboven, heeft niet het proces om indium te herstellen, terwijl de Auby plant heeft. © Silke Ronsse / CATAPA
  • Umicore raffineert zeldzame metalen in België in haar metaalfabrieken in Hoboken en Olen (beide in België – het bedrijf is ook actief in andere landen).

 

  • Umicore baseert haar productieprocessen op secundaire bevoorrading, die bestaat uit recyclage of slak van andere raffinaderijen, zoals Nyrstar. Dit betekent dat het afval van de primaire materialen die door andere smelterijen worden verwerkt, verder wordt verwerkt in de installaties van Umicore.

 

  • De kopersmelterij, de loodhoogoven en de loodraffinaderij in Hoboken zorgen voor de extractie van metalen zoals indium, selenium en tellurium. Ook het Boliviaanse zilver en lood kunnen door het Hoboken-complex verder geraffineerd worden.
Figuur 7. Het Lorca binnenvaartschip brengt indiumrijke concentraten van de haven van Antwerpen naar de metaalfabriek van Nyrstar in Auby. © Silke Ronsse / CATAPA
  •  In 2018 werden de metaalindium- en indiumpoeders die in Frankrijk (Auby, Nyrstar) en België (Hoboken, Umicore) worden geproduceerd, voornamelijk uitgevoerd naar de Verenigde Staten van Amerika, Japan en Zuid-Korea (Eurostat, 2020). Beide landen vertegenwoordigen 85% van de export van indium in de Europese Unie. De artikelen van indium die in Duitsland worden geproduceerd (waar Umicore ook productiefaciliteiten heeft) worden voornamelijk naar China geëxporteerd.

 

  • Het is nog steeds een grote uitdaging om het indium terug te winnen uit de recycling van de eindproducten. Naar schatting wordt wereldwijd slechts 1% van het indium uit afval van eindproducten gerecycled (UNEP, 2013) en binnen de EU werd onlangs een percentage van 0% voor End-of-life Recycling gemeld (EC, 2020).

 

  • De productie van indium in België werd voor het jaar 2018 geschat op 22 ton (USGS, 2020). De exportgegevens van ruw indium en indiumpoeder zijn voor 2018 gelijk aan 16 ton (Eurostat, 2020).

 

  • Sinds de overname van Nyrstar door Trafigura Group, een prominente internationale grondstoffenhandelaar, is het een uitdaging om precies te achterhalen waar de indiumstroom uit de smelterij van Auby (in Frankrijk) naartoe gaat. Twee bedrijven in Frankrijk produceren tussenproducten van indium.

 

  • In het algemeen zijn flatpanel beeldschermen  veruit de meest voorkomende toepassing voor indium, goed voor 60% van het eindgebruik.
Figuur 8. Samenvatting van de toeleveringsketen waarin Boliviaans indiumhoudend erts zijn weg naar de ICT-industrie vindt. © Silke Ronsse / CATAPA

Conclusie 

 

Het Due Diligence-kader van de EU werkt niet en zal niet werken omdat het vier belangrijke onderdelen ontbreekt die nodig zijn om de voortdurende mensenrechtenschendingen en milieuschade te voorkomen: 

 

  1. Het is niet alomvattend; in het Due Diligence-kader van de EU ontbreekt het aan gedetailleerde informatie die een gestandaardiseerde of homogene manier van uitvoering mogelijk maakt (bijvoorbeeld: Wat is de lijst van vereisten om te beslissen of het onderzochte geval zich in een CHARA bevindt?) 
  2. Er is geen transparantie; er is geen verplichte, welomschreven structuur voor de bedrijven om de gegevens te verzamelen en voor het publiek toegankelijk te maken, zodat iedereen de waarheidsgetrouwheid ervan kan controleren. 
  3. Er is geen verantwoording verschuldigd aan de werknemers en de gemeenschappen, er is geen manier voor andere betrokken lokale actoren om meer informatie over de lokale mijnbouw- of metallurgische site toe te voegen naast het bedrijf zelf. 
  4. Er is geen bestuursorgaan; geen enkele instelling heeft het mandaat om beslissingen te nemen over Due Diligence, niemand kan de uitvoering ervan controleren, niemand kan er iets aan afdwingen of vragen.

 

Kleine metalen zoals indium, die steeds meer nodig zijn in de ICT-industrie, worden voornamelijk gewonnen als bijproduct van de verwerking van ertsen die rijk zijn aan onedele metalen zoals zink, lood en koper. Om de toeleveringsketen van deze schaarse metalen te begrijpen en te volgen, is het noodzakelijk om vanuit de winningslocaties aan de slag te gaan.

Rekening houdend met de complexiteit en de ondoorzichtigheid van de industriële sectoren, kan de bestaande aanpak, die gebaseerd is op het volgen van de bevoorradingsketens van de consumptie-eindproducten, de oorspronkelijke bronnen van de gebruikte grondstoffen niet bereiken. Daarom wordt voorbijgegaan aan de problemen die zich in de eerste fasen van de bevoorradingsketen voordoen.

Figuur 9. Touchscreens bevatten een dunne Indium-tinoxide (ITO)-coating. © Silke Ronsse / CATAPA

Aanbevelingen

 

Er zijn maar weinig smelterijen en raffinaderijen in de wereld die over de technische kennis en de metallurgische capaciteit beschikken om deze metalen terug te winnen. Daarom zou een eerlijkere en verantwoordelijke toeleveringsketen nu al mogelijk zijn als er voldoende inspanningen werden geleverd voor het opzetten van verplichte monitoringkaders tussen de bevoegde overheidsinstellingen (op nationaal en supranationaal niveau) en de zeer weinige raffinaderijen en grondstoffenhandelaars die de markt domineren. De totstandbrenging van gecontroleerde bevoorradingsketens is noodzakelijk als de consumenten van eindproducten – zowel uit de openbare als uit de particuliere sector – een einde willen maken aan de schendingen van de mensenrechten en willen voorkomen dat de milieuschade in de beginfase van de metaalbevoorradingsketen toeneemt.

De Boliviaanse staat heeft internationale transparantie en ondersteunende volgsystemen nodig om zijn eigen wetgeving te handhaven om belasting te heffen op mineralen die rijk zijn aan indium – en andere waardevolle zeldzame metalen die het land mogelijk exporteert – en die momenteel de Boliviaanse grenzen verlaten zonder enige financiële bijdrage. Zonder royalty’s voor hun mineralen zal de Boliviaanse overheid nauwelijks in staat zijn om de kosten van de sociale en milieudiensten die de mijnbouwactiviteiten veroorzaken op de korte en lange termijn onafhankelijk te betalen. Deze sociale en milieuschuld mag niet alleen in Boliviaanse handen blijven, maar bedrijven die van deze mineralen profiteren moeten bijdragen aan de vermindering en sanering van de voortdurende schendingen van de mensenrechten en de milieuvervuiling in de mineralen die ze kopen, verwerken en verkopen.

 

Samengevat zijn dit de belangrijkste aanbevelingen van de auteurs:

 

    • Het creëren van een eerlijke toeleveringsketen is urgent en vereist de samenwerking tussen overheidsinstellingen die de wet kunnen opstellen en handhaven, internationale toezichthoudende instellingen die kunnen rapporteren over de toeleveringsketens, én maatschappelijke organisaties die lokale informatie kunnen geven om de gegevens die door de bedrijven worden verstrekt tegen het licht te houden.
    • Handelaars die niet kunnen garanderen dat de productie van metalen aan de mensenrechten en milieunormen voldoet, zouden niet in staat mogen zijn om op de internationale markt te verkopen, zeker niet als het gaat om bedrijven uit de EU. Maar eerst hebben we een juridische structuur nodig om die informatie te verzamelen, er toegang toe te krijgen en er toezicht op te houden.
    • Belastingbijdragen van de bedrijven die indiumrijke mineralen exporteren, moeten worden gemeld aan en opgevraagd door de Boliviaanse staat.
    • Het raffinageproces van zink en indium moet in Bolivia plaatsvinden om lokaal de toegevoegde waarde te genereren en de kosten van het herstel van de milieuschade van de mijnbouwactiviteiten te dekken. Het zou ook de negatieve effecten van het wereldwijde transport van zware minerale concentraten vermijden.
    • Bolivia zou de beperking van zijn historische residuen op aan coöperaties verhuurde locaties moeten uitvoeren, en de behandeling van het afvalwater van de afvoer van zuren moeten afdwingen. De regering moet de toegang tot water garanderen als een fundamenteel recht. Water voor huishoudelijk en agrarisch gebruik moet altijd voorrang krijgen boven winningsactiviteiten en industriële activiteiten. 

 

De huidige situatie geeft de betrokken grote bedrijven ook de mogelijkheid om een echt verschil te maken via hun bevoorradingsproces, door verantwoordelijkheid te nemen in hun toeleveringsketen en door transparant te zijn tegenover hun klanten. ICT-producten zijn het resultaat van vele actoren in een lange en complexe mix van toeleveringsketens in verschillende landen. Daarom moeten overheden een passend wereldwijd kader implementeren dat deze complexiteit kan volgen en milieuschade en mensenrechtenschendingen kan tegengaan, waar die zich ook voordoen. Er moeten echter nog steeds industriële inspanningen worden geleverd om de noodzakelijke verandering in de richting van een eerlijke en verantwoorde metaalproductie te stimuleren.

Dit artikel maakt deel uit van het door de Europese Commissie gefinancierde project “Make ICT Fair – Reforming Manufacture & Minerals Supply Chains through Policy, Finance & Public Procurement”.

CATAPA is een van de 11 medeaanvragers, waaronder ook de Universiteit van Edinburgh (VK), Electronics Watch, Südwind (Oostenrijk), People and Planet (VK), SETEM Catalunya (Spanje) en Swedwatch (Zweden). Het project heeft tot doel EU-burgers, beleidsmakers en ICT-kopers/producenten die werkzaam zijn in de publieke sector van de EU te mobiliseren om de omstandigheden van werknemers en gemeenschappen in de ICT-sector te verbeteren.

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Met de campagne Changemakers gaan ze recht naar het hart van 11.11.11: ze zetten changemakers wereldwijd op een voetstuk. Met hoopvolle verhalen, straffe acties en scherpe inhoud. Waarom? Omdat ze zwaar onder druk staan en meer dan ooit nodig zijn om verandering te brengen.

11.11.11 stelt graag enkele straffe changemakers aan je voor: Passy, Thaïs, Red, Esperanzah, Awad … Al deze changemakers streven naar een duurzame, leefbare toekomst waarin iedereen een plaats krijgt. Ze doen dat elk op hun manier. Ze strijden tegen ongelijkheid, klimaatverandering, uitbuiting door grote internationale bedrijven … Maar het wordt hen moeilijk gemaakt. Steeds meer komt de vrijheid van meningsuiting onder druk te staan. Net daarom zijn deze changemakers belangrijker dan ooit.

 

ALGEMENE CAMPAGNEINFO

Ben je op zoek naar algemene informatie over de campagne dan kan je terecht op hun campagnewebsite.

  • Je kan nu al inspiratie vinden op de doe-mee-pagina’s. En bestel je graag materiaal voor je organisatie: een raamaffiche of changemaker-stickers dan kan je hier een bestelling plaatsen.
  • Vanaf 28 september zal je op de website de algemene info vinden: verhalen van diverse changemakers, filmpjes, nieuwsitems, downloads…

 

CHANGEMAKERS UNITE – UITNODIGING KICK-OFF 

Op zaterdag 28 september lanceert 11.11.11 de campagne in de AB (Ancienne Belgique) in Brussel.

Een programma met klinkende en boeiende namen als Dalilla Hermans (keynote speaker), Tourist LeMC (muziek en interview), Passy Mubalama (over vrouwenrechten in Congo), Red Constantino (uit de Filipijnen, over klimaatrechtvaardigheid), Bie Vancreaeynest (over activisme), Francesca Vanthielen … en onze nieuwe directeur Els Hertogen geeft de slotspeech. Niet te missen dus! Jullie zijn van harte welkom.

Meer info over het programma lees je hier en  tickets kan je hier kopen.

iPhone 11 Illegally Produced in China: Apple allows supplier factory Foxconn to violate labor laws

iPhone 11 Illegally Produced in China
Apple allows supplier factory Foxconn to violate labor laws

“Over the years, China Labor Watch has monitored the working conditions at several Foxconn facilities and investigations have revealed a string of labor rights violations. In this year’s report, several investigators were employed at the Zhengzhou Foxconn factory, and one of the investigators worked there for over four years. Because of the long investigation period, this report reveals many details about the working and living conditions at the Foxconn factory.”

Among others, some of the labor rights violations registered at Zhengzhou Foxconn by NGO China Labor Watch are the following:

  • New workers have a probationary period of three months and if they wish to resign during this time, they must apply three days in advance.
  • During peak season, regular workers’ resignations won’t be approved.
  • After completing resignation procedures, factories will pay workers in around two weeks with no pay stub provided that month.
  • Some dispatch workers failed to receive their promised bonuses from the dispatch company.
  • The factory does not pay social insurance for the dispatched workers.
  • In 2018, dispatch workers made up 55% of the workforce. Chinese labor law stipulates that dispatch workers must not exceed 10% of the workforce. In August 2019, around 50% of the workforce were dispatch workers.
  • During peak production season, student workers must work overtime. However, according to regulations on student internships, students are not to work overtime or night shifts.
  • Chinese labor law mandates that workers must not work more than 36 overtime hours a month. However, during the peak production seasons, workers at Zhengzhou Foxconn put in at least 100 overtime hours a month. There have been periods where workers have one rest day for every 13 days worked or even have only one rest day for a month.
  • Workers have to receive approval not to work overtime. If workers do not receive approval and choose not to work overtime anyway, they will be admonished by the line manager and will not be working overtime in the future.
  • If work is not completed by the time the shift ends, workers must work overtime and workers are not paid for this. If there are abnormalities at work, they must work overtime until the issue has been addressed, and work done during this time is also unpaid.
  • Workers sometimes have to stay back for night meetings at work, and this time is unpaid.
  • The factory does not provide workers with adequate personal protective equipment and workers do not receive any occupational health and safety training.
  • The factory does not provide a single training class on fire safety and other relevant knowledge.
  • The chairman of the labor union is always appointed by the factory, not elected by the workers, and the chairman is always the department leader or manager.
  • The factory does not report work injuries.
  • Verbal abuse is common at the factory.
  • The factory recruits student workers through dispatch companies, as student workers sent by schools are subject to many restrictions.
  • The factory violates the “The Administrative Provisions on the Internships of Vocational School Students” which stipulates that student workers cannot be recruited by agencies or dispatch companies but only schools.

Read the full report here: Zhengzhou Foxconn

ESC Vrijwilliger Vacature’s – Become a Changemaker on Fair ICT

ESC Vrijwilliger Vacature's

Changemaker Fair ICT

Campaigning and Education

Communication

CATAPA

CATAPA is a volunteer movement which strives for a world in which the extraction of non-renewable resources is no longer necessary. The extraction of such materials always entails major social and environmental impacts and fuels conflict. In working towards global social and environmental justice, we focus on mining issues (ecological disasters, human rights violations, etc.) in Latin America, where we support local communities in Ecuador, Bolivia, Peru and Colombia who are threatened by large-scale mining projects.

Our main activities are:

  • Internationalisation of the struggle of our partners in Latin-America and capacity building
  • Awareness raising on the impact of metal consumption amongst Belgian population
  • Creating a movement for sustainable consumption and production
  • Lobby and research

CATAPA is a grassroots movement, which means that we are mostly dependent on the work of our volunteers – the Catapistas. As a grassroots movement, we also work together with other grassroots movements in our partner countries.

 

Fair ICT

CATAPA is currently engaged in a European Union campaign called ‘Make ICT Fair’ together with 10 European partners. The goal of this project is to make the entire supply chain of ICT devices (smartphones, laptops, etc.) more sustainable. CATAPA focuses on the very first part of the global ICT supply chain: the extraction of metals and minerals. ICT devices contain a wide range of metals, which are extracted across the globe, causing harm to the environment and human rights.

We aim to achieve this goal through:

  • Awareness raising with the broader public
  • Advocacy towards public institutions for more sustainable ICT procurement
  • Supply chain research
  • Lobby activities for better legislation within the bigger consortium

In addition, the Fair ICT Flanders campaign wants companies, governments and higher education institutions in Flanders to take specific steps to develop a sustainable ICT purchasing and reuse policy. All this with a view to a more sustainable future and the improvement of the working and living conditions of affected communities in the extractivist and ICT production sector.

 

Who are we looking for?

We are looking for two ESC (European Solidarity Corps) volunteers to support the CATAPA movement, and in particular the campaigns about fair ICT. The volunteer will be trained to think critically and spread knowledge of these issues and to encourage other young people to become active EU citizens. The tasks are flexible depending on your learning goals and the needs of the organisation.

You will mainly be working in our office team (4 part-time staff + 2 ESC volunteers + variable number of interns) which supports the work of the movement. Since CATAPA is a volunteer movement, you will be working in close collaboration with motivated and enthusiastic volunteers.

Possible tasks

Campaigning and Education

  • Take part in our Changemakers programme
  • Organise awareness raising and training activities for a variety of target groups (training weekends, documentary screenings, workshops, info evenings, public actions…)
  • Develop educational tools and manuals
  • Help out with organising our International Speakers Tour: Open Min(e)d
  • Write, revise and proofread articles, educational tools and research reports
  • Participate actively in meetings of the Education working group
  • Possibility to do research linked to mining and/or the ICT supply chain
  • Some administrative tasks related to the daily functioning of our office with the possibility to get an insight in the management of a non-profit organisation
  • Contribute to the functioning of the movement
  • Possibility to develop and implement your own projects

Communication

  • Take part in our Changemakers programme
  • Write, review and proofread articles
  • Design promotional material such as flyers and posters
  • Assist in managing CATAPA’s social media channels (Facebook page, Instagram account and Twitter)
  • Assist in managing and keeping CATAPA’s website updated
  • Ensure CATAPA’s house style (layout) is up to date and implemented
  • Participate actively in meetings of the Communication working group
  • Create and lead communication and promotion strategies for events
  • Assist in the organisation of various activities: our International Speakers Tour ‘Open Min(e)d’, training weekends, public actions, info-evenings, documentary festival…
  • Some administrative tasks related to the daily functioning of our office with the possibility to get an insight in the management of a non-profit organisation
  • Contribute to the functioning of the movement
  • Possibility to develop and implement your own projects

Requirements

Campaigning and Education

Essential

  • Interest in learning about the social and environmental movement and mining issues
  • Good command of English
  • Independent, proactive worker
  • Motivated to work with volunteers
  • Take your own initiative
  • Good communication skills
  • Will to contribute to positive change in the world we live in
  • Team player with a flexible attitude and plenty of humour
  • Age: below 31 years

Desirable

  • Knowledge/experience on or interest to learn about:
    ○ Circular and degrowth economy, environmental movements and/or international development
    ○ Developing educational material (e.g. workshops)
    ○ Organizing events
    ○ Project management and volunteer management
    ○ Designing promotional material
  • Good knowledge of either Dutch or Spanish

Communication

Essential

  • Interest in learning about the social and environmental movement and mining issues
  • Good command of English
  • Independent, proactive worker
  • Motivated to work with volunteers
  • Take your own initiative
  • Good communication skills
  • Will to contribute to positive change in the world we live in
  • Team player with a flexible attitude and plenty of humour
  • Age: below 31 years

Desirable

  • Knowledge/experience on or interest to learn about:
    ○ Circular and degrowth economy, environmental movements and/or international development
    ○ Volunteer management
    ○ Communication strategies
    ○ Design and layouting
    ○ Managing social media and websites
  • Good knowledge of either Dutch or Spanish

What do we offer?

● A warm welcome in our movement with plenty of learning opportunities and new connections
● A young, motivated team of employees and volunteers
● A monthly fee of (at least) 707* Euros to cover accommodation and daily expenses
● One language course (Dutch, English or Spanish)

This call is part of the European Solidarity Corps. It’s a European Union initiative which creates opportunities for young people to volunteer in projects abroad. This means Belgian people can’t apply for this vacancy. Expenses of the volunteers are paid. Accommodation, food and daily expenses are covered by a fee of 707* EUR which you can use according to your own needs and wishes. One language course (Dutch, English or Spanish) is covered by CATAPA, as well as work-related transport.

 

Interested or more information?

Please send your CV and motivation letter to info@catapa.be before the 28th of July 2019. If you have any questions concerning this vacancy, don’t hesitate to email truike.geerts@catapa.be or call +32 477845729.

( *: depending on final project grants)

Kandidaten voor het Europees Parlement spreken zich uit over ICT

Kandidaten voor het Europees Parlement spreken zich uit over ICT

Bij een bevraging van alle Nederlandstalige kandidaat EU-parlementariërs voor de komende verkiezingen, over welke stappen men op Europees niveau zal zetten om de toeleveringsketen van ICT producten (smartphone, laptops, etc.) te verduurzamen, kregen we alleen antwoorden van Groen-kandidaten Bart Staes en Petra De Sutter. De kandidaten van andere partijen reageerden niet op de gestelde vragen. Het toont dat er alvast nog heel wat werk aan de winkel is om politici te sensibiliseren over de negatieve impact van ICT en om actie te ondernemen.

Bart Staes en Petra De Sutter engageerden zich persoonlijk, indien ze verkozen worden, om hier werk van te maken als EU-parlementariër. Zij formuleerden het op deze manier:

“Schending van mensenrechten bij de ontginning van grondstoffen voor ICT-apparatuur is ontoelaatbaar! Er moet een bindend kader komen voor Europese bedrijven en -instellingen om de impact te minimaliseren, ook wat betreft het milieu!”

In deze PDF-bestanden – dit van Petra de Sutter en dit van Bart Staes – kan je hun volledige antwoorden op onze vragen terug vinden. Die vragen kaderen binnen ons Europees Make ICT Fair project dat als doel heeft om de volledige toeleveringsketen van ICT te verduurzamen. De Europese Unie en haar inwoners, wij dus, zijn één van de grootste consumenten van ICT wereldwijd en al die smartphones en laptops samen hebben een immense impact op mens en milieu. Er is dus dringend nood aan betere regelgeving om een duurzamere toeleveringsketen van ICT en alternatieven mogelijk te maken.

Jaarverslag CATAPA

Jaarverslag CATAPA 2018

“Laat me met de deur in huis vallen en zeggen: bedankt dat je opnieuw ons jaarverslag in de hand hebt genomen. Je bent aan de eerste pagina van onze rapportage van 2018, en alleen al de omvang van deze editie toont dat de Catapistas keihard hebben gewerkt vorig jaar.

2018 was geen gewoon jaar voor CATAPA, maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat 2018 ook het jaar was dat ik officieel ophield met het wachten op ‘een gewoon jaar’ voor CATAPA. In een jaar van grote en kleine verwezenlijkingen, groeide CATAPA verder uit tot een geloofwaardige organisatie, in de strijd voor klimaat-, ecologische en sociale rechtvaardigheid.”

Loop je mee met de 20 km van Brussel voor CATAPA?

Loop jij ook op 19 mei de 20 km van Brussel voor CATAPA? Schrijf je in en word één van de lopers van CATAPA!

CATAPA loopt op 19 mei de 20 km van Brussel om verder te strijden voor de rechten van lokale gemeenschappen die het slachtoffer worden van de ecologische en sociale impact van grootschalige mijnbouw; en om te streven naar een rechtvaardige samenleving waarbij mens en natuur in evenwicht samenleven. Loop jij ook mee?

JA! Ik doe mee!

Schrijf jezelf dan in via de website van de 20 km van Brussel (25 euro) en voeg je toe aan de groep van CATAPA (groepsnaam: CATA10946). Engageer je om minstens 50 euro aan sponsoring in te zamelen voor CATAPA.

Geen zin om mee te lopen maar wel om CATAPA een duwtje in de rug te geven? Sponsor dan één van onze lopersJe kan geld storten op: BE49 9795 2861 7871, met vermelding van “Sponsoring van CATAPA 20 km van Brussel (+ eventueel: naam van loper die je wil sponsoren)“. Deze gift is niet fiscaal aftrekbaar.

⭐ Wie 50 euro of meer sponsort, krijgt een giftbox van CATAPA!*

Meer info of vragen? Mail gerust naar kim.claes@catapa.be.

¡Vamos! Voor sociaal-ecologische rechtvaardigheid!

*Af te halen op het kantoor te Gent.

Ontmoet onze lopers!

Charlotte Christiaens

Charlotte Christiaens

Ik ben Charlotte Christiaens en loop de 20km voor CATAPA in 2019, net als in 2010. M’n passie om door de natuur te rennen is enkel maar gegroeid doorheen de jaren. Voor één keer wil ik de natuur inruilen voor de stad op 19 mei in Brussel.

Op één of andere manier ben ik al vaak in prikkeldraden beland tijdens het lopen, met gescheurde broeken en wondes tot gevolg. Pijnlijke,doch domme zaak. Maar de begroeting van m’n geliefde bomen en het geluid van m’n gekende vogels op m’n gekende padjes zou ik niet kunnen missen. Als ik het niet meer zie zitten tijdens de wedstrijd, zeg ik tegen mezelf: “Komaan Charlotte, dit lijden is in niets te vergelijken met hoe lokale gemeenschappen in het Zuiden lijden onder mijnbouw.” Supporter je mee?!

Kim en Koen Claes

Kim en Koen Claes

Wij zijn Kim en Koen, en lopen samen de 20km van Brussel voor Catapa. Wij lopen broederlijk op dubbele kracht, vol goesting en overgave, omdat we geloven dat catapa ons een stapje dichter bij een meer rechtvaardige wereld brengt.

Wij leveren het bloed, het zweet en de tranen, doen jullie een duit in het zakje? Wij beloven te zullen schitteren, van Catapa ontvangen jullie eeuwige dankbaarheid!

Iris Maertens

Iris Maertens

Ik ben Iris Maertens: grafisch vormgever, illustrator en digitale ninja. Het liefst van al teken ik. Maar als creatieve geest ben ik steeds op zoek naar een nieuwe uitdaging!  Voor CATAPA zet ik graag mijn beste beentje voor samen met Max🐶, mijn ’trainingspartner’. Supporter jij ons?🐾

Niels De Vos

Niels De Vos

Mijn naam is Niels De Vos, uit Lokeren, en ik loop de 20 km voor Catapa! Een uitdaging voor mezelf, en als daarmee een broodnodig initiatief zoals Catapa gesteund kan worden is dat meer dan meegenomen! Supporter je mee?

Froukje Kuijk

Froukje Kuijk

Ik ben Froukje en draai al even mee binnen CATAPA. Ik woon sinds een dik jaar terug in België na enkele jaartjes in Chili te hebben vertoefd. Ik vindt het een heerlijke uitdaging om de beenspieren strak te lopen voor onze sublieme vrijwilligersorganisatie. Ik hou van sport, buitenlucht en ook ontzettend van Brussel dus dit wordt een perfecte mix! The goal: fervente teamspirit, CATAPA op de kaart zetten tijdens de 20 km van Brussel en hopelijk ook nog die kilometers elegant uitlopen.

Move your Money

Move your Money

Bij welke bank staat jouw geld? En weet je wat die bank daar allemaal mee doet? Tussen 2014 en 2016 investeerden ING, Belfius, KBC en BNP Paribas Fortis maar liefst 33 miljard (!) in fossiele brandstoffen. Daarmee sponsoren ze dus direct de klimaatopwarming. Zullen we daar samen iets aan doen? Doe mee met de actie Move Your Money: onderteken samen met duizenden andere individuen en organisaties ons ultimatum aan de vier Belgische grootbanken: “Trek ons geld weg uit fossiele brandstoffen, of wij trekken ons geld weg bij jullie en veranderen samen van bank.” Onderteken je mee?

Deze campagne is een initiatief met steun van Greenpeace, Hart boven Hard, FairFin en D’URGENT, in alliantie met de “Fossil Banks, No Thanks” campagne van Banktrack. En wij ondersteunen het mee want:

  • Klimaat staat vrijwel dagelijks in de picture, mensen liggen er echt wakker van. Er actie rond voeren is urgent.
  • Onze regeringen bewegen eerder traag, maar met deze campagne kan iedereen als klant/burger een reëel verschil maken. Omdat iedereen meer of minder geld op een bank heeft staan.
  • Wereldwijd is divestment één van de meest efficiënte strategieën gebleken om extra publiek bewustzijn en reële actie op te wekken rond klimaatopwarming. Het maakt een reëel verschil.

Wij willen niet dat banken ons geld nog geven aan bedrijven die fossiele brandstoffen opgraven en verbranden. Daarmee versterken ze de klimaatopwarming. Uit een studie van 2017 door de Klimaatcoalitie bleek dat de 4 Belgische grootbanken – Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC – in de periode 2014 tot 2016 nog €40 miljard investeerden in de fossiele industrieDat moet anders.

Daarom willen wij samen met zoveel mogelijk mensen en organisaties de banken voor een ultimatum stellen: move your money, of wij doen het zelf. Onderteken je mee?

Het is eenvoudig: (1) of je bank keurt op haar algemene vergadering in het voorjaar van 2019 een resolutie goed die haar beleid in lijn brengt met het klimaatakkoord van Parijs, (2) of alle ondertekenaars veranderen in juni 2019 samen van bank.

Defensoras

Milieu- en mensenrechtenverdedigers zetten zich onvermoeibaar in voor gelijkheid en gerechtigheid. Helaas krijgen ze vaak te maken met discriminatie, geweld, criminalisering, schendingen van hun burgerrechten en de straffeloosheid van gewapende publieke (politie, leger) of ingehuurde (paramilitairen, doodseskaders) groepen. Alle activisten krijgen grote uitdagingen voorgeschoteld, maar vrouwelijke activistes krijgen daarbij ook nog eens te maken met genderspecifiek geweld en andere risico’s.

Met het project “Strategies of women human rights defenders confronting extractive industries” voert CATAPA campagne rond de situatie van vrouwelijke milieuactivisten in Latijns-Amerika die strijden tegen extractieve industrieën. Hiermee willen wij een stem geven aan deze vrouwelijke activisten, hun precaire situatie onder de aandacht brengen en politieke instituties en andere organisaties ertoe brengen om mechanismen te creëren die een betere bescherming bieden aan deze defensoras. Het project vond plaats in samenwerking met verschillende partnerorganisaties waaronder Ingeniería Sin Fronteras (ISF) en REDD (Red Latinoamericana de Mujeres Defensoras).  

Er zijn veel gevaarlijke sectoren waarin het riskant is voor milieuactivisten om verzet uit te oefenen, maar volgens de organisatie AWID vormt mijnbouw de meest onveilige context voor activisten, gevolgd door waterkrachtprojecten en dammen, agro-industrie en houtkap. Het hoofd van de Verenigde Naties werkgroep tegen discriminatie tegenover vrouwen, Alda Facio, bevestigde in mei ook dat de kwetsbaarste groep van vrouwelijke mensenrechtenactivisten zich bevindt bij degenen die activiteiten van extractieve industrieën willen verhinderen (en bij degenen die strijden voor reproductieve en seksuele rechten). Weerstand bieden tegen extractieve industrieën betekent ook (inter)nationale bedrijven en globale elites uitdagen, die samenwerken met overheden en soms zelfs met religieuze en ’traditionele’ instellingen. Uit onderzoek van Front Line Defenders blijkt dat 281 mensenrechtenverdedigers wereldwijd vermoord werden in 2016. 49% van het totale aantal waren activisten die het milieu, grondgebied en inheemse rechten verdedigden. Meer dan de helft van de moorden, 143 volgens de bevindingen van FLD, vond plaats in Latijns-Amerika.

Alle activisten krijgen grote uitdagingen voorgeschoteld, maar vrouwelijke activistes krijgen daarbij ook nog eens te maken met genderspecifiek geweld en andere risico’s. Terwijl milieuverdedigers dikwijls bestempeld worden als “niet-vaderlandsgezind” of “tegen vooruitgang”, worden vrouwelijke verdedigers daarbij ook nog eens gestigmatiseerd omwille van hun gender en seksualiteit. “Ondanks de groeiende gevaarlijke context, spelen meer en meer vrouwen een belangrijke rol in sociale bewegingen. Ze lopen echter ook een groter risico op seksueel geweld, vooral wanneer ze leven in een gemilitariseerde omgeving. Bovendien hebben hun kinderen ook een grotere kans om bedreigd of aangevallen te worden als een vorm van intimidatie”, zei Marusia Lopez van JASS tijdens hetzelfde VN-event in mei. “Daarnaast worden de rechten die deze vrouwen verdedigen ook niet altijd erkend door de maatschappij en worden ze in sommige landen zelfs beschouwd als misdaden.”

Alejandra Burgos van het Mesoamerican Woman Human Rights Defenders Initiative voegt daaraan toe: “Het gebrek aan toegang tot justitie en de hoge mate van straffeloosheid heeft ook een impact op het leven van activistes in Centraal-Amerika. Uit onderzoek blijkt dat  tussen 2012 en 2016, 60% van de aanvallen tegen activistes bestond uit intimidatie, bedreigingen, waarschuwingen en ultimatums, laster- en stigmatiseringcampagnes, gebruik van geweld, illegale en willekeurige arrestaties, criminalisering en gerechtelijke vervolgingen. Daarbij leven we ook nog eens in een van de regio’s met de meeste feminicides (vrouwenmoorden) ter wereld.”

Vrouwelijke activistes in Latijns-Amerika lijden vaak onder een driedimensionale vorm van discriminatie. Ten eerste worden ze vaak minachtend bekeken omdat ze inheems zijn. Ze hebben dikwijls hun eigen culturele gewoonten, praten een andere taal en geloven in een natuurgodsdienst. Die eigenschappen zorgen er helaas voor dat ze in veel landen als minderwaardig bestempeld worden. Daarnaast heeft de specifieke (gewelddadige) context van het socio-ecologisch conflict waarin ze wonen ook een grote impact op verschillende facetten van hun leven en hebben ze niet altijd de kans om te verhuizen. Tenslotte ondervinden ze ook moeilijkheden omdat ze een voor een vrouwen zijn die willen breken met traditionele rolpatronen. Op die manier bevinden ze zich in een precaire situatie omdat ze ‘hun verplichtingen niet naleven’ en ‘opstandig’ worden. Milieuactivistes die protesteren tegen het economisch extractieve  beleid van Latijns-Amerikaanse regeringen worden vaak slachtoffers van het willekeurige gebruik van het strafsysteem, met als resultaat dat ze geconfronteerd worden met valse beschuldigingen en oneerlijke rechtszaken. Dit zijn criminaliseringstrategieën waartegen ze zich moeilijk kunnen verzetten, door een gebrek aan geld, tijd en contacten.

Een internationale consensus over de definitie van wat een milieu- of mensenrechtenverdediger is, bestaat al. Maar de dubbele kwetsbaarheid van vrouwelijke activistes wordt vaak vergeten. Er bestaan nauwelijks statistieken over het totale aantal activistes die geconfronteerd worden met bedreigingen en gendergerelateerd geweld of die gecriminaliseerd worden. Onderzoekbureaus en internationale organisaties zouden dit thema vanuit een genderperspectief moeten benaderen, zodat er specifieke resoluties en protocollen opgesteld kunnen worden en vrouwelijke milieu- en mensenrechtenverdedigers op hun beurt ook een specifieke bescherming krijgen.

In het kader van ons project werden internationale onderzoeksteams gestuurd naar partnerlanden in Latijns-Amerika: Bolivia, Peru, Ecuador en El Salvador. Deze teams hebben, met hulp van lokale experten, de problematiek van vrouwelijke activisten die strijden tegen extractieve industrieën onderzocht, aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. De resultaten werden neergeschreven in een rapport dat vervolgens naar de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (CIDH) werd gezonden. Het IACHR is een autonoom juridisch orgaan ter bescherming van de mensenrechten in de 35 lidstaten van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Op 24 oktober hield de IACHR (Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens) een publieke hoorzitting over “de criminalisering van vrouwelijke milieuactivisten in Latijns-Amerika“. De zitting van de IACHR ging door in Montevideo, Uruguay, en was een belangrijke stap voorwaarts om de precaire situatie van activistes in de context van extractieve industrieën in Latijns-Amerika beter op de kaart te zetten.

Catapa heeft daarna hard gewerkt in België om dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij het bredere publiek en politieke instellingen. Het doel hiervan was om politieke instellingen zoals de Europese Unie ertoe aan te zetten een genderperspectief te implementeren in hun wetgeving en beleid dat leidt tot een betere bescherming van deze vrouwelijke mensenrechtenactivistes.

In januari 2018 organiseerde CATAPA twee evenementen waarbij verschillende sprekers uitleg gaven over de situatie van vrouwelijke mensenrechtenactivistes in Latijns-Amerika en de beschermingsmogelijkheden. Hierbij werd Mirtha Vasquez uitgenodigd als gastspreker, de Peruviaanse advocate en mensenrechtenactiviste die Maxima Acuña vertegenwoordigt in haar strijd tegen het goudmijnbouwproject Conga.

Op 10 januari werd een evenement georganiseerd in het Europees Parlement, in het kader van een nieuwe EU Resolutie over vrouwen, gendergelijkheid en klimaatgerechtigheid. Mirtha Vasquez en Dr. Clara Burbano Herrera (Universiteit Gent), één van de onderzoeksters in het project, gaven aanbevelingen voor de EU voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers. Dit werd gevolgd door presentaties van Europarlementsleden Florent Marcelessi en Jordi Solé (beiden Greens/EFA) over respectievelijk de bestaande bescherming van mensenrechtenverdedigers door de EU en hoe dit tot uiting kwam in het budget van de EU.

De dag ervoor werd een evenement georganiseerd in de Pianofabriek in Brussels rond hetzelfde onderwerp, waar Mirtha Vasquez voor een volle zaal mocht presenteren. Naast Mirtha Vasquez kwamen ook Amelia Alva Arevalo (Ugent), één van de onderzoekers bij het project, en Nicky Broekhoven (Ugent), die onderzoek voert rond gender en klimaat, een presentatie geven.

Tijdens Open Mined, voorheen de Academische Week, werden maar liefst drie vrouwelijke mensenrechtenverdedigers uitgenodigd om lezingen te geven aan universiteiten en hogescholen en tijdens evenementen: Gloria Chicaiza uit Ecuador, Margarita Aquino uit Bolivia, Mariana Gomez uit Colombia.

Bronnen:

Front Line Defenders. (2017). Annual Report on Human Rights Defenders at Risk in 2016. Front Line Defenders.Geraadpleegd hier: https://www.frontlinedefenders.org/en/resource-publication/annual-report-human-rights-defenders-risk-2016


IACHR. (2015). Criminalization of Human Rights Defenders. Geraadpleegd hier: http://www.oas.org/en/iachr/reports/pdfs/criminalization2016.pdf

Inmaculada, Barcia. (2017). Weaving resistance through action: strategies of women human rights defenders confronting extractive industries. Geraadpleegd hier: https://www.awid.org/sites/default/files/atoms/files/eng_weaving_resistance_through_action-web.pdf

Vásquez Chuquilín, Mirtha. (2013). Criminalización de la protesta en Perú. Geraadpleegd hier: http://www.grufides.org/sites/default/files//documentos/publicaciones/Criminalizaci%C3%B3n%20de%20la%20protesta%20en%20Per%C3%BA%20-%20Mirtha%20V%C3%A1squez.pdf

WG Discrimination Against Women: event. (2017). Strengthening protection networks for women human rights defenders to combat discrimination: Challenges and opportunities in the current context. Geraadpleegd hier: http://www.ohchr.org/EN/Issues/Women/WGWomen/Pages/WomenHumanRightsDefendersGender.aspx

 

Klimaatverandering en mijnbouwvervuiling veroorzaken milieuramp in het Poopó meer, Bolivia

In het hart van de Boliviaanse altiplano wordt het Poopó meer reeds decennia lang bedreigd door uitdroging, verzilting en vervuiling. Het meer wordt beschermd door de internationale RAMSAR conventie voor watergebieden en vormt voor vele inwoners van de regio Oruro de voornaamste bron van inkomsten en (over)leven.

De aantasting van het meer neemt de laatste tijd steeds extremere vormen aan. Op 18 november 2014 strandden 30 miljoen vissen aan op de noordwestelijke oever van het meer. Over een afstand van tientallen kilometers liggen hopen dode inheemse Karachi visjes en in jaren 1960 geïntroduceerde pejerreyes (koornaarvissen) te rotten. Bovendien lieten naar schatting een 600-tal wilde watervogels het leven.

De directe oorzaak zou een opstoot van windvlagen tot 70 km per uur geweest zijn, waardoor de vissen op de oever van het meer geworpen werden. Gilberto Pauwels, directeur van CEPA, suggereert verschillende mogelijkheden voor de dood van de aangespoelde vissen: “Hebben de winden het vervuilde slib van het ondiepe water doen opdwarrelen en hebben ze zo het zoute water voor de vissen totaal onleefbaar gemaakt. Stierven de vogels bij gebrek aan zoet drinkwater?  Zorgde de ongewone warmte niet alleen voor buitengewone verdamping, maar ook voor de aanwezigheid van giftige algen?” Zijn suggesties wijzen op een fundamentelere oorzaak. De klimaatverandering doet het waterpeil jaarlijks afnemen.

Ondertussen wordt de belangrijkste toevoer van het meer, de Desaguadero rivier, als open riool gebruikt voor het afvalwater van de tientallen mijnbouwoperaties in de regio. Droogte en vervuiling zorgen voor een gebrek aan zuurstof, een hoog zoutgehalte en een concentratie van zware metalen en toxische stoffen in het water. De eens zo rijke vispopulatie van het meer is op sterven na dood.

Het is niet de eerste keer dat zich dergelijke vis- en vogelsterfte voordoet, en alles wijst er op dat het ook niet de laatste keer zal zijn. Lokale vissers vertellen dat hen in 1994 een gelijkaardige ramp overviel en het vijf jaar geduurd heeft voordat het meer zich herstelde. In 2008 stierven honderdduizenden vissen in het Uru Uru meer, maar toen werd geen gevolg gegeven aan het voorval. Deze keer gaat het om een verstoring van veel grotere schaal.

Voor de lokale bevolking betekent de milieuramp ook een economische ramp die in de eerste plaats het dorpje Untavi (Toledo) en de plaatselijke visserscoöperaties treft. Maar ook voor verder afgelegen kustdorpen is de situatie catastrofaal. Aan de oostkust leeft de historisch sterk gediscrimineerde Uru bevolking die nog meer dan andere kustdorpen afhankelijk is van visvangst en jacht op watervogels.

Nadat CEPA en CORIDUP aan de alarmbel trokken, sturen 6 verschillende ministeries een technische ploeg om de milieuramp te onderzoeken. Het leger wordt ingezet om de dieren op te ruimen en te verbranden. Vanwege de overheid zal een hulpprogramma opgestart worden voor de direct getroffen bevolking. Ondertussen bleef de bevolking meer dan een maand in het ongewisse; de lokale overheden blonken uit in afwezigheid. De meest verontrustende afwezige is die van een duurzaam en alert milieubeleid dat de klimaatverandering serieus neemt, daadwerkelijk optreedt tegen de verontreinigende praktijken van mijnbouwbedrijven en direct ingrijpt bij acute rampen. Hoe langer een effectief beleid achterwege blijft, hoe kwetsbaarder de overlevingskansen voor Oruro’s internationaal beschermde meren, flora en fauna en de leefbaarheid in haar vissersgemeenschappen.

Chiwanku no. 909, 19 december 2014. “A un mes del desastre natural en el lago Poopó.”

http://cepaoruro.org/index.php?option=com_content&view=article&id=1191:no909-a-un-mes-del-desastre-natural-en-el-lago-poopo-191214&catid=10:chiwanku&Itemid=33

Chiwanku no. 910, 22 december 2014. “Cambio Climático y Minería: alrededor de 30 millones de peces agonizaron y murieron en el lago Poopó.”

http://cepaoruro.org/index.php?option=com_content&view=article&id=1192:no910-cambio-climatico-y-mineria-alrededor-de-30-millones-de-peces-agonizaron-y-murieron-en-el-lago-poopo-22-12-14&catid=10:chiwanku&Itemid=33

Auteur: Hanne Cottyn