Movement Weekend 2019

How great was the Movement Weekend 2019?

From the 13th till 15th of December there was the annual Movement Weekend which took place in Lokeren. We gathered with a lot of Catapistas to learn, brainstorm, be together, have a good time and eat some delicious food.

The weekend started on Friday with a warm welcome and some soup. Afterwards there was an interactive introduction game in which we discussed the different challenges related to the topics that Catapa is addressing. We also followed an interesting presentation about the extraction of Lithium. Lithium is, i.a. used for our batteries of electric cars. We ended the night with a fun game to get to know each other a bit better!

On Saturday we woke up early to kick off a day filled with interesting activities! We started with a group dynamic exercise and followed the working group meetings. Silke and Alberto, presented their research mission in Bolivia, focusing on several mining cooperatives. After a discussion on the results, we did parallel speed date sessions about the internal functioning of our volunteer organization. Here we sat together to give input and discussed solutions about how to improve our organizational, communication and planning skills.

Laura organized a teambuilding activity in which we learned to trust each other (and almost broke a leg). And then there was dinner, with the best falafel we ever ate. After we all overate, we called our GECO’s (Global Engagement Catapa Officers) in Latin Amerika through Skype to learn more about their experiences. And last but not least, Truike gave a kick-off presentation about OpenMinED, an event that will take place in March 2020. Here we invite guest speakers to give more information about mining and the impact of the ICT supply chain. We ended our Saturday night with the unforgettable Fiesta Catapista, in which we got to see some real dance talents!

On Sunday, the last day, Charlotte gave some information about how to make our way of working more efficient. This meant the end of an amazing weekend.

Already looking forward to the next one!

DocuLatino 2019

DocuLatino Film Festival – Tracing the ICT supply chain

For the 11th year in a row Catapa organises the Doculatino Filmfestival in Ghent, Antwerp, Brussels and Leuven. Within the Make ICT fair European campaign, whose goal is to achieve a more transparent and fair ICT supply chain, this year we will broaden our focus from extractivism and look at the problems of the global ICT supply chain. Through 3 documentary screenings we will show you the path your laptop, smartphone or tablet follow from the extraction of its components to the dumping of the devices, and the related issues.

Documentaries:

1. Minga, by Damien Charles and Pauline Dutron
The journey starts in Latin America, one of the main victims of raw materials extraction. Today for the production of a smartphone more than 60 elements are needed and the vast majority are obtained by mining. As the documentary shows, the extraction industry has huge consequences on local communities and on the environment.

© Minga - Voices of resistance 2019

2. Death by design, by Sue Williams
In Death by Design, we will fly to the other part of the world to Asia (China, Vietnam, South-Korea, etc) where underpaid workers in inhumane working conditions are producing electronic devices thanks to the different metals extracted in Latin America.

© 2019 Death by Design

3. E-waste tragedy, by Cosima Dannoritzer
Have you ever thought about where your old smartphone ends up after you don’t use it anymore? We will discover the often forgotten part of the supply chain: the electronic waste. Huge amount of e-waste is dumped every day in Africa and Asia, shipped mostly from Western Countries. This documentary shows the reality of what people living in those waste dumps have to face every day.

The E-Waste Tragedy

After each documentary screening, a group discussion will be held and introduced by an expert in the field. All three documentaries will be screened in four different cities of Belgium, each of them in a different day following the order above.

Click in each city to check more information about the location and time!

Antwerp – 21, 22, 23 of October

Ghent – 6, 20, 27 of November

Brussels – 13, 14, 15 of November

Leuven – 26, 27, 28 of November

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Nieuwe 11.11.11-campagne van dit najaar: CHANGEMAKERS

Met de campagne Changemakers gaan ze recht naar het hart van 11.11.11: ze zetten changemakers wereldwijd op een voetstuk. Met hoopvolle verhalen, straffe acties en scherpe inhoud. Waarom? Omdat ze zwaar onder druk staan en meer dan ooit nodig zijn om verandering te brengen.

11.11.11 stelt graag enkele straffe changemakers aan je voor: Passy, Thaïs, Red, Esperanzah, Awad … Al deze changemakers streven naar een duurzame, leefbare toekomst waarin iedereen een plaats krijgt. Ze doen dat elk op hun manier. Ze strijden tegen ongelijkheid, klimaatverandering, uitbuiting door grote internationale bedrijven … Maar het wordt hen moeilijk gemaakt. Steeds meer komt de vrijheid van meningsuiting onder druk te staan. Net daarom zijn deze changemakers belangrijker dan ooit.

 

ALGEMENE CAMPAGNEINFO

Ben je op zoek naar algemene informatie over de campagne dan kan je terecht op hun campagnewebsite.

  • Je kan nu al inspiratie vinden op de doe-mee-pagina’s. En bestel je graag materiaal voor je organisatie: een raamaffiche of changemaker-stickers dan kan je hier een bestelling plaatsen.
  • Vanaf 28 september zal je op de website de algemene info vinden: verhalen van diverse changemakers, filmpjes, nieuwsitems, downloads…

 

CHANGEMAKERS UNITE – UITNODIGING KICK-OFF 

Op zaterdag 28 september lanceert 11.11.11 de campagne in de AB (Ancienne Belgique) in Brussel.

Een programma met klinkende en boeiende namen als Dalilla Hermans (keynote speaker), Tourist LeMC (muziek en interview), Passy Mubalama (over vrouwenrechten in Congo), Red Constantino (uit de Filipijnen, over klimaatrechtvaardigheid), Bie Vancreaeynest (over activisme), Francesca Vanthielen … en onze nieuwe directeur Els Hertogen geeft de slotspeech. Niet te missen dus! Jullie zijn van harte welkom.

Meer info over het programma lees je hier en  tickets kan je hier kopen.

Move your Money

Move your Money

Bij welke bank staat jouw geld? En weet je wat die bank daar allemaal mee doet? Tussen 2014 en 2016 investeerden ING, Belfius, KBC en BNP Paribas Fortis maar liefst 33 miljard (!) in fossiele brandstoffen. Daarmee sponsoren ze dus direct de klimaatopwarming. Zullen we daar samen iets aan doen? Doe mee met de actie Move Your Money: onderteken samen met duizenden andere individuen en organisaties ons ultimatum aan de vier Belgische grootbanken: “Trek ons geld weg uit fossiele brandstoffen, of wij trekken ons geld weg bij jullie en veranderen samen van bank.” Onderteken je mee?

Deze campagne is een initiatief met steun van Greenpeace, Hart boven Hard, FairFin en D’URGENT, in alliantie met de “Fossil Banks, No Thanks” campagne van Banktrack. En wij ondersteunen het mee want:

  • Klimaat staat vrijwel dagelijks in de picture, mensen liggen er echt wakker van. Er actie rond voeren is urgent.
  • Onze regeringen bewegen eerder traag, maar met deze campagne kan iedereen als klant/burger een reëel verschil maken. Omdat iedereen meer of minder geld op een bank heeft staan.
  • Wereldwijd is divestment één van de meest efficiënte strategieën gebleken om extra publiek bewustzijn en reële actie op te wekken rond klimaatopwarming. Het maakt een reëel verschil.

Wij willen niet dat banken ons geld nog geven aan bedrijven die fossiele brandstoffen opgraven en verbranden. Daarmee versterken ze de klimaatopwarming. Uit een studie van 2017 door de Klimaatcoalitie bleek dat de 4 Belgische grootbanken – Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC – in de periode 2014 tot 2016 nog €40 miljard investeerden in de fossiele industrieDat moet anders.

Daarom willen wij samen met zoveel mogelijk mensen en organisaties de banken voor een ultimatum stellen: move your money, of wij doen het zelf. Onderteken je mee?

Het is eenvoudig: (1) of je bank keurt op haar algemene vergadering in het voorjaar van 2019 een resolutie goed die haar beleid in lijn brengt met het klimaatakkoord van Parijs, (2) of alle ondertekenaars veranderen in juni 2019 samen van bank.

Make ICT Fair

Make ICT Fair

Het Make ICT Fair project begon in november 2017, toen 11 Europese organisaties de krachten bundelden met als uiteindelijk doel het leven en de leefomgeving van mensen die worden getroffen door ICT-toeleveringsketens te verbeteren. Make ICT Fair was een Europees gefinancierd project (gesubsidieerd door het DEAR-programma) dat eindigde in januari 2021.

Waarom moeten we ICT Fair maken? 

Omdat de meeste ICT niet fair is. Met ICT verwijzen we naar de elektronische producten die we dagelijks gebruiken, zoals laptops en smartphones. Het productieproces van deze apparaten wordt gekenmerkt door schendingen van mensenrechten en ecologische rampen.

Ten eerste bevat elektronica een grote hoeveelheid metalen. Smartphones bijvoorbeeld bevatten er meer dan 40 verschillende en die moeten allemaal uit de aarde worden gehaald. Dit gebeurt voornamelijk via grootschalige mijnbouwprojecten, waarbij enorme schade aan het milieu wordt verricht. Ecologische impacten te gevolge van mijnbouw zijn de volgende: uitdroging van meren, rivieren en de aarde, de vervuiling van bodem en water met zware metalen en giftige stoffen, ontbossing en biodiversiteitsverlies. Dit heeft weer verschillende sociale gevolgen zoals (gedwongen) migratie, verlies van inkomen door degradatie van landbouwgrond, ziektes door vervuiling van drinkwater, criminalisering van het protest en de mensenrechtenverdedigers, conflicten en corruptie.

De productiefase van ICT heeft daarbovenop nog een schaduwzijde. In veel ICT-fabrieken, die zich vooral in Azië en Oost-Europa bevinden, zijn de arbeidsomstandigheden verre van ideaal. ICT-fabrieksarbeiders moeten buitensporig veel uren werken voor lage lonen in onveilige en ongezonde omstandigheden. En alsof dat nog niet genoeg is, neemt de hoeveelheid elektronisch afval die door de wereldbevolking wordt weggegooid jaarlijks alleen maar toe, met ernstige sociale en ecologische gevolgen. Dit is het gevolg van het lineaire productiemodel: onze elektronica is niet ontworpen om gemakkelijk gerepareerd of gerecycled te kunnen worden.

Er zijn tal van redenen waarom het niet eenvoudig is te werken aan een meer fair ICT productie- en consumptiemodel. In de eerste plaats is de ICT-toeleveringsketen niet transparant en zeer gefragmenteerd. Op die manier is het voor bedrijven gemakkelijk om hun verantwoordelijkheid voor wat er in een vorige fase van de toeleveringsketen gebeurt niet op te nemen. Het hele productie- en consumptiemodel moet onder de loep worden genomen en herdacht worden.

De hele toeleveringsketen is dringend aan verandering toe. We moeten ICT fair maken.

Hier kunt u meer lezen over de problemen in de ICT-toeleveringsketen.

Hoe hebben we ICT meer Fair gemaakt?

Het Make ICT Fair consortium gebruitke vier verschillende strategieën om ICT meer Fair te maken:

  1. Sensibilisering in Europa over de problemen in de ICT-toeleveringsketen

In de eerste plaats kwamen we met het Make ICT Fair-project tegemoet aan de dringende behoefte om de Europese burgers bewuster te maken van de manier waarop onze elektronica wordt geproduceerd, door de aandacht te vestigen op de arbeidsomstandigheden en de milieueffecten.

Dit is een zeer belangrijke eerste stap, want vaak zijn mensen zich niet bewust van het verhaal achter hun smartphone voordat ze een nieuwe kopen in de winkel. Binnen het Make ICT Fair project heeft het consortium het bewustzijn van Europese burgers over de impact van onze ICT vergroot door; het opzetten van sociale media campagnes en het delen van media artikelen, het ontwikkelen van educatief materiaal, het trainen van activisten en het organiseren van publieke acties, conferenties, workshops, Speaker Tours, gastcolleges, documentairevertoningen en diverse andere educatieve evenementen.

Sensibilisatie in cijfers:

  • We bereikten meer dan 150 miljoen Europese burgers via pers- en mediawerk en social media campagnes, waarbij we consumptie in verband brachten met de uitdagingen en negatieve gevolgen van de wereldwijde ICT-toeleveringsketens (zowel de mijnbouw- als de fabricagefase) en de onderlinge afhankelijkheid van de EU en het Globale Zuiden.
  • Projectpartners hebben 350.000 burgers geactiveerd via trainingssessies, straatacties, congressen, sprekerstours en seminars. Deze activiteiten zorgden voor meer bewustzijn onder de deelnemers, maar resulteerde ook in een groep getrainde activisten met de juiste kennis en vaardigheden om positieve verandering teweeg te brengen op lokaal en nationaal niveau in ICT-toeleveringsketens.
  • Verschillende grootschalige evenementen, bedoeld om een breder publiek te bereiken, werden opgezet in samenwerking met meerdere partners, waaronder;
    • SETEM organiseerde drie keer het het Mobile Social Congress, met input en sprekers van andere Make ICT Fair partners. Reflecteren over het huidige productie- en consumptiemodel van ICT, dat ernstige schendingen van de mensenrechten en gevolgen voor het milieu genereert, stond daarin centraal. En er werd nagedacht over mogelijke ethische consumptie-alternatieven. Dit zijn kwesties die niet behandeld werden op het jaarlijkse Mobile World Congress dat gelijktijdig plaatsvond in Barcelona.
    • CATAPA organiseerde drie Academic Speaker Tours. Drie sprekers uit het Zuiden reisden naar Europa om gastcolleges te geven aan universiteiten en hun verhaal over de impact van mijnbouw op hun regio te delen op diverse andere evenementen. Ze reisden door België, maar verschenen ook op activiteiten georganiseerd door Bankwatch in Bulgarije, door Le Monde Diplomatique in Polen en door TSA in Hongarije.
    • People & Planet coördineerde drie jaar op rij de Power Shift – een meerdaagse trainingsreeks voor jongeren gericht op het versterken van campagnevaardigheden. Activisten van SETEM, TSA, CATAPA, Bankwatch en Le Monde Diplomatique namen deel aan deze trainingen.
  1. Stimuleren van een fair aankoopbeleid als tool voor positieve verandering

Overheden, regionale overheden en universiteiten zijn grootverbruikers van elektronicaproducten zoals computers, laptops en tablets. Binnen de EU wordt één op de vijf laptops gekocht door de publieke sector. Als grootverbruiker heeft de publieke sector als geheel dus een aanzienlijke invloed. Als de hele publieke sector zijn krachten zou bundelen, zou deze invloed kunnen aangewend worden om de industrie te dwingen structurele verbeteringen door te voeren en hogere normen te hanteren.

Make ICT Fair richtte zich daarom op aankopers in de publieke sector en moedigde hen aan duurzaamheidscriteria op te nemen in hun aanbestedingen voor de aankoop van ICT-producten. Tegelijkertijd werden de controlesystemen in de toeleveringsketen versterkt.

Stimulering van een fair aankoopbeleid in cijfers:

  • Tijdens het project overtuigden projectpartners 331 instituties om zich aan te sluiten bij Electronics Watch en werk te maken van een eerlijker beleid inzake overheidsopdrachten.
  • Rondetafelgesprekken met deskundigen, conferenties, seminars en webinars bereikten 1 700 openbare aanbesteders.
  • Er werden trainingssessies- en trajecten opgezet om monitoringpartners in de fabricatie- en mijnbouwregio’s te versterken. Deze trainingen werden georganiseerd door Electronics Watch en CATAPA en waren gericht op de werknemergestuurde monitoringmethodologie voor monitoringpartners in de mijnbouw en de productiesector.
  • ICLEI en Electronics Watch ontwikkelden aanbestedingsmodellen en gaven advies, begeleiding en deskundige briefing aan openbare aanbesteders. Zes proefaanbestedingen en vijf gepubliceerde casestudies inspireerden lokale besturen en deelnemers van de Procura+ belangengroep om werk te maken van hun eigen aanbestedingen.
  • Er werd een databank opgezet om de verbinding te leggen tussen 60 merken, 176 fabrieken en 56 aanbesteders.
  1. Het uitvoeren van onderzoek om problemen in de ICT-toeleveringsketen op te sporen en de transparantie te vergroten

De ICT-toeleveringsketen is zeer complex en ontransparant. Daarom namen we de ICT-toeleveringsketen onder de loep om bepaalde kwesties zoals mensenrechtenschendingen op te sporen en meer inzicht te krijgen in de complexe metaal- en componentenstromen.

Dit is een selectie van het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd:

  • Copper with a cost – Een rapport van Swedwatch over de risico’s voor de mensenrechten en voor het milieu in de toeleveringsketens van ICT-mineralen, met de nadruk op een casestudy uit Zambia.
  • Forced labour behind your screen – Een onderzoek, uitgevoerd door Danwatch in opdracht van SETEM, naar de erbarmelijke werkomstandigheden van ‘migrant workers’ in ICT-fabrieken in Maleisië.
  • Linking the Bolivian minerals to the European Industry – onderzoek uitgevoerd door CATAPA dat de toeleveringsketen van het metaal Indium (belangrijk voor touchscreens in smartphones) traceert, van Boliviaanse coöperatieve mijnen tot de Europese industrie.

Een overzicht van al het onderzoek dat in het kader van het Make ICT Fair-project werd uitgevoerd, kan je terugvinden op deze pagina van de Universiteit van Edinburgh.  Inclusief een verzameling wetenschappelijke artikelen die binnen het kader van Make ICT Far werden ontwikkelend. Dat werk kreeg de naam ‘Human rights risks in the ICT supply chain’.

 

  1. Lobbywerk voor de integratie van fair- en duurzaamheidsaspecten in ICT-wetgeving

Wetgeving met betrekking tot de ICT-toeleveringsketen wordt zowel op Europees als op nationaal niveau ontwikkeld. De partners van Make ICT Fair analyseerden en volgden deze wetgeving op de voet om tegelijkertijd te kunnen aandringen op de integratie van duurzaamheidsaspecten. De investeringen van de multilaterale ontwikkelingsbanken van de EU werden nauwlettend in de gaten gehouden en we deden aan lobbywerk om best practices toe te passen.

Meer specifiek heeft het Make ICT Fair-consortium beleidsaanbevelingen gedaan met betrekking tot deze onderwerpen:

  • Implementatie van regelgeving inzake mensenrechten en ‘Environmental Due Diligence’.
  • Druk uitoefenen op de EU om haar beleid inzake overheidsopdrachten te verbeteren
  • Ervoor zorgen dat het EU-beleid inzake circulaire elektronica en ICT leidt tot meer faire waardeketens
  • Opname van sociale aspecten het Sustainable Products Initiative

Om aan de implementatie van deze aanbevelingen te werken, hielden de Make ICT Fair partners regelmatig vergaderingen met EU-besluitvormers en werder er lobby-evenementen in het Europees Parlement georganiseerd (zoals het ‘Make ICT Fair’ Breakfast in het Europees Parlement, met als doel het bewustzijn van mensenrechtenschendingen binnen ICT-toeleveringsketens te vergroten). Ook de groep Make ICT Fair Friends, bestaande uit EU-beleidsmakers, werd gecreëerd.

Hierbij werd het consortium ondersteund door consultant Fair Trade Advocacy Office (FTAO).

Hier kan je meer lezen over de EU-beleidsaanbevelingen waar de Make ICT Fair partners aan werkten de voorbije jaren en nog steeds werken.

 

Sommige Make ICT Fair-partners oefenden gedurende het project ook druk uit op hun nationale regeringen om kwesties rond de ICT-toeleveringsketen aan de kaak te stellen en nationale wetgeving te verbeteren. TSA lanceerde bijvoorbeeld een campagne en een petitie om in Hongarije aan te dringen op wetgeving die de verplichte garantieperiode voor ICT-producten zou verlengen.

Wordt vervolgd…

Tijdens de drie jaar van het Make ICT Fair-project hebben elf partners stappen gezet in de richting van een meer faire ICT-toeleveringsketen. Er is echter nog veel werk aan de winkel. Vanaf 2021 zal het consortium op verschillende niveaus blijven samenwerken aan Make ICT Fair:

  • De dialoog en samenwerking tussen de partners wordt voortgezet. Ondersteund door een gecontracteerde consultant zal het consortium regelmatig blijven bijeenkomen en blijven pleiten voor een eerlijker beleid door zich te richten tot beleidsmakers op EU-niveau.
  • De partners binnen het Make ICT Fair consortium zullen allen blijven focussen op het onderwerp ICT. Voor verschillende van hen blijft de impact van ICT een belangrijke rol blijven spelen in het educatief en sensibilisatiesaanbod.
  • Anderen zullen hun lobbyactiviteiten voortzetten en/of onderzoek blijven doen rond het onderwerp. Verschillende organisaties bundelden ook hun krachten voor kleinere projecten en zullen voorwerken op verwezenlijkingen van het Make ICT Fair project.
  • Het Make ICT Fair-consortium zal uitkijken naar een vervolgproject om het hierboven geschetste werk voort te kunnen zetten.

De projectpartners

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit project werd georganiseerd met de financiële steun van de Europese Unie. De inhoud van deze websitepagina valt onder de verantwoordelijkheid van CATAPA en kan in geen geval worden beschouwd als een weergave van het standpunt van de Europese Unie.

 

 

 

 

Altiplano onder invloed van droogte

De situatie op de Altiplano is kritiek. Het regenseizoen blijft uit en de meren en reservoirs liggen droog. In de stad is de watertoevoer her en der afgesloten waardoor protesten ontstaan, maar des te kritieker is de situatie op het platteland. Het vee heeft water nodig, er is natuurlijk enkel vis in de meren als er voldoende water is. De oogsten mislukken als die niet hun nodige portie water krijgen. Droogte is niet enkel dorst, maar ook gebrek aan hygiëne, ziekte en honger. Ecosystemen worden verwoest en kunnen zichzelf niet meteen herstellen. Biodiversiteit gaat onherroepelijk verloren. Het water dat er nog is, is verontreinigd.

Een delegatie van de krant ‘El deber’ ging afgelopen week op zoek naar het Uru-urumeer (departement Oruro, Bolivia) en vond een droge vlakte. Bij een informatiebord over de rijke vis- en vogelsoorten van dit internationaal erkende meer is in de verste verte geen water te bespeuren. Pedro Calizaya vertelt hen al 40 jaar nabij het Uru-urumeer te wonen en duidelijk gezien te hebben hoe de mijn Inti Raymi gezorgd heeft voor de verontreiniging van het volledige gebied. Nu is zijn stukje grond een woestijn.

 © Avalon Veldstra, CATAPA

© Avalon Veldstra, CATAPA

De droogte van 2016, heeft ervoor gezorgd dat dit het moeilijkste jaar was voor zijn familie. “Dit jaar heb ik 80 schapen verloren, van de 400 die ik had in het begin van het jaar… en 10 koeien van de 40. Ze sterven door de droogte, de verontreiniging en het gebrek aan land om op te grazen“ legt hij uit. Hij vertelt dat zijn dieren vermageren omdat er onvoldoende te grazen is: “we wandelen uren op zoek naar eten. Omdat het weinig water dat er is, verontreinigd is, worden ze ziek. Hun pootjes ontvellen als geroest ijzer, hun buikjes zwellen op en ze geven een witte smurrie over en gaan dan dood”. “We hebben niet kunnen profiteren van hun vlees, noch hun wol, noch hun melk. Ik weet niet meer wat te doen, want met deze opbrengst zouden we onze kinderen laten studeren.” voegt hij nog wanhopig aan het gesprek toe.

Na het Poopómeer is nu ook het Uru-urumeer in kritieke toestand

Evo Morales noemde 2016 het droogste jaar van de laatste 25 jaar. De klimaatveranderingen zijn voelbaar en waren ook voorspeld.  Vorig jaar werd er al een extra fonds opgezet omdat men schrik had voor de gevolgen van het fenomeen El Niño dat sterker voelbaar zou zijn dan de voorgaande jaren. Voor Bolivia voorspelde men voor maart 2015 overstromingen in de laaglanden en droogte op de hoogvlakten. Pas eind 2016 voelt ook de lokale bevolking de gevolgen door het nijpend watertekort in de hoogvlakten. Maar niet alles is een gevolg van het klimaat. Toen het Poopómeer en het Uru Urumeer uitdroogden, werd met de vinger gewezen naar het klimaat, maar dat is te kort door de bocht.

Er zijn ook economische belangen waardoor er waterproblemen zijn. Bolivia’s economie is vooral gebaseerd op extractivisme en de export van grondstoffen. Evo Morales wil zo weinig mogelijk buitenlandse inmenging en blijft de natuurlijke rijkdommen van zijn land verkopen. Dit zorgt ervoor dat megaprojecten floreren. De mijnbouw die heel vervuilend is en wateropslorpend zorgde er begin 2016 voor dat één van de grootste meren van Bolivia, het Poopómeer, uitdroogde.  Waar men vroeger kon vissen, kan je nu enkel nog grote wandelingen maken op uitgedroogde grond. Volgens satellietbeelden zou er nog maar op 0,1 % van de oppervlakte van het meer water te vinden zijn. Nu wacht het Uru Urumeer hetzelfde lot. Milieuorganisaties vrezen dat dit grote gevolgen zal hebben voor de volledige waterhuishouding in Bolivia en diens buurlanden. Ook het grote Titikakameer, alsook de ook de meren in het natuurgebied rondom toeristische trekpleister Uyuni, zullen de gevolgen van deze uitdroging  voelen.

Situatie in La Paz: watercrisis

Ook in de stad heeft men water nodig voor de dagelijks was en plas. In de hoofdstad La Paz zijn de drie belangrijkste reservoirs die de stad van water voorzien quasi droog. Zonder water worden voorzieningen in de stad afgesloten, geraakt het dagelijkse ritme verstoord, komt er protest en er ontstaan conflicten tussen boeren en stedelingen, en de stad zelf… die begint te stinken. Vorige week (21 november) werd de noodtoestand afgekondigd door president Morales. In de hoofdstad La Paz is er sinds twee weken in sommige wijken geen water meer. Op andere plaatsen wordt het water beurtelings afgesloten.

 © Avalon Veldstra, CATAPA

© Avalon Veldstra, CATAPA

 

Dan maar ¡Cosecha de agua!

Begin 2016 startte CATAPA samen met haar partners een nieuw project om het “oogsten van regenwater” te promoten bij de lokale bevolking rondom het Poopó- en Uru urumeer. Door het opvangen van regenwater kunnen de mensen hun eigen lot in handen nemen en kunnen ze water opvangen voordat het regenwater wordt opgemengd met de vervuilde bodem, en voordat het wegstroomt en vervolgens al heel snel verdampt.

Met steun van de Vlaamse Overheid (in het kader van het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling) is het mogelijk om 36 families te voorzien van dergelijk opvangsysteem. Daarnaast zullen infosessies, vormingen en bewustwordingsacties georganiseerd worden zodat mensen o.a. beter op de hoogte zijn van hun rechten.

Auteur:  Silke Ronsse

 

Referenties:

http://www.eldeber.com.bo/bolivia/lago-uru-uru-desaparece-y.html door Marcelo Tedesqui V.

http://lapatriaenlinea.com/?nota=275228 door Clovis Díaz

http://www.eldeber.com.bo/suplementos/edson-ramirez-paz-depende-vez.html door Pablo Ortiz

http://www.eldiario.net/noticias/2016/2016_12/nt161202/nacional.php?n=23…

https://www.theguardian.com/global-development/2016/nov/25/bolivia-droug…

“Oorzaken watersnood” (in press) door Lien Merre en Avalon Veldstra

Bolivia in de Vlaamse pers:
http://www.demorgen.be/wetenschap/boliviaanse-uru-urumeer-is-geen-meer-m…

UPDATE Hot Topic: Vice-Minister vermoord in Bolivia

Project: Oogsten van Hemelwater

Vannacht (6 uur tijdsverschil) stroomden de Whatsapp en Facebook berichtjes langzaam bij mij binnen. Hierin vroegen jullie aan mij of alles goed met mij gaat en of het niet te gevaarlijk is in Bolivia op dit moment. Om daar als eerste op te antwoorden: alles gaat goed met mij. In de steden merk je over het algemeen niks van het conflict. Maar wat is er dan aan de hand in Bolivia?

Achtergrondinformatie

Bolivia kent een lange mijnbouwgeschiedenis. Momenteel zijn er drie verschillende spelers actief in de mijnbouw: staatsbedrijven, coöperatieven en privébedrijven. De eerste groep is van de staat, de tweede groep zijn mijnwerkers die zich in groepen bundelen en beschikken over stukken mijn en de laatste groep zijn veelal transnationale mijnbouwbedrijven. De coöperatieven zijn de laatste jaren een belangrijke speler in de sector geworden en zij zorgen voor een groot deel van de export van mineralen. De meerderheid van de mijnwerkers is werkzaam in coöperatieven.

Dynamiet tegenover Traangas

De afgelopen tijd houden de coöperatieve mijnwerkers veel protesten. Twee weken geleden werd Bolivia helemaal plat gelegd door ongeveer 5.000 mijnwerkers en sinds een aantal dagen zijn velen onafgebroken aan het protesteren nadat onderhandelingen over een nieuwe wetgeving, met betrekking tot de organisatie in coöperatieven, mislukt zijn. De belangrijkste wegen zijn geblokkeerd, de mijnwerkers zetten hun dynamiet in en de politie probeert hen te verjagen met traangas.

Foto (EFE): Conflict tussen de politie en de coöperatieve mijnwerkers

Het gebruik van dynamiet is wettelijk toegestaan en wordt dan ook volop ingezet tijdens de protesten. Tijdens de conflicten tussen de mijnwerkers en de politie zijn er drie mijnwerkers om het leven gekomen, zijn er mijnwerkers opgepakt, journalisten beroofd, politie-agenten gegijzeld en bij beide partijen zijn er gewonden gevallen. De mijnwerkers zijn woedend om de overleden mijnwerkers. Zij geven aan dat de politie schuldig is hieraan. Echter, de politie geeft aan dat zij geen vuurwapens gebruiken in het conflict en dat de doden de oorzaak zijn van het geweld van de mijnwerkers zelf.

Vice-minister doodgeslagen

Gisteren kwam het conflict pas kort in het internationale nieuws: de vice-minister van interne veiligheid en binnenlandse zaken, Rodolfo Illanes, is door mijnwerkers ontvoerd en vervolgens doodgeslagen. Dit nadat hij naar de wegblokkade ter hoogte van Panduro ging (tussen Oruro en La Paz) om een poging te doen tot onderhandeling met de mijnwerkers.

Het einde is nog niet in zicht: de Nationale Federatie van Mijncoöperatieven (FENCOMIN) heeft besloten over te gaan tot een staking van opbepaalde duur en de regering zal de moord tot op de bodem uitzoeken. De regering houdt de blokkade bij Panduro aan de hand van een drone in het oog. Waarschijnlijk is de dader (of de daders) gefilmd. Inmiddels zijn er na aanleiding van de moord al velen gearresteerd.

Foto (La Patria): Vice minister van interne veiligheid en binnenlandse zaken, Rodolfo Illanes, ontvoerd en vermoord

 

Irritaties door Wegblokkeringen

De coöperatieve mijnwerkers hebben ongeveer 11 routes in het gehele land geblokkeerd. Naast dat het een hot topic is waar al mijn collega’s over praten, merk ik zelf vrij weinig van het conflict. De betogingen spelen zich af op de wegen tussen de verschillende steden, wat dus betekent dat het voor niemand mogelijk is door over land te reizen. Tussen La Paz en Oruro (de stad waar ik woon) blokkeert ongeveer 5000 man de weg. Af en toe worden er op sommige plekken in het land auto’s doorgelaten, tegen een betaling tussen 50 en 100 bolivianos per voertuig(tussen de 7 en 15 euro, een behoorlijk bedrag hier).

Om een voorbeeld te geven: gisteren was ik bij een symposium en de helft van de sprekers kon hier, vanwege de wegblokkades, niet bij aanwezig zijn. Daarnaast zijn er veel mensen geïrriteerd omdat zij nu niet de mogelijkheid hebben om hun familie of vrienden te bezoeken. De wegblokkades brengen ook economische schade toe. Vooral veel vrachtwagenchauffeurs zijn hier slachtoffer van. Zij kunnen hun goederen niet vervoeren en ontvangen zelfs boetes van bedrijven omdat hun goederen later aankomen. Ook hebben de mijnwerkers hen bedreigd: ze moesten zich verplicht uitkleden, op hun knieën gaan zitten en een aantal bussen werden met stenen bekogeld. De Nationale Vereniging van Chauffeurs tolereert dit niet en dient een juridische klacht in tegen de mijnwerkers.

Foto (El Día): Wegblokades

 

Dynamiet vervoerd per ambulance

De mijnwerkers hebben stukken wegen ‘geclaimd’ die zij dag en nacht verdedigen met voornamelijk dynamiet. De politie staat hier deels omheen en probeert hen te verjagen met traangas en bruut geweld. Aangezien de protesten al een tijd aan de gang zijn, kun je zeggen dat de mijnwerkers kampen hebben gevormd. Zij hebben ook hun trucjes, zo laten ze bijvoorbeeld stapels dynamiet aanvoeren per ambulance met sirene. De politie laat de ambulance door omdat zij denken dat er gewonden gevallen zijn. Sinds vandaag is de verkoop van dynamiet aan leden van (FENCOMIN) tijdelijk verboden, aangezien zij het, aldus het ministerie, op een onverantwoordelijke manier gebruiken. Af en toe gaan er vrouwen naar toe die, met gevaar voor eigen leven, eten verkopen of er wordt ter plaatse gekookt. Daarnaast geeft het kauwen van de cocabladeren de mijnwerkers energie om door te gaan met de strijd.

Foto (La Patria): Dynamiet

 

Wetswijziging

Vorige week woensdag werd er een wetswijziging aanvaard binnen de Algemene Wet voor Coöperatieven. De wijziging heeft betrekking op het feit dat leden van coöperatieven zich nu kunnen organiseren als vakbond om hun rechten te verdedigen. Deze wet geldt voor alle coöperatieven, bijvoorbeeld ook in de dienstensector. Deze vorm van organisatie was voor de wetswijziging niet toegestaan. De mijnwerkers verwerpen deze wet, want door middel van vakbonden zal de coöperatieve mijnsector, volgens hen, namelijk een grote verandering ondergaan en onbestuurbaar worden. Binnen de mijncoöperatieven kunnen de mijnwerkers nu verschillende (machts)posities betreden door het aangaan van subcontracten met andere coöperatieve mijnwerkers. Dit wordt door de overheid gezien als onderaanneming en is tegenstrijdig met de wet, want werknemers in een coöperatief zouden een gelijke positie en gelijke rechten moeten hebben. Dit is momenteel niet het geval en de wetswijziging moet daar dus verandering inbrengen. De overheid geeft aan dat ze door middel van de aanpassing van de wet, waardoor de mijnwerkers nu de mogelijkheid hebben om zich te organiseren, de werkomstandigheden in de mijnen wil verbeteren. Echter zal de wet grote gevolgen hebben op de organisatiestructuur binnen de sector en daarom willen de coöperatieven niet dat de regering hierin tussenkomt.

De mijnwerkers zien in dat het lastig is om onder deze coöperatievenwet uit te komen. Daarom wil FENCOMIN onderhandelen over 10 belangrijke punten zodat de rechten van de mijnwerkers versterkt kunnen worden. Daarna zullen zij de blokkades pas opgeven. De regering daarentegen heeft aangegeven dat ze pas onderhandelen, als de blokkades stoppen.

Contracten met privébedrijven

Het belangrijkste punt heeft betrekking op het aangaan van contracten met privébedrijven. Eerder ging COMIBOL (het Boliviaans staatsbedrijf en eigenaar van veel concessies) contracten aan met coöperatieven, die op hun beurt de mijn  exploiteren. De coöperatieven hadden meer investeringen nodig, waarvoor zij contracten aangingen met (transnationale) privébedrijven. In 2009 werd er een wetswijziging doorgevoerd en mochten coöperatieven niet langer contracten aangaan met privébedrijven. De regering geeft aan dat oude contracten erkend zullen blijven.

Alleen de staat kreeg nog het recht om contracten aan te gaan met privébedrijven en de reden hierachter is dat de inkomsten die via staatsbedrijven binnenkomen, bijdragen aan de ontwikkeling van het land. Via de coöperatieven zou dit niet het geval zijn. Er werd echter  pas in 2014 een nieuwe mijnbouwwet geïmplementeerd, met strenge controles hierop, waardoor het pas sinds twee jaar een probleem voor hen is geworden. De coöperatieven mijnwerkers eisen nu dat de artikelen 132 en 151 van de mijnbouwwet worden geschrapt zodat de coöperatieven de contracten met privébedrijven weer kunnen aangaan. De regering geeft aan dat dit de echte reden van de protesten is en dat de mijnwerkers de wetswijzing in de coöperatievenwet als masker gebruiken. Andere punten die genoemd worden in het eisenpakket hebben betrekking op de flexibiliteit van de milieuregels, het behoud van elektriciteitsnetwerken in de mijnbouw tegen goede prijzen en vervanging van de viceminister van coöperatieven.

Komt er een dialoog?

De laatste dagen was het conflict erg opgelaaid en vroegen veel mensen zich af hoe het opgelost zou worden. Na de moord op de vice-minister is dit nog onduidelijker geworden. Het vermoorden van autoriteiten is zeker niet iets wat vaker voorkomt in Bolivia. De regering wil dit daarom uitzoeken. Veel mijnwerkers worden opgepakt en anderen verstoppen zich, het is daarom de vraag of de dader (of daders) gevonden worden. Ook al is er urgent een dialoog nodig, mijn verwachtingen zijn dat dit een tijd zal duren. Of er überhaupt een dialoog zal komen? Ja, dat zal wel moeten. In ieder geval niet vandaag, vandaag is de regering in rouw. Er is een grote kans dat dit gesprek pas over een aantal weken plaats zal vinden en dan zullen ze ook tot een overeenkomt moeten komen, waarbij beiden partijen iets moeten ingeven.

 

Sinds mei 2016 is antropologe Avalon werkzaam in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Via CATAPA en de Nederlandse stichting Samenwerkingsverband Hooglanden Indianen (SHI) coördineert zij het project ‘Oogsten van Hemelwater’ bij de lokale partnerorganisatie Centro de Ecología y Pueblos Andinos (CEPA).

 

Bronnen

BioBioChile

Catapa

Collega’s van CEPA

Collega’s van CATAPA

Correo del Sur

EJU

La Patria (1)

La Patria (2)

La Patria (3)

La Patria (4)

La Patria (5)

De bewakers van de lagunas – Conga

De bewakers van de lagunas – Conga

Het Conga-project ligt tot ten minste eind 2013 stil. Deze beslissing werd de Peruaanse regering opgedrongen na het eindeloze verzet in Cajamarca; het gebrek aan sociaal draagvlak dwong Newmont Mining zijn Conga-project ‘on hold’ te zetten. Maar de lokale bevolking heeft echter zijn twijfels. Er zijn geruchten dat er ’s nachts nog steeds in sneltempo gewerkt wordt aan de reservoiren die men ter vervanging van de bergmeren bouwt. Bovendien beseft men dat deze ‘stillegging’ niet het einde betekent van het Conga-project. Het is een vaak geziene strategie van menig mijnbouwmultinational in Peru die te veel weerstand ervaart van de lokale bevolking; leg het project stil en wacht totdat de storm is gaan liggen, uiteindelijk zal men het wel moe worden.

Sinds 15 oktober bezetten een kleine honderdtal moedige boeren een heuvel nabij Laguna Azul ; één van de bergmeren die met het Conga-project zal verdwijnen. Het is als het ware een laatste redmiddel, een symbolische actie. Een soort van zit-actie, maar niet zonder risico’s. Het gehele gebied is immers privaat bezit van Minas Conga, deze terreinen zijn niet langer gemeengoed. Bijgevolg schenden ze met hun aanwezigheid de wet en riskeren ze, zoals vele van hun kompanen, juridische vervolging. Nu Minas Conga het recht op vruchtgebruik van deze oude mystieke bergen heeft gekocht, worden zijn oude bewoners illegaal en door het bedrijf geviseerd.

Ons bezoek aan dit geïmproviseerde tentenkamp verliep bijzonder hartelijk. Bij aankomst werden we uitvoerig bedankt voor onze aanwezigheid, bij wijlen werd het gênant en vermeden we verdere complimenten. De harde, gure weersomstandigheden maakt het verzet van deze boeren zowaar nog heldhaftiger. De snijdende wind en regenval tekenen het gezicht van iedereen hier aanwezig, bij nachte duikt de temperatuur diep onder de nul. Het romantische karakter van deze actie krijgt al snel een grauwig randje.

Eén van de aanwezigen wijst prompt richting een bouwwerf die we nabij Laguna Azul kunnen waarnemen. “Daar zijn ze een reservoir aan het bouwen. Dit zal een 20, 30 jaar meegaan, maar zal daarna onderhoudswerk vereisen. Wie zal dit betalen? Waarom zouden we onze eeuwenoude bergmeren vervangen door iets kunstmatig?” Het is inderdaad een vreemd zicht, vlak aan het bergmeer, dat plaats zal moeten ruimen voor het onderliggende goud, komt een reservoir te liggen. Het is opvallend hoe zeer dit uitzicht verschilt met enkele maanden terug. Toen was ik hier ook, maar het reservoir niet.

De bezetting van deze basis gebeurt volgens een rotatieschema. Iedere vier dagen lost een nieuwe groep de andere af, op die manier vindt iedereen de tijd om te gaan werken, om even te recupereren van deze harde omstandigheden. De solidariteit is bijzonder groot, van heinde en verre wordt rijst, bakolie, groenten, plastic folie, … aangevoerd, zonder dit alles zijn de bewakers van de lagunas verloren.

Het was wederom een aangename vaststelling hoe kameraadschappelijk dit vredevol verzet tegen het Conga-project wel is, hoe vastberaden en bescheiden deze mensen wel zijn. Men is overtuigd dat men de strijd, tegen deze reus Newmont, kan winnen. Er is immers geen alternatief.

Hier een kort filmpje, een indruk: http://www.youtube.com/watch?v=spqhNSMFT7M&feature=plcp 

 

Mijnbouw in Ecuador, een oud en een nieuw verhaal (SIED III)

Mijnbouw in Ecuador, een oud en een nieuw verhaal (SIED III)

Na afloop van het seminarie in Cajamarca trokken we met de Catapista’s en Zuid-deelnemers naar Zamora, een provincie in het uiterste zuiden van Ecuador.

 

Waarom Zamora, Ecuador?

Vooreerst omdat de provincie grenst aan Peru, en op die manier ook een impact heeft in Peru. In deze provincie zijnnamelijk heel wat kleine, illegale mijnbouwbedrijfjes te vinden die reeds decennia de waterkwaliteit en -kwantiteit van de streek, o.a. rivieren die naar Peru vloeien, aantasten. Bovendien staat het eerste grootschalige mijnbouwproject in het Zuiden van Ecuador in deze provincie gepland. Het project Mirador hoopt in het kanton El Pangui koper boven te halen; het staat nu reeds vast dat dit een gecontesteerde en emblematische case wordt.

Vijf deelnemers van ons seminarie in Cajamarca zijn afkomstig van de provincie Zamora. Vier van hen zijn van inheemse origine (Shuar). Zij zullen de eerste slachtoffers zijn van de negatieve effecten van het mijnbouwproject. Gedurende het seminarie in Cajamarca vertelden ze reeds over hun (geplande) verzet. Deze week bood ons de kans de realiteit van naderbij te bekijken.

Een laatste reden waarom we voor Zamora hebben gekozen, is het driedaagse binationale forum dat handelt over de mijnbouwproblematiek in Peru en Ecuador. Dit forum werd georganiseerd door Acción Ecológica, Fepnash, ISF, Redex, Inredh en EntrePueblos. Net zoals SIED beoogde men een uitwisseling van ervaring en kennis, en de versterking van de samenwerking tussen de Zuid-organisaties. Het leek ons opportuun dit event bij te wonen, het bood de Catapista’s de kans kennis te maken met heel wat belangrijke NGO’s uit Peru en Ecuador.

 

Het mijnbouwproject Mirador

Het stadje Zamora, dat zich beter als een dorp kan laten omschrijven, begeeft zich momenteel in het oog van de mijnbouworkaan die Ecuador bereikt heeft. Nu de regio al enkele decennia lang gebukt gaat onder de invloed van artisanale goudmijnbouw, stellen nu ook multinationale ondernemingen hun intrede veilig. Het megaproject ‘Mirador’ zal zich tegoed doen aan de kopervoorraden die de regio rijk is.

  • Enkele gegevens over het project:

Reeds enkele jaren bereidt Ecuador zich voor op de komst van grootschalige mijnbouwprojecten, met name door de geleidelijke aanpassingen van het juridische kader. Het project Mirador is momenteel het enige grootschalige mijnbouwproject dat werd goedgekeurd; het speelt als het ware een voortrekkersrol voor andere projecten.

Het project is in handen van het Chinese China Railway Construction Corporation en de Tongling Nonferrous Metals groep, dat het in 2010 van het Canadese Corriente Resources overkocht.

Het wordt een open pit-mijn (volgens de MER op zijn minst 250 meter diep en 1,2 km breed) met een levensduur van 17 jaar. De productie wordt geschat op 208.800 ton koper per jaar, 535.000 ounces goud gedurende het hele project.

De MER wordt door verschillende experten in twijfel getrokken; voornaamste criticus is Canadees William Sacher die het rapport als onvolledig en fout bestempelt.

  • Het project houdt meerdere risico’s in:

Het project staat gepland in de Cordillera del Condór; een bijzonder rijk, maar fragiel ecosysteem gelegen in het grensgebied tussen Ecuador en Peru. Deze streek, overgangsgebied tussen Andes en Amazone (wordt ook omschreven als tropische Andes), herbergt bijzonder veel endemische soorten; het is één van de meest biodiverse streken in de wereld. Dit is vooral te wijten aan de 16 verschillende ecosystemen die men hier kon onderscheiden. Het project staat gelijk aan de verwoesting van talloze ecosystemen en de verdwijning van specifieke fauna en flora.

5 van de belangrijkste rivieren uit deze regio ontspringen in deze zone. De watervoorziening, op kwalitatief en op kwantitatief vlak, van de provincie Zamora en het Noorden van Peru wordt bedreigd.

De geteisterde inheemse bevolking van deze regio, de Shuar (Ecuador) en de Awajún (Peru), werden gedurende de voorbije decennia verjaagd en trokken zich terug, dieper in de Cordillera. Het project staat gepland in het kanton El Pangui, waar momenteel de grootste gemeenschappen Shuar zich hebben gevestigd. Bijgevolg bedreigt het project het voortbestaan van de Shuar-cultuur. Deze minderheid erkent dit gevaar en is de voornaamste tegenstander tegen dit project.

 

Artisanaal?

Tijdens deze week maakten we ook kennis met een ander facet van de gehele mijnbouwproblematiek; de zogenaamde ‘artisanale mijnbouw’. Zamora Chinchipe is een provincie waar vele gelukzoekers reeds eeuwen op zoek zijn naar het El Dorado. We trokken na een gesprek met de prefecto van de provincie naar China Pintza, een dorp vlak aan de Ecuadoriaanse-Peruaanse grens waar goudzoekers van de provincie hun geluk opzoeken.

Het was een trieste realiteit die we mochten aanschouwen. Werkomstandigheden die alle normen negeren; mannen die kwik verbranden zonder mondmasker, open vaten met resten cyanide, … . De president van de mijnbouwersvereniging die ons gidste verdedigde zijn sector echter met hand en tand. Ook toen we hem wezen op de grote berg mijnafval die zonder enige bescherming naast het dorp lag, vervuild met heel wat zware metalen. Bij de minste regenval lopen de met zandzakken geconstrueerde dijken ongetwijfeld over, rampzalig voor de lagergelegen dorpen. Maar ook hier herhaalde de man steeds dezelfde dogma’s; “de overheid is tegens ons”, “er zijn geen alternatieven”, “er is geen vervuiling, de overheid gebruikt dit excuus om grootschalige mijnbouwprojecten in te plannen”, … . Hij benadrukte steeds de economische realiteit, iets wat volgens hem primeert op onze ernstige bezorgdheden voor gezondheid en milieu. Het viel echter op dat dit een spookdorp is. Alle inwoners zijn economische migranten die hopen dat ene duur stukje grond te vinden. Het is een kleine gemeenschap in een bijzonder vruchtbare streek, die hun ogen sluiten voor alle mogelijke alternatieven en zich liever vasthouden aan een klein sprankeltje hoop.

 

Transnationale mijnbouwconflicten

De nabijheid van de Peruaanse grens viel op. Dergelijke mijnbouwdorpjes hebben ongetwijfeld een negatieve invloed op Peruaans grondgebied. En het zal hier niet bij blijven. Waar er in 2005 amper concessies in grensgebieden waren te bespeuren, het is immers verboden op minder dan 40 km van de grens een project te implementeren, is dit in 2012 niet langer het geval. De gehele grensstreek ligt bezaaid met concessies. De noodzaak aan een binationaal beleidsplan omtrent deze problematiek is overduidelijk, maar ook een samenwerking tussen verzetsorganisaties in Zuid-Ecuador en Noord-Peru is noodzakelijk. Deze samenwerking staat nog in zijn kinderschoenen, dit maakte het forum in Zamora ons duidelijk. Dit forum kan echter een begin betekenen. Net zoals het internationale seminarie dat we organiseerden in Cajamarca. We kozen ervoor om voor de eerste maal een Ecuadoriaanse delegatie uit Zuid-Ecuador uit te nodigen. En wel juist om deze reden, om deze jonge Zuid-Zuid samenwerking te stimuleren. José Arcentales, deelnemer van SIED III en woonachtig in El Pangui, vatte het tijdens het binationaal forum in Zamora goed samen: “wat ik zag in Cajamarca, mogen we hier niet laten gebeuren.”

door David Verstockt

Militarisering in Cajamarca wegens mijnbouwproject Conga

De Peruaanse regering besliste om leger- en politietroepen te sturen naar de gemeenten die door het mijnbouwproject Conga beïnvloed zouden worden, enkele dagen vóór de bekendmaking van de internationale doorlichting van het Milieueffectenrapport.

De bevolking van Cajamarca keurde onmiddelijk de maatregel van de regering af, die tot doel zou hebben om verdere protesten te ontmoedigen.

Een militair defilé vorige zondag moest de aanwezigheid van 500 soldaten in de provincies Cajamarca, Celendin en Bambamarca in de verf zetten. Maandag werden honderden politieagenten naar de streek gestuurd om de lokale agenten te versterken.

Het Front voor de Verdediging van het Milieu en de regionale overheid van Cajamarca riepen op tot een demonstratie tegen het Congaproject op maandag 9 en een staking op woensdag 11 april.

In een publieke mededeling verwierp het Front de intimidatie en vijandigheid vanuit de centrale regering en bekritiseerde specifiek eerste minister Óscar Valdés.

Regionaal president Gregorio Santos eiste dat de regering de dialoog zou hervatten om het probleem aan te pakken en te vermijden dat er geweld zou uitbreken in de regio. “Dit rapport is niet absoluut, noch moet het dienen om te stellen of Conga al dan niet door kan gaan. Maar het moet ervoor zorgen dat de regering met ons rond de tafel komt zitten en in sereniteit alle rapporten bespreekt die bestaan over dit mijnbouwproject. Wij zijn ervan overtuigd dat het een vergissing zou zijn om dit project op te dringen”, zij hij aan een lokaal medium.

Het Verdedigingsfront van Bambamarca publiceerde een communiqué waarin het haar afkeert betuigt van “de militarisering van onze streek, omdat er geen gerechtvaardigde reden is; in onze strijd hebben we steeds eenheid, moed, vastberadenheid, capaciteit en intelligentie vertoond, en we verwerpen elke vorm van geweld. Daarom eisen we dat de nodige maatregelen worden getroffen om de militaire troepen zo snel mogelijk terug te trekken.”

Het Front meldde dat de voorziene protestacties in alle normaliteit zouden doorgaan. “In het geval dat de regering onze eis negeert, houden we haar verantwoordelijk voor de mogelijke gevolgen van de militarisering van onze stad, omdat we trouwe verdedigers zijn van onze meren, rivieren, wetlands, waterbronnen en natte hooglanden”, liet het verstaan.

Bron: Servindi.org, 9 april 2012. Vertaling door CATAPA.
Meer info over het Congaproject op congaeuropa.wordpress.com.

Auteur: Wies Willems