Speakers Tour Student Event Ku Leuven

Speaker’s Tour Studentenevenement – Burgerraad: Extractivisme en KULeuven

Speaker’s Tour Studentenevenement – Burgerraad: Extractivisme en KULeuven

We eten geen goud, we drinken geen olie.

(Rosas Duran Carrera, KULeuven Studenten Evenement)

Tijdens de Sprekerstour van dit jaar organiseerde CATAPA verschillende evenementen op studentencampussen in heel Vlaanderen. Op maandag 7 maart reisde Rosas naar de KULeuven om een treffende getuigenis af te leggen over de impact van verschillende mijnbouwprojecten op zijn gemeenschap en hun collectieve verzet.

In de tweede helft van het evenement werden de studenten uitgedaagd om de banden tussen het extractivisme en hun universiteit in vraag te stellen. Zo werkt het SIM2 Instituut van de KULeuven aan recyclage en aan ‘milieuvriendelijke’ extractie van materialen en mineralen. Het instituut werkt samen met verschillende ontginningsbedrijven, zoals Nyrstar en Umicore, met een geschiedenis van milieu- en mensenrechtenschendingen en banden met het Belgisch kolonialisme.

Speakers Tour Student Event Ku Leuven

Het enthousiasme in de zaal was groot. Studenten brainstormden over verschillende strategieën over hoe we collectief actie konden ondernemen om de KULeuven te dwingen af te stappen van mijnbouw en meer transparantie te bieden. Daarna planden we een volgende bijeenkomst om deze ideeën om te zetten in een concrete campagne.

Dit evenement was onderdeel van de Speaker’s Tour 2022.

Geschreven door catapista Connor Cashell.

Bronnen:

KULeuven Institute for Sustainable Metals and Minerals (2022) Industrial Sounding Board,
Available at: https://kuleuven.sim2.be/industrial-sounding-board/
[Accessed 22 March 2022]. 
 
KULeuven Institute for Sustainable Metals and Minerals (2022) Mission and Vision.
Available at: https://kuleuven.sim2.be/mission-vision/
[Accessed 22 March 2022].
 
Sanderson, Henry (2019) ‘Congo, child labour and your electric car’, Financial Times, July 7 2019.
Available at: https://www.ft.com/content/c6909812-9ce4-11e9-9c06-a4640c9feebb
[Accessed 23 March 2022]. 
 
Shepherd, Tony (2021) ‘In the shadow of Port Pirie’s lead smelter,
parents fight a losing battle against contamination’, Guardian, 3 September 2021.
Available at: https://www.theguardian.com/australia-news/2021/sep/04/
[Accessed 23 March 2022].

Duizenden boeren zetten mijnbouwproject in Peru stop

Artikel geschreven door Maxime Degroote

Negen dagen. Zo lang duurde de staking in Hualgayoc, Peru, voordat duizenden boeren hun gelijk haalden en mijnbouwproject Anta Cori van het bedrijf Anta Norte haar operaties moest stopzetten. Negen dagen van kou, conflicten met de politie en slapen op 4000 meter hoogte. Wereldblogster Maxime Degroote maakte er twee van mee.

Op 17 januari 2022 werd een staking uitgeroepen in Hualgayoc, Cajamarca, in het noorden van Peru. Negen maanden geleden startte mijnbouwbedrijf Anta Norte daar haar operaties, zonder overleg met de lokale bevolking. Die moet nu de gevolgen dragen. De inwoners zien hun water vervuild worden, hun dieren sterven, hun gezondheid achteruit gaan, en hun inkomsten verdwijnen. En dat pikken ze niet langer. Anta Norte moet weg.

Duizenden boeren verzamelden zich die eerste dag en zetten hun kampement op naast het mijnbouwproject. In de media was er bitter weinig over terug te vinden. De stakers werden afgeschilderd als rebelse protesteerders die volledig in hun ongelijk waren, of er werd geschreven dat er slechts vier man kwam opdagen en de hele staking niks voorstelde.

Lees het volledige artikel op MO Magazine

Studie-en Lobby-werkgroep

Wij zijn verheugd de lancering aan te kondigen van CATAPA’s nieuwe Studie- en Lobby-werkgroep. De Werkgroep zal baanbrekend onderzoek verrichten en lobbyen rond de volgende thema’s;

 

Onderzoeksthema 1: Geplande Veroudering: Ctrl Alt Del Campagne

Ons huidige lineaire model van consumptie en productie is een drijvende oorzaak van de klimaatcrisis. In dit “wegwerp”-model plaatst de drang naar grenzeloze productie en consumptie van elektronica kwantiteit boven productkwaliteit.

Producten worden gemaakt met een beperkte levensduur (geplande veroudering) of het ontwerp maakt reparatie moeilijk of onhaalbaar. Sommige producten zijn ontworpen om te falen, met systeemfouten die doelbewust zijn ingebouwd om de levensduur te verkorten. Dit is een doelbewuste strategie van de elektronica-industrie om gebruikers ertoe aan te zetten “nieuwe en verbeterde” producten te kopen. Dit is geplande veroudering.

Om een einde te maken aan geplande veroudering is een beleidswijziging op Vlaams en EU-niveau nodig. De planeet heeft dringend nood aan sterke politici die bereid zijn om zich uit te spreken tegen de elektronica-industrie en een strikte regelgeving in te voeren die multinationals verplicht ecologisch ontworpen producten te produceren. Elektronische producten moeten repareerbaar zijn en gemaakt zijn om lang mee te gaan, in plaats van wegwerpproducten die gemaakt zijn om snel kapot te gaan en regelmatig vervangen te worden. 

 

Onderzoeksthema 2: Europese strategie voor Kritische Grondstoffen

CATAPA streeft naar een wereld waarin de winning van niet-hernieuwbare grondstoffen niet langer noodzakelijk is. Om dit te bereiken is een fundamentele transformatie van onze samenleving en relatie tot de natuur nodig. 

Onder het mom van “groene mijnbouw” schetst de lijst van kritieke grondstoffen van de EU een strategie voor de bevoorrading van meer dan dertig ontgonnen grondstoffen, zoals lithium, die “noodzakelijk” worden geacht voor de groene transitie.

Om een dergelijke toegenomen vraag naar grondstoffen veilig te stellen, is de uitbreiding van mijnbouwactiviteiten in de EU nodig. Meer mijnbouw zal leiden tot ernstige negatieve sociaalecologische gevolgen, zoals mensenrechtenschendingen, vervuiling en verlies van land. De overgang naar hernieuwbare energie moet op een rechtvaardige manier gebeuren. 

 

Onderzoeksthema 3: Het recht om nee te zeggen

Een rechtvaardige overgang houdt in dat lokale gemeenschappen het recht hebben om nee te zeggen tegen mijnbouwprojecten. Onder de ‘social licence to operate’ (SLO), een niet-bindende vrijwillige verbintenis tot ‘goede praktijken’, kunnen bedrijven hun activiteiten groenwassen. Lokale gemeenschappen beschikken niet over een juridisch instrument om zich te verzetten tegen ongewenste mijnbouwprojecten. 

Wanneer lokale gemeenschappen hun toevlucht nemen tot directe actie om zich tegen mijnbouwactiviteiten te verzetten, worden zij weggestuurd, als terroristen bestempeld en geconfronteerd met ernstige repressie en schendingen van de mensenrechten. In 2020 werden 227 milieuactivisten vermoord.

Bovendien stelt het systeem voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten (Investor-State Dispute Settlement – ISDS), dat is ingebed in internationale handelsovereenkomsten, bedrijven in staat om staten, voornamelijk in het Zuiden, aan te klagen wegens verzet tegen voorgestelde mijnbouwprojecten.

Het ISDS-systeem moet worden ontmanteld. Er moeten eerlijkere, democratische raadplegingsmechanismen komen. Lokale gemeenschappen moeten de beslissende, wettelijk bindende stem hebben over het lot van mijnbouwprojecten. 

 

Onderzoeksthema 4: Alternatieven voor extractivisme

We leven in een tijdperk van crises. De huidige mantra en schijnoplossingen van eindeloze groei, consumptie en onderwerping van de natuur drijft de planeet richting sociaal-ecologische ineenstorting.

Dus, wat is de oplossing?

Om die sociaal-ecologische ineenstorting te vermijden, moeten we gedurfde alternatieven, zoals Degrowth, durven bedenken en belichamen. Onze economie moet gebaseerd zijn op sociale en ecologische rechtvaardigheid. We moeten onze relatie met de natuur herstellen en onze co-existentie met de natuur erkennen. 

 

Doe mee!

Deelname aan de Studie- en Lobbywerkgroep biedt je de mogelijkheid om je onderzoeks- en lobbyvaardigheden te verbeteren. Je werk zal CATAPA’s visie en missie ondersteunen, en zal gepubliceerd worden op onze website en social media platforms. 

Er zal binnen de werkgroep ook gelegenheid zijn om andere projecten te ontwikkelen, zoals een Open Journal, Book Club, Symposia en meer!

Aanmelden: https://forms.gle/sw7i6tm2ZmNojxzm7  

Wil je meer informatie? Neem contact op met connor.cashell[at]catapa.be  

tin supply chain part I

De Supply Chain van Tin – Miniserie, Part I

Het monitoren van de tinmijnen in Bolivia

Since autumn 2020, CATAPA vzw has been partnering up with Electronics Watch – an independent monitoring organisation with experts in human rights and global supply chains – and CISEP – Centro de Investigación y Servico Popular, a local Bolivian non-profit organization – to start monitoring tin mining cooperatives in the department of Oruro, Bolivia. This project was funded by Bread for All (BfA). This work is part of a bigger project organised by CATAPA’s Bolivia Working Group: investigating the tin supply chain, from raw material to end product.

Today we are presenting the first part of this research focussed on important findings related to working conditions and human rights (violations) in the Bolivian tin mines. Later on we will also present the findings related to the Bolivian smelters, the import of tin into the EU and the presence of tin in the electronics sector.

Belangrijkste bevindingen

Infographic tin monitoring project Landscape Banner (3)

Uit de interviews met de mijnwerkers van de coöperaties blijkt dat:

  • Mijnwerkers moeten soms onder 70m diepte werken (gerelateerde problemen: minder zuurstof, longziekten, silicose) zonder persoonlijke bescherming
  • De lonen worden dagelijks berekend, maar kunnen na verloop van tijd vaster worden (afhankelijk van de goodwill van de chef)
  • Coöperatieve mijnwerkers worden betaald op basis van de gewonnen hoeveelheid mineraal, de lonen zijn zeer ontransparant (vaak slechts 1% van de brutowaarde van de productie, wat zeer laag is)
  • De mijnwerkers werken lange uren, meestal 6 dagen per week. Sommigen werken 12 tot 16 uur per dag
  • Er is een grote ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers: vrouwen worden veel minder betaald omdat zij meestal werk krijgen buiten de mijngangen (omdat wordt geloofd dat het ongeluk brengt als vrouwen de mijnen betreden). Daar zoeken ze naar waarde tussen het weggegooide erts
  • Preventiesystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk zijn bijna onbestaand
  • Er is geen toegang tot drinkwater op de werkplek

Meer details over de resultaten en de achtergrond van het monitoringproject vindt u verderop op deze pagina. 

CISEP_Mineral extraction galleries
CISEP_Mineral extraction galleries
CISEP_Heavy machinery, in operation and without adequate protection, lack of physical spacers
CISEP_Heavy machinery, in operation and without adequate protection, lack of physical spacers

Conclusies en toekomstige stappen

Juridisch gezien lijkt het erop dat de Boliviaanse nationale wetten niet worden overtreden, maar eerder worden omzeild, aangezien de werknemers van de coöperatie juridisch gezien zelf hun eigen werkgevers zijn. CISEP en Electronics Watch zijn van plan aan dit project te blijven werken, uiteindelijk met het doel bij te dragen tot betere lonen en gezondheids- en veiligheidsomstandigheden voor de arbeiders. In de volgende stappen zullen de mijnwerkers van de coöperatie onder meer worden opgeleid in het belang van preventie en het gebruik van beschermende uitrusting.

Dit is DEEL I van onze miniserie over het monitoringsproject van de toeleveringsketen van tin. Wat gebeurt er met het tinerts als het eenmaal gewonnen is? Hou ons in de gaten voor deel II en III: de bevindingen over de Boliviaanse smelterijen en onder welke omstandigheden tin in de EU wordt ingevoerd en later, hoe en wanneer het in de elektronicasector terechtkomt.

CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)

Meer details en achtergrond bij het monitoringproject in de tinmijnen

Tussen mei en september 2021 werden 20 enquêtes en 13 interviews afgenomen. Het merendeel van de ondervraagde werknemers van de coöperatieve mijnen waren mannelijk, jonger dan 28 jaar en van Quechua-afkomst. Dit profiel is ook het meest voorkomende, hoewel er ook vrouwen werken, een aantal van hen werd ook geïnterviewd. De enquêtes en interviews vonden plaats op de werkplek of op het terrein en duurden ongeveer 30 minuten tot 1 of 2 uur. Er werd vooral gevraagd naar de volgende onderwerpen: vorm van inkomen, verloning, gezondheid en veiligheid, mogelijke vormen van intimidatie op het werk (ook wat betreft geslacht), productie en werktijden.

Ook belangrijk om weten: het grootste deel van de monitoring vond plaats tijdens de Coronapandemie, waardoor een meer constante en ononderbroken monitoring onmogelijk was omdat mensen buiten de exploitatie minder welkom waren in het mijnkamp om wille van de COVID19 maatregelen. Het onderzoek kan ook beperkt zijn door de angst van sommige van de ondervraagden om bepaalde onderwerpen aan te snijden, zoals bijvoorbeeld milieukwesties.

De meeste arbeiders zijn zelfstandigen. Dit betekent dat de mijnwerkers niet beschikken over beschermende en technische uitrusting, noch over gezondheids- en veiligheidsvoorzieningen op het werk, wat hun werk gevaarlijk en ongezond maakt.

De mijnbouwcoöperaties

Het coöperatieve systeem is in Bolivia in de praktijk een systeem van  arbeids”flexibiliteit”, waardoor de arbeidskosten binnen de interne toeleveringsketen worden verlaagd. Hoewel de coöperatiewet bepaalt dat men verplicht is de sociale wetten (zoals de algemene arbeidswet) na te leven, geldt dit eigenlijk alleen wanneer er sprake is van een werknemer/werkgever-relatie.

In werkelijkheid is dit meestal niet het geval: de coöperatieve structuur beperkt zich tot het zijn van een collectieve beheersorganisatie voor de aan- en verkoop van mineralen, het beheer van de sociale zekerheid en de toegang tot metaalrijke terreinen die eigendom zijn van de staat. In feite zijn de meeste werknemers in het coöperatieve mijngebied dus zelfstandige leden van de coöperatie (werkgever-werknemer).

De gevolgen van dit zelfstandig ondernemerschap zijn dat de mijnwerkers geen beschermende en technische uitrusting krijgen, noch veiligheid en gezondheid op het werk, wat, samen met het gebrek aan beschermingssystemen op de werkplek, hun werk gevaarlijk en ongezond maakt. De ploegen van mijnwerkers moeten zelf voor hun persoonlijke beschermingsmiddelen zorgen: zij kopen hun werkgereedschap, zij betalen voor het gebruik van de concentratie-installatie en de machines, zij betalen voor de basisdiensten en voor de administratieve diensten die door het bestuur van de coöperatie worden verleend.

Ook investeringen in nieuwe technologie zijn zeer beperkt en onderhoudsdiensten zijn praktisch onbestaande, hoewel er een mechanische werkplaats is om onderdelen van essentiële apparatuur te vervangen. Daar komt nog bij dat door dit beheersmodel van het mijnbouwcoöperatiesysteem in Bolivia een gelijke verloning van alle leden niet is gegarandeerd.

Arbeidsovereenkomsten voor Leerlingen

De mensen die in de concentratiefabriek werken (in plaats van die in de mijngangen) krijgen een nationaal basissalaris uitbetaald: ongeveer 300 US-dollar, hoewel het niet zeker is of dit overeenkomt met het minimum dat nodig is om van te leven, aangezien volgens de ondervraagden de kosten van levensonderhoud ongeveer 430 US-dollar bedragen. Desondanks past de coöperatie de berekening van een minimumloon niet eens toe op al haar werknemers, maar alleen op coöperatieleden die niet in de mijn kunnen werken vanwege hun tijdelijke verplichting in specifieke functies (directeuren of commissarissen) en de mogelijke toekomstige geassocieerde werknemers die op proef werken.

Enerzijds is er geen enkele garantie dat het ontvangen loon de minimumbehoeften dekt, noch is er enige controle dat het aantal uren per week minder dan 48 uur bedraagt, aangezien de coöperatie niet optreedt als werkgever, maar veeleer als administratief beheerder van de zelfstandige arbeid van haar leden.

Er is ook een grote ongelijkheid tussen coöperatieleden en niet-coöperatieleden op proef (er moet minimaal 1 jaar extern worden gewerkt voordat men het aanbod krijgt om lid te worden van de mijnbouwcoöperatie) . Als je volgens dit “leerling”-systeem werkt, krijg je het nationale minimumloon voor 8 uur werk, maar je krijgt geen toeslag voor overwerk of voor werken op zon- of feestdagen, en het is niet mogelijk na te gaan of de ziektekostenverzekering door de coöperatie wordt betaald.

Positief aan dit leerling-systeem is dat de werktijden van de proefarbeiders worden gecontroleerd en gereguleerd, terwijl de coöperatieleden werken in een systeem van zelfuitbuiting. Anderzijds is het wel mogelijk dat er overtredingen zijn met de leercontracten en dat er een onofficieel systeem van arbeidsintimidatie bestaat door de leden van de coöperatie tijdens het proefjaar.

Het inkomen van de mijnwerkers hangt volledig van geluk af: of ze vinden genoeg metaalrijke ertsen of ze vinden er geen.*

De lonen voor deze arbeiders worden dagelijks berekend. Ze kunnen vaster worden na een eerste proeftijd, maar dit hangt af van de bereidwilligheid van de persoon die de leiding heeft over die nieuwe arbeider. Mijnwerkers worden betaald op basis van de hoeveelheid mineraal die ze vinden, dus het inkomen van de mijnwerkers hangt volledig af van geluk: of ze vinden genoeg metaalrijke ertsen of ze vinden er geen*. Ook het inkomstenniveau is zeer ondoorzichtig: vaak ligt het rond 1% van de brutowaarde van de productie op de internationale markt, wat zeer laag is.

Onzekerheid van betaling en overwerk

Er is geen transparant systeem dat een gelijke beloning onder de coöperatieve arbeiders garandeert, vooral wanneer de productie aan de concentratie-installatie wordt geleverd namens de leider van een mijnwerkersploeg. Deze leider wordt verondersteld de waarde gelijk te verdelen onder zijn/haar ploeg, maar er is geen bewijs dat dit zonder discriminatie gebeurt. Het “crew” systeem heeft nog een ander nadeel: omdat de crew zichzelf managed, worden de mechanismen voor conflictbeslechting binnen de crew afgehandeld. Alleen als de zaken ernstig zijn (wat ook subjectief is), gaan ze naar de directie of toezichtsraad, één van de twee officiële hogere organen in de coöperaties, samen met de Raad van Bestuur.

De werktijden zijn extreem lang voor (potentiële) aangeslotenen en er bestaat een risico van onvrijwillig overwerk voor iedereen: omdat er geen controle is op de werkroosters, bestaat het gevaar van overwerk en overuren.

Ze werken meestal 6 dagen per week. Volgens de enquête zegt 91% wel eens 7 dagen per week te hebben gewerkt … 33% zegt 10 uur te werken en 16% zegt 12 uur per dag te werken. Aangezien niemand controleert of de werknemers boven hun limiet werken, zouden de werkuren zelfs langer dan 16 uur kunnen duren.

Sommigen van hen beweren dat zij, gezien de hoge prijs van mineralen, soms 16 en 24 uur onafgebroken hebben gewerkt, uit “hun eigen wil”. Maar aangezien deze “wil” gekoppeld is aan het genereren van meer inkomsten, zou je kunnen stellen dat het niet noodzakelijk “hun eigen wil” is, maar eerder “gedwongen” uit noodzaak. In de enquête zei 1 persoon dat hij niet vrijwillig werkt, maar dat de noodzaak hem ertoe dwingt.

Blijkbaar is er ook een recente verplichting om minstens 15 dagen/maand te werken (deze verplichting is gekoppeld aan het quotum van de overeenkomst die zij hebben met de plaatselijke handelsmaatschappij die hun erts afneemt), en als ze dit niet doen, krijgen ze een sanctie opgelegd.

Naast deze inconsistenties is er een grote ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Vrouwen worden veel minder betaald. 50% van de respondenten geeft aan dat vrouwen en mannen niet gelijk worden behandeld op de werkplek. Vrouwen krijgen meestal werk buiten de mijngangen, omdat wordt geloofd dat het ongeluk brengt als vrouwen de mijnen betreden.

De vrouwen die betrokken zijn bij de coöperatieve mijnbouwactiviteiten in Oruro zijn meestal oudere weduwen die hun man verloren hebben in de mijnen of bij aanverwante activiteiten, ofwel jonge meisjes of alleenstaande moeders met kinderen. Hun actieve deelname is beperkt, omdat van oudsher wordt geloofd dat hun aanwezigheid in de mijn ongeluk brengt. Daarom werken zij voornamelijk buiten, waar zij afgedankte ertsblokken uit elkaar halen op zoek naar minerale resten. Of ze werken op andere terreinen met minder mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien. Bij de verkoop zijn het vooral de vrouwen die worden bedrogen en een oneerlijke prijs krijgen. Veel vrouwen werken op informele basis, zelfs buiten het kader van de coöperatie, zodat zij geen ziektekostenverzekering of pensioenfonds hebben. Bovendien zorgen zij over het algemeen voor het gezin en dragen daardoor bijna altijd een dubbele last.*

CISEP_Concentrated mineral leaching into waters without environmental measures
CISEP_Concentrated mineral leaching into waters without environmental measures
CISEP_Acidic waters and tailings dam without safety borders
CISEP_Acidic waters and tailings dam without safety borders

Arbeidsomstandigheden: Gezondheid en veiligheid

Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat de mijnwerkers soms zonder persoonlijke bescherming werken, zelfs wanneer zij onder 70 meter diepte werken, aangezien dat laagste niveau door de coöperatie als geheel wordt geëxploiteerd. Het maakt deel uit van de collectieve bijdrage voor de coöperatie, los van hun traditionele mijnwerkerssysteem. Zij moeten bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van de coöperatie door hun eigen werk ten minste 3 dagen per maand in deze nieuwe diepe galerij te verrichten. Het is dus niet alleen onveilig en ongezond om daar te werken, maar zij voelen zich ook gedwongen door het management van de coöperatie om daar extra te werken.

Die diepte is kritiek omdat er minder O2 is en er een hoger risico is op onder meer longziekten en silicose. Zoals gezegd moeten ze daar minimaal 3 keer per maand werken: als ze 2 keer missen worden ze gestraft en als ze een 3e keer missen verliezen ze hun aansluitingsdocument (het bewijs van bijdrage aan de coöperatie) en moeten ze de coöperatie verlaten. Dit niveau is enkel toegankelijk via een lift zonder nooduitgang.

De ondervraagden wijzen erop dat er geen veiligheidsplan is en dat er bijna geen preventiesystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk bestaan, waarschijnlijk door een gebrek aan middelen van het management. Er zijn wel veiligheids- en gezondheidsfunctionarissen, maar hun functies houden verband met het beheer van ongevallen en latere gebeurtenissen, niet met het voorkomen daarvan.

Bij een fysieke controle blijkt dat de concentratie constructies meer dan 50 jaar oud zijn en dat er geen behoorlijke bewegwijzering en ventilatie is. In het algemeen zijn er bijna geen risico- en gevaarsignalisatie in de mijn, of ze zijn in voortdurende staat van verval en er is geen plan voor de vervanging van deze signalisatie.

Het werk in de mijn is buitengewoon koud en vochtig. Er is geen toegang tot drinkwater op de werkplek. Elke arbeider neemt zijn eigen water mee voor het dagelijkse werk. Meer dan 75% van de ondervraagden zegt dat zij voortdurend moeten staan, soms wel 6 of zelfs 12 uur. 3/4 merken ook op dat zij worden blootgesteld aan sterke trillingen als gevolg van het boren en drillen in rotsen en dat zij zware machines moeten gebruiken.

Het boren van rotsen in de mijn wordt niet gecontroleerd: het zou met water moeten gebeuren om de vorming van opvliegend mineraal stof te voorkomen, maar er is geen watersysteem dat alle locaties bereikt, waarschijnlijk ook wegens de daarmee gepaard gaande investeringskosten. 74% beweert te zijn blootgesteld aan gassen en stof afkomstig van het opblazen van rotsen.

CISEP_Entrance to galleries in wells without ergonomic conditions or emergency exits.
CISEP_Entrance to galleries in wells without ergonomic conditions or emergency exits.
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)
CISEP_Wood reinforcement yielding to the weight of drilling malpractice (2)

Als gevolg van deze omstandigheden hebben sommige mijnwerkers silicose (een vorm van longziekte die wordt veroorzaakt door het inademen van stof** als gevolg van het gebrek aan water bij het boren in de mijn), reuma (als gevolg van een te hoge vochtigheidsgraad in de mijn) en hoofdtumoren (als gevolg van schuivende rotsen in de mijn, door een gebrek aan versterking van de galerij-infrastructuur) gekregen.

91% zegt dat er niet goed wordt omgegaan met chemische stoffen en meer dan 83% beweert dat er een voortdurende blootstelling is aan onbeschermde giftige stoffen zoals xanthaat en arseen en dat zij zijn blootgesteld aan dampen uit de ondergrond, bijvoorbeeld die welke worden geproduceerd door de diesel mijnwagens. Het gebrek aan ventilatiesystemen genereert veel verbrandingsrook die, volgens een van de ondervraagden, vooral de “oudere” mijnwerkers treft.

66% van de mijnwerkers klaagt over problemen met de veiligheid op het werk. Aangezien iedereen zijn eigen persoonlijke beschermingsmiddelen koopt, is er geen sprake van industriële veiligheid en is deze niet gewaarborgd. In de beschrijving van de persoonlijke beschermingsmiddelen beschrijven allen het gebruik van gehoorbeschermers, ademhalingsapparatuur (maar zonder voortdurende vervanging van de filters en beperkt tot het boren van het gesteente) en hoofd- en voetbescherming, maar niemand heeft het over het gebruik van rugbeschermers. Dit is vooral belangrijk omdat de mijnkarretjes alleen in de hoofdgangen aanwezig zijn en zij vanuit de onderaardse gangen het erts op hun rug moeten verplaatsen in (rug)zakken met een gewicht van ongeveer 40 kilo. Er zijn bewijzen dat zij tot 30 minuten moeten lopen met dit gewicht op hun rug.

In de mijnen zijn er geen toiletten of systemen om uitwerpselen te verwijderen, daarom is het niet toegestaan zich in de mijn te ontlasten, daarvoor moeten zij wachten tot de ploegenwisseling (7-13, 14-19).

Daar komt nog bij dat de mijnwerkers geen duidelijke en zichtbare informatie hebben over hun rechten binnen de coöperatie: zij krijgen geen introductie, zij ontberen informatie over hun ziektekostenverzekering en zij worden slecht behandeld door het openbare gezondheidsstelsel, zij worden niet opgeleid in het hanteren van gereedschappen noch krijgen zij houdingsonderwijs, zij worden niet geleerd persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken, enzovoort.

Binnenkort deel II van onze miniserie

Dit is DEEL I van onze miniserie over het toezicht op de toeleveringsketen van tin. Wat gebeurt er als het tin eenmaal gewonnen is? Hou ons in de gaten en lees binnenkort meer over de bevindingen in de Boliviaanse smelterijen en onder welke omstandigheden tin in de EU wordt ingevoerd en later, hoe en wanneer het in de elektronicasector terechtkomt.

Referenties:

‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

‘Greenwashing’ van de mijnindustrie

Een warm nest, een eigen auto en de nieuwste smartphone; velen onder ons zijn een luxeleventje gewoon. Om in al die behoeftes te blijven voorzien, moeten we een energietransitie doorvoeren. De veelgeprezen ‘green deal’ zet de deuren open voor groene alternatieven zoals elektrische wagens en zonnepanelen. Maar zijn die alternatieven echt zo groen en onze behoeften echt zo onontbeerlijk?  

Volgens de actiegroep YLNM (Yes to Life, no to Mining) alvast niet. Ze brachten onlangs een persbericht “On the frontlines of lithium extraction” uit waarin ze aan de alarmbel trekken. Ze hekelen vooral de drastische uitbreiding van de mijnbouw in naam van groene energie. Mijnbouw staat gelijk aan de schending van mensenrechten en de vernietiging van cruciale ecosystemen. Allesbehalve groen dus.

“De EU moet wakker worden en een hoofddoel stellen om het materiaalgebruik met twee derde te verminderen, zodat de Europese Green Deal niet de zoveelste voetnoot wordt in de geschiedenis van de vernietiging van de planeet.”, zegt Meadhbh Bolger van Friends of the Earth Europe.

Europa 

De EU moet de winning van natuurlijke hulpbronnen met 65% verminderen. Dat hebben Friends of the Earth Europe en het European Environmental Bureau (EEB) in een recente studie “‘Green mining’ is a myth” gepubliceerd. Europa gebruikt momenteel al een buitenproportioneel groot deel van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen. De materiële voetafdruk van de EU bedraagt momenteel zelfs 14,5 ton per hoofd, ongeveer het dubbele van wat als een duurzame en rechtvaardige grens wordt beschouwd, en veel meer dan het mondiale gemiddelde. 

Ondanks die hallucinante cijfers, gaat de Europese Green Deal alleen nog maar verder in de ontginning van mijnbouw. Het gebruik van individuele elektrische auto’s is absoluut geen oplossing. Zo zal de vraag naar lithium in de EU door batterijen, voor elektrische auto’s bijvoorbeeld, naar verwachting met bijna 6000% stijgen tegen 2050.

Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Loze beloftes 

De mijnindustrie is vaak in handen van multinationals die zich te weinig bekommeren om de rechten van de lokale bevolking. Een inheemse vrouw verklaart in de video van de YLNM persconferentie: “Ze komen en vernietigen alles. Ze zeggen dat ze werk hebben en eten brengen. Maar dat is enkel vandaag. Morgen hebben we weer honger.

Inheemse volkeren geven vaak het voorbeeld van een duurzame levensstijl. Toch worden net die gemeenschappen en omgevingen opgegeven, en nog wel in naam van de groene energie. In veel gevallen worden lithium projecten namelijk opgedrongen aan de lokale gemeenschappen. Er is geen sprake van transparantie of democratische beslissing. De mijnindustrie is verweven met de lokale politiek en krijgt vaak de steun van lokale politici. Bovendien krijgen ze soms de steun van internationale ontwikkelingsorganisaties om ‘groene mijnbouw’ te promoten.  Maar ‘groene mijnbouw’ bestaat niet.

Water is meer waard dan lithium 

Naast het schenden van mensenrechten, vernietigt de mijnbouw ook ecosystemen.  De winning en verwerking van Lithium brengen permanente en onherroepelijke schade toe aan watersystemen. De mijnen tasten niet alleen de waterlopen en de waterkwaliteit aan, ze versnipperen ook het landschap waardoor duurzamere vormen van levensonderhoud zoals landbouw en toerisme bijna geen kans meer krijgen. Zo is de Atacama-woestijn in Chili geleidelijk haar laatste watervoorraden aan het verliezen door de gevolgen van lithiumwinning. Chili beschikt over de helft van de lithiumreserves ter wereld en bijna de hele export wordt momenteel gewonnen uit de Atacama-woestijn, de droogste plaats ter wereld.

Nood aan gedragsverandering 

Dat zijn schrijnende vaststellingen. Toch stellen de actiegroepen een aantal concrete alternatieven voor om de mijnbouw zoveel mogelijk in te perken en de toekomstige schade te beperken. 

Een drastische verandering in onze gewoontes en onze consumptie is daarbij cruciaal. De vraag naar energie en materiaal moet fors dalen. Dat kan door maximaal in te zetten op openbaar vervoer, alternatieven te voorzien voor persoonlijke wagens en meer aandacht te besteden aan de herstelling, het hergebruik en het recycleren van batterijen en andere producten. 

Daarnaast is het belangrijk om de lokale gemeenschappen objectief te informeren over de gevolgen van mijnbouw. Het spreekt voor zich dat de bevolking dan ook het recht moet hebben om nee te zeggen als ze niet akkoord gaat met het project.  

Klimaatverandering zou aangepakt moeten worden vanuit een holistisch en milieurechtvaardig perspectief. Mijnbouw is destructief, niet alleen op ecologisch vlak, maar ook op menselijk vlak. Die elementen moeten erkend worden en het beleid moet die op een zinvolle manier aanpakken. 

Tenslotte moet er een einde komen aan de straffeloosheid van de bedrijven. Bindende verdragen moeten het bedrijfsleven en de mensenrechten verbeteren. Wanneer ze niet nageleefd worden, moeten er sancties volgen. Om dat te garanderen is een zinvolle regelgeving voor milieu en sociale bescherming nodig. 

We moeten er ons dus van bewust zijn dat die ‘groene’ benaderingen van de Europese Green Deal vaak worden voorgesteld als innovaties, maar in werkelijkheid vertegenwoordigen zij destructieve modellen die een onrechtvaardige en ongelijke transitie in de hand werken. Zo ver mogen we het niet laten komen!  

Artikel geschreven door Catapista Helena Spriet

Foto’s door Sebastian Pichler via Unsplash

Cajamarca Art and Unity

Kunst en Eenheid in Cajamarca

Kunst en Eenheid in Cajamarca

“Wat als we zouden zingen?”, vraagt ze terwijl ze een papiertje met wat gekrabbelde songteksten uit haar zak haalt. Ze is een van de Defensoras de la Vida y la Pacha Mama uit Cajamarca. We zitten midden in onze laatste workshop over burgerjournalistiek en mensenrechten en we kletsen wat terwijl de lunch wordt opgediend. “Wat als we zouden zingen?

En we zingen. Niet alleen om de wachttijd te doden, maar om onze boodschap over te brengen, om dichterbij elkaar te komen. Snel komen de deelnemers van de workshop bijeen, ze bekijken samen de teksten, en ze zingen. Over de prachtige meren van Cajamarca, over de mijnbouwprojecten die ze verwoesten, over hun verzet, hun strijd en het nooit opgeven.

Mijn moeder en ik schreven dit lied toen we protesteerden tegen Conga”, vertelt de vrouw, “we zongen het in de straten, we zongen het overal. En het is nog steeds accuraat.

Mensenrechten

Het lied werd de rode draad tijdens de rest van onze workshop. We waren samengekomen in een trainingssessie georganiseerd door onze partnerorganisatie Grufides in Cajamarca, Peru, samen met Chaikuni in Iquitos, als onderdeel van een project gefinancierd door de provincie Oost-Vlaanderen. Het project richt zich op de empowerment van rurale en inheemse vrouwen voor de verdediging van fundamentele en collectieve rechten in socio-ecologische conflicten in deze beide regio’s.

Een groot en belangrijk onderdeel van dit project bestaat uit het organiseren van trainingssessies over twee hoofdthema’s: mensenrechten en burgerjournalistiek.

De eerste sessie informeert over mensenrechten met het idee dat “je je rechten niet kunt verdedigen als je ze niet kent”. Daarom werken we sinds anderhalf jaar met mensen, vooral vrouwen, uit verschillende gemeenschappen in Cajamarca rond verschillende thema’s: mensenrechten, milieurechten, geweld tegen vrouwen, interculturele gezondheid enzovoort.

Samenkomen om te praten over ervaringen in verschillende gemeenschappen is van groot belang. Het helpt om te weten dat mensen in andere regio’s met soortgelijke problemen kampen, om de uitkomst van soortgelijke strijd te horen en om te weten dat andere gemeenschappen je steunen in deze strijd om je rechten te verdedigen.

Burgerjournalistiek

Het tweede onderwerp waar we tijdens deze trainingssessies aan werken is burgerjournalistiek. Hoe kunnen deze gemeenschappen ervoor zorgen dat de rest van de wereld weet wat ze doormaken? Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is van de zaken waarvoor ze strijden?

Journalistiek en communicatiemiddelen zijn belangrijke instrumenten om de schending van collectieve en fundamentele rechten in deze gemeenschappen aan te pakken. De dag van vandaag is journalistiek één van de krachtigste middelen om iemands’ rechten te verdedigen.

Daarom richten we ons tijdens deze sessies op het maken van video’s, foto’s, het schrijven van notities, het maken van radioprogramma’s en radiospots. We leren over storytelling, hoe we sociale media en hashtags kunnen gebruiken en belangrijker nog: we doen dit samen.

Onze focus tijdens de laatste paar sessies was om te werken aan een regionale en nationale campagne tussen de verschillende gemeenschappen die betrokken zijn bij dit project. De deelnemers bedachten zelf doelen voor deze campagne, met hun doelgroep in het achterhoofd, en tijdens deze laatste sessie bedachten ze ook hun strategie.

Kunst als strategie

De deelnemers besloten zich voor deze eerste campagne te concentreren op drie specifieke gevallen en kwamen met vier verschillende strategieën om hun publiek te bereiken: een video, waarin we een “voor” en “na” met betrekking tot de mijnbouwprojecten in hun regio konden laten zien, een studie over de waterkwaliteit, een sleutelfiguur die hun verhaal vanuit hun eigen perspectief kan vertellen en niet te vergeten: kunst.

We kunnen schilderen. We kunnen muurschilderingen maken in heel Cajamarca, in heel Peru. We kunnen zingen, we kunnen meer liedjes schrijven, zoals het liedje dat we net zongen. We kunnen poëzie gebruiken. We kunnen theater maken. We zijn allemaal creatief, we hebben allemaal capaciteiten. En we kunnen kunst gebruiken als onze strategie.

De ideeën over hoe we kunst in onze campagne konden gebruiken, bleven stromen. “Toen Máxima Acuña in de internationale pers haar verhaal moest vertellen, deed ze dat niet. Ze zong het. En dat was zoveel krachtiger, het bracht zoveel emoties over. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk,” zei iemand, “wij kunnen dit ook doen. Onze verhalen zijn ook krachtig. Ze hoeven alleen maar gehoord te worden.”

Om deze sessie af te sluiten, vroegen we de deelnemers wat ze hadden geleerd. “Dat we samen sterker staan”, zei iemand. “Dat we onze kunst kunnen gebruiken om de wereld onze realiteit te laten zien”, voegde iemand eraan toe. Kunst en eenheid. Dat is wat we vandaag hebben geleerd. Kunst en eenheid. We zullen samen opstaan en zingen. En onze stemmen zullen gehoord worden.

Catapa jaarverslag 2020

Jaarverslag 2020

Jaarverslag 2020

Iets later dan gepland, maar hier is het dan eindelijk: het Catapa jaarverslag van 2020! Ondanks Corona hebben we toch heel wat kunnen verwezenlijken in 2020.

Met onder andere talloze boeiende (online – damn you Covid) evenementen, maar ook de erkenning als socio-culturele organisatie (hoera!), de verschillende meerjarenprojecten (MIF, FIF en Nemo), de 11.11.11 Changemakers campagne en de vele inspanningen in ons educatief luik en op vlak van sensibilisering. Logischerwijze zaten de beweging en onze duurzame partners ook niet stil!

Duik samen met ons in het verslag van 2020 en ga op ontdekkingsreis doorheen 366 dagen vol Catapa-energie. Dat belooft voor 2021!

ESC presentation BLOG - nieuwe ESC vrijwilligers

CATAPA’s nieuwe ESC Vrijwilligers

CATAPA’s nieuwe ESC Vrijwilligers

Begin september verwelkomden we 2 nieuwe collega’s bij ons op het Catapa kantoor. Ze behoren beiden tot het Europees Solidariteitskorps (European Solidarity Corps | ESC), een programma gefinancierd door de Europese Commissie. Het biedt aan jongeren de kans om zich in Europa als vrijwilliger in te zetten voor milieu- en sociale projecten. Het biedt een inspirerende en empowering ervaring aan jongeren die willen helpen, bijleren en zichzelf willen ontwikkelen.

Dit jaar richt CATAPA zich verder op de thema’s Degrowth en Wellbeing Economy. We hebben momenteel twee werklijnen: Educatie & Beweging en Communicatie & Campagnes.

Connor

Ik ben Connor, ik kom uit Ierland en ik zal me inzetten voor het luik rond Educatie&Beweging. Ik studeerde Politiek en Internationale Relaties en ik heb een Master in Internationale Ontwikkeling aan de Universiteit van Sheffield. Gedurende mijn studies focuste ik op neo-extractivisme in Ecuador en de alternatieven voor de sociaal-ecologische vernietiging van het kapitalisme, zoals Degrowth en Buen Vivir.

ESC Connor

Het ESC Vrijwilligerswerk is de perfecte gelegenheid om bij te dragen aan een doel waarin je gelooft, jezelf te ontwikkelen op persoonlijk en professioneel gebied, maar ook om uit je comfortzone te stappen en een nieuw land, een nieuwe cultuur en nieuwe mensen te ontdekken

Laura

Ik ben Laura, uit Barcelona, ik zal me inzetten voor het luik rond Communicatie & Campagnes. Ik studeerde Journalistiek en finaliseerde onlangs mijn Master in Strategische- en Bedrijfscommunicatie. Ik kreeg de opportuniteit om als journaliste aan de slag te gaan bij een mediabedrijf in Colombia met een focus op Mensenrechten, en als resultaat van deze ervaring wil ik mij verder concentreren op de verdediging van mensenrechten en milieurechten. Daarom geloof ik dat werken als een Europese vrijwilliger voor een organisatie als deze, die werkt met getroffen gemeenschappen en strijdt voor een groenere en eerlijkere planeet, perfect past bij mijn doelstellingen en mijn waarden.

ESC Laura

Het ESC Vrijwilligerswerk is de perfecte gelegenheid om bij te dragen aan een doel waarin je gelooft, jezelf te ontwikkelen op persoonlijk en professioneel gebied, maar ook om uit je comfortzone te stappen en een nieuw land, mensen en cultuur te ontdekken

Catapa Movement Weekend

Movement weekend

Evenement:

Movement Weekend

1 – 3 Oktober

Schrijf je in

Doe mee aan ons Movement Weekend dat zal plaatsvinden van 1 tot 3 oktober. Het ideale moment om het werk van CATAPA en de Catapistas te leren kennen, gedachten uit te wisselen en je kennis te vergroten!

Tijdens dit weekend zullen we ondere andere workshops en teambuilding activiteiten organiseren, werken aan onze nieuwe en lopende projecten van CATAPA, brainstormen en ervaringen uitwisselen. We zullen elkaar beter leren kennen bij een drankje en een hapje terwijl we genieten van de natuur die ons omringt.

Mensen die nieuw zijn bij CATAPA en geïnteresseerd zijn om meer betrokken te raken in de beweging, zijn ook van harte welkom!

Programma:

Het programma zal hier binnenkort bekend worden gemaakt. Als je jezelf op ‘aanwezig’ zet, ontvang je een notificatie wanneer het programma definitief is.

Locatie:
GEKKOO Verblijf Weert
Appeldijkstraat 36, 2880, Weert België

Prijs (inclusief overnachting en eten):
Standaard 40€ of gereduceerd (voor mensen zonder of met een lager inkomen) 25€
*Instructies voor betaling ontvang je na inschrijving.

Andere belangrijke informatie:

*We serveren veganistisch voedsel. Als je een allergie of intolerantie hebt, laat het ons weten in het inschrijvingsformulier.
*We willen dat dit evenement voor iedereen toegankelijk is. Mocht je financiële, taal- of andere belemmeringen ondervinden of vragen hebben over toegankelijkheid, stuur dan gerust een mailtje naar truike.geerts[at]catapa.be.
*In dit trainingstraject is er geen ruimte voor seksisme, racisme, trans- of LGBT-fobie en andere vormen van haat.
*De sessies vinden plaats in het Engels. Als dat een barrière is voor jou, neem dan gerust contact met ons op en dan kunnen we de tolkmogelijkheden bespreken.

Georganiseerd door Catapa
Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis 

Vandaag sluit CATAPA zich aan bij meer dan 180 gemeenschappen, organisaties en academici die de EU oproepen om af te zien van haar plannen om destructieve mijnbouw uit te breiden als onderdeel van de Europese ‘Green Deal’ en ‘Green Recovery’ plannen.

In 2019 publiceerde de Europese Commissie haar Europese ‘Green Deal’, een actieplan waarin het klimaat- en milieubeleid en de initiatieven voor de komende jaren worden geschetst.

Ondanks lovenswaardige intenties dragen deze plannen het schadelijke en onlogische idee uit van ‘green growth’  en gaan ze uit van ‘business-as-usual’ verbruik van energie en materialen in de EU.

Europa’s Green Deal plannen, in hun huidige vorm, zullen leiden tot een dramatische toename van de vraag naar mineralen en metalen. De Europese Commissie reageert daarop door middel van een groot aantal nieuwe mijnbouwprojecten – zowel binnen als buiten de EU.

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

De keuze om mijnbouw in te zetten om de Green Deal uit te voeren, is een reden tot grote bezorgdheid voor alle burgers in de hele wereld.

Mijnbouwbedrijven hebben een sociale en ecologische impact in elk werelddeel. Zo is de sector verantwoordelijk voor grootschalige mensenrechtenschendingen, conflicten met en binnen de getroffen gemeenschappen en de uitbuiting van arbeidskrachten en de toename van sociaaleconomische ongelijkheid. De sector draagt ook in aanzienlijke mate bij tot de klimaatverandering, het wereldwijde verlies aan biodiversiteit en de waterschaarste.

De stijgende vraag naar grondstoffen en de plannen van de EU om daaraan te voldoen via nieuwe mijnbouwprojecten zullen die problemen doen verergeren. Door de mijnbouw getroffen gemeenschappen in Europa en hun bondgenoten in het maatschappelijk middenveld verzetten zich tegen de voortdurende expansie van de mijnbouwindustrie en stellen het dominante verhaal van onbeperkte groei en het beleid dat dit in stand houdt ter discussie.

Via mijnbouw kan de EU zich geen weg banen uit de klimaatcrisis

Die verklaring schetst een maatschappelijke analyse van de huidige plannen van de EU en stelt voor hoe de EU de structurele problemen kan aanpakken die aan de basis liggen van het eindeloze mijnbouwbeleid en het tij kan keren naar een meer rechtvaardige en duurzame toekomst.

Deze aanbevelingen houden onder meer in dat het van cruciaal belang is dat de EU en de lidstaten het recht van gemeenschappen op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming, met inbegrip van het recht om “nee” te zeggen, in de wet verankeren, en dat zij dringend maatregelen nemen om de vraag naar – en het verbruik van – grondstoffen in Europa absoluut te doen dalen.

We moeten dringend onze energie-, transport- en economische systemen overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, maar als we vertrouwen op de uitbreiding van de mijnbouw om te voldoen aan de materiële behoeften van de overgang naar hernieuwbare energiebronnen, zullen we het onrecht, de vernietiging en de gevaarlijke veronderstellingen die de klimaatcrisis in de eerste plaats hebben veroorzaakt, opnieuw in de hand werken.

Met andere woorden, we kunnen deze problematiek niet oplossen met dezelfde denkwijze die ze in de eerste plaats veroorzaakt heeft.

We zijn solidair met bondgenoten in het Noorden en Zuiden en roepen samen op tot:

  • het recht om nee te zeggen voor alle gemeenschappen die met mijnbouw worden geconfronteerd en de eerbiediging van het recht van inheemse volkeren op FPIC;

 

  • het vastleggen in de wetgeving en verwezenlijken van bindende doelstellingen door de EU om de overconsumptie van materialen te verminderen in overeenstemming met de grenzen van de planeet en haar mondiale eerlijke aandeel;

 

  • het centraal stellen van rechtvaardige groeistrategieën en niet “green growth” of “decoupling”, in de klimaatmaatregelen van de EU;

 

  • het stopzetten van EU-subsidies voor mijnbouw en ondemocratische industriële allianties…;

 

  • het behandelen van mineralen en metalen als gemeenschappelijke, publieke goederen;

 

  • De invoering van maatregelen om mijnafvalverplichtingen te verhelpen en zo ervoor te zorgen dat alle mijnterreinen naar behoren worden hersteld, zodat ze gemeenschappen en hun omgeving niet verder kunnen verontreinigen en schade toebrengen;

 

  • De garantie dat de vraag van de EU naar grondstoffen geen impact heeft op gemeenschappen en ecosystemen in het Zuiden en dat er rechtsmiddelen beschikbaar zijn wanneer er zich toch schendingen voordoen…

 

Lees onze gezamenlijke verklaring voor meer informatie, getekend door meer dan 180 gemeenschappen, organisaties en academici:

‘Het aanmoedigen van destructieve mijnbouw: ‘Het maatschappelijk middenveld van de EU hekelt EU-grondstoffenplannen in de Europese Green Deal’ – Geschreven door de Yes To Life No To Mining Europese Werkgroep.