De bewakers van de lagunas – Conga

De bewakers van de lagunas – Conga

Het Conga-project ligt tot ten minste eind 2013 stil. Deze beslissing werd de Peruaanse regering opgedrongen na het eindeloze verzet in Cajamarca; het gebrek aan sociaal draagvlak dwong Newmont Mining zijn Conga-project ‘on hold’ te zetten. Maar de lokale bevolking heeft echter zijn twijfels. Er zijn geruchten dat er ’s nachts nog steeds in sneltempo gewerkt wordt aan de reservoiren die men ter vervanging van de bergmeren bouwt. Bovendien beseft men dat deze ‘stillegging’ niet het einde betekent van het Conga-project. Het is een vaak geziene strategie van menig mijnbouwmultinational in Peru die te veel weerstand ervaart van de lokale bevolking; leg het project stil en wacht totdat de storm is gaan liggen, uiteindelijk zal men het wel moe worden.

Sinds 15 oktober bezetten een kleine honderdtal moedige boeren een heuvel nabij Laguna Azul ; één van de bergmeren die met het Conga-project zal verdwijnen. Het is als het ware een laatste redmiddel, een symbolische actie. Een soort van zit-actie, maar niet zonder risico’s. Het gehele gebied is immers privaat bezit van Minas Conga, deze terreinen zijn niet langer gemeengoed. Bijgevolg schenden ze met hun aanwezigheid de wet en riskeren ze, zoals vele van hun kompanen, juridische vervolging. Nu Minas Conga het recht op vruchtgebruik van deze oude mystieke bergen heeft gekocht, worden zijn oude bewoners illegaal en door het bedrijf geviseerd.

Ons bezoek aan dit geïmproviseerde tentenkamp verliep bijzonder hartelijk. Bij aankomst werden we uitvoerig bedankt voor onze aanwezigheid, bij wijlen werd het gênant en vermeden we verdere complimenten. De harde, gure weersomstandigheden maakt het verzet van deze boeren zowaar nog heldhaftiger. De snijdende wind en regenval tekenen het gezicht van iedereen hier aanwezig, bij nachte duikt de temperatuur diep onder de nul. Het romantische karakter van deze actie krijgt al snel een grauwig randje.

Eén van de aanwezigen wijst prompt richting een bouwwerf die we nabij Laguna Azul kunnen waarnemen. “Daar zijn ze een reservoir aan het bouwen. Dit zal een 20, 30 jaar meegaan, maar zal daarna onderhoudswerk vereisen. Wie zal dit betalen? Waarom zouden we onze eeuwenoude bergmeren vervangen door iets kunstmatig?” Het is inderdaad een vreemd zicht, vlak aan het bergmeer, dat plaats zal moeten ruimen voor het onderliggende goud, komt een reservoir te liggen. Het is opvallend hoe zeer dit uitzicht verschilt met enkele maanden terug. Toen was ik hier ook, maar het reservoir niet.

De bezetting van deze basis gebeurt volgens een rotatieschema. Iedere vier dagen lost een nieuwe groep de andere af, op die manier vindt iedereen de tijd om te gaan werken, om even te recupereren van deze harde omstandigheden. De solidariteit is bijzonder groot, van heinde en verre wordt rijst, bakolie, groenten, plastic folie, … aangevoerd, zonder dit alles zijn de bewakers van de lagunas verloren.

Het was wederom een aangename vaststelling hoe kameraadschappelijk dit vredevol verzet tegen het Conga-project wel is, hoe vastberaden en bescheiden deze mensen wel zijn. Men is overtuigd dat men de strijd, tegen deze reus Newmont, kan winnen. Er is immers geen alternatief.

Hier een kort filmpje, een indruk: http://www.youtube.com/watch?v=spqhNSMFT7M&feature=plcp 

 

De Peruaanse dictatuur: leg het volk het zwijgen op

De Peruaanse dictatuur: leg het volk het zwijgen op

Het is stil in Cajamarca. De stem van het volk is niet langer te horen in de straten, het geluid van getunede mototaxis en motoren van Japanse, Koreaanse en Chinese makelij vullen de stad.

Het Conga-conflict kende in het voorjaar een voorspelbaar verloop. Een blinde zag het noodlot aankomen; eind mei en juni intensifieerde het verzet. Het enige antwoord van de weinig creatieve Peruaanse regering was de installatie van meer troepen. We waren getuige van het eerste politiegeweld in Cajamarca stad, begin juni 2012. Hoe zeer dit ons schokte, hoe snel we dit gewoon werden. Tijdens de maand juni was de sfeer in de stad te snijden; van heinde en verre kwamen demonstranten, hun roep werd luider. Dagen voor de moordpartijen in Celendín en Bambamarca spraken we al over het gevaar van een tweede Bagua. Trieste en profetische woorden. Schaamteloos schoten de zwaar bewapende troepen van Humala 5 burgers neer. Een onderzoek werd aangekondigd om de eigenlijke omstandigheden van ‘deze ongelukkige incidenten’ te onderzoeken. De noodtoestand werd aangekondigd, ‘om het publieke leven te herstellen en de burgers te beschermen’. De eerste noodtoestand werd op 4 juli afgekondigd. Tijdens deze eerste maand werd een dialoog opgestart; twee geestelijken, Miguel Cabrejos en Gastón Garatea, gingen praten met de verschillende partijen.

Op 4 augustus, vanuit het niets en met een simpele vingerknip verlengde men de noodtoestand met een bijkomende maand. Opvallend was de onwetendheid in Cajamarca op 3 augustus; geen ziel wist wanneer de noodtoestand nu eindelijk eindigde, laat staan of men het nog een extra maand ging verlengen. Op zich was dit niet zo verbazend, want wat deze noodtoestand tekent, is de afwezigheid van politie of leger. Het dagelijkse leven gaat door, bij wijlen zie ik minder politie dan in de maanden voor de noodtoestand. Bovendien stoort men zich weinig aan deze maatregel; indien er een nachtklok is, sommigen beweren van wel, anderen van niet, dan negeert die men al te graag. Het is als het ware een ‘light’ versie van de noodtoestand, een normalisering van deze maatregel; de regering gebruikt het te pas, maar eerder te onpas, en de moegeslagen burgers halen hun schouders op.

Op dergelijke momenten voel je het gecentraliseerde Peru aan den lijve. De economische en politieke top beslissen in het grijze Lima, al dan niet in overleg, hoe het verder moet met het land. Na de eigenlijke afkondiging van de extra maand noodtoestand vielen velen uit de lucht; waarom werd de noodtoestand verlengd? Wat is het motief van Humala?

Waar de verantwoording voor de eerste noodtoestand nog enigszins steek hield, is dit bij de tweede versie niet het geval. De enige reden is het onderdrukken van de dissidente stem in de straten van Cajamarca. In een antwoord op deze dictatoriale maatregel verklaarde Marco Arana, één van de verzetsleiders, dat het protest gewoon zal verder gaan in de andere 10 provincies van regio Cajamarca, waar de noodtoestand niet van toepassing is. Daags erop werd een preventieve aanklacht uitgesproken door de regering, wat de lamlegging van elk protest in de andere 10 provincies betekende. Humala slaagt in zijn opzet; het aantal manifestaties werd tot een minimum herleid, kranten verleggen hun focus, Peruaanse arbeiders uit andere windstreken stromen toe om te werken in Minas Conga, … . Het verzet gaat op zoek naar andere strategieën, maar dit blijk niet makkelijk.

En juist ja, de dialoog opgestart door de regering, o.l.v. de twee geestelijken. Gisteren gingen ze praten met de CEO van Newmont Mining. Wanneer we eindelijk resultaat mogen verwachten, en wat het resultaat zal wezen, god knows. Hoop doet leven, en ondertussen werkt men vrolijk door in Minas Conga.

Auteur: David Verstockt

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

Conga: kroniek van een aanhoudend conflict

De Peruaanse regering zal de milieueffectenstudie van het project Minas Conga laten doorlichten door internationale experts. Dat liet de nieuwe premier Oscar Valdés weten bij zijn aantreden op 11 december. Gisteren nodigde hij vertegenwoordigers van Cajamarca uit in Lima om tot een akkoord te komen over de terms of reference. Maar de regionale president en de burgemeesters uit de directe invloedssfeer van het project kwamen niet opdagen. Zij willen dat het project geannuleerd wordt.

Milieueffectenstudie

Het project Minas Conga, een uitbreiding van Yanacocha, krijgt in oktober 2010 groen licht van het ministerie van energie en mijnbouw. In juli 2011 maakt Newmont Mining, de hoofdaandeelhouder van Yanacocha, bekend dat de financiering rond is. Sindsdien volgen de protestacties elkaar in snel tempo op.

Het begint met een protestmars, een wegblokkade en een boerenbijeenkomst aan de door het project bedreigde bergmeren in oktober van dit jaar. Naar aanleiding van die acties komen de ministers van landbouw, mijnbouw en milieu persoonlijk polshoogte nemen in Cajamarca. Ze beloven dat het ministerie van milieu de goedgekeurde milieueffectenstudie kritisch zal herevalueren.

Paro regional

Op 9 november volgt een 24-urenprotest tegen het mijnbouwproject. Wegen worden geblokkeerd, studenten bezetten de universiteit en meer dan 10.000 mensen komen op straat. Een paro regional van onbepaalde duur wordt aangezegd voor 24 november, als de regering het project tegen dan niet onleefbaar heeft verklaard. Uit schrik voor beschadigingen, schort Yanacocha de werken aan Conga op. Op 23 november reist de minister van binnenlandse zaken naar Cajamarca om aan te dringen op een annulatie van de staking. Tevergeefs, de regionale autoriteiten vinden dat president Humala zelf naar Cajamarca moet komen.

Op 24 november gaat de staking van start. De bevolking van Cajamarca komt massaal op straat. Scholen en winkels sluiten de deuren, de belangrijkste wegen worden geblokkeerd en een paar duizend mensen trekt de bergen in om er te waken over vier meren die door het project bedreigd worden. Intussen heeft het ministerie van milieu haar kritische doorlichting gemaakt. Het resultaat is een nota die de bezorgdheden van de manifestanten grotendeels bevestigt en het protest verder aanvuurt.

Dialoog

Na zes dagen staking, laat Yanacocha weten dat het op vraag van de regering, en in de hoop de rust en de sociale vrede te herstellen, de activiteiten van het Conga project opschort. Woordvoerders van de protestbeweging reageren laconiek: niets nieuws onder de zon, de facto liggen de werken toch al een paar weken stil. Wat ze willen, is een resolutie waarin de regering de onleefbaarheid van Conga afkondigt. Toch versoepelen ze de protestmaatregelen om ruimte te maken voor dialoog. Bussen en vrachtwagens worden geleidelijk weer doorgelaten.

Op 4 december, anderhalve week na de start van de staking, zakt een commissie onder leiding van premier Salomón Lerner naar Cajamarca af om er te spreken met de leiders van de protestbeweging.

Tegelijk worden honderden agenten en militairen naar de regio gestuurd. De regering wil een einde maken aan de staking. Als de leiders vierentwintig uur de tijd vragen om hun basis te consulteren, speelt ze het spel hard. Tekenen ze niet nog diezelfde dag wat voorligt, dan wordt de noodtoestand afgekondigd.

Noodtoestand

Zo geschiedt. Rond 10 uur kondigt president Ollanta Humala op televisie de noodtoestand af in vier provincies van de regio Cajamarca. De noodtoestand is een uitzonderingsregime waarbij bepaalde grondwettelijke rechten zoals de onschendbaarheid van de woonst en de vrijheid van vergadering, kunnen worden opgeheven. Als de president dat wil, kan het leger de controle over de interne orde overnemen. Volgens de Peruaanse grondwet is de noodtoestand enkel van toepassing in het geval van de verstoring van de vrede of de interne orde, catastrofe of ernstige omstandigheden die het leven van de natie aantasten. Maar om geweldloos protest te breken, maakt Ollanta Humala graag een uitzondering. De leiders en autoriteiten roepen de bevolking op om naar huis te gaan, kalm te blijven en hun protest op creatieve manier te blijven uiten. Er worden protestliederen uitgedeeld en overal in de stad verschijnen zelfgemaakte affiches en Peruaanse vlaggen.

De dag nadien keurt de regionale raad van Cajamarca unaniem een ordonnantie goed die het project Conga onleefbaar verklaart. Grondwetspecialisten in Lima haasten zich om te onderstrepen dat dit buiten haar bevoegdheden valt. Het ministerie van economie en financiën blokkeert de bankrekeningen van de regionale regering van Cajamarca om ongeoorloofd gebruik van publieke middelen te vermijden.

Dinsdag 6 december neemt een aantal regionale leiders uit Cajamarca deel aan een bijeenkomst in het parlement in Lima, georganiseerd door de Commissie voor Inheemse Volkeren. Als ze buiten komen, worden Wilfredo Saavedro en Milton Sánchez samen met vier andere personen gearresteerd en meer dan tien uur lang vastgehouden in de Dirección contra el Terrorismo (DIRCOTE). Motief en opdrachtgever voor de arrestatie zijn onduidelijk. Bij hun vrijlating kort voor middernacht laten ze weten klacht te zullen neerleggen tegen de politie, wegens willekeurige vrijheidsberoving.

Herschikking regering

Binnen de regering moeten de meningsverschillen over de aanpak van de Conga-crisis intussen zijn gegroeid, want op 10 december dient premier Salomon Lerner bij Humala zijn ontslag in. Een dag later wordt de minister van binnenlandse zaken, Oscar Valdés, een ex-militair, ingezworen als eerste minister. Het kabinet wordt grondig herschikt en de meeste centrum-linkse ministers verdwijnen uit de regering. Sommige politieke commentatoren zien in de episode een ruk naar rechts en vrezen dat Humala zich steunend op het leger zal ontpoppen tot een autoritaire heerser. Anderen vinden dat de president de ‘toets van Conga’ met glans heeft doorstaan, door te breken met de ‘linkse vrienden’ die hem steunden tijdens de verkiezingscampagne en de buitenlandse investeringen veilig te stellen.

In zijn eerste verklaring als premier zegt Valdés dat de regering de milieu-effectenstudie van Conga zal laten doorlichten door internationale experts. Dat is op zich een goede zaak. Op 16 december wordt de noodtoestand opgeheven. Maar pogingen om de dialoog te hervatten, lopen sindsdien vast. De posities staan dan ook diametraal tegenover elkaar. “Conga no va” luidt het in Cajamarca. Voor de regering is het “Conga va sí o sí”. Hoogstens kan de uitvoering hier en daar wat bijgeschaafd worden. Bijkomend probleem is dat de autoritaire stijl van Valdés op weinig waardering kan rekenen bij de leiders van de protesten. Zo wil hij enkel spreken met verkozen vertegenwoordigers van Cajamarca. Daarmee sluit hij belangrijke actoren, zoals de provinciale frentes de defensa uit van het proces. De premier is niet in staat tot luisteren, luidt het verdict van Gregorio Santos, regionaal president van Cajamarca, die de bijeenkomst van gisteren aan zich voorbij liet gaan.

Auteur: Jonas Hulsens

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

(Persbericht) Noodtoestand in Noord-Peru: signaal nodig vanuit Europa

De Peruaanse president Humala kondigde maandag de noodtoestand af in vier provincies van de noordelijke Andes-regio Cajamarca. Duizenden boeren protesteren er al meer dan tien dagen tegen de komst van één van de grootste goudmijnbouwprojecten ter wereld. De noodtoestand maakt de inzet van het leger tegen de lokale bevolking mogelijk. Dat is reden tot ongerustheid: in 2009 leidde een gelijkaardig conflict in Noord-Peru tot meer dan dertig doden.

De verklaring van de noodtoestand is gebaseerd op artikel 137 van de Peruaanse Grondwet. Door deze uitzonderlijke maatregel worden in de vier provincies bepaalde burgerrechten opgeschort, zoals de rechten op persoonlijke vrijheid en veiligheid, de onschendbaarheid van woonst, en de rechten op vrij verkeer en vergadering. Het leger neemt de controle op de interne orde over. Enkele duizenden militairen zouden ondertussen ter plaatse zijn, om een einde te maken aan de protesten.

Omstreden megaproject

Het Conga-project is met een kapitaal van 4 miljard dollar de grootste mijnbouwinvestering ooit in het land. Het gaat om een uitbreiding van de Yanacocha-mijn, de grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Lima stelt dat Conga noodzakelijk is voor de verdere economische groei van Peru, maar in Cajamarca denken ze daar anders over: 78% van de bevolking is er afhankelijk van de landbouw en de veeteelt. Water is voor hen van het grootste belang.

Ook in de regiohoofdstad Cajamarca, die steeds meer omsloten wordt door de goudmijn in de omliggende bergen, ligt de bevolking wakker van water. De vernietiging van vier bergmeren door het project staat dan ook centraal in het protest, dat gesteund wordt door de regionale overheid.

Het voorbije weekend wierpen onderhandelingen tussen de regering en de aanvoerders van de protesten geen vruchten af. Na de voorlopige stillegging van het project door Yanacocha, besliste president Humala maandag om de noodtoestand uit te roepen in de regio.

De rol van de internationale gemeenschap

Yanacocha, dat voor meer dan de helft eigendom is van het Amerikaanse Newmont Mining en 5% kapitaalsteun krijgt van de Wereldbank, kent een lange geschiedenis van confrontatie met de lokale bevolking. Dat de nieuwe Peruaanse regering de belangen van het bedrijf opnieuw boven die van de lokale gemeenschappen stelt, vraagt om een internationale reactie. De beslissingen rond Conga zijn niet coherent met eerdere beleidsmaatregelen van de president, zoals de goedkeuring van een wet omtrent voorafgaande raadpleging van lokale gemeenschappen.

Het zou bovendien niet de eerste keer zijn in de recente geschiedenis van Peru dat een confrontatie tussen het leger en de lokale bevolking uitmondt in bloedvergieten: onder het bewind van de vorige president Alan García vielen in 2009 nog 33 doden, toen het leger ingreep om een einde te maken aan de protesten van inheemse Amazonegemeenschappen tegen olieontginning. De uitkomst van het conflict rond Conga zal bepalend zijn voor het beleid van de regering-Humala met betrekking tot andere mijnbouwconflicten in het hele land.

De EU is de tweede belangrijkste handelspartner van de Andes-gemeenschap (CAN), waarvan Peru deel uitmaakt. 45% van alle export uit de Andes-gemeenschap naar Europa bestaat uit brandstoffen en mijnbouwproducten. In 2012 ligt een Vrijhandelsakkoord met Peru ter goedkeuring voor in het Europese Parlement. In haar Country Strategy Paper 2007-2013 over Peru, onderstreept de Europese Commissie de nood aan sociale inclusie en cohesie in het land. Als Europa coherentie nastreeft tussen haar handels- en ontwikkelingsbeleid, dan is het haar verantwoordelijkheid om mee op te roepen tot een vreedzame oplossing voor de situatie in Cajamarca, vindt CATAPA: een oplossing die de positie van de lokale bevolking respecteert.

Auteur: Wies Willems

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Grootste goudproject Peru opgeschort, protest gaat door

Duizenden inwoners van de regio Cajamarca, Noord-Peru, voeren al meer dan een week lang een protestactie van onbepaalde duur tegen het grootschalige goudproject Minas Conga. Als reactie op het protest liet het bedrijf Yanacocha woensdag weten dat het haar exploratieactiviteiten opschort, “in de hoop dat de sociale rust weerkeert”.

“We zullen de grootste inspanningen leveren voor een verantwoorde mijnbouw”, luidt het in de persmededeling. “We engageren ons om samen te werken, opdat op zo kort mogelijke termijn de voorwaarden vervuld worden voor een transparante en respectvolle relatie tussen staat, bedrijf en civiele samenleving, die ten goede komt aan Cajamarca en het hele land.”

Protest onverminderd

Het communiqué van het bedrijf heeft echter weinig indruk gemaakt in Cajamarca. De leiders van de sociale bewegingen die het protest aanvoeren, lieten verstaan dat ze zullen doorgaan met hun acties tot de regering het project definitief annuleert. Inzet van het conflict is de watervoorziening van de Andes-regio, waar 78% van de bevolking van landbouw en veeteelt leeft. Vier bergmeren zouden vernietigd worden. Minas Conga is een uitbreiding van de grootste goudmijn van Latijns-Amerika, uitgebaat door hetzelfde bedrijf- een joint venture van het Amerikaanse Newmont Mining, het Peruaanse Buenaventura en de Wereldbank. Die laatste heeft via de International Finance Corporation (IFC) een aandeel van 5% in de mijn. Het gaat met 3 miljard dollar om de grootste mijnbouwinvestering ooit in Peru. Bij confrontaties tussen de boerengemeenschappen en politie zouden al twintig mensen gewond zijn geraakt. De boerenbewegingen krijgen steun vanuit verschillende lagen van de stedelijke bevolking van Cajamarca.

Regering aan zet

Het Conga-project plaatst mijnbouw opnieuw centraal in het nationale politieke debat. Binnen de regering-Humala lopen de interne spanningen op. Volgens het Ministerie van Milieu vertoont het milieueffectenrapport van Minas Conga ernstige tekortkomingen. Daarmee haalt Milieu scherp uit naar het Ministerie voor Energie en Mijnbouw, dat in Peru bevoegd is voor de analyse en goedkeuring van milieueffectenrapporten. Het Ministerie voor Milieu publiceerde zelf een rapport, waarin het stelt dat Conga “het brongebied van het waterbekken drastisch en onomkeerbaar zal aantasten”. Vice-minister voor Milieu José de Echave nam ondertussen ontslag. Volgens hem is het sociale protest tegen Yanacocha “een aanwijzing dat het bedrijf het verkeerd aanpakt”. Hij voegde eraan toe dat “in de toekomst water een steeds belangrijkere rol zal spelen in de sociale conflicten rond mijnbouw in Peru”.

CATAPA blijft de case op de voet volgen. Hou onze website en facebookpagina in de gaten.

Auteur: Wies Willems

Wet op raadpleging inheemse volkeren in Peru

Op 23 augustus keurde het Peruaanse Parlement een wetsvoorstel goed dat de voorafgaande raadpleging van inheemse volkeren moet verzekeren. Afgelopen dinsdag 6 september werd de wet door president Ollanta Humala ook officieel aangenomen. Samen met het Plataforma Europa-Perú (PEP) juicht CATAPA de goedkeuring van de wet toe.

De nieuwe president ondertekende de tekst symbolisch in Bagua, waar in 2009 meer dan dertig doden vielen bij protesten van inheemsen tegen petroleumontginning. De wet is een belangrijke overwinning voor de inheemse organisaties en het middenveld in Peru, die al meer dan een jaar gezamenlijk lobbyen voor de goedkeuring ervan. In 1995 al ratificeerde Peru Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie, waarop de nieuwe wet gebaseerd is. Op 19 mei vorig jaar nam het Parlement een wetsvoorstel aan om die ratificatie om te zetten in een nationale wet. Het voorstel werd echter verworpen door toenmalig president Alan García.

Samen met het Plataforma Europa-Perú (PEP) schreef CATAPA brieven (zie bijlage) naar president Ollanta Humala en het Parlement, met de eis om de tekst nu ook in de praktijk om te zetten. Volgens de wet moeten de staat en gemeenschappen tot ‘een akkoord’ komen over projecten die de gemeenschappen of hun gronden aanbelangen. Zelf ziet de president de nieuwe raadplegingswet als ‘bevorderlijk’ voor investeringen, omdat ze volgens hem sociale conflicten zal verminderen.

Humala had in zijn verkiezingscampagne een punt gemaakt van een meer gelijke verdeling van de inkomsten van mijnbouwprojecten, een strengere milieuwetgeving en meer sociale herinvesteringen. Op economisch vlak lijkt de koers voorlopig weinig te wijzigen: de investeringen in grootschalige mijnbouwprojecten blijven doorgaan. Zo werd dezelfde dag nog van de inwijding van Ollanta Humala, 28 juli, de grootste mijnbouwinvestering ooit in Peru goedgekeurd: een uitbreiding van de Yanacocha-goudmijn in Cajamarca. Ook het management van het omstreden Río Blanco-koperproject in de noordgrens van Peru liet onlangs weten dat het wil doorgaan met het project (lees hier een reactie daarop van de basisbewegingen uit Noord-Peru, Spaans). Humala dwong wel al een bijkomende taks af op de winst van mijnbouwbedrijven, goed voor 1 miljard dollar extra staatsinkomsten per jaar.

Auteur: Wies Willems

Persbericht : Inheemsen gerespecteerd maar Amazone bedreigd in Peru?

Een jaar geleden, op 5 juni 2009, werden Peru en de wereld opgeschrikt door het ergste geweld dat het land in jaren gekend had. 33 burgers en politiemensen lieten het leven en 82 mensen raakten gewond door kogels. Dit gebeurde tijdens de ontruiming van een wegblokkade in Bagua. Duizenden inheemsen blokkeerden al 2 maanden één van de belangrijkste hoofdwegen naar het Amazonegebied.

De inheemsen hadden deze blokkade opgeworpen omdat ze zich bedreigd voelden in hun levenswijze en rechten door een reeks decreten die de regering wilde goedkeuren en door de groeiende aanwezigheid van petroleummaatschappijen in de regio. Na 5 juni was duidelijk dat de Peruaanse regering niet zomaar kon verder gaan met het gangbare beleid en beslissingen over economische projecten die een grote impact hebben op het leven van de inheemse bevolking, zonder enige vorm van inspraak over deze maatregelen en de gevolgen daarvan.

In de laatste twee decennia, en vooral de laatste jaren, zijn de concessies voor de exploratie en ontginning van ertsen, gas en petroleum aanzienlijk toegenomen. In februari 2010 was meer dan 15% van het land in concessie gegeven voor mijnbouw, en 48,6% van de Amazoneregio voor petroleum en gas. 72% van het Peruaanse Amazonegebied is gepland om te worden opengesteld voor petroleumontginning. Verschillende concessies overlappen met de inheemse territoria en met beschermde natuurgebieden.

Al meer dan 15 jaar geleden heeft Peru Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) ondertekend. Deze conventie handelt over de rechten van inheemse volkeren en bepaalt dat de nationale regering de instemming van de bevolking moet vragen voor alle beleidsmaatregelen die van invloed kunnen zijn op hun levensstijl en gewoonten. In de praktijk werden er in het beste geval wel studies en raadplegingen uitgevoerd en enkele schadevergoedingen voorzien, maar nooit volgens de ware toedracht van de conventie 169 of met de VN-verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren, tevens ondertekend door Peru.

Bijna een jaar van lange en intensieve raadplegingen, debatten en onderhandelingen, hebben uiteindelijk geleid tot een door het Peruviaanse Congres goedgekeurde wet met betrekking tot volksraadplegingen. Deze wet bepaalt dat, overeenkomstig met de VN-Verklaring en Conventie 169, de inheemse bevolking toestemming moet verlenen over beleidsmaatregelen die hen kunnen beïnvloeden.

Alle NGO’s en mensenrechtenorganisaties die bij dit onderhandelingsproces betrokken waren zijn zeer blij met deze vooruitgang. Uiteraard blijft men dit proces nauwgezet opvolgen opdat alle administratieve maatregelen die genomen worden ook daadwerkelijk een garantie bieden voor een effectieve en snelle uitvoering van deze wet. Op deze manier hoopt men gelijkaardige conflicten in de toekomst te voorkomen of op zijn minst sterk te verminderen en kunnen repressieve maatregelen – zoals in het verleden toegepast, en nog steeds op sommige plaatsen – vermeden worden en vervangen door een nieuwe democratische praktijk.

Ondertekenen :

Van het Platform Europa Peru :
Asociación pro Derechos Humanos de España, Broederlijk Delen, CATAPA, Commission Justice et Paix Belgique francophone, Entraide et Fraternité, Informationstelle Peru, Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging – 11.11.11 vzw, Plataforma Qatary Peru, Peru Kommittén för MR.

Het Platform Europa Peru (PEP) is een netwerk van Europese NGO’s die samen met hun Peruaanse partners (lobby)acties organiseert en coördineert om zowel de Europese bevolking als politici te sensibiliseren over mensenrechten en ontwikkelingthema’s in Peru. Het PEP volgt de naleving van de aanbevelingen van de Waarheidscommissie van nabij op.

Belgische organisaties :
Centre Avec, Centre Tricontinental (CETRI), CNCD – 11.11.11., COPERBE, El Andino, Esperanza TM, Identité Amérique Indienne, Plataforma Perú Bélgica, Service de Formation et d’Information sur l’Amérique latine (SEDIF).

Auteur: Daan Janssens

Rondas Campesinas geloven niet in “groen goud”

In Noord-Peru hebben de Rondas Campesinas zich uitgesproken tegen de komst van het bedrijf Smallvill, dat beweert op kleine schaal “groen goud” te zullen ontginnen in de streek: sociaal en ecologisch duurzame mijnbouw, die voor werkgelegenheid en vooruitgang zou zorgen. In de akte ter besluit van de provinciale vergadering van zondag hebben de boeren uit de streek dit voorstel echter afgewezen.

Het bedrijf achter het “Oro Verde”-project is Smallvill, opgericht door de Peruaanse ingenieur Villachica. Smallvill is verbonden aan het Zwitserse Transparence, dat de markt voor “groen goud” controleert, en het Amerikaanse Pact, een onderneming die naar eigen zeggen gespecialiseerd is in capaciteitsopbouw binnen lokale gemeenschappen. In het dorp heeft de ingenieur het gemeentebestuur en een groot deel van de bevolking al voor zich gewonnen. Sinds het gerucht de ronde doet dat Tamborapa goud bezit, zijn verschillende boeren al op eigen houtje artisanaal goud beginnen te delven. Anderen, zoals de boeren verenigd in de Rondas Campesinas, blijven wantrouwig tegenover elke vorm van mijnbouw.

“Koffie, is dat geen groen goud?”, roept een van de delegatieleiders van de ronderos in de microfoon. Op het warme plein in het dorpje Tamborapa komen verschillende delegaties van de Rondas Campesinas aan het woord tijdens een speciale vergadering over het voorgestelde mijnbouwproject. De nationale politie houdt langs verschillende kanten een oogje in het zeil. Ook het bedrijf zelf is aanwezig en mag straks aan het woord komen.

De Rondas vormen een van de belangrijkste basisbewegingen van boeren in Peru. Ook VIMA, partnerorganisatie van CATAPA, is vandaag door de gemeenschappen van Tamborapa uitgenodigd om een presentatie over mijnbouw te geven. Op vraag van VIMA en op basis van presentaties die het bedrijf gaf in verschillende gemeenschappen, bestudeerde CATAPA de technische details van het project. Hoewel het bedrijf in haar presentaties weinig technische details vrijgeeft, betreft een van de belangrijkste vragen omtrent het project, volgens een expert van CATAPA, het watergebruik. Want Smallvill beweert dan wel geen cyanide of kwik te zullen gebruiken bij de goudontginning, over de hoeveelheid water die gebruikt zal worden, en de distributie van water tussen mijnbouw en andere gebruikers, zoals de honderden boerenfamilies, wordt zo goed als gezwegen. En men voelt de klimaatverandering in Tamborapa: deze winter viel er nagenoeg nog geen regen. Een andere vraag is of zure drainage volledig vermeden kan worden.

Naast de technische vragen bij het project, blijft het feit dat er in de streek een sociaal conflict ontstaat tussen twee ontwikkelingsmodellen. In een enorm vruchtbare streek die talrijke landbouwproducten voortbrengt en zelfs exporteert, blijven velen weliswaar extreem arm. Dat groen goud een duurzame oplossing is voor deze armoede, is een stelling die veel wantrouwen en ongeloof opwekt bij de lokale boerenbevolking. De Rondas Campesinas uit San Ignacio lieten zondag verstaan dat ze een duurzame modernisering van de landbouw verkiezen boven mijnbouw in welke gedaante dan ook. Dat er talrijke voorbeelden zijn in Peru van mijnbouwprojecten die voor boerengemeenschappen geen ontwikkeling hebben gebracht, moet je de ronderos immers niet vertellen. Blijft echter het feit dat het gemeentebestuur en verschillende inwoners van Tamborapa oro verde wel interessant vinden. Wordt vervolgd.

 

Auteur: Wies Willems

Spanningen rond gepland mijnbouwdistrict in Noord-Peru eisen twee mensenlevens

De feiten

In de loop van woensdag 2 december 2009 vond in Noord-Peru, in de omgeving van het geplande Rio Blanco-mijnbouwdistrict, opnieuw een dodelijke confrontatie plaats tussen de politie en lokale inwoners van de regio. In het dorpje Cajas Canchaque (departement Piura) kwamen twee inwoners om en raakten er zes gewond, in tot nu toe nog onduidelijke omstandigheden.

Volgens de Nationale Politie werden agenten die vermoedelijke daders van een eerdere aanval op de site van het mijnbedrijf wilden aanhouden, in een hinderlaag gelokt. Hierop zouden de agenten uit zelfverdediging schoten gelost hebben.

Het netwerk OCMAL (observatorium voor mijnbouwconflicten in Latijns-Amerika) daarentegen bericht dat het conflict begon toen de lokale bewoners eisten dat de NGO Integrando, die werken verricht aan een belangrijke verbindingsweg tussen Cajas en een nabijgelegen dorp (Segunda), zich uit de streek zou terugtrekken. Integrando zou daarop de politie verwittigd hebben en een patrouille zakte af naar het dorp.

De NGO heeft vermoedelijk banden met Río Blanco (ex-Majaz) en kreeg reeds de verantwoordelijkheid toegeschreven voor verschillende confrontaties tussen de bewoners van Segunda en Cajas. Het is niet de eerste keer dat er confrontaties plaatsvinden tussen de inwoners van Huancabamba en de politie als gevolg van de aanwezigheid van het mijnbouwbedrijf Río Blanco.

Context

De aanwezigheid van het mijnbedrijf Río Blanco Copper is sinds zijn aankomst in de streek, in 2002, steeds omstreden geweest. Tijdens twee pacifistische optochten in april 2004 en juli 2005 kwamen twee boerenleiders om. Recent nog, in oktober 2009, werden als gevolg van de marteling van 28 boeren in het centrum van de mijnsite (tijdens de tweede optocht), de fondsen van het bedrijf bevroren. In november 2009 kwamen nog eens drie personen om het leven tijdens een aanval op de mijnsite- het onderzoek naar deze feiten loopt nog steeds.

Op 17 september 2007 sprak 94,5 % van de lokale bevolking van de districten Pacaipampa, Ayavaca en Carmen de la Frontera zich duidelijk uit tegen de aanwezigheid van het mijnbedrijf. Enkele van de belangrijkste redenen die deze afwijzing motiveerden zijn de onduidelijkheid over de (il)legaliteit van de aanwezigheid van het bedrijf, de mensenrechtenschendingen en de sociaal-ecologische risico’s.

Meer informatie op

http://berthoalain.wordpress.com/2009/12/03/affrontements-meurtriers-dan…

http://www.cnr.org.pe/nueva_web/nota.shtml?x=1539

http://www.larepublica.pe/archive/all/larepublica/20091203/9/node/236177…

(idem: http://es.euronews.net/teletipos/87975-dos-muertos-en-enfrentamientos-en… )

http://www.larepublica.pe/regionales/03/12/2009/acusan-policia-por-muert…

http://www.conflictosmineros.net/contenidos/19-peru/5149-dos-muertos-dej…

http://www.correoperu.com.pe/correo/nota.php?txtEdi_id=7&txtSecci_parent…

http://www.servindi.org/actualidad/19819

http://grufidesinfo.blogspot.com/

Mijnbouw veroorzaakt dodelijke aanvaring tussen boerengemeenschappen

In de provincie Cajamarquina Hualgayoc in het noorden van Peru vond er op 15 september jongstleden een gewapend conflict plaats tussen boerengemeenschappen en arbeiders van het mijnbedrijf Consolidada. Minstens 2 mensen vonden de dood en verschillende anderen raakten gewond.

De feiten deden zich voor tijdens een bijeenkomst van de boeren met de eis dat het mijnbedrijf hun regio verlaat. Er kwam een gewapende groep aangereden in busjes en begon te schieten. Volgens verschillende bronnen zou deze gewapende groep zijn ingehuurd door het mijnbedrijf Consolidada, een joint venture van Buenaventura en Gold Fields.
De slachtoffers waren een jongeman van 20 jaar en een jongentje van een jaar.

De inwoners vrezen dat er zich nogmaals een milieuramp kan voordoen, zoals in 2002, destijds veroorzaakt door het mijnbedrijf Yanacocha, die hun landbouw-en veeteeltactiviteiten in gevaar zou brengen. Ze protesteren nu al twee jaar tegen de exploratie van hun gronden door het project Titán Árabe (Consolidada) dat de goedkeuring draagt van het Ministerie van Energie en Mijnbouw. De gemeenschappen werden echter vooraf niet geïnformeerd, noch geconsulteerd. Ze worden beschouwd als ‘opstandig en anti-ontwikkeling”.

Vader Marco Arana, oprichter van de ngo GRUFIDES, werkzaam rond vorming in ecologie en duurzame ontwikkeling, en leider van de Movimiento Tierra y Libertad, legde in een interview aan de Peruaanse Prensa Alternativa uit dat dit conflict te voorzien was. De voorbije twee jaar werd namelijk gevraagd dat de locale en nationale autoriteiten zouden optreden in de problematiek. Deze vraag werd vooralsnog niet ingewilligd.

Auteur: Thomas DM