Milieuactivisten vallen als vliegen

Het eindejaar bracht weinig goed nieuws in Celendín, Peru. Op 28 december werd één van de voornaamste leiders van het verzet tegen Chadin II – een hydro-elektrisch project op de rivier Marañon – doodgeschoten. Weer een milieuactivist die het met zijn leven moet bekopen, het was een zwart jaar voor Peru.

Heel wat mensen kwamen samen aan de strafrechtbank in Cajamarca, om ‘justicia’ te vragen, verontwaardigd over de lichte straf voor de moordenaar van Rojas.

Emma Timmerman

Maandag had ik mijn eerste werkdag op GRUFIDES, na een collectieve kerstvakantie. De vakantie had mij onverwacht veel deugd gedaan, waarbij er heel wat stress en bezorgdheid van mijn schouders viel. Het werk dat we hier doen is op zijn minst zorgwekkend te noemen, realiseerde ik me, tijdens dagen ver van internet, nieuws of telefoonverbinding.

Maandag kwam meteen met een dreun. De vrouw van Hitler Ananias Rojas Gonzales was de hele dag op kantoor, samen met haar zus en één van haar jonge kinderen, die vaderloos achterblijft. Wenend zaten ze op het bureau van Mirtha Vasquez (advocate en coördinatrice van GRUFIDES), met de vraag of zij de zaak op zich wou nemen, of zij voor ‘justicia’ – rechtvaardigheid kon zorgen. Er werd veel gepraat, interviews werden afgenomen en het verdriet hing als een nevel in het hele gebouw.

De moord op Rojas

Hitler Rojas werd op 28 december vermoord (de naam Hitler deed mij verbaasd fronsen en later tot het besef komen dat elk continent zijn zwarte geschiedenis heeft en de meeste Europeanen allicht ook niet het fijne weten van Latijns-Amerikaanse dictators. Bon, het blijft bizar en bij het opvolgen van het nieuws rond deze zaak, suggereert Facebook mij ook ander materiaal – van Nazi Hitler uiteraard. In ieder geval is het nu ook niet het moment om mijn eurocentrische lange neus uit te steken om uit te zoeken waarom zijn ouders precies die naam uitkozen).

Hitler Rojas werd doodgeschoten, doorzeefd door 8 kogels. Hij liet onmiddellijk het leven.

Rojas, 35 jaar, was de lokale leider en voortrekker van het verzet tegen Chadin II, een waterkrachtcentrale die het Braziliaans bedrijf Odebrecht plant te bouwen op de Marañon rivier, ondanks aanhoudend protest van de lokale bevolking.

Rojas was als president van de ‘Rondas Campesinas’ en als vice-president van het ‘Frente de Defensa’ een gekend publiek figuur. Iemand die gedreven was, zijn kritieken tegen Chadin nooit onder stoelen of banken stak. Hij was fel tegen dit project gekant, dat verregaande gevolgen zou meebrengen voor de gemeenschappen die leven van de vruchtbare rivier, die wonen in een vallei die gekend staat voor zijn landbouwproducten, die tot ver in de provincies geëxporteerd worden. Hij was verdediger van het ‘recht op inspraak’; zodat lokale dorpsbewoners en grondbezitters kunnen meebeslissen over de toekomst van hun land, en niet enkel de multinationals. Het project Chadin heeft géén goedkeuring van de lokale bevolking gekregen en daar bleef hij op hameren. Hij was bereid was om te blijven vechten voor het behoud van de Marañon – vrij van waterkrachtcentrales, getuigt zijn vrouw Amalia Rojas Micha, tegen elke prijs. Zijn verzet heeft hij met zijn leven moeten bekopen.

Er is geen ‘justicia’ in dit land

Een paar dagen na de moord viel het verdikt voor de moordenaar, 6 jaar. Woensdag kwamen heel wat mensen samen aan de strafrechtbank in Cajamarca om ‘justicia’ te vragen, verontwaardigd over de lichte straf. Deze is zo licht omdat de dader zich beroept op zelfverdediging. Nogal eigenaardig wanneer de autopsie wijst op 8 kogels in het lichaam van Rojas, terwijl de dader geen verwondingen opliep. Vreemder nog is dat er getuigen waren bij deze moordzaak. Deze bevestigen dat er meerdere mannen betrokken waren, die afrekenden met Rojas terwijl hij alleen zijn vee aan het hoeden was in de vallei. De getuigen werden echter niet verhoord. Alles wijst op moord met voorbedachte rade. Toch krijgt de dader slechts zes jaar, waarvan hij er effectief een tweetal van zal moeten zitten, de rest is voorwaardelijk.

Proteststemmen worden uit de weg geruimd

Alejandro Rodríguez García, de dader, is uitgesproken pro-Chadin. En om het plaatje nog duidelijker te maken dat het hier gaat om een afrekening: de dag voor zijn moord werd Rojas verkozen tot burgemeester van Yagén. Hij wees niet alleen de dorpsbewoners op hun rechten en riep op tot verzet, zijn eigendom bevond zich ook nét daar waar de muur van de waterkrachtcentrale zou komen. Het moment dat Rojas ook nog eens politieke macht kreeg, maakte hem te ‘bedreigend’ voor de plannen van Odebrecht. De manier om de krachtige proteststem van Rojas teniet te doen… hem elimineren.

Justitie favoriseert en criminaliseert

‘Er heerst een klimaat waarbij verdedigers van het milieu het subject worden van aanklachten, arrestaties en vervolgingen’, zegt Mirtha Vasquez. ‘Mensen worden aangeklaagd voor het manifesteren, voor het stellen van kritische vragen aan autoriteiten, waarvoor ze celstraffen riskeren tot 35 jaar. Er heerst een criminalisering van protest en vooral tegen mensen die oppositie voeren tegen het economisch model dat gebaseerd is op extractivisme’. In Cajamarca zijn meer dan 303 mensen aangeklaagd voor dergelijke ‘misdrijven’, gelinkt aan sociaal protest. De laatste jaren zijn al heel wat milieuleiders vermoord.

De dag voor de moord op Rojas, komt er een andere uitspraak die ophef maakte. Silvana Buscaglia, een jonge vrouw, krijgt zes jaar en acht maanden effectief, omwille van het duwen van een agent en het wegslaan van zijn helm. Zes jaar en acht maanden in de cel, omwille van misschien wel begrijpelijke verkeersirritatie.

De dader van de moord op Rojas zal er twee zitten. ‘Een leven is niets waard’, aldus Mirtha.

Aandacht komt te laat voor het Poopómeer

De Altiplano, het hoogland, is een vlakte op ca. 4.000 m hoogte. Daar ligt het Poopómeer dat grotendeels wordt gevoed met water dat van het Titicacameer, via de Desaguadero rivier naar het meer stroomt. Het Poopómeer is het tweede grootste meer van Bolivia na het Titicacameer en had ooit de grootte van een Belgische provincie. Gezien de hoge verdamping en de rijkdom aan mineralen in het gebied is het Poopómeer een zout meer geworden. Momenteel blijft er nog zo’n 4% van het meer over waardoor het thema uiteindelijk nationale (en internationale) aandacht krijgt. De invloed van de mijnbedrijven aan de bron van het meer in combinatie met het veranderend klimaat zijn niet houdbaar.

 Solidaridad Nación Uru

Solidaridad Nación Uru

Men wordt pas wakker als het te laat is

De lokale organisatie CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) geeft aan bezorgd te zijn om de situatie. Limbert Sánchez, coördinator bij CEPA, vertelt voor de nationale televisie: “Reeds in 2007, bij het ontstaan van CEPA, hielden we ons bezig met het bewust maken van de bevolking en de overheden. We organiseerden evenementen en deden onderzoek naar dit probleem van het Poopómeer. Steeds zonder veel reactie van de kant van de overheid.”

“Er blijft nog slechts 4% van het oorspronkelijke Poopómeer over. Het is een kleine plas geworden in het midden van wat eens het meer was.” 

Nu vastgesteld wordt dat het meer zo goed als leeg staat, begint het onderwerp belangstelling te krijgen in nationale en zelfs internationale media. Hierdoor lijkt nu ook de overheid in actie te schieten.

Één van de grootste problemen van het Poopómeer is waterschaarste. Van de 23 zijrivieren die uitmonden in het meer, komt in het meer amper nog water binnen. De belangrijkste voedingsbron is de Desaguadero-rivier, die de verbinding maakt tussen het Titicacameer en het Poopómeer. 90% van het water in het meer is afkomstig van de Desaguadero.

Limbert vertelt: “Er blijft nog slechts 4% van het oorspronkelijke Poopómeer over. Het is een kleine plas geworden in het midden van wat eens het meer was. Na het bezoek van de gouverneur vandaag, heeft ook deze bevestigd dat het meer stervende is. Een realiteit die we moeten aanvaarden.”

De keerzijde van rijkdom aan grondstoffen

Een ander probleem dat Limbert aanhaalt is de verontreiniging veroorzaakt door mijnbouw. Er zijn verschillende ontginningen langs de Desaguadero, maar ook langs een aantal andere rivieren uit het Poopó-bekken. In totaal telt de regio zo’n 150 mijnbouwoperaties, die samen het water vervuilen met koper, zink, arseen, cadmium enz.

Volgens studies uitgevoerd door de lokale regeringen zelf, stroomt er per dag in het meer onder andere:

  • 760 kg arseen
  • 46 kg cadmium
  • 100 kg koper
  • 119 kg lood
  • 1328 kg zink

Een ander probleem dat versterkt wordt door deze mijnbouw activiteiten is sedimentatie. Dagelijks stroomt er sediment het meer in, overeenkomstig met zo’n 200 vrachtwagens die fijne deeltjes in het meer lozen. Het meer wordt gevuld met sediment en is momenteel nog slechts 40 à 50 cm diep.

Waarom werd nooit eerder actie ondernomen?

Op de vraag waarom nooit eerder actie werd ondernomen, antwoordt Limbert: “In 2010 werd het programma voor het Poopóbekken (Progama Cuenca Poopó) opgericht door de Europese Unie met een financiering van ca. 14 miljoen euro. Hiermee hebben ze enkele studies kunnen uitvoeren, maar de uiteindelijke werkzaamheden werden nooit uitgevoerd.” Het zou een heel verschil maken als men het aanwezige slib in de rivier, de Desaguadero, zou ruimen. Momenteel stroomt het water van de Desaguadero in het meer met een debiet van 4 m³ per seconde, wat vroeger eerder 54 tot 58 m³ water per seconde was. Het ruimen vergt echter enorme financiële middelen, namelijk miljoenen euro’s.

Een ander gigantisch probleem zijn de vele mijnen in Oruro. Ze hebben geen dammen om het sediment tegen te houden en geen zuiveringsinstallaties voor het vervuilde en zure water dat uit de mijn stroomt. Oruro mag dan misschien een regio zijn met een lange mijnbouw geschiedenis, maar de ecologische schulden die het achter laat – waaronder het verdwijnen van het Poopómeer – zijn niet te verantwoorden.

Limbert vertelt hoe CEPA al sinds 2007 aandringt, met dialoog, maar ook door een optocht naar La Paz in 2009 waarbij men aandacht van de regering vroeg voor het meer. Ook in 2013 organiseerden de Uru’s een tocht om enige aandacht voor het probleem te vragen, maar de reacties daarop waren zeer beperkt. Men hoopt dat met de huidige gebeurtenissen en aandacht de regering niet anders kan, dan met concrete oplossingen komen om het Poopómeer te redden.

Bekijk hier het interview met Limbert Sánchez!

Post-extractivistische groeten uit Parijs!

Tijdens de jaarlijkse klimaat-hoogdagen die dit jaar in Parijs plaatsvonden kwam ook CATAPA in ‘klimaat-actie’, samen met honderden organisaties en duizenden activisten. Zolang de globale extractivistische sector haar greep op lokale gemeenschappen, overheden en consumenten behoudt, blijft daadwerkelijke klimaatrechtvaardigheid een utopie. Het verbreken van die greep kan enkel van onderuit komen. Zonder een georganiseerde protestbeweging brengt geen enkel klimaatakkoord redding.

No global warm(in)ing

Grondstoffenontginning draagt niet alleen in zeer grote mate bij tot de uitstoot van broeikasgassen, maar vormt de ruggengraat van een economisch en maatschappelijk model dat een leefbare planeet in de weg staat. De impact van grondstofontginning noch duurzame alternatieven kunnen genegeerd worden in het klimaatdebat. Ze konden evenmin genegeerd worden in de Zone d’Action pour le Climat (ZAC) die vijf dagen lang huis hield in het cultureel centrum Centquatre, met een uitgebreid programma aan nevenactiviteiten om de druk op de onderhandelende overheden en lobbyende bedrijven in Le Bourget, op te drijven en respect te eisen voor de rechten van natuur en gemeenschappen.

Op Wereld Mensenrechten dag, donderdag 10 december, organiseerde Gaia Foundation en de internationale coalitie Yes to Life, No to Mining -waar ook CATAPA deel van uitmaakt- een forum waar gemeenschapsleiders uit verschillende continenten getuigden over hun dagdagelijkse strijd tegen de extractivistische invasie van multinationale bedrijven. Hun recht op leven, land en water vereist respect voor hun recht om resoluut neen te zeggen tegen mijnbouwprojecten die hen letterlijk de grond onder de voeten wegnemen. In de context van klimaatverandering zijn die projecten des te levensbedreigender. Of zoals een inheemse leider uit Rusland het uitdrukt: “we kunnen ons aan alles aanpassen, maar niet zonder onze grond”.

Uiteenlopende verhalen, één strijd

Clemente uit de Filipijnen getuigde over de forse opmars van grootschalige mijnbouw in zijn land en de corporatieve land grab, parallelle militarisering en destructieve ecologische en sociale gevolgen die dit met zich meebrengt. Lokale inheemse, boeren- en vissersgemeenschappen komen in opstand, maar betalen een hoge prijs. Enkel in 2010 werden er 36 anti-mijnbouw activisten in het land vermoord, en recentelijk treft het geweld vooral de Lumad in Mindanao.

Marta groeide op in de Ogone regio in de Niger delta, waar Shell grote olie-extractieplannen had. In respons op de destructie van wat ooit de regionale voedselbron was, ontstond in de jaren 1980 een verzetsbeweging van onderuit, en vooral gedragen door vrouwen. Na verschillende onbeantwoorde pogingen tot dialoog verklaarde de bevolking Shell persona non grata. Internationale aandacht groeide, wat leidde tot een VN rapport en een nationale onderzoekscommissie. Vandaag geeft Shell haar investeringen in Ogone op en de regio is een inspiratiebron geworden voor verzetsbewegingen wereldwijd.

De situatie in Siberië maakt de directe extractie-klimaat link pijnlijk-ironisch duidelijk. Viacheslav sprak in naam van de inheemse volkeren uit de Arctische regio in Rusland. Klimaatverandering doet de permafrost verdwijnen, en daarmee ook hun traditionele levenswijze; “de natuur vertrouwt ons niet meer”. Maar de grootste bedreiging voor inheemse territoria ontstaat door de nu toegankelijk geworden voorraden diamant, steenkool, olie, gas, goud en andere grondstoffen die tot voor kort veilig onder het ijs zaten.

De getuigenis uit Minas Gerais, Brazilië, waar zich recentelijk één van de grootste mijn-milieurampen voordeed, lijkt een tragische voorbode voor de toekomst die Siberië dreigt op te gaan. Om solidariteit met het getroffen Mariana te uiten, werd een krachtige solidariteitsbrief de wereld ingestuurd die ook uw handtekening kan gebruiken.

Annex Zero

De ironie van de klimaatonderhandelingen werd door Kjell van het Leave it in the ground initiative belicht. Er wordt hard gewerkt aan een beleid dat minder CO2 uitstoot produceert, maar dan wel zonder de bron van die uitstoot structureel aan te pakken: de extractieve industrieën. De Nigeriaanse milieuactivist Nnimo Bassey, ex-voorzitter van Friends of the Earth International, pikte hierop in en stelde Annex Zero voor, een voorstel gelanceerd door de NGO Oilwatch.

Annex Zero vertrekt vanuit een kritiek op het internationale klimaatbeleid waarbij de VN conventie landen in Annex 1 (geïndustrialiseerde landen), ‘Non-Annex 1’ (het Zuiden) en Annex 2 (OECD leden van Annex 1) verdeelt. Die constellatie impliceert een neokoloniale logica waarin het Zuiden afhankelijk blijft van technologisch, financiële en politieke steun vanuit het Noorden in functie van een emissieverlaging in het Zuiden. Inheemse volkeren, regionale groepen en lokale gemeenschappen, eisen volwaardige erkenning van de dagdagelijkse inspanningen die ze als meest kwetsbare, meest genegeerde, maar ook meest strijdvaardige bevolkingsgroepen verwezenlijken. Bovendien eisen ze een echte emancipatie van fossiele brandstoffen, waarbij niet de hoeveelheid uitgestoten CO2, maar de hoeveelheid niet-ontgonnen brandstoffen gehanteerd wordt als maatstaf in de strijd tegen emissies.

De grenzen van de planeet

Het forum, als een mini-synthese van de ZAC, bracht getuigenissen van verwoesting, verontwaardiging, en wanhoop, maar ook van hoop, creativiteit en strijdkracht samen, vanop de frontlijn van klimaatverandering. De kracht en urgentie van die frontlijn werd zaterdag 12 december, #D12, letterlijk in de verf gezet. Ondanks de noodtoestand, vormden duizenden enthousiastelingen, jong en oud, een dikke waarschuwende rode lijn, pal in het centrum van Parijs. De rode lijn stond voor de minimale grenzen die maximaal respect vereisen om de komende generaties een leefbaar onderdak te gunnen op deze planeet. De rode lijn stond ook voor het succes en noodzaak van krachtige sociale bewegingen die ons niet-aflatend aan die verplichting houden.

Ondertussen legden de wereldleiders de laatste hand aan het fameuze klimaatakkoord. Een historisch akkoord kwam uit de bus. Kritische reacties bleven echter niet uit. Eén van de betere analyses kan je terugvinden bij Gaia Foundation.

Het zal ons niet uit onze put halen, maar het maakt de helling minder steil”, stelt Kumi Naidoo, directeur van Greenpeace. Het akkoord heeft namelijk ambitieuze doelstellingen, maar ontbreekt de nodige afdwingbare afspraken om een effectieve systeemverandering te garanderen. Dit doet de nood voor een wereldwijde beweging, die een strijd op vele (milieu, inheemse, mensenrechten-, en vrouwenrechten-) fronten verenigd, enkel groeien, en zo van het akkoord “een grond, en niet een plafond voor actie” maakt, zoals Bill McKibben van 350.org oppert. Het Keystone XL protest in de VS, de Ende Gelände beweging in Duitsland en de Sarayaku in Ecuador zijn maar enkele voorbeelden die aantonen waartoe sociaal protest in staat is.

Georganiseerde burgerbewegingen dwingen transitie af; wachten op krachtdadige overheidsbeslissingen zal ons niet verder helpen. Het is aan ons om de verandering te maken. Door een fundamentele paradigmawijziging een collectief denken en doen waarin de natuur opnieuw centraal staat. Door on-aflaatbare druk op onze regeringen voor een serieus klimaatbeleid. Door internationale solidariteit met de gemeenschappen die van op de frontlijn van klimaatverandering hun toekomst letterlijk zien verdampen, zoals aan het Poopómeer in Bolivia. Met CATAPA zetten we ons engagement verder, radicaal brekend van valse oplossingen en business-as-usual, op weg naar een post-extractivistische wereld.

Één sms brengt duizenden op de been, het verzet tegen mijnproject Conga

Duizenden mensen verzamelden zich aan de Lagunas op de grens van de provincies Cajamarca en Celendín om een inspectie te doen aan het meer Perol, waar Yanacocha werken uitvoert ondanks het feit dat het project ‘Conga’ officieel gestaakt is. Één waarschuwende SMS was voldoende om deze massa mensen te mobiliseren voor een urenlange reis naar de Lagunas. “El agua no se vende, el agua se defiende – het water verkoopt men niet, het water verdedigt men”.

– Door onze Zuidmedewerker Emma Timmerman-

Reeds sinds de plannen voor het project ‘Conga’ op tafel liggen, is er hardnekkig verzet van omliggende provincies, gezien het project desastreuze gevolgen met zich zal meebrengen. Sinds het project is stilgelegd in 2012 komen heel wat sociale organisaties, zoals het PIC, de rondas campesinas en heel wat sympathisanten die zich verzetten tegen het project, regelmatig bij elkaar aan de bergmeren.

Daar houden ze een asamblea, een soort van volksvergadering waarbij de stand van zaken besproken wordt. Deze keer werd besloten om een inspectie te gaan doen aan Laguna Perol en om daar de asamblea te houden.

Wegbarricades en politieformatie

We vertrekken vanuit Celendín om vijf uur ’s ochtends, voor een rit van vier uur langs onverharde haarspeldbochten. Op de ontmoetingsplek hebben velen zich reeds verenigd op een tegenoverliggende bergflank van waar wij aankomen. Iedereen zit verspreid neer, paarden grazen en we wachten geduldig op meer compañeros die vanuit alle richtingen komen toestromen; per camion, met recordaantallen in de laadbak van een pick-up, in minibus, per moto of per paard.

De weg tussen de twee groepen wordt versperd door een politiebarricade (politie die wordt ingehuurd door het mijnbedrijf Yanacocha) en er arriveren en aantal bussen die agenten droppen om een scheidingslijn te vormen tussen ons. Op een gegeven moment komt er toch beweging in de verzamelden aan de overkant. Ze dalen allemaal af tot de versperring – een aantal aan elkaar geketende betonblokken waar geen enkel voertuig op op door kan. Na een paar minuten ontstaat er tumult. Dan horen we honderden stemmen in koor “El pueblo no se rinde”, het volk geeft zich niet over, en “het water verkoop men niet, het water beschermt men”. Met deze woorden breken ze door de versperring en komen onze richting uit. De mensenstroom wordt vervoegd door iedereen die zich op onze heuvelflank bevindt. De stem van Milton Sanchez (verzetsleider en coördinator van de sociale beweging PIC) klinkt luid door een megafoon “Conga ni hoy, ni nunca!” – Conga komt er noch vandaag, noch ooit! In één grote optocht wandelen we tot aan het meer Perol. Het is een wandeling van uren, aan een fameus tempo, maar aan vastberadenheid mankeert het niet. Als we niet doorgelaten worden per wagen, dan wandelen we wel, dat is de mindset.

Inspectie van de illegale werken aan Laguna Perol

De reden voor deze tocht is om te inspecteren welke werken Yanacocha uitvoert aan het meer Perol. Volgens het plan Conga, het uitbreidingsproject van de Yanacocha-goudmijn, zouden vier bergmeren, waaronder Perol, verdwijnen. Het project werd in 2012 officieel stilgelegd, na massaal sociaal protest. Toch zijn er werken aan de gang. Yanacocha ontkende dit met klem. Toen er foto’s opdoken van de desbetreffende werken, luidde het discours van het mijnbedrijf dat ze beschermingmaatregelen aan het nemen waren voor het natuurfenomeen ‘el Niño’. Gezien aan het meer geen mensen wonen en de bergen zichzelf wel verdedigen is dit een absurde smoes.

Er zijn wel degelijk werken aan de gang, er zijn reeds een aantal bassins gebouwd, pijpleidingen en buizen aangelegd, de beginwerken van een mijnproject dat er niet zou horen te komen.

Asambla, een basisdemocratische vergadering

Na de inspectie vindt er een asamblea plaats. Allen verzamelen zich in een grote cirkel en gaan zitten, zodat iedereen kan volgen. Het is de tweede keer dat ik een dergelijke asamblea meemaak en dat is een gebeurtenis die indruk maakt. Om de beurt spreken afgevaardigden door de megafoon, Milton dirigeert de vergadering. Punt per punt wordt de agenda overlopen en de te bespreken zaken worden behandelt. Het is stil, iedereen luistert en alle beslissingen gebeuren democratisch. Er komen voorstellen, mensen laten dan hun stem horen, roepen tegenvoorstellen en stemmen gebeurd eenvoudig weg met handen opsteken. Als ik bedenk hoe moeilijk het soms is met een groepje klein groepje tot een consensus te komen, dan is deze organisisatiecapiciteit gewoonweg verbluffend.

Doorzettende sociale strijd

Het verzet tegen Conga leeft al jaren en zal ongetwijfeld blijven doorgaan. Zolang het nodig is. Het is gek hoe voelbaar de strijd is. De nood is dan ook heel reëel en ingrijpend in het dagdagelijkse leven van velen. En toch, toch doen ze het maar. Op een doordeweekse dinsdag staan hier zoveel mensen, terwijl het voor de meesten absoluut geen evidentie is om zich een dag vrij te maken. Ze laten hun families, hun job, het werk op het land en vooral het potentieel daginkomen om zich bij hun compañeros te voegen. Voor het ruimere doel, de bescherming van deze bergmeren, van de watervoorraad, van deze kwetsbare ecosystemen. Het is enorm emotionerend om te zien hoeveel mensen zijn gekomen en te voelen hoe doortastend hun motivatie is.

Per SMS werden ze verwittigd, dat er werken aan de gang waren. Internet is er niet in deze uitgestrekte en quasi desolate zone. Een waarschuwende SMS zette een kettingreactie in gang en zo verzamelden zich een paar duizend mensen. Dát is sociaal verzet van een bewonderenswaardige vastberadenheid.

Na de lange terugwandeling vertrekt iedereen uitgeteld terug naar huis. Terwijl onze minibus richting Celendin terugkeert, rijdt een vrouw in volle draf de steile bergrug naast ons op, in een rode gebreide trui, lange vlechten komen van onder haar hoed. Vlotjes steekt ze ons voorbij op haar grijs paard en verdwijnt achter de top. Ik vraag me af hoeveel uren zij nog te rijden heeft voor ze haar huis bereikt.

Via mo.be

Wereldwijde acties rondom bijeenkomst Wereldbank in Peru: Zeg NEE tegen de Conga mijn!

Van 9 tot 11 oktober vindt de jaarlijkse algemene vergadering van de Wereldbank plaats in Lima, Peru. Voor het eerst sinds 1967 trekt de Wereldbank met haar jaarlijkse bijeenkomst opnieuw naar Latijns-Amerika. Deze bijeenkomst van de Wereldbank Groep (WBG) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) brengt bankiers, ministers van Financiën en Ontwikkeling en academici samen om de voortgang van het werk van het IMF en de Wereldbank Groep te bespreken. De Wereldbank, ’s werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking, is tevens aandeelhouder van het Conga project in Cajamarca, Peru. Dus, met de vergadering in Lima, is nu het uitgelezen moment om acties voor te bereiden om ervoor te zorgen dat de Wereldbank het Peruaanse Conga project onuitvoerbaar verklaart.

Download hier het persdossier.

Lees ook “An Assessment of the Conga Mining Project in Light of World Bank Standards.”

 

Investeringen Congamijn

De International Finance Corporation (IFC) vormt een investeringonderdeel van de Wereldbank en heeft als doel de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden te bevorderen. Al sinds 1993 bezit de IFC 5% aandelen in de joint venture Minera Yanacocha. De Yanacocha mijn is al twintig jaar operatief in Cajamarca en het bedrijf verkent de mogelijkheden voor een uitbreiding; het mijnproject ‘Conga’, dat goud en koper wil ontginnen. Een van de pijnlijke lessen die we kunnen trekken uit de meer dan twintig jaar aan investeringen van de IFC in de Yanacocha mijn, is dat mijnbouw geen levensvatbaar mechanisme blijkt voor duurzame ontwikkeling in Cajamarca. Mijnbouw heeft de regio niet uit de armoede getrokken, integendeel, Cajamarca is van de vierde armste regio van Peru, vóór de komst van Yanacocha, gestegen naar de armste regio. Bovendien zijn mijnbouwactiviteiten net de aanleiding geweest voor heel wat sociale en ecologische conflicten in de betreffende gemeenschappen.
Desalniettemin zet Minera Yanacocha haar plannen voort om het Conga project verder uit te breiden, dit ondanks massale oppositie vanuit lokale bewoners en gemeenschappen. Bovendien brengt het project reële sociaal en ecologische risico’s met zich mee, die zelfs niet stroken met de prestatienormen van de IFC zelf. “De IFC hanteert sociale en ecologische standaarden om te verzekeren dat al haar investeringen leiden tot duurzame ontwikkeling. Het Conga project schendt ze bijna allemaal”, aldus mensenrechtenadvoaat Benjamin Hoffman (Human Rights Clinic of Columbia Law School) in een officieel persbericht gekoppeld aan de getuigenis van Milton Sánchez Cubas (verzetsleider tegen de Conga-case in Celendín, Cajamarca) voor het Amerikaanse Congres op 30 september 2015.

Conga is niet levensvatbaar

Met het voorgestelde Conga mijnbouwproject is niet haalbaar voor de Wereldbank en de International Finance Corporation (IFC) om te kunnen voldoen aan hun doelstellingen wat betreft de bevordering van duurzame ontwikkeling in de regio Cajamarca, Peru. Het project vormt een ernstige bedreiging voor de fundamentele mensenrechten en het milieu. Dat is waarom wij onze bezorgdheid en onze stem nu, vóór bijeenmomst van de Wereldbank, presenteren. Conga no Va.
Lees meer over de sociale en ecologische bedreigingen van het project voor de regio Cajamarca in dit officiële persbericht van het Interinstitutionele Platform Celendín (PIC) en de Human Rights Clinic van Columbia Law School en in deze mondelinge getuigenis van Milton Sánchez Cubas, verzetsleider tegen de Conga case in Celendín, Cajamarca.

Nu, wat kan JIJ doen?!

1) Stuur een brief naar de President van Peru, de President van de Wereldbank, de aartsbisschop van Lima en/of het hoofd van Communicatie en Publieke Zaken van het IMF. Het juiste format vindt je hieronder. Je hoeft enkel de naam van de persoon aan wie je de brief wilt adresseren (suggesties hieronder) en je eigen naam in te vullen en de e-mail te versturen (de e-mailadressen vindt je ook hieronder).

2) Help ons nieuws te verspreiden over a) de Wereldbank bijeenkomst via
https://www.facebook.com/desmintiendoelmilagroperuano?fref=ts
b) Ander nieuws en updates zullen we de komende dagen delen via sociale media.

3) Op vrijdag 9 oktober 2015 zullen er wereldwijd acties worden gehouden voor de Peruaanse ambassades in verschillende landen. In Brussel bevindt zich een kantoor van de International Financial Corporation, de tak van de Wereldbank haar aandelen in Conga, dus reist CATAPA hiernaartoe af. Laat het ons weten als je ook wilt deelnemen, we spreken af om banners enzovoorts te maken en reizen gezamenlijk af naar Avenue Marnix 17, Brussel. https://www.facebook.com/events/1506372849674921/

Start: Vrijdag 14u00 aan de inkomhal van het Centraal-station te Brussel.

4) Blijf op de hoogte via het Facebook evenement:
https://www.facebook.com/events/174764309527877/

 

De brief:

Dear [insert one of the people below here]

Four mountain lakes and the territory, from which millions of people live and depend in Peru, are under threat by a new mining corporate venture: the Conga Project by the Yanacocha Mine Corporation.
After 22 years of gold and copper extraction in Cajamarca by Yanacocha Mine Corporation, the region has become the poorest in the country and the environment has been seriously and irreversibly damaged. An entire community lives with long-term diseases as a result of exposure to a mercury spill in 2000 linked to the Yanacocha mine’s operations.
Communities who have opposed the new Conga mine have been brutally repressed. Five people have been assassinated, many others have been injured, and hundreds have faced, or continue to face, criminal charges.
Maxima Acuna, who has been at the forefront of the opposition against the Conga project, faces intimidation, harassment, death threats and has been subject to physical attacks.
The Conga Project will cause further environmental destruction and more human rights violations therefore I am calling on you to:

• Stop the Conga Mine Project
• Respect the right of people such as Maxima Acuna to say no to mining projects
• Stop the criminalisation of human rights defenders
• Drop all the charges against community leaders opposing the Conga mine project

Yours sincerely,

. President of Peru: Mr. Ollanta Humala Secretariatgeneral@presidencia.gob.pe / @Ollanta_humalaT
. President of the World Bank: Mr. Jim Yong Kim londonoffice@worldbank.org @JimKim_WBG @WorldBank
. Archbishop of Lima (Beneficiaries of the Conga Project): ldonayre@arzobispadodelima.org
. Secretary of the consul of Peru in Belgium/Luxemburg: Secretaria del Cónsul -2026239123 giovanna.r@conperbruselas.be
. ICF Head of Communications and Public Affairs, Western Europe, Oliver Griffith OGriffith@ifc.org

 

Bronnen

·0    Persbericht Plataforma Interinstitucional Celendina (PIC), Gold mine risks “irreparable” damage to the environment in violation of World Bank standards, Peruvian human rights leader tells U.S. Congress. Washington, D.C., September 30 2015.
·1    Conga No Va. An Assessment of the Conga Mining Project in Light of World Bank Standards A report of a coalition of social organizations from the Provinces of Celendín and Hualgayoc in the Region of  Cajamarca, Peru with the research and technical support of the Human Rights Clinic of Columbia Law School. September 2015.
·2    Tom Lantos Human Rights Commission: International Financial Institutions and Human Rights. Oral testimony of Milton Sánchez Cubas, General Secretary, Inter-Institutional Platform of Celendín. September 30, 2015.

Peruanen spreken in Colombia over hun verzet

Nelida Ayay en Daniel Chaupe Acuña zijn twee Peruanen afkomstig uit het department Cajamarca. Mede dankzij contacten van CATAPA waren zij afgelopen weekend op bezoek bij onze partners in Ibagué (Cajamarca, Colombia) om daar te praten over hun verzet gedurende de afgelopen jaren tegen grootschalige open-pit mijnbouw in hun regio. Daniel en Nelida waren eerder die week in Colombia op bezoek in het stadje Salento, waar de dromige vallei wordt bedreigd, ook door mijnbouwplannen van AngloGold Ashanti.  

Daniel woont op Tragadero Grande – Laguna Azul, en verzet zich tegen het Project Conga dat wordt uitgevoerd door Minera Yanacocha. Hij is de zoon van de beroemde Peruaanse verzetsfiguur Máxima Acuña de Chaupe. De familie wil hun gronden niet verkopen aan de multinational en woont daardoor middenin het mijnbouwproject.

“Ons belang is dat onze gronden vrij blijven, dat er niet wordt gemoord, niets vervuild. Daardoor blijven we doorgaan met strijden”, vertelt Chaupe Acuña.

Daniel beschermt zijn gronden omdat ze voor hem een bron voor levens-onderhoud en huisvesting vormen. Maar de meren die zich in dit deel van Peru bevinden, zijn ook belangrijke watervoorraden en daardoor motoren voor hun dagelijkse strijd om rechtsvaardigheid.

Het is niet gemakkelijk geweest voor de familia Chaupe. Groepen die zich verzetten tegen het mijnbouwproject krijgen geen steun van nationale auroteiten. De regio krijgt de grootste goudmijn van Latijns-Amerika en ontwikkelde zich in ruil hiervoor tot de tweede armste regio van Peru.

Bovendien vertelde Nelida (Hija de la Laguna) dat veel Cajamarquinos –inwoners van Cajamarca, Peru- kwik in hun bloed hebben.

“Degenen die geld verdienden met de mijnbouw, kunnen binnen 30 à 40 jaar al dat geld wat ze verdienen uitgeven aan hun gezondheid. Het bedrijf erkent de gevolgen voor gezondheid niet”.

“Ons verzet houdt in dat we de straat opgaan, protesteren, opdat de autoriteiten en het hele dorp weten wat er gaande is. Zo niet, dan zijn we onzichtbaar”, vertelt de milieuactiviste.

Hoewel de boerengemeenschappen in haar land de mogelijkheid hebben consulta populares (volksraadplegingen) te organiseren, zijn deze niet bindend. Nelida ziet de uitwisseling als een mogelijkheid zich te informeren en uit te spreken over het thema.

Zij adviseert de Colombianen dat het belangrijk is dat men zich mobiliseert, maar wel vreedzaam. Zo niet kan men worden aangezien voor het verstoren van de openbare orde. “Men moet zich richten op waarom men geen mijnbouw wil in de hooglanden en welke consequenties en/of impact dit zal genereren”.

Ook de documentaire “Hija de la Laguna”, die de ervaringen van de bewoners in dit deel van het land van de Inca toont, werd vertoond aan de Ibaguereños.

Mijnbouw in Ecuador, een oud en een nieuw verhaal (SIED III)

Na afloop van het seminarie in Cajamarca trokken we met de Catapista’s en Zuid-deelnemers naar Zamora, een provincie in het uiterste zuiden van Ecuador.

Waarom Zamora, Ecuador?

Vooreerst omdat de provincie grenst aan Peru, en op die manier ook een impact heeft in Peru. In deze provincie zijnnamelijk heel wat kleine, illegale mijnbouwbedrijfjes te vinden die reeds decennia de waterkwaliteit en -kwantiteit van de streek, o.a. rivieren die naar Peru vloeien, aantasten. Bovendien staat het eerste grootschalige mijnbouwproject in het Zuiden van Ecuador in deze provincie gepland. Het project Mirador hoopt in het kanton El Pangui koper boven te halen; het staat nu reeds vast dat dit een gecontesteerde en emblematische case wordt.

Vijf deelnemers van ons seminarie in Cajamarca zijn afkomstig van de provincie Zamora. Vier van hen zijn van inheemse origine (Shuar). Zij zullen de eerste slachtoffers zijn van de negatieve effecten van het mijnbouwproject. Gedurende het seminarie in Cajamarca vertelden ze reeds over hun (geplande) verzet. Deze week bood ons de kans de realiteit van naderbij te bekijken.

Een laatste reden waarom we voor Zamora hebben gekozen, is het driedaagse binationale forum dat handelt over de mijnbouwproblematiek in Peru en Ecuador. Dit forum werd georganiseerd door Acción Ecológica, Fepnash, ISF, Redex, Inredh en EntrePueblos. Net zoals SIED beoogde men een uitwisseling van ervaring en kennis, en de versterking van de samenwerking tussen de Zuid-organisaties. Het leek ons opportuun dit event bij te wonen, het bood de Catapista’s de kans kennis te maken met heel wat belangrijke NGO’s uit Peru en Ecuador.

Het mijnbouwproject Mirador

Het stadje Zamora, dat zich beter als een dorp kan laten omschrijven, begeeft zich momenteel in het oog van de mijnbouworkaan die Ecuador bereikt heeft. Nu de regio al enkele decennia lang gebukt gaat onder de invloed van artisanale goudmijnbouw, stellen nu ook multinationale ondernemingen hun intrede veilig. Het megaproject ‘Mirador’ zal zich tegoed doen aan de kopervoorraden die de regio rijk is.

  • Enkele gegevens over het project:

Reeds enkele jaren bereidt Ecuador zich voor op de komst van grootschalige mijnbouwprojecten, met name door de geleidelijke aanpassingen van het juridische kader. Het project Mirador is momenteel het enige grootschalige mijnbouwproject dat werd goedgekeurd; het speelt als het ware een voortrekkersrol voor andere projecten.

Het project is in handen van het Chinese China Railway Construction Corporation en de Tongling Nonferrous Metals groep, dat het in 2010 van het Canadese Corriente Resources overkocht.

Het wordt een open pit-mijn (volgens de MER op zijn minst 250 meter diep en 1,2 km breed) met een levensduur van 17 jaar. De productie wordt geschat op 208.800 ton koper per jaar, 535.000 ounces goud gedurende het hele project.

De MER wordt door verschillende experten in twijfel getrokken; voornaamste criticus is Canadees William Sacher die het rapport als onvolledig en fout bestempelt.

  • Het project houdt meerdere risico’s in:

Het project staat gepland in de Cordillera del Condór; een bijzonder rijk, maar fragiel ecosysteem gelegen in het grensgebied tussen Ecuador en Peru. Deze streek, overgangsgebied tussen Andes en Amazone (wordt ook omschreven als tropische Andes), herbergt bijzonder veel endemische soorten; het is één van de meest biodiverse streken in de wereld. Dit is vooral te wijten aan de 16 verschillende ecosystemen die men hier kon onderscheiden. Het project staat gelijk aan de verwoesting van talloze ecosystemen en de verdwijning van specifieke fauna en flora.

5 van de belangrijkste rivieren uit deze regio ontspringen in deze zone. De watervoorziening, op kwalitatief en op kwantitatief vlak, van de provincie Zamora en het Noorden van Peru wordt bedreigd.

De geteisterde inheemse bevolking van deze regio, de Shuar (Ecuador) en de Awajún (Peru), werden gedurende de voorbije decennia verjaagd en trokken zich terug, dieper in de Cordillera. Het project staat gepland in het kanton El Pangui, waar momenteel de grootste gemeenschappen Shuar zich hebben gevestigd. Bijgevolg bedreigt het project het voortbestaan van de Shuar-cultuur. Deze minderheid erkent dit gevaar en is de voornaamste tegenstander tegen dit project.

Artisanaal?

Tijdens deze week maakten we ook kennis met een ander facet van de gehele mijnbouwproblematiek; de zogenaamde ‘artisanale mijnbouw’. Zamora Chinchipe is een provincie waar vele gelukzoekers reeds eeuwen op zoek zijn naar het El Dorado. We trokken na een gesprek met de prefecto van de provincie naar China Pintza, een dorp vlak aan de Ecuadoriaanse-Peruaanse grens waar goudzoekers van de provincie hun geluk opzoeken.

Het was een trieste realiteit die we mochten aanschouwen. Werkomstandigheden die alle normen negeren; mannen die kwik verbranden zonder mondmasker, open vaten met resten cyanide, … . De president van de mijnbouwersvereniging die ons gidste verdedigde zijn sector echter met hand en tand. Ook toen we hem wezen op de grote berg mijnafval die zonder enige bescherming naast het dorp lag, vervuild met heel wat zware metalen. Bij de minste regenval lopen de met zandzakken geconstrueerde dijken ongetwijfeld over, rampzalig voor de lagergelegen dorpen. Maar ook hier herhaalde de man steeds dezelfde dogma’s; “de overheid is tegens ons”, “er zijn geen alternatieven”, “er is geen vervuiling, de overheid gebruikt dit excuus om grootschalige mijnbouwprojecten in te plannen”, … . Hij benadrukte steeds de economische realiteit, iets wat volgens hem primeert op onze ernstige bezorgdheden voor gezondheid en milieu. Het viel echter op dat dit een spookdorp is. Alle inwoners zijn economische migranten die hopen dat ene duur stukje grond te vinden. Het is een kleine gemeenschap in een bijzonder vruchtbare streek, die hun ogen sluiten voor alle mogelijke alternatieven en zich liever vasthouden aan een klein sprankeltje hoop.

Transnationale mijnbouwconflicten

De nabijheid van de Peruaanse grens viel op. Dergelijke mijnbouwdorpjes hebben ongetwijfeld een negatieve invloed op Peruaans grondgebied. En het zal hier niet bij blijven. Waar er in 2005 amper concessies in grensgebieden waren te bespeuren, het is immers verboden op minder dan 40 km van de grens een project te implementeren, is dit in 2012 niet langer het geval. De gehele grensstreek ligt bezaaid met concessies. De noodzaak aan een binationaal beleidsplan omtrent deze problematiek is overduidelijk, maar ook een samenwerking tussen verzetsorganisaties in Zuid-Ecuador en Noord-Peru is noodzakelijk. Deze samenwerking staat nog in zijn kinderschoenen, dit maakte het forum in Zamora ons duidelijk. Dit forum kan echter een begin betekenen. Net zoals het internationale seminarie dat we organiseerden in Cajamarca. We kozen ervoor om voor de eerste maal een Ecuadoriaanse delegatie uit Zuid-Ecuador uit te nodigen. En wel juist om deze reden, om deze jonge Zuid-Zuid samenwerking te stimuleren. José Arcentales, deelnemer van SIED III en woonachtig in El Pangui, vatte het tijdens het binationaal forum in Zamora goed samen: “wat ik zag in Cajamarca, mogen we hier niet laten gebeuren.”


Auteur: David Verstockt

De Standaard: De keerzijde van de gouden medaille

BRUSSEL – Het moeten de groenste Olympische Spelen ooit worden. Maar critici klagen de sponsordeals aan met milieuzondaars als Dow Chemical, BPen Rio Tinto. ‘Er hangt bloed aan de medailles.’

Londen haalde de Olympische Spelen binnen dankzij de belofte om de groenste olympiade ooit te organiseren. De website van Londen 2012 pakt er groot mee uit. Dit worden de eerste ‘echt duurzame’ Spelen met een streng gereguleerde CO{-2}-uitstoot en volledig recycleerbare afvalverwerking. De kers op de taart is een nagelnieuw olympisch park, ‘het grootste nieuwe stadspark in Europa in 150 jaar.’

Lees het volledige artikel op de site van De Standaard hier

Stel jezelf de stoute vraag: “Waar komt mijn goud vandaan?”

Kan je de afkomst van goud traceren? Is de goudketen transparant? Kan ik weten uit welke mijn en welk werelddeel het goud van mijn armband precies vandaan komt? Bestaat er een meer sociaal en ecologisch alternatief bij bedrijven? GOUD:EERLIJK? Ging op zoek naar een antwoord op deze vragen bij meer dan 20 Britse en Amerikaanse juweliers, campagnevoerders en industrie.

Van gouderts tot sieraad van de consument

Goud blijft terugkomen als het materiaal bij uitstek in de nochtans trendgevoelige juwelenindustrie. Het is dan ook het eenvoudigst bewerkbare metaal en ideaal voor juwelen. De goudontginningsindustrie is echter één van de meest vervuilende industrieën ter wereld met een enorme impact op de fauna en flora in het Zuiden.

Dit goud legt een zeer lange en complexe weg af voor het bij de eindconsument terecht komt. De oorsprong achterhalen blijkt een hele opgave doordat de complexiteit van de volledige keten de transparantie fnuikt. En dit zowel voor nieuw ontgonnen goud als voor gerecycleerd goud.

De ontgonnen goudertsen ondergaan bij de goudmijn zelf een eerste zuivering. Daarna worden ze naar raffinaderijen gestuurd. Het zijn voornamelijk Aziatische bedrijven die goud zuiveren en in goudstaven gieten. Via de fingerprintingtechniek kan de oorsprong van het goud tot in dit stuk van de keten achterhaald worden. Goud wordt echter van overal toegevoerd naar de raffinaderijen. Hierbij gaat de aandacht enkel naar de hoeveelheid en de leverancier van het goud, niet naar de herkomst. Later wordt al dit goud, zowel nieuw ontgonnen als gerecycleerd, samengesmolten tot goudstaven, waardoor tracering via fingerprinting onmogelijk wordt. The London Bullion Market Association, die instaat voor de kwaliteit van het geleverde goud door de raffinaderijen, zou hier ook zijn steentje aan kunnen bijdragen. Momenteel zijn er bijvoorbeeld nog geen strenge ethische standaarden verbonden aan het lidmaatschap van deze koepelorganisatie.

Naast raffinaderijen zijn ook investeringsbanken een belangrijke blinde vlek in de goudketen. Investeringsbanken kopen en verkopen goud, en noteren, net als de raffinaderijen, enkel de kwaliteit en de leveranciers, niet de herkomst.

Recyclage als alternatief?

In het onderzoek werd ook gekeken om recyclage van goud als alternatief naar voor te schuiven voor nieuw ontgonnen goud. Uit het onderzoek blijkt dat tot 1998 125 000 ton goud ontgonnen is, 15% hiervan zou verloren gegaan zijn. De resterende 106 000 ton is verdeeld over banken (34000 ton) en particulieren (72 000 ton). Door zijn schaars, kostbaar en gegeerd karakter haalt men sinds jaar en dag al een hoge recyclagegraad. Het goud dat beschikbaar is voor recyclage wordt met een efficiëntie van ongeveer 96% gerecycleerd, het optimaliseren van dit proces zou dus maar een klein effect hebben. Dit samen met het feit dat recyclage niets verandert aan de huidige ontginningsomstandigheden, zorgt er voor dat dit geen totaaloplossing voor de goudmijnbouwproblematiek in het Zuiden.

Momenteel wordt goud uit recyclage in raffinaderijen hersmolten samen met nieuw ontgonnen goud. Wil men 100% de garantie dat het aangekochte goud volledig uit oud goud bestaat, dan moet er een onafhankelijk recyclagetraject bestaan waarbij geen vermenging met nieuw ontgonnen goud plaatsvindt. Chaos Jewellery maakt zich sterk enkel met gerecycleerd goud te werken, hier is echter geen externe controle op.

Certificering als oplossing?

Een certificeringsprogramma en een duidelijk traceerbaarheidssysteem voor goud is noodzakelijk om duurzaamheid te garanderen. Hiervoor is de opzet van een betrouwbare Chain of Custody (CoC) en certificatie, gekoppeld aan externe onafhankelijke audits, nodig. Eens je een geloofwaardig certificaat hebt opgebouwd, heb je de mogelijkheid om een volledige markt te beïnvloeden. Dit bewijst bijvoorbeeld De Fairtrade-organisatie Max Havelaar, die vandaag zo’n 1,5 miljoen families positief beïnvloedt met zijn label.

Wanneer je vandaag opzoek gaat naar gecertificeerd goud, stuit je slechts op enkele organisaties. Zo vind je het Fairtrade/Fairmined goud van ARM/FLO in Groot Brittannië en Solidaridad in Nederland die zich bezighouden met het certificeren van kleinschalige, artisanale goudontginners. Het is niet verwonderlijk dat deze organisaties zich focussen op kleinschalige mijnbouw, mits deze 90% van de werknemers in de goudontginningssector tewerkstelt, en het Fairtrade label zich in de eerste plaats focust op de arbeidsomstandigheden en de gevolgen voor de mens. Het overgrote merendeel van al de goudontginning gebeurt echter door grootschalige mijnbouw. Daarom is het dus van belang dat er ook hiervoor certificeringssystemen worden ontwikkeld. Vanuit de conventionele sector, trachten de derde partij certificatiesystemen van IRMA en RJC hier een antwoord op te bieden via hun CoC. Binnen de industrie wordt hier veel belang aan gehecht.

Onder andere vanuit de “No Dirty Gold” – campaign van Earthworks kunnen ze echter op heel wat kritiek rekenen. Deze stellen zich ernstige vragen bij de objectiviteit, eerlijkheid en transparantie van het systeem. De audits worden ingehuurd door een bedrijf, we kunnen hier dus moeilijk van een onafhankelijke partij spreken. Deze opmerking werd ook gemaakt door Brilliant Earth, de grootste aanbieder in conflictvrije diamanten. Ook zou RJC bij het opmaken van zijn certificatievoorwaarden, te weinig rekening gehouden hebben met de inspraak van de gemeenschappen in de omgeving van de mijnen, alsook met de emigratie van de lokale bevolking en de impact hiervan.

Greg Valerio van CRED JEWELLERY, stelt “ Een vrijwillig CoC-aanbieden is niet genoeg vragen van je leden. Eigenlijk vraagt RJC enkel nakoming van de wetgeving van zijn leden.”

Grote bedrijven zijn lastige klanten

Grotere bedrijven blijken moeilijker bereikbaar en minder toegankelijk te zijn voor dit initiatief.

De informatie die fabrikanten, retailers en ontwerpers op hun website aanbieden is beperkt en als er al informatie terug te vinden is, is die vaak zeer vaag. Ook jaarrapporten blijken schaars bedeeld met informatie over milieuvriendelijk of sociaal verantwoord goud.

Milieurapporten en Global Reporting Initaitive- rapporten, de wereldwijde standaard op het vlak van duurzaamheidsrapportage, zijn amper terug te vinden. Aan een mail vragende naar de mogelijkheid van een meer sociaal en verantwoord alternatief en de afkomst van het gebruikte goud en tegen welke omstandigheden het ontgonnen werd, werd vaak geen gevolg gegeven. Volgens F. Hinds, één van Groot-Brittanië meest genomineerde juweliers, blijft de instroom van alternatieve juwelenontwerpen naar de groothandel beperkt omdat alternatieve materialen vaak niet voldoen aan de leveringsvoorwaarden van de groothandels.

Men kan zich dus de vraag stellen of de juwelenindustrie niet enkel meegaat in grote publieke campagnes om niet constant verantwoording te moeten afleggen en zo vanuit de schijnwerpers te kunnen blijven opereren.

Groeiende interesse en gevoeligheid

Uit het onderzoek blijkt dat de stromingen van toonaangevende ontwerpers zeer gevoelig zijn voor trends, visies, andere kunstdisciplines of de tijdsgeest. Ook laten bedrijven weten geïnteresseerd te zijn in een meer sociale en ecologische manier van goudontginning en een transparantere manier van ondernemen daar hun publieksimago op het spel staat.

Het Fairtrade/Fairmined goud van ARM/FLO wordt reeds als zeer positief onthaald en biedt, volgens de ondervraagde juweliers en bedrijven, een waardig alternatief voor de consument. Dit initiatief uit de niet-conventionele sector zet extra druk op koepelorganisaties zoals RJC om duurzaamheid op de agenda te plaatsen.

Om de inlevering van oude juwelen door consumenten te vergroten zijn er heel wat maatregelen nodig. Sensibilisatie vanuit de industrie, de overheid en NGO’s is essentieel. Nieuwe trends en initiatieven zoals “green wedding” en het ruilen van oude juwelen tegen nieuwe kunnen de populariteit van gerecycleerd goud in juwelen ook verhogen. Uit dit onderzoek blijkt ook dat zolang de vraag van de markt naar 100% gerecycleerd goud niet substantieel stijgt, er niet veel zal bewegen vanuit de industrie.

Een perfect werkend certificatiesysteem uitbouwen vraagt, zeker in de complexe keten van de goudindustrie, tijd. Overheid, stakeholders, bedrijven, retailers, lokale bevolking…en consumenten moeten samenwerken wil men succes behalen. De NGO wereld kijkt met argusogen toe wat de industriële reuzen doen, en zal op tijd en stond zijn mening duidelijk maken. Het blijft afwachten hoe, en of, deze evolutie zich zal voorzetten. In België kijken we alvast uit naar het eerste gecertificeerde goud op de markt.

Auteurs:  D.Jacobus, C. Christiaens, J. Janssens en S. Berlo

CATAPA in Peru: het Congaproject

Het milieu-effectenrapport over de gevolgen van het Congaproject werd op 27 oktober 2010 door het ministerie van Energie en Mijnen goedgekeurd. Minera Yanacocha, eigenaar van het project, is een multinationale onderneming. Het investeringskapitaal is afkomstig van het Noord-Amerikaanse Newmont Mining Corporation (51,35 %), van het Peruaanse Compañía de Minas Buenaventura (43,65 %) en van de International Finance Corporation (5%).

Het Congaproject is gepland in de regio Cajamarca, in de Noordelijke Andes van Peru, tussen 3.700 en 4.262 meter hoog. De projectinfrastructuur zou zo’n 2.000 hectare in beslag nemen. Het gebied wordt door de Peruaanse wet omschreven als ‘fragiel ecosysteem’ en is gespreid over twee provincies; de provincie Celendín en Cajamarca, gelegen in de regio Cajamarca. Goud en koper zijn de te ontginnen ertsen, een open-pit mijn staat gepland. De levensduur van deze mijn wordt geschat op 19 jaar, het zou het bedrijf ongeveer 11,6 miljoen ounces goud (328.854,46 kilo) en 3 miljard pounds koper (1.360.777.110 kilo) opleveren. Conga is bovendien het eerste project van een groter mijnbouwdistrict.

Het project kent veel lokale tegenstand, gevreesd wordt dat het project de watervoorziening van de regio in gedrang zal brengen, zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak. De ontginning van dit gebied heeft immers de verdwijning van vier bergmeren tot gevolg; de meren Perol, Mala, Azul en Chica. Het mijnbedrijf zal dit verlies trachten te compenseren door de bouw van vier waterreservoirs, en hoopt op die manier de watervoorziening van deze voornamelijk agrarische streek te verzekeren. Dit wordt door de oppositie in vraag gesteld, een complex hydrologisch systeem kan volgens hen niet vervangen worden door enkele kunstmatige reservoirs, die op de lange termijn kosten met zich mee zullen brengen. De bergmeren staan immers via boven- en ondergrondse rivieren in contact met elkaar, en zijn essentieel voor de watervoorziening via diverse rivieren en zijrivieren. Men vreest daarenboven dat de komst van het project de habitat van verschillende specifieke planten en dieren zal bedreigen.

De vrees van de lokale bevolking voor de impact van Conga op de regio wordt door de centrale overheid als ongegrond bestempeld. Die beroept zich op het milieueffectenrapport, dat ook als basis diende voor het verlenen van de concessie. Dit rapport wordt echter zowel lokaal als internationaal aangeklaagd omwille van verschillende redenen; de impactstudie werd uitgevoerd in opdracht van Yanacocha zelf, het gebrek aan technische gegevens over het hydrologisch systeem, het rapport focust op korte termijn gevolgen en vergeet de impact op lange termijn, … . Robert Moran, een Amerikaanse hydroloog die onderzoek deed naar het project, concludeert; “Such a technically-inadequate EIA would not be acceptable for permit approval in highly-developed countries.”
Verschillende organisaties, rondas campesinas, frentes de defensa, NGO’s, … hebben zich uitgesproken tegen het project en eisen dat het wordt afgelast. De unilaterale beslissing van de overheid om de concessie te verlenen, wordt door de oppositie gehekeld. Het conflict tussen de lokale bevolking en de centrale overheid is sterk gepolariseerd, het sociaal verzet wordt bovendien gecriminaliseerd. De regio Cajamarca heeft reeds meer dan een decennium te lijden onder de activiteiten van de Yanacochamijn. Ook hier waren de Wereldbank (IFC), de Newmont Mining Corporation en Minas Buenaventura bij betrokken. Het sociaal protest heeft in die zin een lange traditie.

CATAPA & Conga

Conga legt verschillende gebreken van het Peruaanse mijnbouw- en milieubeleid bloot. Daarom is dit een emblematische case; niet alleen op lokale schaal, maar ook nationaal vlak. De evolutie van dit conflict, of het project al dan niet doorgang zal vinden, kan de toekomstige mijnbouwpolitiek van de overheid bepalen. Bijgevolg is het lot van de cajamarquinos inzake Conga, het lot van alle Peruaanse bevolkingsgroepen die zich nabij interessante ertsen bevinden.

CATAPA ondersteunt het lokale verzet tegen Conga. In samenwerking met Grufides, een lokale NGO gehuisvest in de stad Cajamarca, en het PIC, een koepelorganisatie van verzetsorganisaties in de provincie Celendín, ondersteunen we verzetsorganisaties in hun eis om het Conga project af te gelasten. Daarenboven eist de lokale bevolking de installatie van een bindend referendum dat hen moet toelaten mee te beslissen over de verlening van toekomstige concessies. Zowel de regionale overheid als de bewoners van de regio komen ook op voor het recht om te beslissen over hun regionale ontwikkelingsmodel. Duurzame landbouw en de ontwikkeling van ecotoerisme zijn hierin belangrijke pijlers. Deze eisen waren onder meer te horen in de nationale mars voor het water in februari 2012, waar we in samenwerking met Docu Peru een korte documentaire over maakten. Alsook onderhouden we met CATAPA een Engelstalige site over het Conga project, om zo de niet-Spaanstalige wereld te informeren.