Hoe hard blinkt het Olympisch Goud?

Over minder dan 80 dagen beginnen de Olympische Spelen in Londen. De organisatie klopt zichzelf op de borst omwille van de vele inspanningen op het vlak van duurzaamheid. Ons leek het interessant om eens na te gaan waar het goud van de felbegeerde gouden medailles vandaan komt.

Het organisatiecomité heeft altijd al de nadruk gelegd op de duurzaamheid van Londen 2012. Hoe zit dit in de praktijk?

Het London 2012 Organising Committee communiceert het op de volgende manier:

“For London 2012, ‘sustainability’ is far more than being ‘green’. It’s ingrained into our thinking – from the way we plan, build and work, buy, to the way we play, socialise and travel; ultimately everything that we do.”

Als de sponsors van de Olympische Spelen -zoals Rio Tinto, BP, Down Chemical- bekeken worden, valt op dat zij vaak een sociaal-ecologisch rampzalige geschiedenis hebben. Het is dan ook niet zomaar dat zij zichzelf op een globaal evenement in de kijker willen zetten. Vanuit BP viel al verassend te horen dat dit soort sponsoring een manier is om een sociale licentie voor hun bedrijfsvoering te bewerkstelligen.

Van de atleten die de afgelopen 4 jaar naar de Spelen hebben toegewerkt, zullen er slechts enkelen op de hoogte zijn van de keerzijde van de begeerde gouden medailles. De zes gram goud per medaille wordt geleverd door één van de vele sponsors van de Olympische spelen: Rio Tinto. Rio Tinto is een van de grootste mijnbouwbedrijven ter wereld, ze zijn actief in meer dan 50 landen en staan op nummer 58 in Forbes’ “Global 2000 leading companies” lijst.

De metaalertsen gebruikt voor de medailles komen uit twee mijnen: de Kennecott Utah kopermijn en het gloednieuwe Oyu Tolgoi goudmijnbouwproject in Mongolië. In het kader van onze goudcampagne richten wij ons nu vooral op het goud en dus op deze laatstgenoemde mijn.

De Mongoolse overheid heeft 34% van deze mijn in handen en Ivanhoe Mines Mongolia Inc, een joint venture tussen Ivanhoe Mines (Canadees) en Rio Tinto (Brits-Australisch), de overige 66%. Het project zou volgens Rio Tinto het bruto binnenlands product van Mongolië tegen 2020 met 1/3de verhogen.

De mijn opereert echter nog lang niet aan de volledige capaciteit. De officiële opstart zal pas dit jaar plaatsvinden en tegen 2018 zal de mijn zijn maximale productie halen.
Het Olympisch goud is dus waarschijnlijk bij het allereerste goud dat in Oyu Tolgoi ontgonnen is.

Dit grootschalig project krijgt nu echter al heel wat kritiek onder meer in “Spirited away – Mongolia’s mining boom and the people that development left behind”. Dit rapport van de NGO CEE Bankwatch belicht de rol van de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling (EBRD).

Belangrijke punten van kritiek uit dit rapport zijn:

  • De lokale overheden hebben de middelen niet om de Oyu Tolgoi-mijn op te volgen zoals zou moeten. Alles wordt dan ook rechtstreeks om de lokale overheden heen geregeld met de centrale overheid in de hoofdstad Ulaanbaatar.
  • De hervestigingsprogramma’s voor de getroffen herdersgezinnen (11 in 2004) zijn ontoereikend:
    • De nieuwe waterputten (met elektrische pompen) zijn in minstens 2 gevallen snel kapot gegaan, het mijnbouwbedrijf stond niet in voor de herstelling. Eén gezin heeft de herstelling op haar eigen kosten gedaan, de andere elektrische pomp is niet hersteld.
    • De nieuwe woningen zijn van mindere kwaliteit dan de oorspronkelijke.
    • De weilanden zijn kleiner dan de oorspronkelijke weilanden, waardoor overbegrazing een probleem wordt en het vee bedreigd wordt.
    • Bij elk hervestigingsprogramma hoorde ook een job voor één persoon uit het hervestigde gezin en een studiebeurs voor een tweede gezinslid. Bij deze compensatiemaatregelen zijn er ook heel wat problemen opgedoken (onvolledige vergoeding van het schoolgeld, slechtere arbeidsomstandigheden en job na zwangerschapsverlof,…)
      • De eerste milieuproblemen beginnen zich ook al te manifesteren in deze vroege fase van het project:
        • Landschapschade
        • Stofvorming
        • Sterke daling van de grondwaterspiegel
        • De lokale gemeenschap heeft op dit moment te beperkte medische faciliteiten om de potentiële gezondheidsproblemen (door bijvoorbeeld stofvorming) goed te behandelen of zelfs maar de correcte diagnose te stellen.

De destructieve historie van mijnbouwmultinational Rio Tinto en haar huidige rol in Mongolië en bij de Olympische Spelen, zorgde voor sterke reacties vanuit het Britse middenveld. Vorige maand lanceerden de United Steelworkers al een campagne om duidelijk te maken dat de werkwijze van Rio Tinto niet overeenkomt met de Olympische idealen. Een campagne gesteund bij de internationale vakbonden Wokers Uniting, Unite the Union en het Londen Mining Network.

Het Londen Mining Network voert al jaren campagnes tegen Rio Tinto en is een netwerk van voornamelijk Britse NGO’s. Zij richten zich op mijnbouwmultinationals die geregistreerd staan op de London stock Exchange. CATAPA dat als Belgisch lid van het London Mining Network opereert, voerde in samenwerking met de Britse partners acties tegen Montericco metals, die in 2009 een rechtzaak tegen zich zag wegens de wantoestanden in Peru.

De Olympische Spelen wordt gedreven door een geldmachine ondersteund door corporate sponsors, bij de selectie hiervan wordt meer rekening gehouden met geld dan met normen en waarden.

Meredith Alexander, commisioner van de Londen 2012 sustainability watchdog, stelt dat Rio Tinto veraf staat van de moderne Olympische waarden vrede en internationale solidariteit.

De enige reden waarom multinationals zoals Rio Tinto zich verbinden aan de Olympische Spelen is om de publieke opinie weg te trekken bij destructieve praktijken. In plaats van uitgeputte mijnsites te saneren en milieu- en gezondheidsonderzoeken in de gemeenschappen waar zij hun mijnbouwprojecten manifesteren uit te voeren, investeren zij als sponsor grote bedragen om hun eigen imago te reguleren.

Dit is precies hetgeen dat het London Mining Network wil aankaarten met de Greenwash Gold reclame. De term ‘greenwashing’ knipoogt naar het illegaal witwassen van geld, maar doelt op het onterecht nastreven van een groen imago door bedrijven. Binnen dit kader voeren het UK Tar Sands Network, en Bhopal Medical Appeal tegelijkertijd campagne tegen BP en Dow Chemicals . Zij zijn allen in de race voor een ludieke gouden, zilveren en bronzen Greenwash medaille. Bezoekers kunnen op greenwashgold.org hun stem uitbrengen.

Met deze externe druk wil het Britse middenveld de problematiek benadrukken om het IOC te dwingen haar selectieprocedure voor sponsoren te veranderen.

Nyrstar verwerft polymetaalmijnen Contonga en Pucarrajo in Peru

Nyrstar NV maakte vandaag bekend dat het de polymetaalmijnen Contonga en Pucarrajo in Peru heeft verworven voor ongeveer US$23 miljoen, in lijn met de strategie van de Vennootschap om selectief opportuniteiten in de mijnsector na te streven.

De mijnen van Contonga en Pucarrajo omvatten ongeveer 4.900 hectare mijnconcessies, op 500 kilometer ten noorden van Lima in de Ancash-regio, die gekend is om zijn significante voorraden zink, lood, zilver, goud en koper. De Contonga-mijn bevindt zich naast de internationaal gerenommeerde Antamina-mijn, één van de grootste koper- en zinkmijnen ter wereld.

De Contonga-mijn is een ondergrondse zink-lood-koper-zilvermijn met meer dan 100 jaar activiteit en verwerkt momenteel ongeveer 660 ton erts per dag. De Pucarrajo-mijn is een ondergrondse zink-lood-zilvermijn die al meer dan 30 jaar actief is en een capaciteit heeft van ongeveer 1.100 ton erts per dag. De Pucarrajo-mijn ligt stil sinds juni 2009 door cashproblemen als gevolg van de financiële crisis.

Nyrstar wil beide activiteiten opdrijven naar een gecombineerde capaciteit van meer dan 2.000 ton erts per dag tegen het einde van 2012. Dat leidt tot een jaarlijkse productie van ongeveer 40.000 ton zink in concentraat, 4.000 ton lood in concentraat, 1.000 ton koper in concentraat en 1,5 miljoen troy ounce zilver. De opgedreven activiteiten zullen naar verwachting werken met C1 cashkosten[1] van minder dan US$1000 per ton betaalbaar zink dankzij de significante opbrengsten uit nevenproducten.

Op basis van de ervaringen en aanwezigheid van Nyrstar in Peru zullen de Contonga- en Pucarrajo-mijnen samen met de Coricancha-mijn door één ervaren managementteam geleid worden. Ze zullen daarbij gebruik maken van de gedeelde diensten van het Nyrstar-kantoor in Lima.

Net zoals in de Coricancha-mijn van Nyrstar werd de ontginning van de Contonga- en Pucarrajo-mijnen door de vorige eigenaars beperkt. Dienovereenkomstig wil Nyrstar dan ook een modern ontginningsprogramma uitvoeren dat naar verwachting de voorraden en bronnen van mineralen sterk zal doen stijgen.

In zijn commentaar op de overname verklaarde Roland Junck, Chief Executive Officer van Nyrstar, het volgende:

“De overname van de Contonga- en Pucarrajo-mijnen stelt ons in staat om onze vertikale integratie in metalen – waarbij we bestaande expertise en bewezen capaciteit hebben opgebouwd – verder te zetten. Daarnaast benutten we de operationele voordelen van het clustermanagement.

De Contonga- en Pucarrajo-mijnen zijn erg competitief wat de kostencurve betreft door sterke opbrengsten uit nevenproducten en zullen onze capaciteit voor de productie van zinkmetaal op basis van eigen concentraten opvoeren naar ongeveer 25% tegen 2012. We blijven de mogelijkheden om onze strategie te realiseren verder actief verkennen.”

Als onderdeel van de overname neemt Nyrstar ook een operationele schuld van ongeveer US$16 miljoen op zich. Een gedeelte van de aankoopprijs (US$5 miljoen) zal als borg gedurende 12 maanden op een rekening worden geblokkeerd als onderpand voor de verplichtingen van de verkoper wat betreft de gebruikelijke verklaringen en garanties met betrekking tot de overname.

Middelen en reserves

Hieronder volgt een overzicht van de recentste gegevens over reserves en middelen van de Contonga- en Pucarrajo-mijnen.

Contonga reserves en middelen 2009
Klasse Ton (kt) Zn (%) Pb (%) Cu (%) Ag (oz/t)
Bewezen reserves 1.494 4,67 1,71 0,47 2,93
Waarschijnlijke reserves 405 4,55 1,34 0,66 2,91
Totale reserves 1.899 4,64 1,63 0,51 2,93
Gemeten middelen 1.639 5,15 1,78 0,58 3,01
Aangegeven middelen 430 4,94 1,47 0,72 3,12
Geïnfereerde middelen 1.020 4,79 0,99 0,89 2,32
Totale middelen 3.089 5,00 1,47 0,70 2,80

 

Pucarrajo reserves en middelen 2009
Klasse Ton (kt) Zn (%) Pb (%) Cu (%) Ag (oz/t)
Bewezen reserves 182 8,22 0,83 2,32
Waarschijnlijke reserves 158 8,23 0,79 2,24
Totale reserves 340 8,23 0,81 2,29
Gemeten middelen 199 7,98 0,77 2,16
Aangegeven middelen 1.116 7,45 0,57 1,69
Geïnfereerde middelen 715 7,51 0,76 2,00
Totale middelen 2.030 7,52 0,66 1,85

[1] C1 cashkosten zijn de netto directe cashkosten afkomstig uit de mijnactiviteit tot geraffineerd metaal (met inbegrip van bedrijfskosten, verwerkingslonen, vrachtkosten voor concentraat) verminderd met de opbrengsten van nevenproducten.

Auteur: Nik Meeusen

Volksinitiatief in Cerrito wil mijnbouw in páramo verbieden

Vorige week vrijdag, 9 april, werden in Cerrito (García Rovira) de 1051 stemmen, verzameld ter ondersteuning van het volksinitiatief ter bescherming van de páramo El Amorzadero, officieel overhandigd aan de bevoegde administratie.

Cerrito, een landelijke gemeente op zo’n 8 uur rijden ten noorden van Bogota, is al 20 jaar lang het centrum van een strijd tussen de lokale bevolking en mijnbouwbedrijven die de páramo El Almorzadero willen ontginnen voor de daar aanwezige steenkool.

In de jaren negentig wezen de bewoners het toenmalig bedrijf Carboriente reeds de deur, maar recentelijk gaf de regering opnieuw concessies aan een nieuw bedrijf: ‘Continental de Carbonos’. Dat kwam als een kaakslag aan bij de lokale bevolking, maar men bleef niet bij de pakken zitten: na een eerste succesvol regionaal forum, werd een volgend gepland in de naburige gemeenten om zo een duidelijke ‘neen’ te laten horen tegen dergelijk projecten. Ook dit wettelijk voorstel dient als antwoord op de nieuwe bedreigingen van ontginning.

Het voorstel, dat uitgaat van een aantal bezorgde bewoners, maakt gebruik van een artikel in de Colombiaanse grondwet dat toelaat een gemeentelijk wetsvoorstel te doen, wanneer een voldoende aantal stemmen wordt opgehaald bij de bewoners, overeenkomend met minimum 5% van de stemgerechtigden.

Indien er genoeg geldige handtekeningen verzamel werden – wat hoogst waarschijnlijk is aangezien Cerrito amper iets meer dan 4000 bewoners telt – zal het voorstel ter debat op de gemeenteraad komen, en zullen men erover moeten stemmen of het al of niet wet wordt op het volledige gemeentelijke grondgebied.

Als het zover komt is de kans groot dat het voorstel aangenomen wordt, aangezien onder de 1051 handtekening die verzameld werden, ook die mogen geteld worden van een 9-tal gemeenteraadsleden, en het zou maar vreemd zijn indien die nu plots van mening zouden veranderen.

 

Auteur: gsteenss

Dialoog over Rio Blanco Copper S.A. hervat in San Ignacio

Op 2 maart werd de draad van de gesprekken tussen de Presidencia del Consejo de Ministros (PCM) en de Frente por el desarrollo Sostenible de la Frontera Norte del Perú (FDSFNP) weer opgenomen. De gesprekken werden stop gezet in december 2007 omdat de afgevaardigden van de regering de bezorgdheden die FDSFNP uitte over de schendingen van mensenrechten en de sociale en milieu impact van het mijnbedrijf Río Blanco Copper S.A. (ex minera Majaz) negeerde.

In een eerste gesprek, op 2 maart 2009, engageerde het kabinet zich ertoe afgevaardigden te sturen naar de betrokken provincies – San Ignacio, Huancabamba en Ayabaca – om de situatie in kaart te brengen. Deze belofte werd nageleefd op 17 maart 2009 toen het PCM een bezoek bracht aan de stad San Ignacio. Het bezoek was historisch omdat voor de eerste maal zulke hoge nationale afgevaardigden de stad bezochten.

De problematiek omtrent het mijnbedrijf Rio Blanco werd dan ook uitgebreid en vurig voorgesteld. Nogmaals werd gesteld dat het bedrijf illegaal aanwezig is en werden de schendingen van de mensenrechten aangeklaagd. Daarnaast was er veel aandacht voor de ecologische impact die de exploitatie in dit fragiele gebied zou veroorzaken. Naast de vervuiling van het water, de vermindering van de water toevoer en de gezondheidsimpact voor de bevolking dreigen de boeren hun bio certificaten te verliezen. Deze certificaten zorgen voor een finciële surplus en maken dat San Ignacio competitief is op de nacionale en internacionale markt. Wanneer deze certificaten wegvallen zal dit een enorme weerslag hebben op de plaatselijke economie.

De duidelijke NEE van de provincie San Ignacio tegen de mijnbouw in de regio is geen ondoordachte NEE. Het is gebaseerd op een duidelijke alternatieve visie die voortkomt uit een ontwikkelingsplan met nadruk op de verdere verbetering van de biologische landbouw. Verschillende afgevaardigden van biologische koffie, granadilla´s, ananas, suikerriet, honing, bananen en cacao projecten stelden hun werk voor.
San Ignacio is reeds de belangrijkste exporteur van bio koffie in Cajamarca. Ondanks de slechte infrastructuur, de beperkte hulp van de overheid en het tekort aan basisvoorzieningen (gemiddeld slechts 1u ‘drinkbaar’ water per dag, geen hospitaal, tekort aan leerkrachten in de rurale guide etc.) is men er in deze uithoek van Peru in geslaagd succesvolle biolandbouw te cultiveren. Naast de duidelijk NEEN tegen de mijnbouw werd er dan ook een oproep gedaan aan de eerste minister voor de verbetering van de infrastructuur (in eerste instantie de weg die de provincie linkt met de rest van het land en die dus essentieel is voor de export van de gewassen), om zo de competiviteit van deze provincie te verhogen.
Het PCM zei nota te hebben genomen van de bezorgdheden en ze over te brengen naar de eerste minister. Zonder in te gaan op de mijnbouwproblematiek, de reden voor het bezoek, werden er vage beloftes gedaan voor nationale bijstand.

Nicanor Alvarado, afgevaardigde van de FDSFNP zei niet veel hoop te koesteren voor concrete resultaten van de bijeenkomst. Toch bestempelde hij dat de vergadering als historic omdat het een officiël erkenning is van de FDSFNP en ook omdat het de problematiek van Rio Blanco (ex. Majaz) op de nationale agenda heeft gezet.
Na het consulteren van de provincies Ayabaca en Huancabamba (dit zal gebeuren eind Maart en begin April) zal de eerste minister een voorstel formuleren voor een verdere dialoog.

Waterverbruik Inti Raymi

CEPA, het Centrum voor Andesvolkeren en Ecologie, reageert in een nieuwsbericht fel tegen het bedrijf Inti Raymi, grotendeels in handen van het Amerikaanse Newmont Mining. De informatie over het gebruik van oppervlakte- en drinkwater in de stedelijke regio voor hun zilver- en goudwinning spreekt elkaar tegen en is niet transparant.

Zoet water is schaars in de hoogvlakte, droogte brengt verzilting mee en degradatie van de landbouwgronden. In het milieu effecten rapport stelt het bedrijf dat ze per maand 72 miljoen liter water verbruikt. De milieuverantwoordelijke anderzijds spreekt over ‘slechts’ 1 miljoen liter…

CATAPA heeft de vorige jaren ook het milieu effecten rapport bestudeerd. Ook wij stootten op veel vragen, wetenschappelijke incorrectheden en tegenspraken. Inmiddels hebben we als CATAPA al drie thesistudenten van de UGent en de KUL naar de streek gestuurd voor objectief wetenschappelijk onderzoek. De resultaten volgen hopelijk in mei…