Publieke mededeling van het Comité voor Volksraadpleging

Op 4 november keurde de Administratieve Rechtbank van Tolima de volksraadpleging van Cajamarca goed. Deze beslissing werd schriftelijk meegedeeld aan het Comité voor de Volksraadpleging, de Dienst Bevolking (Registraduría), de Gemeenteraad en het Stadhuis van Cajamarca op 8 november. De lokale mandataris had 8 werkdagen de tijd om de datum van de raadpleging administratief vast te leggen. De burgemeester wachtte echter tot deze termijn helemaal verstreek om op de laatste dag (21 november) de datum van de volksraadpleging op onverantwoorde wijze vast te leggen voor zondag 27 november.
 ©Bart Carlier

©Bart Carlier

Dit zou betekenen dat het electoraal bureau van Colombia op 6 dagen tijd alles zou moeten organiseren. De Werkgroep voor de Volksraadpleging van de burgers van Cajamarca klaagt dit onder andere aan in hun tweede publieke mededeling. Volgens hen is het essentieel dat alle inwoners van de gemeente zich informeren over de omvang en de verantwoordelijkheid dat hun participatie in het referendum impliceert. Deze beslissing veroorzaakte dan ook frustratie binnen de gemeenschap en bij de publieke opinie door het proberen schenden van het fundamentele recht op participatie.

Vervolgens riep de burgemeester op om op 25 november, in overleg met de Werkgroep voor de Volksraadpleging van de burgers van Cajamarca en de Griffier, een nieuwe datum vast te leggen. Ondanks dat de werkgroep een voorstel deed voor 26 februari 2017, dit om het fundamentele recht op participatie van de burger te kunnen waarborgen, is beslist het referendum 22 januari 2017 door te laten gaan.

 ©Bart Carlier

©Bart Carlier

 

PUBLIEKE MEDEDELING VAN HET COMITÉ VOOR VOLKSRAADPLEGING IN CAJAMARCA

29 NOVEMBER 2016

Het comité voor volksraadpleging in Cajamarca wil aan de bevolking mededelen dat het mijnbouwbedrijf Anglogold Ashanti afgelopen 18 november een vordering voorlegde op de Raad van State tegen de administratieve rechtbank van Tolima omdat deze het concept van Constitutionaliteit van de eerste volksraadpleging op burgerinitiatief van het land heeft bekendgemaakt. Anglogold oppert in deze brief dat zij zes mijnbouwconcessie-contracten in hun bezit hebben, waaronder het mijnproject la Colosa, met een oppervlakte van 15.000 hectare en een investering van 367 miljoen.

De Magistraat van de Raad van State van de vijfde sectie, Carlos Enrique Moreno Rubio, heeft afgelopen 23 november een uitspraak uitgevaardigd. Deze beslissing werd genotificeerd aan de regionale administratieve rechtbank van de provincie Tolima, de nationale Registraduría van de Burgerlijke Staat, de gemeenteraad en de burgemeester van Cajamarca op 28 november. De uitspraak geeft een tijdsruimte van drie dagen aan de genotificeerden om deel te nemen in het proces van de vordering en verwerpt de voorlopige maatregelen die werden aangevraagd door het bedrijf Anglogold Ashanti. Het identificatienummer van het proces is 11001-03-15-000-2016.

Het steuncomité wil dan ook de nationale en internationale gemeenschap erop wijzen dat het bedrijf Anglogold Ashanti de democratie en het constitutionele recht van het volk van Cajamarca niet respecteert door te beslissen over de uitvoering van deze vervuilende  mijnbouwprojecten op hun grondgebied. Zo leggen zij, op een onzichtbare manier, een mijbouwdictatuur op, die zowel de wil van het volk als de sociale rechtsstaat verwerpt. Op dit ogenblik verzet zo’n 80% van de bewoners van de gemeente zich tegen het mijbouwproject La Colosa en tegen de aanwezigheid van Anglogold Ashanti in Cajamarca.
 ©Bart Carlier

©Bart Carlier

We herhalen dat volksraadplegingen in het kader van mijnbouw-thema’s volstrekt legaal en grondwettelijk zijn; dit is een adequaat mechanisme die de sociale licentie en het fundamentele recht op deelname aan de democratie vertegenwoordigt.

We doen hierbij een internationale, nationale en regionale oproep tot solidariteit met de sociale, vreedzame, niet gewelddadige en participatieve mobilisatie die de stedelijke en landelijke gemeenschap van Cajamarca op doet komen voor de bescherming van het water, het leven en het grondgebied. We eisen aan de Colombiaanse Staat het colombiaanse rechtskader en de rechten van de gemeenschap, landbouw en de democratie te doen gelden. We zullen nooit accepteren dat men ons een mijnbouwdictatuur opdringt die de gemeenschappen verscheurt en die nieuwe soorten van geweld genereert.

We eisen het onmiddellijke vertrek van het bedrijf Anglogold Ashanti uit de gemeente Cajamarca en verklaren het bedrijf als een schadelijke en ongewenste acteur vanwege haar anti-democratische praktijken en haar ontkenning van de colombiaanse normen. Het mag niet worden vergeten dat dit mijnbouwbedrijf internationaal is aangeklaagd wegens schending van de mensenrechten in gemeenschappen van de Democratische Republiek Congo en in Ghana.

Ongeacht de vertragingen, belemmeringen en sabotage die Anglogold tentoonspreidt en de politieke stromannen en verdediger die het bedrijf inzet, verklaren wij dat we standvastiger zullen zijn dan ooit tevoren, dat onze waardigheid en eerlijkheid niet te koop is. We zullen met al onze krachten het collectieve recht op een gezond milieu verdedigen, alsook de fundamentele rechten op democratische deelname, gezondheid en leven van onze kinderen en families. Cajamarca is Colombia.

ROBINSON ARLEY MEJIA ALONSO
Bos-ingenieur
Mensenrechtenactivist en verdediger van het territorium
COSAJUCA
Colectivo Socio-Ambiental Juvenil de Cajamarca

Update Consulta Popular in Ibagué

Sinds de stemming over het vredesakkoord is geweest gaat de campagne voor de Consulta popular een sneltreinvaart. Het is voor de Ibaguereños duidelijker dat ‘Vota no’ doelt op de Consulta popular minera. Daarnaast willen meer en meer mensen publiciteit op en in hun huizen, auto’s en winkels.

Groeiend protest en steun voor de Consulta popular

Het straatbeeld van Ibagué spreekt zich steeds meer uit tegen de mijnbouw en de Consulta popular is steeds meer aanwezig. De gota’s (posters en flyers van waterdruppels) en muurschilderingen over mijnbouw en zijn op steeds meer plekken te zien. De stapels flyers, posters en stickers vliegen de deur van het campagne-kantoor uit. Het comité gaat van charla naar charla (praatjes/presentaties) op scholen waar ouders bij elkaar komen, vereda’s, wijkbijeenkomsten, colleges op de universiteit en andere plekken waar veel mensen bij elkaar komen. De vergaderingen over de campagne voor de Consulta popular zijn inmiddels verplaats van het campagne-kantoor naar een audiotorium van de universiteit. Dit is ook hard nodig. De zaal heeft stoelen voor 400 mensen maar dat was afgelopen vrijdag niet genoeg. Zo’n 500 mensen kwamen naar de bijeenkomst om hun bijdrage te leveren aan het vermeervoudigen van de informatie over mijnbouwproblematiek en de Consulta popular.

Daarnaast is ook de gemeente actief begonnen om mensen op te roepen om te gaan stemmen op 30 oktober. Dit doet de gemeente door middel van flyers en reclame op billboards en in bushokjes. Deze oproep is enkel een uitnodiging om te gaan stemmen waarbij geen stemadvies wordt gegeven. Daarnaast merken we ook dat tijdens bijeenkomsten al voor dat iemand van Comité Ambiental aan het woord is geweest mensen hun zorgen uiten over de mijnbouwplannen in hun gemeente en een oproep doen om te gaan stemmen op 30 oktober. Dit betekend dat meer en meer mensen de informatie aan het bestrijden is. Waar we natuurlijk uitermate blij mee zijn.

Het straatbeeld, het aantal mensen dat aan geeft mee te willen helpen campagne voeren en op straat en tijdens charla’s; een luid No a la mina! laat denken dat de Consulta popular makkelijk te winnen is. Toch bestaat er nog een groot obstakel; de opkomst. Enkel een grote nee! is niet genoeg. Minimaal 130.000 mensen (33%) zullen hun weg naar de stembus moeten vinden wil de Consulta popular geldig zijn.

De opkomst

Colombia heeft wereldwijd een van de laagste opkomstpercentages en tijdens de Plebiscito over de vrede stemden maar 37% van de stemgerechtigden. Dat terwijl de Plebiscito weken lang de nationale media heeft beheerst en zelfs veel internationale aandacht heeft gekregen. De opkomst in Ibagué was relatief ‘hoog’, namelijk 46,49%. Maar zullen deze mensen minder dan een maand later nog een keer gaan stemmen?

Stemmen kan niet altijd om de hoek.

De campesinos in de vereda’s moeten vaak ver reizen om hun stem uit te kunnen brengen. Maar ook voor mensen waarvan het cedula (persoonsbewijs) aan de andere kant van de stad is geregistreerd is stemmen een behoorlijke klus. We horen vaak dat mensen minimaal een uur onderweg zijn om naar de plek af te reizen waar ze hun stem uit kunnen brengen. Daarnaast horen we vaak dat mensen helemaal geen cedula in Ibagué hebben terwijl ze daar wel wonen. Iemand machtigen bestaat helaas niet tot de mogelijkheid.

Atypische verkiezingen

De Consulta popular is een zogenaamde ‘elecciones atípicas’. Dit zijn verkiezingen die op lokaal niveau plaatsvinden en gaan over bijvoorbeeld het verkiezen van een burgemeester. Dit heeft als gevolg dat maar de helft van het aantal tafels per stempunt zal worden ingezet. De ervaring leert dat de meeste mensen gaan stemmen tussen 2 en 4 uur ‘s middags, met de grootste piek tussen half 4 en 4. De halvering van de tafels kan zorgen voor lange rijen. Om 4 uur sluiten de stemlokalen en helaas ook voor de mensen die op dat moment in de rij staan. Dit kan ervoor zorgen dat mensen die wel hun weg naar de stembus vinden uiteindelijk toch niet kunnen stemmen. Daarom roepen we iedereen ook op om vroeg te gaan stemmen.

Informatie over mijnbouwplannen en Consulta popular

In Colombia bestaat geen stemplicht en een oproepingsbrief of stempas wordt niet thuisgestuurd. Colombianen moeten dus via de media, campagnecomité´s, publiciteit op straat en gesprekken met vrienden en familie te weten komen dat een stemming plaats gaat vinden. Het is daarom belangrijk dat de informatie over de Consulta popular en de mijnbouwplannen verspreid wordt. Ondanks dat de mijnbouwproblematiek en de Consulta popular steeds meer leeft onder de Ibagurenos komt het nog steeds regelmatig voor dat mensen nog niet (helemaal) op de hoogte zijn van de toekomstplannen die Anglogold Ashanti voor de regio in petto heeft. Ook denkt een enkeling dat het gaat om een kleinschalig en verantwoord project dat enkel in naburige gemeente Cajamarca wordt uitgevoerd. Maar deze informatie is tegenstrijdig met de daadwerkelijke plannen van het mijnbouwbedrijf waarbij 53% van het grondgebied van Ibagué geconcessioneerd is voor grootschalige mijnbouw met gebruik van explosieven en chemicalien.

Daarnaast weet nog niet iedereen dat ze het recht hebben om te stemmen over de grootschalige mijnbouw in Ibagué en nog minder weten wanneer dat precies kan. De verandering van de datum (de oorspronkelijke datum was 2 oktober maar moest de Consulta popular moest verplaats worden vanwege de Plebiscito) heeft voor veel verwarring gezorgd. Op de dag van de Plebiscito kregen we ook veel vragen van mensen waar ze konden stemden over de mijnbouw omdat ze dachten dat het op dezelfde dag zou zijn. Gelukkig merken we dat steeds meer mensen op de hoogte zijn van de datum van de Consulta popular.

Comité por la abstención

Naast niet gaan stemmen vanwege de praktische redenen of omdat de informatie hen niet is toegekomen bestaat voor een aantal mensen ook een meer politieke reden om niet te gaan stemmen. Omdat de burgemeester van Ibagué de Consulta popular mogelijk heeft gemaakt zien sommigen het als een politiek platform van diezelfde burgemeester. Het niet eens zijn met het beleid van de burgemeester of zijn manier van werken kan daarom een motief zijn om niet te gaan stemmen.

Naast het Comité por el No, waar Comité Ambiental deel van uitmaakt, heeft ook een Comité por la abstencion zich geregistreerd. Dit comite roept op om niet te gaan stemmen en de baas van Anglogold Ashanti in Tolima maakt hier deel van uit. In plaats van de Consulta popular minera noemen ze het Consulta de Jaramillo (Jaramillo is de burgemeester van Ibagué) Het Comité beweerd dat de Consulta popular illigaal is en dat de vraag die aan de Ibaguereños wordt voorgelegd niet juist geformuleerd is. Dit terwijl de administratieve rechtbank van Tolima zowel de Consulta popular als de daarbij behorende vraag heeft goedgekeurd. Ook benoemd dit comité de kosten van de Consulta popular en laat denken dat dit door de gemeente Ibagué betaald wordt terwijl dit door de centrale overheid betaald moet worden. Naast deze ‘argumenten’ noemen ze nog een aantal economische reden om niet te gaan stemmen die afgezien van dat ze voor een groot deel gebaseerd zijn op onwaarheden niets met mijnbouw te maken hebben.

Op dit moment horen we niet ontzettend veel steun voor het comite por la abstencion en we horen zelfs vaker dat mensen die normaal nooit gaan stemmen nu wel willen gaan stemmen. Mensen zijn steeds meer geinteresseerd in het thema. Daarnaast vind men het fijn dat de campagne geen politieke campagne is in de zin van het niet iets is van een politieke partij of politicus.

Hoeveel mensen hun weg naar de stembus zullen vinden zal af hangen van wat er nog allemaal gaat gebeuren. Welke leugens/ideeen gaat het Comité por la abstención nog verspreiden?

 

Update door Naomi Geleen.

CATAPA op het podium met Manu Chao!

Vrijdagavond, de langverwachte avond waarop CATAPA het podium zal delen met Manu Chao tijdens Manifiesta. Door hevige regenval wordt het concert echter uitgesteld wat we kort voor het concert te weten komen. Teleurgestelde gezichten. Gelukkig krijgen we snel te horen dat we een tweede kans krijgen op zaterdagavond, een golf van blijdschap gaat door ons heen! Zaterdagavond, Manu Chao’s concert zal starten om elf uur. Onze CATAPA delegatie wacht backstage. Zodra ze op het podium staan, gaan ze er helemaal voor.

 Manifiesta

Manifiesta

Charlotte gaat van wal: ‘Goeieavond iedereen, wij zijn CATAPA  en net zoals Manu Chao sluiten we ons aan bij de strijd van lokale boerengemeenschappen in het Globale Zuiden maar ook hier in Europa, die bedreigd worden door de sociale en ecologische impact van grootschalige mijnbouw. In Noord-Griekenland, in Skouries, bijvoorbeeld, moeten kilometers beschermd bos en de bevolking plaats maken voor een reusachtige koper en goudmijn. Hun bos verdwijnt en waterbronnen worden vervuild. Daarom SAVE SKOURIES! ‘Mijnbouw wordt gedreven door een onstilbare honger naar grondstoffen’, gaat Hanne verder. ‘Deze worden gebruikt voor de consumptie van laptops, gsm’s en juwelen in het Noorden maar vaak zijn het gemeenschappen elders die de gevolgen dragen. Hun omgeving wordt compleet vernield’Walter sluit onze oproep af in het Spaans: No puedemos comer el oro, no puedemos beber el oro. Preferimos al agua y la vida. Tiempo de cambiar! Terminemos con la explotación irresponsable de la tierra y sus recursos. Pueblos libres y autodeterminados!’ In koor eindigen Hanne, Walter en Charlotte: No a la mina, Si a la vida! La lucha sigue!’

 Hadrien Bourdon

Hadrien Bourdon

Na het concert overhandigt onze aanwezige delegatie een CATAPA t-shirt aan Manu Chao en wordt er trots met hem geposeerd voor een foto. Manu Chao komt op voor de rechten van lokale gemeenschappen in Latijns-Amerika en Europa wiens leefomgeving vervuild is door mijnbouw. Ook maakt hij deel uit van de No a la Mina-beweging.

 Charlotte Christiaens

Charlotte Christiaens

Zaterdag en zondag had je ook de kans om onze CATAPA-infostand te bezoeken, waar ook spullen van Putumayo, één van onze partnerorganisaties, werden aangeboden. Indien je onze infostand gemist hebt, kan je nog steeds terecht op onze webshop voor artisanaal gemaakte items en niets houd je tegen om CATAPA-lid te worden en mee te helpen aan onze strijd.

Dit weekend was voor CATAPA een onvergetelijke ervaring die we niet snel uit ons geheugen gewist zal worden!

Alleen radicale democratie kan ongebreidelde ontginningsdrift in Colombia stoppen

Vrede in Colombia: een dag als geen ander. Toch valt er in Cajamarca, een dorp in het centrale Andesgebergte, geen euforie te bespeuren. Een gigantisch mijnbouwproject bedreigt het dorp en zijn rijke bodem. De strijd van de dorpelingen tegen het mijnbouwproject zal medebepalend zijn voor de echte vrede in het land. Het relaas van een dag in het teken van de vrede.

Donderdag, late namiddag. De eerste mijnwerkers in oranje plunje springen uit de halfopen wagens die hen terugbrengen na een dag werken in de La Colosa-mijn. Eenmaal voeten aan de grond, verspreiden ze zich over het dorp. Lichtjes zwalpend en steevast met een trofee van hard labeur in de hand: een flesje Coca-Cola. Hun flacon d’elixir. Het is ze verdorie gegund.

Tegen dan heerst er al een gezellige drukte in het dorp. Het leven manifesteert zich hier op straat. Deuren blijven liever open. Huizen lijken zo op zijstraatjes van de boulevards van het dagelijks leven. Je kunt er zo binnenstappen. Doe ik even, denk ik, en voor ik het besef sta ik in de woonkamer van de plaatselijke matrassenboer. Of is het een cybercafé? Wat wel zeker is, een gringo in huis, dat zorgt voor animo. Terug de straat op hoor ik hen nog steeds lachen. Ook hen is het gegund, van harte zelfs. Van toerisme is hier nog geen sprake.

© Bart Carlier – Uitzicht over Cajamarca en zijn groene omgeving

De dorpskern is maar een detail op het schilderij dat Cajamarca heet. Het is maar liefst drie keer zo groot als onze hoofdstad Brussel. De helft van de inwoners leeft in het dorp, de andere helft boert op de bergflanken van de Cordillera Central.

Een man vertelt me dat ze hier de helft van het land voorzien van rijst, mais en arracacha, een groente vergelijkbaar met onze pastinaak. De hele regio is ontzettend vruchtbaar. Ze genieten hier van een gematigd klimaat. Het kwik schippert het hele jaar door tussen de 15 °C en de 22 °C. Steek iets in de grond en het groeit, voegt de man eraan toe.

© Bart Carlier – Cajamarca: groentenschuur van Colombia. Ezels brengen arracacha naar de markt in het dorp.

Een schoonheid op eenzame hoogte

De Cajamarcunos zijn fier op hun dorp. Je moet maar even rondom jou kijken en je begrijpt al snel waarom. De dorpskern is omgeven door een keten van fabelachtig groen. Ik heb ze geteld, acht bergentoppen omsingelen het dorp, steeds met hun hoofd in de wolken. De Andes geeft haar schoonheid niet meteen prijs. Maar heel af en toe kun je een glimp opvangen van wat er zich achter dat gordijn afspeelt. Dan trekken de wolken achter de bergen. Het heeft iets mystieks. Het fascineert.

Achter die sluier ligt het kloppende hart van de hele regio. Een uniek stukje natuur, enkel te vinden in het hooggebergte van de Andes vanaf 3000 meter hoogte, de páramo genaamd. De mens houdt er maar beter zijn handen af. De behuizing is te complex en al even broos. Onze boekhoudregels van activa en passiva werken hier niet. Een verstoring van het evenwicht zou nefast zijn. De páramos zorgen voor water en leven. De voornaamste rivieren van Colombia komen er tot stand en stromen op het ritme van deze complexe ecosystemen.

Luis Alejandro Bernal Romero (CC BY-SA 2.0) – ‘Achter die sluier ligt het kloppende hart van de hele regio. Een uniek stukje natuur, enkel te vinden in het hooggebergte van de Andes vanaf 3000 meter hoogte, de páramo genaamd.’

Rust en onheil op een bankje 

Een bankje in de schaduw geeft me rust en ik aanschouw mijn dagelijks tafereel bij valavond. Dan komen de Cajamarcunos gezellig samen op het gemeenteplein. Kinderen spenderen er hun laatste momenten van de dag terwijl de ouders het verslag van hun dagelijkse besognes delen met al wie horen wil. Naast mij zit een campesino onder zijn zwart-wit gestreepte sombrero lichtjes te knikkebollen. Wanneer ik hem wil vragen wat hij verbouwt, slaapt hij al.

Naast mij zit een campesino onder zijn zwart-wit gestreepte sombrero lichtjes te knikkebollen.
Een hele prestatie. Er weerklinkt namelijk een chronisch gedonder in mijn oren. Een stroom van Amerikaanse trucks baant zich een weg door het dorp. Een nationale snelweg, de Panamericana, verdeelt Cajamarca in twee stukken en verbindt Noord- en Zuid-Colombia. Landbouwproducten uit de regio vinden zo hun weg naar de rest van het land. Het lijkt de Cajamarcunos duidelijk niet te deren. Het leven schuifelt hier rustig verder. Gezapig.

Even later schrikt mijn buur dan toch wakker. Vanuit de kerktoren klinken verontrustende tonen. Dissonant en uit het ritme. Grillig. Zelfs hij went er niet aan, denk ik bij mezelf. Dat klokkenspel brengt me telkens in een staat van beroering, alsof de dorpelingen ergens permanent aan herinnerd worden.

Chronische megalomanie

Robinson Mejia kijkt me verontrust aan en smijt het laatste nummer van zijn eigen lokale krant voor mij op tafel. We zitten in het kantoor van het jeugdcollectief COSAJUCA, een plaatselijke actiegroep die zich inzet voor de mensenrechten van de dorpelingen en hun recht op water en territorium. In mijn ooghoek zie ik twee foto’s hangen aan de muur. ‘Ex-leden van het collectief,’ weet Robinson me te vertellen. Wanneer ik de krant openslaag krijg ik een blik op de toekomst van het dorp.

‘We zitten met een ware plaag,’ zegt hij. ‘We worden belaagd door enkele megalomane projecten die de draagkracht van ons dorpje ver overschrijden. Er wordt al tien jaar gewerkt aan een tunnel van tien km lang. Een wijk aan de rand van het dorp is daardoor getransformeerd tot een smerige werf. Gigantische trucks rijden er af en aan. Om de bereikbaarheid van de tunnel te optimaliseren zal ook de Panamericana verbreed worden. Een snelweg met 2 rijvakken in elke richting dwars door ons dorp, stel je dat eens voor?’

© Bart Carlier – De Panamericano loopt dwars door het dorp

‘Wacht, het is nog niet gedaan,’ voegt hij eraan toe. ‘Er liggen plannen klaar om net buiten het dorp een waterkrachtcentrale te bouwen. Nu wonen daar vooral boeren maar zij zullen moeten verhuizen.’ Robinson blijft nog even doorrazen over de mogelijke gevolgen van zo’n installatie maar mijn ogen zijn al lang gevallen op een artikel op de volgende pagina van zijn krant. Er valt een lange stilte. ‘Het beste voor het laatste,’ zegt hij. Er verschijnt een groen lachje op zijn aangezicht.

Een onverwachte gast

© COSAJUCA – Bordje aan de ingang tot het gebied waar de goudmijn La Colosa zou komen

In 2007 ontwaakt het dorp met een mijnkolos van wereldformaat in zijn achtertuin. Deze gigant, de derde grootste goudontginner ter wereld, is met een fluwelen landing neergestreken op de flanken van de Colombiaanse Andes. Bijna geruisloos zou je kunnen zeggen. Al in 2003 richt het internationale bedrijf een Colombiaans filiaal op. Het kind krijgt een naam: Sociedad Kedhada S.A. Onder die naam konden de goudzoekers van de multinational maar liefst vier jaar lang ongestoord op zoek gaan naar goudreserves en in heel het land interessante mijnbouwconcessies opkopen zonder opgemerkt te worden.

Ondertussen is 40 procent van de rijke Colombiaanse bodem in handen van mijnbedrijven. Alles bij elkaar een oppervlakte groter dan die van Duistland.
In 2007 ontdekten ze de gigantische La Colosa-goudreserve in de bodem van Cajamarca. Het La Colosa-project zou de grootste open-pit goudmijn van de Noordelijk Andes moeten worden. Pas wanneer de toenmalige president, Álvaro Uribe, de ontdekking aankondigt, komen de Camarcunos en bij uitbreiding alle Colombianen te weten met wie ze de komende decennia zullen te maken hebben: AngloGold Ashanti.

Onder de naam Sociedad Kedhada S.A. ging de mijnreus niet alleen heimelijk te werk, het manifesteerde zich ook agressief bij het verwerven van interessante mijnbouwconcessies. De lapjes grond vlogen de deur uit bij het Colombiaans Mijnbouwagentschap. Belangenvermenging en corruptie konden natuurlijk niet ontbreken.

Het resultaat van deze strategie was navenant: de concurrenten kwamen hopeloos te laat en voor de Colombianen het goed en wel beseften had AngloGold Ashanti in 2011 al 389 mijnbouwconcessies verworven in heel het land, goed voor een oppervlakte van 700.000 hectaren ofwel de grootte van West- en Oost-Vlaanderen samen.

Mijnbouwkringen beschouwen Colombia al jaren als het toekomstige mijnbouwwalhalla, een ruwe diamant, klaar om ontgonnen te worden. Ondertussen is 40 procent van de rijke Colombiaanse bodem in handen van mijnbedrijven. Alles bij elkaar een oppervlakte groter dan die van Duistland.

Tussen hoop en vrees

,Allerminst een proper begin van een bedrijf dat een mijn van de vuilste soort wilt openen’, denk ik luidop. Robinson knikt: ‘we vrezen hier een ongeziene ecologische en sociale verminking van een gebied dat vier keer zo groot zal zijn als jullie hoofdstad, een rijke biodiversiteit én onze páramo herbergt.’ Een open-pit goudmijn betekent ontbossing, gebruik van grote hoeveelheden water, vervuiling van lucht en grondwater en sociale spanningen.
‘Waarom toch?’, vraagt hij, ‘waarom al die opofferingen?’ Hij kijkt me angstig aan. ‘Voor een grondstof die voornamelijk gebruikt wordt voor sierraden en dienst doet als een van de favoriete speeltjes van speculanten en banken’, denken we simultaan.

Genoeg voor vandaag, besluit ik. Ik sla de krant toe en maak me klaar om naar huis te gaan. Ik sta recht en bedank Robinson voor het gesprek. Ik wijs naar de krant en vraag hem of ik ze mag meenemen. Hij knikt, geeft me ze aan, maar laat ze niet meteen los. Zijn ogen gebieden me de voorpagina te lezen. Er verschijnt een voorzichtig lachje op zijn gezicht. ‘Had ik je niet gezegd dat het beste nog moest komen?’

© Bart Carlier – Zullen deze campesinos nog kunnen boeren met AngloGold Ashanti als nieuwe buur

Dus toch. Er is hoop. En die hoop berust op de democratie. Een radicale democratie. De overheid heeft de deur verder opengezet voor burgerparticipatie en daarvan maken ze in Cajamarca gretig gebruik. Ze verzamelden voldoende handtekeningen waardoor de gemeenteraad verplicht is een stemming te houden over een mogelijke volksraadpleging.

‘We staan dicht tegen het orgelpunt van 8 jaar intensief actievoeren. De raad zal zo goed als zeker groen licht geven en dan buigt het Administratief Tribunaal van het departement zich over de grondwettelijkheid van de vraag die aan de Cajamarcunos wordt gesteld tijdens de volksraadpleging. Als ook zij toestemmen, dan beginnen we onmiddellijk met de campagne tegen het La Colosa-project’, zegt Robinson nu met vuur in de ogen.

De kroniek van een aangekondigd conflict 

Laat het duidelijk zijn: de regering Santos voert een tweesporenbeleid uit. Op het ene spoor dondert de mijnbouwlocomotief onverminderd voort, met president Santos in de stuurcabine. In tegengestelde richting davert de trein van het volk, dat meer inspraak krijgt. ‘Die laatste komt dezer dagen op kruissnelheid,’ zegt Robinson. ‘De dominostenen vallen, de geest is uit de fles.’

President Santos houdt namelijk vol dat de trein van het volk op het foute spoor zit. Zo is de burgerparticipatie volgens hem niet van toepassing het mijnbouwbeleid.
‘De inwoners van Ibagué, de hoofdstad van ons departement, stemmen in oktober of november of ze akkoord gaan met mijnbouw in de regio en ook de buren uit Salento hebben het participatieproces geactiveerd. Daarnaast hebben onze vrienden uit Piedras zich in 2012 al uitgesproken tegen mega-mijnbouw in hun dorp.’ Ook het Grondwettelijk Hof en de controle-instanties van de regering zijn op de trein gesprongen. Zij steunen openlijk de volksraadplegingen over mijnbouwprojecten. ‘Volstrekt legaal,’ volgens hen.

Een botsing tussen beide beleidslijnen lijkt onafwendbaar. Santos houdt namelijk vol dat de trein van het volk op het foute spoor zit. Zo is de burgerparticipatie volgens hem niet van toepassing op het economisch beleid (lees: het mijnbouwbeleid) van het land.

© Bart Carlier – Protest tegen de nieuwe goudmijn La Colosa

Wanneer mogen de Colombianen dan wel deelnemen aan het beleid volgens Santos? Wel, er is het referendum van de vrede op 2 oktober. Dan beslissen de Colombianen of ze instemmen met het vredesakkoord met de FARC-EP.

Eentje voor de geschiedenisboeken

Terug thuis laat ik me wegzakken in een zetel en geef ik mezelf rustig de tijd om alles te overdenken. Niets vermoedend maak ik me klaar voor het belangrijkste nieuwsbericht in vijftig jaar Colombiaanse geschiedenis. Uit de televisie van mijn huisgenoot schalt het volgende bericht: ‘op 24 augustus 2016 sluiten de FARC-EP en de Colombiaanse regering het langverwachte vredesakkoord in Havana en schrijven zo een belangrijk stuk Colombiaanse geschiedenis.’

Het echte werk kan nu eindelijk beginnen. Het akkoord is er, nu de vrede nog. De ontwikkelingen in Cajamarca en Ibagué zullen uitmaken in welke mate een directe democratie het vredesproces mee zal bepalen. Ik geloof er alleszins in.

Magazine Sursystem (CC BY-NC 2.0) – Moeten de Afro-Colombianen nu niet langer op de vlucht voor FARC en de grootgrondbezitters?

Met meer inspraak van het volk verliezen rebellenbewegingen zoals de FARC-EP namelijk een stuk van hun bestaansrecht. Zij streden toch voor het volk, niet? Burgerparticipatie geeft het volk ook meer gewicht. Het onevenwicht neemt daardoor af tussen de Colombiaan enerzijds en de grootgrondbezitter en zijn paramilitaire militie anderzijds. Een stem uit het veld die verder reikt dan de lokroep van het grote en snelle geld van bedrijven? Stel je voor! Misschien betekent dat wel het einde van ongebreidelde ontginnings, landbouw- en  infrastructuurprojecten in dit land.

Boeren, inheemsen, Afro-Colombianen, paramilitaire milities, grootgrondbezitters en het ELN werden niet betrokken bij het vredesproces.
Het gevaar voor een simplificering van het conflict schuilt echter om de hoek. In Havana werd het conflict zelfs herleid tot een confrontatie tussen twee spelers: de Colombiaanse regering en de FARC-EP. Boeren, inheemsen, Afro-Colombianen, paramilitaire milities, grootgrondbezitters en het ELN werden niet betrokken bij het vredesproces. Van een vereenvoudiging gesproken. Op dezelfde manier is burgerparticipatie ook slechts een factor om tot duurzame vrede te komen. Netelige kwesties zoals de drugshandel, erkenning van slachtoffers, corruptie en racisme verdienen ook alle aandacht.

Mijn gedachten zijn al snel terug in Cajamarca. Zullen de boeren hier echt een stem krijgen? Zullen ze zelf mogen beslissen wat er met hun land gebeurt? De vraag überhaupt kunnen stellen, lijkt me al een overwinning.

Maar tijden veranderen. De vraag kunnen stellen is niet meer voldoende. Het vredesakkoord eist actie. Een radicale democratie maakt een eerlijkere landverdeling mogelijk.

Zo word je als volk auteur én hoofdrolspeler van je eigen geschiedenis. Een uniek stuk op het wereldtoneel. En ik, ik zit op de eerste rij.

 

Auteur: Bart Carlier

Respect voor de mijnwerkers

Project: Oogsten van Hemelwater

Zuidmedewerker Avalon bezoekt El Cerro Rico, ‘De Rijke Berg’, in Potosí. De Boliviaanse stad Potosí ligt op ruim 4000 meter hoogte en staat vooral bekend om het zilver en de vele andere mineralen die er te vinden zijn. Avalon neemt ons mee de mijn in.

Foto’s gemaakt door: Massimiliano Dalla Fior

Voor de koloniale tijd waren de waardevolle mineralen in het gebied reeds ontdekt. Toen de Spanjaarden kwamen, exporteerden zij veel rijkdommen, zoals goud en zilver, naar Europa. Destijds was Potosí één van de rijkste steden ter wereld. De Bolivianen werkten voor de kolonialisten in de mijnen op zoek naar de grondstoffen en de Spanjaarden gaven hen coca bladeren die ze urenlang kauwden zodat hun vermoeidheid en hongergevoel gedoofd werd, zodat zij uren achter elkaar door konden werken.

Foto: El Cerro Rico

Toen Bolivia onafhankelijk werd (in 1825), trokken de Spanjaarden weg en waren er al niet veel grondstoffen meer te vinden. Vervolgens werden de mijnen genationaliseerd en daarna geprivatiseerd. Tot op de dag van vandaag wordt er nog altijd volop gezocht naar mineralen in de berg, zoals tin, wolfraam, zink, lood en zilver. Momenteel zijn er mijncoöperatieven actief in de berg, wat inhoudt dat veel mijnwerkers zelf eigenaar zijn van een stukje mijn. Hun inkomen hangt dus af van wat zij vinden en ontginnen. Om deel uit te maken van een coöperatief moet de mijnwerker eerst drie jaar in dienst gaan bij een mijnwerker die al lid is van een coöperatief. Per jaar gelden verschillende voorwaarden en na drie jaar kan de mijnwerker toestemming vragen om deel te worden van het coöperatief en zal hij over zijn eigen stukje mijn beschikken.

Op ontdekking

Op dit moment zijn de mijnen, naast een plaats van hard werken, ook een toeristische trekpleister, wat zorgt voor een extra inkomen. Van te voren word ik gewaarschuwd voor een bezoek aan de mijnen, omdat er instortingsgevaar bestaat, er dynamiet gebruikt wordt en ademhalen er lastig is. Mijn nieuwsgierigheid is echter groot en samen met de Italiaanse reiziger Max bezoek ik de mijnen. Onze gids is zelf sinds zijn achtste levensjaar aan het werk in de mijn en werkt momenteel ook als gids. Van zijn collega mijnwerkers heeft hij de bijnaam ‘Rey Leon’ gekregen, te danken aan de lange dreadlocks die hij vroeger had.

Voordat we de mijn ingaan, gaan we eerst naar de ‘mijnmarkt’. Hier wordt veel verschillend gereedschap verkocht, waaronder dynamietstaven. Voor een paar euro heb je er al één in bezit. Onze gids grapt: ‘Voor als je jouw schoonmoeder niet zo ziet zitten’. Ook staan er zakken vol met cocabladeren en kun je er pure alcohol kopen (96%). Deze alcohol is goedkoper dan een fles bier, logisch dat alcoholgebruik dan ook een groot probleem is onder de mijnwerkers.

Vervolgens gaan we een fabriek binnen, waar de werknemers ons vriendelijk begroeten. De machines zien er slecht en oud uit en de geur van gevaarlijke stoffen dringt mijn neus binnen. Hier worden de gevonden stoffen uit de mijn verwerkt. De stoffen worden gescheiden, maar ze worden hier niet tot een eindproduct verwerkt. De materialen worden daarvoor geëxporteerd naar China. Dit is één van de redenen waarom de winst van de mijnwerkers beperkt blijft.

 Foto: uitzicht vanaf El Cerro Rico

Met een mooie outfit de mijn in

Dan worden we in een mooi pak gehesen: een broek, jas, helm met hoofdlamp, mondkapje en grote laarzen. We komen aan bovenaan de berg: Wat een prachtig uitzicht op de stad vanaf daar! We lopen richting de mijn en voor de ingang staan een aantal dronken mijnwerkers. Onze gids vertelt dat er de dag ervoor een ritueel is geweest: er zijn verschillende lama’s geofferd en het bloed van hen is boven de ingang van de mijn gesmeerd. Dit moet de bloedlust van de Duivelse El Tío (meer hierover later) stillen, zodat er niet nog meer mijnwerkers van het leven worden beroofd.

Foto: Rey Leon, Max en ik

Donker, smal en verstikkend

Dan zegt Rey Leon dat we hem moeten volgen en dicht bij elkaar moeten blijven. Met zijn drieën verdwijnen we in het donker. Het is een smalle en modderige tunnel, soms stap ik in plassen water. Ik voel me een beetje opgelaten, maar wen er al snel aan. Alleen dan wordt de tunnel ineens een stuk kleiner. Ik word gedwongen om gebukt te lopen en Max  (1.85m) voor mij stoot meermaals zijn hoofd. Ik probeer het ritme van het botsten van zijn hoofd te volgen om te weten wanneer ik moet bukken, maar zit er vaak naast waardoor ik ook heel vaak mijn hoofd stoot. Hoe verder we de tunnel ingaan, hoe benauwder het wordt. Ineens wordt de gang nog kleiner en moeten we kruipend over de grond. Max en ik hebben het er zwaar mee. Het zweet druipt van ons voorhoofd en af en toe zitten we vast tussen de ‘muren’ met onze lijven en onze tassen. Onze gids zegt: ‘als je niet goed kan ademhalen, kan je het mondkapje beter afdoen’. Beiden twijfelen we geen moment en trekken het kapje zo snel mogelijk van ons gezicht. Een vieze giftige geur en opgestegen stof slaan in ons gezicht als we naar adem happen.

Wanneer we dit kruipende stuk voorbij zijn, vervolgen we onze reis gebukt. Af en toe moeten we onszelf tegen de zijkant van de gangen duwen omdat er mijnwerkers met wagens langs rennen. Bij een mijnader zijn verschillende mannen aan het werk, onze gids vertelt dat het hier ongeveer 45 graden is. De werkers hakken er op los in de muren en gooien het materiaal in de kruiwagen, waarna deze rennend naar buiten wordt geduwd. Rey Leon vraagt aan Max of hij misschien de wagen kan duwen, maar hij krijgt de wagen niet eens omhoog opgetild. Het is ontzettend zwaar werk. Een mijnwerker, Don Pedro, vertelt: “Ik heb tien kinderen, ik moet hier wel werken.” De gids vervolgt: “Met het werk in de mijn kun je een stuk meer verdienen dan in de stad.” Al moet men de risico’s niet onderschatten, het instortingsgevaar en het aantasten van de longen zorgt voor een lage levensverwachting (45 jaar). Desondanks, maken de mijnwerkers grapjes met elkaar.

 Foto: gedeelte van de tunnel

Duivelse bescherming in de mijn

Als we een tijdje lang stilstaan op dezelfde plek, vragen we of we langzaam verder kunnen lopen, want ademhalen lukt nauwelijks. We gaan verder en komen aan in een ruimte waar een standbeeld staat. Dit wordt ‘El Tío’ genoemd en is een combinatie van de Christelijke duivel en de goden uit het inheemse geloof. Het woord Tío is afgeleid van Díos en hij is de eigenaar van alle mineralen in de mijn. Elke eerste vrijdag van de maand komen de mijnwerkers hier samen en wisselen met hem sigaretten, cocabladeren en alcohol uit om bescherming te vragen tegen ongevallen in de mijn. De laatste vrijdag van de maand vindt er een zelfde soort ritueel plaats en wordt El Tío bedankt. Wanneer de mijnwerkers dit niet doen, zal de Duivelse kracht van El Tío  tegen hen werken en tot de dood leiden. Het vereren is daarom een belangrijk ritueel. Ook wij geven El Tío alcohol en nemen er zelf ook een slok van: 96%. Daarna horen we paar enorme knallen en ritselt gruizel naar beneden, Rey Leon vertelt rustig: “een stukje verderop hebben ze dynamiet gebruikt om het gangenstelsel uit te breiden”.

Mijnbouw problematiek

We hebben twee uur door de gangen van de mijn gelopen en we zijn allebei kapot: moe, dorstig en hebben pijn aan onze knieën. Onze gids geeft aan dat de mijnwerkers tot op heden voortdurend cocabladeren kauwen om al deze gevoelens te onderdrukken. Hij vervolgt: “Ik werk liever als gids dan als mijnwerker, omdat ondanks dat ik nog steeds in de mijn ben, het werk lichamelijk veel minder zwaar is”. Dat geloof ik maar al te graag, want het zijn wrede werkomstandigheden. Ik voel me schuldig dat ik weer terug naar mijn hostel kan en de mijnwerkers morgen weer terug naar de mijn moeten keren. Ongelooflijk hoeveel respect ik heb voor de mannen die in deze mijnen werken. En ongelooflijk hoe blij ik ben dat ik mij via CATAPA, SHI en CEPA inzet om de situatie rondom de mijnbouw problematiek aan te pakken.

 

Sinds mei 2016 is antropologe Avalon werkzaam in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Via CATAPA en de Nederlandse stichting Samenwerkingsverband Hooglanden Indianen (SHI) coördineert zij het project ‘Oogsten van Hemelwater’ bij de lokale partnerorganisatie Centro de Ecología y Pueblos Andinos (CEPA).

Referendum Ibagué goedgekeurd

Binnenkort zullen de inwoners van de Colombiaanse stad Ibagué mogen stemmen over of ze grootschalige mijnbouw willen toestaan in hun gemeente. Dat is na een lange procedure door  de administratieve rechtbank van Tolima beslist. Hiermee wordt Ibaque een van de eerste steden wereldwijd die door middel van een consulta popular (volksraadpleging of referendum) mijnbouwactiviteiten kan tegen houden.

Het project La Colosa
In 2007 werd bekend dat de mijnbouwgigant AngloGold Ashanti (AGA) een project genaamd La Colosa wil starten in de stad Cajamarca (stad in het departement Tolima). La Colosa zal volgens de plannen van het bedrijf het derde grootste goudmijn van de Latijns-Amerika worden. Maar de plannen stuiten op veel verzet van de lokale bevolking vanwege onder andere potentieel watertekort voor boeren en huishoudens, gezondheidsrisico’s, en de gevolgen voor het milieu en de biodiversiteit.

De stad Ibagué waar de consulta popular gehouden wordt ligt op 34 kilometer afstand van het project. Dat klinkt misschien ver weg, maar als het La Colosa project niet wordt tegengehouden zal het ook grote gevolgen hebben voor Ibagué. Door de hoeveelheid water en chemicaliën die de mijn nodig heeft zal in de wijde omtrek vervuiling en watertekorten ontstaan. Daarnaast zijn ook in de gemeente Ibagué mijnbouwvergunningen afgegeven. Hiervan zijn 27 van de 35 in handen van AGA.

Drie jaar geleden werd in het plaatsje Piedras al een consulta popular gehouden over hetzelfde project. AGA had plannen om giftig afval afkomstig van mijnbouwactiviteiten op te slaan in Piedras. De bevolking stemde met 98% massaal tegen. In februari kwam de burgemeester van Ibaque met een voorstel om ook in zijn stad een consulta popular te houden. Na verschillende debatten werd het voorstel door de gemeenteraad ingestemd. Vervolgens boog de administratieve rechtbank zich over de juridische haalbaarheid van het initiatief. Na vijf maanden heeft de consulta popular eindelijk groen licht gekregen. Daarom kunnen de inwoners van Ibagué binnenkort stemmen over de vraag;

“Bent u het ermee eens – JA of NEE – dat in de gemeente van Ibaque mijnbouwactiviteiten zullen plaatsvinden, welke bodemvervuiling en waterverlies omvatten en verschillende gevolgen zal hebben op de landbouw en het toerisme in de regio?”

Kan een consulta popular een mijnbouwgigant tegen houden?

Volgens de wet is de consulta popular rechtsgeldig wanneer eenderde van de stemgerechtigde naar de stembus gaat. Dit betekent in het geval van Ibagué minimaal 130.000 mensen. Om het project een halt toe te roepen zal minimaal de helft plus een persoon tegen de mijnbouwactiviteiten moeten stemmen.

Daarnaast zijn voor het organiseren van een consulta popular op deze schaal veel middelen en tijd nodig. Tegelijkertijd zal AngloGold Ashanti (AGA) naar alle waarschijnlijkheid proberen om de uitkomst van de consulta popular te beinvloeden. Het bedrijf staat bekend voor het geven van misleidende informatie, chantage, omkopen van autoriteiten en het in diskrediet brengen van haar tegenstanders. Daarom is het cruciaal dat de inwoners van Ibagué goed worden ingelicht over de consulta popular en de gevolgen van het geplande mijnbouwactiviteiten zodat ze de juiste keuze kunnen maken.

Robinson en Renzo tijdens de Academische Week 2016 in Brussel ©Christian Mc Laughlin

Verschillende bewegingen zijn de afgelopen jaren al bezig geweest met het creëren van meer bewustzijn en verstrekken van informatie over de gevolgen van La Colosa. Zoals bijvoorbeeld het Comité Ambiental en Defensa de la Vida en COSAJUCA (een sociaal-ecologisch in Cajamarca) waarvan Renzo en Robinson, onze gastsprekers van de Academische Week 2016, deel uitmaken. In Ibagué is er al verschillende keren een Marcha Carnaval gehouden. Hierbij wordt door middel van een artistieke mars met muziek en kunst ecologisch bewustzijn gecreëerd. De meest recente Marcha Carnaval, waar 120.000 mensen aan deelnamen, vond plaats op 3 juni en vroeg aandacht voor de consulta popular.

Marcha Carnaval 2016 ©Viviana Sánchez

Crowdfunding

César Bocanegra, een afgevaardigde van het nationale Rijksregister, legt uit dat de consulta rond de $650 miljoen zal kosten en waarschijnlijk in de maand oktober zal plaatsvinden. Het Rijksregister zal enkele middelen voorzien voor de organisatie van de verkiezing. Bocanegra denkt dat ook het Ministerie van Financiën een financiële bijdrage zal leveren. Voor de rest is de organisatie afhankelijk van andere hulpbronnen.

Daarom heeft het Comité Ambiental besloten een crowdfunding op te starten. Om bewustzijn te creeëren wil het comité flyers printen met de belangrijkste informatie en nieuws op de radio verspreiden om zo de mythes van het mijnbouwbedrijf te ontkrachten en burgers de complete waarheid te geven alvorens zij democratisch stemmen over de toekomst van hun regio. Voor meer informatie en om het project te steunen check de crowdfundingpagina.

De consulta popular geeft de Ibaguereños de gelegenheid om over hun eigen toekomst te beslissen. Daarnaast zal ook in Cajamarca later dit jaar een consulta popular gehouden worden.

Wij van CATAPA feliciteren de Ibaguereños met het referendum. Een kleine overwinning voor de eindoverwinning.

Bronnen:
El espectador 

Colombia Solidarity 

El Nuevo Dia 

Lahaine 

Generosity 

Auteur: Naomi Geelen

Pachamama vragen voor een goed regenseizoen

Project: Oogsten van Hemelwater

De afgelopen weken hebben ik, Avalon, en het team, bestaande uit de Belgische vrijwilliger Frans en vier Boliviaanse collega’s, hard gewerkt aan de projectherziening. Hierbij werden wij bijgestaan door lokale partnerorganisaties en vrijwilligers van CATAPA. Inmiddels zijn de aanpassingen door de subsidiegever Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO)  goedgekeurd en kan iedereen vol enthousiasme aan de slag met het project.

Foto: Het team bij CEPA

Noodzakelijke projectherziening

Sinds mei ben ik werkzaam rondom het waterproject. Dit project vindt plaats rondom het Poopo-meer, in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Voor meer informatie over het project, neem hier een kijkje.

Er heeft een projectherziening plaats gevonden. Dit is besloten op basis van een bezoek met mijn collega’s aan de regio, informatie van andere organisaties en gesprekken met de lokale mensen en partners in deze regio. De aanpassingen zijn noodzakelijk om resultaten te behalen van betere kwaliteit.

Foto: Bezoek aan de gemeente El Choro

Hierna zijn wij tot twee grote veranderingen binnen het project gekomen. Ten eerste zullen er tanks geplaatst worden met een groter opslagvolume dan aanvankelijk voorgesteld. Het regenseizoen in Oruro is van ongeveer november tot en met januari. In het originele projectvoorstel werden tanks voorzien met een volume van 1.200L. Deze hoeveelheid water zorgt slechts voor een klein deel van het water dat nodig is om het droog seizoen te overbruggen. Na berekeningen en verschillende afwegingen (o.a. hoeveelheid watergebruik, regenval en financiële kosten) komen we tot de conclusie dat 3.500L watertank een wenselijk volume is.

Ten tweede bleek tijdens een bezoek aan de regio dat veel huizen een strodak hebben. Het is niet mogelijk om water op te vangen van een strodak, zowel om technische redenen als om hygiënische redenen. Daarom zal er een zinken dakbedekking voorzien worden waarmee regenwater opgevangen kan worden.

Foto: Voorbeeld van een huis met een stro dak

Na uitgebreid overleg met de verschillende partnerorganisaties komen we tot het voorstel om zowel het dak als de watertank te financieren. Voor families die al een zinken dak hebben en waarbij de oppervlakte voldoende is, zullen we ons beperken tot de financiering van een tank.

Foto: Gemeente El Choro

Dat ik na mijn wiskunde eindexamen nog zoveel zou gaan rekenen had ik niet verwacht. Samen met Frans heb ik dagen doorgebracht om berekeningen te maken over de hoeveelheid regenval, het watergebruik, de dakconstructies, de materialen en alle verschillende prijzen. Waarbij Frans, een echte ingenieur, zorgde dat de cijfertjes klopten en ik de woorden erbij zocht.

De cijfertjes die soms voor mijn ogen dansten, werden afgewisseld met goede discussies over de aanpassingen van het project. Samen met de lokale partnerorganisaties CEPA en CORIDUP, heb ik velen malen samengezeten om de verschillende veranderingen te bespreken en uit te werken. Dit ging vrij soepel, aangezien wij allemaal dezelfde visie hebben: de gemeenschappen weten het best wat zij nodig hebben en die lijn hebben wij gevolgd. Vervolgens was de stap om de Belgische partners en subsidiegever te overtuigen van de veranderingen. Van goede discussies ging ik over naar het opstellen van groot document waarin de noodzaak van de veranderingen staat aangegeven en de argumenten goed zijn onderbouwd.

De families helpen mee

De waterproblematiek in de regio is een van de redenen waarom mensen de regio (gedeeltelijk) verlaten en migreren naar de steden. Er is besloten dat het project zich vooral zal focussen op families die het hele jaar door in de gemeenschap leven, zodat zij er zoveel mogelijk van kunnen profiteren. Deze families zullen, met arbeid, bijdragen aan het project. Zij zullen voor deze arbeid geen financiële vergoeding krijgen, maar zorgen wel voor kostenvermindering in het project. Daarnaast zorgt de arbeid van de families ook voor meer verbondenheid met het project. De families zullen o.a. meehelpen met het bouwen van de muren, de constructie van het dak en het installeren van de afvoer en de tank. Voor deze werkzaamheden zullen zij gedeeltelijk vormingen krijgen via de lokale partnerorganisaties.

Water verdubbeld

Naast dat de kwaliteit van het project omhoog gaat, zorgen de aanpassingen ook voor een verdubbeling van het aantal liter water voor het gehele project. In het oorspronkelijke project voorstel werden er 50 tanks voorzien, nu zullen dat er 36 tanks zijn. Echter van groter formaat en zal er een dakconstructie bijkomen. In het oorspronkelijke voorstel werd er 60.000L water per jaar voorzien (1.200L tank x 50 tanks = 60.000L water). Dit aantal liter water heeft betrekking tot de watervoorziening buiten het regenseizoen om. In het nieuwe voorstel wordt dit 126.000L water per jaar (3.500L tank x 36 tanks = 126.000L water). Dit betekent een verdubbeling van het beschikbare water voor de gemeenschappen. We kiezen hierbij voor een (iets) kleiner bereik, maar voor een betere kwaliteit en meer water. Hierdoor worden de families op een goede en meer duurzame manier geholpen.

Hoe ver zijn we nu?

Vorige week hebben we een vergadering gehad met het CEPA team en de leiders van de verschillende gemeenschappen, wat gecoördineerd wordt door de partnerorganisatie Coordinadora en Defensa del río Desaguadero y lagos Uru Uru y Poopó (CORIDUP). Onder het genot van maté en een empanada werd er uitvoerig gesproken over de verdeling van de verschillende tanks. Zowel per gemeenschap als binnen de gemeenschappen. De leiders geven aan dankbaar te zijn met het project. Daarnaast geven zij ook aan dat het een lastig punt is, aangezien er een grote waterschaarste is in de regio en niet iedereen geholpen kan worden met dit project. Des te meer redenen om op zoek te gaan naar meer fondsen!

Foto: Vergadering met CEPA en gemeenschapsleiders

Om ruzies en heftige discussies te voorkomen is er een lijst met criteria opgesteld waaraan families moeten voldoen, zal elke leider in zijn gemeenschap een inventarisatie maken en zullen we de tijd voor dit onderwerp nemen. Volgende week zal dit nogmaals uitgebreid besproken worden. Na afloop van de vergadering werd de eerste tank bekeken. De tank werd door iedereen aangeraakt en glimlachen verschenen.

Foto: De eerste tank bewonderen

Water en kwaliteit

Dit project is een project wat draait om kwaliteit. Hierbij hebben wij geleerd van  projecten in in de regio, die slechts het project hebben voltooid maar weinig aandacht hebben besteed aan de kwaliteit van de materialen of de kwaliteit van het water. Wij willen hier een voorbeeld in zijn, een leidinggevende rol in aannemen, en laten zien dat kwaliteit zal bijdragen aan een duurzaam project.

Naast een watertank en een dakconstructie, zal het project ook zorgen voor het filteren van drinkwater. Na filtratie van het regenwater met een ceramiek filter, zal het koken van het water voor drinkwater niet meer nodig zijn en is het direct als drinkbaar water te gebruiken. Deze filter wordt toegevoegd aan het conceptmodel. Op dit moment zijn we zowel deze filter als de voorfilter aan het testen en zullen wij dit op zo’n manier maken dat het makkelijk bruikbaar is in de gemeenschappen.

 

Foto: Frans bekijkt water filtratie van een ander project

Daarnaast is het van belang dat het water op verschillende momenten geanalyseerd wordt, zowel tijdens als na het regenseizoen. Hiervoor zijn wij al langs verschillende laboratoriums gegaan om te kijken wat zij voor ons kunnen analyseren en in hoeverre er een samenwerking mogelijk is. Dit proces is volop in gang.

Een ander belangrijk onderdeel van het project zijn de velen vormingen die gegeven worden. Dit zullen verschillende soorten workshops zijn met uitlopende thema’s zoals waterkwaliteit, recht op water, duurzaam watergebruik en installatie van de tanks. Op dit moment wordt hier de planning gemaakt en de verschillende doelgroepen bepaald.

‘Let it rain’

Het rekenen, de velen vergaderingen en discussies en het schrijven hebben geleid tot grote veranderingen van het project. Iedereen die hieraan mee heeft geholpen: muchísimas gracias! Een projectherziening en ontzettend veel kennis rijker, ga ik het project verder opvolgen. Het lijkt of de grootste uitdaging voorbij is, maar nu begint het pas echt. Ontzettend veel zin heb ik om nu alles in werking te zetten. De maand juni staat in het teken van het milieu. CEPA organiseerden daarom een mis voor ‘la madre tierra’. Dit ging gepaard met veel rituelen uit de Andes-cultuur, waarbij de hoofdingrediënten muziek, kampvuur en cocabladeren waren. Ook ik deed hier aan mee, en met coca bladeren heb ik Pachamama gevraagd voor een goed regenseizoen.

Sinds mei 2016 is antropologe Avalon werkzaam in Oruro, op de Boliviaanse hoogvlakte. Via CATAPA en de Nederlandse stichting Samenwerkingsverband Hooglanden Indianen (SHI) coördineert zij het project ‘Oogsten van Hemelwater’ bij de lokale partnerorganisatie Centro de Ecología y Pueblos Andinos (CEPA).

Griekse activisten voor Hof van Beroep

Morgen, 9 juni 2016, start in het Hof van Beroep van Thessaloniki een proces tegen 21 activisten voor brandstichting op de Skouries open-pit mijnwerf van 17 februari 2013. 

© xekinimazografou.wordpress.com

In het noorden van Griekenland, op het schiereiland Halkidiki, wordt naar goud en koper gegraven. De bewoners vrezen voor een milieuramp vanwege het gebruik van giftige stoffen voor de ontginning van de metalen. Terug in 2013 werd er een aanslag gepleegd met brandbommen op de machines van de goudmijn in het Skouries-bos. Het was één van de weinige keren dat het protest de media haalden.
Volgens bepaalde persberichten zouden 50 tot 70 gemaskerden de site van de mijn zijn binnengedrongen en met molotovcocktails brand hebben gesticht. Ook zouden twee bewakers van de goudmijn zijn vastgebonden en overgoten zijn met benzine. Na de berichten zakte de koers van de aandelen van de eigenaar van de goudmijn, het Canadese bedrijf Eldorado Gold, met 6 procent op de beurs van Toronto.

Het in brand steken van machines op de Skouries mijnwerf betekende het begin van een vervolgingscampagne tegen een hele gemeenschap. Zonder enige rechtvaardiging richtte het vervolgingsapparaat zich tegen alle locals die actief deelnamen aan de beweging tegen de goudontginning op het noordelijke Griekese schiereiland Halkidiki. Wat volgde waren arrestaties, ondervragingen, opsluitingen, verdwijningen in de kelders van het politie-hoofdkwartier, onwettige DNA-afnames en het aanleggen van een database van persoonlijke genetische informatie.


Achtergrond: Lokaal verzet tegen de Skouries mijn

© MO.be

Hellas Gold, een dochtermaatschappij van Eldorado, ontwikkelt vandaag de dag een grote open-pit goud- en kopermijn in de ongerept oerbossen van het Griekse Schiereiland Halikidiki. Er werd al zo’n 180 hectare waardevol bos gekapt om zo plaats te maken voor de mijn, een verwerkingsbedrijf en twee grote residudammen. De Halkidiki-mijn zou er, samen met een mijn in Thrace, voor zorgen dat Griekenland de grootste goudproducent in Europa wordt. Een ticket uit de economische crisis.

Er zijn zowel voorstanders als tegenstanders van de mijnsite. De tegenstand van de linkse regering tegen de projecten van Eldorado, wekt protest op van oppositiepartijen, bedrijfsverenigingen en vakbonden. Zij menen dat de overheid verkeerde signalen aan de binnenlandse en internationale markt geeft. Het mijnbedrijf verweet de overheid eveneens dat ze de toelatingen vertragen en heeft hierop de ontwikkeling van de mijnsite in Skouries stilgelegd.

Na het verbod van de Griekse overheid om de site in Skouries verder op te bouwen, tekende Eldorado Gold beroep aan. Het Griekse gerechtshof oordeelde reeds in het voordeel van Eldorado in november vorig jaar, maar een definitieve uitspraak moest nog volgen. In hun uiteindelijke beslissing in januari 2016, gaf het gerechtshof Eldorado Gold opnieuw gelijk. Daarom steken lokale actiegroepen in samenwerking met Antigold nu de koppen bij elkaar en zullen ze niet rusten voor Eldorado Halkidiki verlaat.

Milieugroeperingen opperen dat de mijnbouwprojecten op Halkidiki het toerisme en het milieu zullen schaden. Het schiereiland wordt wel eens het ‘geheime paradijs van Griekenland’ genoemd. De wilde natuur, rijke biodiversiteit en mix aan bergen, bossen, zee en strand maken van dit gebied één van de meest toeristische plaatsen van Griekenland. De mensen in deze regio zijn bijna allemaal afhankelijk van toerisme, visserij, imkerij en/of landbouw. Dat maakt deze regio zo gevoelig voor de komst van grootschalige mijnbouwactiviteiten.

Lees meer over de case op CATAPA.be


Criminalisering van het protest

Sinds de brandstichting werden naar zeggen 27 mensen opgepakt in de bergdorpen rond Skouries. In de nacht van 17 op 18 februari 2013 werden bovendien drie tegenstanders van de mijnactiviteiten uit hun bed gelicht en werden ze bijna 24 uur lang vastgehouden zonder enige vorm van beschuldiging. Eén van de gearresteerden houdt een blog bij met berichten tegen Hellas Gold – Antigold Greece.

Sindsdien voert de politie razzias uit in de dorpen en haalt mensen uit hun huizen. Ze wil namelijk dat mensen DNA-stalen geven om zo na te gaan of ze betrokken waren bij de brandstichting in 2013. Een volledig illegale praktijk, DNA stalen verkrijg je niet zomaar zonder toestemming van de eigenaar. Op bewijsmateriaal gebaseerde aantijgingen waren niet meer de voorwaarde voor vervolging, maar verzet tegen ontginningspraktijken was voldoende om mensen in hechtenis te nemen, ze naar een ziekenhuis, het gerechtshof of de gevangenis te sturen.

De Griekse crisis

Met de economische crisis wil de Griekse overheid een duidelijk signaal geven dat buitenlandse investeringen in Griekenland mogelijk zijn en lucratief kunnen zijn. De neoliberale regering bepaalt dat ‘investeringen tegen elke prijs beschermd zullen worden. De Europese Commissie wil een verbetering van het ondernemersklimaat, het IMF wil buitenlandse investeringen aantrekken. Tegelijkertijd zou voor een politieke partij die zichzelf definieert als radicaal links,  deze situatie het tegenovergestelde moeten zijn van al wat haar ideologie belichaamt. Syriza spreekt zich niet meer zo radicaal tegen de goudmijnen uit als voor de verkiezingen, maar hamert er op dat wetten toegepast moeten worden. Anderhalf jaar nadat Syriza de macht kreeg, heeft het Canadese mijnbouwbedrijf Eldorado Gold de ene na de andere licentie gekregen en wordt de lokale gemeenschap continu aansprakelijk gesteld en vervolgd.

De multinational gaat door met haar vernielingen en ze blijft de lokale gemeenschap gijzelen door de kans op vervolging. Het Canadese bedrijf heeft laten weten dat het op de rechtszaak van 9 juni aanwezig zal zijn als aanklager. Verwonderlijk voor een bedrijf dat zo vaak benadrukt dat het zich op geen enkele manier tegen de lokale gemeenschap keert.


Kan een Griekse goudkoorts banen scheppen en het land uit de slop halen? De schuldeisers van Griekenland denken van wel, maar sommige Europese beleidsmakers blijken twee petten te hebben. Onder de ene stimuleren ze belastingontduiking, onder de andere eisen ze dat Griekenland zijn financiën op orde krijgt. Nick Meynen schreef in april nog over de Halkidiki case en de Panama Papers voor MO.be.


De sociale beweging tegen de goudwinning in Halkidiki verzet zich niet enkel tegen de vernietiging van het milieu en de roofzuchtige exploitatie van gemeenschapsgoed. Ze strijdt ook tegen al wat voorrang geeft aan de winst-voor-enkelen boven het leven van de velen. In deze strijd zal niemand alleen staan.

© http://epitropiagonapanagias.blogspot.be/

“Op 9 juni staan niet enkel 21 verzetsleden terecht, wij staan allemaal terecht. Een hele gemeenschap die vecht voor haar bestaan, wordt voor de rechter gebracht”.

 

Referenties:

MO.be. 15 april 2016

MO.be. 25 februari 2013

Epitropiagonapanagias. 30 mei 2016

Carnaval in Ibagué: marcheren in de straten voor gerechtigheid

Aanstaande vrijdag, 3 juni 2016, vindt de achtste editie van de Marcha Carnaval voor de bescherming van het water, het leven en de gronden plaats in Ibagué, Colombia. Met de marcha proberen de organisatoren op een vredige en artisitieke manier een groter ecologisch bewustzijn te creeëren bij de inwoners van Ibagué. Ook vragen zij dat het La Colosa mijnbouwproject zich uit de regio terugtrekt.

La Colosa is de naam van de het door het Zuid-Afrikaanse bedrijf Anglo Gold Ashanti (AGA) geplande mijnbouwproject in Cajamarca (stad in het departement Tolima), waar naar schatting 680.000 kg goud in de grond zit. Sinds 1999 voert het bedrijf daar exploraties uit en hoopt vanaf 2023 effectief goud te kunnen extraheren. Deze mijn zou de grootste open pit goudmijn van de Noordelijke Andes worden en de derde grootste in Latijns Amerika na Yanacocha in Peru en La Escondida in Chili. Lees meer over het gepland project hier op de website.

Marcha Carnaval

Met de komst van Anglo Gold Ashanti mobiliseren boeren, boerinnen en organisaties zich in Ibagué op een vredelievende manier tegen het  geplande project en de impact dat het project zal hebben op de biodiversiteit en het ecosysteem, zo bevestigt professor Renzo García Parra, lid van het Comité Ambiental van Tolima. Ook in Armenia, waar CATAPA vorig jaar een ‘foro internacional‘ hield, zal nu ook een eerste editie plaatsvinden.

Vorig jaar kwamen rond de tienduizend mensen op straat met liederen en kunstwerken om zich uit te spreken vóór de bescherming van het water, natuurlijke rijkdommen en de gronden. Toch verscheen niets hiervan in de mainstream media. Robinson Arley Mejia, lid van onze partnerorganisatie COSAJUCA, legde in maart uit dat reclame voor de marcha als ook een gepland referendum over het mijnbouwproject veelal via online media gaat en door lokale organisaties zelf wordt bekostigd en georganiseerd. Robinson en Renzo waren in maart beiden in België als sprekers voor de jaarlijkse Academische Week van CATAPA.

Consulta Popular

Met de komst van het project La Colosa zullen de bergen verdwijnen en blijven er steengroeves van 1,2,3 kilometer breed en 8000 meter diep over. Dat is waarom de buurtgemeenten waar Renzo en Robinson wonen, Ibagué en Cajamarca, een referendum zullen organiseren. Het referendum in Ibagué zal waarschijnlijk in juli worden georganiseerd en stelt de inwoners de volgende vraag:

“Ben u het ermee eens – Ja of Nee- dat er in de gemeente Ibagué mijnbouwprojecten en mijnbouwactiviteiten zullen plaatsvinden, hetgeen vervuiling van de gronden en verlies aan watervoorraden inhoudt en een impact zal hebben op landbouw en toerisme in de regio?”.

Het referendum in Ibagué is een kans om aan te tonen dat democratie niet enkel mogelijk is, maar ook cruciaal. Colombia bevindt zich in een overgangsperiode na 50 jaar lang geteisterd te zijn door gewapend binnenlands conflict. De oorlog speelde zich voornamelijk af op het platteland, waar een strijd om grond en grondstoffen zich ontvouwde. Erin slagen om gemeenschappen actief te laten deelnemen en te betrekken in besluitvormingsprocessen over de bestemming van hun eigen gronden, is noodzakelijk om vrede een kans te geven in ruraal Colombia.

Vanuit CATAPA wensen wij hen daarom veel succes met de Marcha Carnaval op vrijdag en bij de voorbereidingen voor de consulta popular. Wij zijn er met onze gedachten bij!

Desde Catapa les deseamos mucho éxito en la Marcha Carnaval del viernes y en la consulta popular. ¡Estamos con ustedes!

Máxima wint Goldman Environmental Prize, Yanacocha blijft slapende reus

Máxima na de ceremonie in Cajamarca, samen met haar dochter Isidora, kleinzoon Max Salvador, en met haar zoon Daniel. Allen trots op haar.

Zes genomineerden namen de Goldman Prize 2016 in ontvangst, voor hun verdienstelijke strijd ter bescherming en behoud van het milieu, vaak ten koste van hun persoonlijke veiligheid. Máxima is één van hen. Hiermee behaalde ze de maximale erkenning voor de verdediging van haar rechten, op mondiaal niveau. Ze zong haar verhaal en droeg de award op aan de 5 compañeros van Celendín en Bambamarca, die het leven lieten in 2012 tijdens de aanhoudende protesten tegen project Conga, en aan allen die blijvend verzet bieden in Cajamarca.

Erkenning lokale overheden Cajamarca

Op vijf mei vond in Cajamarca een ceremonie plaats om Máxima te feliciteren met deze internationale erkenning. Lokale politici steunden haar bij deze gelegenheid volop. Sergio Sanchez Ibánez, regionaal gouverneur voor Natuurlijke Hulpbronnen en Milieubeleid, wijst erop dat Máxima een belangrijk symbool is voor de sociale mobilisatie in Cajamarca. ‘Máxima geeft een stem aan landbouwers die zich in dezelfde situatie bevinden.’ De Chaupes zijn immers niet de enige die zich in een gelijkaardige situatie bevinden, waarbij een mijnbouwbedrijf gronden wil opkopen.

Doorgaans worden landbouwers slecht geïnformeerd en voert een mijnbouwbedrijf al snel de druk op om hun gronden op te kopen, aan schandalig lage prijzen. Wat Máxima’s verhaal zo internationaal bekend heeft gemaakt, is dat zij zich niet laat ompraten of omkopen, maar is blijven vasthouden aan haar rechten.

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’

‘Zij ziet geen hiërarchie, maar neemt haar rechten op, op gelijke hoogte met een multinational’, en dat is knap. Op die manier is Máxima een voorbeeld, aldus Sergio Sanchez: ‘alle campesinos zouden dit moeten doen, hun legitieme rechten claimen, zich verdedigen met de nodige informatie ter hand”. Hij deed een oproep aan voortdurende solidariteit met de familie: “Wij hebben een Máxima nodig, met de volle steun van de provincie Cajamarca, want de legale aanklachten en misbruiken zullen hier niet ophouden.’

‘In Cajamarca kennen wij al langer het conflict tussen kapitaal en arbeider en hier manifesteert dit conflict zich tussen kapitaal en de samenleving’, zo becommentarieerde Porfirio Medida Vásquez, gouverneur van Cajamarca. ‘De komst van buitenlands kapitaal heeft verschillende relaties gevormd met de lokale bevolking, gebaseerd op mercantilisme, op favoritisme.’

De komst van mijnbouwbedrijf Yanacocha in de jaren ‘90 heeft echter geen rijkdom voor de samenleving meegebracht, zo sprak hij, integendeel, de provincie is enkel armer geworden, de armste van het land.

‘De juiste weg is naar een samenleving waar het kapitaal zal dienen voor de samenleving, en niet waar de samenleving marionet is van het transnationaal kapitaal’. Verder sprak hij zich lovend uit over de “dagdagelijkse titanenstrijd van Máxima” en over de breedgedragen strijd tegen project Conga: ‘De Goldman prijs toont dat de strijd, niet alleen van Máxima maar die van heel Cajamarca, correct en juist is’.

Máxima deed een bescheiden maar krachtige speech: ‘De strijd is niet voor de ene of voor de andere persoon, maar voor de hele gemeenschap’. ‘Ik bevestig mijn verzet, maar ik doe dit niet voor persoonlijk voordeel, maar denkende aan ons, aan de hele gemeenschap en denkende aan de toekomst van onze kinderen. Ik vraag jullie, compañeros, enkel om zich bewust te zijn, en om verder te blijven strijden. Het meest waardevolle dat wij bezitten en moeten beschermen is onze Moeder Aarde, onze wateren. Als er geen land meer overblijft, en geen water, welk leven hebben wij dan nog? We moeten denken aan de toekomst van onze kinderen, en welk voorbeeld we hen willen nalaten.’

Reactie Yanacocha en aandeelhouders

Newmont Mining, met 51,35% de grootste aandeelhouder van mijnbouwbedrijf Yanacocha, publiceerde zijn jaarrapport enkele dagen voor de prijsuitreiking. Daarin staat dat “gezien het huidige sociale en politieke klimaat, het Bedrijf niet anticipeert om Conga in de nabije toekomst te kunnen ontwikkelen”. Ze geven verder aan dat hun licenties, om operaties en constructiewerken uit te voeren, vervallen zijn en er onzekerheid bestaat over de vernieuwing van deze licenties. Meer nog, Conga zou van hun lijst van Reserves zijn geschrapt.

Newmont publiceerde echter niet toevallig zijn jaarrapport net voor de Goldman-uitreiking; op 20 april immers, twee dagen na de prijsuitreiking, hield Newmont zijn jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in Denver. Gezien de rechtstreekse aanklachten van Máxima aan Newmont moesten zij wel, al zij het tijdelijk, hun staart intrekken.

Roque Benavides, CEO van Buenaventura, die 43% van project Conga vertegenwoordigen, verklaart dat Conga momenteel economisch niet haalbaar is, wegens de lage internationale prijzen voor mineralen. ‘Conga heeft hogere prijzen nodig voor koper en goud dan de actuele prijzen’. Ook hij haalde de sociale protesten aan, ‘waardoor het project sociaal gezien niet levensvatbaar is momenteel’. Conga werd stilgelegd door de regering in 2012 en tot op heden, na aanhoudende sociale protesten waarbij 5 doden vielen.

De verklaringen van beide aandeelhouders zeggen echter niets definitiefs, alles blijft bij “mogelijks” en “voorlopig”. Niets staat hen in de weg om het project opnieuw te lanceren wanneer de aandacht voor het conflict weer gaat liggen. Yanacocha blijft een slapende reus.

Yanacocha, wolf in schapenvacht

Ondanks de berichten van Newmont en Buenaventura, blijft de aanwezigheid van Yanacocha in de zone onveranderd. Nog steeds wordt de familie Chaupe permanent gesurveilleerd. Alle openbare voertuigen worden van binnen en van buiten gecontroleerd aan de wegblokkades, en “vreemden” worden niet doorgelaten, die moeten uitstappen. Op die manier wordt de toegang tot het huis voor bezoekers, vrienden en journalisten ontzegd.

In de nacht van 24 april meldde Jaime Chaupe, de echtgenoot van Máxima, die op dat moment alleen in het huis verbleef, het weerklinken van geweerschoten vlakbij het huis. In gedachten houdend hoe het voor Berta Cáceres gevaren is, die vorig jaar de Goldman Award in ontvangst nam en begin maart werd doodgeschoten in haar eigen bed, moeten we deze bedreigingen zeer ernstig nemen.

De Goldman prijs is een prachtige erkenning voor de jarenlange strijd van Máxima, haar familie, en allen uit Celendín, Bambamarca en Cajamarca die zich verzetten tegen Conga. We moeten echter alert blijven, de strijd tegen project Conga is nog niet (definitief) voorbij.

door Emma Timmerman